4 JANUARI
1933
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.
Economisch.,Statistische
B
er
‘
lo c h t e
–
n
WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN ENVÉRKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJN VAART
UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT
18E JAARGANG
WOENSDAG
4 TANUARI 1933
No.
888
MEJ)13 ItLA.N 1)8011 ECONOM 12011 iNSTITUUT.
O’arntorem: I'[r. G. i
7
isse’ring, Voorvittar; ir.A.. Pla.te, Onder-
Voorzitter; G. H. va’n (Ier Leeuw, Peiusingnveester; Mr. IV.
M. van Lanschot; Mr. L. J. A. Trip; E. 1). ven.Wa-lree.
Directeuren: Prof. Mr. F. cie Vries; Prof. Dr. N. J. Pola.k;
Prof. Mr. Dr. G
.
M. Vcrr’ijn Stua.rt, Directeur-Secretaris.
BCONOMJSGII-ST4TISTISCHE BERiCHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. vab Blom; J. van ilasselt; Jhr. Mr. L. T!. van
Lennep; ii! r. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. N. J.
Polak; Mr. Dr. L. F. H. Regout; Dr. E. van Welderen
Baron Rengers; Prof.. Mr. H.
R.
Ribbius; Jan &hiltkui8;
Mr. Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd l.id: Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart. Redacteur-Secretaris: Dr. 11. M. H. A. van der Valk.
Secretariaat: Pieter de Ilooch-weg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Pos trekeniivg 8408.
Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: N’tjgh d van J.htmer N.V. Uitgevers, Rotterdam,
Amsterdam, ‘s- Gravenhage. P ostchèque- en giro-rekening No.
145192.
Abonnementsprjs voor het weekblad franco P. P.
in.
Ncderland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— pas
jaar. Losse nummers 50 cents. Economiisch-S’ta.tistisch
kwartaalbericht 75 cents. Leden en donateurs ori.tvaecqen
het weekblad en het K’wwrteelbericht gratis en een redactie
op de verdere publicaties.
Aangeteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.
BERICHT.
In cle op 21. December ji. gehouden Buitengewone
Algemeene Vergadering van cle Vereenigin.g ,,Insti-
tuut
–
voor Economische Geschriften” is besloten om
dit Instituut in den loop van 1033 samen te voegen
met het te Rotterdam gevestigde Nederlandsch Econo-
misch Instituut. D.it laatste Instituut stelt zich vol-
gens art. 2 zijner Statuten ten doel cle bevordering van de -bestucleering van economische vraagstukken en in
het bijzonder het verzamelen van en uitwerken van
economische gegevens, door aan het Instituut daartoe
te verbinden krachten; voorts alles wat met dit doel
i.n mi.ddelijk of onmiddelijk verband kan geacht wor-
de.n te staan.
Zooals bekend, heeft het Instituut voor Economische
Geschriften reeds eenigen tijd lamengewerkt met het
Nederlandsch’ Economisch Instituut bij cle publi-
catie van het Economisch Statistisch Kwartaalber.i cht-.
en bij cle verspreiding van. de door het Nederlanclsch
Economisch instituut uitgegeven boekwerken. Deze
samenwerking -bleek voor beide Instituten zoo vrucht-
dragend te zijn, dat al spoedig van heide zijden een
plan tot nauwere aaneensluiting werd geopperd. Als
gevolg hiervan werd -besloten om in den loop van 1933
activa en pa-ssiva van het Instituut voor Economische
Geschriften over te dragen aan het Nederlandsch
Economisch Instituut, om vervolgens over te gaan tot
opheffing van eerstgenoemd Instituut en -om reeds
iliet ingang van 1 Januari jl. het weeldlad ,,Econo-
rnisch-Sta-t.istische Berichten” te maken tot een uit-
gave van het Nederland-sch Economisch Instituut. In
verband hiermede hebben bovenstaande opschriften
een aanvulling en wijziging ondergaan.
3 JANUARI 1933.
Zelfs de jaarswissehng was niet in staat eenige vej-an-
dering te brengen in de positie ‘van de gcldni•arkt. Alle
uotecringen bleven onveranderd ; de -proloiiga.tiere-ntc
110–
teer-de t pOt.; particulier disconto Y
4
pOt. en ca.11geld-
%
pOt. TÇort loopenci schatki-stpapier werd zelfs voor. pOt.
verhandeld.
* *
*
Blijkens den weekstaa.t stelde cle jaarsw.isse-ling geringe
– eischen -aan De Nederlandsche Bank. De post binnenland-sche wissels verminderde zelfs met
f
236.000; cle heleen-in-
gen namen niet slechts
f
329.00& -toe. De post papier
0])
het
buitenland bleef ougawijnigcl, terwijl de diverse rekeningen
onder de activa der Ba.nk niet
f293.000
vermeerderden.
De goudvoorrapd vertoont een kleine afneming, evenals
de voorraad zilver. – –
,On-der de passiva onderging cle biljettencircu-latie een uit-
breiding van f29,6 millioen. Dc saldi in rekeniog.courant
daalden daarentegen met
f
:30,1 millioen, tengevolge va-Il
een vermindering der saldi van anderen groot
f
47,3 mil-
lioen, waar-tegenover een toeneming van slechts
f
17,1 mil-
lioen van het tegoed van ‘s Rijks schatkist stond. Het
–
be-
schikbaar metaaisaldo is met
f
119.000 ingekrompen; het
clekkin-gspercentagc -bedraagt nagenoeg 83 pCt., evenals de
vorige week.
* *
*
Zooa.ls -het in de week tusschen Kerstmis en Nieuwjaa-r
gewoonlijk het geval is, ging er ook ditmaal op de wissel-
markt weinig om. Kven -scheen het, of niets iii Londen den
DoJ-lar los liet; van 3.33% steeg de koers tot 3.30>, doch
weldrn. was hij weder op 3.33 ! teruggebracht. Ponde-n
liepen dan ook hier een oogenblik van 8.30 op- 8.22 terug,
out weder op 8.30.4 te sluiten. Dollars waren iets zwakker
en noteerden na 2.4893
:
2.4885. Marken lagen eerder aan-
geboden; van 59.30 zakten ze -tot 59.22 in. Fransche Fraises
met maar weinig verandering 9.71 %i IBelga’s liepen van 34.51 op 34.45 terug. Ook Zwitsersche Francs waren wat
lager, 47.90-47.874. Lires onveranderd ca. 12.74. Peseta’s siaren eerder gezocht op 20.323.-. Scandinavië vertoonde
w’einig variatie: Kopenhagen 43.05, Oslo 42.80, Stockholm
45.20. Einsche Marken 3.623-ij. Cajiadeesche Dollars hooger:
2.20. Yen ca. 52.
De -gr oote gebeurtenis
VM1
deze week was het loslaten
van den gouden standaard door Zuid-Afrika. De eerste
dagen had men geen juist idee s’an de genomen maatrege-
len en was het niet mogelijk een koers te bekomen. Giste-
ren was T.T. Zuid-Afrika op 9.2034 aangeboden (voor he-t
verlaten s’atl het goud bewoog -zich de koers op ongeveer
)
n tegenstelling met wat men au.derC jaren – -tegen het
eind van het jaar z-ièt gebeuren, kwam er ditmaal -in de
termijn-noteeri-ngen bijna geen verandering. Eéui- en drie-
niaasicls Ponden deden
5/1((
resp.
jis
c. disag-io, Dollars
noteerden een déport van 30 resp. 65 punten.
– Op dc goudmarkt was het betrekkelijk -stil. In baren ging
een klein-igheid om; zij- noteerden
f
1.649,50. Engles 2,49
1
/s,
Sovereigns 12.10. –
ECONOMISCH-STAT
‘
ISTISCHE BERICHTEN
4
Januari
1933
REDE VAN DEN VOORZITTER VAN DE
KAMER VAN KOOPHANDEL EN FA-
BRIEKEN VOOR AMSTERDAM.
l3ij de intrede van het nieuwe jaar heeft cle nieuwe
Voorzitter van cle Amsterciamsche Kamer va.ti Koop-
handel, de heer Oottfr.
R.
Crone, volgens oud g-
bruik. aan de leden der Kamer een overzicht van den
econouiischen toestand aangeboden. Geheel in dep
trant, zooals wij dat sedert jaren van zijn voorganger,
Dr. E. iEieldring, gewend waren, behandelt cle heer
Orone eerst de belangrijkste internationale vraagstuk-
ken en de hanclelspolitiek van E ngdlanct en iDuitsch-
land, om daarna zeer uitvoerig stil te staan bij cle
verschillende problemen, die zich
01)
het oogenhlik
in ons land voordoen. Met het oog op cle groote
beteekenis hiervan, zullen wij ons clitinaal geheel tot
dit gedeelte van cle rede van den Voorzitter van de
Amsterciamsche Kamer van Koophandel bepeiken.
Algeme ene toestand.
–
Eriistige zorg baart de -binnenlaitdsehe toestand. Onze
volkshni.sliouding heeft cle zware schokken, die haar weiden
toegebracht, tot nu toe doorstaan, dank zij de reserves in
de reeks van voorspoedige jaren, clie aan het uitbreken van
de crisis vooraf gingen, gekweekt. Doch terwijl in normale
tijden de verscheidenheid der grondslagen van onzenatio
nale economie haar een groote mate van levenskracht ver-
schafte, zijn door cle tegenwoorclige nniverseelc verwikkelin-
gen een aantal dier grondslagen pijn]ijk getroffen, gevoelig
als zij zijn voor de wisselingen van ile internationale con-
junctuur. Aangezien cle economische structuur van ons land
in overwegende mate .aflia nkelijk is van cle hanclelsbetrek-
ki ngen met het buiteula cd, w&rclt Nederland in zijn grond-
vesten bedreigd.
liet bedrijfsleveu in de crisis.
IDe land- mi tuinbouw en dc veeteelt, wier groote kracht
in cle geaardheid van ouzen bodem, de bekwaamheid en cle ervaring hunner heoefeiia.ren en hun voorbeeldige beclrijfs-
organisatie schuilt, zijn iii belangrijke mate op denuitvoer
ingesteld. De waarde hiervaic (aardappelen, peulvruchten,
fijne zaden, tuinbouwvoortbrengselen, vee en .vleesch, .jluini-
vee, eieren en zuivel), daalde van 000 mnillioen gnlden
art
1928, tot 425 millioeti in 1931 en 258 millioen gedurende cle
eerste elf niaanclen van het vorige jaar.
Daarnaast staat een rijk geschakeerde aiijverhoid, clie zich
tot het uitbreken van de crisis over het geheel genorndn
niet onbevredigend ontwikkelde en aan een toeneniencl deel
voor onze bevolking werk bood. Voor liet beloop van de con-
junctuur in dezen tak onzer volkswelvaart geeft liet gewicht
van den invoer van grondstoffen en werktuigen een bruik-
bare aanwijzi Lig. Daaruit blijkt, dat, ivan neer liet maande-
lijksche geniicldelde van dien invoer in 1922—’25 op 100
wordt gesteld, liet voor cte grondstoffen van ‘de nijverheid
dle]: verbrniksgoeclereti in 1929 135 bedroeg. om
in Octoher
1931 tot 114 en iii October jI. tot 103 te zijn gedaald. [et hoogste niaanclelijksche gemiddelde van den invoer vap
grondstoffen ten behoeve vali ‘de nijverheid der voortbren-
gingsniidclelen bedroeg 1.95 in 1928, waarna de stand in
October 1931 :126 en in clie maand valt verleden jaar 93 was.
De ontwrichting van tIen ,internatioi.ialen goedercnhai dcl
wordt scherp belicht, wanneer men bedenkt, dat het ge-
wicht van ‘den Nvereldha.nAdel in liet dlerdlekwartaal van het
afgeloopen jaar slechts twee derden van dien in den herfst
van 1929, toen deze den hoogsten stand bereikte, bedroeg en
ongeveer {e helft van den wereldhandel thans voor reke-
iig van landen met ontwrichte valuta koimit, terwijl van
cle rest nog 18 pCt.
01)
landen betrekking heeft, welker
valuta door d ivangmiciclelen op cle been wordt gehouden.
Vooral cle Europeesche hanclelsonizetteu zijn gedaald.
Onze scheepvaart, clie zich zuowel
01)
liet vervoer vii t per-
sonen als op dat van goecleren toelegt cii sedert eeuwen
wcreldvraehtvaart was, verschafte onze volkshuisliouding
door haar dienstverleening aan liet buitenland een bate,
clie voor 1927 netto op 212 niillioen gullen werd geraaiiicl
en in 1930 tot 1.55 mnillioen gulden was geslonken, om sinds-
clie n vercic i
–
te ven
iii 1
dcie ii.
Ten slotte boden 1:ot ‘oor enkelejaren onze overzeesehie gewesten aan on zeil ha.n.clql cii seheepvaa rtaa ii zienlijke
voordeelen, aan ons kapitaal gunstige gelegenheid voor be-
legging en aali onze nijverheid belangrijke opdrachten. :0e
winsten, clie Nederland uit dien hoofde toevloeidien, Zijti
thans in verliezen verkeerd en lndië heeft den uinancieelen
lNHOUD
BIz.
REDE VAN
DEN
Vooncsl’rï’Elc VAN DE KAMER VAN
Kooi’-
HANDEL EN FAI3RIEKEN VOOR AMSTERDAM
……….
2
Rede van den Voorzitter der jamer van Koophandel
en Fabrieken voor Rotterdam ………………….
4
De woniogvoorziening in Nederland door
J. Bommer…
5
Loonen en werkgelegenheid door
Dr. J. Tinbergen
met
Naschrift door
Air.
J. van Galen ………………..
S
BUITENLANDSCHE
MEI)EWER1dING:
Breuken in
de
planhuishouding van Sovjet-Rusland
door
Prof.
B.
Brutzkus
……………………
10
AANTEEKENINGEN:
De ontwikkeling van de Nederlandsche spaarbanken
i
n de crisis
………………………………13
MAANDOIJFERS:
Indexcijfers van Nederlandsche aandeelen ……….14
Rijkspostspaarbank …………………………
15
Overzicht der opbrengsten van het Staatsbedrijf
derP.T.T. ………………………………
.
15
ONTVANGEN BOEKEN
…………………………….20
STATIsTIEKEN EN OvmenzlcF1’i’EN
……… …….. 15-20
Geidkoersen. – Wisselkoersen. – Bankstaten. – Goederenhandel.
sten ii van het Il:loedlerlaiidl noodhig omii aaii zijn nioeilijkliecleim
liet hoofd te bieden.
Enkele passages verder wijst cle heer Crone er op,
dat het, voor liet clii urzaam behou cl van onze welvaart,
nooclza.keflj k
is,
dat naast verlaging der procluctiekos-
tea, cle kwaliteit der Neclerlancische PrOdUCteu blijft
gehandhaafd en dat cle i cl ustri e zich, meer clan tot
dus verre, op special i tei ten toelegt. –
Na o.a. op den achteruitgang van de bedrijvigheid hier te lande te hebben gewezen, wijdt de Voorzitter
van. cle Amsterclamsche
IK.
v. K. cle volgende beschou-
w
ingen aan cie harm cleisheweging van Nederland.
cii.
uitvoer.
Gedurende de eerste elf maanden van het afgeloopeo jaar
wei
–
ch 22.2 unllioen ton goederen met een waarde van
1.193 nulhioen gulden in het Vrije verkeer van Nederland
ingevoerd en voerden wij 12,7 mnillioen ton goederen niet
een waarde van 776 niillioen gulden uit. (Alles zonder goud
eis zilver). En vergelijki lig niet de twee vorige jaren en liet
jaarhijksc-he geunddelcle van liet tijdperk 1925-
2
29 geeft
liet volgende beeld
invoer (iii milhioenen) Uitvoer (in mjllioenen)
Jan–Nov.
1KG.
Gulden
1KG.
Gulden
1932 …….22.214
1.193
1.2.725
776
1931
…….27.490
1.753
15.643
1.231.
1930 …….29.175
2.253
1.5.284
1.601.
1925—’29gem 26.307
2.305
13.061.
1.735
liet iii voerove rschot beu
p
derhalve, maal de waard e, in
liet tijdperk 1025-29 geniicldelcl 630 millioeii gulden per
jaai-. iii 1930 652 mnihlioen, in 1931 522 riiillioen en in het
afgelooien jaar 417 niillioeti. Het pei’cemitage van den iii-
voer, dat door uitvoer wei-ch gedekt, beliep in deze tijd per-
ken onclerscheidenlijk 72,2 71.1
1
70
2
3 cii 65. De uitvoer is
dus cenigerutate tegenover dcii invoer verzwakt.
in dit verband wijs ik er
O[i,
dat onze vorderingen
01>
liet buitenlanl, uit hoofde van het overschot van cle waarde
van olizen bitvoer vli ii in fabrieken bereicle voedingsnud-
delen hoven cle ii’aarde van dcii invoer dier goederengroep.
gedllirende liet tijdperk ‘1 925—’29 gemiddeld 226 niill loeR
gulden bedroeg. doch in 1931 tot 145 niillioen en verleden
jaar tot slechts 78 niilhioen is geslonken. i)aa rentegen steeg
onze seliuld aan liet buitenland, voortspruitencl uit liet
overschot van cle waaide van ouzen iii voer van de goede-
ren, die statistisch als .,fabrikaten” worcleti oniselireven.
van genudcleld 245 mnillioen gedurende 1925—’29. tot 301
mnillioeii in 1931. om verleden jaar weliswaar tot 253 nijl-
lioea te dalen. doch daannede nog boven het vroegere vijf.
jaarlijkselie gelniddleldle te blijven . T'[oezeer dlaarbij verschil-
len iii cle p rijsbewegi lig een rol hebben gespeeld blijkt, wa ii –
neer uien bedenkt, dat liet gewicht van den uitvoer der
luer bedoelde ..fahrikaten” iii liet afgeloopen jaar 10:1 pCt. van liet geuucldelde gewicht in 1925—”29 heeft beloopen.
tegen 76 pCt. voor den overeenkonistigen invoer. De genncl-
clelde prijs viii (lezen uitvoer beliep evenwel niet meer clan
40 pCt. van cl ien in liet vernielde vijfjaarli,jksche tijdperk,
tegenover S1 pCt. voor dien van de ingevoerde ,,fabrikaten”.
Terwijl in ‘1031. liet gewicht van (hen invoer, zoowel als
4 Januari
1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
van
dcii uitvoer nog boven het gemiddeld gewicht gedurende
1925—’20 stond, besomde dat van den invoer thans 84 pCt.
en dat van den uitvoer 03 pOt. van dit vijfjaarlijksche ge-
middelde. Het gunstiger beeld van den uitvoer is daarbij
slechts schijn, want wanneer de oiibewerkte minerale stof-
îen, waartoe onder meer steenkool behoort, buiten beschou-
iving worden gelaten, bedraagt het gewicht van iii- zoowol
als van uitvoer 86-87 pCt. van het geniiddcld gewicht in
1925-29. Met meer dan een derde van het gewicht verjriin-
derde de invoel’ van vervormiddelen (-54 pCt.), aarde-
werk (-52
Ct.),
nice! en ‘meelfabrikaten (-49 pCt.),
glas en glaswerk (- 39 pOt.) en hout (- 36 pCt.) voorts
de uitvoer .va.n glas en glaswerk (-77 pOt.), aardewerk (-72 pOt.), voedingsmiddelen (-63 pCt.), hout en hout-
werk (-63 pOt.), garens en textielgoecieren (-46 pOt.).
Hoezeer, meer nog dan door het verminderen van den
omvang, onze uitvoer door de prijsdaling werd getroffen,
blijkt, behalve uit het reeds vermelde voorbeeld, bij w’ijze
van ruwe vergelijking uit het feit, dat de prijs van een ton
‘invoergoedereii in het afgeloopec jaar 40 pCt. beneden dien
gemiddelden prijs gedurende 1925—’29 stond, doch deze prijs
is bij den uitvoer niet 52 pOt. gedaald.
‘J’olanie tussohen Nederlaard en, Neci.- Indië.
Wat betreft een douane-unie tussehen Nederland en Ne-derlandsch-Ïndië, dat wel ‘prefezentiëcle rechten voor dcii wcderzijdschen invoer – geopperd als middelen, waariicde zoowel het Neder.landsche als het Nederlandscb-ind ische
belang zou kunnen worden gediend – ben ik van meening, dat deze voor den afzet van het surplus aal Nederlandsch-Indische producten geen uitkomst zullen brengen. Neder-,
landseh-Ind’ië is voor den afzet van zijn vbortbrèngselen
te zeer aangewezen op de geheele wereld, dan dat een ver-
gemakkelijking van den afzet in Nederland van groote be-
teekerus kan zijn.
Maar een douane-unie of prcferentiiiel’e rechten zouden,
hoezeer voor dcii Indischen uitvoer van weinig recht-
streekscli belang, daarentegen eei vrstrekkende handels-
politieke beteeken,is hebben. In handhaving van de politiek
van gelijke economische voorwaarden ‘in Necicrlandsch-:[ndië
i’oor Nederland en de andere niogendheden ligt naar mijn
vaste overtuiging ccii der sterkste waarborgen voor het
behoud vai.i den bestaanden band tussehen beide gebieden.
De vorming van een douane-uiie of liet instellen van pre-
fdrentiiiele rechten zou onze positie als koloniale mogend-
heid verzwakken. Van door niaaitregelen als dc onderhavige in he’t buitenland gewekte reacties zou Indië, zoowel eeono-
iiuschi als politiek zoo kwetsbaar, het risico dragen en daar-
van zou Nederland uiteraard den ‘terugslag ondervinden.
Een vergelijking niet het i3ritsche Rijk verliest uit het oog,
dat zijn positie, staatkuudige beteekenis en grootere onder-
t inge afzetmogelijkheden tusschen de verschillende deden
van het Rijk principiëel van die ‘van het Koninkrijk der
Nederlanden verschillen.
Wel hen ik ‘aii meaning, (lat hij de overweging van de
gevolgen van haar crisis- oh handelspol itieke maatrcgeleu,
(te Regeering voortdurend cle Indische belangen’ duidelijk
voor oogen dient te houden. De verafgelegen overzeesche ge-
bieden hebben aanspraak op dezelfde welwillende en voort-
durende aandacht, als genoten door dichterbij gelegen Ne-
derlandsche belangen. Het wekt in Indië ontstcniniing, van-
leer hier een belangrijk indisch exportartikel als thee aan
een onredelijk in voerrecht onderworpen is en blijft, terwijl
agrarische steunmaatregelen ongunstig kunnen terugwcr-
ken op dcii afzet van I[ndisehe landbouwproducten. Daar-
enboven kunuen de hier te lande getroffen invoerbeper-
kende maatregelen gereedehijk ‘aanleiding geven tot reacties
in het buitenland, waarvan de ‘Nederlandsch-Indische tnt-
voer den teriigslag aal ondervinden. Maar ‘terwijl in Neder-
land althans de mogelijkheid ‘bestaat, dat bepaalde belangen
door contingenteering worden gebaat – zij het ook dat
steeds andere belangen worden , benadeeld – kan Indië
door dc Nederlandsehe contingen teeringsmaatregelen ii it-
sluitend geschaad worden. Vanzelfsprekend mag bij de
regeling van de handelsbetrekkingen niet het buitenland
nimmer uit het oog worden verloren, dat de economische be-
langen van Ncderland zich niet bepalen tot liet Rijk in
Europa en da’t ook voor indië zoo ‘gunstig mogelijke voor-
waarde’ii cl ieneri te worden bedongen.
Steuna vet tea..
lIet is zeer teleurstellend, dat, ondanks de vèrstrekkeii.
de en goed bedoelde voorzieningen, cle groepen, te wier bate zij’ zijn beddeld, zich algemeen ontevreden over haar toepas-
sing en uitkomsten toonen. Meer en meer wordt het cluide-
lijk dat de aanzienlijke bedragen, die niet den steun aan
onze bodembedrijven heengaan, steeds bezwaarlijker door
liet niet-landbonwende deel van de bevolkiuig kunnen w’Or-
den opgebracht; en zulks te niinder, nu de aanpassing der
bonen aan cle gedaalde algemeene kosten van liet levens-
onderhoud zich begint te voltrekken,werkloosheid in tot
dusverre hier ongekenderi onivalig heerscht, cle broiin’en
van winsten en dividenden zijn verstopt en prijsverheffeude
invloeden nilcer clan ooit ter wille van het voortschrijden
van liet aan.passi’ngsveriliogen dienen te worden geweerd.
Reeds is de reniniencie invloed van de stcuiiwctteu op het
verbruik duidelijk merkbaar. Ernstig zal onder het oog
dienen te worden gezien, of met cle steunverleoning, zooals
zij thans is, kan worden voortgegaan, en of niet onder-
scheicl naar den welstand van cle steuiitrckkendeu dient tô
worden gemaakt.
Daarbij komt, dat deze steunver.leening slechts zin heeft,
zoolang er werkelijk van liet overbruggen van slechte tijden
kan w’orclen gesproken en terugkeer tot een gerogelden
boonenclen uitvoer ‘mogelijk wordt geacht. liet is naar mijn
meening gelukkig nog jiiet zoover, dat wij aan dezen laat-
sten algeheel moeten ‘wanhopeu, doch dat deze zich zal her-
stellen tot den omvang der achter ons liggende periode van
grooten bloei en daaraan gepaard gaande uitbreiding is
nauwelijks te verwachten. De dreiging der ‘J)uitsehe en En-
gelsche hand’elspol’itiek verduis’tert cle toekomst, om van
Frankrijk en andere landen thans niet te spreken. Ik acht
het denkbaar, dat een beperking van onze agrarische be-
drijven, verder dan ‘tot nu toe nood.ig werd geacht, nood-
zakelijk moet worden overdogen. In dat geval zullen de
zeer kostbare pogingen om die bedrijven in vollen omvang
te handhaven, haar economisch n tit hebben gein ist.
Internationaal lietaliingsvei-keer.
liet oorspronkelijk daartoe ingediende ontwerp onderging
een belangrijke wijziging, doordat bij’ Memorie van A’nt-
woord daarin een nieuw art. 2 werd opgenomen, tengevolge
waarvan, in afwijking van den aanva.nkehijkeu opzet, die
slechts beoogde den w’eg tot verdragen met andere mogeild-
hicden te openen, de Regeering daarnevens de bevoegdheid
kreeg om eenzijdige maatregelen ten aanzien ‘van de beta-
lingen van Nederland aan het bni’tenland ‘te treffen. Zulks was niet’ zonder bedenking. Immers bij verdragen omtrent
liet betalingsverkeer zai – hoe ‘groot blijkens de ervaring
de iiioeihijkhed’eni. ook zij n,, om op voor beide partijen hevre-
cligende wijze zoowel verdragen te sluiten als deze ‘tot uit-
voering te brengen – toch steeds ht feit, dat de betrok-
ken staten tot overeenstemming en een gemeenschappelijke
regeling zijn gekomen, een zekeren waarborg opleveren
teeni verstoring van de betrekkingeic ‘tussehien cle deelne
mende staten en tussehen de door het verdrag gebonden in-
dividueele belanghebbenden. Thans ‘kreeg echter de Regee-
ring de bevoegdheid om eenzijdig cle beta.bingen wegens in-
voer Iner
te
lande
te
beperken cii ii’cl door den omvai.ig
van den invoer terug te brengen iii nader te bepalen vel–
houding tot den uitvoer, zulks met cle bedoeling om de
belanigen van dezen laatsteni ‘te bevorderen. Daar beperk.ing
van den goedcreninvoer
01)
zichzelf cleni tntvoer niet kan
vergrooten, draagt de hiej- bedoelde bevoegdheid geheel het
karakter van een ‘potentiëel dwangmiddeb tot blokkeering
van rekeningen. In dat geval zou Nederland, tin geblok-
keerde rekeningen een op den voorgrond ‘tredcnd kenmerk
van ecönomisch of financiëe.l zwakke landen zijn geworden,
zijn internationaal aanzien in gevaar brengen. Daarenboven
beteckent dit, dat de invoerhandel wordt verhinderd ten
volle profijt te trekken va.n de gunstige i’oorw’aarden, welke hij, mede door den roep, welken de Nederlandsche afnemers
01)
het stulc van voldoening aan hun verplichtingen in het
buitenland genieten, thans in vele gevallen deelachtig kan
worden. ,J’uist door het contant betalen kan de Nederland-
sche koopman een prijs bedingen, waarvoor hij bij niet-
contanten koop niet zon kunnen slagen.
Deze bezwaren betreffen uiteraard mogelijkheden van
toepassing der wet, waarbij het mede van het beleid der
Regeering kan afhangen, of zij zullen intreclen. En clan
dien’t dadelijlc hieraan tc worden ‘toegevoegd, dat tot nu toe geen maatregelen op grond van de Wet op liet Internationa-
le Betalingsverkeer tot stand kwamen.
Reed tstree/cschc, gocdere’nruil.
De ontwikkeling der feiten bracht als nieuwe niiogelijk-
heid naar voren den rcchtstreekschen’ goederenruil, eigen-
lijk een oeronide en ablerpriniitiefste wijze van handel drij-
ven’. i)eze oplossing van iiioeilijkheden is al even weinig
verheugend als andere, doch wordt als uiterste middel tot
redding’ van wat er te redden valt door velen voorgestaan.
Indien de rechtstreeksche goederenruil ertoe’ leidt, dat ‘de
omvang van onzen uitvoer boven het tegen’woordige peil
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
4 Januari 1933
word t verhoogd, aanvaard ik cli t in idd ei bij gebrek aan een
beter. Doet hij dat niet, dan veroorzaakt hij slechts ver-plaatsing van orders en beknotting Van de vrijheid vall
onze invoerhandelaren, op cle wijze als ik heb uiteengezet.
in ieder geval is he* zaak, dat wij nauwkeurig ons stand-
punt tegenover de beginselen, clie er aan ten grondslag lig-
gen, vaststellen. Want deze terugval in econonnsc-he achter-lijkhekl kan vers trek kende hanclelspolitieke betcekeuis heb-
ban door zijn invloed op de handelsbalans. 1 Foe meer wij
niet cle zucht %
,
all do vele landen, om cle han:lolsbalaus niet
ieder land afzonderlijk iii evenwicht te brengen, rekei.nug
moeten londen, des te nueer komt cle neiging op, slechts
daar te bestellen, waar zulks riet tegenomders gepaard gaat.
Het is eehter al te siniplistisch gedacht, dat aankoopen van
Haarlem
te
Amsterdam slechts behooren voreffenci te vOr-
den met aankoopeu van Amsterdam te Haarlem. II imunuels
kamu Haarlem evengoed te Leiden verkoopen, waarna een
koop van Amsterdam tc Leiden het driehoeksverkeer doet
slniteem. Door den directen goederenruil wordt de verstar-
ring en verwrimiging, clie de tegenwoordige hancicispolitick
iii om.uzen intej-natioimalemi ruil brengt, besteu.ucligd. Het ivel-
vaartspeil van Nederlamucl staat of valt met het i utercia-
tionale clriehoeksverkeer, dat niet de handelsbalacusen van land tot land doch de betalingsbalansen internationaal ver-
effent, wordt daardoor in toenemende mate in zijn bestaans-
bron nen bedreigd.
Toch heeft deze goeclerenrnil zich ook in Nederland ill
een groeiende belangstelling verheugd en schijnt, na een
voorloopige regeling, haai- organisatorische n vorm iii liet
Centraal instituut te zullen vinden, dat zich, zooals zijn
Imaani het euphemistisch te keunen geeft, het bevorderen van
het ,,normale” handelsverkeor tussclieu Nederland en
Dimitschlanci ten doel stelt en daarbij
01)
cle insteiinning van
onze Regeering mag bogen. Echter heeft onze :ttegeerin
reeds een beter bij ht moderne goecleremiverkeer aanslui-
tanden modus gevonclemu, doordat tusscheii cle Nederland-
sche eij Duitsche R.egeeriug ecu overeenkomst tot stand is
gekomen, in hoofdzaak gelijk aan het reeds eenigen tijd
tusschen Duitschlamîd en Zweden geldende deviezen-arran-
gement.
REDE VAN DEN VOORZITTER DER KAMER VAN
KÔOPHANDEL EN FABRIEKEN VOOR ROTTERDAM.
In de vergadering van
3
.Jam:ivari ji. heeft cle Voo-
zitter van de Kamer van Koophandel en Fabi-ickeru voor Rotterdam, cle heer W. A. Engelbrecht, enkele
beschouwingen gewijd aan het economisch leven van
den Staat eri liet gebied der Kamer, waaraan het vol-
gende is ontleend:
De vele sanmenw’crkende 1olitieke, protectionistisehe en
immonetaire oorzaken van het vervud vamu den wereldhauidel
niet zijn nasleep van achteruitgang van volksinkomens en
stijgende werkloosheid zijn te algemeen bekend om er thans
iu den breede ovel: int te weiden.
De leidende gedachte van vraag en aanbod voor het
1)10-
cluuctie- en
disti:ibnticproces
liet uien varen.
Internationale betalingen werden geacht op andere wijze
geregeld te kunnen worden clan met goederen en clieu.ustoii.
Maatregelen tot beleinnuering hiervan, door creclitenista-
teu genomen, uit vrees de nationale productie en cle bin-
nenin ndsclie markt benadeeld te zien, nmaatregeleii nu der-
zijds van clebiteurstaten tot geforeeerden uitvoer niet in-
krimping van invoer hebben in sterk terumggaancle richtimug
geleid tot ,,autarkic”, gesloten huishouding, waardoor de
koopkracht collectief en individueel verlanicl vercl. Imniers
koopkracht berust in haar wezen op cle mogelijkheid van
nul van eigen opbrengst; van eigen resultaten van w’erk-
zaanilmei’d, tegen beuioodigclhedcu en verdem-e goederen voor
behoeftebevi
–
edigicig.
Reactie kan niet uitblijven; autarkie zal op den duur
niet opgewassen zijn tegen den drang naar de gnnstigste
indiviclueele en collectieve am-beiclsvei-deeliug, die inhaerent
is aan de miatumur van den nmaatschappolijk bestemclen
mensch.
Vooralsnog is aanpassiuug aami den algemeenen toestand
noodzakelijk.
Taniefmui-en, invoerbeicmrtmerimugell, beperking van be-
talingen niet deviezen ena, hoe snel ook op te richten of
iii werking te stellen, deze beletselen zijn slechts geleidelijk
weg te nemen door internationale overeenkomst.
Moge de dit jaar in Londen rbe houden economische we-
rcldcomm ferentie deze vraagstukken goed voorbereid heha mm –
delen en zich bij haar besluiten het advies der Imiteruationale
Emurmuem- van Kooplmaumclel tcr harte nemen onu
een bew’egiimg te sttmwen tot verlaging ‘aIr choimanemechten,
cred iteiirstaten te overtuigen, betalingen h ci moer i’orde-
rimugei te ac-cepteci-en iii dien vorm vami goederen en diensten,
tenslotte omic vastberadlemi amaatregelon te nomeim ter ver-
genuakkelijking van liet tot staumd komen van groote eeommo-
mnisclie gebieden.
Na den oorlog breidkle cle handelsvloot mt verbeterde
transportcapaciteit zich voortclimreumd uit. ‘ele lanclemi be-
vordepdlen niet staatsstcun iii verscluillenclen vorm cle na-
tionaic scheepvaart, terwijl zij anderzijds het zeeverkeer
belemnnuercien door het optrekkemu van ‘tai-iefmuren
In 1932 bedroeg cle venmueerdteriLmg van tonnage ten op-
zichte van het gemiddelde van 1909/1913 ongeveem- 60 pCt,
de vernieerdlendle capaciteit pim 67 pCt.
De omvang van het werelclzeeverkeer moet claareutegen
op pim. 7 pCt. lager gesteld worden.
De gemiddieldle vrachtcijfers in goud waren het vorige
jaar hij liet gemiddelde van 1909/1913 vergelekemi pim 40
pCt. lager, terwijl de bedlrijfsonkosten volgens onderzoek
van (te i3ritish Shippimug idoard anumzienhijk gestegen zijn i)
De opgelegde tonnimge bedraagt volgens Lloycl’s IDaily
Freight Register van 17 Decenuber 1932 ongeveer 21 pCt.
der totale handelsvloot Voor de Nederlandsehe vlag steeg het pem-centage van plam 20 pCt. in Januari tot pLmu 28
pOt. iii September.
Rottercla’ns.
Handel cmi nijverheidl iii het gebied onzer Kauui, groo-
tencleels verbaird houclencic met de seheepvaartbewegimeg
onzer havenstad, ondervonden nice!- dan elders den terug-
slag i’ah het economimisch leven
Groote inocilijkheclemi bleveum dIen eigeum hauuclel, den voor
onze stad zoo belangrijken transitohauudel, den distributie-
bedrijven en cle industi-ic mm iet gespaard Schecpswerven werden gesloten of hieldemi zi(;Ii umic’t sterk
verrnindlerden staf staa ncle, terwijl onze stoomvaartnraat-
schappijen, voor zoovenre zij cle schepen muiet oplegden of
verkochteim, alleen niet groote opofferingeu dle vaai-ten tot
behoud van verkeersgebied onderhielden.
Do goederenbuiw’eging (inveer cii uitvoei ovec- zee) over
de haven van Rotterdam muani volgens de gegevens van het
Centraal Bui-eau voor cle Statistiek in cle eerste 11 miinanden
van 1932 niet pim 7 mnihlioen tomu of 27 pOL, af ten opzichte
van 1931, of met 13 jumillioen tami (41 pOt.) vergeleken bij
1930.
Het aantal der in i{tterdani bi nuengekonuemi zeeschepen
dlaaldle volgens de opgaven vnu dcii heer Omitvanger der
invoerrechten van 11.383, metende 18072.955 ton netto in
1931 tot 10.075, metende 14.938027 ton netto in 1932. in
pereeuten uitgedrukt bedraagt de vermindering voor het
aantal schepen 11,5 pOt., vooi- hun inhoud 17,3 pOt-
Geen der groote V.-Jduropeeche havens ondlei-vondl een
clergelijken sterken achteruitgang..
Zoo is dan bij den aanvaumg van het nieuwe jaar Rottej-
dams bedrijvigheid tot belangrijk kleiuci-emu omvang terug-
gebi-acht, maar ook hier leeft het vertrouwen, dat het ge-zond verstand bij het oplossen der ingewikkelde iriterna-
tionale vraagstukken op den duur zal zegevieren en dat
.l:[oilands aloudle ervaren handelsgeest in den laude en in
onze stad de richtlijnen zal weten te vinden voor verdere
ommtwikkeling der welvaart..
Onvermoeid behoort voortgegaan te worden om onze
haven haar verloren positie in West-Europa te doen her-
uvinumen. In menig opzicht zijn de kosten miog te hoog.
Spoedig mag nu liet besluit van den Raad dmmzer Ge-
nmeentc verwacht worden, met welken datum cle verlaagde
havengelden in werking zullemi treden. Reeds op zichzelf
beschouwd legt het nog steeds geldemmd tarief, vooral in
deze tijdlen, de scheepvaart te zware lasten op. Verbetering van verbiudimmgswegen en een aanvang van
de werken
Van
overbi-ugging van (tcii MOerdlijk, zijn dlit
jaar te verwachten.
Helaas is geen voortgang te bespeuren tot uitvoei-iuig der
spoom-wegplannen, waarvan de totstandkoming even urgent is als die der tunnelverbiiidiug van de stadsdeelen ter weers-
zijcleui van de Maas.
J)
Gegevens ontleend aan de Viemteljahi
–
shefte van het
imistitut fijn Konjunktnrforschumumg (jaargang 7, No. 3,
deel A).
4
Januari
1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
DE WONINGVOORZIENING IN NEDERLAND
Gedurende de jaren tijdens en onmiddellijk na den
wereldoorlog bestond er in ons land een nijpend ge-
brek aan woningen. Hoe groot het won.ingtekort in
die jaren precies was, hebben betrouwbare cijfers nooit
kunnen uitwijzen. Ramingen, in 1920 door verschil-
lande deskundigen gemaakt, wezen een tekort aan van
respectievelijk 75.000, 100.000 en 125.000 woningen
in dat jaar. Andere statistici kw’amen tot de conclu-
sie, dat om een bevredigenden toestand op de woning-
markt te verkrijgen, een jaarlijksche aanbouw zou noo-
dig zijn van respectievelijk 40.000 woningen gedu-
rende dc cv. 10 jaar en 37.000 woningen gedurende
do e.v. 20 jaar.
Sedert 1920 is de wQningproductie in ons land zoo groot geweest,dat zij alle verwachtingen en ramingen
heeft overtroffen, in de jaren 1921 t.m. 1931 zijn
nict minder dan 520.000 woningen gesticht, wat
neerkomt op een jaarljksche productie van gemici-
delci 48.000 woningen. Men krijgt eenig idee van de
beteekenis van dit cijfer, wanneer men bedenkt, dat
v66r den oorlog, in de jaren 1900-1914, de jaar-
lijksche productie op zijn allerlioogst 25.000 wonin-
gen bedroeg.
Naar onze overtuiging is dc woningvoorraad thans
van zoodanigen omvang, dat, wat het absolute aantal
betreft, van een tekort niet meer kan worden gespro-
ken. Hiermede is evenwel allerminst gezegd, dat dc
toestand op de-woningmarkt bevredigend is. Wanneer
wij ni. woningbehoefte en woningvoorraad gaan ont-
leden en voor de verschillende groepen der bevolking
afzonderlijk bezien, dan komen wij tot een geheel an-
dere conclusie. Dan blijkt, dat de aanwezige woning-
voorraad wel ruimschoots voldoende is om in de be-hoef te van welgestelden en middenstanders te voor-
zien, maar dat er voor de arbeiders, en met name
voor de minder ‘erdienenden onder hen, alom nog
een
nijpend
gebrek aan woningen heerscht.
De enorme woningproductie door particulieren ge-
durende de laatste jaren (van 1921 t.m. 1931 bouwden particulieren een kleine 400.000 woningen) heeft wel-iswaar het aantal woningen belangrijk doen toenemen,
maar de woningbehoefte niet gelenigd. De particu-
liere bouwnijverheid heeft opnieuw getoond, dat zij,
zoolang er voldoende aanbod van bouwkapitaal is, wel
in staat is om den woningvoorraad te vergrooten,
maar niet om op rationeele wijze in de woningbehoef-
te te voorzien.
Reeds in 1020 werd, door middel van een enquête
van het Nederlandsch Instituut voôr Volkshuisvesting
en Steclebouw bij de gemeentebesturen, geconstateerd,
dat van de door particulieren met rijkspremie ge-
bouwde woningen slechts 33 pOt. blijkens de gevraag-
de huur als arbeiderswoningen konden worden be-
schouwd. Na de premieregeling is de toestand er niet
beter op geworden.
Teekenend is in -dit’ opzicht de Ainsterdamschc
practijk. Sedert 1928 staat de particuliere bouwnij-
verheid aldaar vrijwel geheel op eigen beenen en
l:ouwt zij woningen zonder daarvoor steun van de
overheid te ontvangen, in de jaren 1928 t.m. 1931
zijn, blijkens de verslagen van den Gemeentelijken
011
ingdienst, te Amsterdam, 16.627 particuliere ivo-
ningen gebouwd, welke naar huurklassen als volgt te
vrdeelen zijn:
jsar huur
beneden
f
300,-
……….
6
woningen
f
300,-
tot
f
450,- ..
2.402
450,- ,, ,, 600,- •.
5.192
600,- .. .. 1.000,-
6.609
1.000,- cii hoogei’
……
2.418
totaal ….
16.627
w’ouingen
Nemen wij aan, dat woningen meteen jaarhuur van
minder dan
f
450,- zijn te beschouwen als arbeiders-
woningen (wij stellen de grens dus niet to laag), wo-
ningen van
f
450,- tot
f
1.000,- als middenstands-
won ingen en die met een huur van
f
1.000,- en hoo-ger als woningen voor welgestelden, dan bestond de
particuliere bouw voor rond 14,5 pOt. uit arbeiders-
woningen, voor 71 pOt. uit middenstandswoningen en
Voor 1.4,5 püt. uit woningen voor welgestelden. Be-
denken wij daarbij, dat de normale behoefte i’oor 65
it 70 pOt, bestaat uit arbeiderswoingen (de grenzen
zijn natuurlijk altijd eenigszins willekeurig), voôr 20
ic 25 pct. uit iniddenstandswoningen en voor 5 ii 10
pOt, uit woningen voor velgestelden, dan springt wel zeer duidelijk in het oog de wanverhouding tusschen
behoefte en vporziening, die er de laatste jaren op
won inggebied heeft bestaan.
Een soortgelijk beeld vertooncn de cijfers der lair-
ticuliere woningprod uctie in andere gemeenten.
* *
*
De gevolgen van deze averechtsehe voningvoorzie-
iii ig zijn alom td bespeuren. Op tal van plaatsen zit
moik met een overschot aan duurdere en een tekort aan arbeiderswoningen. De duurdere woningen, di
bew’oond zijn, zijn voor een niet onbelangrijk deel be-
trokken door gezinnen, die er niet in thuis hooren en
boven hun draagkracht leven. i:Let zijn in de eerste
plaats deze gezinnen, die, nu hun inkomen door de crisis nog verminderd is, door de hooge huur in het
gedrang komen. Daarnaast zijn tal van duurdere wo-
ningen dubbel bewoond.
Blijkens het verslag van den Amsterdamschen
Voningdienst bedroeg op het eind van 1931 het aan-
tal leegstaande woningen 2,39 pOt. van dan totalen
woningvoorraad (zooals bekend, moet er altijd een
reserve aan leegstaande woningen zijn om een zekere
hcivegeiijkhei 3 der ‘bevolking mogelijk te maken).
Voor de voni ngen met een jaarhuur van minder dar
f
300,- was dit evenwel 1,07 pOt. , (de leegstaande
voningcn in deze huurgroep zijn voor een belangrijk
(Ieel krotten), voor die van
f
300,- tot /’ 450,- was
het 1,78 pOt., voor de woningen van f450,- tot
,f 600,-
was het 4,64 pOt., voor die van f 600,- tot
f
1.000,- 4,72 pOt. en voor de woningen met een
jaarhuur van
f
1.000,- of hooger bedroeg het
5,72 pOt.
Te ‘s-Gravenhage stonden, blijkens liet verslag van
liet Bouw- en Woningtoezicht, op het eind van het
vorig jaar 4.076 woniogen leeg, waarvan slechts 792
net een huur van minder dan
j’
7,- per week.
Te Rotterdam stonden op ei ncl November ji. bij de
ornng.beurs
1886 woningen als te huur ingeschre-
ven, waarvan slechts 460 met een huur beneden
f
350,- per jaar.
Te Hilversum stonden op liet eind van 1931 565
woningen leeg, waarvan slechts 18 met een huur van
minder dan
J•
7 per week.
Treffend zijn ook de uitkomsten van het onderzoek
van den Amsterdamschen W’oningdienst naar het aan-
tal echtparen, dat onmiddellijk na ‘het sluiten van het
ho welijk hij andere.n is gaan inwonen. in 1920 trok
60,1 pOt. van de pasgehuwde paren bij anderen in. Dank
zij de ruime woningproductie verminderde dit gelei-
delijk tot 9,3 pOt. in 1931. Echter, terwijl het percen-
tage der intrekkencio echtparen in woningen van
f
208,- tot
f
350,- per jaar slechts 5,8 pOt. bedroeg,
was liet in de groep van f 700,- tot f1.000,- niet
niiiicler dan 26,3 pOt. en in de groep van
f
1,000,-
en hooger 24,6 pOt. Deze cijfers wijzen erop, dat van
cle echtparen, die een duurdere woning betrekken, een
belangrijk deel niet in staat is de volle huur te beta-
len en daarom tezamen met een ander gezin zulk een
woning betrekt.
liet overschot aan middenstandswoningen en wo-
ningen ‘oor welgesteiden en het tekort aan arbeiders-
woningen oefenen hun invloed uit op het verloop der
huren in de verschillende klassen.
Te Amsterdam zijn de huren der v66r den oorlog
gebouwde particuliere arbeiderswon ingen regelmatig
gestegen. Op 1 Jan. 1932 stond de gemiddelde huur
cieer wonin.gen op 179,26 pOt. van die op 1 Maart
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
4 Januari 1933
1.909. De huren der vooroorlogsche middenstandswo-
ningen waren op 1 Januari 1930 gestegen tot 177,72
pOt. van die van 1909, om daarna te dalen tot 172,93
pOt. op 1. Jan. 1932. Voor de na den oorlog gebouwde
arbeiderswoningen (gemiddelde jaarhuur ongevee
f
400,—) werd aanvankelijk een daling geconstateerd.
Op 1 Juli 1928 stond het gemiddelde huurpefl dezer
woningen op 90,71 pOt. van dat, hetwelk hij de eerste
verhuring gold. Daarna zijn deze huren weer geleide-
lijk gestegen, waardoor zij op 1 Jan. 1932 op 91,19
pOt. va
.n den prijs bij cle eerste verhuring stonden.
De huren der na den oorlog gebouwde middenstands-
woningen zijn sedert de eerste verhuring regelmatig
gedaald. Zij stonden
0])
1 Jan. 1932 gemiddeld op
80 pOt. van de huur bij de eerste verhuring.
De cijfers, welke de gemeente ‘s-G-ravenhage publi-
ceert omtrent het verloop der huren, zijn minder ge-
detailleerd dan die van Amsterdam. Toch blijkt uit
de gepubliceerde overzichten, dat van de woningen
met een weekhuur van minder dan
f
7,— in de eerste
helft van 1932 de huu.r sedert Juli 1927 met 8,5
1.3 pOt. gestegen was. Van de woningeh met een
huur van
f
364,— tot
f
500,— per jaar was de huur
sedert Juli 1927 met bijna 3 pOt. gedaald.
rfefl
aan-zien van de duurdere woningen bevat de statistiek
geen gegevens, terwijl een splitsing naar oude en
nico we woningen niet plaats vindt.
ï
oor
Rotterdam zijn slechts •bekend de gegevens,
welke hij de onlangs door de gemeente ondernomen
hurenençiuête zijn verzameld. Uit deze gegevens valt
af te leiden, dat van de 1.446 arbeiderswoningen,
waarover het onderzoek zich uitstrekte, de gemiddelde
weekhuur is gestegen van
f
2,83 in 1916 tot
f
4,95 in
1031, een stijging derhalve met 15 pOt.
* *
*
De ongezonde toestand op ‘de ‘woningmarkt, welke
is ontstaan doordat de particuliere woungproductie
der laatste jaren eenzijdig was gericht op de voor-
ziening in cle woonhehoefte van middenstanders en
welgestelden, moet mede op rekening worden geschre-
ven van de woningpolitiek der Regeering. Het is toch
vooral de Regeri.ng geweest, die alle moeite heeft
gedaan om ruim haan te maken voor het winsthe-
oogend particulier initiatief en d.ie erop uit was om
den vereenigings- en gemeentehouw zooveei mogelijk
te beperken. De rijksvoorschotverleening ingevoige cle
Woningwet werd daartoe omlaag geschroefd tot zelTs beneden het peil van. 1914. Ook hij haar. huurpolitiek
liet de Regeering ‘zich leiden door het beginsel, dat
het particulier initiatief voorop moest staan. De
huren van vereenigi’ngswouingen moesten op een zoo-
danig peil worden gebracht, ,,dat zij het aan de par-
ticuliere bouwnijverheid niet onmogelijk maakten om
mede te werken aan de verdere voorziening in de hé-
hoef te aan volkswoningeu.”
En dit alles, terwijl toch de ‘vereenigirigen en ge-
meenten, meer dan de particuliere bouwers, woningen
stichtten, waarmede in de behoefte der arheidersbe-
volking werd voorzien. Terwijl, zooals wij reeds heb-
ben opgemerkt, van de met rijkspremie door parti-
culieren gebouwde woningen slechts 33 pOt. blijkens
de huur als arbeiderswoningen konden worden be-
schouwd, was dit met de onder dezelfde steunrege-
1 ing gebouwde vereeni gings- en gemeentewonin gen
voor respectievelijk 84 en 98 pOt. het geval. Terwijl
van de gedurende de laatste vier jaren te Amsterdam
gebouwde 16.621 particuliere won in gen slechts 14,5
pOt. een huur deed van ninder dan f450,— per jaar,
was dit ten aanzien van de in diezelfde periode ge-
boti wde 4.390 vereenigi n gs- en gemeentewoningen met
rond 95 püt. het geval.
Over de oorzaken van het verschijnsel, dat bouw-
vereenigingen en gemeenten, meer dan particuliere
bouwondernemers, in de practijk in staat zijn geble-
ken woningen aan de markt te brengen met voor
arbeiders betaalbare huren, willen wij thans niet uit-
weiden. Een belangrijke rol speelt de omstandigheid,
dat de particuliere ondernemer moet cxploiteeren
tegen ho r en, clie hem voldoende winstmogelijkheid
open laten, terwijl vereenig.ingen en gemeenten tevre-
den zijn met verhuring tegen kostprijs. Van hetee-
kenis is ook het feit, dat door den aard van het stel-
sel, vereenigingen en gemeenten in het algemeen op
beduidend gunstiger voorwaarden bouwkapitaal kun-
nen verkrijgen dan particuliere ondernemers. Het is
onsthans voldoende vast te stellen, dat wanneer de Regeering zich hij haar woningpoli.tiek der laatste jaren wat mii:ider had laten leiden door haar liefde
voor het w.instbeoogend particulier initiatief en zich
wat meer ‘had laten gelegen liggen aan den vereeni-
gings- en gemeente’bouw, wij thans op de woningmarlct
een vrij wat gezondereri toestand zouden hebben
gehad.
In September van 1931 is de bekende vertrouwens-
crisis uitgdbroken, die een zood ani ge credi etschaarsch-
te heeft veroorzaakt, dat cle woningbouw zeer sterk
werd ingekrompen. 1-let aantal in uitvoering genomen
Woningen, hetwellc in de periode October 1930 t.m.
September 1931 51.906 ‘bedroeg, daalde in de overeen-
komstige periode van 1931/1932 tot 33.035, een ver-
mindering dus met ruim 36 pOt. Rad dieze daling
voornamelijk plaats gevonden in de groepen der duur-
dere woningen, dan zou hierin voor de volkshuisves-
ting niet zooveel nadeel hebben gelegen, liet is
evenwel in de eerste plaats de vereenigings- en ‘ge-
meentebouw geweest, clie, mede door de houding der
Regeeririg, onder de gevolgen van do vertrouwens-
crisis te lijden heeft gehad. Terwijl de daling vooi’
den particulieren bouw ruim 28 pOt. bedroeg, ging
cle vereenigiugs- en gerneen’tebouw met niet minder
clan ruim 76 pOt. achteruit. Deze sterke achteruit-
gang is te wijten aan het feit, dat niet alleen allerlei
particuliere en semi-pubiiel:rechtelijko instelli ogen cle
ii itgifte va.n geldieeningen staalcten, maar ook dle
Regeering ertoe overging de voorschotverleenihg in-gevolge de Woningwet stop te zetten. Dit laatste ge-
schiedde onder ‘het motief, dat de bonen in het bouw-
vak te hoog waren, waardoor cie huren van nieuwe
woningen tever werden opgevoerd.
* *
*
Uit hetgeen wij hierboven schreven, zal wel blijken,
dat wij mèt de ‘Regeering de noodzakelijkheid voelen
van een verruiming van het woni ngaanbod in cle
lagere huurklassen. Maar wij wenschen toch niet over het hoofd te zien, dat het voor een belangrijk deel ook de Rijkswoningpolitiek is geweest, die ertoe heeft ge-
leid, dat er in cle laatste jaren zoo wei oig woningen
zijn gekomen, die voor arbeiders betaalbaar waren.
Hierdoor zijn niet alleen een aantal arbeiders ertoe
gekomen om boven hun draagkracht te gaan wonen,
maar hierdoor hebben ook de exploitanten van oude
‘oningen de gelegenheid
gekregen
om hun huren tot
een onredeiijlce hoogte op te voeren en hooge huren
“cor nieuwe woningaa te handhaven. Bij haar huur-
politiek ging de Regeering o.a. uit ‘van het stand-
punt, dat in gemeenten, waar behoefte bestond aan arbeiderswoningen, de huren van vereenigings- en
gemeentewoningen moesten worden opgevoerd tot
boven den normalen kostprijshuur, waardoor dez,e wo-ningen ,,een redelijlce winst” zouden opleveren.
Erlcend kan worden, dat in do gevallen, waarin de
Regeering tot dusverre bereid was voorschot te ver-leenen voor vereenigiog. of gemeentehouw, zij aan-
drang uitoefende tot verlaging van den kostprijs.
Maar zij deed en doet dit ook thans nog alleen, van-
neer zulk een verlaging kan worden verkregen, indien
anderen dan het Rijk hiervoor een offer ‘brengen (ver-
laging van het woningtype, verlaging van gemeente-lijke grondprijzen en erfpachtcauons, loonsverlaging
voor de bouwarbeiders). Zelf doet zij in die richting
niets. Wanneer de huidige omstandigheden huurverla-
ging voor vereenigings- of gemeentewoningen nood-
zakelijk malcen, dan is de Regeering wel bereid om
4 Januari 1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
hiervoor haar toestemming te verleenn, maar wenscht
zij als regel, dat de betrokken gemeente hiervan de
kosten draagt. ilet voorstel der Commissie-Weiter om,
met het oog
01)
noodzakelijke huurdalingen, een millioen
meer u i.t te trekken voor rijksbijdragen .i ngevolge de
Woningwet, heeft de Regeering afgewezen. Jarenlang
vroeg zij voor haar voorschotten een rente van 4%
pOt., terwijl zij tegelijkertijd staatsleaningen afsloot
tegen 4 en 4,4 pOt. (Men bedenke hierbi, dat het van
den aanvang af steeds cle bedoeling cii gewoonte is
geweest, dat het Rijk cle rente in rekening brengt,
waartegen het zelf geacht wordt te kunnen leeneu.
Bij cle tot standkoming der Woningwet vcrkiaaide de
toenmalige Regeering nadrukkelijk ,,clat het Rijk cle
voorschotten aan de gemeenten â pan zal verstrekken
tegeti eeno rente, berekend naar den koers, waartegen
men a pad zou kunnen leenen
01)
het oogenbli k der
verstrekking”.) Tezelfdertijd, dat de Regeering de
bou.warbeiders dwong tot loonsverlaging, verhoogde zij
cle voorschotrente tot 5 pOt. Sterker nog, zij hand-
haaft voor een deel der voorschotten een rente van
6 pOt., terwijl zij voor het desbetreffende kapitaal zel.f nog geen 5 pOt. rente betaalt. Deze to hooge ren telas-
teh moeten worden opgebracht uit dezelfde huren,
omtrent w’elker hoogte cle .Regeeri lig zich op gezette
tijden zoo buitengewoon bezorgd toon t.
Zooals bekend, is de Regeering er door haar tactiek
van stopzetting der voorschotverleen.ing en w’eig’ering
om de ‘bouwvakarbeiders als crisiswerkloozen te erken-
nen, in geslaagd een herziening te bewerkstelligen
van de collectieve arbeidsovereenkomst, w’aardoor de
bonen niet 8 â 10 pOt. zijn gedaald. Wanneer wij met
den Hoo:fdinspecteur voor de Volkshuisvesting in zijn
jongste jaar’erslag eens een oogei blik aannemen, dat
de bouwkosten voor ongeveer de helft uit loon bestaan
en cle exploitat:i.ekosten voor ongeveer de helft uit
aunuïteit van het .bouwvoorschot, dan komen wij tot
de conclusie, dat deze loonsverlaging van gemiddeld
pOt. voor de kostprijshuur van vereenigings- en ge-
meen tew’oningen een verminderibg met rond 2% pOt.
beteekent.
De vraag mag worden gesteld, of dit resultaat van
zooclanige beteekenis is, dat liet gerechtvaardigd was
lii ervoor dien woningbouw een jaar lang te doen
stagneeren en duizenden arbeiders aan de werkloos-
heici prijs te geven, met al de financiëele nadeelen,
welke hieraan «oor de gemeenschap verbonden zijn.
Door deze stagnatie toch is de behoefte aan arbei-
derswoningen toegenomen en daardoor de practische
mogelijkheid van een daling van het huurpeil der
bestaande w’oningen geringer geworden. Daarbij ho-
denke men, dat juist in liet afgeloopen jaar de mate-
riaalprijzen
Op
een zoo abnormaal laag peil
zijn
ge-komen, dat een, stijging niet ken uitblijven. In veel
gevallen staan deze prijzen onder liet niveau van v56r
den oorlog en zelfs onder kostrijs. De directe oor-
zaken ‘hiervan (wij noemen de malaise in den burger-
bouw, de malaise in den particulieren woningbouw,
cle vermindering van den uitvoer, o.a. door de daling
van het Engelsche Pond) mogen niet als van blijven-
den aard w’orden beschouwd. Tot dusverre heeft de
Regenring dit voordeel vrijwel ongebruikt voorbij
laten gaan. Laten wij echter hopen, dat dit alsnog
veranderen zal en dat wij geen herhaling krijgen van
hetgeen zich in do oorlogscrisis heef t afgespeeld, toen
er tijdens de goedkoopere jaren heel weinig g&)ouwd
werd en iieii
. .in den allerduursten tijd noodgedwon-
gen tot geforceerden aanbouw van woningen over-
ging.
Voorts bedenke men, dat naar algemeene overtui-
ging bij de periodieke herziening van liet collectief
contract in dc ‘bouwvakken, welke in Maart 1933
moest plaats vinden, de arbeidsvoorwaarden voor de
werknemers toch ongunstiger zouden zijn geworden,
zooclat nien practisch niet veel anders bereikt heeft
dan dat deze herziening een aantal maanden vroeger
is ingevoerd.
liet ‘belangrijkste in de geschiedenis is echter, dat
voor den vereenigings- en gemeentebouw de Regee-
ringspolitiek geen enidel voordeel heeft meegebracht.
Immers, de renteverhooging, die de Regeering tege-
lijk met de loonsverlaging heeft ingevoerd, beteekerit
een zooclanige verhooging van de kostprijshuur, dat
liet effect der loonsverlaging er volledig door wordt
teniet gedaan. Terwijl de loonsverlaging de kostprijs-
huur voor nieuwe woningen met gemiddeld 2% pOt.
doet dalen, doet de renteverhooging van 4% op’ 5 pOt.
deze huur weer met een minstens even groot percen-
tage 9tijgen (de stijging der annuïteit van liet bouw
–
voorschot van 5.267 pOt.
OP
5.478 pOt. doet cle kost-
prijshuur al rond 2 pOt. hooger worden, waarbij dan
nog komt de stijging van cle annuïteit van het grond-
voorschot). Er heeft dus een verschuiving van lasten
plaats gevonden, waarvan de huurders der te bouwen
woningen in geen enkel opzicht profiteeren.
Nu de strijd tusschen Regeering en bouwarbeiders
gestreden is, komt ‘de vraag naar voren wat er ver-
der moet gebeuren. Naar het zich laat aanzien, be-
hoort de creclietnood voor de particuliere onderne-
mers vrijwel tot het verleden. Er zijn echter nog geen
aanwijzingen, welke de verwachting wettigen, dat zij thans meer dan vroeger woningen zullen bouwen, die het woningaanbod in de lagere huurgroepen vergroo-
ten. Voor den vereenigings- en gemeentebouw heeft
de Regeering 20 millioen aan voorschotten beschik-
baar gesteld. Voor de helft zijn dit dezelfde 10 mil-
lioen, die de Regeering reeds in het begin van het
jaar voor W’oningwetvoorschotten beschikbaar stelde;
voor de andere helft zijn het voorschotten,.die de rijks-
fondsen, met name de Rijksverzeker.ingshank, ver-
leenen.
‘In dit verband niogen wij constateerën, dat de Re-
geering voor de oplossing van de credieterisis in het bouwbedrijf absoluut niets heeft gedaan. Van de be-
lof te, door Minister Verschuur op 2 Maart jl. in de
Tweede Kamer gedaan, tot het in het leven roepen
van een buitengewone credietregeling voor den wo-
ningbouw is niets terecht gekomen. De Regeering
volstaat met het intrekken van enkele Regeerings-
maatregelen (stopzetting van de voorschotverleening
ingevolge de Woningwet, blokkade van de Rijksfond-
sen), die de crisis hebben verscherpt. Waarbij dair
moet worden opgemerkt, dat de voorschotverlee-
ning ingevolge de Woningwet op nog bescheidener
schaal zal plaats vinden dan in de afgeloopen jaren
reeds het geval was.
De 20 millioen, die thans beschikbaar zijn en waar-
van wij moeten afwachten i.n hoeveel tijd men ze zal
uitgeven, zijn ongeveer toereikend om den achter-
stand, de er sedert September 1931 in den vereeni-
gings- en gemeentbouw is ontstaan (ongeveer 6
7000 woniiigen) in te halen. Ook als de hiervoor te
bouwen ivoningeri binnen lcorten tijd zullen worden gesticht, dan nog zal de toestand op de woningmarkt
nog steeds onbevredigeuder zijn dan. hij bij het uit-
breken van de vertrouwenscrisis’ al was.
Intussehen is er van een krachtige bevordering van
den bouw van arbeiderswoningen van Rijkswege nog maar weinig te bespeuren. Daarnaast zien wj hoe b.v.
de Rijksverzekeringsbank, die een belangrijke plaats
inneemt bij de financiering der nieuwe bouwplannen,
er dezer dagen toe overging een gelcileening te weige-
ren voor een bouwplan te Amsterclarn, hetwelk dle
volle instemming van de Regeering had. Een en
ander stemt ons ten aanzien van de mogelijlcheid, dat
de woningmarkt in de lagere huurgroepen in de
naatte toekomst een aanmerkelijke verruiming zal
ondergaan, zeer pessimistisch. Deze verruiming zal
nog wel eenigen tijd uitblijven en zoolang dat het ge-
val is, zal er ‘van een door velen verlangde belangrijke
algemeene daling van het huurpeil der bestaande per-
tien li ere arbeiderswoni ngeu geen sprake zijn.
J. Bosnasnc.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
4 Januari 1933
LOONEN EN WERKGELEGENHEID.
Dr.
J.
Tinbergen schrijft ons:
In de E.-S. B. van 1.6 November ji. (bi. 906) geeft
Mr.
J.
van Galen enige beschouwingen over het ver-
hand tussen werkloosheid en lonen, aan de hand van
de zgn. kurven van Rueff, waarin een duideiike korre-
latie blijkt te bestaan tussen de verhouding lonen:
prijzen enerzijds en werkloosheid anderzijds.
Ik wil het verband tussen lonen, prijzen en werk-loosheid geeuszits lochenen. Alleen zou het mi. cle
voorkeur verdienen, niet cle verhouci ing van prijzen en
lonen te beschouwen, maar de marge tussen prijzen
van eindproclukten en cle daarin verwerkte lonen.
Dit toch -. en dan beschouw’cl voor liet ekonomies le-
ven als geheel – geeft een iets betere indikatie van
de grootte van de winstmarge (weike ten slotte toch
(le drijfveer is van cle produktie) clan de verhouding.
Bij hoge prijzen en lonen kan nl. de verhouding het-
zelfde zijn als hij een bepaalde lagere stand van beide,
terwijl toch cle marge groter kan zijn.’) Ondertussen zullen verhouding en marge in grote trekken hetzelf-
de verloop geven.
Ik heb echter een ander bezwaar tegen de kurven
van Rueff dat veel belangrijker is. ik zou dat onge-
veer aldus kunnen i.ntroduceren: is in het geval, dat
Rueff beschouwt, ol. dat van de konjunktuurhewe-
ging van de genoemde grootheden, wei het ,,ceteris
paribus”. vervuld, dat. bij zovele ekonomiese wetten
behoort te worden gevoegd? De gedachtengang hij
Rueff en ook bij Mr. Van Galen is toch wel deze:
wanneer de verhouding van prijzen tot lonen gunsti-
ger wordt, zal de vraag naar arbeidskrachten toene-
men. Ik neem waar, dat deze verhouding zich wijzigt
en dat oolc de werkgelegenheid zich wrijzigt: het komt
dus uit, zie maar eens hoe belangrijk deze invloed
01)
de werkgelegenheid is. Hier moet men nu echter mi.
er zich goed van bewust zijn, (lat dit ,,uitkomen” eerst clan door cle grafiek wordt bewezen, wanneer er geen
andere faktoren tezelfcler tijd op de werkgelegenheid
hebben ingewerkt die ,,toevall.i g” parallel verliepen met de invloed van de prijs-loon-verhouding. Er zijn
echter wel degelik dergelijke andere faktoren aan te
wijzen. ik wijs in de eerste plaats op cle invloed vai de rentestand; er zullen er nog andere zijn. Om deze
te kunnen noemen, zou men het vraagstuk van cle ver-
oorzaking van cle lconj unktuci t’ reeds kwantitatief heb-
ben moeten kunnen oplossen. Ik meen, dat dat nog
niet bevredigend is geschied, en zal 4aaroni alleen bij
wijze van hyp’othese enige mogelikheden noemen. In
(Ie eerste plaats: dynaniesë invloeden: b.v. cle
mate
van veranclermg der prijzen;
in de tweede plaats het
toepassing geraken van nieuwe vi ndingen (,,verande-
ringen in de techniese koöfficiënten van de winst-
funktie”) ; ii) de derde plaats: cle geniiciclelcle reeds
verstreken duur, dat het in gebruik
zijnde
apparaat
werkt. Nadert deze de levensduur, dan zal vernieu-
wing in sterker mate nodig zijn dan wanneer ze zich
daarvan nog verder verwijderd bevind t.
De meeste dezer faktoren lopen waarschijnlik (van
niet alle hbben we goede gegevens: daar ontbreekt
helaas integendeel zeer veel aan) min of meer paral-
lel, zoals met een. aantal iconjunictuurinvioeden. het
geval is. Daardoor wordt het
langs deze weg
onmoge-
lik om de relatieve invloed van elk dezer faictoren te
bepalen: de onzelcerheid in cle regressielijnen voor elk
der afzonderlike faktoren is te groot.
Dit is vooral van belang, wanneer men behalve het
kwalitatief aantonen van het verband ook nog liet
kwantitatief weten er van wenst te volbrengen.
M.a.w. wanneer men de vraag wil beantwoorden: hoe
groot moet nu wel le loondaling zijn om de ‘vericloos-
heid op te heffen? Deze vraag stelt en beantwoordt
Mr. Van Galen niet. In verl)afld met het zojuist be-toogde terecht; in verband met de problemen welke
1)
Toegegeven echter zij dat clan weer de koopkracht
dezer marge geringer is.
daardoor rijzen tav. zijn eigen standpunt is het te
betreuren. Tant
deze vraag is van overwegend belang
hij de I:eoordeeling van de praktiese bruikhaarheid
van de loonsverlagingseis.
Ik zeide reeds, dat de beantwoording dezer vraag
niet mogel.ik is door gebruikmaking van cle grafiek
van Rueff, omdat men daaruit niet met zelcerhei.d
kan afleid.en, welk deel van de werkloosheidsvermeer-
dring of -vermindering over een bepaald tijdvak aan
de looruoorzaak, weilce aan andere oorzaken is toe te
schrijven. Dit blijict ook wel enigszins uit de absurde
cijfers welke men, indien men de grafiek mechanies
aflas, zou verkrijgen. Een werklooshei dsveranderi ng
van 5 pOt. gaat nl. gepaard met een verandering in
de verhouding lonen.: prijzen van 20 h 30 pOt. ‘) Dat
betelcen.t, dat men cle reële lonen (uitgedrukt in klein-
handeisprijzen) toch allicht een 10 A 1.5 pOt. zou moe-
ten. doen dalen om 5 pOt. wericloosheidsvermindering
te bereilcen. Om cle tegenwoordige werkloosheid weg te krijgen zou men dan cle lonen moeten verlagen me
meer dan de helft!
De vraag is echter, zoals iic al zeide, van groot be-
lang, hoe men dati wel dit cijfer kan. te weten komen.
l)e studie der konjunktuurheweging doet het ons niet
ken nen. ilc vrees, dat ook de studie der struktu u rhe-weging, dus der beweging op langere termijn, liet ons
niet gemakkelik zal maken. Want in dit geval heeft men weer de moeilikheid, dat er een langer tijdvak
ligt tussen de waargenomen tijdvaklcen, waarin de techniese koëffieiënten nog sterker zijn gewijzigd. Ook hier zal het ,,ceteris paribus” niet gelden. Dan
rest er, als ik goed zie, geen andere mogelikheid dan
een studie van de struktuur der produetielcosten op
ecu en hetzelfde ogenblik: een momentopname dus,
welke echter meer tot cle diepte der verschijnselen
doordringt. En dan is daartoe niet voldoende, dat
men kent de opbouw van de produktiekosten en.er ge-
meenschap uit lonen, rente en winst,
doch men moet
dan nog iets anders kennen:
cle wijzigingen dezer kos
ten, welke optreden ‘wanneer men naast eilcaar legt
(le .,betere” en de ,,minder goede” ondernemingen van
eenzelfde taic. Men zou zich de gehele voortbrengende
gemeenschap ingedeeld moeten den.ken in bv. 100
delen waarin in elk evenveel arbeiders werken; in het
ie deel zijn van eilce bedrijfstak de 1 püt. beste onder-
nemingen ondergebracht; in het 2e deel de daarop
volgende, enz., in het laatste pOt,. de i pOt. slechtste ondernemingen. ,,Beste” en ,,slechtste” voor dit doel
gemeten in de variabele kosten per eenheid produkt
Voorzoover deze kosten reeds inkomsten zijn van ar-
hei clers, rentetrekkers., enz. 0 roncistoffenkosten b.v. niet mccle te tellen, aangezien deze worden doorgege-
ven aan an.dere bedrijven. Alleen wanneer men het
vraagstuk van nationaal standpunt wil bezien zal men
ingevoerde grondstoffen mogen meetellen; wanneer
men het van bv. nationaal-industrieel standpunt zal
willen bezien, zal men niet uit de Nederlandse indu-
.s tri e stammende grondstoffen mogen meetellen. Dan
zal men van elk dezer honderdste deden moeten
we-
ten, welk deel hun aldus gedefinieerle kosten per
eenheid produkt uitmaken van het gemiddelde over
,,goede” en ,,slechte”, en oolc welic deel van clie icosten
arbeidsloon is. Eerst dan zal men een antwoord lcun
neu geven – en nog maar een globaal – op de vraag
wat de i nvioecl val een loonsverhoging op cie werkge-
legenheid zal zijn. Door extrapolereti zal men dan
ook de werking van een loonsverlaging kunnen na-
gaan. Met een loonsverhoging toch gaat dan een af-
vallen van een of meer der hierboven gedefinieercle
honderste delen gepaard, ni. de grensdelen, en wel
diegene waarvan door cle loonstijgi.ng
de kosten ver-
hoogd worden tot hoven de
prijzen
der produicten.
‘) Een nauwkeurige meting stuit af op de omstandigheid,
dat de korrelatie toch ook niet zo ideaal is. De loon : prijs-
beweging is in de deflatiejaren
1920/21
relatief veel ster-
ker, in de deflatiejaren
1929131
relatief veel zwakker dan
de wcrkloosheiclsbeweging. Ik geef hier een gemiddelde.
4
Januari
1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
Zonder dat ik inga op de details van cle berekenin-
gen welke hier nog zouden moeten voorafgaan en vol-
gen, is reeds duidelik, dat van dit alles statisties zeer
weinig algemeen bekend is. Eet eerste essentiële
Punt: een overzicht van de kosten in ,,goede” en
,,’slechte” bedrijven (als boven nader aangegeven) is
reeds een punt, waar maar een zeer beperkt materi-
aal ons kan inlichten. Het zou mi. zeer de moeite
waard zijn, wanneer men meer dergelijk materiaal
hijeenbracht. Mij zijn slechts enkele gevallen bekend,
waarin men dergelijke gegevens heeft verzameld en
gepubliceerd. Het zijn enige Amerikaanse onderzde-
kingen van het Bureau of Labor S.tatistics (Bulletin
Nos. 360, 412, 441, 474 en 415 resp. over de schoen-
industrie, de aardewerkindustrie, gl.asind ustrie, hoog-
ovens en de drukkerijen), verder enige landhouwon-
derzoekingen (produktie van tarwe en maïs in de
Ver. ‘Staten, zie Yearbook of Ag.niculture, 1931, biz.
1013 e.v.); enige partikuliere onderzoekingen (ge-
kondenseerde melk in de Ver. Staten, door Kemper
Simpson, Qu. Journal of Econom.ics 1923, blz. 476,
ruwe ptroleum in Oalifornië, en b.ietsu.iker in cle
Vei•. Staten in hetzelfde tijdschrift en door dezelfde
schrijver; rubber op Java in de Kroniek van Dr. A.
Sternheim, o.a. 15 Febr. 192; rijst in Japan in de
Economic Review of the K
.
‘oto University 1032); de Deense Mejeri-Statistik (betv. zuivelproduktie in dat land) en tenslotte de jaarliks door de Algemeene Ne-
derlandse Zuivelbond (F. N.
Z.)
gepublicerde over-
zichten over enige honderden zuivelfa’bri.eken (vgl.
Maandschrift v. h. Centraal Bureau v. d. Statistiek,
1931, blz. 443).
Geen dezer statistieken. geeft nog een precies ant-
woord op de vraag waarom het hier gaat: hoe ver-
houden zich in cle ,,goede” en. ,,slechte” bedrijven de
variabele kosten, die tegelijk reeds inkomen zijn ge-
‘eest voor niet-bedrijfshui shou dingen. Men kan cl u s
ook nog geen gefundeerd antw’oord geven op de vraag
hoe een algemene loonsverlaging op de werkgelegen-
heici zal werken. Men kan wel met behulp van enkele verdere hypothesen tot een schatting komen. Tenein-
de de lezer niet te vermoeien, wi.l ik slechts vermel-
den, dat ilc in enige aldus bekeken gevallen tot cle
slotsom kwam, dat voor het doen verminderen van cle
werkloosheid met 5′ pOt., in een gesloten volkshuis-
houding, en zuiver staties ‘bezien, een geldloondaiing
van ongeveer dezelfde orde van grootte ,,nodig” zou
zijn. Nemen we dit cijfer even als juist aan, dannog
iou con krisisbestnijding hoofdzakelik op deze wijze
toch wel zeer bezwaarlik te verdedigen zijn.
liet is hier niet .de plaats om in te gaan op wat er
dan wei moet geschieden. Het komt me echter voor,
dat het op een der mo’gelike wijzen tot staan, brengen
van het prijsnivo biezonciere aandacht verdient. :Dit
is een zeer sterk punt in het denkbeeld van de grond-
stoffenvaluta van Prof. Goudriaan en eveneens in
het onlangs verschenen geschrift van Dr. Valk
i),
zowel als in de andere pleidooien voor open’bar ‘er-ken, wanneer deze maar in voldoende omvang wor-
den aangevat.
Wel zou ik echter nog even willen ingaan op een
andere konklusie door Mr. Van Galen getrokken, on-
der aanvoering van een citaat van mijn hand. Dit
vraagstuk voert ons weer naar de atruktuurbewegin-
gen terug. (3ekonstateerd wordt in dat citaat, dat na
ie oorlog er relatief meer verbruikt en minder ge-
investeerd schijnt dan daarvoor. Schijnt, omdat het
cijfermaterial nog zeer grote gapingen vertoont; maar aan de andere kant is het belangrijk gedoeg om er, bij
gebrek aan meer, op te bouwen. De heer Van Galen
ziet in dit feit een argument voor loonsverlaging.
Vanuit zijn standpunt is dat begrijpelik. Men kan er
echter ook andere konklusies uit trekken. En wel,
dat de kapitaalverspilling tot het uiterste dient te
worden beperkt. ik denk daarbij speciaal aan de vorm
‘) Werkverschaffing is mogelijk en dringend noodzake-
lijk. 1932.
van lcal)itaalverspilling, welke de overexpansie in elke
hause ons te zien geeft, en voorts aan de daarmee ten
(101e synonieme Fehlra•tionalisierung. En het komt
me “oor, dat behalve de konklusie van. Mr. Van Galen
oolc mogelik is de Iconklusie, dat de wereld een niets-
we hausse niet even ongestoord zijn gang mag laten
gaan als de vorige.
Na s c h r ‘i f t. D…Tinbergen schetst in de tweede
alinea mijn gedachtengang juist, maar hij maakt hier-
bij een sprongetje, w’aarop ik niet na mag laten de
aandacht te vestigen. ik had cle ,,wet” van Riieff eerst
deductief
onderzocht en daarna nagegaan in hoeverre
men haar
inductief
ican vast stellen. Voor mij ligt het
zwaartepunt ‘bij het decluctieve (waarmede Dr. Tinber-
gen accoord blijkt te gaan), dus niet bij het ,,mooie
uitkomen”. Gaarne geef ik hem op mijn beurt toe,
dat tal van factoren, welke ik niet in de grafiek
in aanmerlcing kon nemen – het groote gevaar
van inductie in economici’s – van invloed zijn op
loon en werkloosheid. ‘) Met een der voornaamste
dier factoren – toenêming der productivteit van den
arbeid, (het in toepassing brengen van nieuwe vindin-
gen is hier onder te ))rengen) – heb ik, zooveel ilc kon,
ruim relcen i tig trachten te houden De rentestand,,
dien Dr. Tinbergen noemt, acht ik geen gelukkig
voorbeeld, aangezien de vraag naar kapitaal mede he-
invloed wordt door cle hoogte van het loon: Loonsver-
hooging heeft de tendens cle kapitaalrente te verhoo-
gen, daar zij dringt tot het zoeken van arbeidspaiende
producti ernethoden, (lie gewoon lijhc meer kapitaal eischen. Wij hebben hier dus een wisseiwerlcing van
kapitaalrente en loon op elkander.
Hoe ver de loondaling —’ceteris paribus – zal moe-
ten gaan om de werkloosheid te doen verdwijnen, kan
ik inderdaad niet nagaan. lIc geloof ook niet,clat deze
vraag in haar algemeenheid is te beantwoorden. En in ‘het raam van mijn artikel was zulks ook stellig niet op
zijn plaats. Ik wees slechts op het gevaar, dat men
een duidelijk tee)cen, waar hem de schoen wringt, bij
cle quae.stie der looneu en werkloosheid over het hoofd
Zou zien.
Een mechanische af.lezil)g’uit de grafieic is natuur-lijk op zichzelf volkomen onjuist. Maar wei geloof ik,
dat cle resultaten van loonsverlaging w’at cle toeneming
van den afzet betrof t, vaalc worden dnderschat, nl.
voor zoover de te hooge bonen een verlammenden
invloed op het economisch leven oefenen. Zij hebben
thans een invloed, gelijkencie op dien van cle z.g.
,,deflatie”. Vraag, die anders bij den geldenden prijs bevrediing zou kunnen vinden, zoekt dit niet, omdat
het algemeene gevoelen is, dat die prijs te hoog is. En
wanneer Ir. Tinbergen onder cle noodige reserves tot cle slotsom is gelcomen., dat in bepaalde omstandig-
heden een geld (?) lo’ondali ng van 5 pOt., cle werkloos-
heici inet een eveugroot percentage zou doen vermin-
deren, dan zou dit laatste percentage onder de zoo-
even bed oelcle psychologische omstanigheden. waar-
onder wij thans leven, grooter kunnen zijn. lIc zie loonsverlaging niet als eisch tot
r.risisbcstrij-
ding,
maar slechts voor onze maatschappij in haa.r
huidige samenstelling als een klaarblijkelijke nood-
zakelijkheid, omdat cle prijs de regulator is. Het woord
crisishestrijding impliceert een actief optreden.. Zulks
is onrtood ig; omdat een economisch noodzakelijke
loonsverlaging zich automatisch zal voltrekken. hoe
eerder men inziet,. dat men dit toch niet tegen kan
‘) Dr. Tinbergen stelt cle verhouding prijzen en bonen in
het niiddelptiut en beziet de quaesti.e ‘in verband met de
conjtinettiurbewegiug. Mijn uitgangspunt ‘as ruimer: ul.
de algemeene ,nvloecl van arbitraire loonsbepaiing op de
arbeidsmarkt. flat hierdoor ook in een tijd vau opgaande
conjunctuur eau bedrijfstak achteruit kan gaan is af te
leiden uit het feit, dat in de diamantindustrie al v&r den
oorlog (dus tijdens opgaa ncle conjunctuur) verplaatsing van
Amsterdam naar Antwerpen merkbaar was, wat boofdzake.
lijk slechts uit de loonzetting te Amsterdam te verklaren
kan zijn.
10
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
4 Januari 1933
houden en zich voor cle economische noodzakelijkheid
buigt, des te eerder zal de crisis ten einde kunnen
zijn.
En nu nog een enkel woord over de wijze van crisis-
bestrijding, waarvoo.r de geachte opponeiis wèl voelt.
Stabilisatie van het prijsniveau – aangenomen, dat
dit practisch uitvoerbaar zou zijn
–
0
1) het huidige
niveau zou ongetwijfeld noodzakelijk maken, dat de
geldl’ooneu thans nog aanzienlijk verlaagd moeten vor-
den, wil men voor het aanbod van arbeidskrachten
emplooi kunnen vinden. :Dr. Tinbergen bedoelt, naar
ik vermoed clan ook stabilisatie
01)
een hooger niveau
dan het huidige. Maar indien dit zoo is, dan wil hij
de ciisis bestrijden op een wijze, waartegen hij zich
juist keert, nl.: verlaging van het reëele loon (door
waardevermindering van het geld) en op deze wijze de noodzakelijke aanpassing verkrijgen. Overigens ben ik
op theoretische en practische gronden geen bevonde-
raar van prijsstabilisatie en van Prof. Goudriaan’s
grondstoffenvaluta, die de beteekenis van het geld
tusschen de andere goederen m.i. te eenen male onjuist
ziet. Het is hier echter niet de plaats daarop thans
in te gaan.
Uitvoering van. openbare werken! De roep van den
dag! Dr. Tinbergen brengt mij wederom in de verlei-
ding het citaat u.it zijn artikel in de ,,Nederlandsche
Conjunctuur” van Juni 1.1. aan te halen
.. Want, indien
de kapitaalverspillin.g tot het uiterste dient te worden
beperkt, omdat wij in het laatste decennium te
vee
l
hebben verbruikt, is het dan te verantwoorden het nog beschikbare kapitaal, waar wij dus zuinig mee moeten
omgaan, te gebruiken voor crisisbestrijding, door het
uitvoeren van misschien nuttige werken, maar waar-
van de noodzakelijkheid en de economisch gew’ettigd-
he.id zeer quaestieus is? En vooral indien cle uitvoe-
rng van clie werken een bedoeling heeft, welke niet
op zuiver economische gronden berust. De kans op
,,Fehlinvestierung” is hier zoo groot, dat de kapitaal-
verspilling door ,,Fehlrationalisieruog” (voor een
groot deel het gevolg van afgedwongen loonsverhoo-
ging) hierbij in het niet zou kunnen verdwijnen.
J.
v. G.
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
BREUKEN IN DE PLANHUISHOUDING VAN SOVJET-RUSLAND.
Prof. B. Brutzkus te Berlijn .schrijft ons:
Inleiding.
01) 31 December ji. is de destijds met 9 maanden
verkorte per.iod.e van het Vijfjarenplan afgeloopen.
01) 1 Jan. 1.933 zou feitelijk het tweede Vijfjaren-
plan in werking treden. 1)e richtlijnen voor cie uit-
werking van het tweede Vijfjarenplan werden op de
XV1Ie Partijconferentie door Molotov un Rujbyschev
tijdig opgesteld en reeds in Januari 1.932 gepubli-
ceerd. 1)cze richtlijnen betroffen allereerst weder een
geweld ge ontwikkeling van cle in ciustr.ie van io-
clu.ctiemiddeien.. Reeds het programma voor het laatste
jaar van het Vijfjarenpiao (1932), dat flink was u.itge-
breicl (een stijging van cle productie van de ,,zware”
industrie in vergelijking met 1.931 van 44 pOt.), bleek
spoedig onuitvoerbaar. Niettemin zou in 1937, het
laatste jaar van het 2de V:ijfjarenplan, i. vergelijking
met d.e ranii ng voor 1932 do productie van machines
3-3Y2 maal, van electrische kracht zesmaal, van kolen
2J/2 maal, van naphta 2i-3 maal toenemen. Na de
uitvoering van het tweede Vijfjarenplan zou Sovjet-
Rusland de leiding in de werelcihuishouding op zich
nemen en de Ver. Staten ver achter zich laten.
Nog gedurende den herfst stonden de vraagstuk-
ken van het tweede Vijfjarenplan in het middelpunt
der openbare besprekingen. 1)e Sovjet-.regeering
eischte, dat ook de arbeiders in deze discussie zouden
worden betrokken; in de Sovjet-pers verschenen tal
van artilcelen over het tweede Vijfjarenplan
.. Sedert
eeuige maanden wordt hierover echter plotseling het
stilzwijgen bewaard. De uitwerking van het tweede
Vijfjarenplan werd opgedragen aan de Academie van
Wetenschappen, onder voorzitterschap ‘an het hoofd van dle rechtsehe oppositie Bu.charin ; het werd dus
tot een academisch vraastulc verheven.
De oorzaak van deze stemmingsverandering berust
op het feit, dat het instrument, met behulp waarvan
de snelle industriali.satie van het land werd doorge-
voerd, de planhuishouding, steeds meer gaat haperen;
de planhuishouding is heel duidelijic in verval. In de
jaren 1929—’31 gelukte het cle Sovjet-regeering over
het, algemeen niet alleen over alle industriëele, doch
ook over alle landbouwproducten de vrije beschikking
te vericrijgen. Zij verdeelde deze naar eigen goedvin-
dec onder haar ondernemingen, onder cle coosumen-
te:n en exporteerde er bovendien een groot gedeelte
van. Door dezen gang van zaken varen de groote
investeeringen, die voor de uitbreiding van de indlus-
trie noodzalcelijk zijn, mogelijk. Thans i.s de toestand
echter geheel veranderd.
De ,,Torgsin”- en de ,,conrmerciëele” winkels.
Reeds aan het einde van 1931 varen bepaalde feiten
op te merken, die op een zwenicing in de politiek
van de planhuishouding wezen. Dit bleek o.a. uit de
opening van de ,,Torgsin•”-winicels, cl.w.z. de winkels,
die hun goederen vrij zonder Icaarten tegen buiten-landsehe valuta verkoopen, en inzonderheid u.it dle
opening van ,,commerciöele” winkels, d.w.z. de win-
kels, die hun goederen vrij tot hooge prijzen in
Sovjet-geld verkoopen. Op deze wijze komen bepaalde
goederen in handen van koopers, in wier voorziening cle Sovjet-regeering geen belang stelt. Zij was echter
gedwongen tot het openen van de ,,Torgsin”-winkels
wegens gebrek aan deviezeil en van de ,,commerciëele”
winkels door de noodzakelijicheid om geld te verkrij-
gen. Toch waren deze feiten voor een zwenking van
de politiek van de pianhuishouding nog slechts van
geringe beteekenis.
Het herstel van de markt voor landbouw producten.
Van beslissende beteelcenis voor de gedachte van
de planhuishouding was, dat, zooals ook voor elf jaren
was geschied, het marktverkeer voor landbouwpro-
ducten w’erd vrijgegeven. De eerste twee regeerings-
besluiten van. 6 en 10 Mei 1932 waren nog zoo ge-
redigeerd, dat in zekeren zin twijfel gerechtvaardigd
was. Mocht men ze als ernst opvatten of moest men
ze, zooals den bri.ef van Stalin van 2 Maart 1930 tegen
de gedwongen collectivisatie, eenvoudig als een ma-
noeuvre beschouwen? Het besluit der regeering van
20 Mui 1932 en een reelcs verdere besluiten hebben
doen zien, dat wij hier met een ernst.ige en, zookls
slechts onder een persoonlijke dictatuur mogelijk is,
plotselinge verandering in de economische politiek te
ma.lcen hebben.
De wanhopige voedselvoorziening was de voornaam-
ste oorzaak van dezen omkeer. Het werd tenslotte on-
mogelijk, om zware eischen te stellen aan arbeiders,
die in een toestand van permanente ondervoeding ver-
keeren. Men is er niet in geslaagd, om in de absoluu.t
onvoldoende voorziening der steden met dierlijice von-
chngsmlddleien, welke in het voorjaar van 1930 tege-
l:ijk met de gedwongen coilectivisatie was ontstaan,
in twee jaar door cle uitbreiding van de staatsveefok-
icerijen en van collectieve veefarms verbetering te
brengen.
Bijzonder opmerkelijk was echter het feit, dat on-
danks de enorme ingezamelde graanvoorraden (in
1930 – 22,5 millioen ton, in 1931 – 23 millioen ton)
toch de broodrantsoenen zeer karig moesten blijven; zij worden zeer ongeregeld gedistrihueerd. Dit is ten
dccle hieraan toe te schrijven, dat cle industr.iaiisatie
een aanzienlijk grootere behoefte aan te distribueeren
graan veroorzaakt, want de industriëele bevoikin.g
neemt gestadig toe; verder worden de katoen-, de ‘las-,
de sni kerbi etenboeren door de So vjet-regeeri ng genood-
zaakt hun technische cul,ture.s uit te breiden en. dien-
4 Januari 1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
11
overeenkomstig hun met graan bebouwde landerijen in te krimpen; dit is slechts mogelijk voor zoover de
Sovjet-regeering
01)
zich neemt, cle landbouwers van
graan te voorzien.
Daarbij komt de uitvoer, die in de jaren 1930 en
1931 telkenmale ca. 5 millioen ton heeft bedragen. En toch zou de voor distributiedoeleinden beschik-
bare hoeveelheid van 11 18 rni.11ioen ton graan de
binnenlandsche behoefte volkomen hebben kunnen be-
vredigen, wanneer het socialistische distributie-appa-
raat in staat geweest ware zijn functies op juiste wijze
te verrichten. Dit is echter niet. het geval. Van cle 22,5
rnilii.oen ton van het door de Staatsorganen in 1930
ingezamelcie graan ko:n 25 pOt., d.w.z. rond 5,5 nijl-
lioen ton, niet naar de spoorwegstatlons worden ver-
voerd; Iet graan beclierf of werd gestolen; het werd
in elk geval niet doelmatig verbruikt.
1)
Zoo staat het met het graan. Men kan zich in-
denken, hoe groot de verliezen zijn bij de inzameling
van minder gemakkelijk te vervoeren en meer aan
heclerf onderhevige landbouwproclucten, zooals aard-
appelen, groenten, fruit, enz.
Doordat het socialistische distributie-apparaat heeft
gefaald, moesten de consumenten in staat worden ge-
steld, door middel van het vrije marktverkeer, alhoe-
wel tot veel hoogere prijzen, zichzelf voedingsmidde-
leo uit de voorraden van de landbouwbevolking te ver-
schaffen.
De besluiten der regeering van Mei hadden echter
nog een anderen kant, waarom zij tot de landbouw-
bevolking waren gericht. Met de ontsluiting van het
marktverkeer loopt ook een verminderde inzameling
van staatswege parallel. :Deze verminderde inzameling
‘as voor een zoo belangrijk uitvoerartikel als graan
niet zeer groot en bedroeg slechts 20 pOt. van de in
het vorige jaar verkregen hoeveelheden., die toen zeer
groot waren. De inzameling van aardappelen daalde
echter reeds met 37 pOt.
Deze gedeeltelijke terugtocht van de planhuishou-
ding getuigt feitelijk van het mislukken van de ge-
weldige poging tot socialisatie van den boerenland-
bouw, welke nog steeds door de geheele wereld wordt geprezen. De verwachte stijging van de landbouwpro-
duct:ie heeft niet plaats gehad, de enorme belastingen
komen niet overeen met de opbrengsten van den land-bouw en richten dezen te gronde.
Na het vrijgeven van het marktverkeer voor land-
bouwproducten, was de Sovjet-regeer.ing spoedig ge-
noodzaakt belangrijke wijzigingen in andere deden
van haar economische politiek aan te brengen.
De nieuwe verdeeling van de industriëele goederen.
Wanneer men bij een sneilen groei van de indus-
triëele bevolking de graaninzamelingen beperkt, dan
moeten zij door een groot aanbod op de markten wor-
den vervangen. Ongetwijfeld zullen de boeren hun
laatste schaarsche voorraden n.iet aan de markt bren-
gen, om deze tegen papiergeld te ruilen. Men moest
e:r voor zorgen, dat d.en boeren de voor henoodzake-
lijk0 industriëele goederen op de markten worden
aangeboden. Tot dusverre stelde de Sovjet-regeeri ng
de industrieproducten in hoofdzaak ter beschikking
van de industriëele arbeiders; omtrent de voorziening
van de laudbevolleing met industrieproclucten was de regeering slechts dan bezorgd, wanneer het erom ging
speciaal waardevolle grondstoffen, zooals vlas, hen-
nep, wol e.d. in grootere hoeveelhden van haar te
verkrijgen. Sedert den zomer van 1932 :is er een wij-
ziging gl)racht in de verdeeling van de industrie-
producten; de Sovjet-regeering wil een grooter ge-
dcclie van deze producten op de landelijke markten
brengen.
De productie van de ,,zwa.re” industrie voor het
massaverbruiti.
Met een wijziging van de goederenverdeeling kan
echter niet veel worden bereikt, want ondanks den
‘) ,,Sowjetskaja torgovija” 1931, No. 5, blz. 12.
snellen groei van de industriëele bevolking, die, zooals vanzelf spreekt, een veel grootere behoef te aan indus-
trieproducten heeft dan de landelijke, is 1e productie
van de ,,lichte” industrie in 1932 slechts met 5 pOt.
ten opzichte van het voorafgaande jaar gestegen. Zoo-
doende bleek het noodzakelijk onmiddellijk de produc-
tie van industriëele verhruiksgoederen uit te breiden.
Teae.i.nle hiertoe te geraken, heeft de regeering
aan de kopstukken van de ,,zware” industrie bevolen
om niet alleen walsijzer, locomotieven, tractors cd. te
procluceeren, doch om tevens de productie van de
voor het dorp noodzakelijke verbruiksgoederen, zooals
bijlen, huisgereedschap, meubelen, enz. ter hand te
nemen (hiervoor bezigt men het ,,Schlagwort”: ,,pro-
cluctie voor den ,,Schirpotreb” “). Hiervoor worden
geen aanvullende materialen ter beschikking gesteld; dit programma moet door het gebruik van af valpro-
ducten worden uitgevoerd.
De leiders in de ,,zware” industrie waren met deze
nieuwe eischen niet zeer ingenomen. Het hoofdplan
baart hun reeds voldoende zorg.
Zij
kunnen het, On-
danks de dreigementen van de regeering, niet uit-
voeren (de productie van de ,,zware” industrie is in
plaats van met 44 pOt. slechts met ongeveer 20
,
pOt.
gestegen). Derhalve wordt het aanvullende programma
slechts ten dccle uitgevoerd. Bovendien zijn de bu-
reaucratische verbruikscoöperaties niet in staat de
goederen op de juiste
wijze
te distribueeren.
Het herstel van het icleinbedrijf.
Zoodoende was de Sovjet-regeering genoodzaakt op
een andere wijze de planhuishouding te wijzigen.
Reeds sedert de eerste schreden in de richti.ng van de
planhnishonding heeft de regeering getracht de par-
ticuliere industrie, het ambacht en de landelijke huis-
industrie door administratieve maatregelen klein te
krijgen. Dit doel werd over het algemeen nog vbbr
het van kracht w’orden van het Vijfjarenplan bereikt.
Enkele overblijfselen van het kleinbedrijf werden in
productiecoöperaties (Artele) samengevöegd en in
het aan den staat getrokken, bureaucratische stelsel
‘inn de coöperatieve centrales ingeschakeld. Deze ,,Ar-
tele” konden den gang van de planhuishouding niet
verstoren, w’ant zij hadden niet het recht zelfstandig
grondstoffen in te koopen en hun producten zelf stan-
dig te verkoopen.
Door het stilleggen van de sedert honderden jaren
bestaande huisindustrie der boeren werden in niet ge-
ringe mate economische en ook cultureele waarden
vernietigd.
Bij de voorziening van de landelijke bevolking met
verbruiksgoederen speelde juist het kleinbedrijf, dat zich het beste bij haar behoeften weet aan te passen,
een zeer groote rol. Thans is de Sovjet-regeering ein-
delijk tot de overtuiging gekomen, dat de socialisti-
sche huishouding niet in staat is deze taak te ver-
vullen, zoodat zij genoodzaakt was haar toevlucht te
nemen tot het herstel van het zoo juist vernietigde
kleinbedrijf.
liet besluit van de regeering van 23 Juli 1932 voor-
zag in de bevrijding van de industriëeie Artele van
cle bureaucratische hoeie:n der coöperatieve centrales;
zij kregen bepaalde rechten om zelfstandig grondstof-
fen in te koopen, terwijl zij hun producten weder
vrij op de markten kunnen verkoopen. Zelfs aan cie
filialen van de Centrale Bank werd voorgeschreven
hun credieten te verleenen. Bij besluit van de regee-
ring van 27 Oct. 1932 werd niet alleen de belasting
voor cle industriëele Artele, doch ook clie voor de par-
ticuliere ambachtslieden aanzienlijk verlaagd. Door
deze maatregelen wordt het monopolie van de staats-
industrie op de grondstoffenmarkten en als producent
van consumptie-artikelen eeni germate beperkt.
Het afwentelen van de verzorging der arbeiders
op
de leiding der fabrieken.
Door de steeds slechter wordende verzorging van
de groote massa industrie-arbeiders was de Sovjet-
12
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
4 Januari 1933
regeering tenslotte genoodzaakt deze taak bij besluit
van 3 Dec. 1.932 van de plaatselijke verbruikscoöpe-
rat.ies aan de fabrieksbesturen over te dragen. i)eze
worden belast mt de leiding van de z.g. gesloten (ci.w.z.
slechts voor dear beiders van de betreffende fabriek
toegankelijke) arbeiderswiukels, clie aan het einde van
1930 op alle groote industriëele bedrijven werden op-
gericht, en in overeenstemming hiermede met cle lei-
ding van de cantines éu allerlei. hulpondernemingen
voor den landbouw, zooais groententuinen, konijnen-
en varkensfokkerijeu, melk- en pluimveefarms, vis-
scherijen, enz. liet gecentraliseerde stelsel van, de aan
den staat getrokken consumpti ecoöperaties werd
01)
deze wijze verbroken.
Vergel1cinge’n met het 2ao.r 1921.
Het is duidelijk, dat de huidige toestand overeen-
komt met dien na de aankondiging van de Nieuwe Eco-
nomische Politiek in Maart 1.921. Men moet echte:r
niet vergeten, dat enkele zeer belangrijke verschillen
zijn
OP
te merken. Zij zijn een uitvloeisel van een rin-
cipiëel gewijzigden polteken toestand. Toen Lenin
15 Maart 1921 de nieuwe economische politiek ver-
kondigde, deed hij dezen beslissenden stap onder den drang van bepaalde gevaarlijke, niet slechts economi-
sche, doch ook politieke verschijnselen.
Thans is de politieke toestaud geheel anders. Wan-
neer Stalin nu een terugtocht aanvaardt, dan ge-
schiedt zulks uitsluitend onder den druk vanecono-
mische moeiljkhèden. Derhalve vindt de Sovjet-regee-
ring het niet noodig haar terugtocht plechtig aan te
kondigen; dit zou het internationale aanzien van het
communisme bij het beëindigen van het Vijfjarenplan
kunnen schaden. En derhalve geschiedt de terugtocht
van het socialisme ook geleidelijk, dralend en bij ge-
deelten.
In tegenstelling met het jaar 1921 is de handel
01)
de markt wel geoorloofd, doch de producent moet zich
direct met den consument in veihinding stellen, want de tussclienhandei blijft verboden. Er zijn juist nieu-we wetten tegen dezen handel ingevoerd. De Sovjet-
regeering hoopt, dat slechts die boeren, welke in de
nabijheid der steden wonen, op haar markten zullen
verschijnen, terwijl de verderaf wonende boeren door
het ontbreken van den tusschenhandel gedwongen
zullen zijn, hun producten aan de socialistische han-
delsorganisaties .te verkoopen tegen de door haar
onderling overeengekomen prijzen.
De boeren hebben het recht hun producten te ver-
koopen, doch slechts nadat zij met hun leveringen aan den staat gereed zijn. De graanhandel is in het
betreffende gebied eerst geoorloofd, wanneer de graanaflevering volgens het plan heeft plaats ge-
vonden.
De industriëele A.rtele krijgen het recht zelf’stan-
cl.ig grondstoffen in te koopen, echter onder een niet
onbelangrijlc voorbehoud. Voor den inkoop van grond-
stoffen voor de textieli.ndustrie en van de meeste soor-
ten huiclen moeten zij de toestemming verkrijgen van
een Comité van den Arbeids- en Verdedigingsraad
(STO), hetwelk hu.n de gebieden aanwijst, waar zij
deze grondstoffen kunnen koopen.
Er moet echter rekening mede worden gehouden, dat, wanneer het vrije marktverkeer eenmaal is toe-
gestaan, het moeilijk is de beperkingen te handhaven.
Het is feitelijic niet mogelijk er zich van op de hoogte
te stellen, of de uit een verafgelegen dorp op de
marict aangekomen boer zijn eigen producten of, als
tu.sschenhandeiaai’, de producten van zijn huren ver-icoop.t, ‘of hij zijn melkbelasting al of niet heeft afge-
leverd, of de cliënt slechts voor zich, of ook voor een
ander inkoopt.
Voortgaande scheuring in de planhuishouding.
Zoo bescheiden als de concessies, die voor het markt-
verkeer werden verleend, er ook uitzien, toch waren
zij voldoende, om het geheele grootsche gebouw van
cle Sovjet-Russische planhuishouding te doen wanke-
Icu. i)e inzameling van graan (en oolc van vee) van
staatswege had in dIen afgeloopen herfst, rekening
houclende niet de nieuwe plannen, een zeer onbevre-
digend verloop. Dit is toe te schrijven aan den •treu-
rigen toestand van den landbouw, doch oolc aan het
feit, dat de boeren thans tot op zekere hoogte in staat
zijn, hun producten tot veel hoogere prijzen te verkoo-
pen. Inzonderheid maken de collectieve ‘bedrijven hier-
van gebruik, want de individueele boer is ‘beschroom-
der. Naar een van de belangrijkste graanstreken,
NoordKaukasus, welke geheel gecollectiviseerd is,
werd zelfs een strafexpeditie gezonden. Er vonden tal-
rijke schietpartijen plaats, en zelf’s oolc aan het hoofd
(Ier T,Çolcliose staande communisten werden doodge-
schoten, daar oolc zij vaak solidair met de leden der
T(olchose handelen.
Thans reeds zijn de lijnen van de aanstaande ver-
(‘ere scheuring van de planbuishouding zichtbaar. 01)
hef oogen’blilc heerscht hij de Sovjet-regeering groote
onrust over het ‘verschijnsel, dat de industriëele lei-
ders systematisch de collectieve arbeidsloonen verhoo-
gen; haar strenge berispingen Icunnen de loonstijging
niet tegeuhoiliden. Dit heeft tengevolge, dat de pro-
ductielcosten niet alleen niet kunnen worden verlaagd,
zooals volgens het plan zou moeten geschieden, doch
zich juist in stijgende richting bewegen. De produc-
fiekosten van een zoo belangrijk productiemiddel als
kolen, zijn ‘bijv. met rond 20 pOt. .ten opzichte van het
voorafgaande jaar gestegen
i),
en zulks geschiedt oolc
in de overige industrieën.
De oorzaak van het
stijgen
der bonen is duidelijic.
De rantsoenen van de arbeiders worden steeds ]clei-
ner; zij staan steeds meer voor de noodzaalc’naar de
markt te gaan en daar hebben zij met prijzen te maken,
die in het geheel niet in overeenstemming zijn met
hun nominale geldioonen. De industriëele leiders zijn
tenslotte genoodzaakt, hiermede rekening te houden,
want de ‘buitengewoon schadelijke beweeglijkheid der
arbeiders heeft toch al geweldige afmetingen aan-
genomen en de wetten, die de arbeiders aan de fabrie-
ken zouden moeten binden, ‘bleven zonder uitwerking.
Door deze snelle stijging van de productiekosten wor-
den echter de pijlers van het financiëele plan onder-
mijnd.
Het laatste besluit der regeering, ‘dat de verant-
woordelijkheid voor de voeding der arbeiders van de
plaatselijke veibruikscoöperaties op de besturen van
de fabrieken afschuift, vormt wellicht het grootste
gevaar voor de planhuishouding. De fabrieke.n zullen
ook in de toelcomst door de coöperatieve centrales
Siecl1ts schaarscli worden voorzien en de bij de fabrie-
ken ingerichte konijnen- en varkensfokkerijen zullen
roL in staat zijn in de behoefte van de groote massa
dci
arbeiders te voorzien. De leiders der fabrielcen zi,il-len dus spoedig als voornaamste koopers op de marlcten
van lan dbouwprodu eten verschijnen, hetgeen tenge-
‘voige zal hebben, dat de •staatsindustrieën zich ge-
heel en al op het marlctverkeer met zijn hooge prijzen
zullen moeten instellen. In den zomer van 1.921 hetee-
kende het verschijnen van de industrie op de markten
als in- en verkoopers, hetgeen Lenin feitelijk wilde voorkomen, het einde der vereenigde socialistische
huishouding. liet ‘besluit der Regeering van 3 i)ecem-
her voert thans de staatsindustrie op denzelfden voor
de pianh u i shou cli og noodlottigen weg.
De middelen voor de groote investeeringen moesten
volgens het Vijfjarenplan, dank zij de groote produc-
tiviteit van de socialistische huishouding, door haar
zelf worden ‘opgebracht; dit bleelc niet te verwezeulij-ken. De benoodigde middelen werden door onteigening
van de ‘boerenbedrijven en door inkrimping van het
verbruik van de arbeiders verkregen. Het weder in
werking stellen van het vrije marktverkeer beteelcent
echter een stijging van het inkomen van de 120 mil-
hou tellende landelijke bevolking ten koste van het
‘)
A. W.
Smirnow: ,,Waarom stijgen ‘cle produetiekosten
in de kolenitidiistric.” ,,Ekonom. Zhizuj” van
16.XII’32.
4 Januari
1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
13′
inkomen van den staat. Hier is echter de geringste
verschuiving van cle grootste staathuishoudkand.ige
beteelienis. Daar een verdere inkrimping van het ver-
bruik van de industrie-arbeiders niet mogelijk is, moe-
ten cle bronnen van cle groote investeeringen opdrogen.
De belemmeringen van het ma.rletn’cechan2sme.
De Sovjet-Russische planhuishoading gaat sterk
achteruit. De ontwikkeling van het marktverkeer
heeft echter in een veel te langzaam, dralend tempo
piaa•ts, om in de leemtea van cle u i teenvaileode plan-
ho i shouci Ing te voorzien. In de eerste plaats ontbreekt
aan het marktverkeer cle belangrijkste stuwkracht, die
in 1921 een zoo beslissende rol heeft gespeeld, – de
particuliere handel. En voorts belemmeren de psycho-
logische invloeden van de groote massa en van de
plaatselijke autoriteiten een snelle ontwikkeling van
het marktverkeer.
In Maart 1921 heeft de plechtige afkondiging van cle nieuwe economische politiek grooten indruk ge-
maakt. Het volk meende, dat het geheele communisme
slechts een booze droom was geweest; met de hulp-
middelen, die nog waren overgel leven, vatte het met
groote energi.e den arbeid weer aan. De volksmassa
heeft er niet op gelet, dat de communistische ‘dicta-
tuur eigenlijk onaangetast is gebleven en dat aan haar
economische ac
t.i
vitei t elke gerechtvaardigde grond-
slag ontbrak. Zij heeft later voor haar vertrouwen
duur moeten betalen. De communistische regeering
heeft haar voor de tweede maal onteigend en alle goede
elementen te gronde gericht. De bevolking heeft
thans dus voldoende reden om wantrouwend ten aan-
zien van cle nieuw’e besluiten van de regeering te staan.
Deze besluiten zijn bovendien in tegenspraak met
de opvattingen van cle plaatsélijke autoriteiten. Sedert
vijf jaren werken zij met de grofste middelen van ge-
veld om de vrije economische werkzaamheid van de
bevolking, buiten het kader van de staathuishouding
om, definitief te onderdrukken. Sedert het verdwijnen
van de Koelakken zijn de begrippen van het particu-
lier bezit en van het burgerlijic recht geheel en al uit
hun bewustzijn verdwenen. Het is ‘oo:r hen vanzelf-
sprelcend, dat zij i,n naam van den communistischen
staat de vrije beschikicing hebben over het eigendom
en feitelijk oolc over dc persoonlijkheid van de’
burgers.
De strijd der Sovjet-regeering met cle grofste mid-
delen tegen de individueele boerenbedrijven duurt nog
voort; nog op 11 Sept. 1932 verscheen een besluit
der regeeri.ng, volgens hetwelk op cle .individueeie boerderijen de paarden ter beschilcking van de col-
lectieve bedrijven moesten worden gesteld. En thans
wil de regeering op alle markten toevlucb,tsoorden op-
richten., welke de almachtige communistische autori-
teiten niet mogPri. betreoen en waar de burgers zich
vrij kunnen bewegen. Dit is in tegenspraak niet het
geheele economische en politieke systeem. Het is te
begrijpen, dat cle plaatselijice autoriteiten, ondanlcs de
ontelbare berispingen van de regeering, steeds weder trachten direct of indirect in den gang van het markt-
verkeer in te grijpen.
Deze psychologische instelling van de groote
massa en van de plaatselijlce autoriteiten belemmert
cle ontwikkeling van het marktverlceer. Men merkt
thans niets van een hoopvolle stemming der be’:nl-
king, die in 1921 in de voor misoogst gespaard ge-bleven streken zoo opmerkelijk was. De stemming
van de groote ‘bevolkingsmassa blijft somber.
Een tweeden keer kan een NEP-stelsel, onder het-
welk eens een draaglijk evenwicht tusschen den
•staatseconomischeu en particul i er-economischen sector
van de staathuishouding werd bereikt en onder het-
veilc zij toch in staat was zich vrij snel te herstellen,
thans zonder ernstige rechtswaarborgen niet meer
worden opgebouwd. Rechtswaarborgen’ zijn echter in
groote tegenspraak met het wezen van een communis-
tische dictatuur. De uitweg uit deze tegenstelling
is voorshands, nog niet te zien.
AANTEEKENINGEN.
De ontwikkeling van de Nederlandsche spaar-banken in de crisis.
Het Centraal Bureau voor de Stat.istiek heef t zoo
juist een nieuw overzicht van de spaar- en. leenban
ken samengesteld, waaruit de ontwikkeling van deze
instellingen in de crisis bhjlct.
‘)
Als gevolg van cle geringe beclrijvighei d, d.e koers-
cialingen van effecten, de lage ren tevergoed.i.rigen van
cle gewone banken, en cle ongeneigcl.heid om geld
01)
langen termijn te beleggen, is het saldo-tegoed bij cle
Rijkspostspâarbank en cle bijzondere spaarbanken steric
gestegen. Daarbij kwam, dat tegenover velen, clie
reeds ernstig getroffen waren in hun inkomsten, een
talrijke groep stond, die zich ruimer kon bewegen,
waardoor zij grootere bedragen kon besparen.
Saldo-tegoed der inleggers in
f
1000 Saldo-tegoed per boekje
Ei ode
Bijzo ii dcie
Bij zon clere
vai.i
R.P.S.
spaarb.
Totaal
R.P.S.
s’paiirb.
Totaal
1900
84.697 79.939
164.636
102
222
138
1910
164.278
1.10.879
275.157
109
245
140
1913
183.791.
129.75j
313.542
Ill
255
145
19.1.4
184.585
118.108 302.693
110
232
139
1915
189.107
121.021
310.128
112
236
141
1916
206.860
136.172
343.012
120
‘
261
152 1917
222.840
152.433
375.273
126
283
.163
1913
241.755
176.407
418.162
133
.
31.4
‘
176 1919
268.188
205.240 473.428
142
340
190
1920
272.956 216.801 489.757
143
.
350
194
1921
233.449 239.976 523.425
148
365
204
1926
320.997
306.222
627.219
160
‘
379
223
1927
329.338
327.346
656.634
162
378
226 1928
.
340.505
354.419 694.924
165
389 233
1929
351.1.15
380.761.
731.875
167
387 237 1930
375.405
429.830
805.235
175
407
251
1931
,
439.238
449.216
888.454
198
407
267
De aardacht in bovenstaande ta’bel verdient het
feit, dat het saldo-tegoed per boelcje in de laatste jaren
sterk is gestegen, hetgeen vooral voor de Rijkspost-
spaarban.k geldt. Dit verschijnsel zal gedeeltelijk zijn
toe te schrijven aan het feit, dat, wegens het rente-
verschil tegoeden, van de gewone banken naar cle spaarbanken zullen zijn overgebracht, hetgeen na-
tuurlijk vooral voor groote tegoeden voordeelig was.
De beleggingen,.
Blijkens de in de volgende tabel (zie blz. 14)
voorkomende cijfers bestond cle effectenportefeo..i lie
van de ‘bijzondere spaarbanicen, waarop de gegevens betrekking hebben, deels uit binnenlandsche fondsen,
zooals, ook afgezien ‘van andere overwegingen, begrij-
pelijk is hij ‘instellingen, wier verplichtingen luiden
in binnenlandsche valuta. Voor zoover cle effecten ge-
splitst werden opgegeven, bleken de Necierlanclsche en
Indische fondsen hij de bedoelde, banken ‘een balans-
waarde te hebben van
f
229.900.000′ en de buitenland-
sche van
f
10.987.000, uitmakende resp. 48,2 en 3,61.
püt. van cle totale beleggingen. Zooals ook bij onze
maatschappijen van levensverzekering het geval pleegt
te zijn, namen de hypotheken een groote plaats onder
de beleggingen van de bedoelde spaarbanken in, doch
paraisseerden de onroeren cle eigendommen voor een.
veel geringer bedrag op cie balans (38,8 pOt. en 1.2
pOt.). Voorts hadden. cle banken nog sommen op meer
ii(iu ide wijze uitstaan (aan prolongaties en gelden in
handen van derden resp. 0,9 en 1,8 pOt.).
) ‘Statistiek der Spaar- en Leenbanken over het janr
1931/1932 samengesteld door het Centraal Bureau voor cle
Statistielo. (Den Haag
1932.
Martinus Nijhoff, Prijs
f
0.55).
14
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
4
Januari 1933
Wat de
R.P.S.
betreft, onderging de verhouding,
01)
de lijst der beleggiiigen handhaven, daar
zij
67,5
waarin de verschillende soorten van beleggingen tegen-
pOt.
van de totale beleggingen uitmaakten.
Over elkander stonden, geen groote wijzigingen. Ailee:ii
De rente, gekw’eekt
uit cle beleggingen, bedroeg
in
was liet perceiitage,
dat de gelden in handen
van
cle jaren
1930
en
1931
bij de
R.P.S.
resp.
f
18.470.000
derden van het totaal der beleggingen
uitmaakten,
en
f
10.721.000
en
bij
de
bijzondere
spaarbanken,
niet onbelangrijk hooger (10
1
7
pOt. tegenover
3,0
pOt.
waarvan opgaven zijn
ontvangen,
(in
1930
van
276
in het vorige jaar) ..De Nederlandsche en Indische
en in
1931
van
279
instellingen) resp.
f20.551.000
en
overhei dsleen ingen ‘bleven hare vooraanstaande plaats
f
22.178.000.
Overzicht
valt
cle
beleggingen
aati
het einde van het boekjaar 1931.
]3ijzondere
Bijzondere
i.tijkspost-
spaarbanken
RijkspOst-
spaarbanken
Aard der beleggingen
spaarbank
284 itist.
spaarbank 284 inst.
iii
f 1.000
in
irOceliten
v.
ii.
totaal.
Staatssehuld
tea laste
van
Nederland
……………………
548
37.1.79
28,3
7,8
dc
Ned.
koloniiin
…………
25.774
14.974
5,3
3,1.
andere landen
6.965
1,5
Obligatiën
ten laste van
andere
publiekrechtelijke licha-
men,
(prov., gein., watersch., enz.)
in
Nederland
164.735
101.933 33,9
21,4
Idem, in de Nederlandsche kolon.iën
1.455
0,3
Idem,
in
andere landen
…………………………..
2.207
0,5
Overige
binnenlandsche
obligatiën
en
pandbrieveir
(Na-
derlan.d
en
Ned.
koloniën)
………………………
60.526
72.478
12,5
15,2
Overige buitenlandsehe obligatiën en pandbrieven
7.753
1,6
B3innenlan’dsche aandeelen
(Nederland en Ned. koloitiën)
.
1.970 0,4
Buitenlandsche aandeelen
…………………………
61
0,01
Hypotheken
…………………………………..
184.732
38,8
Prolongatiën
…………………………………..
6.038
4.113
1,2
0,9
Voorschotten
…………………………………..
8.909
1,9
Gelden in biunclen v. derden (cleposito’s, uitstaande renten)
51.745
8.773
10,7
1,8
Onroerende eigendommen
…………………………
557
5.859
&,1
1,2
Andere
beleggingen
……………………………..
38.404
16.717
7
3
9
3,5
Totaal
……………………….
485.327′)
482.905
100,0 100,0
1)
Hieronder
f
6.827.000 niet nader gesplitst.
Indexcijfers van Nederlandsche aandeelen.
De Bank voor Handel en Scheepvaart te Rotterdam zendt ons onderstaand overzicht:
Indexcijfers van 12 aandeelengroepen der Amsterdamsche effectenbeurs.
1)
Banken
Electri-
lIe
r
Is
_
Industrie
KunSt-
zjjde
Mijnbouw’
Olie
Rubber
Sche
r
Suiker
Tabak
1
Thee
‘7nidde1de 1929
158.3
337.5
168.0
437
243.0
268.7
40.0
233.5
125.0
398.4
487.3
443.2
,,
1930
149.4
257.7
125.6
264.9
87.4
.177.2
371.1
110.7
82.6
292.9
361.3 357.2
,,
1931
118.1
211.8
93.4
167.7
64.5
144.5
209.8
51.8 49.6
181.9
241.6
251.4
,,
1932
76.4
178.3
67.1
115.6
37.6
106.4
137.5
27.0 24,9
107.2
137.9
175.9
Januari
1931
137.2
220.4
110.9
199.-
57.4
149.1
290.7
75.8
63.5
223.8
274._
280.5
Februari
,,
140.7
239.9
117.5
217.5
69.7
167.5
307.3
80.2
65.6
238.4
307.8 292.1
Maart
,,
143.-.
248.6
124.3
223.2
78.9
176.7
288.3
85.4 63.9
243.3
306.2
290.7
April
,,
139.4
238.4
113.5
207.3
84.4 172.4
253.9
‘
58.5
57.5
219.5 299.8
283.4 Mei
132.7
222.5
95.1
178.8
‘
76.2
159.6
220.-
50.5 54.3
190.9
275.9
251._
Juni
,,
127.5
217.5
69.-
165.1
68.7
150.8
208.6
49.4
53.1
191.3
262.4
249.7
Juli
,,
126.4
228.8
100.2
168.8
70.6
163.6
218.2
58.5 55.8
208.9
254.2 262.9
Augustus
,,
113.2
210.9
88.2
151.2
65.-.
147.6
194.7
44.4
48._
178.4
218.4 247._
September
95.3
190.1
73.6
126.1
60.9
118.9
147.9
31.7
37.3
134.-
168.7
.
220.1
October
89.1
181.3
71.7
125.3
49.2
107.8
140.7
32.6
34.7
122.1
174.7
222.2
November
.,,
93.2
184.2
75.4
135.4
48.9
120.1
133.6
32.9
34.9
125.9 196.3
237.2
December
79-
158.4
61.5
114.2
44.2
99.5
113.1
26.3 26.7
106.5
161.3
179.7
Januari
1932
80.5
174.4
63.5
124-
43.5
107.4
118.9
28.2
27.4
108.-.
173.7 181.4
Februari
,,
82.8
173.-
65.8
123.2
42.4
110.1
139.2
28.2 27.7
108.7
179.6
178.1
Maart
.
81.3
184.7
69.-
122.9
41.7 110.9
149.3
24.2
27.-
112.7 176.3 182.2
April
69.8
166.7
58.8
102.1
34.3
92.4
118.3
3.7
20.1
96.6
111.-
154.-.
Mei
,,
65.-
163.9
52.5
93.5
33.5
86.8
117.8
‘
142
19.1
84.5 101.9 157.3
Juni
,,
59.4
156.1
51.2
88.5
32.3
83.9
118.1
14.1
17.3
87.6
94.7
154.3
Juli
‘,,
68.3
167.1
63.7
106.1
34.1
92.2
129.1
22.5
21.-
1056
120.1
175.6
Augustus
79.8
183.5
71.5
126.2
33.2
104.9
153.5
35.1
26.4
118._ 138.4
200.5
September
86.-.
194.5
78.1
133:4
43.6
123.7
166.4
4
2.
4
31.1
128.8 151.3
201.6
October
,,
83.7
189.3
77.5
127.1
39.4
120.4
147.-.
34.-
28.5
118.7 135.8 187.6
November
81.1
193.1
77.2
124.1
38.2
121.4
145.1
34.7
’27.-
111.7
136.8
180.3
December
78.9
193.2
76.4
116.1
35.-
123.1
146.7
32.8
26.1
104.9
135.-
157.3
Schommelingen in het aandeelen.iudexcijfer.
4 Januari 1932
f
1.942.518.500
=
100.
4 Januari 100.-
2 Maart
113.7
4 Mei
92.9
6 Juli
97._
1
Sept.
120.6
2 Novemb.
113.2
13
,,
106.9
9
118.6
11
93.4
13
97.
7
,,
127.4
9
,,
116.6
20
»
107.4
16
,,
113.5
18
92.4
20
‘
98.1
14
120.5
16
115.5
27
,,
105.9
23
,,
105.8
25
90.1
27
,
102.6
21
120.7
23
114.5
3 Febr.
109.7
30
103.9
1 Juni
86.4
3 Augustus 507.4
28
121.6
30
,,
111.3
10
105.7
6 April
98.3
8
83.9
10
,,
110.9
5 October
120.2
.
7 Deemb.
111.2
17
,,
110.9
13
,,
95.9
15
88.1
17
,,
513.6
12
,,
116.9
14
,,
112.6
24
,,
111.-.
20
95.1
22
90.5 24
,,
115.7
19
,,
115.9
21
,,
112.1
27
90.-
29
89.6
26
,,
112.6
28
,,
112.6
1)
Men zie voor de toelichting op dit overzicht het nummer van E.-S. B. van 15 Januari 5930, blz. 64.
Nadrnk verboden
4 Januari 1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
15
MAANDCIJFERS.
RIJ’KSPOSTSPAA.RBANK.
NOVEMBER
1
1930
1
1931
1
1932
Enlagen …………
f
12.883.157
f
20.810.620
f
16.936.459
rerugbetalingen
…
,,
10.185.231
10.756.856,
13.095.184
regoed
inleggers
1)
363.841.822
423.046.956
,,497.488.961
som. bedr. der uitst.
staatschuidboekjes’
42.414.350 43.889.800
,,
38.932.100
Spaarbankboekjes:
Nieuw uitgegeven
11.491.
16.312 10.459
ehee1 afbetaald
.
7109
6.619
8.233
En omloop
1)
2.147.106
2.219.849
2.269.387
‘) Op ultin,o.
OVERZICHT DER OPBRENGSTEN VAN HET
STAATSBEDRIJF DER P.T.T.
NOVEMBER 1932.
Werkelijke
Meer of minder dan
Omschrijving
opbrengst
Nov. 1932
1
Nov. 1931
1
Begrooting
f
3.220.837
–
f
294
.
32
l
–
f
407
.
963
,,
360.861
63.338
–
,,
50.869
Posterijen
…….
Telefonie ……..
1.988.778
–
,,
45.602
–
,151.352
Telegrafie
… ….
Postcque. en
hè
…
Girodienst
.
268.078
–
24.732
+
37.478
Totalen ……
.f
5.838.554
f
427
.
993
1-
f
572
.
708
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
GELDKOERSEN.
OPEN MARKT.
1932
1931
30
1914
31 Dec
1
26131
19,24
12/17
28 Dec./t
V
2De,.l
20124
Dec. Dec. Dec.
pJan. ’32j
.’31
Juli
Amsterdam
Partic.disc.
11
4
_11
5
11
4
_11
11
4
_1j
2
11
4
1/
2
2
1
14-3
1 ij,..li(
1
311..31
14
Prolong.
I
t
1 1
3-‘ 2
2
1
12-314
211
4
_3/4
Londen
DageId …
I
1
123
1
12-3
1
12-1
’12-1
2-6
I_3
1
12
13142
Partic.disc.
I
1
124
1
/8
11116.114
1
3
/,,-
5
/,,
/s-l’!
5
1
!8-6
2118_5116 4114_314
Berlijn
Daggeld.:.
47147
4-7
4511
4
41I4-51/4
711
4
_92)
–
–
Maandeld
4
1
1-6
3
14
1
1
18-6
314
4
1
12.5
1
12
4
1
12-5
1
(,
67
2
)
– –
Part, disc.
31e
318
371
371
4
671-7 2)
–
2I/8_1/2
Waren-
wechsel.
4.1(4
411
4
4.1/
4
4.1/4
7114.82)
– –
Weo,
York
Daggeld 1)
1.1/4
1
1
14
1-
3
14
I’
1
/4
3_
3
14
1
1
114
1
14
1:
1
14_2
1
12
Partic.disc.
1
12
114_112
11 11
3
1
1
2
–
) aoers van .30 Liec. en daaraan vooratgaat ce weken t!m. vrijdag.
2) 22131 Dec. 1931.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Data
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batatta
York)
27 Dec.
1932
2.4811/
16
8.30
59.301
9.71*
34.49
1001/
8
28
1932
2.4815/
1
,
8.29
59.28*
9.74
34.58
lOOK
29
1932
2.487/
8
8.26%
59.27*
9.7
1
*
34.52*
1007
4
30
,,
1932
2.48
7
/8
8.2334
59.24*
9.7
1
*
34.47
10034
31
,,
1932
2.4815/
16
8.2734
59.25
9.74
34.46
1007
4
2 Jan. 1933
2.477/
4
8.3034
59.24
9.71*
34.46
1007
4
Laagste d.wl)
2.4880
8.22 59.17*
9.70*
34.42*
Hoogste d.w’)
26 Dec. 1932
2.49
8.3134
59.35
9.71*
34.59
1007
4
19 Dec.
1932
–
2.491/,,
–
8.25
–
59.26
–
9.72*
–
34.47
–
1001/
8
Muntpariteit
2.4878
12.1071
1
59.263
9.747 34.592
100
Data
Zwit-
serland
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
)
i3
1
rest’)
**)
8*)
27 Dec.
1932
47.91
–
7.38
1.48
12.74
20.30
28
1932
47.89
–
7.38
1.48
12.74
2
0.31*
29
1932
47.89
–
7.38
1.48
12.74
20.30
30
1932
47.88
–
7.37
1.48
12.73
20.30
31
,,
1932 47.8734
–
7.38
1.48
–
–
2 Jan. 1933
47.87
–
7.37
1.48
12.74*
20.34
Laagste d.wl)
47.80
–
7.35
1.42*
12.67*
20.20
Hoogste d.wl) 26 Dec.
1932
47.95
–
35.25
–
7.40
1.52*
12.77*
20.45
19 Dec.
1932
47.9734
–
–
7.38
–
1 &S
-_
12
7
–
90 90
Muntpariteit
48.1234
35.007
7.371
Data
Stock-
liolm *)Jhagen*,)l
1
Kopen-I
Oslo
8)1
sing-
1
fors’)
Buenos-
Aires’)
1
Mon-
1
treal’)
27 Dec.
1932
45.40
42.90
42.70 3.60
65
2.17
28
1932
45.40 42.90
42.75
3.65
65
2.1834
29
,,
1932
45.25
42.85
42.60
3.64
65
2.20
30
.
1932
45.15
42.65
42.60
3.64
65
2.19
31
,,
1932
45.20
42.85
42.70
3.62*
05
2.1934
2 Jan. 1933
45.35
43.15 42.90 3.64
–
2.20)4
Laagste d.wl)
44.75
42.40 42.20
3.55
–
2.16
ifoogste d.wl)
45.50
43.25 43.10
3.67*
65
2.22
16 Dec.
1932
–
–
–
–
–
–
19 Dec.
1932
45.10
42.80
42.55
3.60 65
2.18
N{untpariteit
66.671
66.671
66.671
6.266
9534
2.4878
) roteering te Amsterdam.
) 11ot. te IottercIam.
1)
F’art. opgave.
Laatstbekende noteeriugen te Amsterdam en Rotterdam op
2 Jan. 1933 voor
teleqrafisohe
uitbetaling
op:
Gulden per
Pan
Koers
E’uropa. Londen
8
)
£
12.10e
8.30*
-2
Berlijn
8)
100
Mark
59.26
59.21*
4
Parijs
8)
100
Franc
9.747
9.71*
2*
100
Belga
34.59 34.46
&
100
Franc
–
6.89
Zürich
8)
100
,,
48.-
47.87
2
100
Kronen
–
Brussel
8)
……….
..
Weenen
*)
100
Schilling
35.-
35.12*
6
100
Pengö
43.51
43.50
*
100
Lei
..
1.4880
1.48
7
100
Leva
..
1.797
1.80
8*
100
Dinar
4.379
3.40
*
Istanbul ……….
Turksch
£
10.93
1.17*
100
Drachme
3.23
1.32*
100
Lira
13.09
12.74*
100
Peseta
48.-
20.31*
6*
Escudo
2.68*
0.07*
6*
Luxemburg
………
Kopenhagen
8) •
100
Kronen
86.67
43.15
*
100
,,
..
66.67
42.90
4
Praag
…………..
Boedapest
……….
Stockholm
8)
66.67
45.35
*
..100
,,
100
IJsl.Kr.
66.67
37.50
Belgrado
…………
100
Zloty
27.91
28.-
6
Athene
…………
Kovno (Litauen)
100
Lita
..
24.88
24.90
7
Milaan
…………
Madrid
…………
Reickjavick
………
Warschau
……….
Riga (Letland)
…
100
Lat
48.-
48.25
6-7
Reval (Estland).
..
100
EstI. Kr.
66.67
66.25
Oslo
)…………..
i00
Finnmrk.
6.26*
3.62*
6*
Boekarest
……….
Tjerwonets
12.80 12.80
Sofia
…………..
(10
Roebel)
Danzig
……….
100
Gulden
48.42
48.40
4
Moskou
…………
Anierika.
L4ssabon
…………
New.York
8)
$
2.4878
2.
4
8*
2*
Canad.
$
2.4878
2.20
Mex. Dollar
1.24
0.78
Peso (papier)
1.0568′
0.64*
Relsingfors
…….
La Paz (Bolivia)
8)
Boliviano
0.9080
–
Rio
de Janeiro…
Milreis (pap.)
0.8075′
0.19*
Buenos Aires. … ….
Peso (papier)
0.30
0.15
6-7
Montreal
……….
Bogota (Columbia)’)
Peso
2.42
2.37
Mexico
…………
uito (Ecuador)
.
5uce
0.49
8
0.41*
Valparaiso
………
Sol
0.69
7
0.
44
*
Montevideo (lJrug.)
Peso
2.5725
1.07*
Lima (Peru)
…….
Caracas (Venezuela)
Bolivar
0.4795
0.39
Gulden
1.-
0.99* San
José
(C.
Rica)
Colon
–
–
uatemala
. … .. .-
Quetzal
2.48*
2.49
Paramaribo
. …. …
Willemstad (Curaç.)
Gulden
1.-
1.01
Managua (Nicar.)
8)
(Jordoba
2.482
2.49
San Salvador
8)
Colon
1.2440
1.01
Azië.
Calcutta
………..
Rupee
0.91
0.63
4
Gulden I.G.
1.-
1.0
0
*
*
Yen
1.24
0.52
4.38
Batavia
………..
Dollar
0.53
Taël
0.69
Kobe
………….
Singapore
.
……
Straits DolI.
1.4125
0.97
Eongkong
………
Manilla
…… …
Phil. Peso
1.24
1.25
Shanghai
………
Teheran
4
)(Perzië).
Pahiavi
. .
–
7.98*
Baht
–
0.77
Bangkok
…………
Afrika.
Kaapstad
£
12.10*
9.22*
Alexandrië ……..
Egypt.
£
12.42
8.51*
Anstralië.
Melbourne, Sidney
.
en Brisbane
.
£
12.102
6.64*
Nieuw Zeeland
.
£
12.10
7.57k
-. —————-1) Goudpeso.
2)
Milreis Goud.
8) Not, te Ajdam. 0v. not, part. opg.
1.488 13.094 48.52
‘)Zichtkoers.
4)
Munteenheid
=
Rial (= een Kran.)
16
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
4 Januari 1933
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
D t
a a
Londen
($per.)
Parijs
($p.JOOfr.)
Berlijn
($p.lOOMk.)($p.IOOgld.
Amsterd
27
Dec.
1932
3,90k
23,83
40,17
28
1932
3,32I
3
11
3,90k
23,81
29
1932
3,31
7
/16
3,9O
23,’ 1
40,18
30
1932
3,311i
3,90
5
/
16
23,80
40,173
31
1932 3,32
13
/16
3,901/
4
23
9
80X
40,17
2Jan.
1933
– –
–
–
4 Jan.
1932 3,37
3,93
23,72
40,24
Muntpariteit
4,86
3901/
8
23.8l4
409/
KOERSEN TE LONDEN
Plaatsen en
Landen
Noteerings-
17
Dec.
‘
eenheden
1932
24
Dec.
26131
Dec.
’32
1932
ILaagste
l
Hoogstel
31
Dec.
1932
Alexandrië
Piast. p.
ze
97 9734
97i
975, 97
p.X,
615 625 600 659 625
Athene ……Dr.
Bangkok
Sh.p.tical
1/10 1/10 1/10
T
a
l/lO
T
l
S
l/10?
3
Budapest
Pen. p.
£
19
19 18
20
19
Buenos Aires
d. p.$
421t
1
421/
16
421/
8
43%
Calçutta ….
..h. p. rup.
1/6
11
/
64
1,63/
15
1/6
5
1
32
1
/
63
/
32
1/67/
16
Constantin..
Piast.
p.
X,
685 695
690
695
690
Hongkong ..
Sh. p.
$ 113
1135/,
1127/
s
1/34
1/3K
Sh. p. yen
113si
1/38/
5
1/27/
113
1/3
Lissabon. …
Escu. p.
£
1091/
109k
108%,
110
109k
Mexico
….
$
per
£
10.15 10.50 10.25 10.90
10.67.
Montevideo
.
d.perc
30
30
28
32 30
Montreal
.
..
$
per
£
3.773%
3.80
3753,
3.79
3.763
Knbe
…….
Riod. .Janeiro
d. per Mii.
5a
53j
58/
9
58,
534
Shanghai
. . .
8h. p. tael
1/85/
1
1f7i8/,
1/734
1/81/
8
1
/711
Singapore ..
id. p.
$
2/3
29
/
32
2/3
29
/
32
2/311j,
214
21329/
35
Valparaiso
$
per
£
–
–
–
–
–
Warschau ..
ZI. p.
£
2934 2934
29
30
2934
1)
90 dg.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
8)
Londeni)
N.York)
Londen
27 Dec.
1932..
–
24s/
8
27 Dec. 1932
–
28
,,
1932..
16
248/
8
28
1932
123/8k
29
,,
1932..
16i/
24
29
,,
1932 ….123/11
30
1932..
1671,
24s/
8
30
,,
1932….124/5
31
,,
1932..
1634
248/
31
,,
1932 ….123/9
2 Jan. 1933..
– –
2 Jan. 1933….
–
4 Jan.
1932..
208/
8
303′
4
Jan.
1932….
12212
27
Juli
1914..
24
31
/16
59
27
Juli
1914….
84/109/
4
1)
in pence p. oz.stand.
2)
Foreign silver
in $c. p. oz. line.3) in sh. p.oz. line
STAND
VAN
‘s
RIJKS KAS
Vorderingen.
1
23 Dec. 1932
31Dec. 1932″
Saldo van ‘s Rijks Schatkist bij De Ne-
f 26.389.132,63
f 27.891.323,94
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,
979.938,49
802.207,33
Voorsch. op uit. November 1932 aan
de gem. verst, op v. haard. de Rijks-
adm. te heffen gem. ink. bel, en opc.
op de Rijksink. bel ………………
3.222.355,60
3.222.355,60
Voorsch. op uit. November 1932 aan
derlandsche
Bank……………….
de gem. verstr. op aan haar uit te
keeren hoofds. der pers. bel., aand. in
de hoofds. der grondbel. en der gem.
…..
fondsbel., alsmede opc. op die belas-
tingen en op de vermogensbelasting
– –
Voorschotten aan Ned.-Indië… …. ……
Id. aan Suriname
…………………
222.885.337,28
13.245.733,09
.226.841.003,38
13.285.276,09
Id.
aan
Curaçao ………………….
….
….7.070.048,14
,,
6.914.603,72
Kasvord. weg. credietverst. alh. buitenl.
,, 104.009.871,01
,, 103.763.95027
Saldoderpostrek.v. Rijkscomptabelen
26.518.962,46
,,
28.948.602,35
Vord. op het A1g. Burg. Pensioenfonds’)
–
–
15.294.768,48
,,
15.224.379,58
Id. op andere Staatsbedrijven
1)
………..
Verstr. t. laste der Rijksbegr. kasgeld-
leeningen aan gemeenten (saldo)…,,
33.034.214,93
,,
41.901.055,29
Verplichtingen.
Voorschot door de Ned. Bank ilig. art.
16 van haar octrooi verstrekt
–
–
Schuld a/d Bank v. Ned. Gemeenten
–
–
Schatkistbiljetten in Omloop ………
f339.541.000,-
/
339.536.000,-.
116.750.000,-
,, 116.750.000,-
Zilverbons in
Omloop …………….
1.648.439,-
1.641.191,50
Schuld op uIt. November 1932 aan de
Schatkistpromessen in omloop……….
gemeenten
enz …………………
2.034.805,08
,,
2.034.805,08
.
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.’)
….
,,
7.744.586,53
,,
48.548.978,66
Id. aan het Staatsbedrijtd.P.,T.enT.1)
….
,,
88.917.000,71
,,
84.809.662,30
Id. aan andere Staatsbedrijven’) ………..
130.635,18
,,
125.316,28
Id. aan diverse instéllingen’) ……..
…23.380.710,25
24.921.958,25
1)
In rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH-INDISCHE
VLOTTENDE SCHULD.
1
24 Dec. 1932
1
31 Dec. 1932
Vorderingen:
Betaalmiddelen in ‘s Lands kas
– –
waaronder Muntbiljetten …………
–
–
Saldo Javasche Bank ……………..
.-
–
Verplichtingen:
Voorschot’s Rijks kase. a. Rijksinsteil
f223.423.000,-
/226.841.000,-
Schatkistpromessen ………………
3.050.000,-
,,
3.050.000,-
Schatkistbiljetten
……
…………
7.268.000,-
,,
7.265.000,-
Munthi1jettenin Omloop
………..
Schuld aan h
e
t Ned.-lnd. Muntfonds.,,
2.064.000,-
…
2.067.000,-
…488.000,
… 488.000,-
Idem aan de.Ned.-lnd. Postspaarbank.
,,
767.000,-
441.000,-
Voorschot van de Javasche Bank…….
1.340.000,-
394.000,-
.
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 2 Januari
1933.
Activa.
Biuuei,l. Wis-1 Hfdbk.
f
31.384.177,50
sel», Prom.,’ Bijbuk. ,,
576.059,20
enz.in
disc.
I
Ag.scli.
,,
6.395.790,57
f
38.356.027,27
Papier o. h. Buiteni, in djsio
–
ilein eigen portef.
.
f
7
1.320.621,-
Af :Verkochtnia,ar voor
de lk.nognietafgel.
–
71.320.621,-
l3elecningen
Hfdbk.
f
26.896 20
18
mci.
vrsclm..
Bmjbnk.
.
5.183.723,96
iii
r:k..crt.
‘
Ag.sch.
47.539.757,97
,,
79.619.68311
01) Effecten
……f
78.378.169,36
01 Goederen en Spec. ,,
1.241.513,75
79.6.9.683,11 ‘oorschotten a. b. Rijk ……………..
Munten Munt,nateriaal
1Juni,, Goud
……f
98.197.810,-
llui,t.,t,at.,
Goud
. .
934.390.823,42
T1.032.588.633,42
Munt, Zilver, enz.
•
23.300.934,92
Muntniat.
Zilver..
–
1.055.889.568,34
1
)
Belegging
1/
kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds
…………………….,
20.068.854,29
Gebouwen en Meub. der Bank
……..
…
5.000.000,_
Diverse
rekeningen
………………,,
15.939.886,71
Staatd. Nederl. (Wet v. 27/5/ 32,S.No.221)
,,
19.331.195,17
f
1.305.525.835,89
–
Passiva
Kapitaal
……………………….
f
20.000.000,-
Reservefonds
……………………
..
3.000.000,-
Bijzondere
reserve
………………
..
5.000.000,-
Pensioenfonds
………………….
..
8.242.006,34
Bankbiljetten in
omloop …………..
..
991.201.485,-
Bankassignatiën in
omloop
……….
..
330.875,03
Rek..Cour.
j
Het Rijk
f
28.522.058,48
saldo’s:
),, Anderen
,, 245.683.008,2
1
274.205.066,69
Diverse
rekeningen
………………,,
3.546.402,83
f
1.305.525.835,89
Beschikbaar mnetaalsaldo
………….f
549.135.311.05
Minder bedrag aan bankbiljetten in
om-
loop
dan waartoe de Bank gerechtigd
is
,,
1.372.838.275,-
1
in liet hulletiland f
3.020.302,58.
‘ooriiaaniste posten
in duizenden
guldens.
Goud
Andere
Beschikb. Dek-
Data
Circa latie
opeischb.
Metaal-
kin gs
Munt
1
Muntmat.
schulden
saldo’)
perc.
2 ‘Jan.
’33
98198
934.391
991.201
274.536 549.135
83
28 Dec.
’32
98198
934.454
961.590 304.403
549.255
83
19
’32
98198
934.440 951.558
308.694
550,9a4
83
12
’32
98198
934.431
961.479
298.376
550.200
83
5
,,
’32
98198
934.384
981.448 278.959
549.002
83
28 Nov.
’32
98198
934.384 966.853
301.857
545.199
83
4Jan.
’32
97.691
781.843
1052.201
164.577
419.066
74
25 Juli
‘141
65.703
96.410
310.437 6.198
43.521
54
Totaal
Schatkist-
8 ee-
Papier
Diverse
Data bedrag
Id
I
promessen
1
e
ii
ng n
op het
reke-
–
rechtstreeks
buiten!.
ningen
2)
2 Jan.
1933
38.356
–
79.620
71.321 15.940
28 Dec.
1932
38.593
–
79.290
71.321
15647
19
1932
39.394
–
73.740
71.321 15.206
12
1932
39.847
–
73.675 71.321 15.257
5
.,
1932
40.413
–
74.870
71.321 14.964
28
Nov.
11132
38.047
..
73.581
71.321 14.828
4 Jan.
1932
83.879
–
126.245
84.330
34.515
25 Juli
1914
67.947
–
61.686
20.188
509
, aeue, t uen ua,istaat vaut ‘t JdI,. Iaa up Un UdSlS vau
’15
Il,CIddI-
dekking.
2,
Onder de activa.
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
Metaal
I
0rf/
Andere
opeischb.
Discont.
D’k
10
Dec.
1932..
856
1.144
581
784
2.336
3
,,
1932..
855 1.335
558
784
2.389
211
Nov.
1932.
,
856
1.206
530 794
2.437
19
,,
1932..
859
1.148 452
791
2.355
12
Dec.
1931
.
822
1.173
‘
694
1.027 779
5
Juli
1914..
645
1.100
560 735 396
t
) Siuitp. Sier acilva.
4 Januari 1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
17
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen
Data
Goud
Zilver
Circulatie
Andere
opeischb.
schulden
Beschikb.
metaal-
saldo
31Dec. 1932
149.960
204.800
32.170
55.172
24
1932
149.980
204.060
34.400
54.596
17
1932
149.500 207.900
32.370
53.392
3Dec. 1932
103.840
1
46.097
209.055
32.409
53.351
26Nov.1932
104.459
45.790
207.528
32.536 54.223
19
,,
1932
104.457
45.807
211.029
30.032
53.841
12
1932
104.450
45.904 214.920
29.678
52.514
2Jan.1932
112.557
46.197
232.022
25.566
55:719
3 Jan. 1931
138.550
40.501
253.659
45.593
59.350
25Juli 1914
22.057
31.907
110.172 12.634
4.842
1
wissels.
I
1
Diverse
I
Data
buiten
Dis-
I
Belee-
ekekings-
N.-Ind.
conto’s ningen
ningen’)
Percen-
betaalb
tage
31Dec.1932
24
1932
17
1932
3Dec.1932
19.260
19.110
18.960
18.808
54170
58.240 58.860
27.280 26.790
26.560
25.489
63
.
63 62
62
8.718
38.788′
26Nov 1932
18.607
8.767
39.252
24.270
63
19
1932
18.324
8.791
39.733
23.963
62
12
1932
18.275
8.828 39.576
30.980
81
2Jan.1932
6.301
9.710
48.784
35.939
62
3Jan.1931
32.425
8.774 40.666
41.943
60
25 Juli1914
6.395
7.259 75.541
2.228
44
1)
Sluitpost activa.
BANK VAN ENGELAND.
Vooritsu itiste posten in du izei,den ponden sterling.
Bankbilf.
I
Bankbilf.
1_
Other Securities
Data
Metaal
in
n
B
ankingl Disc.and
circulatie Departm;
1
Advances Securities
28 Dec. 1932
120.594 371.193 23.595
18.509 17.738
21
1932
120.628
370.098
24.691
11.833
21.574
14
1932
.40.305
372.256
42.166 11.740
78.048
7
,,
1932
140.389
365.662
48.760
11.807 17.725
30 Nov. 1932
140.418
358.843
55.579
11.867
18.274
23
,,
1932
140.426
357.847 56.575
17.958
18.021
30 Dec.
1931
121.349
364.150
31.596
27.291
37.613
22 Juli
1914
40.164
29.317
33.633
Data
00v.
Sec.
1
Public
Depos.
Oth7Deposits
I
Other Bankers
1
t Reservel
1
Dek-
kings-
.oerc.0
28Dec. ’32
102.372
8.865
102.410 33.760 24.401 1612,
21
’32
99.677
7.826 98.898 33.989
125.530
18l
182
14
’32
74.249
8.537
86.291
34.368
1
43.049
335/
7
’32
85.844
8.522
104.252
34.454
49.727
33
23
/
32
30 Nov. ’32
88.872
10.147
90.532 37.064
56.575
41
23
,,
’32
68.582
26.531
78.082 33.742 57.578
41
19
/
32
30Dec. ’31
95.341
7.733 126.398 40.341 32.199
1813/8-2
22 Juli ’14
11.005
14.736
42.185
29.297
52
1)
Verhouding tusschen Reserve en Deposits.
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten
*,
i millioenen francs.
1
Te goed!
–
Waarv.I Belee
Renteloos
Data
Goud Izilverl
in het
–
Ivoorschol
buitenl.
1
ite
e
nl
.I
ningen
d. Staat
23 Dec.’32
83.120
1.369
3.154
4.730
1.582!
2.529 3.200
16
’32
83.269
1.357
3.105
4.143
1.6051
2.571
3.200
9
’32
83.344
1.344
3.155 4.324
1.6181
2.552
3.200
2
’32
83.359
1.329 3.127
4.265
1.6631
2.596
3.200
24 Dec.’31
68.481
959
13.040 15 529
8.4061
2.717
3.200
23Juli’14
4.104
640
–
1.541
8
1
769
–
fons v. ci.
t
Rekg. Courant
Diver-
1
–
Data
zelfst.
amort.k.
_____________
Circulatie
1
sen
1)
1
1
Staat
zei/st.
t Part:
–
6.552
aniort.k.I
2.168
1
82.565
1
196
1
2.136
culiere,
23 Dec.’32
22.054
16
’32
6.552 2.179
1
82.035
1
173
1
2.153 22.179
9
,,
’32
6.621
2.1321
82.482
1
2031 2.139
22.117
2
’32
6.621
2.3891
83.200
1
205
1
2.149
21.386
24 Dec.’31
7.157
2.167
J
83.547
340
1
23.639
23Juli’14
–
–
1
5.912
401
1
–
i943
1)
Sluitpost
activa.
GOEDERENHANDEL.
GRANEN.
3 Januari 1933.
in cle stemmiug aan de t a r w e-,nai’kt is in de week na
(ie Kerstdagen eenige verbetering irigetreclon en voor ver-
seb illeude buitenlaucische tarwesoorten hebben cle prijzen
zich een weinig hersteld van het zeer lage niveau, waarop
zij allengs varn gedaald. Aan (le termijumarkteit in Noord-
(in Zuid-Amerika stegen de koersen bijna dagelijks matig.
Te Chicago w’,s het slot van dcii i)eeembertermijn op Za-
terdag ve1iswaar nagenoeg onveranderd, doch voor Mei
VSS het slot toen 1 dollarcent hooges da n op 27 December.
lTe Wiuiiipeg sloot I)ecembcr-tarwe i % dollarceuts en Mei
2 dollarcents liooger dan op 27 December. Gisteren varcn
Ii Noord-Amerika dc termijumarktn gesloten. In Zuid-Amerika waren de termijnmarkten op 26 December ge-
opeud en den volgenden dag vrij gevoelig lager. Daarna is
eaue verbetering ingetreden, zoodat het slot gisteren, isadat
01) 31 December de markten veder gesloten waren, te
Buenos Aires 13 centavos en te Rosario 20 centavos per
100 KG. hooger vas dan op 27 Sl)ecember. Mede tengevolge
van de feestdagen Nvaren de omzetten in de afgeloopen week
beperkt, doch ook onidat de koopeis de verbetering . der
stemming in exportlanden niet vertrouwden CI) er slechts
schoorvoetend toe overgingen hoogere prijzan te betalen.
Vrij algemeen blijft uien in invoerlandeit van meening,
dat het aanbod van tarwe uit Canada groot zal blijven en dat Manitoba-tarwe aal blijven concurreereu met Argen-
tijnsche en Australische tarwe. Do oogsten in beide laude,s
hebben goede uitkomsten geleverd. Naarmate in Argentinië
voortgang wordt gemaakt met het binnenhalen van den
oogst en de aanvoeren de havenplaatsen in grootere hoe.
veelheden zullen bereiken, wordt dringender, aanbod ver-
wacht. Australië blijft regelmatig of f roeren tot weinig ver-
anderde prijzzn, niettegeustaande flinke vraag in het Verre
Oosten, waarheen voortdurend ladingen worden verkocbt.
Ook Britsch-Iudië was als kooper van Austra.lische tarwe in
de markt. De Vereenigde Staten zijn niet aan de markt met
tarwe, de prijzen in Dollars zijn te hoog, om tegen andere
tarwesoorten te knnnen eoncnrreeren, tengevolge van den hoogen wisselkoers. De vooruitzichten van den oogst van
viiitertarwe zijn niet gunstig en men is veelal van meening,
dat de toestand ongunstiger is dan het laatste regeerings-rapport aangaf. Langdurige droogte heerscht in verschil-lende streken en schade wordt verwacht van afwisselend
vriezen cu dooien. In Italië is het aan de ineelfabrieken
toegestane percentage buitenlandsehe tarwe verhoogd; in
sommige streken tot 40 pOt. In andere is het onveranderd
5 pCt. gebleven.
Aan cle r ogge-markt bestond op eenige (lagen iets meêr
belangstelling voor Poolsehe en Argentijusche rogge, waar-in versebillencle zaken tot stand kwamen tot iets verbeterde
prijzen. Het slot te Chicago was op 31 December voor rogge
per ‘December dollarcent, per Mei 1/ dollarcents hooger
dan op 27 December.
in het begin des’ veek s’as de stemming voor maï s nog
flauw en vele aangekomen partijen werden opgeruimd tot zeer lage prijzen, welke belangrijk lager waren dan waar-
voor in de eerste hand in uitvoerlanden te koop was. Voor-
al cle groote te Rotterdam aankomende hoeveelheden Donau-
,naïs drukten de markt en daardoor varen, ook voor Plata-
maIs de prijzen gedaald. De consumptie heeft van het goed-
koope aanbod gebruik gemaakt en was gaarne kooper’. De
onverkochte partijen ruimden dientengevolge snel op en
toen tegen het einde des’ week het dricigende aanbod voor-
bij was, verbeterden cle prijzen snel en werd zes gulden per
last betaald boven het laagst bereikte punt. De aanbiedin-
gen van afladers aan den Donau, clie gedurende eenigen
tijd niet in aanmerking kwamen door laag aanbod uit de
tweede hand, kwamen weder in lijn en verschillende nieuwe
zaken met den Donau werden afgesloten. Zelfs zijn in (Id eerste hand de prijzen op aflacling eenige guldens per last
verhoogd, welke verhooging ook werd betaald. Ook voor
Plata-maïs zijn de prijzan gestegen toen het dringende aan-
bod van Donau-maïs ophield. Tengevolge van verbetering
aan de Zuid-Anierikaansche termijnmarkten steeg cle prijs
voor stoomende en op aflading nog verder. Het slot te
Bnenos Aires was 28 eentavos en te Rosaria. 20 centavos
hooger dan op 27 December.
Ook aan de ge r s.t-markt is eene verbetering ingetre-
den, vooral voor Plata-gerst. Daarvoor waren de prijzen
dagelijks verlaagd, van welke verlagingen door koopers ge-
bruik werd gemaakt, om flinke zaken af rbe sluiten. In cle
tweede helft der afgeloopen week zijn de prijzen weder
even snel gestegen als zij eerst gedaald waren. Tot de ‘ver-
18
.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
4 Januari 1933
AANVOEREN in tons van 1000 KG
Artikelen
Rotterda,n
Amsierdom
Totaal
27131
Dec.
Sedert
Overeen..k.
21131
Dec.
Sedert
Overeenk.
932
1931
1932
Jan.
1932
tijdvak
1931
1932
Jan.
1932
tijdvak
1931
16.125
1.510.864
1.633.073
–
8.060
37.252.
1.518.924
1.670.325 4.331
507.883 477.725
–
4.210
1.157
512.093
478.882
Tarwe
……………..
Rogge
……………..
359
26.972
32.927
–
244
389
27.216
33.316
Boekweit ………………
Maïs ……………….
61. 029
1.521.110
1.477.711
15.050
365.167
328.638
1.886.277 1.806.349
11.491
485.898 645.915
1.231
38.248
59.828
523.946 705.743
468 196.888
256.255
506
5.201
4.508
202.089 260.763
2.251
307.897
195.038
5.175
388.685
459.805
696.582 654.643
Gerat
………………
Haver
………………..
Lijnkoek
…..
………
1,328
90.642
118.042
–
50
204
90.692
118.246
Lijnzaad
…………….
m
497
..
..
1.228
24.336
76.793
.
244
13.932
24.201
38.268
100.994
Tarweeel
……………
Andere meelsoorten
45.855 44.812
60
13.174 13.311
59.029
58.123
hoogde prijzen zijn nog geregeld contracten afgesloten ter
verlading iii dc eerste maanden van (lit jaar. Andere gcrst-
soorten worden op af lading niet aaugebodcu tot dc Argen-
tijpsche pariteit. Voor disponibele en spoedig verwachte
Donau- en Russische gcrat zijn de pijZe1l nuiiicler gestegen.
]).e markt voor Ii a v e r in Argentiii ië was vester en
afladers hebben hunne prijzen verhoogd, dc omzetten waren
zeer beperkt. Boheemsche haver blijft goed aangeboden, de
prijzen zijn in den loop, der week iets gedaald en geregeld
zijn daarin zaken van bescheiden omvang tot stand geko
uien. llt slot voor haver aan de ‘termijnniarkt te i3uei.ios
Aires was
5
centavos per 100 iG. liooger.
0.81, terwijl de laatste noteering voor Spot Centr.
2.75
bedroeg.
In E n ge 1 and opende de markt ria de feestdagen op
een verlaagd niveau, hetwelk gedurende cle twee resteerende
beurldagen der aigeloopen week gehandhaafd bleef. Het slot
op de Lon.clensche termijnmarkt was en.
2
cl. lager dan liet
slot voor de Kerstdagen. Op J a v a kon de V.I.S.P. nog ruim 1000 tons Superieur
en
6000
tons bruine stuker vcrkoopen..
II
.i e r t e 1 and c kwamen zoo goed als geen zaken tot
stand. De slotnoteeri.ngen, op de A in s t e r cl a m s c Ii e
termijnmarkt gaven •hct volgende beeld te zien: Dec.
f
5%,
kirt.
f
5/4,
Mei
f 5%
en Aug.
f 5%.
De omzet bedroeg
slechts
300
tons.
SUIKER.
De feestdagen en dc jaarswisscling waren oorzaak van
.
.
uiterst oninteressaqitc en stille suikeruiarkteu.
KOFFIE.
En A m e r i k a was cle stcnrniing bom met geringe om-
De markt verkeerde gedurende de a.fgeloopeu week in de
zetten, hetgeen zich wcerspiegcldc iii de iiotcerin’gen van
uit&rst kalme stemming, welke meestal in de dagen van
dc N e w-Y o r k se lie termijumark’t. De slotnoteeri.ngen
den overgang van het jaar valt waar te nemen .,i)aarbij
luidden als volgt: Jan.
0.66;
Mrt.
0.71,
Neï
0.77
•en
JUli
I kwam ditmaal iog de ,lusteloosheid, die reeds sedert weken
STATISTISCH OVERZICH
GRANEN EN ZADEN
ZUIVEL
EN EIEREN
,
MINERALEN
TARWE
Manitoba
R000E
MAIS
GERST
LIJNZAAD
.
BOTER
,
E
,
animer
EIEREN
STEENKOLEN
Westfaalschej
PETROLEIJN
No. 2 loco
No. 2 Canada
La Plata
.
ussische
L.
Plata
per K.G.
A krnaar
0cm. not.
Hollandsche
Mid. Contin.
Crude
Rotterdam/
loco
R’damlA’dam
loco
R’dam/A’dam
loco
otter-
loco R’dam!A’dani
Leeuwar-
der Comm.
Fabrieks-
Eiermijn
Roermond
bunkerkolen,
ongezeefd
f.o.b
33 lini 33.9
0
pe
J
K
1
.
per 100 K.0.
per 2000 1<0.
p’r000
per 1960 1<0.
Noteering
kI. ini°erk
.
100 st.
R’da’d1
2)
3)
4)
11.
0
10
f1.
I
II
fi
1
/0
II.
°/o
11.
0
0
fi.
0jo
6.
°lo
ii.
°/o
f1.
0
10
$
0
10
1925
17,20 100,0
13,07
5
100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
2,31
100,0
56
1
–
100,0
9,18
100,0
10,80
100,0
1.68 100,0
1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4
360,50 77,9
1,98
85,7
43,15
77,1
8,15 88,8
17,90
165,7
1.89
112,5 1927
14,75
85,8
12,475
95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50
78,4
2,03
87,9
43,30
77,3
7,96
86,7
11,25
104,2
1.30
77,4
1928
13,475
78,3
13,15 100.6
226,00
97,7
228,50
96,8
363,00′
78,5
2,11
91,3
48,05
85,8
7,99 87,0
10,10
93,5
1.20
71,4
1929 12,25
71,2
10,875
83,2 204,00
88,1
179,75
76,2
419,25 90,6
2,05
88,7
45,40
81,1
8,11
88,3
11,40
105,6
1.23
73,2
1930
9,67
5
56,3
6,22
5
47,6
.
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00
77,0
1,66
71,9
38,45
68,7
6,72
73,2
11,35
105,1
1.12
66,7
1931
5,55
32,3
4.55 34,8
84,50
36,5
107,25
45,4
187,00
40,4
1,34
58,0
31,30 56,9
‘5,35
58,3
10,05
93,1
0.58
.
34,5
Jan.
1930
12,67
5
73,7
9,35
71,5
149,25
64,5
151,25
64,1
433,75
93,8
2,00
86,6 43,95
78,5 7,55
82,2
11.75 108,8
1.21
72,0
Febr.
11,725
68,2
8,17
5
62,5
139,00
60,0
135,75
57,5
398,50 86,2
2,03 87,9 41,15
73,5 6,90 75,2
11,75 108,8
1.11
66,1
Maart
10,90
63,4 7,15
54,7
143,50
62,0
125,00
53,0
390,00 84,3
1,71
.74,0
41,25
73,7 5,18 56,4
11,55 106,9
1.11
66,1
April
11,17
65,0 7,62
5
58,3
180,25
77,8
129,75
55,0
431,00
93,2
1,50
64,9 36,50
65,2
5,16 56,2
11,35
105,1
1.165
69,3
Mei
10,45
60,8 6,55
50,1
148,50
64,1
114,50
48,5
405,00 87,6
1,44
62,3 37,20
66,4
5,30
57,7
11,35
105,1
1.18
5
70,5
j
uni
.
10,05
58,4 5,17
0
39,6
145,50
62,9
103,75
44,0
385,50 83,4
1,54
66,7
37,-
66,1
5,09 55,4
11,35
105,1
1.185
70,5
uli
9,55 55,5
5,82
5
44,6
157,75
68,1
108,00
45,8 345,75 74,8
1,72
74,5 39,90
71,3
5,99 65,3
11,35
105,1
1.185
70,5
Aug.
.
9,45
54,9
6,30
48,2
146,00
63,1
116,25
49,3
365,00 78,9
1,58
68,4 40,20
71,8
6,03
65
1
7
11,35
105,1
1.185
70,5
Sept.
,,
8,40
48,8
5,25
40,2
127,50
55,1
99,00
41,9
318,75 68,9
1,64
71,0
37,55
67,1
7,23
78,8
11,35
105,1
1.185
70,5
Oct.
• 7,40
43,0
4,62
5
35,4
112,25
48,5
86,00
36,4
281,25
60,8
1,63
70,6 36,90
65,9
8,60
93,7
11,35
105,1
1.185
70,5
Nov.
7,25
42,2 4,25
32,5
94,50
40,8
82,25
34,9
270,75
58,5
1,58
68,4 36,50
65,2
9,63
104,9
10,90 100,9
0.85
50,6
Dec.
,,
7,076
41,1
4,30
32,9
96,00
41,5
91,00
38,6
247,75
53,6
1,55
67,1
33,50
59,8
7,97
86,8
10,85 100,5
0.85
50,6
Jan.
1931
6,525
37,9
4,-
30,6
84,50
36,5
86,25
36,5
207,50
44,9
1,61
69,7
32,25
57,6
6,63 72,2
10,30
95,4
0.85
50,6
1
7
ebr.
5,775
33
1
6
3,90
29,8
87,50
37,8
85,75 36,3 206,25
44,6
1
1
66
71,9 33,80
60.4
6,21
67,6
10,30
95,4
0.85
50,6
Maart
,,
5,625
32,7
4,20
32,1
103,00
44,5
104,75
44,4
214,00
46,3
1,47
63,6 35,00
62,5
4,94 53,8
10.30
95,4
0.66
39,3
April
,,
5,90
34,3
4
t
42
5
33,8
112,00
48,4
117,00
49,6
197,75
42,8
1,35
58,4 31,60
56,4
4,20
45,8′
10,15
94,0
0.53
31,5
Mei
6,15
35,8
4,975
38,0
95,75
41,4
124,00
52,5
189,00
40,9
1,26
54,5
30,85
55,1
4,07
5
44,4
10,00
92,6
0.53
31,5
Juni
5,75
33,4
5,05
38,6
86,75
37,5
116,50
49,4
191,50
41,4
1,29
55,8
33,50
59,8
4,30
46,8
10,00
‘92,6
0.34
5
20,5
Juli
5,425
31,5
4,70
35,9
84,25
36,4
115,75
49,0 211,00
45,6
1,32 57,1
37,75
67,4
4,40
47,9
10,00
92,6
0.24
14,3
Aug.
4,975
28,9 4,02
5
30,8
74,50
32,2
119,50
50,6
185,50
40,1 1,30
56,3
36,00
64,3
4,98 54,2
10,00
92,6
0.43
5
25,9
4,775
27,8
4,27
5
32,7
68,00
29,4
97,00
41,1
164,25
35,5
1,27
55,0 32,25
57,6
5,775
62,9
10,00
92,6
0.56
33,2
Oct.
5,-
29,1
4,475
34,2
68,50
29,6
94,75
40,1
160,25
34,6
1,24
53,7 26,25
46,9
6,275
68,4
9,90
91,7
0.56
33,2
Nov.
5,825
33,9
5,475
41,9
81,00
35,0
114,50
48,5
169,75
36,7
1,17
50,6 24,75
44,2
7,07
77,0
9,90
91,7
0.68
40,4
Dec.
,,
4,925
28,6
4,95
37,9 69,25
29,9
111,25
47,1
145,75
31,5
1,18 51,1
21,40
38,2
5,325 58,0
9,90
91,7
0.71
42,3.
Jan.
1932
5,05
29,4
5,07
6
38,8
71,25
30,8
114,00
48,3
142,50
30,8
1,16
50,2 25,75
46,0
4,71
51,3
8,25 76,3
0.71
42,3
I’ebr.
.
5,30
30,8
5,07
5
38,8 74,00
32,0
108,50
46,0
142,25
30,8
1,34
58,0 27,75
49,6
3,79
41.3
8,25
76,3
0.71
42,3
Maart
5,525
32,1
5,80
44,4
86,75
37,5
118,00
50,0
143,25
‘31,0
0,98 42,4
23,65
42,2 3,425
37,3
8,35
77,3
0.71
42,3
April
5,65
32,7
6,225 47,6 88,75
38,3
124,50
52,8
135,25
29,2
0,99
42,9
19,60
35,0
2,775 30,2
8,65
80,1
0.86
51,2
Mei
5,60 32,6
5,30 40,5
78,00
33,7
116,00
49,2
130,25
28,2
0,82
35,5
19,65
35,1
2,88 31,4 8,30
76,9
0.86
51,2
Juni
,,
5,225 30,4
4,15
31,7
80,75
34,9
105,75
44,8
128,75
27,8
1,11
48,1
24,25 43,3 3,08 33,5 8,25
76,3
0.86
51,2
Juli
4,90
28,5
4,-
30,6 78,75
34,0
100,25
42,5
129,75
28,1
0,96 41,6
19,55
34,9
3,125 34,0 8,10
75,0 0.86
‘51,2
‘Aug.,,
5,20 30,2
4,07
5
31,2 77,50 33,5 98,25
41,6
133,00.
28,8 0,76
32,9
17,90
32,0
3,72
40,6
7,80
72,2
0.86
51,2
Sept.,,
5,475
31,8
4,20
32,1
78,50 33,9 88,50
37,5
150,75
32,6
0,84 36,4
19,70
35,2
4,64
50,5 7,75 71,8
0.86
51,2
Oct.,,
5,25
30,5 3,92
5
30,0
74,50
32,2
79,50
33,7
138,25
29,9
0,82
35,5
25,50
45,5
5,73
62,4 7,65
70,8
0.86
51,2
Nov.,,
4,90
28,5 3,90
29,8
71,25 30,8 79,00
33,5
135,25
29,2
0,81 35,1
26,50
47,3
6,65
72,4
7,40 68.5
0.86
51,2
Dec.
4,72
5
27,5 3,80
29,1
66,25 28,6 75,25
31,9
135,00
29,2
0,73 31,6
22,50
40,2
5,125
55,7
7,25
67,1
0.74
5
44,3
27
,,
4,50
26,2
3,75
28,9
64,50
27,9 71,00
30,1
134,50
29,1 0,71
30,7
22,007
39,3
4,70
51,2
7,45 69,0
0.63
37,5
2 Jan.
1933.
4,80
27,9
3,65
27,9
68,50
29,6
74,00
31,4
135,00
29,2
,
4,55 49,6
7,05
[65,3
0.63
1
37,5
1)
Men zie voor de toel. op dezen staat de nos. van 8 en IS Aug. 1928 (No. 658 en 659) pag. 689190 en 709.
0)
Tot Jan. 1931 Hard Winter No.2. van Jan. 1931 to
vanaf 26Mei 1930 tot 23Mei1932 74 K.G. Zuid-Russische.
4)
Tot Jan. 1928 Malting; van Jan. 1928 tot 9 Febr. 1931 American No. 2, van 9 Febr. 1931 tot 23 Mei 193
4 Januari
1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
19
h eerich te ii nar aan leid ing va ii de o iizeker huid aangaande de
Braziliaansc-he pia ii neii tot .verlagi lig van het u itvoerrecht.
.1 let gevolg
wIS
,
dat de
afzet i
n de laatste dagen van het
jaar nog klei oer was dan anders reeds liet geval pleegt
te zijn.
iii liet vorig Overzicht is reeds medegedeeld, dat liet
uitvoerreeht ve ii 55 Milreis per baai oj 21 December 1.1. met 7 Milreis verniiiitlercl werd cii dus 01) 48 Ililreis was
gebracht. 01) 29 December werd via New-York bericht ont-
vangen, dat cle uitvoerrechten .’vai.c dcii Staat Sao Paolo
volgens een ii ieuw gerucht waarschijnlijk verder nog niet
9 Siiireis zouden worden verlaagd en ofschoon hiervan geen
officieele bevestiging is ontvangeii,kwaiueii de meeste kost- en vraehtaanbiedingen van Santos dien dag reeds
niet nuiider dan $ -.50 per ewt. lager af. Hieruit schijnt
te moeten worden afgeleid, dat het uitvoerrecht werkelijk
opnieuw verlaagd is geworden, al valt dan ook de juiste
omvang dier verlaging alhier ‘voorloopig nog niet te be-
oordeelen.
De half-officiecle Braziliauische berichtgever Medeiros
– heeft thans bekend gemaakt, dat dc voorloopig algemeen
aangenoineli ranliug voor cle koffic-pi-ocluc-tie in geheel Bra-
zilië gedurende het oogstjaar 1133/34 als volgt luidt: Sao
Paulo 17.300000 bn., Minas Gei-aes 5.300.000 bn,Espirtto
Santo 1.500.000 bn., Rio 1200.000 bn., Parana 400.000 .bn.,
Bahia. 250.000 hn.. Pernambuco 100.000 ho., Goyaz 50.000
1w.. totaal 26.100000 bn. Uit ervaring is bekend, dat de
ralinitgen van Medeiros steeds aan den lagen kant zijn,
doch, zelfs indien cleze raliiilig ditmaal hierop een uitzonde-
ring mocht maken, zou de productie van geheel Brazilië in
het volgend oogstjaai- toch al overeënkomen met een wereld-
verbruik dezer soort van ongeveer 2 jaren.
Dc Koffie-Raad v
Brazilië heeft bekend geniaalot, dat
in de afgeloopen week vernietigd zijn 28.000 halen te Bio
cii 3000 balen te Victoria, tezamen 31.000 balen. Opgave der
vernietigde hoeveelheid op de andere plaat5en is niet ont-
vangen.
De kost- en vraclitaanbic’di iigcn van Sa.ntos zijn op liet
oogenblik voor gewoon goed beschreven Superior Santos
op promptc verseheping ongeveer $ 10.45 c 10.65 per cwt.
cii voor dito Priuie ongeveer $1 0.110 ic 10.80, terwijl zij
voor Rio type New-York 7 itict beschrijving. prwupte ver-
schcping, zijn $ 8.90 it 9.-. Voor Santos beteekent dit
een -vci-laging van ongeveer $ -.60 tegen een week geleden,
doch voor .1.1 io bleven te vraagprijzen onveranderd.
Nederiandsch-i.nclië blijft vast gestemd hij zeer gering
aaiibotl. Van betrouwbare zijde werd vernomen, ‘dat dc op
het oogenblik nog beschikbare voorraad van ongewassehen
Sumatra lliobu.stUt geschat wordt op 35 it 45.000 picols. J)oor
de meesten ivordt echter het cijfer van 45.000 picols als
te hoog aangenonien beschouwd en wordt 35.000 picols juis-
ter genoemd. Voor binneniandseh verbruik moet deze hoe-
veelheiddaii vernnndercl worden met ongeveer S000 picols,
zoodat van nu af tot aan liet begin van dcii nieuwen oogst
(dat is ongeveer h1f April) voor uitvoer niet meer be-
schik
–
baar zou zijn dan ongeveer 27.000 picols.
In November hebben dc uitk-laringen van Java, Sumatra
en Celebes tezamen bedragen 95.564 pieols tegen 69.745
pieols in November 1931. Vanaf 1 Januari tot 30 November
zijn uitgeklaard 1.405.846 picols tegen 862.326 picols in
diezelfde ii maanden van verledenjaar. De geheele op-
brengst van o’ngewassc-hen Suniatra Robusta, welke voor
het loope.nde oogstjaar aanvankelijk geraamd was op
380.000 pieols, heeft ca. 500.000 pieols bedragen en ook
voor het volgend oogstjaar wordt
01)
een groot rendement
gerekend.
ie cifprijzen in de eerste hand zijn voor cle verschillende
Robusta soorten op het oogenblik ongeveer
Paleiiibang Robusta, Jaiiiiari-verschepiiig, 1 9/ ct. ; Ben-
koelen Robrista. Januai-i-verscheping, 20 ct. Manclheli.ng
Rohusta, Januari-verseheping, 21V
2
ct. ; W.T.B. faq. Ro-
buste. Jaiivari-vcrscbeping, 24 c-t.. alles per % K.G. cif,
uitgeleverd gewicht. netto contant Voor dc ongcwasschcn
soorten zijn deze prijzen gelijk aan clie van verleden week,
doch de prijs voor gewasschon Robusta is
4
ct. hooger.
Aaii dc Rotterdamsche termijnmarkt liepen cle noteeriic-
geil ‘
it
Y5 et. per
34
i.G. terug. Bij het opmaken van
dit Overzicht noteert Januari’22,, Maart 21, Mei 20, Sep-
tember 18% en Dec-eniber 18% et. per
34
K.G.
In loco was de afzet zeer beperkt. De officieele noteering
rAN
GROOTHANDELSPRIJZEN
1
)
METALEN
TEXTIELGOEDEREN
DIVERSEN
ZILVER-
cash Londen
IJZER
eve an
KOPER
Standaard
TIN
.-
LOOD
.-
KATOEN
Middling
WOL
ge arn e
WOL
gekamde Australische,
KOE-
WilDEN
KALK-
SALPETER
per
r
0.
Locoprijzen
oco1rijzen
en
on
per
ocoprijzen
Lon en
locoprijzen
US
ra is
e,
erino.
S
v.
CrossbredColo-
Gaaf, open
Gid. per Standard
Ounce
–
.
i
es roug
Londen
per Eng. ton
ng.
on
per
ng. ton New-York
‘
per Ib.
oco
or
nial Carded,
SO’s Av. loco
kop
57-61
pnd.
100 KG.
netto
per
ng.
0fl
per Iti.
Bradford per Ib.
pence
01
Sh.
0
/s
£
0J
£
0
10
£
010
S ets.
Olo
pence
010
pence
0/
0
f1.
0
!0
–
f1.
ol
o
–
32
1
1s
100,0
731-
100,0
62.1;6
100,0
261.17/-
100,0
36.816
100,0
23,25
100,0
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0
28i
1
,16 89,3
8616
118,5
58.11- 93,5
2901716
111,1
31.116
85,3
17,55
75,5
47,25
85,9
24,75 83,9
28,46
82,0
11,61
96,8
26
3
14
83,3
731-
100,0
55.14/-
89,7
290.41-
110,8
24.4/-
66,4
,
17,50
75,3
48,50 88,2 26,50
89,8
40,43
116,5
11,48
95,7
26
1
/1e
81,1
661-
90,4
63.161-
102,8
227.51- 86,8
21.11- 57,8 20,00
86,0
51,50
93,6
30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
24
7
/16
76,2
7016
96,6
75.141-
121,9
203.15;6
77,8
23.5/-
63,8
19,15
82,4
39,-
70,9
25,25 85,6
32,25 92,9
10,60
88,3
17’/1
55,4
671-
91,8 54.131-
88,0
142.51-
54,3
18.116
49,6
13,55
58,3 26,75 48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84 82,0
13
1
/
41,6
551-
75,3
36.5/-
58,4
110.1/-
42,0
12.1/-
33,1
8,60 37,0
21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
20
15
11
•
65,3
7216
99,3
71.9/6.
155,1
174.131-
66,7
21.111-
59,4
17,15
73,8 29,50
53,6
19,25
65,3 26,63
76,7
10,11
84,3
20
0
/8
62,6
72/6
99,3
71.1216
115,4
17441-
66,5 21.41- 58,2
15,45
66,4
28,50
51,8
17,75
60,2 24,50
70,6
10,21
85,1
19
1
/
59,5
701-
95,9
68.1916
111,1
165J8/-
63,4
18.161-
51,6
15,20
65,4
26,25
47,7
16,50
55,9
69,2
10,21
85,1
19/i
61,0
6716
92,5
6L3/-
98,5
161.1716
61,8
18.6/6
50,3
16,45
70,8
27,25 49,5
17,25
58,5
24,13
69,5
10,21
85,1
18i/3
59,0
67j6
92,5 53.91-
86,11
145.-1-
55,4
17.161-
48,9
16,50
71,0
28,75 52,3
18,00
61,0 26,25
75,6
10,21
85,1
16
1
11
50,0
6716
92,5
50.1 6
80,7
136.416
52,0
17.191-
49,3
14,50
62,4
27,75
50,5
17,50
59,3
26,63
76,7
10,21
85.1
16
49,9
6716
92,5 48.21-
77,5
134.1716
51,5
18.31-
49,8
13,10
56,3 27,00
49,1
16,75
56,8
24,25
69,9
9,18
76,5
16
3
/8
51,0
651-
89,0 47.151-
76,9
135.56
51,7
18.61-
50,2
11,95
51,4 27,25 49,5
16,50
55,9 24,88
71,7 9,28 77,3
161
1
/j
52,0
6316 87,1
46.61-
74,6
13261-
50,5
17.181-
49,1
II,-
47,3
27,00
49,1
15,75
53,4 26,50
76,4
9,39
78,3
16
1
/2
51,5
6316
5
87,1
43.-!-
69,3 117.131-
44,9
15.151-
43,2
10,55
45,4
24,50 44,5
14,50
49,2 26,25
75,6
9,49
79,1 16
5
/8
51,9
6316
6
87,1
46.816
74,8
113.161- 43,5
15.1816
43,7
10,35
46,7
24,00 43,6
13,00
44,1
25,25
72,8
9,70
80,8
16
5
/8
51,9
6316
6
87,1
47.616
76,2
115.31-
44,0
15.516
41,9
9,95
42,8 22,50 40,9
12,50
42,4
72,0 9,90
82,6
13
7
/8
43,2
6016
82,9
45.716
73,1
116.8/-
44,4
14.-/6
38,5
10,30
44,3
21,25 38,6
12,00
40,7
24,63
71,0
10,11
84,3
12
1
12
38,9
586
80,3
45.116
72,6
117.-/6
44,7
13.516
36,4
10,95
47,1
21,75
39,5
12,00
40,7
22,50
64,8
10,21
85,1
13
7
/16
41,8
5816
80,3
45.1/6
72,6
122.11-
46,6 13.3j6
36,2
10,90
46,9
25,25
45,9
14,50
49,2 22,25
64,1
10,21
85,1
13
1
/
40,9
586
80,3
42.1516
68,9
113.41-
43,2
12.101-
34,3
10,25
44,1
24,50 44,5
14,50
49,2 22,25
64,1
10,21
85,1
12′
1
11
40,3
5816
80,3
39.616
63,4
104.171-
40,0
11.1016
31,6
9,40
40,4 23,50
42,7
13,00
44,1
21,75
62,7
10,21
85,1
12
7
18
40,1 5816
80,3
36.616
58,5
106.216
40,5
11.1116
31,8 9,10
39,1
22,00
40,0
12,50
42,4
19,13
55,1
10,21 85,1 13
1
/ 41,2
5816
80,3
34.141-
55,9
112.516
42,9
12.1516
35,1
9,25 39,8
22,25 40,5
12,50
42,4 20,25
58,4
8,26
68,8
12
1
3/
39,9
5816
80,3
32.15!-
52,8
114.196
43,9 11.19,6
32,9
7,20
31,0
22,25 40,5
12,00
40,7
18,75
54,0
7,-
58,3
1351
41,4
5516
76,0
30.316
48,6
111.161-
42,7
11.4!-
31,1
6,55 28,2
20,00
36,4
11,00
37,3
18,
51,9
6,50 54,2
1313116
43,0
461-
63,0
28.216
45,3
101.116
38,6
10.96
28,8
6,30
27,1
19,50
35,5
10,75
36,4
17,50
50,3 6,65 55,4
14
1
/
45,1
4416
61,0
27.1916
45,1
102.-1-
39,0
11.51-
30,9
6,40 27,5
19,00
34,5
10,75
36,4
16,75
48,3
6,80
56,7
145
/16
44,6
411’6
56,8
27.616
44,2
98.17/6
37,8
10.161-
29,6
6,30
27,1
16,25
29,5
9,00
30,5
—
–
6,95 57,9
13
7
18
43,2
41i6
56,8
27.1416
44,7
98.18/-
37,8
10.141-
–
29,4
6,65 28,6
16,50
30,0
9,00
30,5
11,63
33,5 7,10
59,2
14
43,6
41/6
56,8
26.4!-
42,2
99.2/6
37,9
10.5/-
28,1
6,90
29,7
16,25
29;s 9,00
30,5
11,75
33,9
7,25 60,4
1331
4
42,8
441-
60,3
24.18/-
40,1
96.61-
36,8
9.91-
25,9 6,90 29,7
16,50
30,0 8,75
29,7
10,25
29,5
7,40
61,7
131/
40,9
45/-
61,6 23.81-
37,7
84.1516
32,4
8.1616
24,2 6,25
26,9
16,50
30,0 9,00 30,5
9,25
26,7
7,40
61,7
12
5
/8
39,3
441-
60,3
21.61-
34,3
89.1316
34,2
8.-1-
22,0 5,80 24,9
15,75
28,6
8,25 28,0
8,88
25,6
7,40
61,7
12
5
18
39,3
44
1
–
60,3
20.1216
33,2 84.91- 32,3
7.5!-
19,9
5,25 22,6
15,25
27,7
7,75
26,3
9,-
25,9
7,40
61,7
12
3
18
38,5
42(6
58,2
19216
30,8
90.1716
34,7
7.3/6
19,7
5,80
24,9
16,00
29,1
8,50 28,8
9,75
28,1
–
–
12
13
/1
39,9
42/-
57,5
22.416 35,8
101-1-
38,6
7.1716
21,6
7,35 31,6
15,75
28,6 8,25 28,0
12,-
34,6
5,70 47,5
13
40,5
421-
57,5 25.81-
40,9
1099/6
41,8
9.1016
26,1
7,75
33,3
16,75
30,5 8,75
29,7
13,75
39,6
5,90
40,2
1211
2
38,9
411-
56,2
22.516
35,9
105.1316
40,4
8.7/-
22,9
6,50
28,0
15,75
28,6
8,50
28,8
14,-
40,3
6,-
50,0
125/1s
38,3
40/-
54,8
21.191-
35,4
104.716
39,9
8.416
22,6
6,15
26,5
15,25
27,7
8,25
28,0
12,-
34,6 6,10 50,8
11l1
35,8
391-
53,4
19.1216
31,6
100.10,6 38,4
7.916
20,5 5,95
25,6
15,00
1
27,3
8,00
27,1
11,50
33,1
6,20 51,7
1191
9
)
35,4
–
–
19.13/6°)
31,7
102.916
8
)
39,1
7.8(6°)
20,4
5,95 25,6
15,0010)
27,3
7,7510)
26,3
1 I,50
5
i
33,1
6,20
51,7
11
3
1
8
9
)
35,4 40/6
9
)
55,5
19.18/6
9
)
32,1
102.-/6
9
)
39,0
7.8
1
6
9
)
20,4 6,10e)
26,2
1
6,30
52,6
f6 Sept. 1932 79 K.G. La Plata.
3)
Tot Jan.
1928
Western; vanaf Jan.
1928
tot 16 Dec.
1929
American No. 2, van 16 Dec.
1929
tot
26
Mei
1930 74/5
K.G. Hongaarsche,
3415
K.G. Zuid-Russische. Van 23 Mei-19 Sept. 1932 No. 3 Canada.
5)
Noteering Schotland 5916.
6)58!
–
.
7)
30 Dec.
5)
28 Dec
9)
3 Jan.
10)
15 Dec.
ii)
13 Dec.
20
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
4
Januari
1933
van Superior Santos werd verlaagd van
31.34
et.
0!)
31 ct.
cloeh die van Robnsta bleef gehandhaafd op
24
ct., a1le
per 34 K.G.
De slotitotecringen te New-York wai’eti
Gemengd coit.tract
Saiitos contract (basis Rio No. 7)
(basis San.tos No. 4)
Mrt. Mei Sept. Dec-. Mrt. Mei Sept. Dec.
30 Il)eeeniber $ 5.80 5.56 5.18 5.09
8.52 7.04 7.62 7.50
27 December ,, 5.95 5.69 5.31 5.24
8.63 8.11 7.72 7.61
19 Deéeniber ., 5.60 5.40 5.11-.- 8.20 7.88 7.55 12 December ., 5.95 5.76 5.40-.- 8.67 8.27 7.90
Rotterdam, 3 Januari 1933.
ONTVANGEN BOEKEN.
De gouden standaard
door Mr.
A.
M. de Jong. (Den
Haag
1932;
Martinus Nijhoff. Prijs
f1.-).
Inaugurale rede bij de aan vaarditig van het anibt van
buitengewoon hoogleeraar aan de Ned.
:l:La
n dels Hoog’
school.
A la crise iconomique en Afrique beige, situa.tion
actuelie ei perspectives d’csven.ir
door Georges
van der Kerken, Professeur
it
l’Université de
Gand et
it
l’Uni.versirté Coloniale de Belgique.
(Brussel
1931;
Etablissements Emile Brnylant;
Paris
1.931;
Librairie du Receuil Sirey).
Verleeersvraa.gstvJcicen voor de groote stad
door B.
Mees. (Rotterdam
1932;
Nijgh & van Ditmar
N.V., Prijs
f 3,90).
Men zie voor de bespreking van dit boek Econ.-Stat. 13cr.
van 14 Dec.
ji.
Beginselen der Stcnathuishoudiuncle
door Mr.
P.
M.
von Baumhauer en Mr. J.
A.
Eigeman. (‘s-Gra-
venliage 1.931
NV.
Uitgevers-Mij. v.h. G. Delwel.
Prijs
f 3.50).
13e/;nopl ieerboeic van het handeisrelcenen
door }.[. L.
0. Kok, Leeraar aan de liandels-iloogere Buy-
gerschool te Groningen. Derde deel. (Groningen,
Den Haag, Batavia
1932;
J. B. Wolters. Prijs
f4,50,
geb.
f4,90).
in (lit deel worden beha ndeld de fondsenhandel, winst-
‘ercleeling, arbitrage, crediet. en gemiddelde w’aarden.
Railway staiistics of the United States of America
for the year ended December 31 199 compared
with the official reports for 198 and recent sta-
tistics of forei,gn railways,
prepared by Slasori Thompson, Bureau of Railway News and Statis-
ties. Twentyseventh year. Chicago
1930,
The II. G. Adair Printing Co.
INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Bedrijfsleven en de strijd tegen
de Armoede in Nederland
door Dr. CH. A. VAN MANEN.
Prijs ingenaaid
f 3,-.
Gebonden
f 4,75.
Voor leden
der Vereeniging en geabon-
neerden op het Weekblad w.ordt dit werk
beschikbaar gesteld tegen den prijs van
f 2,50
ingenaaid en
f 4,-
gebonden.
Bestellingen richte men tot het Secretariaat van het
Instituut, Pieter de Hoochweg 122, onder gelijk-
tijdige remise per postwissel of op postehèque.
en
girorekening No.
8408,
Rotterdam.
Vervolg STATISTISCH OVERZICHT VAN GROOTHANDELSPRIJZEN.
DIVERSEN
KOLONIALE PRODUCTEN
INDEXCIJFERS
VURENHOUT
RUBBER’)
Bruto-
basis 7″ f.o.b.
Standaard
SUIKER
KOFFIE
THEE
gewicht v. d.
8 ,
Zweden!
Ribbed Smoked
Witte kristal-
Robusta
Afl.N.-l. theev.
Ned.-lnd. f.m.s.
Nederland
nc!
Finland
Sheets
suiker loco
Locoprijzen
A’dam gem. pr.
per 100 K.G.
1925=100
‘.,5o
“,’-o,
COPRA
buit, handel
perstandaard
loco Londen
R’damlA’dam
Rotterdam
Java- en Suma-
Amsterdam
van 4.672M3.
per Ib.
per 100 K.G.
per 5I
K.0.
tratheep.’/2K0.
In-
oer
v
Uoit-
ver
l’
f
010
Sh.
01
f1.
°Io
cts.
.
01
cts.
°Io
f
010
1925
159,75
100
2111,625
100,0
18,75
100,0
61,375
100,0
84,5
100,0
35,875
100,0
100
100
100,0
100,0 1926
153,50
96,1
2/-
67,4
17,50
93,3
55,375
90,2
94,25
111,5
34,-
94,8
112
128
93,2
92,9
1927
160,50
100,5
1/6,375
51,6
19,125
102,0
46,875
76,4
82,75
97,9
32,625
90,9
113
116
95,4
89,5
1928
151,50
94,8
-110,75
30,2
15,85
84,5
49,625
80,9
75,25
89,1
31,875
88,9
118
128
96,4
87,6
1929
146,00
91,4
-110,25
28,8
13,-
69,3
50,75
82,7
69,25
82,0
27,375
76,3
122
132
91,6
82,6
1930
141,50
88,6
-15875
16,5
9,60
51,2
32
52,1
60,75
71,8
22,625
63,1
124
135
75,5
69,4
1931
110,75
69,3
-13
8,4
8,-
42,7
25
40,7
42,50
50,3
15,375
42,9
117
136
62,6
57,9
Jan.
1930
14750
93,9
-/7,375
20,7
11,675
62,3
35
57,0
60,50
71,6
26,875
74,9
128
136
84,5
76,9
ebr.
,
147:50
92,3
-18
22,5
11,40
60,8
35
1
57,0
58,25
68,9
26,375
73,5
112
126
81,3
75,2
Maart
147,50
92,3
-17,625
21,4
10,70
57,1
35
57,0
62,25
73,7
25,25
70,4
125
131
78,7
74,2
April
,
147,50
92,3
-17,375
20,7
10,55
1
56,3
35
57,0
59,50
70,4
26,12′
72,8
115
127
78,7
72,8
Mei
145,00
90,8
-/6,875
19,3
.
9,80
52,3
34,75
56.6
58
68,6
25,50
71,1
132
132
76,1
72,0
juni
145,00
90,8
-16,125
17,2
9,770
1
52,1
33
1
53,8
58
68,6
22,875
63,8
131
133
76,1
70,4
juli
‘
142,50
89,2
-15,625
15,8
9,275
49,5
31,50
51,3
55,50
65,7
21,75
60,6
138
141
74,2
69,3
Aug.
142,50
89,2
-14,875
13,8
8,50
45,3
29,50
48,1
55,25
65,4
20,-
55,7
129
145
73,5
67,9
Sept.
140,00
87,6
-14,125
11,6
7,975
42,5
28,25
46,0
59,50
70,4
19,25
53,7
122
126
72,3
65,4
Oct.132,50
82,9
-14
11,2
8,625
46,0
29
47,3
66,50
78,7
18,75
52,3
128
152
71,6
64,6
Nov.
,
130,00
81,4
-14,375
12,3
8.75
46,7
29
47,3
68,25
80,8
19,375
54,0
121
139
71,0
63,3
Dec.
,,
130,00
81,4
-14,375
12,3
8,20
43,7
29
47,3
66,75
79,0
19,-
53,0
105
129
69,0
61,3
Jan.
1931
125.00
78,2
-14,25
11,9
8,20
437
28
45.6
66,25
78,4
18,25
50,9
121
132
67,7
59,2
ebr.
125,00
78,2
-13,875
10,9
8,20
43,7
26,25
42,8
53
6217
18,125
50,7
96
121
67,1
59,4
Maart
,,
125,00
78,2
-f3,75
10,5
8,30
44,3
25,50
41,5
45
53,3
18,625
51,9
107
140
66,5
59,1
April
125,00
78,2
-13,125
8,8
8,576
45,7
24,75
40,3
43
50,9
17,50
48,8
110
138
65,8
58,4
Mei
125,00
78,2
-13,125
8,8
8,50
45,3
25
40,7
40,25
47,6
15,37′
42,9
114
141
65,8
56,8
juni
110,00
68,9
-13,125
8,8
8,575
45,7
25,75
42,0
39,50
46,7
14,125
39,4
127
133
64,5
56,8
110,00
68,9
-/3
8,4
8,776
48,6
27
44,0
38,25
45,3
15,-
41,8
138
153
62,6
55,8
Aug.,,
100,00
62,6
-12,5
7,0
7,90
42,1
25,50
41,5
38,50
45,6
14,125
39,4
122
142
60,6
55,6
Sept.
100,00
62,6
-/2,375
6,7
7,525
40,1
23,75
38,7
37,50
44,4
13,375
37,3
125
146
58,7
58,1
Oct.,,
100,00
62,6
-/2,375
6,7
7,55
40,3
23
37,5
37,75
44,7
13,25
36,9
119
146
58,7
–
58,5
Nov.,,
100,00
62,6
-/2,25
6,3
7,15
38,1
23
37,5
37
43,8
13,75
38,3
113
132
58,7
58,8
Dec.
82,50
51,6
-/2,25
6,3
6,75
36,0
23
37,5
35
41,4
12,75
35,5
115
114
54,8
58,8
P
n.
1932
82,50
51,6
-12,125
6,0
.
7,35
39,2
23
37,5
32
37,9
13,125
36,6
103
107
5412
58,4
Maart
,,
70,00
43,8
-11,625
4,6
6,25
33,3
23
37,5
31
36,7
14,75
41,1
87
116
52,9
58,3
br.
82,50
51,6
-12
5,6
7,05
37,6
23
37,5
30
35,5
14,50
40,4
86
III
53,5
59,8
April
70,00
43,8
-11,5
4,2
5,90
31,5
23
37,5
29,25
34,6
14,-
39,0
89
110
51,6
56,0
Mei
,,
70,00
43,8
-/1,5
4,2
5,625
30,0
23,50
38,3
30,25
35,7
13,25
36,9
89
107
51,0
54,0.
juni
70,00
43,8
-Il,375
3,9
6,30
33,6
24
39,1
28,50
33,7
12,375
34,5
101
116
50,3
52,5
juli
67,50
42,3
-11,375
3,9
6,70
35,7
24
.
39,1
23,75
28,1
12,375
34,5
100
112
49,0
53,7
Aug.,,
63,00
39,4
-/1,75
4,9
6,575
35,1
24
39,1
22,75
26,9
12,375
34,5
95
105
48,4
55,3
Sept.
60,00
37,6
-(2,125
6,0
6,52e
34,8
25,25
41,1
23,75
28,1
12,75
35,5
96
112
49,0
57,1
Oct.,,
63,50
39,7
-/1,75
4,9
6,325
33,7
26,50
43,2
28,50
33,7
12,375
34,5
104
127
49,7
55,4
Nov.
63,50
39,1
-/1,75
4,9
5,875
31,3
24,50
39,9
30,75
36,4
12,125
33,8
101
115
49,7
55,6
Dec.,,
63,50
39,7
-/1,75
4,9
5,50
29,3
24
39,1
28,25
33,4
11,75
32,8
63,50
39,7
-/1,625
4,6
5,50
29,3
24
39,1
27,502)
32,5
11,625
32,4
2 Jan.
1933
63,50
39,7
-/1,68753)
4,7
5,25
28,0
24
39,1
11,75
32,8
‘,
jaar- en maandgem. afger. op
t/s
pence. 2)15 Dec.
3)
3
Jan.
N.B.
Alle Pondennoteeringen vanaf 21 Sept.
1
31 zijn op goudbasls omgerekend