Ga direct naar de content

Jrg. 15, editie 774

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 29 1930

9 OCTOBER 1980

AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.

Economisch,wStatistische

Berichten

ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKËER

ORGAAN VOORDE MEDEDEELINCEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN

• 15E JAARGANG

WOENSDAG 29

INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GE,s’CHRIFTEN.
Algemeen Secretaris: Prof. Air. Dr.
G.
M. Verrijn Stuart.

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. Air. D. van Blom; J. van Ilasselt; Jhr. Af r. L. H. van
Lennep; Air. K. P. van der Mandele;
Prof.
Dr. 1V. J.
Polak; Mr. Dr. L. P. H. Regout; Dr. E. van Welderen
Baron Rengers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Schithuis;
Mr. Q. J. Terpstra; Prof. Af r. F. de Vries. Gedelegeerd lid: Prof. Air. Dr. G. M. Verrijn Stuart.
Redacteur-Secretaris: H.
M.
H. A. van der Valk.
Secretariaat: Pieter cle Hoochweg 122,
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.

Abonn.ementsprijs voor het weekblad franco p. p. in
Nederland f 20,—. Buitenland en Koloniën f 23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Leden en donateurs van het
Instituut ontvangen het weekblad gratis.
De verdere publicaties van het Instituut ,uitgaande ont-
van gen de abonné’s, leden en donateurs kosteloos, voor
500-
ver daaromtrent niet anders wordt beslist.
Aangeteekende stukken. Bijkantoor Ruigeplaatweg.

Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing bi] abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver-
tenties: Nïjgh t van Ditmar’s Uitgevers-Af aatschappij, Rot-
terdam, Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèque- en giro-
reLening No. 6729.
28 OCTOBER 1930.

Ook deze week bleef op de geldmarkt het aanbod

de overhand houden en zelfs de riaderiLig van vrijwel

de moeilijkste maanciswisseling van het jaar bracht

daarin voorabsnog niet de minste verandering. Parti-

culier disconto
WSS
weder flauw. Geopend op pOt.

werd al spoedig voor
15/i,
pOt. afgedaan. De uitslag

van de
lnschrljvi:ng
op het schatkistpapier, die voor

3-111aandsprornessenr uim ‘4 pOt. hooger was dan het

loopende disconto, deed een. oogenblik een lichte aar-

zeling ontstaan; maar het aanbod van wissels bleef

u.i terst gring, zooclat cle stijging tot nauwelijks ‘ji

pOt. beperkt bleef. Caligeld
WUS
weder bijna niet te

plaatsen en ‘bleef voor ‘4 pOt. allerwege aangeboden.

De prolongatierente noteerde
11%
pOt.

.* *
*

Bij •de inschrijving op het schatkistpapier werd .i n

totaal ingeschreven voor f125.162.000. Toegewezen

werden f 23.940.000 3-maan cispromessen â 995.80 of

i/s pOt.; [‘7.120.000 6-niaatridspromessn â
f
900.52

of. ce. 131s pOt. en
f
23.1.54.000 jaarbiljetten â

.f
1.005.35 of . ca. 3 pOt.

* *
*

De balans van De Nederlandsche Bank geeft weinig

verandering van beteekenis te zien. De post binnen-

landsche wissels blijkt met
f
500.000 te zijn afge-

nomen. Ie . beleeningen vertoonen een stijging van

OOTOBER 1930

No. 774

f
800.000.
Het
renteloos voorschot aan het Rijk ver-

meerderde met
f 1,1
millioen.

De goudvoorraad der Bank bleef
vrijwel
op dezelfde


hoogte. De zilvervoorraad klom met
f
300.000. De

post papier op het buitenland onderging geen wij-

ziging van beteekenis,
terwijl
de. diverse rekeningen

op de
actiefzijde
der balans een teruggang van
f
3,8

millioen te aanschouwen geven.

De biljettencirculatie daalde met
f 1
millioen. De

rekening-courant-saldi bedragen
f
500.000 minder dan

verleden week. Het beschikbaar metaalsaldo vermeer-

derde met
f
1,2 millioen. Het dekkingspercentage

bedraagt nagenoeg 52.

* *
*

De koersen ‘hebben zich de afgeloopen week niet op

het verhoogde peil kunnen handhaven, niettegenstaan-

de geld ruim is gebleven. Het aantal zaken is sterk in-

gekrompen. Ponden zijn van 12.06% op
12.06
1
/is
ge-

komen, terwijl Dollars van 2.4830 tot op 2.4826 daal-

den. Dollars in Londen verbeterden van 4.8610 tot

4.8586. Ook de Fransche Franc was wat gemakkelij-

ker; slot 9.74 na 9.74%. (Ponden tegen Francs

123.81). Beige’s 34.61. Zwitsersche Francs 48.19. Mar-

ken waren tamelijk onzeker: 59.1.8-59.00–59.18-

59.15. (Ponden tegen Marken 20.38%, Dollars

4.1967%). De Spaansche Peseta bleef gezocht; de

koers kwam van 25.80 op 27.— Yen vast 1.23%. De

Argentijnsche Peso liep weder geleidelijk achteruit en

kwam van 85%
Op
84%. Rio werd weder nominaal ge-

noteerd: ca. 25.—.

Termijnen veranderden slechts weinig; alleen ter-

mijn Marken waren lager en noteerden voor 1- en 3-

maands resp. 11-10 en 31-29 c. disagio.

LONDEN, 27 OCTOBER 1030.

Ook de vorige week bleef de gelcimarkt zeer ge-

makkelijk. Het wekte daarom wei e.enigszins bevreem-

ding toen uit den wekelijkschen bankstaat bleek, dat

de bai:kierssaldi, waarvan de mindere of meerdere over-

vloed van geld in de markt grooteudeels afhankelijk

is, tot een ongewoon laag cijfer waren gedaald, ter-

wijl de public •deposits met £ 15 rnillioen waren ge-

stegen. Dit duidt op een of andere speciale trans-

actie, waarvoor geen gereede verklaring werd ge-

geven.

Disconto bleef de geheele week op hetzelfde niveau

van
2L/16
pOt., omzetten waren niet root. De 3-maands

schatkistpr’omessen werden Vrijdag wederom tot on-

geveer
2/32
pOt. toegewezen.

1

4

958

ECONOMICH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 dctober 1930

HET INTERNATIONALE RUWSTAAL-

INHOUD.

Blz.

KARTEL.

Tot het einde van het jaar 1029 was het Interna-

tionale Ruwstaalkartel een zuiver productie-kartel,.
door middel waarvan de staalindüntrie van Westeu-

ropa (Engeland uitgezonderd) trachtte de pnijsvor-
in.iug op de staalmarkt te’ beïnvloeden.

Toen in het ‘begin van dit jaar tusschen de leden

van het kartel een overeenkomst werd geslôten, waar

bij de export naar buiten het gebiéd van het kartel ge-

legen bestemmingen onder hen werd verdeeld en te-
gelijke±tijd minimumprijzen werden vastgesteld, verar. –

derde deze internationale organisatie geheel van ka-
rakter. Met de bestaande of ongeveer gelijktijdig tot

stand gekomen regelingen betreffende het onderlinge
handelsverkeer van haiffabrikaten en walsproducten

vormde deze nieuwe overeenkomst een middel tot re-
guleering van de staalmarkt, waarvan meer succes

mocht worden verwacht dan van de regeling der

staalproddcti’e louter en alleen. Deze laatste had, van
het oogeablik af, waarop men begon ieder zijn.

aandeel in den export, dus in den afzet, te geven,
geen zin meer. Weliswaar werd .de usance, om regel-

matig de maximum hoeveelheid te produceeren ruw-
staal vast te stellen gehandhaafd, doch dit geschiedde
zooals in een vorig artikel werd uiteengezet waar-

schijnlijk uitsluitend om een norm te verkrijgen voor de binnenlandsche behoefte. De sancties op de over-

schrijding van het productiequotum werden dan ook
niet langer gehandhaafd.
Het noodlot van deze
ingrijpende
en na langdurige
moeitevolle onderhandelingen tot stand gekomen re-

organisatie is geweest, dat zij haar beslag kreèg in een

tijdvak van neergaande conjunctuur.
De orders waren schaarsch, de markt riep om lagere
en steeds lagere prijzen. Aan den anderen kant zagen
de producenten de verhouding van de capaiteit hun-

11cr fabrieken tot de hoeveelheid ‘beschikbare orders

en dus tot het hun toegemeten aandeel daarin steecl.s
ongunst.i.ger worden. De quoteening werd zoodoende
hoe langer hoe meer als een belemmering gevoeld en

de discriminatie van kartel-prijzen en de oogenblik-
kelijke handelswaarde van , het product leidde tot al-
lerlei maî:iipulaties ter ontduiking van de vastge-
stelde minimumnoteeringen. Daarbij kwam, dat cle
groothandel, die zich na het totstandkomen van de in-
teruationale regeling ‘betreffende verdeeling van den
export ‘en van de prijsconventies slechts zeer beschei-
den kortingen op de prijzen zag toegemeten, nooit con
atnore met de producenten heeft medegewerkt om de

nieuwe organisati.e tot een succes te maken, en b.v. orders, die altijd op het Continent werden geplaatst,
aan Englsche (dus buiten het kartel staande) pro-
ducenten gaf. De ‘spanningen, die door dit alles zijn’
omitstaan, zijn ten slotte te groot geworden en onder
den drang der omstandigheden moest in Juli de prijs-
conventie voor en de quoteening van den export van
staf-, band- en zwaar plaatijzer worden opgeheven.
Weliswaar bleef de overeenkomst met betrekking tot
haiffabrikaten en halkijzer nog intact en werd zelfs de
voorloopige vorm, wâarin deze overeenkomst was ge-
goten vervangen door een organisatie van een meer
definitief karakter, doch ook deze kon zich niet hand-
haven. Op een gegeven oogenblik was, als gevolg van
de voortdurende daling van het prijsniveau, de kartel-

noteeninig van sommige halffabrikaten ongeveer gelijk
aan den marktprijs voor de walsproducten, die uit
deze haiffabrikaten vervaardigd worden! Het gevolg
was dan ook, dat eind Augustus de laatste prijcon-
ventje werd opgeheven, waarmede het Internationale
Rnwstaalkartel wat men zou kunnen noemen ,,een
leege vennootschap” was geworden.
Hoewel met de ontbinding van dit z.g. verkoopkan-
toor voor halffabrikaten en balkijzer de laatste der in-
ternationale regelingen met ‘betrekking tot den hait-
dcl in walsproducteu ter ziele ging was het toch on-
juist om in dit’ verband te spreken van de ,,ophef-

HET INTERNATIONALE RUWSTAALKARTEL
door G. S.
K.
BZaanw……………………………………958
Rijksbegrooting
1931
door
Prof. Mr. C. W. de Vries. 959
De ratificatie der handelsconventie door
Mr. M. P. L.
$teenberghe ………………………………..960
Jaarvergadering van de Vereeniging voor Staathuis-
houdkunde (De fondsvorming bij de Sociale Verze-
kering) door
Prof. Mr. Dr. G. M. Verrijn Stuart .. 961
BUITENLANDSCHE MEDEWEREING:

De depressie.in Duitschiand door
Dr. Cari Kramer 963
AANTEEKENINGEN:

Nieuwe ontwikkeling op het gebied van het centrale

bankwezen …………………………….
965
MAANDCIJFERS:

Conj unctuurgegevens betreffende de Vereenigde Staten
968
Conjunctuurgegeven’s betreffende Nederland …….
969
ilandelsbeweging van Nederland gedurende de eerste
negen maanden van
1930…………………….970
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
…………….
97 1-976
Geldkoersen.

Bankstaten.

Verkeerswezen. Wisselkoersen.

I
Goederenhandel.

f:ing van het Internationale Ruwstaalkartel”, zooals

algemeen gedaan werd. Inderdaad had van het oog’eu-
blik af het kartel als zoodanig geen concrete verschij-

nlngsvorm,meer, doch het internationale contact werd
niet verbroken.’

Reeds op 13 September vond te Luik een bijeen-
komst van het directorium plaats, waarin besl’uiteu

werden genomen, welke het kartel zijn oorspronkelijk karakter teruggaven. Zooals vroeger in dit ‘blad werd

medegedeeld ‘), bracht men eind 1029 een ingrijpende
w’ijziging in de berekening der quota van de deelne-

mende landen. Oorspronkelijk Verhielden deze quota
zich als .de door de deelnemers in het ie kivartaal van
1926 geproduceerde hoeveelheden ruwstaal (niet en-
kele correcties), doqlm vanaf, November 1929 werd

deze veihouding bepaald door de productie in October
1,929.

Gedurende de maanden J’an.—Sept. van 1930 was de productiebasis’ 90 pOt. van ‘de productie in Octo-

ber 1929. In Luik nu werd besloten om voor het vier-
de, kwartaal van dit jaar de pi-oductiebasis te stellen
op 75 püt. van de productie in October 1929. Dit wil
dus zeggen, dat elk der deelnemende landen gemid-deld in elk der maanden October, November en De-
cember niet meer staal zal mogen maken dan
15
pOt.
van ‘de hoeveelheid, welke in October 1929 werd ge-produceerd. Bij overschrijding van het quotum is een
boete van 4 per ton verschuldigd. Men heeft zich

echter op het standpunt gesteld, dat geen der part-
ners in ongunstiger omstandigheden mag komen te
verkeeren dan hij onder de oorspronkelijke regeling
der quota zou zijn geweest. Er is dus bepaald,,dat een groep deze boete niet behoeft te ‘betalen zoolang haar
productie in het 4e kwartaal – ook al is deze groo-ter dan drie maal 75 pOt. der productie in October
1929 – minder bedraagt dan het oorspronkelijke quo-
tum, berekend van de productie in het 4e kwartaal
van alle groepen te zamen. Een voorbeeld moge dit
toelichten. Frankrijk’s productie aan ruwstaal was in

Oco’ber 1929 841.000 ton. Het Fransche quotum voor
liet 4e kwartaal bedraagt dus 75 pOt. van 3 X 847.000
ton = 1.905.750 ton. Bij de oprichting van het kartel
in 1926 verkreeg Frankrijk een quotum van 31.1,8 pOt.
Stel nu dat de totale productie in het 4e kwartaal
7 ,millioen ton zou bedragen, dan ligt de z.g. boete-
grens voor Frankrijk bij het
cijfer,
dat verkregen
wordt door 31.18 pOt. te nemen van 7 millioen ton,
dus bij 2.182.600 ton. In dit geval is Fi-anki-ijk slechts
tot betaling van boete verplicht, wanneer
zijn
pro-
ductie deze laatste hoeve1heid zou oversch’rjden en
wel voor niet nieer tonnen, dan waarmede deze hoe-

veelheid overschreden wordt. Komt de totale produc-
tie in het 4e kwa;taal slechts op 6 millioen ton uit,

) Zie E.-S. 13. van 13 Aug.
1930, blz. 720.

29 October 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

959
.

clan zou dc lnerboven gemaakte berekening een uit-

komst opleveren van .1.870.800 ton, een hoeveelheLd
clie Weiner is clan een kwartaalproductic, berekend
op basjs van 75 pOt. van Frankrijk’s productie in

October 1929. In dit geval is echter deze kwartaal-
prOdUctle (1.905.750 ton) de boete-grens. liet hier-

onder volgende overzicht moge de nieuwe regeling

nog toelichten.
Max. prod. voor
het 4e kwartaal

1930 gemidd. per

Quota bij Ruwstaal-

Ruwstaalproductie

maand (op basis

de opricht. productie

in October 1929

van 75
0
1 der prod. v. Ii. kartel

in Aug.

in October 1929

(iii °o)

1930
abs.

in
°Io

Duitschland
1.376.900 1.032.600 45,33

43,18

896.500
Frankrijk

847.000

635.300 27,92

31,18

775.000
België

368.800

276.600 12,16

11,56

244
900
Luxemburg

242.200

181.700

7,99

8,30

377.300 Saargebied

199.400

149.500

6,57

5,78

152.100

Deze nieuwe regeling der quota bevestigt dus het
vroeger (in December 1929) genomen besluit, om de

oorspronkelijke verdeeling te verlaten en rekening te
houden met wijzigingen in de verhouding der pro-
ciuctie der verschillende landen, zooals deze zich na de

oprichting van het kartel, of liever na het eerste
kwartaal 1926 – waarvan de productie immers al.s
basis heeft gediend voor cle berekening der oorspron-

kelijke quota – hebben voorgedaan. Hierdoor is aan
de Duitsche en Belgische groepen, die altijd hebben

betoogd, dat
11cm
quotum te laag was, voldoening ge-
geven. Aan de andere zijde speelt do vroegere verdee-
ling nog haar rol waar het er om gaat vast te stellen
of een boete verschuldigd is en een hoog quotum in

het verleden geeft in dit opzicht onder de nieuwe
regeling nog een voorsprong. Naarmate de totale pro-
cluctie der partners kleiner wordt, wordt echter ook
deze voorsprong geringer.

In het bovenstaande overzicht zijn de productie-
cijfers van Augustus 1930 gegeven, om te doen zien

op welke hoogte het productieniveau in de verschil-
lende landen thans ongeveei staat. Uit deze cijfers blijkt o.a. dat Frankrijk’ zijn ruwstaalproductie zal
moeten beperken, om gevrijwaard te blijv en van boete-
betaling. Nemen wij aan, dat in het 4e kwartaal ge-
juiddeld per maand evenveel ruwstaal zal worden ge-
produceerd als in Augustus ji. d.i. dus in totaal voor
dc deelnemende producenten 6.731.400 ton, dan zou de
boetegrens voor Frankrijk hij 2.100.721 ton liggen, en
(le Fransche groep zou 224.279 X $ 4 boete hebben
te betalen.

in hot tot eind 1929 toegepaste systeem was de
betaling van een bijdrage aan cle centrale kas per ton
geproduceerd ruwstaai opgenomen. 1 n deze kas vloei-
den ook de boeten bij over-productie te betalen en uit
(leze kas werden de vergoedingen geput., welke werden

toegekend hij onder-productie. In het nieuwe systeem
wordt liet aan boete geïnde bedrag verdeeld onder de
groepen, clie minder hebben geproduceerd dan hun
(luoturn, en wel in verhouding van de minder gepro-d uccercie hoeveelheden. Terwijl vroeger vooral aan
l)uitschland boeten moesten worden opgelegd en
Frankrijk op vergoedingen wegens onder-productie
aanspraak kon maken, zal zich thans waarschijnlijk
iii st het omgekeerde voordoen.
i)e in de Luiksehe bijeonicomst van. 13 September ji. genomen besluiten waren onderivorpen aan ratifi-
catie door (te verschillende groepen. Bij hot schrij-
ven van dit artikel was deze ratificatie van Frankrijk
nog niet ingekomen. ‘) De Fransche ijzer- en staal-in-
(lustrje heeft nog niet veel te lijden gehad van de eco-
nomische depressie, zoodat de productie op een hoog
niveau. bleef. lugevolge de jongste l)esi uiten van het
kartel zal zij echter moeten worden ingekrompen, wU
(le prestatie van een belangrijke betaling ten bate voor-
al van de Duitsche groep vermeden kunnen worden.
De Fransche groep stelt zich nu op het standpunt, dat
onder deze omstandigheden cle uitvoer van staaipro-
clucten door de overige partners naar’ Frankrijk aan
1)
Inmicldels heeft cle Fransche groep haar goedkeui-iug
gegeven.

banden behoort te worden gelegd en zij maakt mits-
dien haar goed keuring van de i.n Luik genomen he-
slu i.ten afhankelijk van deze export-beperking.

In de niaa ndlen Jan —Juli van dit jaar werd

aan ruw.staal, halffahri katen en afgewerkte walspro-
du.cten in totaal een hoeveelheid van ongeveer 125.000

ton i.n Frankrijk ingevoerd. Hiervan kwam clan nog

een gedeelte uit landen, die niet betrokken zijn bij liet

Icartel (Engeland o.a.). De import is – hoewel ni1t
zonder beteekenis – dus niet van dien aard, dat liet
bereiken van overeenstemming omtrent de beperking

daarvan groote moeilijkheden zal behoeven mede te

brengen. liet wordt dan ook waarschijnlijk geacht,

dat partijen het over deze kwestie eens zullen worden.

Zoo is liet kartel dus weer op zijn schrôden terug-
gekeerd en gaat liet — hij gebrek aan beter – op-

nieuw een systeem tot saneering van de markt toe-passen, dat in het verleden weinig succes heeft op-

geleverd. De toevloeiing van belangrijke bedragen uit

de gemeenschappelijke kas aan de Fransche groep
leidde er indertijd zelfs toe, dat de Franseuie staal-
producenten eenvoorsprong op de exportmarlct vec-

Icregen en liet prijsniveau dientengevolge daalde. Dit,
aan het met cle oprichting van het kartel nagestreefde

doeleinde tegengestelde gebeuren was echter niet zoo-
zeer een gevolg van het systeent dan wel daarvan,

dat eenerzijds het Du itsche quotum te laag, ander-
zijcls het Fransche te hoog was. Nu de berekening der
9uota is herzien en bovendien liet nieuwe systeem —
zooais hierboven is toegelicht – een factor bevat,
die o.a. voor Frankrijk de boete-grens naar boven ver-
plaatst, is de kans, dat er aanzienlijke bedragen vrij-

komen en dientengevolge storende invloeden op d
normale ontwikkeling van cle markt optreden kleiner geworden dan vroeger. :[iïtusschen ligt ‘liet in de ho-
cloeling om opnieuw de vorming van syndicaten voor
haiffabrikaten en walsproducten ter hand te nemen.

Als wij de daaromtrent gelanceerde berichten mogen gelooven zijn hierover reeds inleiaende besprekingen
gehoudën. De toestand van de markt is echter nog
niet van dien aard, dat men zich opnieu.iv zal willen
wagen aan een experiment als liet vorige. Het zal er
dan ook wel op uit loopen, dat het kartelverclrag, dat

ultimo December eindigt, op dc tegenwoorcljge basis
voorloopi g word t verlengd.

G. S. KB.

RIJKSBEGROOTING 1931.

Op 17 October 1.930 is het voornaamste stuk der
.Rijkshegrooting 1931 verschenen. Dc grootc Kamer-
eon).miSSi e, samengesteld uit de lei clers der politieke
partijen (in (leze commissie val vijf leden wsselt
om liet jaar cie liberaal met den vrijzinnig-democraat)
heeft haar Verslag, dat betrekking heeft
01)
liet lie-
g’rootngsbeieid der regeeri ng, ci itg’dliracht. Ons do okt
cli t stuk een gewiehti.gen arbeid te bevatten. Tal va ii
vragen zijn met ernst behandeld. De Commissie loopt
er maar niet overheen. Natuurlijk is er in de hegroo-
tingsstukken altijd die groote verscheidenheid, welke
het gevolg is van een groot aantal politieke partijen.
Maar toe!): hier heef t éôn strooni.iug een beciding ge-
vonden.
De
Kamer wenscht met veel uiee:r enérgie de economische vraagstukken te bestudeeren (lan de :rc-
geering scheen te veron d ers tellen.

Politieke debatten werden op zijde gesteld. Ucluic-
]c ig is niet nogmaals een onderzoek ingesteld naar
den. aard van en naar de politieke benaming van dit
kabinet.. Wel komen de woorden ,,parlementai:c”
Kabinet en ,,extra-parlementair” Kabinet ook nog in
dit stamitstuk voor, maar aan dit officieel stempel
wordt nu minder hetee]ce.0 is gehecht. Terecht. Bij
liet optreden van liet Kabinet kitu men debatteeren

over de vraag, welken invloed de groepen uit de Ka-
mer op de samenstelling en op liet programma der re-
geering hebben gehad. Maar gedurende de waarne-
ming van de amhtsperiodle geldt de spreuk: amin de
vruchten kent men den boom en tenslotte:
Elk

960

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 October 1930

kabinet is parlementair in dien.zin, dat het wijkt voor

den positief uitgesproken en gehandhaafden wil van

de meerderheid in de Tweêde Kamer. Dit groote mo-
ment doet zich echter zelden voor.

De hoofdzaak uit het gewichtige Kamerstuk dat w’ij

bespreken-is dit: het parlementair stelsel, nu opgevat

als samenwerking van gouvernement en parlement,

zal schade lijden; wanneer door die samenwerking

niet kan worden tegemoet gekomen aan de nadeelige

gevolgen van de prijsdaling, de rentedaling en de
loondali ng.

i

let heeft geen zin, dat parlement en gokvernement

elkancier de eer overlaten van
de
oplossing te hebben gevonden. I-Iet gaat niet om de eer van een Regeering,

van een Kamer of van een Kamergroep. Het gaat om

het werkelijke overleg tusschen gouvernement en par-
lement. De ,,pointe” van het parlementaire stelsel is

tenslotte, dat de verantwoordelijkheid van de regee-

ring en van de leidende groepen uit het parlement
dezelfde is.

De Kamer heeft nu voor het eerst het groote eco-
nomische vraagstuk van onzen tijd gesteld. De Regee-
ring zal thans niet otwijkend kunnen antwoorden.
Om een oplossing of om
de
oplossing vraagt niemand;

dat naar niaatregelen tot steun wordt gezocht, ver
wacht ieder.

Er is dunkt mij een oplevende politieke belangstel-

ling in verband met de behoefte aan deze overheids-
zorg. Dat daarbij het beste, het ernstigste stuk is uit-
gegaan van de Tweede Kamer, bewijst hoeveel waar-

deering de arbeid van de Kamer verdient.

Naast het hoofdpunt behandelt liet Kamerverslag

tal van zeer belangrijke vragen. In de sfeer van de
regeering heerscht wel eens de opvatting, dat men

aan de Kamer nooit meer moet vertellen dan zij pre-
cies vraagt. Ook redeneert cie ambtenaar wel: ,,met
zeggen is het nog niet gedaan” en op den daad moet
het toch aankomen. –

Uit deze stemming vloeit wel eens voort, dat niet

0
1) alle vragen een ernstig antwoord wordt gegeven.

Wanneer •de Kamer klaagt over cie inrichting der
.hegrooti ng en over de onduidelijkheid der staatsstuk-

ken daarop betrekking hebbende, dan is het mogelijk,
dat cie regeering- antwoordt-. ,, Ook de regeering is

overtuigd van cle wenschelijklieicl een’ér overzichtelijke

bcgrooting.” Daarmede uit.
Maar het is ook mogelijk, dat de regeering ant-
woorci t: Met. graagte word t van cle gelegenhei cl ge-
bruik gemaakt met cle Kamer in overleg te treden
over de vele vragen, die kunnen worden gesteld over

dc inrichting der Rijksbegrooting. Inderdaad ware
hier belangrijk te bezuiiigen zonder cle duidelijkheid te schaden- Aan typografische spilzucht (cle uitdruk-
king is van het ,,iFiancleisJ)lad”) kân een einde komen.
De begrooti og kan daar slechts bij win uen. inderdaad
zijn de begrootingsstukkeu veel te uitgebreid en daar-
door onleesbaar en veelal onbegrijpelijk.
Het gaat om den geest der samenwerking. Belang-
stelling voor het stuk der Tweede Kamer is ten volle
gerechtvaardigd.
C. W.
DE VRIES.

DE RATIFICATIE DER HANDELSCONVENTIE.

Mr. M. P. L. Steenberghe te Goirle schrijft ons:

Nu Nederland dezer dagen zal moeten beslissen
over het al of niet ratificeeren der handelsconventie
1.930, lijkt het wel gewenscht de gevolgen eener rati.-

ficatie voor ons land nader te beschouwen.
Zooals men in de artikelen van Mr. Trip in de Nos.
van 2 en 9 April ’30 van dit blad heeft kunnen lezen,
zal Nederland met Engeland, Denemarken, Noor-
wegen en Portugal een uitzonderlijke positie in de conventie innemen. De andere toetredende landen
toch zullen zich slechts verbinden de bestaande han-
delsverdragen niet voor. April 1931 op te zeggen.
Verder kunnen zij hun invoerrechten vrij verhoogen,
met dien verstande, •dat indien een van de andere

contracteerende . landlen zich ernstig benadeeld zou

achten, binnen 2 maanden onderhandelingen over her-
stel der oude rechten gevraagd kunnen worden. De
verhooging der invoerrechten wordt echter in dien

tusschentijci n i et opgeschort. Wanneei bi nnen twee
maanden geen oplossing is gevonden ldafl de gekte-

deerde partij een maand later, hetzij uit cle conventie
treden, hetzij cle conventie tegenover het verhoogende

land alleen opzeggen. In gevallen echter, waarin

spoedeischnde omstan cli ghcden aanwezig zijn, kan

men geen nadere onderhandelingen eischen en staat
voor cle geiaecleei-cle partij slechts cle weg vai:i op-
zegging open.

Nederland, Engeland, Denemarken, Noorwegen en
Portugal zullen echter in geen geval hun invoer-

rechten (zuiver fiscale rechten uitgezonderd) mogen
verhoogen. Ook niet in geval van dlringende omstan-
digheden. De invoerrechten van deze landen worden

dlOOr cle conventie gefixeerd.
.I

Ioe moet nu cle houding van Nederland tegenover
een eventueele ratificatie zijn?

in het algemeen mag men wel vaststellen, dat de
huidige economische crisis ons huiverig moet maken,
ons
0])
dit ooenhl.ik vast te leggen ten opzichte van
de door ons land te volgen handelspolitiek. De ont-
wilckeling van de crisis kan medebrengen, dat ook ons

land zich gedwongen zal zien handelspolitieke maat-
regelen te treffen. Reeds thans verneemt men stem-

men, dlie om dergelijke maatregelen verzoeken, van
personen en lichamen, die tot nu toe sterk tegen

wijziging vicn ons stelsel van handelspolitiek. gekant.

waren. De verantwoordelijke regeering zal dan ook o.i.

moeilijk op dit oogenhlik een besluit kunnen nemen,.
waardloor haar practi.sch voor de naaste toekomst voor
tal van maatregelen de handen gebonden worden.

Geldt de bovenstaande i-ecleneering voor elke inter-
nationale maatregel op handlelspolitiek terrein, clie op
dit ongenblik zou worden getroffen, zeer bijzondier is
zij van toepassing op cle houding van Nederland ten

opzichte der ‘handelsconventie. Bij toetreden tot deze
conventie toch geven wij onze
geheele
handelspolitieke
vrijheid prijs, terwijl het grootste gedeelte der andere
landen, zoo dleze al toetreden, zich slechts in beperkte
mate binden. Zou, tot overmaat van ramp, ook Enge-
land weigeren de conventie te ratificeeren, dan heb-

ben onze voornaamste export- en importlanden iie
handen geheel of gedeeltelijk ‘rij, terwijl wij de om-
st.andighedeti zullen moeten laten spreken, zonder zelf
in het belang van ons land te lcu.nnen lugrijpen.
Er is echter nog meer. De oorspronkelice Conventie
vooi een tarievenhestand, thans geworden de Handels-
conventie, zou een natuurlijk complement zijn van de
Conventie inzake cie in- en uitvoerverboden. Immers
door deze laatste Conventie zouden dle toetredende
landen zich o.a. verbuden geen invoerverboden te
heffen; zij bleven echter vrij, de tarieven sterk te ver-
hoogen. Door een tar.ievenbestandl zouden dan ook de

clouanerechten gefi xeercl wordien. –
Nu is echter cle grondslag van het geheel verval-
len, doordat de meeste landen de Cönventie inzake
de in- en uitvoerverboden slechts geratificeerd hbben,.
onder oorwaarcle, dat ook Polen en Tsjecho- Slowa-
kije zouden rati fi ceeren. Alleen Neclerlan d, Engelan cl,
Japan, Noorwegen, Poitugal en de Vereenigde Staten hebben onvoorwaardelijk gei-ati ficeerd. Waar Polen
niet tot dle Conventie is toegetteden, is dus de rati-ficatie der andere landen vervallen. Nedejland, met
cle liierbovep vermelde 5 andere landen, is echter aan

de Conventie ebonden: Zou Nederland nu ook de
Hancielsconventie ratificeeren, dan ‘heef t het zich èn
wat cle in- en uitvoerverbede.n èn wat cle dlouanetarie-
ven betreft volledig vastgelegd en kan op het goheele
térre.id der handelspolitiek
geen enicele wijziging
aan-
brengen. Daartegenover i.s het grootste gedeelte der
landen, waarop wij voor in- en uitvoer yan producten

zijn aangewezen,
geheel vrij
om invoerverboden in te stellen en, zelfs bij ratif.icatie der Handlelsconventie,
gedeeltelijk vrij om cle invoerrechten te verhoogen.

29 October 1930

. ECONOMiISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

961

• Nederland heeft door zijn liberale handelspolitiek
reeds afdoende getoond, dat het wil meclewerken aan
het gezond maken der internationale economische ver-

houdingen. Dat wij door deze houding in de bedoelde
Conventie in een ongniîstige positie worden geplaatst

is onbillijk en onaanvaardbaar. Doch in deze crisis-
omstandigheden een dergelijke Conventie te ratificec-

ren zou o.i. onverantwoordelijk zijn. Dat, naast ver-
schillende andere organisaties, ook het vrijhandeisge-

zinde Kon. Ned. Landbouwcomité op niet-ratificatie

aandringt, is dan ook wel teekenend.

JAARVERGADERING VAN DE VEREENIGING

VOOR STAATHUISHOUDKUNDE.

De fondsvorniing bij de Sociale Verzeldering.

In het nummer van 22 October van dit weekblad hebben wij een kort uittreksel gepubliceerd van de
praeadviezen, die oncierscheiclenlijk door den heer

K. Lindner
en
Prof. Dr. A. 0. Holwerda waren uitge-

bracht voor cle Vereeniginig voor cle Staathuishoucl-
kunde en cle Statistiek. Inmiddels zijn deze pracadvie-
zen ampel besproken in de jaarvergadering van ge-

noemde Vereeniging. Evenals in vorige jaren, willen
wij over het verloop van cle daar gevoerde debatten

het een en ander mecledeelen.
Wie de debatten van jl. Zaterdag heeft bijgewoond
en eene vergelijking kan trekken rnt de, besprekingeu,
welke in vroegere jaren in cle Vereeniging voor Staat-
huishoudkunde zijn gevoerd, die zal zich niet slechts
getrof.f en hebben gevoeld door veel wetenswaardig.s,
dat door de talrijke clebaters naar voren ivercl ge-
bracht, doch ook door liet feit, dat zich de overgroote
meerderheid der sprekers in eene en dezelfde richting bewoog. :De strijd ging, gelijk men in het vorig num-
mer van dit weekblad •heef t kunnen lezen, tussehen
liet stelsel van fondsvorming en het omslagstelsel. liet
eerste beginsel nu heef t in de vergadering bijzonder
weinig bijval gevonden; verrewég de meeste spre-
kers hebben op het stelsel van fondsvorming kritiek
tii
tgeocfend en voor een deel onomwonden het pleit
gevoerd voor liet omslagstelsel. De heer Lindner had
dan ook het meest van den aanval te verduren, het-
geen ook voor hen, die tegen zijn praeadvies bezwaren
hadden, toch niet geheel bevredigend zal zijn geweest,

omdat men nu eenmaal niet bijeen was om een omslag-
unisono aan te hooren, doch om liet aan de orde ge-
stelde vraagstuk zoo veelzijdig mogelijk te hooren toe-
lichten.

Van de tegenstanders van de fonclsvorming noemen
wij in de eerste plaats den Heer
S. Posthurna,
niet
omdat hij liet eerst aan liet woord kwam, doch omdat
door hem een zeer helder cci prineipiëel betoog ter be-
strijcling van de fonclsvormi ng iverd gegeven. Ook
Mr.
van. Spaen4ortck,
die een pleidooi voerde voor liet tot
ontwikkeling brengen van particuliere bedrijfsfondsen,
toonde zich een voortancler van het omslagstelsel,
evenals
zijn geestverwant
Dr. L. G. Korenhorst,
die
de zorg voor cle ouden van dagen in cle eerste plaats
zag als een taak voor de betrokkene zelf, in cle tweede
plaats voor zijne familie, vervolgens voor het bedrijf

en eerst in de laatste plaats voor de Overheid, die
niet meer moet vormen dan een bescheiden schom-
melfoncis. Ook
Mr. M. P. L. Steenbergh,e voegde zich
bij cle voorstanders van het omslagstelsel.

Verschillende sprekers gaen als hunne meening te
kennen, dat in laatste instantie een omelagstelsel niet
veel verschilt van fondsvorming en dat de geheele dis-
cussie over de vraag, bij welk stelsel. de lasten het
zwaarst zijn, niet meer is dan een woordenspel. Naast
den Heer Posthuma noemen wij in dit verband
Mej.
Mr. E. C. van Dorp,
die er den nadruk op legde, dat het bij gedwongen verzekering niet een eventueel te
dien einde gevormd fonds is, dat den verzekerden
hunne uitkeeringen waarborgt, •doch het in de wet
vastgelegde staatsbevel, dat zich gelijkelijk bij fonds-
vorming en omslagstelsel doet gelden; cle spreekster
kwam tot de conclusie, dat een stelsel van staatspen-

sioneering de voorkeur verdient boven dat der ge-
dwongen verzelcering met fondsvorming. Ook
Dr. F.

M. Wibaut,
hoewel van meening, dat fondsvorming de
uitvoering van de sociale verzekering beter waarborg-

dle dan een omslagstelsel, gaf te kennen, dat het ver-
schil in beginsel niet groot was.

Naast degenen, die min of meer principiëel tegen

fondsvorming waren gekant of althans de vorming
van een fonds geheel overbodig vonden, lieten zich

verschillende sprekers hooren, die de practische be-
zwaren van fondsvorming zeer groot achtten. Zoo

vooreerst
Mr. W. M. van Lanschot,
die op de keurige

wijze, die men van dezen senator gewend is, ede uit-

eenzetting gaf van de enorme moeilijkheden, welke

zich voordoen bij de belegging van de groote fondsen,

en die met name wees op het gevaar van overvoering
van credietbehoevende’ Gemeenten met fondsgelden; deze spreker achtte daarom, waar afschaffing van het thans vigeerende stelsel van fondsvorming hem prac-

tisch uitgesloten scheen, een poging tot verruiming

van de bestaande beleggingsvoorschriften aanbevelens-
waard, al moest hij dadelijk erkennen, dat ten aanzien

van ieder concreet voorstel van dien aard (belegging

in aandeelen en particuliere obligaties, belegging in
het buitenland) de moeilijkheden van de beleggings-puzzle als paddenstoeien uit den grond kwamen. ilet thema, door Mr. van Lanschot ingezet, werd later in
de repliek van
Prof. Holwerda
overgenomen; deze ver-
klaarde uitdrukkelijk, dat hij om practische, en niet
om theoretische redenen liet omslagstelsel het beste
acht, en onder deze practische redenen nemen de dooi
Mr. van La nschot geschetste helegg i ngsmoei lijkhcden,
waarvan Prof. El .in de practijk het een en ander
heef t meegemaakt, de voornaamste plaats in.
Uit een ander vaatje tapte weder
Drs. Mey,
die de
bekende, doch o.•i. onhoudbare stelling verdedigde, dat
er in gestadige opvoering der besparingen een gevaar
is gelegen, omdat men clan •de koopkrachtige vraag

naar de eindprod ucten van het bedrijfsleven vervangt
döor vraag naar goederen van hoôgere orde, ivelker
product uiteindelijk echter hij gebrek aan vraag niet
afgezet zal kunnen worden; fondsvorming zal tot ana-

loge bezwaren voeren en moet daarom volgens dezen
spreker onraadzaam worden geacht.

Iets minder scherp liet
Jr. G. A. Kessier
zich uit,
die wees
01)
het cloeilooze van liet treffen van beschik-
lcingen op zeer langen termijn vooru:it, zoolang men
iii et weet, hoe het met cle koopkracht van het geld zal
gaan en zoolang men niet een redelijke kans heeft, dat
het gevormde fondli inderdaad een behoorlijice ren te
zal opleveren.

Slechts cle Heer
J. C. Schröder
nam liet voor cle
fonclsvorming op tegenover het praeadvies van Prof.
ilolwerda, terwijl
Mr. P. W. J. H. Gort van der tin-
den,
met liet volgen van wiens betoog wij cenige
moeite hacl’deu, liet huidige stelsel om practische rede-
nen voor het bedrijfsleven, althans voor de industrie,
nog zoo kwaad niet vond.

Wij kunnen hier op de bijzonderheden van liet de-
bat niet nader ingaan, maar willen toch enkele pun-
ten daaruit relevecren, inzonderheid betrekking heb-

bende op de voornaamste principiëele en practische
bezwaren, die tegen fonclsvormi ng iverclen aangevoerd,
en op het antwoord, dat naar aanleiding daarvan door den Heer Lindner werd gegeven.

* *
*

De hoofdvraag, waarom het voor ons gevoelen in
dezen gaat, komt hierop neer: zal een volk, dat in de
toekomst aan de dan levende ouden van dagen zelcc.rc
uitkeeringen wenscht te zien toegekend, voor de ver-
vulling van deze belofte beter kunnen zorgen, wan-
neer telkens gedurende het leven van den begunstigde
door of voor hem zooveel aan premie wordt betaald en
belegd, dat uit het aidu gevormde fonds de uitkee-
ring kan worden voldaan, dau wanneer telken jam
het te betalen bedrag wordt omgeslagen en er geener
lei fonds wordt gevormd?

962

ECONOMISCH:STATISTISCHE BERICHTEN

29 October 1930

De Heer
Posihurna
heantwoordde deze vraag ont-

kennend. De premie, zoo luidde zijn redeneeritig, komt

niet in mindering op liet loon, dat blijkens de feiten

een van de meest onhewegelijke prijzen is, doch drukt
op cen ondernemer; deze ken haar wellicht ria zeer

lange tijclsperiode
cii
den arbeider verhalen, doch het-

is best mogelijk, dat daarvoor een volle generatie noo-
dig is, d.w.z. juist het tijdvak, waarin liet onderscheid

tusschen fondsvormig en omslag van liet meeste be-
lang is. Nu is niet het arbeidsloon, maar de onderne-
merswinst de bron der kap itaalvorming; premi.eheffing

voor fondsvorming beteekent dus op zijn best kapitaal-

verschuiving, geen vorming van nieuw kapitaal: Van

ede versterking van het inkomen der toekonistige ge-

neratie, wel.ker ouden van dagen uitkeering zullen

ontvangen, is dus geen sprake.

Het antwoord van den Her
Li’n,dner –
luidde met

een beroep
01)
Cassel en Prof. Bordewijk, dat alle las-

ten, op den ondernemer geleg(l ui.t hoofde van liet feit,
dat hij van de diensten van den arbeider gebruik

niaakt, en die dus grooter of kleiner worden, naarmate
het aantal arbeiders in cle onderneming stijgt of daait
een vorm van: indirecte loonbetaling zijn en dus ver-

haald zullen worden op liet loon, dat de arbeider iii

handen krijgt.
De Heer L. verklaarde geen econoniist

te zijn, en wellicht is het te wijten aan het gevoel van

glad ij5 onder den voet, hetweik hem ervan weer-
hield zijn betoog nader uit te werken. De repliek

van dezen praea’dviseur kreeg claard oor een zwakker

aspekt, dan o.i. noodig was geweest.

Nu komt het ons voor, dat het in een land niet een

goed georganiseerd vakvereenigingswezen niet twij-
felachtig is, of cle invoering van een premiestelsel

zal niet aanstonds en veelal zelfs in het geheel niet

tot uiting komen in loonverlaging. Maar wel zal ver-
haal van de premie op den arbeider mogelijk zijn,
wanneer eene loo.overhooging, welke anders doorge-
voerd zou zijn, wordt tegengehouden. Nu is het on-

waarschijnlijk, dat het ede generatie zou moeten clu-
ren, voordat zich in landen met cciie min of meer
normale economische ontwikkeling een gelegenheid

tot loonverhooging zou voordoen. Wij geven volko-men toe, dat de last in den overgangstijd op den on-
clernemer drukt, reden waarom in depressietijclen
nimmer tot invoering of verhooging van premiën

mag worden overgegaan en in tijden van stabiliteit
daarmede groote voorzichtigheid moet worden be-
tracht. Doch in tijden van stijgen cl arbeidsloom zal de
druk van den. ondernemer
Oj)
den arbeider overgaan,
zoodat cle eerste evenveel kapitaal zal kunnen vormen

als tevoren.
•De stelling van (Een….teer
Poshurna,
dat premie-

heffiig dus practiscli neerkonit op verschuiving cii –
niet op veni:neerclening va.n kapitaal vorming, geldt

derhalve alleen voor overgangstijden. In beginsel komt
liet ons claroni voor, dat fonclsrorming op den duur
zal gaan tea laste van inkomens, waaruit, ware ei’
geen premieheffi og geweest, vermoedelijk niet of niet

zooveel zou zijn bespaard.
• Zrci nu echter cle fonclsvorniing ertoe leiden, dat
in cle toekomst liet volksi.nkomen zal worden vergroot
en dat cle belegging een ruimere goederenvoorziening
in de toekomst waarborgt? Dat hangt af van devraag,
hoe de fondsgelclen besteed worden. Laat men deze i.n
hun geheel rdaar de Overheid vloeien, dan is het ge-
-vaar wei zeer groot, dat een belangrijk gedeelte ervan
improductief wo:rdt aangewend, en dit gevaar is te
grooter, omdat cle gelden niet langs den weg der kapi-
taalmarkt tot (.1e Overheid komen, doch door het
dwangm.iddel der premieheffing, waarbij vrije prijs-
vormIng bij cle bepaling der rente is uitgeschakeld. Bovendien doet liet er i.n dat geval niet toe, of men
fonds vormt of omslaat: hij improduct.ieve belegging
moet cle gemeenschap rente enaflossing betalen tot
bedragen, die voldoende zijn om de uiticeeringen van het fdnds te dekken, en hij een omslagstelsel moet die
zelfde gemeenschap precies evenveel betalen om recht-
streeks de omgeslagen uitkeeringen te voldoen.

Belegt men de fondsgelden niet in Overheidsschuld,

‘Loo komt men voor alle ge’aren van een Staatsinvest-

menttrust te staan, ten aanzien waarvan wij de mee-
ning ‘aii
Mr. van Lcnsvschot
geheel kunhen deden en
waarover wij even weinig gunstig denken als over

ee.ne Staats- of gemengde .industriebank
1)

De partijpolitiek heeft dan – oolc de Heer
Pos-
huma
wees er op – vrij spel en liet gevaar is groot,
dat de fondsgelden zullen worden aangeweud als mid-

del tot het volvoeren van experimenten op het gebied
dci- socialisatie. Niet de pnincipiëele, maar •de zuiver
practische moeilijkheden zijn hier dus van zeer groot

belang en in dit opzicht erkennen wij liet gewicht van
de door
Prof. Holwerda
en
Mr. van Laatschot
naar
voren gebrachtte bezwaren.

Tegen deze bezwaren voerde de Heer
Lindn’èr in
zijn repliek een nieuw argument aan, dat nien
in
zijn
praeadvies niet aantreft. Aannemende, dat de premie

komt uit een inkomen, dat anders verteerd zou zijn,
en aanneniende verder, dat toch wel niet alle fönds-
gelden op eene minder juiste wijze belegd ‘zullen won-den, zoo
.
moet men z.:i. toegevdn, dat dan toch een

deel van het fonds aan de bedoeling van toekomstige
versterking van het vollcsinlcomen ten goede zal ko-

men en dat het voor de rest niet anders is dan een op

andere wijze consumeeren van het geld: immers deze
rest wordt hij verkeerde belegging door cle Overheid
verbruikt, terwijl dit anders door de arbeiders zou zijn

gedaan. Op deze wijze bezien, zou de fondsvorming
dus altijd vel eenig voordeel en nimmer nadeel laten.
Dit argument lijkt ons niet bepaald sterk. Het f as-

cineei-t ellicht op het eerste gezicht, doclihier geldt:
in cauda. ven,enurn.
Vooreerst toch kan het slechts
hem bekoren, die de consumptie. door de gemeen-

schap geheel op één lijn stelt met die door den mdi-
vidueelen arbeider; het is begrijpelijk, dat de Heer
Li ndner, wiens niaatschappijbeschouwi ng afwijict van
clie van schrijver dezes, hierover een ietwat andere

meerning is toegedaan dan wij, die in cle individueele beslissing over het zelfverdiende geld een steunpilaar
van onze sanienleving zien. Vervanging van indivi-

clueele door collectieve consumptie lijkt ons clu.s in

tegenstelling tot den Heer Lindner allerminst een
onvdrschillige zaak.
.Lr cle tweede plaats zouclen wij erop willen, wijzen.,

dat cle consuniptie door de Overheid in di.t geval
plaatsvindt in een vorm, ‘clie het nageslacht een zwa-
ren schuldenlast zal nalaten. en in dien tusschentijd
voor cle verzekeringsfoncisen een schijnlcapitaal heeft

gevormd. Een overbodige stadhuisverfraaiing of een
onnooclig plantsoen zijn waarlijk niet op één lijn te

stellen, met de verteririg van den arbeider, want de
eerste belast latere generaties en. de t,’eecle niet.
Wij meenen dan ook, cia t de practische bezwaren
der fondsvorming door liet betoog van clen.l:leer

Lindner allerminst zijn o.titzenuwd.
Tenslotte nog een woord over cle vraag, of. .iien cle
fondsvorniing moet aanbevelen uit een oogpunt vati
zekerheid voor de toekonistige rentetrekkers. Wij zijn

het in dezen niet eens met
Drs. Mey, die
iiti
kapitaal

vorming een gevaar ziet. Niet de besparing als zoo-
danig levert gevaar op, doch de eenzijdige aanwen-
ding daarvan en cle overvoering van bepaalde pro-
cluctiekanalen met bespaarde niidclelen; daarin bestaat
het euvel van de z.g. overicapitalisatie in de conjunc-
tuur, niet in een absoluut teveel aan besparingen. Ook
gevoelen wij niets vooi- het betoog van den 1-leer
Kess-
ier,
dat het geld w i
el eens n waarde kan dalen en
daardoor ‘de reëel gekweektè rente illusoir ican wor-
den; de waardefluctuaties van het geld vreezen wij
niet minder dan hij, niaar wij zoeken liet geneesmid-
del i.n verbetering van liet geidwezen, en niet ,i ii het
nalaten van voorzorgen, indien men deze ciii andere

redenen gewensclit mocht achten.
Doch wel gevoelen wij in dit opzicht voor het be-

1)
Zie ons artikel over Banken en Industrie in E.-S. B.
van
11
Juni ji.

29 October 1930


ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

963

toog van den Heer
Posthuina, Mej. van Dorp
en

Prof. Holwerda,
dat een Staat, die de uitkeeringen

van een omsiagstelsel niet zou respecteeren, dit even-
min zal doen met een tevoren gevormd fonds.
Wie fondsvorming verdedigt, kan dat, dunkt ons,
slechts doen op dezen grond, die tenslotte ook voor

den Heer
Lindner
blijkens zijne repliek aan de spre-
kers, de hoofclgrond vormde, dat daardoor de economi-

sche kracht van liet volk wordt versterkt. Alen kan

dat – en daarmede besruiten wij deze opmerkingen naar aanleiding van de gevoerde besprekingen – in

beginsel volhouden, ook tegenover de principiëele te-
genstanders van een fonds, en niettemin wegens de

bedenkelijke gevolgen, die groote fondsen in de han-

den der Overheid voor liet economisch leven met zich

kunnen brengen, om practische redenen het omslag-

stelsel. ve.rkieselijk achten.
Tenslotte nog een opmerking van dezelfde strekking
als het legin van ‘s Heeren Lindners repliek; deze

merkte op, dat hij onmogelijk alle opmerkingen kon

beantwoorden in den hem beschikbaren tijd; ook wij
konden in deze korte nabetrachting een zeer groot
aantal waardevolle beschouwingen in het geheel niet
ter sprake brengen. Maar de qunestie der fondsvorming

zal ook in de komende jaren aan de orde blijven en aanleiding geven tot nadere discussie; daarvan zal,
naar wij hopen, ook in cle kolommen van dit week-

blad de terugslag zijn waar te nemen.
G. M. V. S.

BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.

DE DEPRESSIE IN DUITSCHLAND.

i)r. Oarl Kriïmer te Hamburg schrijft ons:

In een Nederlandsch dagblad werd eenigen tijd ge-
leden een meening geuit over Duitschiand en de Duit-sehers, die tot op zekere hoogte als representatief voor
de opvattingen van het buitenland oier ons land kan.
gelden. Op het oogenblik bestaat in Duitschland, al-
dus cli t blad, de origelukkige neiging tot een over-
dreven pessimisme, de neiging om alle dingen van
den ongunstigsten kant te bezien. De IDuitscliers jam-
meren en klagen over alles, wat hun wedervaart,
zonder ook op de lichtzijden van den tegenwoordigen,
ongetwijfeld moeiljken, toestand te letten en zonder
voldoende te bedenken, dat ook andere landen met de-
zelfde, indien zelfs niet met grootere moeilijkhecle:n
te strijden hebben. Zoo is het dan mogelijk, dat het
buitenland op het oogenhlik een grooter vertrouwen
in de economische vooruitzichten van Duitschland
koestert (bill cle :Duitschers zelf.
Dit verschijnsel is ongetwijfeld juist gezien; dc
critek, die er in ligt, is uiterst gerechtvaardigd, ge-
rechtvaarci igd vooral met erop te wijzen, dat jamme-
ien en klagen wel liet ondeugdelijkste middel is om uit
ecn moeiljken, bijna wanhopigen. toestand te geraken
en dat, wanneer iets, slechts onvermoeide ârheid kan
helpen. Anderzijds zal echter degene, die de ontwik-
keling van nabij gadeslaat, cie klachten, die toch
hoofdzakelijk van de ondernemers en het zakenleven komen, hegrijpelijker kunnen vinden. Het komt er op
het oogenblik meer dan ooit op aan, de dingen vrij
van iedere overweging van zakelijke en politieke be-
langen te zien, om de juiste maatregelen te kunnen
nemen. i)aarom zuilen wij trachten hier onbevooroor-

deeld een beeld te geven van den tegenwoordigen toe-

stand van Duitschland.
* *
*

Het is bekend, dat de Duitschers een vlijtig en

werkzaam volk zijn met aanzienlijke technische en
01-

ganisatorische bekwaamheden, bovendien een volk, dat
in het algemeen geen neiging vertoont tot politiek
radicalisme. Indien nu de politieke en economische
verhoudingen zoo gespannen zijn, zooals dit op het

oogenblik liet geval is, dan moet reeds een bijzon-
dere druk van binnen of van buiten uitgaan. Een

i)elangrijice oorzaak voor de politieke onrust en (le

economische moeilijkheden is natuurlijk het herstel-

vraagstuk. Wij willen niet over het hoofd zien, dat dc
]ierstelbetalingen, vooral in den vorm van het Young-

plan, dat Duitschiand gedurende twee generaties tot
betaling velplicht, door een groot en toenemend deel
Van liet volk in moreel en economisch opzicht als oii-
rechtvaardig wordt beschouwd. De politieke tegen-

stellingen over dit punt hebben thans den vorm van

een broedertwist aangenomen, die de kiem tot ramp
zalige verwikkelingen in zich bergt. hoe zeer liet
i itusschen noodzakelijk is in het hersteivraagstuk een
overeenstemming tusschen de naties van Europa tot

stand te brengen, en een regeling te treffen, die beter iii het moreele bewustzijn van cle volkeren is gefun-

deerd dan de tegenwoordige, zoo moet toch de nadruk
erop worden gelegd, dat dit vraagstuk niet de eenige
en niet cle
belangrijkste
oorzaak van de tegenwoordige
spanningen voorstelt.
Het is, thans in Duitschiand, zeer algemeen ge-

sproken, onmogelijk gebleken, de inzichten van de po-
litieke partijen over hetgeen aan .staatsregeling en
hetgeen aan het vrije spel van de economische kracli-
ten zal worden overgelate:n, met elkaar in overeen-
• stemming te brengen. Aan den eenen kant ontbreken
op liet oogenblik de subjectieve en objectieve voor-
waard en, om liet tegenwoordig kapitalistische stelsel
door een ander te vervangen. Aan den anderen kant
heeft men echter de w’cnschen van de principiecie
tegenstanders van liet kapitalistisch stelsel, zij het niet in wezen dan toch op belangrijke punten ver-
vuld. Men heeft de eischen, opgelegd aan de clrager
,

van liet tegenwoordig economisch stelsel, (ie onder-
nemers, op den spits gedreven, daarbij echter
cea
eco-
nomische, financieele en sociale politiek gevoerd,
(lid’ niet in liet minst rekening houdt niet de wètmatig-
lieid en (ie innerlijke logica van het kapitalistisch
systeem. Alen heeft aan de ondernemers, zoowel aan
(legrootsten als aan de kleinsten, aan de industrieelen
cii aan de landbouwers eischen gesteld, ciie deze noch
willen, noch kunnen vervullen. .i)e Duitsche onder-
nemer heeft in de laatste jaren bewezen, (fat hij be-
reid is, uiterst hooge belastingen en uiterst hoogc loo-
nen te betalen, dat hij zelfs bereid is schulden te
maken om zijn verplichtingen ria te komen. De ont-wikkeling van liet loopende jaar laat echter niet den
geringsten twijfel, dat de grens van het mogelijke
overschreden is.
Wij zullen trachten, dit f ei t van een onderdrukking
van den wil van den ondernemer door overmatig
iiooge belastingen en bonen te bewijzen. De ontwiic-
keling van het ‘i)uitsche volk.sinkomen geeft otis
eenige steunpun ten.

Het Duitsche volksinkomen (in miii, M, resp. R.M. tegenwoordige koopkracht).

Inkomensbronnen.

1
1913
1
)
1925 1926

1927
1928

1

1929
Landbouw

……………………..
6,1
3,2
3,3
3,5
3,4_
3,6
3,4_ :3,6
Handel en bedrijf ………………..
.
0,0-11,0
11,7
11,7
12,9
13,0-13,2
13,
_1
3,3
Huren en pachten ………………..

.5,1-

0,8- 1,0
.
0,5
0,6
0,7 –

0,8
0,8
Vermogen
.5,0-
5,9
1,4
1,5

2,2 2,8
3,3- 3,4

21,8-23,0
16,8
17,1
19,3
20,0-20,4
20,6-21,1
Ondernemersinkomen

……………..
Loonen en salarissen

…………….
20,0-21,3
34,9
35,5
38,8-39,4
43,6-44,1
44,5-45,5
Socialebijdragen

………………..
._
0,4-0,5
1,6
1,9
2,2
2,6

2,6-2,7

Totaal van het particuliere inkomen
. .
43,5 53,3 54,5
60,3-60,9
60,2-67,1
67,7-69,3
1)
Tegenwôordig gebied.

964

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 October 1930

Dit overzicht brengt zeer duidelijk het feit naar

voren van een overmatige stijging van de bonen ton
koste van het ondernemersinkomen. Het inkomen uit
bonen, salarissen en z.g. sociale b.ijdragen bereikte

in 1929 in vergelijking met 1913 een niveau van 230 pOt., d.w.z. het is in vergelijk:ing met 1913 met 1.30

pOt. en, met inachtneming van de prijsveranderingen,

met 50 pOt. gestegen. [let ondernernersinkomen is
vergeleken met 1930 naar de nominale waarde eenigs-

zins en naar de reëele waarde zeer aanzienlijk ge-

daald. •De koopkracht van het on(lernemersinkomen

in handel en. industrie is thans 10 pQt., dat in den
landbouw 50 pOt. lager dan v66r den oorlog.
Deze veranderingen, waarvoor natuurlijk ook tal-

rijke hijoorzaken zijn aan te wijzen, zijn hoofdza-

kelijk daaraan toe te schrijven, dat
01)
het oogenblik

in i)uitschland het arbeidsloon, in tegenstelling met

de vdSr-oorlogsche periode, niet meer op grond van
den toestand op de arbeicismarict, overeenkomstig (le
verhouding van vraag naar en aanbod van arbeids-

krachten, wordt vastgesteld., m.a.w., dat er in Du.i.tsch-
land geen vrij loon meer bestaat. 1-1.et .Duitsche loon-

iii i’eau word t bepaald op grond van een verpljchte
methode van bemiddeling en wel van de ii itspraak
van een door cle Overheid aangestelden bemiddelaar,
(lie door het Min isteri.e van Arbeid btndencl wordt ver-

klaard, zelfs indien hetzij de werkgevers hetzij de werk-

nemers of beide partijen niet daarmede accoord gaan.

Een clergel ijke vrbi nd.end verklaarde uitspraak heeft

de kracht van een staatsverordening, d.w.z. de niet-
nakoming van de uitspraak heteekent een verzet tegen

den staat. Dit systeem heef t in de laatste karen zelfs

tot in de depressie eenzijdig in den zin van voort-

(1 urende loonsverhoogi ngen gewerk t, zonder rekening

te houden met cle rentabiliteit van de ondernemingen.
Deze tendens blijkt duidelijk uit het bovenstaande

overzicht.

Daarbij komt nog een tweede factor. Tengevolge
van deze opvoering ‘van het arbeidsloon en de daar-
door geforceerde neiging van de ondernemers, den

handarbeici door machinalen arbeid te vervangen, is de
werkloosheid in de laatste jaren enorm gestegen.
liet aantal werkloozen bedroeg einde Septeber
1927 0.8 millioen; 1928 1 millioen; 1929 1.4 millioen

en 1930 3 millioen.
In normale gevallen bestaat nu de tendens, dat in
de depressie een daling van het boonpeil intreedt,
doordat de werkloozen hun arbeidskracht goecikooper
aanbieden, waardoor weer een evenwicht tusschen
vraag en aanbod wordt bereikt. In Duitschland –

ook in Engeland is dit het geval – wordt echter de
terugkeer tot dit normale evenwicht verhinderd,
doordat cle werkloozenverzekering, clie op bij-

dragen van werkgevers en werknemers evenals op
voorschotten uit de staatskas is opgebouwd, den
arbeiders ook in crisistijden het bestaansminimum
verzekert. De b.ijdragen voor deze verzekering blijken

uit de volgende getallen. Oorspronkelijk bedroeg de
bijdrage, zoowel voor arbeiders als voor ondernemers
i6 pOt. van liet loon; thans bedraagt. zij 3/i pO..
van het loon en desondanks moeten cle staat en cle
gemeenten nog R.M. 136 milliard voor werkloozen-
ondersteuning betalen. Door deze regeling wordt het
den vakvereenigingen aanzienlijk vergemakkelijkt, haar

leden ook bij zeer groote werkloosheid samen te hon-
den en een anders onvoorwaardelijke loon daling te

verhinderen, resp. te vertragen
Sedert het begin van dit jaar is de loonstijging

practisch tot stilstand gekomen en overheerscht thans
cle opvatting, dat een verlaging van de bonen niet te
voorkomen is. Daar echter een automatisch evenwicht
om de bovengenoemde reden niet is door te voeren,

moet de bemidde’lingscommissie van den staat zelf deze
taak ter hand nemen, d.w.z. cle looncialing wordt tot
een absoluut politielce aangelegenheid met politieke gvolgen. Wat het echter beteekent, in een tijd, waar-
in de regeering door. haar financieel-politieke plannen
op den steun van de sociaal-democraten is aangewe-

zeil, een loondaling met overheidsteun dôor te voeren,

waartegen de vakvereenigingen zich met alle midde-
len zullen verzetten, toont liet loonconflict in de Ber-

lijnsehe metaalindustrie zeer duidelijk.
De geschetste verandering van het volksinkomen,

heteekent, privaat-economisch bezien, een sterke ver-
mindering van de rentabiliteit van liet bedrijfsleven;

zij leidt, van maatschappelijk standpunt beschouwd, tot
een van verhoucl ing van kapitaalvorming en consump-

tie. Natuurlijk neemt met een stijging van het loon

ook het spaarvermogen van cie arbeiders toe, maar de
kaptaalvormi ng uit liet loon kan nooit toereikend

zijn, de kapitaalvorming uit cle ondernemerswinst en

kapitaabwinsteii te vervangen. Zoodoende blijft de
Duit.sche kapitaaivorming iii belangrijke mate bij de

behoefte ten achter, wat des te sterker wordt gevoeld,

nu ook cle kapitaalinvoer in de laatste jaren aanzien-

lijk is verminderd. 1-let gevolg is een blijvend zeer

hoog reneniveau en de onmogelijkheid de noodzakelijke
i nvesteeringeti .i ii industrie en landbouw door te voe-
ren.

Daarbij komt nog, dlat een grooter en steeds toene-

mencl deel van cle, vergelelcen niet vroeger niet 30 tot.

50 pOt. gedaalde, besparingen door (le publiekrechte-
lijke lichamen wordt gebruikt en wel voor het groot-

ste deel voor dergelijke doeleinden, die niet als pro-
ductief dl.w.z. rendabel in den strengsten zin des

woords kunnen worden beschouwd. Terwijl v66r den

oorlog het opnemen van leeningen door cle publiek-

rechtelijke lichamen een bedrag van R.M. 0.8 milbiard
bereikte, waren de cijfers voor 1.927 R,M. 1.8 milliarci,

voor 1.928 en 1929 R.M. 3% milliard, terwijl de totale

besparingen ten hoogste R.M. 8 milliarcl bedroegen.

Deze bedragen worden gedeeltelijk voor woningbouw
en voor andere werken op langen termijn gebruildt,

voor een ander deel dienen zij echter eenvoudig tot dekking van de tekorten in de staatshuishoudingeu,
dus voor zuiver consumptieve doeleinden.

De oorzaken hiervan liggen in de financieele poli-

tiek van de publiekrechtelijlce lichamen. In de laat-
ste jaren heeft een verhooging van de staatsuitgaven
plaatsgevonden, die alle verwachtingen verre over-
trof. De staatsuitgaven bedroegen in 1913 R.M. 7
milliard, in 1925 R.M. 1436 mi.lbiard en in 1928 R.M.
22% milliard
t);
de uitgaven voor de sociale verzeke-
ringen zijn van R.M. 1 Mifliard in 1913 tot R.M.

2% mi.11iard in 1925 en tot meer dlan R.M. 5 mibliard
in 1929 gestegen. Een dergelijke
stijging
van de
staatsuitgaven en de behoeften van de publiekrechte-
lijke lichamen moet op zich zelf reeds den economi-
schen kringloop zeer aanzienlijk verstoren, daar de
door den staat aangesproken inkomensdeelen (en de
staat eischt fhans rond 40 pOt. van het inkomen voor
zich op) naar geheel ahdere gezichtsp.unten worden
gebruikt als bij een ongehinderd verloop der dingen
zou gebeuren.
Indien intusschen de vereischte bedragen overwe-
gend door belasting van het arbeidsinkomen en het
verbruik zouden zijn opgebracht, dan zou dat wel een benadeeling van bepaalde gbruikswijzen en een zeker
nadeel voor de levensgewoonten van het volk hbben beteekend, maar het zou nooit tot d:ie gevolgen heb-
ben kunnen leiden, die wij thans voor ons zien. Het
is een van de noodlottigste fouten geweest, dat men
niet dezen weg is opgegaan, maar dat men heeft ge-
meend, de behoefte van den staat, zonder een behoor-lijke stijging van de verbruiksbelasting, hoofdzakelijk

door belastingen
op
ondernemers- en kapitaalwinsten

te kunnen deicken. Daarmede zijn de belangrijkste
ondernernersbelastingen (zie tabel 2 groep 1) voort-durend opgevoerd en wel zoo sterk, dat zij, ondanks
cle vermindlerdie .ondernemersi nlcomens in de jaren se-
clert 1.925, stijgende opbrengsten hebben geleverd, ter-

1)
Om misverstand te voorkomen, zij er nadrukkelijk op
gewezen, dat de oorzaken van deze stijging dier uitgaven
hoofdzakelijk op een in.der gebied liggen als op dat van
cie hrstelbetaiingen, daar deze
in
cle jaxen
1925 tot 1928
sleôhts met R.Id[. 1 milliard zijn gestegen.

29
October
1930

ECONOMISCH-STATISTISÇHE BERICHTEN
.

965

Hoofdgroepen van de inkomsten uit belastingen (in miii. R.M.)

1925
1926
1927 1928

1929

Groep 1

1.511,9
2.171,4
2.742,7
3.136,3
3.120,6
a. Inkomsten- en vermogensbelasting ………..
….
1.512,5
1.728,2
1.974,7
2.104,8
2.190,1
Grond- en bedrijfsbelastitig

…………………
Belasting op het kapitaalverkeer …………….
.514,9
576,1
652,9
640,2
583,7

3.629,3
4.475,7
5.370,3
5.881,3
5.894,4
Perc. aandeel in de totale opbrengst …………….
38,3
39,6 41,2 41,2

Groep II


Totaal ………………………….

Loonbelasting

…………………………..

.34,],

1.367,2
1.094,7
1.348,0
1.414,6
1.396,1
Omzetbelasting

…………………………
1.403,2
882,6 878,8
1.002,5 1.013,2
1.611,2

1.759,1
1.903,4
1.999,5
2.037,6
Accijnzen

………… ……………………
Douanerechten ……………………………
590,4
940,2
1.250,8
1.104,6
1.095,2

4.972,0 4.676,7
5.381,0
5.521,2
5.542,1
Totaal …………………………..
Perc. aandeel in de totale opbrengst …………….
47,0
40,0
39,7
38,7 88,7

Huishuurbelasting

……………………..

….

1.524,8 1.673,7 1.636,0 1.625,0
Verkeersbelasting
1.2
.58,9
781,1
993,6 1.115,6 1.198,6
1.233,2

Totale opbrengst

………………..
.
10.578,6
1

11.675,3
13.544,4
14.265,8 14.303,0

wijl het aandeel van de belastingen op bonen en het

verbruik (groep 2) voortdurend verminderde. Buiten-
dien zijn bijdragen van cle ondernemers voor de so-

ciale verzekering van R.M. 0.5 milliard in 1913 tot
R.M. 214 milliard in 1929 gestegen. Tengevolge van de overmatige staatsui tgaven, clie

hoofdzakelijk op wettelijke verplichtingen berusten en verder tbngevolge van cle verkeerde belastingpolitiek,
clie het verbruik ontzag en inplaats daarvan de sterk
verminderde ondernemersw i nsten zoo hoog mogelijk belastte, zijn thansde financiën van Duitschland in een

hoogstbecl enkelijken toestand geraakt. De tekorten
worden van jaar tot jaar grooter, (het jaar 1928 zal

bijv. voor alle publiekrechtelijke lichamen een tekort
van R.M. 1′,4 milliard aanwijzen), de normale inkom-
sten, vooral de belastingen dalen, terwijl de staats-
uitgaven, vooral de uitgaven tot ondersteuning van
cle werkloozen, ondanks de bezuinigingen, die men
heeft trachten door te voeren, verder zijn gestegen.
Daar de regeering in ieder geval een verdere stij-
ging der tekorten wenscht te bestrijden, aan de andere
zijde het echter om algemeen politieke redenen niet
voor juist houdt de uitgaven van socialen aard in dc
vereischte mate te verminderen, blijft e’r niets anders
over dan een verdere verhooging van de belastingen
en sociale bijdragen. Dezen weg is de regeering reeds
opgegaan; zij heeft in het bijzonder de verbruiksac-
cijnzen (alcohol, tabak, koffie, benzine) verhoogd of
zal deze binnenkort verhoogen. Daar echter de totale

last reeds een dergelijke hoogte heeft bereikt, dat de
verhooging van cle belastingen de dalende tendens
van de belastingopbrengsten niet kan neutraliseeren,
blijven telcorten van aanzieu1ijkn omvang bestaan.
Om deze reden heeft de regeering onlangs een ere-
cliet ten bedrage van $125 millioen opgenomen; het
Rijk en de Gemeenten zullen echter in den loop van
den winter op verdere aanzienlijke credieten zijn aan-
gewezen.

ilet is niet aan twijfel onderhevig, dat de bemoei-
ingen van de regeering, tenminste een behoorlijke
ordenitig van de staatsfinanciën teweeg te brengen, in
Dui.tschland en in het buitenland in den laatsten tijd
een zekere rus,t hebben gebracht. in elk geval zijn de
deviezenafgiften en de goudonttrekkingen, die tot do
jongste discontoverhooging van cle Reichsbank leidden,
tot staan gekomen. intusschen verandert een derge-
lijke voorbijgaande rust aan de principieele moeilijk-
heden zeer weinig. Tengevolge van de te hoog opge-
voerde loon en en cle te hooge staatsuitgaven (maar ook
– vat in d.it verband slechts aangestipt kan vorclen
– tengevolge van de weinig zinvolle agrarische poli-
tiek, die het leven aanzienlijk duurder maakt, zonder
den landbouw inderdaad te helpen), is het economi-
sche leven volkomen uit zijn evenwicht geslagen, wat
des te zwaarder gevoeld wordt, daar de kapitaalreser-
ves, voor zooverre deze sedert de stahiliseering weder
zijn. aangegroeid, op groote schaal naar het buiten-
lan cl worden gebracht (kapitaalviucht).

Een nieuwe opbloei is dus niet te verwachten, voor-
dat het evenicht tussehen lcapitaalvorming en con-

sumptie weder is hersteld, voordat cle belastingen we-
der die hoogte hebben bereikt, die in overeenstem-
ming is met cle rentabiliteit van het bedrijfsleven

en voordat het werkelijke arbeidsloon weder met het
natuurlijke arbeidsloon overeeulcomt. De vooru i tzi cli-
ten zijn echter daarom zoo dotiker, omdat cle terug-
keer tot het natuurlijke evenwicht, waarnaar de krach-
ten in een vrije maatschappij tencieeren, in :Duitsch-
land door den sterken inbreulc van den staat op cle

particuliere beslissingen onmogelijk is gemaakt. Dc
overwinning van de depressie hangt bijna uitsluitend
van politieke beslissingen af en deze politieke beslis-
singen worden voorloopig nog door dezelfde krachten, cl.ie het economisch leven van Duitschiand zon inelas-

tisch hebben gemaakt, tegengewerkt. Daarin ligt een
zeer smartelijk dilemma en er zullen vele jaren ver-
loopen, tot een dragelijke en blijvende oplossing is
gevonden.

AANTEEKENINGEN.

Nieuwe ontwikkeling op het gebied van het
centrale bankwezen.

In het dezer dagen verschenen maandbericht van
de Amsterdamsche Bank komt een artikel voor van Prof. Mr. G. W. J. Bruins over ,,Nieuwe ontwiklce-
ling op het gebied van het Centrale Bankwezen”. Den
tekst van dit atikel laten wij hier onverkort volgen.
ee
*
,,De verschijnselen, waarvan in de volgende blad-
zijden sprake zal zijn, zijn het best te belichten tegen

den achtergrond van den toestand v66r den oorlog.
Onder de factoren, die het beleid der centrale ban-
lcen bepaalden, stond hét verloop der dekking op den voorgrond. Een bonte mengeling van wettelijke rege-
lingen of, bij gebreke van zoodanige regelingen, histo-
risch gegroeide normen, vormden hierbij den maatstaf.
Voorzoover deze regelingen minima voorschreven, was
het beleid er op gericht boven deze minima een zekere

marge itan te houden, voldoende om de normale
schommelingen op te vangen. Mt een marge van zeg
1.0 pOt. boven het voorgeschreven minimum percen-
tage kon veelal worden volstaan. Vertoonde de dek-
king door conjunctuur- of hndere omstandigheden de
neiging ernstiger terug te loopen, dan volgde dis-
contoverhooging. Dikwijls waren deze omstandigheden
van zoodanigen aard, dat de discontoverhooging tege-
lijk voor het bedrijfsleven een heilzame correctie be-
teekende. De groote internationale conjunctuurschom-
melingen konden op deze wijze niet worden voorlcomen,
noch de wijzigingen,.die zich op langen termijn in het
prijsniveau voltrekken, worden geneutraliseerd. In-
tegendeel werd aldus de band tusschen het prijsniveau
en de goudproductie des te nauwer aangehaald. Wat
in het wezen der zaak nagestreef d- werd, was een zeker
algemeen evenwicht tusschen de landen onderling –

966

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 October 1930

op zich zelf reeds een zeer voorname zaak

en dit

evenwicht kon in den regel zonder veel ivrijving wor-

den bereikt. Oongestieverschijnselen deden zich niet

of nauwelijks voor, niettegenstaande de internationale
kapitaalverplaatsiogen, althans die op langen termijn,

in het kader der toenmalige verhoudingen relatief

belangrijk grootei waren clan thans.

Vergelijkt men hiermede dentoestancl van nu, dan

treden de verschillen duidelijk aan den dag.

Al is er reeds veel verbetering te bespeuren, zoo

heeft het internationale kap.itaalverlceer zijn oude be-
wegelijkheici nog allerminst over de geheele linie her-

kregen. Met name het kapitaal op langen termijn be-
weegt zich, niettegenstaande veel grooter interna-

tionale re.n.teverschillen dan voorheen, oog dilcwijls

met een zekere stroefheid. Met hef kapitaal op korten

termijn is het reeds veel beter gesteld. Zelfs heeft dit
voor een deel de functie van het lcapitaal
01)
langen

termijn overgenomen, en kenmerkend voor den tegen-

voordigen toestand is, dat de aldus in het interna-
tionale verkeer omloopende bedragen zeer veel grooter
zijn dan v66r den oorlog het geval
WS.
De interim-
tionale reuteversehillen zijn dan ook hier belangrijk
geringer dan bij het kapitaal op langen termijn.

Desniettemio is in meer dan één kapitaal expor-
teerend land de geringere internationale bewegelijk-

heil van het kapitaal op langen termijn op deze wijze

n:iet ten volle gecompenseerd Ictinnen worden. Het ge-

volg is, dat zich nietterciaaci congestieverschijnselen
hebben voorgedaan en nog voordoen, die niet nalaten

hun storenden invloed te doen gevoelen, zoowel op de

distributie van het goud als op het normaal furiction-

neeren en op elkander reageeren van liet beleid dci

centrale banken, zooals dit v6r den oorlog het geval
was.

Oolc lbs hiervan is bij zeer vele centrale banken cle
marge boven de voorgeschreven dekking belangrijk

grooter dan voorheen. Om zink een juist beeld hiervan

te vorme dient inen als dekking niet alleen het goud
in rekening te brengen maar ook de inderdaad enorm

toegenomen uitzettingen der centrale banken in den
vreemde, de zgn. deviezen, niet ten onrechte gequalif i-
ceerci als ,,rentegevencl goud”. Immers uit’ dekicings-
oogpunt vervullen (leze uïtzettinen in den vreemde

geheel dezelfde functie als het goud zelf, een feit, dat
dan ook in een aantal centrale bankwetteii van den
Jongsten tijd hij de dekkingsregeling is erkend.

In het licht van de zoo ontzaglijk gestegen interna-
tionale schulclveihouclingen op korten, termijn is een verhooging der normale dekkingsmarges ‘begrijpelijk
en juist. Vooral geldt dit voor de landen, die per

saldo voor belangrijke bedragen debiteur zijn en wier
positie dientengevolge bij uitstek kwetsbaar is. Ook cle
landen evenwel, clie per saldo crediteur zijn, hebben
meerencleels tegenover hun. grpoter bedrag aan vorde-

ringen een groot bedrag aan schulden staan, zoodat
ook hier voorzichtigheid ‘gewenscht is.

Moet men hierui.t concludeeren, dat de vergrooting
der deklcingsmarges uitsluitend toe te schrijven is aan
een doelbewust streven der centrale banken? Onge-
‘twijfeld is bij verschillende centrale banken, vooral

van kapitaal importeerende landen, een dergelijk doel-bewust streven onm;iskenhnar. Bij andere daarentegen
gaat het schijnbaar van zelf en worden niettemin,

goud en deviezen tezamen genomen, marges bereikt,
die wel buitengewoon hoog zijn. Bij sommige is zelfs
‘duidelijk afweer te bespeuren.

Het vermoeden ligt dus voor de hand, dat er nog
andere krachten in liet spel zijn. Inderdaad is dit liet
geval.

in de meeste landen is gedurende en na den oorlog
liet particuliere bankwezen tot belangrijk verdere ont-
plooiing gelcomen. Bij alle verschil in karakter en
tempo dezer ontwikkeling is de toestand thans in eén
groot aantal landen z66, dat het partictiliere bank-
wezen, practisch gesproken, in staat is in de crediet-
behoeften van .de verschillende takken van het he-

drijfsleven ten volle te voorzien en tevens vrijwel ge-
heel ,,self-supporting” is geworden.

– De consequenties van dezen ontwikkelingsgang op

de positie van de centrale bank liggen voor de hand.

:Ien ,,self-supporting’ ‘ bankwezen valt onder normale

pmstandigheden niet dan voorbijgaanci – bij bepaalde

betalingstermijnen ed. – op haar terug. Verdere be-
legging van beteekenis in het binnenland, hoezeer in

veel opzichten gewenscht, ondervindt, voorzoover niet

historisch tot het gebied der centrale ‘bnkk. behoo-

rende, in stijgende mate de concurrentie van het
Particuliere bankwezen.

Reeds v66r den oorlog was cle invloed dezer out-
wi kiceli ng, clie den centralen banken in toenemende

mate het karakter geeft ‘an ,,banicer’s banks”, clii ide-

lijk te bespeuren.’ In Engeland had zij zich zelf reeds
lang voor dReft voitroklcen. Het eenige wat de ooriogs-

en na-oorlogsjaren ertoe i)ijgedrageu Jelrben, is, dat

zij in de landen, waar deze ontwilkeli rig nog .i n gang
was, haar heia’ngrijlc hebben
e’rs.i’Ieldl.

Bijzonder sterk doen cle gevolgen van deze ‘era.n-

derde positie der centrale banken zich gevoelen in die

iminclen, waar liet bankbiljet een overheerschende rol
speelt in het ‘betalingsverkeer en niitsdi.en ‘de boven
de voorgeschreven gou ciclekk ing uitgaan de beleggicigs»

capaciteit der centrale banken evenredig groot is. Bij
handhaving van het beginsel, dat de crdietverieening

van de centrale back slechts geschiedt, tegen ‘een ren-
tevoet, welke hooger is ‘clan de niarktrente, blijven cle

normale bi nnenlanclsclie ui tzettingen bij deze capaci –
teit ver ten achter, zooclat 6f een keforceerde opvoe-

ring van den goudvoorraacl het gevolg zal zijn, 6f, be-

zit cle centrale bank de bevoegdheid tot belegging in
dcii
vreemde, deze uitzettingen cle neiging mlleu ver-

ton tien zich als regel op een zeer belangrijk niveau. le’
bewegen.

Aldus is, naar het schijnt, cle positie in landen als
Nederldtnd, Zwifserland
en
Zweden.
Natuurlijk heb-

ben ook andere omstandigheden zich doen gelden,

waarbij men geneigd zal zij.n in cle eerste plaats te
wijze.n op de belangrijke bedlragen, die bij tijd en wijle
naar deze landen zijn gevloeid. Ongetwijfelcl’hebben
‘deze gelden, waarin overigens cle drie landen aller-
minst gelijk gedeeld hebben, de verdeie ontwikkeling
van het particuliere bankwezen aldaar sterk bevor-

clerd en tot de verhoogde internationale beteekenis
van cle financieele centra dier landen belangrijk bij-
gedragen. J:let deel, dat van (leze gelden in ‘het lancE
zelve gebleven is, wordt echter in den regel sterk
overschat. Immers, had niet het overgroote deel zijn

weg weder naar elders gevonden, dan zouden zich in deze, reeds uit eigen kracht kapitaal-verzadigde, lan-
den onvermijddljk ernstige congestieverschijnselen
hebben voorgedaan, zooals o.a. in den jongsten tijd, als
gevolg van een ‘bijzonder sterken invloed van clerge-
lijke gelden, in Zwitserland metterdaad het geval is
geweest.

Het is mogelijk, dat wanneer eenmaal deze stroom van vreemde gelden zal zijn opgehouden, de binnen-

landsche beleggingsmogeljk’hiedeu voor de drie cen-trale banken weder eenigszins grooter zullen worden. De geschetste ontwikkeling is evenwel niet ongedaan
te maken en met stelligheid kan verwacht worden, dat

ook in de toekomst een
belangrijke
buitenlaimclsche
portefeuille het deel dezer centrale banken
blijven
zal,
rn.a.w. hun werkelijke dekkig zich ver boven cle
oude normen zal blijven bewegen.
Het bovenvermelde verschijnsel beperkt zich trou-
wens allerminst tot de kapitaal exporteerende landen.
Ook in kapitaal importeérende landen doet het zich
voor, al ligt het voor de hand, dat het aldaar in ver-
band met de versterkte credietvraa•g, dikwijls onder
de oppervlakte verborgen blijft. De zeer belangrijke
inkrimping van de binnenlandsche wisselportefeunile,

die zich bijv. bij de
Duitsche Rijlisbank
pleegt te ma-
nifesteeren, telkens wanneer de spanningen op de
geldmarkt
tijdelijk
verdwenen zijn, wijst in dezelfde richting. Ook de weekstaten der
Ooenrij1csche Na-

29 October
1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE B!RICHTEN

967

tiona1bank,
om slechts deze te noemen, spreken in dit
opzicht een duidelijke taal.

In het algemeen kari men de stelling wagen, dat in

de meeste landen met een belangrijk, bankbiljetten-
verkeer dergelijke verschijnselen zich voordoen, die

wanneer zij in hun cloorwerking niet door andere om-

standigheclen belemmerd worden, in de positie der

centrale baken tot uiting zullen komen. Mist dan de
centrale. bank de bevoegdheid, gelden in het buiten
s

land uit te zetten, clan wel haar ui.tzettingen in den

vreemde hoven cle bestaande grenzen op te voeren;
(lan is een opstuwende invloed
01)
den goudvoorraad
dezer banken het onvermijdelijke gevolg.

Geaccentueerd is een en ander nog door cle in tal
van landen., in cle eerste phiats.
Engeland, Frankr,IG
en
Dnitschla,rcd,
plaats gehad hebbende vervangi lig
van het monetaire gouclverkeer door ander, in hoofd-
zaak barikbiljette.uverkeer. 1-Jet hgt voor cle hand,

dat deze verancieri ng, ciie slechts van techn i schen aard

is, in cle binnen] en dsche beleggingsmogel ijicheid der
centrale bank geenerlei wijziging heeft gebracht. 1-let
gevolg is dan ook, dat, voorzoover hiertegenover niet

cen vermeerdering der Regeeringsschuicl staat, cle
zooeven aangewezen verschijnselen – vermeerdering
der bu itenlandsohe belegging dan wel opstnwing van
den- goudvoorraaci – hierdoor nog versterkt zijn.

car
bij
evenwel in het oog client te worden gehouden,
dat, ook wanneer het laatste zich heeft voorgeclai,
cli t voor het land als geheel genomen slechts een ver-
plaatsing van den goucivoorraacl of van een deel daar-
van heeft beteekend doch geen vergrooting.
Deze beschouwiigen zouden onvolledig zijn, indien
ook .t:uet een enkel woord werd gewijd aan cle
T7er-
eenccjde Staten.

iloeveel er ook sedertdien gebeurd is, zoo diene
toch niet vergeten te worden, dat het Federal Reser-

ve System in 191.4 geënt werd op een ontwikkeld en
,,self-supporti ng” bankwezen.

Ook in ander opzichtwijkt cib toestand daar belang-

rijk af van clie in de meeste der genoemde landen.
Evenals in Engeland speelt cle cheque een groote rol
in het betalingsverkeer, terwijl voorts in de behoefte
aan papiergeld voor een deel buiten de centrale bank
om voorzien is. In oorlogs- en na-oorlogsjaren heb-
ben evenwel de bankbiljetten van cle Federal Reserve

Banlcen zich een belangrijke, zij het sedertdien weer
af.brokkelende plaats in het betalingsverkeer vero verd.
terwijl daarnaast aan cie aangesloteil banken cle ver-
plichting is opgelegcl’een zekere reserve; gemeten naar
hunne cleposito’s, bij cle Fecleral Reseive Bank van
hun disttict aan te honden. –

Gedurende de oorlogs- en na-oorlogsjaren zijn de
Vereenigde -Staten van kapitaal-importeerend sterk
kapitaal-exporteerenci geworden, terwijl ook het par-

ticuliere bankwezen een belangrijken verderen groei
heeft doorgemaakt!

De vraag is nu deze, of onder normale verhoudin-
gen tegenover de som van bankbiljetten en deposito’s
een genoegzame binnenlandsche credietvraag staat.
Genoegzaam in clieu zin, dat zich geenerlei opstuweucle
i nvloecl op den goudvoorraacl doet gevoelèu. Immers

van de veiligheiclsklep der uitzettingen in den vreern-

de is door cle Federal Reserve Banken, indien zij al
het recht hiertoe hebben, in ieder geval zelden . of
t:iooi t ghru ik gemaakt.

liet feit, dat de Federal Reserve Banken niet uit-
sluitend tegen het of.licieele bankdisconto crediet ver-strekken, doch daarnevens zoovel bankaccepten tegen
de open markt rente aankoopen – de z.g. open mar-
ket policy – als dilcwijls groote posten 4an Govern-
ment Securities aanhouden, geeft sterk den indruk,
dat dit niet het geval is. Het is echter de vraag, of
een opstuwende invloed op den goudvoorraad op deze
wijze even gemakicelijk voorkomen kan worden, als
door ui.tzettingen in den vreemde. Anders dan bij deze

laatste wordt toch door operaties op de eigen markt
Op
initiitief der Centrale Bank nieuw bankgeld (re-

serve) aan de geidmarkt toegevoerd. Hierdoor zijn aan

deze operatiès, voorzoover zij zich niet oplossen in

een vermindering van de disconteeringeu tegen het
officièeie hankd:isconto, grenzen gesteld, die bij uitzed-
tingen in den vreenide niet bestaan.

Ongetwijfeld hebben nog andere factoren medege-

werkt tot de vorming van cle groote goudvoorraden in cle Vereenigde Staten, die zich niet alleen tot het

clelcki ngsgoud bij cle Federal Reserve Banken beper-

ken, is het boven gegeven beeld echter juist, dan ‘in-den cie voortdurend zeer hooge dekkingspercentages
dier Fecieral Reserve Banken tot zekere hoogte ook
i ti
de iii tine jositie dier banken hu ii verklaring.

* *

*

Zooals reeds werd op’gemerkt, hebben dle verhoogdle

dekkingsmarges der centrale banken – goud en uit-
zettingeu in dien vreemde tezamen genomen – het

“oordeel, dat bij de zoo gestegen internationale schuld-
verhou cii lig-en op korten termij ii, aeu.te sciokken bete:r
kunnen worcien opgevangen. Ook kan aan een sterke

‘i’aag naar vreemd geld uit oorzaken in den vreemde

geiege.n in veel grooter mate wordei.i voldaan, alvorens
uit defensieve overwegingen tot d iscontoverhooging
o:f andere voor -het bedrij..
:sleven storende maatregel en
behoef t te worden overgegaan.

Uit eed oogpunt i’an conjunctuurbeleid kunnen
evenwel deze gestegen marges en de claai’door in het leven geroepen veel grootere apeelru imte een ernstig
gevaar vormen, in deafgeloopen jaren is dat in cie
Vereenigcle Staten op meer dien een wijze gebleken.
Dateert men cie jongste conjunctuurgolf van de
tweede helft van 1927, clan zijn cie Fecleral Reserve
Banken deze periode ingegaan met een dekking van
rond 75 pOt. Duidelijk is daar, toen de hausse ernsti-
ger afmetingen ging aannemen, aan den dag getreden,
voor wehic een moeilijke taak de leiders zich zien ge-

steld, wanneer zij onder dergelijke omstandigheden —
de dekking heeft nimmer minder dan 61 pOt. bedra-
gen – tegenover die in zoodanige periodes steeds ver-sterkt optreciende roep naar goedkoop geld, hun beter
inzicht willen doorzetten. Wat toch is eenvoudiger
voor cle voorstanders van goedkoop geld dan te wij-

zen op de wettelijke dekkingspercentages en op de
voor den oorlog inderdaad geldende ,,rale of the

game”, dat in den regel eerst bij nadering van deze
percentages krachtig werd ingegrepen.

Een tweede verschijnsel, dat zich in het bijzonder
heeft voorgedaan toen in het verder verloop der hausse
een toenemende verstijving van het renteniveau
vooi’ kort geld aan den dag trad, is de enorme om-vang van huitenlanclsche gelden, die mede hebben
gediend tot financiering van de effectenspeculatie.

Als gevolg van de met deze toevloeiing gepaard gaan-
cle gouclzenclingeu, is het dekkingspercentage der Fe-
deral Reserve Banicen weder gestegen en vertoonden
cie uitgezette gelden afnemin’ in plaats van verdere
toeneming, zonder dat dit de toenemende hausse ver-
mocht te remmen. Het feit, dat een groot deel van de
cffectenspêculaie technisch op zoodanige wijze is ge-
financierd, dat zij buiten de op het Fecieral Reserve
Systeni opgebouwde ci’eclietstructuu r omgiug, moge
hiertoe hebben bijgedragen; zoncler de extra groote

elasticiteit bij andere centrale banken zou de positie
der Federal Reserve Banken stellig krachtiger zijn

eweest.

Men moet niet denken; dat men hier met een ge-isoleerd verschijnsel te doen heeft gehad. Slechts is
met internationale duidlelijkheid aan den dag getre-
den, wat de leiders van centrale banken i.n de afge-loopen jaren reedis herhaaldelijk hebben ervaren: de
verstoring van hun bi nneni en cisch di sconto-beleici
dlOOr massale verplaatsingen van internationaal Icort
geld, welke zij niet in de hand hebben.
Ook V66r den oorlog oefen
,

den discontoverhoogin-
gen een aantrekkende werking ut op vreemde gelden.
Het verschil zit echter in de proporties.
Ook al is op het oogenblik cle toestand – het werd
reeds betoogd – nog allerminst normaal te achten,

908

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 October 1930

dit staat wel vast, dat cle voor-oorlogsehe proporties
voor goed tot het verleden behooren. De positi.e der
incliv.idueele centrale back is dus vermoedelijk in dit

opzicht dus blijvend verzwakt, wdt slechts in nauwe

internationale samenwerking een zeker tegenwicht zal
kunnen vinden.
* *
*
Keeren wij na deze korte uitwe.iding over enkele

gevolgen van het verschijnsel der verhoogde dekkings-
marges, weder tot het verschijnsel zelf en deszelfs

oorzaken terug.
Hoofddoel dezer bladzijden was te betoogen, dat,

al mogen deze verhoogingen voor een deel het gevolg

zijn van een opzettelijk daarop gericht streven, zij
bij een toenemend aantal centrale banken tevens hun

oorzaak vinden in interne, structureele veranderi n –

gen, waarop de leiders der centrale banken slechts

weinig invloed vermogen uit te oefenen.
Is deze stelling juist, dan rijst de vraag, of incier-

daad het stelsel der proportioneele dekking nog wel

past bij deze nieuwe verhoudingen, hierbij, alt steeds,

tot de dekking rekenencie alles, wat wezenlijk deze
functie vervult, cli. zoowel het goud als de beleg-

gingen in den vreemde.
Het anfwoord op deze vraag luidt: ja en neen. Ja

in zooverre het niet alleen in kapitaal-importeerende,
doch ook in kapitaal-exporteerende landen zijn nut

kan hebben minimum-grenzen aan de dekking te blij-ven stellen. Neen in zooverre, dat, nu tusschen de cen-

trale bank en de binnenlandsche credietvraag een,,self
supporttng” particulier bankwezen is komen te staan,

de in den aanvang uiteengezette voor-oorlogsche auto-

matiek van het stelsel voor een groot deel niet meer

bestaat, waarmede tevens cle oude ,,rules of the game”

in vele gevallen hun waarde hebben verloren. Niet

zonder beteeken is is het in (lit verband, dat
Engeland

nimmer een proportioneel dekkingssysteem van de

hier besproken soort heeft gehad. Ook in Frankrijk is

het eerst in 1928 ingevoerd;

• Tenslotte: Bovenstaande beschouwingen raken op
verschillende punten het vraagstuk van de distributie
van het goud, hetwelk op het oogenblik in velerlei

kring de aandacht trekt. Een opzettelijke bespreking

van dit vraagstuk lag niet in de bedoeling, zooclat met

een verwijzing naar dit verband zou kunnen worden
volstaan. Eén opmerking mag echter niet achterwege

blijven. Uit bovenstaande bdschouwingen zou men de

conclusie kunnen trekken, dat de opstuwende werking

op tien goucivoorraad der centrale banken, waarvan
herhaaldelijk sprake geweest is, op eenvoudige wijze
voorkomen kan worden en wel door verdere uitbrei-

ding van de beleggingen der centrale banken in den
vreemde, waar noodig na voorajgaande wetswijziging.
incietdaad zou aldus in vele gevallen deze opstuwende
werking komen te vervallen. Of het evenwel wensche-

lijk is aan de bestaande reeds zeer omvangrijke be-
leggingen van centrale banken in den vreemde nog

een groote verdere uitbreiding te geven, is een vraag-

stuk op zichzelf, dat zeer verschillende kanten heeft
en waarop zeker niet zon dei nauwkeurig nader onder-
zoek een definitief antwoord gegeven kan worden.

Een lichtpunt is, dat ook hier de B.I.S. wellicht
0
1
)

den duur haar coördineerenden invloed in belangrijke

mate zal kunnen laten gelden.”

CONJUNCTUURGEGEVENS BETREFFENDE DE VEREENIGDE STATEN.
Productie
1),
Handel en Verkeer

Productie-index
van
Buitenlandsche handel3)

I

.


E
‘-
,
Invoer
Uitvoer
2
Datum

c

.

<0
0

nd
Fabri
Totaali
sff.
IT0t
katen

Gemiddelde van
1923-,-1925
=
100
1923-1925
100

MIII.
$

1930

Januari

104
102.

112

100

132

101

99

103

103

79 97

102

92.9

94.2

311

109

411

192
100

Februari

107
106

109

92

135

95

119

99

110

77 99

94

92.9

97.4

282

99

349

183
67

Maart

104
105

96

81

125

88

113

98

109

111
95

94

92.7

98.0

300


102

370

200
70

April

106
107

104

97

128

90

114

96

109

118
101

100′

92.1

96.7

308

106

332

189
24

Mei

104
104

102

92

127

90

111

90

104

lii

98

91

90.4

94.1

285

87

320,

178
35

Juni

100
101

100

89

124

86

110

84

98

140
94

85

88.2

90.3

250

77

290

165
60

Juli

94
93

97

86

120

83

93

84

75

89
92

82

84.6

82.0

221

70

267

145
46

Augustus

91v
91V

96V

82
1

117
1

85

93

81

1

67
1

85
91

78

83.8

80.9

218

7.3

298

147
80

De
indexcijfers
betreffende de productie, de wagonverladingen, het katoenverbruik, het aantal tewer.kgestelden en
de bëtaalde bonen zijn ontleend aan het Fecleral Reserve Bulletin. Wat de index van de industrieele productie betreft,

deze is samengesteld uit de gegevens van
58′
industrieën
iii.
50
van
fabrikaten en
8
van
mineralen.

gemiddelde
van Maart-Dec.
2)
De
cijfers der jaren
1925-1929
zijn maandgemiddeldén. v) – voorloopig.

Kapitaalmarkt

Gebdmarkt
Prijzen.
Effectenbeurs
.
Emissies 3)

.

Binnenlandsche

Indexcijfer van’)

Binnen- en buitenl.

S
=
=
=
.
0)

0)
,.

‘.
)

0
o.
cu

Cd
0)

20
D.W
cn’
L
.

°-

‘/
l
l4uli

1926
=
100.
milI.
in millioenen dollars
1926=
100
1
a

0

=11)0

1930
Jan.
156
149

137
209 96.5 3.985
747
77
127
620
718
611
l07
29
4.31
3-4
4J-5
93
101
160

Febr.
166
156
143
231
96.4
4.168
592
30
155 437
466
388
78
126
428
1-1
4-5
92 98 159

Mrt.
172
163 143
242
97.8 4.656
7-99
22
123
676 658 516
142
141
3.56
2-3
3j-4j
91
95
157

April
181
171
142
264
97.9
5.063
903 55
261
642
730
582
148
173
3.79
2-3 3-4
91
96
155

Mei
171
160
136
250
97.P
4.748
1.109
70
424
685 991
847
144
118
3.05
3-.4
89 93
156

Juni
153
143
125
224
98.2
3.728
704
69
152
552
533
378
155
171
2.60
1-2
3j-j
87
89
155

Juli
149
140
124
215
98.7
3.689
554
29
71
483
474
367
107
80
2.18
l
3

84
83
152

Aug.
148

139
121
.213
99.6
3.599 204
86
56
148
166
84
82 38
2.22
1k
3
84
85

Sept.
149 139
123
216
100.0

3.481

379
1161

62 317
3761
284
921
3
2.17
Ili
3

1) Indexcijfers
van Standard Statistics Co.
2)
Einde v

h. jaar
(resp. maand).
3)
Ontleend aan
The Commercial
and

Financial
Chronicle.
De cijfers der jaren
1925-1929
zijn
maandgemiddelden.
4)

Stock exehange
call

loans.
6) Renewal

rate.
6)
40
obi.
7)
Bureau of Labor Statistics.
0) resp.
aand. tot.
229,
md.
197,
spoorw.

31.

29 October 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

969

CONJUNCTUURGEGEVENS BETREFFENDE NEDERT A Nî

Productie en Handel.

Productie.
Invoer *)
Uitvoer
S)

‘°
Aanbe-
,.

stedingen3


n.
:.3

,1

E

1

000

tons

I000
B.
R.T.

.
mi

.
g

.


1j
niii.
in
1000
in
1000
in
miii.
in
1000
in
miii.
in
1000
in miii.
x
10.000
:

n

oo
t
n

oo
t

OflS
.
oo
1(00
1000
11ï
.
1j
1000
miii.
gid.
tons tons
gid.
tons
gid.
tons
gid.
stuks
.
tns
tons tons
gid.

1925
593
101
9.55
0.36
8,1
205
1.444
365
151
164
52 631
24 3954
1.833
31
73
237
1.280
7.7
6.6
36.5
54
1926
737
148
11.33
0.39
7,3
203
1.642
390
146
393
52
899
28
325
4

1.484
100 279
444 1.744
7.9
7.0
35.9
58
1927
791
172
11.07
0.48
7,5
212
1.630
413
158
210
58
751
29
318
4

1.621
173
766
579
2.158
7.7 8.1
38.8
54
1928
910
177
13.35
0.57
5,6
224
1.721
425 166
225
67
849
27
573
1.988
336 1.903
633
2.431
7.4
7.7
43.8
58
1929
965
198
14.84
0.68
6,5
229
1.824
433
166
228
72
895
27
503
2.318
875
6.788
717
2,271
6.0
8.0
45.9
63
Jan.
980 10.37
0.31
16,2
233
1.531
416
152
212
68
813
26
676
2.937
627
5.474
572
2.071
5.2
7.0
43.0
81
Feb. 841 164 11.55
0.84
17,2
178
1.055 294
124 147 55
544
19
527
2.450
546
4.720
584
1.916
5.1
5.5
32.0
53
{rt.
936
14.15
0.80
13,0
216
1.092
350
175
237
77
.655
25
655
2.980
852 7.747
783
2.391 7.3 8.1
40.5
41
pr.
945
16.10
1.13
2,8
234
1.566
448
169
303
75
922
30
454
2.067
736
6.049
715
2.246
5.1
7.3
36.0
65
ei
955

9581

172
26.67
1.88
2,4 236
2.060
436
175
250
79
1.017
29
460
2.398
886 7.666
761
2.458
6.1
.
7.9
35.13
61
Juni
921
15.62
0.44
2,1
230
2.121
466
165
217
76
97(i
27
363
1.731
969 7.485 750
2.466
6.1
9.4
39.0
65
Juli
1.024
15.27
0.39
2,4 241
2.237
493
170
246
77
1.018
27
3.95
1.824
776
5.725
746
2.324
5.7
9.3
56.5
71
ug.
984 224
16.46
0.68
2,5
247
2.327
565
183
278
79
997
27
563
2.761
999
7.123
776
2.388
6.8
9.5
72.5
64
ept.
11.37
0.74
2,5
231
.058
501 182
218
70
992
27
506
2.249
994
6.935
780
2.395
5.7 9.1
66.8
49
)ct.
l.07l’
14.12
0.60
2,7
258
2.031
454
185 221
78
941
30
576
2.554
1.175
8.863
787
2.473
6.1
9.2
58.0
73
qov.
1.002232
12.10
0.25
4,2
238
1.963
404
166
213
71
977
27
455 2.001
1.001
6.977
636
1.953 7.3 7.3
39.5
72
)ec.
958J
14.28
0.06
9,8
214
1.888 384
144
198
65
885
25
402
1.863
944
6.695
712
2.173
6.0 6.2
30.8
70
[930
Jan.
1
1.060 12.13
0.14
11,7
221
1.878
464
152
227
66
930
27
372
1.733
968
6.160
774
2.280
6.2
7.5
43.7
69
Jeb.
985179
13.91
0.34
9,8
201
1.639
422
145
251
69
833 24 304
1.369 737
5.468
752
2.149
5.7
6.1
47.1
56
art.
9971
20.54
0.27j
6,7
227
1.875
413
356
271
73
814
24
338
1.521
951.
6.492
786
2.260
6.9 6.6
53.7
70
pr.
977
21.35
0.38
5,4
204
1.731
362 142
230
64
852
22
360
1.70 797
5.105
628
1.821
5.0
7.0
44.7
62
vle.i
1.017
187
17.84
0.35
4,8
224
2.039
425
151
223
68
929
25
434
1.855
735
4.436
887
2.562
5.8
8.2
47.5
73
Juni
916
18.04
0.77
4,3
201
2.008
410
135
lol
56
943
21
466
1.998
667
3.647 582
1.728
5.5 8.7
59.4
66 Fuli
1.097 13.70
0.33
5,2
204
2.119
494
145
222
62
973
22
530
2.551
672
3.682
673
1.882
4.8
10.2
61.9
59
kug.
1.010 15.58
0.23
199
1.931 456
153
241
59 1.005 21
595
2.865
675
4.336
861
1.738
6.2 8.7
68.8
46
3(
196
1.793
402
147
201
56
893
22
405
2.066
890
5.599
810
2.102
4.6 8.1
31.3
49

rutogewiciitX oOO””‘

-,

..

ncuueii
uetreing op ae maana Juni. ) ,L)e Aannemer”.
4$
8

Kapitaalmarkt
Geidmarkt
Prijzen
Verkeer

Effectenbeurs
Emissies
Spaar-

Indexcijfers van
Scheepv.
Koersen
1)
..
banken
verkeer
S)
s

“0
°’

‘)


0)
,

0

.
0
‘0

00
00)
0)•
0).0)
0
.
0

0)
en
.0
,n*
.9′

os
0

.0 N
0
0.0
0
0 0 0)
0) 00’0O)
‘0
003
0
0001…
0.,
Qj
0
‘0
=
._
– –
bsoo
>
0
‘0
.?
O
:’
bD

0)

0
t.)
Z
<
0
0)

0
0
o.’
,
.
00
00,
0
‘0
Q
ooC
.
In
0
0
C
0)
In millioenen guldens
In pCt.
i9i3-
ioi
1924-11
1929=1-30
Oct.’23
Spt.
In
10.000.000
1

in
1

miiiioenen
lOO

I”=
100 M
3
.
guidens

1925



4,93297
219
175 122
64 233 304
191
2,88
3,08
155
5.00 4.24
13.6
6.31
342
1926
– –

4,65470
429
196
274
73
397
299
209
2,92 2,88
145
95,1
5.22
6.10
13.6
6.23
312
.927



4,72494
46 158
336
93
401
321
225
3,83 3,76
148
94,9 5.95 4.80
13.5
6.23
296
.928



4,64667
48
364
303
338 329 332
242
4,16 4,18
149
95,8
6.14
5.03
14.5
6.42
266
929
168
433
125
4,76460
84
327
133
287
173


4,89 4,82
142
95,1 6.02 4.12
v15.0
6.79
232
Fan.
180
421
142
4,62 60.6
10.9
51.6
9.0
26.6 34.0
333 245
4,44 4,19
146

5.48 4.43
13.8
7.48
253
?eb.
182
427
140
4,65
99.3
4.1
61.8 37.5
69.1
30.2
335
247
4,78
4,35
146

4.59
2.89
13.4
5.68
230
etrt.
183
421
141
4,73
22.5
4.0
4.6
17.9
5.2
17.3
343
248
5,05
4,61
147
95,4 4.94
3.64
15.5
6.15
240
pr.
178
418
135
4,83
13.6

6.8 6.8
6.8
7.0
340
247
5,81
5,34
144

6.06
449
14.1
7.08
236
vlei
170
436
129
4,82 57.7
1.1
53.8
3.9
54.9 2.8
339
248
5,87 5,33
142

6.31
4.21 14.9
6.31
231
runi
167
455
127
4,80
14.1
0.4
8.3
5.8 7.9
6.2
340
250
5,30
5,38
141
95,7 6.44 4.08
14.1
6.18
217
Juli
166
462
123
4,79
41.1
0.4
13.0
28.1
28.9
12.2
340
251
4,90
5,17
141
94

6.80 4.23
17.5
8.03
201
.ug.
166
489
121
4,78
6.3

2.6
3.7
2.0
4.3
322
253
4,70
5,05
142
95

6.77 4.78
18.1
6.45
180
;ept.
170
482
120
4,81
18.0
60.4
9.1
8.9
4.7
13.3
343
254
5,32 5,38 141
95
94,4 6.13 4.09
15.6
6.30
210
)ct.
158 427
113
4,79
64.1

60.2
3.9
50.1
14.0
342
254
4,53 5,15
140 93

6.29 4.37
15.6
6.96
247
ov.
150 384
106
4,82 45.0
2.2
43.1
1.9
29.2
15.8
343
254
4,17
4,24
137 90

6.02 4.26
14.5
6.13
271
)ec.
145
389
103
4,75
.17.8

12.2
5.6
1.8
16.0
343
257
3,87
3,50
135
89
94,8 6.38 3.95
13.6
6.45
247
930
ran.
144
312
102
4,71
43.1 19.3
41.7
1.4
6.3
36.8
344 262
2,85
2,93
131
86

6.11 4.35
14.3
7.49
273
reb.
144
303
97
4,71
55.8 5.4
11.8
44.0 2.8 53.0
356
266
2,94
2,78
126
84

5.51
3.87
12.6
5.78
244
[rt.
135
292
92
4,67
74.6
-.
57.9
16.7 3.9
70.7
356
270
2,59
2,55
122
80
92,2
5.77
3.80
13.8
6.23
251
pr.
140 305
92
4,68
55.4
0.4
12.5
42.9
5.1
50.3
354
269
3,10 2,43
122 81

5.52
3.76
14.5
6.88
25(
4ei
129
281
92
4,64 36.4
1.3
6.5 29.9
3.7.
33.1
354
272
2,56
2,24
118
80

6.25
3.92
14.3 6.27
241
[uni
123
262
83
4,58
100.8
2.9
26.5
74.3
3.9
96.9
354 274
1,94
1,85
118 76
91,8
6.46 3.58
15.0 5.91
240
ruli
128
265
82
4,56
35.2
7.0
17.9 17.3
0.1
35.1
355
277
1,85
1,91
115
78
6.15
4.09
v16.3
7.88
251
ug.
117
252
75
4,52
18.0
5.1
14.6
3.4 0.3
17.7
358
280
1,62 1,83
114
83

6.02 4.23
v16.9
6.15
21
ept.
111
246
74
4,49
18.8
1.61
17.5

1
.31
0.7
18.1 381
1
1
91,8
v14.9
6.19

,,

unou vvu, uu etatistieK. ‘ nang voor rlanoei en scheepvaart te k(Nadruk verboden)
2) Directie van den Landbouw. Nieuwe reeks, begonnen Juli 1929.
3)
Bureau van Statistiek der Gemeente Amsterdam.

z

z

z

z

z

(1)

Z.

z

ç.I

z
z
z

(1)

z


GO
0
1
)

40)
NO
t-

0))

(0)

(0)


CCt-

GO
GO
4000.
CCGO
oo
t-
0
000-400
t-

GOCC
Cl.GO

+•
1

l
1

I++
+
GO
CCCC
-‘4001CC
ITH
CC
Cl
CC

Cl

4 GO
CC


m cc
r-COCl0
Co
GOC)

GO

-1–
1

1
1

1

1
-1–
t–
GO
GO CC
4

0
0
000′)
CC0CC
0)
•’CG0
t-CCG
C
0101
10


0)
0 —
CC
(0)

(t)

0))
Cl
(/1

Cl.
0’IGC
4
NO
– –
CC0

Cl

+
+1
+ + + +
+-
Cl
0
CC

0
o o
CCt-C’l
GO
m m
GOCl0000
-.
vi
0)01
‘dGOGO
GO
4
00
CC
0′)

+
+1
11+1
+•

GO
0Cl
00010-

0
Cl

t
4

Clt-
GO
Idq Cl-
CC


CCCCGO

0
1
1
CC
ClCC
8iCCGOCC

CC

0) t-
GO CC
GO CC

CC
01CC
GOt-0

t-Cl


GO

CC
t-
0′) —
Idi
GO GO
IN

0)
Cl
OGO
CCE

4)

0)

CCCC
t-GO
q
H

+
II
ll++

+
t-
1040
di
t-CC

Idi

ClO
000)CCC)

t-

-fl
.-Cl
t-GOC)00

t-

OCO
CCGO-
CCCl
40

+
II
liii
0)
t-
GOCCt-

0)
GO
t-
0)
GO

t- Cl

0
-Cl0)O

10
000)
t-

4 GO

CC
t-GO
Cl
CCCCCC
GO0100

GO
.

‘f440
Cl CC
GO Cl

0
GO
NO)
0)0100)


Cl
t- CC
0)

4
CC

oi
t-o
0GO’4
GO
COCC01

Cl
Cl

Cl
+
+•I
I+++.+
CC
00
000 Co

4
Cl
Co
t-
CC CC

GO
0
GOCl
C1Cl0Cl

CC
G

OGO

CC0C’O

Cl

t-CC-‘4

0′)
Cl

+
±1
IlI.+

t-
-t-
GOCCCC

0
o
0
Cl
S 1- S
t-

0)
GO
GO
CCOCC

GO
0)
– –
0
CC
– –

GO
GOGO
GOCC
St-

CC
0’ICCGO
Cl

ClGO

:-

0

0

:.
•0••
-0-

:
:

._d;
.0
F.

0

•)
0

0

0)
.•-
0)
:.0

;
EI


;

0

0
0

Co

»


4

H
(1)
4-4

(1) (1)

z

z
0

z

Z
.

4

(1)
z

0

z
4-4

z

970

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 October 1930

0

Cq
co
t- 0

CO
‘4 ‘4
cq ‘r
m

CN

t-
Ç’

C
0N1O00000CC’
4
00

0
GO
uCt-
6

4
1
6

13Cr

o6


±_I+I+I

Ii

1

1+1+

+1
o
0’4CCGO0000CCt-
000

GO
o
GO
00
0
0
00


CC 000) 0

0 CC CC GO t

CC
t-

t

0-4GO

ç4
c
0

.
11111111111

F

ll

1.
GO CC
Cl
GO IZ14 Cl t- Cl CC 00 CC 0) 0′)
Cl
t-

GO
t-
0
– –
0)
GO CO
CC
0

GO
00
CC GO
t-
CC

0
GO
Co
.
4

0000

0000

0000

GO
CC

l

GO
Cl

0
CCt-CCClCC4GO4000CCt-CC

t-GO

O
00)’0GO0C)GO

0000

Co
CC
GO
.c
4000


C
a

000

0CCGOCC’
4

.00
Co

Cl

Cl

Cl 040

— CC
Cl
00

CC

)
‘c
oqCl

+++I++++I

11+1+

++
CC
0)
GO

CC
CC
0
ClCC0)40ClCl-CC.t-t-GO
GO
0
0)
OCCClGOCC

GOC)GO’

0

°
0′)
CC
..
0)
GO

Cq

1:1
I+I

I+++I

11+1

..4GOClGOGOGO400)’t-l0

CC
q)
GOGO40CCClGO10′-GO0)

Cl
0)
Q
0
GO
GOCC t- t-

CCNCCClGO
CC
0)
TH Nf
mC0)
GOClCC00
GO

CC
GO GO
Cl

4
1-4

06
Cl
=

=
000

0C

GOCC
C0C)
0)

t
4
CC

0′)
CC Cl
’94
CC

GO GO CC

CC
CC

0)
0
.0′)
00)4CCClt-.1
.
t-0000)
‘c3


GO
CO
,CC
w
ol
‘-
00′)

I+I+++I++++l+

+j

0

t-

CC
00NIGOGOCl0GO0

0
0
CCGO0t-4,.,CCGO00)CC

4
Cl
Cl
0
0)
GO CC
0)

GO
Cl –

4
GO
0)1000 — Cl

0)

0
Cl
GOGO

G’-CC0’GO’-4

0.

0000
CC
0)
00′)

Cl


I+I+I

1+1+11

+
NCCCCGOCCGO’CCC0ClC’)

0
GO
Ca
Cl CC 00
104
GO

GO
0′)
GO

‘)4
t-
CC
CC
10

CC CC
0
CC’CCOGO0)
N


Co
CCGOd0Cl0),
0ClGO0CC

t-

t- GO CC
01

4 GO
01

000)
‘4

Cl
0000

Cl

040t-0000400t-010010000

GOCC
0
0
0) 0 0)) 10
Cl
t-
0)
CC Cl CC
GO
GO
GO
0)

GO

‘l
t>
.

Cl
d-,
‘C.0
0010.0t-GOClt-100N’-
0

CC
4-
‘))10)

19

1 ++++++++ 1 1 + I +

+
±
0
CC
Cl
GO
Cl GO 01
0) 0)
CC
0
CC
0 CC
‘-4

0)
0)
4
0
0
GO
0
0) CC GO
0)
CC
00 0
0) CC
0) ‘0’

4

GO
0)
0
w
CCCCCC0C)GOGO04GOG’)GO

011

lC)C

6
Ct-

0
0)
00
0
0)

CC

‘4

Cl

‘4

t-

‘4

4
)

01

.—

0)
GO 10′
Cl
++++++++I+l++l

++
E
CC GO CC 00 GO
‘,14
t- — 0 0) GO 0′) GO
GO

4
GO
000
CC

4

GO

0′)

Cl
t-
0
GO
0 0000 Cl
Cl GO Cl
GO
C’)IOCC0000CC

tL
Cl0)N01CCCCClGOO)CCCCONGO
0

– 0.00
Cl
000
CC

CC

GO

.

Cl
0)
GOCC
GO
Cl
.
0

………….
…………….
0)

HHHHHHHJ


Ca

:

Pl
•’

.

.4
Ca

ca 0)
Z
:

o::c-o

:
.

.

.
:


00

0)
Ce

•.:

:-

0)b0.

.0)

.

..0)

.

.

.

.00″

0
00


o

4

0)0)

.

•0
…-.
0)-

0)

:

.0

-II

29 October 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

971
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B. ” beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.

N d IVrsch.

Disc. Wissels. 3
25 Mrt.’30
Lissabon …. 74
2 Juni’30
Bel.Binn.EE. 34.4
Oct. ’30
Londen ……3
1 Mei ’30
in R.C. 344 Oct.
’30
Madrid ……6
19Juli ’30
Athene ……….9
2Dec.’28
N..YorkF.R.B.24l9Juni’30
Batavia ……….
4470 Mrt.’30
Oslo ……..
4420Mrt.’SO
Belgrado ……..5428
Mei ’30
Parijs ……24
1 Mei ’30
Berlijn ……….5
9Oct. ’30
Praag …… 4
24Juni’30
Boekarest……..9 23
Nov.’29
Pretoria …. 5429
Spt. ’30
Brussel ……….
2431 Ju1i’30
Rome …….. 5419
Mei ’30
Budapest …….. 5428Mei
’30
Stockholm .. 34
2Apr.’30
Calcutta ……..5
10Juli’30
Tokio …….5.1
60ct.’30
Dantzig ……..5
10 Oct.
’30 Weenen……5
98ept.’30
Helsingfors ……6
26Aug.’30
Warschau…. 6412
Juni’30
Kopenhagen …. 4
3Mei ’30
Zwits.Nat.Bk.2410 Juli’30

OPEN MARKT.

1930 1929 1928 1914

25 0
C
t
2
01
2
5
13118
6111
21126
22j27
20124
Oct.
Oct.
Oct.
Oct. Oct. Juli

.4,,,lterdam
Partic.disc.
1
3
/8
7
116 15
116’I3
11-7/
1518_7/
5
1
I8
4I8-Iii
3
1
I5116
Prolong.
1114

1j4
1
1
143
/4
1
1
/4
8
j4
33j44112
41I2-114
21/4_814
Londen
Daggeld…
111
4
2
1-2
1-2
1-2
4
1
125
1
/3
3_4314
1314-2
Partic.disc.
2
1
116
2
1
116-
3
132
131
4
-21/
5

2
3
13
3
-513
3

6-132
418-II1
21(
4
_8(
4

Berlijn
DageId…
311
1
5
3-5 4-6
1
1
3-6
5
1
1-9
4
1
12-7

Partic.disc.
30-55 d…
4
7
1s
4715
5
375
71/4
6
3
18

56-90 d…
4
7
18
4
18
5

5
318-5
7114
6
5
1
2I/11,
Waren-
wechsel.
53(_1(
5Is-
1
I3
5
1
12
4
1
j..5
1
j
7314
6
8
18-7

New York
Dageld
)
21(4
2_1j4
21/
4

5-6j4
6-8
1
/
4

1
8
/4-2
1
11
Partic.dlsc.
2
2
2 2
1

514

1

41
18
1


•,
rwera
van
£’8
uc,. en aaaraan vooraigaanoe weKen t!m Vrijaag.

WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.

D
a
a
New Londen,
BerlIjn
Parijs
Brussel
Batavia
York’)
‘l
‘)

‘)
1)

21 Oct.

1930 2.48%
12.068/
59.18
9.744
34.63
100
1
/16
22

1930
2.48%
12.06
5
.
59.10 9.74
34.61
1001/
86

23

1930 2.488/
8

32.06%
59.144
9.744
34.62
100
1
/
18

24

1930 2.488/
8

12.06%
59.17
.9.744
34.624
1001/
16

25

1930
2.48
8
/16
32.06%
59.18
9.744 34.614
1001/
16

27

1930
2.481/
86

12.06′
59.16
9.744
34.614
1001/
86

Laagsted.w.1)
2.485/82

12.05v,
59.08
9.734
34.59
99″,
Hoogste d.wl)
2.487,
1
,
12.071j,
59.23
9.75
34.64
300
1
/18
20 Oct.

1930 2.485/
12.067/,
59.16
9.744
34.64
1001/
16

1100
13

,,

1930
2.48
8
/
12.058/
8

58.974 9.73
34.61
Muntpariteit
2.48% 12.10%
59.26
9.75
134.59
1100

Data
Zwit-
serlan
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
•)
1)
rest
1)
‘)

21
Oct.

1930
48.21
35.05 7.364
1.48
13.004
26.10
22

1930
48.20% 35.05 7.364 1.484
13.-
26.-
23

1930
48.23 35.05
7.364
1.48
33.-
26.05
24

1930
48.23 35.05 7.364
1.48
13.-
26.574
25

1930
48.21%
35.02%
7.364
1.48


27

,,

1930 48.21
35.05
7.364
1.48
13.-
26.95
Laagsted.w.’)
48.17% 34.97%
7.36 1.47
‘2.98ji
25.66
Hoogste
d.w
1
)
48.25
35.0734
7.374
1.49
13.02
27.30
20
Oct.

1930
48.20 35.05
7.37
1.48
13.01
25.20
13

,,

1930
48.23
35.02%
7.36 1.48
12.984
24.40
Muntpariteit
48.-
35.10
7.3711
1.488
13.09
48.524

a
0
D
i
Stock-
Kopen-
o
to
.
liet-
Buenos-
Mon-
holm
)
hagen’)
fof1)
Aires’)
treal’)

21 Oct.

1930
66.674
86.45 66.45
6.25
86 2.4834 22

,,

1930
66.65
66.45
66.45
6.254
86
2.488/
6

23

,,

1930
66.674
66.45
66.45
6.25
85%
2.48%
24

1930
66.674
66.45 66.45 6.254
84′
2.488/
25

,,

1930
66.65 66.45 66.45

6.254
84%
2.488/
8

27

1930
66.65
66.421
66.424
6.25
84%
2.485/
Laagste
d.w.
3
)
66.574 66.374
60.374
6.24
83%
2.48%
Hoogste d.w’)
66.80
66.474 66.474
6.26
86
1
4
2.48%
20 Oct.

1930
66.70
86.474
66.474
6.254
8571,
2.481/,
13

,,

1930
66.60 66.40 68.374 6.244
82%
2.48%
Ntuntpariteit
66.67
66.55
66.87
6.284
95%
2.48%
) Noteering te Amsterdam. “) Not, te Rotterdam.
1)
Part. opgave.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.

KOERSEN TE
NEW
YORK
(Cable).

D
a a
Londen
($
per

)
Parijs
($ P.
lOOfr.)
Berlijn
($
p. 100
Mk.)
Amsterdam
($
p. 100
gld)

21 Oct.

1930
4,861/
3,92%
23,84
1

40,28%
22

1930
4,85
8
I;,
3,92′,
23,81%
40,27%
23

1930
4,8515,
3,92
3
1
8

.

23,811/,
40,26%
24

1930
4,85
81
/
32

3,928/
s

23,82%
40,27%
25

1930
4,85
29
/
3,92% 23,83 40,27sj
27

1930
4,8527/
39

3,92%
23,827/
t

40,277,
28 Oct.

19291
4,877/
t

3,94
23
1
92%
40,35%
tsuntpariteit..
1

4,8667
3,90′
23,81%
401
16

KOERSEN TE LONDEN

Plaatsen en
Landen
lNoteerings-1
I

eenheden
II
Oct.
1

1930

1
1
18
Oct.
1930
1

20125
Oct.
’30
jLaagstejHo0gsqj
125
Oct.
1930
Alexandrië..
Piast.
p.g
97%
97%
/I6
/I6
974
p.Y,
375
375
374
,i
375%
375
Athene ……Dr.
Bangkok….
Sh.p.tical
1/9%
1/101/
8

1/98/
9

1110
1110
Budapest …
Pen. p £
27.77 27.75 27.73 27.80
27.764
Buenos Aires
d.
p.$
38
3811i
38
1
/16
38
,
s/
le

38
,
18

Sh.
p.
rup.
1/527/
33

1/5
58
1
,
64

1(595/32

1;5$
7
/
33

1/5
81
/
64

Constantin..
1iast.p.c
1.025 1.025 1.025 1.025 1.025
Hongkong ..
Sh.
p. $
113
27
/
1/329/
1
1
1
38/
s

114%
1/8%
Sh.
p.
yen
2/0
15
/
33

2/081/
54

2/071
1

2/0
21
/
32

2/0
19
/
82

Lissabon … .
Escu.
p. £
108% 108%
1081
1088/
8

1083/
4

Kobe

…….

Mexico

….
$
per
£
10.30
10.30
10.15
10.40 10.25

Calcutta
……

Montevideo .
d.per
z
e 38%
391,
38y,
39%
3834
Montreal …
$
per £
4.85,
1
1
4.85%
4.85
1
/8
4.85+
4.85%
Riod. Janeiro
d. per Mii.

– –


Shanghai …
Sh.
p.
tael
1/7%
11718/
16

1,67/
1
a

1j771
1
/7
9
/
82

Singapore
..
id.
p. $
2/3
29
/
32

2/3
82
/
32

2/3
25
/
52

2/381133

2/327/ 32
Valparaiso
‘).
$
per
£
39.97
39.96
39.96
39.97
39.96
Warschau ..
Zl. p. £
43s
433f,
1/15
437/
1

433/
8

1)
90 dg.

ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS’)
Londen’)
N.York’)
Londen
20 Oct. 1930..
1681
16

20 Oct.
1930….
84111% 21
1930..
16′
357/
s

21
1930…
84111%
22

,,
1930..
16%
35% 22
1930….
85/01/,
23

,,
1930..
16
8
/
s

354
23
1930….
85108/
8

24

,,
1930..
16%
358/
4

24
1930….
8411%
25

,,
1930..
167/
16

355i
25
1930….
84/11%
26 Oct. 1929..
23 50
28 Oct.
1929….
84/1134
27 Juli
1914..
2416j
19

59
27 Juli
1914…..
84/11
1) in pence p. oz. stand.
2)
Forelgn silver In Sc. p. oz. line.
8)
In sh. p. oz. line

STAND VAN ‘. RIJKS KAS.

Vorderingen.
1

15 Oct. 1930
23 Oct. 1930
Saldo van
‘s
Rijks Schatkist bij De Ne-
derlandsche

Bank ………………

Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
….
587-
1

.893,65
/

180.035,25
Voorsch.
op
uit. September 1930 ajd.
gemeenten verstrekt
op
voor haar
door de Rijksadministratie te heffen
gemeentelijke

ink.bel.

en

opc.

op
33.796.712,18
33.796.712,18
Voorschotten aan Ned.-lndi8 ………
105.903.103,64
108.210.341,11
Id. aan

Suriname …………………
11.576.599,29

11.586.133,79 4.289.845,43
4.301.908,88

de

Rijksink.bel………………………

Kasvord. weg. credletverst.a/h. buitenl
.100.104.638,40

98.862.491,75
Id. aan

Curaçao …….
……………….

Saldo der postrekeningen van Rijks-

….

coniptabelen

…………………..
20.075.124,48

20.499.941,30
Vord.o/h. Algem. Burg. Pensioenf.
1)

..

Vordering
op
andere Staatsbedrijven’)
14.463.248,01
14.569.817,24

Verplichtingen.

Voorschot door Ned. Bank ingevolge
art. 16 van haar octrooi verstrekt

/
11.476.532,36

f

11.388.571,47
Voorsch. d. Ned. Bank verstrekt’)


Schatkistbiljetten in omloop
………

,,
152.522.000,-

152.522.000,-

Waarvan direct bij de Ned. Bank


Daggeldleeningen ………………..

5.500.000,-

2.000.000,-

Schatkistpromessen in omloop ……..95.030.000,-

,,
95.030.000,-
..

Zilverbons in omloop ………… ……4.309.944,50

,,

4.229.755,50
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioenf.1)

,,

187.630,40

,,

285.661,32
Id. a. h. Staatsbedrijf d.
P.,T.

T.’)..
…8.514.192,22

3.370.325,29
en

,,
Id. aan andere Staatsbedrijven’)
……,,

893.711,53

1.160.141,53
Id. aan diverse instellingen’) …….. …10.237.333,87

,,

10.166.188,04
1)
In rekg.-crt. met
‘s
Rijks Schatkist.

NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.

18 Oct.1930
25 Oct. 1930
Vorderingen:
– –
Saldo bij de Javasche Bank……….
1561.000,-
f

150.000,-
Saldo bij
‘s
Rijks kas
………………

Verplichtingen:
Voorschot
‘s
Rtjks kas ……………
106.148.000,-

.

108.580.000,-
Schatkistpromessen

………………
.
11.850.000,-
..

11.850.000,-
Betaalmlddelen in
‘s
Lands Kas
36.876.000,-

Waarvan Muntbiljetten …………….2.359.000,-
.
7.540.000,-

Muntbiljetten in omloop
………….
16.817.000,-
Schuld aan het Ned.-lnd. Muntfonds
,,

4.218.000,-
4.507.000,.-
Idem aan de Ned.-lnd. Postepaarbank
,,

1.127.000,-

..

984.000,-
Voorschot van de Javasche Bank

lb

t

972

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29
October
1930

NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 27 October
1930.

4otiva.
Binnen!, Wis-(Hfdbk.
f

36.877.344,79
sels, Prom., :Bijbnk. ,,

722.665,60
enz.indisc.(Ag.sch. ,,

8.935.700,74

f
46.535.711,1
Papier o. h. Buiteni. in disconto ……

Idem eigen portef..
f
250.460.084,-
Af :Verkochtmaar voor
de bk.nog niet afgel.


250.460.064,-.
Beleeningen

Hfdbk.
f

28.283.173,69
mci. vrseh.
Bijbnk.

,

4.604.187,95
in rek..crt.

Ag.sch.

50.375.670,69
op onderp.

f

83.263.032,33

Op Effecten ……
f

81.877.978,22
Op Goederenen Spec. ,,

1.385.054,11
83.263.032,33
Voorschotten a. h. Rijk …………….,,
15.000.000,-
Munten Muntmateriaal
Munt, Goud
……f

64.710.365,-
Muntmat., Goud
..
,, 360.801.304,17

f
425.511.669,17
Munt, Zilver, enz.

24.415.329,22
Muntmat., Zilver..


449.926.998,39
1
)
Belegging
i

kapitaal, reserves en pen.
sioenfonds

……………………,,
25.910.133,18
Gebouwen en Meub. der Bank ……..,,
5.000400,_
Diverse rekeningen ………………,,
41.455.836,39

f
917.551.775;42
Passiva.
Kapitaal ………………..
. …….

f
20.000.000,-
Reservefonds ………………….. .,,
7.199.946,44
Bijzondere reserve

………………,,
8.000.000,-
Pensioenfonds

………………….,,
6.726.010,49
Bankbiljetten in omloop …………..

,,
815.392.140,-
Bankassignatiën in omloop ……….,,
310.186,11
Rek.-Cour. Ç Het Rijk
f


saldo’s:

Andereif

,,

53.707.989,31
53.707.989,31

Diverse rekeningen ………………«
6.215.503,07

f
917.551.775,42

Beschikbaar metaalsaldo
………….f
101.774.181,86
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is. ,,
254.436.400,-
1)
Waarvan in het buitenland
/
28.846.779,33.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

dP

Goud
Andere
Beschikb.
Dek-
Data Circulatie
opeischb.
Metaal-
king Munt
1
Muntmat.
.ichulden saldo
1)

perc.

27 Oct.
’30
64.710
360.801
815.392
54.018
101:774
52
20

,,
’30
64.722
360.761
816.369
54.579
100.614
51
13
’30
64.732
350.802 826.136 43.243
90.977
50
6

,,
’30
64.744
330.802 840.573
17.210
75.435
49
29 Sept.
’30
64.759
325.820 831.055 21.653
72.775
48
22

»
’30
64.774 325.820 800.112
22.210 85.489
50

28 Oct.
’29
65.286
377.439
825.501
21.245
124.270
541

25 Juli
’14
65.703
96.410 1310.4371
.
6.1981
43.521
1
54

Totaal
Schatkist-
Be


ee
Papier
Diverse
Data
bedrag
romessen
Irp
echtstreeks

nien
op het
reke-
disconto’s
buitenl.
.ningen
)

27 Oct.
1930
46.536

83.263
250.460
41.456
20
1930
47.027

82.43
1
4
250.431 45.281
13

,,
1930 47.391

81.173
250.276
54.469
6
1930
53.062 4.000 83.986
244.239
61.202
29 Sept.
1930
48.702

91.134
242.912 57.054
22

,,
1930
48.323

83.262
239.867
52.270

28 Oct.
1929
57.830

87.455
209.210
36.460

25 Juli
1914
67.947

61.686 20.188
509
1)
Sedert den bankstaat van
14
Jan.
’29
wecer op ae basis van
‘J
metaaldekking.
2) Sluitpost activa.

CURAÇAOSCHE BANK.
Voornaamste nosten in duizenden ruldens.

Data

_______________

Metaal
Circu-
latte
Dis-
conto’s

1 Voor-
schotten
1
aan de
1
kolonie

D
reke-
ningen’

Diverse
reke-
nlngen
2

1 September1930
4.616
‘5.989
155
321
2.048
587
1 Augustus 1930
4.590
6.094
151
375
2.234
672
1 Juli

1930
4.538
6.082
148
442
2.475 955
1 Juni

1930
4.596 6.473
145
635
2.366
703
1 Mei

1930
4.443
6.413
144
430
2.262
301
1 April

1930
4.402 6.161
133
461
1.875
143

1 September1929
3.999 5.694
57
299
2.846
994
‘)Iu1tp.
aer acuva. ) biunp. aer passva.

JAVASCHE BANK.

Voornaamste posten in duizenden guldens. be
samengetrok.
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.

Data
Goud
Zilver
C’rculatie
opetschb.
schuldeq
metaal-
saldo

25 Oct. 1930

_______________________________

171.700
256.700-
41.200
52.540
18

1930
170.900
260.800
34.100
52.940
11

1930
170400
264.900
30.900
52.080

27 Spt. 1930
‘138.816

31.462
257.309 44.038
49.729
20

1930
138.811

29.985
260.340
39.505
48.859
13

1930
138.807

29.250
264.598
37.318
47.291
6

‘,,

1930
138.822

29.484
265.168
36.612 47.593

26Oct. 1929
146.292

24.047
306.178 63.647
22.410 27 Oct. 1928
171.121

16.229
320.662
62.750 33.985

23Juli1914
22.057

31.907
110.172 12.834
4.842

Data

_____________

Dis- conto’s
buiten
N.-Ind. betaalt’.

Wissel
s,
Belee-
ningen


D iverse

1
reke-

1
ningen’)

bek

kings-
percen-
tage

25Oct. 1930
103.400
58
18

1930
105.800
•’
58
11

1930
107.300
4

58

27 Spt. 1930
45.145
57
9.485
•”
43.816
20

1930
9.484
28.898
46.575 43.212
56
13

1930
9.657
28.457
44.281
46.547
56
6

1930
9.988
29.775
41.875 45.726
56

26Oct. 1929
9.307
42.359
121.010 31.194
48
27 Oct. 1928
8.861
32.677 99.936 58.538
49

25 Juli1914
7.259
6.395
75.541
2.228
44
t)
Sluitpost activa.

BANK VAN ENGELAND.

Voornaamste posten in duizenden ponden sterling

Data
Metaal
Bankbilf.
in
circulatie
I Bankbilf. lin Banking
Departm.

I

Other Securities
Disc, and
Advances

ecuritie

22 Oct.

1930
160.126
354.528 64.414
4.979
22.969
15

1930
159.021 357.061
60.763
5.128
22.882
8

1930
158.683
359.560
57.917 4.879
22.530
1

1930
156.803
359.386
56.232
11.917
22.158
24 Sept. 1930
157.427
355.769
60.536
5.672
21.586
17

,,

1930
157.511
357.768
58.652
5.377
22.409

23 Oct.

1929
131.825
357.387
34.439
4.200
20.441

22 Juli

1914
40.164 29.317
33.633

Data
00v.
Sec.
Public
Depos.

Other Deposits
1
1
Other
Bankers IAccountsl

1 1
Reserve’
Dek-
kings-
1
perc.’)

22 Oct. ’30
41.636
27.933
55.505
34.099
65.598
5513/
15

,,

’30
42.301
12.397
66.163 36.067
61.961
54
S

,,

’30
44.666
12.861
66.447
34.251
59.123
52
1

’30
44.536
21.645 61.318
34.789 57.417
4823/32

24 Sept.’30
41.056 13.310
64.174
34.195
61.658
17

,,

’30
38.766
8.934
65.308 33.786 59.743
555
/

23 Oct.’29
69.462
15.788
59.111
37.137
35.634
313,(

22 Juli
’14
11.005
13.736
42.185
29.297
52

1) Verhouding tusschen Reserve en IJeposits.

BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaa.mste posten in millioenen francs.

Wis-
1
Waarv.

Belee-
Renteloos
Data
Goud
Zilver

I

Tegoetdl

in he
sels

1
op
het
1
n ogen
I
voorschot
buitenl. buiteni.
a
.d.
Sta’af

17
Oct.
’30
50.567 468
6.475 24.045
19.120
2.884
3.200
10

’30
49.448
468
6.568
23.795
19.045
2.886
3.200
3

’30
49.101
455
6.562
24.081 19.033
2.946
3.200

Spt.
’30
48.431
443
6.567
25.215
19.027
2.796 3.200

18
Oct.
’29
39.771
123
7.164
26.902
18.671
2.476 3.200

23Juli’14
4.104
1
640

1.541
8
769
1

Bons
v.
d.J
Diver-
Rekg.
Courant
Data
zelf
St.
sen’)
Circulatte
Staat

Zei/st.
1
Parti-
amort.
k.I
lamort.k.Iculieren

17 Oct. ’30
5.304
1.940
73.302
4.714
1
6.940
1

8.439
10

’30
5.304
2.078
73.968
4.031
6.875
1

7.489
3

,,

’30
5.304 2.076
74.516
3.910
6.081
7.449
26 Spt. ’30
5.304
1.806
73.053
4.289
1
6.220
8.780

18 Oct. ’29
‘5.612
1.597
66.326
6.579
1

6.611
5.982

23Ju1i’14


5.912
1

401

1)
Sluitpost
activa.

29 October 1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

973

GOEDERENHANDÈL.

GRÂNEN.
28 October 1930.
Aan de tarwemarkt handhaafde zich in liet begin der week
nog de verbeterde stemming, welke in de voorafgaande week
ontstaan was. Zij was, vooral teweeg geroepen door sterken
sneeuwval in Canada. Veel tarwe bevond zich in de P.rairie-
Provincies nog op het land en toen deze onder de sneeuw be-
dolven werd, vreesde men voor aanmerkelijke schade. Zoowel
het dorschen als de aanvoeren van tarwe werden in Canada
door den sneeuwval belemmerd. Bovendien was Rusland
minder sterk met tarwe aan de markt, vooral met die soorten,
die in Engeland gaarne worden gekocht, en er ontstond in
Europa algemeen
wat
meer vraag. Naar Engeland werden
moer zaken gedaan in Canadeesche en Australische soorten,
terwijl de prijzen eenige verhooging ondergingen. Die betere
vraag had tengevolge, dat, ook toen het weder in Canada
beter werd, de Noord-Amerikaansche tarweniarkten wat meer
weerstandsvermogen toonden. Tegen het einde der week kwam
daaraan echter een einde, hetgeen vooral verband gehouden
heeft met’i5iuwe zeer groote Russische verschepingen, welke
de hoveelheid der vorige week nog weder aanzienljjk overtrof-
fen en uitbreiding van het Russische aanbod. Tevens werd het
verloren gaan van het prjsherstel in de hand gewerkt door
groote verandering ten goede in het Canadeesche weder, waar-
bij de sneeuw verdween en het dorsëhen weder voortgang
kreeg. Ook uit de Vereenigde Staten komen zeer goede weer-
berichten, zoodat de nieuw uitgezaaide wintertarwe begun-
stigd is door ruimen regenval. Een andere reden voor de laatste
prijsdaling was een Argentijnsch bericht, volgens hetwelk de
met tarwe bezaaide oppervlakte daar aanzienlijk gröoter is
dan die van het vorige jaar. in A,ustralië blijven de zeer goede
vooruitzichten voor een zeer grooten tarweoogst zich hand-
haven. De tarweprijzen aan de Argentijnsche termijnmarkten
zijn in de tweede helft der week eveneens gedaald, doch op
25 October was de stemming daar vaster met eenig prijsherstel,
waartegenover echter de pesokoers de laatste dagen weder
eenige verlaging onderging. Intusschen was op 27 October de
stemming aan de Europeesche markt wat beter. Belangrijke
oorzaken daarvoor zijn eigenlijk niet aan te wijzen. want er
bestaat geen aanleiding om aan te nemen; dat voorloopig het
Russische aanbod van beteekenis zal afnemen en de groote
voorraad van Noord-Amerika blijft onveranderd bestaan.
Binnen enkele maanden zullén dan de oogsten van Argentinië en Australië zijn binnengehaald en wanneer niet op het laatste
moment zeer ongunstige wijzigingen in de weersomstandig-
heden optreden, moeten daarvan zeker groote opbrengsten
worden verwacht. Prijsherstel van eenige betoekenis wordt
dan ook eigenlijk over het algemeen’niet verwacht, afgezien
dan van eenige reactie op de nu zoo buitengewoon lage prijzen.
Zoo lang echter tarwe in zoo grooten overvloed aanwezig is,
als tegenwoordig liet geval is, kan nauwelijks-verwacht wor-
den, dat zulke verbeteringen blijvend zullen zijn. Daarbij
komt, dat het weren van buitenlandsch graan in Europa on ver-
anderd vooi-tgaat, en zelfs is met ingang van 26 October liet
invoerrecht voor tarwe in Duitschiand nog weder zeer sterk
verhoogd. Daar blijft men dus van zulke verhoogingen nog
altijd heil verwachten, ofschoon tot nog toe, ondanks de
telkens nieuwe stijging van het invoerrecht, de nooden van
den Duitschen landbouw eerder zijn toe- dan afgenomen. Die
nooden betreffen trouwens tegenwoordig niet zoo zeer de tarwe,
omdat daarvan de prijs tengevolge van het maalgebod zich
reeds langen tijd boven de pariteit der wereldmarkt beiveegt.
in Prankrijk wordt van officieele zijde nog steeds volgehouden,
dat invoer van meer clan de tegenwoordig in het meel veroor-
loofde 10 % buitenlandsehe tarwe niet noodig zal zijn, doch
in de harldelskringeri meent men, dat clie berekening veel te
optimistisch is en dat de invoer belangrijk grooter zal moeten
zijn. Tot nog toe echter icoopt Frankrijk slechts in beperkte
mate buitenlandsche tarwe. Maatregelen tot het beperken
van den invoer van Russisch graan zijn nu op het Fransche

voorbeeld oolc in België genomen, doch algemeene verhooging
der taiweprjzen kan van zoo iets natuurlijk nooit het gevolg
zijn, omdat de Russische tarwe op de wereldmarkt nog even
zeer haar invlQed blijft doen gelden, ook al wenschen enkele
landen die tarwe niet meer of niet in onbeperkte mate toe te
laten. Oolc in Nederland wordt tegenwoordig van verschillende
zijden’ de wenschelijkheid betoogd van belemmering van den
invoer van Russisch graan. Men meent daarmede een herstel
der graanprijzen te kunnen bereiken, doch zoo lang zulke
maatregelen niet çvenzeer op graan van andere herkomst
worden toegepast, kan het natuurlijk nooit tot dat resultaat
komen: Bovendien wordt daarmede het welzijn der Neder-landsche havens bedreigd. Op 27 October ondergingen aan
de Noord-Amerikaansche termijnmarkten de tarweprjzen
verdere verlaging, waardoor die te Chicago 1 k 1 ‘/,, te Winnipeg
1/
21/2
dollarcent per 60 lbs. Jager kwamen dan een week tevoren. Eerst had in het begin der week een verhooging van
1 A, 2 cent plaats gevonden, in Argentinië was op 27 October
de markt uitermate vast met sterke prijsstijging. Het slot
was zelfs 20 i 25 centavos per 100 KG. hooger dan op den
20sten.
Rogge is nog altijd de graansoort, die in Duitschland aan den landbouwer en daarmede aan de Duitsche regeering de
meeste zorgen baart. Het schijnt, dat het onlangs aange-
kondigde voorschrift, volgens hetwelk in Duitschland de tarwe-
bloem voor een belangrijk percentage niet roggebloem moet
worden vermengd, spoedig zal worden aangenomen, hetgeen
natuurlijk den afzet van rogge zal bevorderen en tot ver-
hooging der prijzen achter de Duitsche tariefmuren kan leiden. In Nederland blij ven goede roggesoorten, zooals Russische en
in mindere mate ook Donau-rogge, wel aftrek vinden op het
zeer lage prijspeil, waartoe die soorten tegenwoordig te Icrijgen zijn. Nederlandsche rogge van eenigszins goede kwaliteit wordt.
slechts weinig aangeboden, omdat de .Nederiandsche boer
weinig lust heeft om tot de tegenwoordige lage prijzen te ver-
koopen. Dit is een verschijnsel, dat ook in andere landen,
zooals bijvoorbeeld Roemenië, optreedt, maar in tegenstelling
met Roemenië heeft de Nederlandsche boer blijkbaar niet
zulk een groote behoefte aan gereed geld. Het slaagt er hier
daarom in, het aanbod van inlandsehe rogge zeer te beperken,
vaardoor deze aanmerkelijk hooger in prijs staat dan buiten-
landsche soorten. De afzet van Russische rogge in Nederland is echter niet voldoende om belangrijke vermindering teweeg
te brengen in de groote voorraden, welke daarvan in de havens
liggen opgeslagen. Polen tracht rogge voor export te verkoopen,
doch slaagt daarin tot nog toe slechts in geringe mate.
Voor maïs heeft deze week een zeer sterke prijsdaling plaats
gevonden. In groote verschepingen uit Argentinië of van den Donau heeft de oorzaak daarvan niet gelegen. Vooral van de
Donau-havens wordt tot nog toe slechts weinig maïs ver-
scheept. De groote hoeveelheden maïs echter, die in Roemenië
beschikbaar zijn en waarvan in de eerstvolgende maanden de
verschepingen aanmerkelijk zuilen toenemen, hebben haar
invloed doen gevoelen, evenals de zeer omvangrijke hoeveel-
heid maïs, welke nog in Argentinië aanwezig is. Tot slechts
langzaam dalende prijzen bestond in het begin der week,
speciaal voor Plata-maïs, nog al eenige kooplust, zoowel op
liet vasteland als in Engeland, doch dringend Argentijnsch
aanbod, groote verschepingen uit Zuid-Afrika en sterk af-
nemende vraag in Europa hebben tenslotte, tezamen met
toename van het aanbod uit Roemenië en Bulgarije, een zeer
sterke prijsverlaging teweeggebracht. Ook de zeer groote
verschepingen van gerst en de dagelijks weder lagere prijzen, waartoe die te koop kwam, hebben de.nieuwe prijsdaling voor
mais in de hand gewerkt. Een hevige prjsval vond plaats aan
de termijnmarlct te Rotterdam, waar men zich ongerust maakte
over de groote hoevelheden mais, welke in November in
Nederland zuilen arriveeren en, ofschoon de in de Neder-
landsche havens arriveerende partijen steeds gemakkelijk hun
weg naar den verbruiker vonden, bestond voor latere posities
gewoonlijk weinig kooplust. Ook in Engeland beklaagde men

AANVOEREN in tons van 1000 KG.

Rotterdam
Amsterdam
Totaal
Artikelen
19125
October
Sedert
Overeenk.
19125
October
Sedert
Overeenk.
1930
1929
1930
1
Jan.
1930
tijdvak
1929 1930
1Jan.
1930
tijdvak
1929

50.077
1.414.710
1.363.168
250
91.434
101.040
1.506.144
1.464.208
Tarwe

……………..
Rogge

……………..
16.698
396.783
175.423
15.011
41.365
1.158
438.148
176.581
Boekweit …………..
.1.246
15.629
16.693

1.810 875
17.439
17.568
35.300
851.253 698.364 2.060
152.427 168.070
1.003.680
866.434
9.416
489.832 410.035
300
39.534
5.295
529366
415.330
0.819
16.900
173.103
74
3.114
2.944
168.014
176.047

MaIs ……………….

1.621
73.028 117.332
251
212.384
260.658
1

285.412
377.990

Gerst

……………..
Haver

……………..

656
109.122 194.848

100
600 109.222 195.448

Lijnzaad

……………
Lijukoek

……………
Tarwemee.. ………..
543
113.652 68.792
2.157
35.484 23.493 149.136 92.285
Andere meelsoorten
.975
18.840 17.744
457
4.429

23.289
17.744

974

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29
October
1930

zich overden afzet, welke ook op het telkens lagere prijsniveau
geen vermeerdering onderging. Vooral stoomende Zuid-Afri-
kaansche maïs• werd tot zeer lage prjjzen opgeruimd, doch
telkens ging de prijsdaling voort, tot eindelijk op 27 October
de stemming wat beter werd. Argentijnsche maïsverschepers
ha.ndhaafden hun prijzen en bij een iets betere vraag kon zelfs in den loop van den dag eenig prijsherstel intreden. De Rotter-
damsche termijnmarkt sloot zelfs zeer vast en verscheiden
guldens hooger. Ook de Argentijnsche termijnmarkten gaven
van een zeer vaste stemming blijk met anmerkeljke prijs-
stijging. De slotnoteeringen varen nog 10 & 15 centavos per
100 KG. lager dan die van den 20sten, nadat dit verschil op
den 25sten nog 30 & 35 centavos bedroeg.
Uitermate flauw is ook de geheele week gerst geweest,
tengevolge van de weder zeer groote verschepingen uit Roe-
menië en Rusland. Veel daarvan, vooral wat de Russische
gerst aangaat, zal nog verkocht moeten worden en het is geen
wonder, dat onder die omstandigheden de markt in zeer
gedrukte stemming verkeert. Beter dan op het vasteland was
de markt voor gerst in Engeland en ook werden daar bij
geleidelijke verlaging betere prijzen betaald. In Nederland
daalde de gerstprijs vrijwel iederen dag en het was duidelijk,
dat het aanbod van stoomende gerst te groot is om aan de
Nederlandsche markt te worden opgenomen. Naast Rusland
en Joemenië was ook Argentinië dringend en telkens goed-
kooper met gerst aan de markt. Het trekt de aandacht, dat
in Canada de zichtbare voorraad van gerst nog telkens toe-
neemt. Die heeft nueen zeer grooten omvang en ofschoon uit
Noord-Amerika wel geregeld gerst wordt geoffreerd, zijn die
offertes te hoog om in concurrentie met de andere soorten
eenige kans op zaken te bieden. Aan de termijnmarkt te Win-
nipeg was gerst deze week flauw. De noteeringen zijn ei- sterk
gedaald en kwamen op 27 October
35/s
dollarcent per 48 lbs lager dan op den 20sten. Zou men zich in Canada opmaken
om althans een deel der overdadig groote voorraden naar
Europa te spuien?
Ook haver was deze week flauw en vooral geldt dit voor Plata-haver. Wel bestond daarvoor eenige kcioplust op het
vasteland, met name in Zwitserland en vonden ook in Enge-
land wel zaken plaats, doch geleidelijke verdere prijsdaling
kon daardoor niet worden voorkomen. In Nederland ver-
beterde de kooplust voor Russisehe haver, waarvan te Rotter-
dam vrij aanzienlijke voorraden aanwezig zijn en ook naar
België kwamen zaken in Russische haver tot stand.

SIJ1KER.

be zeer vaste stemming der laatste weken kon zich ook in
de afgeloopen week op de verschillende Su.ïkei-markten hand-
haven. Mr. Chadbourne is thans inderdaad scheep gegaan
naar Europa, teneinde met de overige Suikerproduceerende
naties te onderhandelen. Verder heeft President Machado
een decreet geteekend, hetwelk den uitvoer van Suiker uit Cuba verbiedt, hetgeen in verband zal staan met het blok-
keeren van 1
1
/
2
miffioen tons, waarvan de verkoop over 5 jaar•
verdeeld zoudé worden.
In A m e r j k a werd heel wat ruwsuiker verhandeld, aan-
vankelijk tot 1.35 d.c. en later tot 1.40 d.c. en 1.45 d.cDe
handel in geraffineerd was eveneens bevredigend.
Op de New-Yorksche termijnmarkt zijn de noteeringen
nog flink opgeloopen. Aan het slot waren deze echter ten
gevolge van winstnemingen 3 & 6 punten ingezakt en luidden
alsvolgt: Sp. Centr. 3.45; Dec. 1.42; Jan. 1.45; Mrt. 1.53 en
Mei 1.60.
De ontvangsten in de Atlantische havens der Ver. Staten
bedroegen deze week 25.000 tons, de versmeltingen 59.000
tons tegen 47.000 tons verleden jaar en de voorraden 232.000 tons tegen 667.800 tbns.

De laatste C u b a statistiek is als volgt:

1930

1929

1928
Tons

Tons

Tons

Productie ——————4.671.260 5.156.315 4.037.833
Consumptie ……………..

116.365

126.315

147.833
Weekontv. afscheephavens .. 22.345 24.759 29.918
Totaal sedert 1/1 …………3.534.462 4.578.576 3.600.914
Weekexport ……………..72837 54.195 83.624
Totale export sedert 1/1 ——2.606.339 4.169.997 3.078.487
Voorraad afscheephavens …..1.038.255 408.671 523.473
Voorraad binnenland ——–1.210.301 451.424 289.086

In E n g e 1 a n d bleef de handel in ruwsuiker binnen
beperkte grenzen, wel konden hoogere prijzen bedongen
worden.

Op de termijnmarkt in London was men vast gestemd; de
noteeringen stegen met ca 6 d.

Op Ja v aging veel om. DeV.I.S.P. kon nog circa 100.000
tons Superieur en 50.000 tons No. 16 &/hooger tot de oude
limites verkoopen. Later werd de prijs voor No. 16 &/hooger
met / verhoogd tot t 7,-.

STATISTISCH OVERZICI


TARWE
HardWinter
No.2 loco
Rotterdam!
Amsterdam
per 100 K.G.

R000E
AmerfcanNo.2
2
)
loco
Rotterdam
per 100 K.Q.

MAIS
La Plata
loco
R’damfA’dam
per 2000 K.G.

OERST

1
Amer.No.2a)
loco
Rotterdam
1
per

I
2000 K.O.
LIJNZAAD
La Plata
loco
R’damfA’dam
per 1960 K.O.

STEENKOLEN
WestfaalBchej
Hollandsche
bunkerkolen
ongezeefdf.o.b.
R’damfA’dam
per 1000K.G.

t!0fl

PETROLEUM
Mid. Contin.
Crude
33

33,90

S.
g.
per barrel

IJZER
Cleveland
Foundry No.3
f.o.b. Middlesbrough
per Eng. ton

KOPER
Standaard
Locoprijzen Londen
per Eng. ton

,
f1
0
10
11.
°!o
fi.
01
f1.
0
1
0

f1.
0
10
II.
0f
8
°fo
Sh.

i
°fs
£
Jaargemidd. 1925
17,20 100,0
13,07
5

100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
402,50
100,0
10,80
100,0
168
100,0
731-

I
100,0 62.116 100,
1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4 360,50 77,9
17,90
165,7
1.89 112,5
8616

.1118,5
58.1!-

1
1927
14,75
85,8
12,476
95,4
176,00
76,0
237,00
100,4
362,50
78,4
11,25
104,2
1.30
77,4
731-
100,0
5514f-
89,
1928
13,47
5

78,3
13,15 100,6
226,00
97,7
228.50 96,8
363,00
78,5
10,10
93,5
1.20
71,4
66f-
90,4
63.16j-
102,:
1929 12,25
71,2
10,875
83
1
2
204,00
88,1
179,75
76,2 419,25 90,6
11,40 105,6
1.23
73,2
7016

,,
96,6
75.14f-
121,
lanuari

1928
13,50
785
12,70
97,1
207,50
89,6
247,75
105,0
361,00
78,0
10,30
95,4
1.22
72,6
65f

89,0
62.-!-
99,
lebruari
13,80
802
12,875
98,5
226,50 97,8 243,75
103,3
361,00 78,0
10,00
92,6
1.21
72,0
651-
89,0
61.12!-
99,
Maart

,,
14,60
84,9
14,00
107,1
240,75
104,0
255,75
108,4
350,75
75,8
9,95
92,1
1.19
70,8
6516
89,7
61.316

April
15,30
88,9
14,91
5

114,5
239,50
103,5
261,00
110,6
358,25
77,5
10,05
93,1
1.19
70,8
661-
90,4
61.1416

Mei

,,
15,30
88,9
15,476
118,4
238,50
103,0
260.75
110,5
372,00
80,4
10,60
98,1 1.19
70,8
661-
90,4
62151-.
101,
,,
14,37
5

83,6
14,21
5

109,2
234,00
101,0
252,50
107,0
365,25
79,0
10,10
93,5
1.19
70,8
661-
90,4
63.17!-
102,
j
uni
uli
14,25
82,8
13,07
5

100,0
246,75
106,6
241,00
102,1
359,75
77,8
10,10
93,5
1.19
70,8
66-
90,4
62.181-
101,
Augustus
12,00
69,8
12,62
5

96,6
214,75
92,8
226,75
96,1
350,75
75,8
10,05
93,1
1.21
72,0
66-
90,4
62,10f 6 100,
September ,,
11,65
67,7
11,57
5

88,5
198,75
85,9
198,25
84,0
350,75
75,8
10,00
92,6
1.21
72,0
661-
90,4
63,81-
102,
October

»
12,27
5

71,4
12,27
93,8
218,50
94,4
189,50
80,3
366,00
79,1
9,95
92,1
1.19
70,8
661-
90,4
65,12f-
105,
November
12,32
5

71,7
12,07
6

92,4 221,25
98,2
185,50
78,6
386,25 83,5
10,20
94,4
1.18
70,2
66f-
90,4
67,181-
109,
December

,,
12,30
71,5
11,90
91,0 220,25
95,1
180,50
76,5
373,75 80,8
10,10
93,5
1.18
70,2
661-
90,4
70.31-
113,
Januari

1929
12,35
71,8
12,20
93,3 231,50
100,0
194,25
82,3
365,00
78,9
10,10
93,5
1.16
69,0
661-
90,4
75.1016
121,
lebruari
12,72
5

74,0
12,65 96,7
236,00
101,9
194,75
82,5
357,25
77,2
12,90 119,4
1.11
66,1
6616
91,1
78-16
125,
Maart
12,65
73,5
12,62
5

96,6
233,00
100,6
191,75
81,3 359,00
77,6
12,00
III

t
1.11
66,1
671-
91,8
89.81-
144
April
12,12
5

70,5
11625 88,9
218,00
94,1
185,25
78,5 373,25
80,7
11,05
102:3
,

1.11
66,1
681-
93,2
821716
133,
Mei


11,125
64,1
1057
5

80,9
198,25
85,6
177,50
75,2
363,50
78,6
11,15 103,3 1.16
69,0
6
91
6

95,2
75.416
121,
luni

10,875
63,2
10,20
78,0
193,50
83,6
171,25
72,6
355,25
76,8
11,25 104,2 1.30
77,4
711-
97,3
74.111-
120,
juli
12,80
74,3
11,20
85,6
218,50
94,4
191,25
81,0
415,50
89,8
11,25
104,2 1.30
77,4
7216
99,3
72.1216
117
Augustus
13,125
76,3
10,75
82,2
202,50
87,5
182,75
77,4
452,50
97,8
11,25 104,2
1.30
77,4
72f6
99,3
73,171-

September ,,
-12,62
5

73,4
10,20
78,0
191,00
82,5
172,00
72,9
506,75
109,6 11,40
105,6
1.30
77,4
7216
99,3
74.19f

October
12,10
70,4 9,87
5

75,6
185,00
79,9
168,00
71,2
516,50
111,7 11,25 104,2 1.30
77,4
7216
99,3
72.16f-
117,
November
»

11,775
68,5
9,20
70,4
174,00
75,2
164,75
69,8 483,25
104,5 11,35
105,1
1.30
77,4
7216
99,3
70.51-
113,
December
12,62
5

73,4
9,35
71,5
166,00
71,7
163,75
69,4 482,00
104,4
11,75 108,8
1.30
77,4
7216
99,3
68.616
110,
lanuari

1930
12,67
5

73,7
9,35
71,5 149,25
64,5
151,25
64,1
433,75
93,8
11,75
108,8
1.21
72,0
7216
99,3
71.916
115
1ebruari
11,72
5

68,2
8,17
5

62,5
139,00
60,0
135,75
575
398,50
86,2
11,75 108,8
1.11
66,1
7216
99,3
71.1216
115
Maart
10,90
63,4
7,15
54,7
143,50
62,0
125,00
530
390,00
84,3
11,55 106,9
1.11
66,1
701-
95,9
68.1916
111
April

»
11,17
5

65.0
7,625
58,3
180,25
77,8
129,75
55,0 431,00
93,2
11,35
105,1
1.16
5

69,3
6716
92,5
61,31-
98
Mei

»
10,45
60
1
8 6
1
55


50,1
I

148,50
64,1
1114,50
48,5
405,00
87,6
11,35
105,1
1.18
5

70,5
6716
92,5′
53.91
86
Juni
10,05
58,4
5,17
5

39,6
1

145,50
62,9
103,75
44,0
385,50
83,4
11,35
105,1
1.18
6

70,5
6716
92,5
50.116
80
Juli
9,55
55,5
5,82
5

44,6
157,75
68,1
108,00
45,8 345,75
74,8
11,35
105,1
1.18
5

70,5 67f6
92,5
48.21-
77
Augustus
9,45
54,9
6,30
48,2
I

146,00
63,1
116,25
49,3
365,00 78,9
11,35
105,1
1.185
70,5 651-
89,0
47,151-
76
September
»
8,40
48,8
5,25
40,2
1

127,50
55,1
1 99,00 41,9 318,75
68,9
11,35
105,1
1.185
70,5
6316
87,1
46.61-
74
6 October

,,
7,85
45,6
5,10
39,0
1

121,00
52,3
1
94,00
39.8
295,00
64,0
11,35
105,1
1.185
70,5
6316
5

i

87,1 44.1216
72
13

,,

»
7,30
42,4
4,60 35,2
1

114,00
49,2
1
85,00
36,0 277,00
59,9
11,35
1

105,1


6316
5

f

87,1
42.1716
69
20

»

»
7,25
42,2
4,50
34,4
f

108,00
46,7
l
86,00
36,0 277,00
59,9
11,35
105,1
1.18
5

70,5
6316
5

f

81,1
42.17f6 69
27

»

.
7,25
42,2
4,30
32,9
1

106,00
45,8
1
80,00
33,5
1

275,00
59,5
11,35
105,1
1.185
70,5
.6316
6

f

87,1
41.1216
67
1)
Men zie voor de toelichting op dezen slaat de nummeri van 8 en 15 Augustus
1928
(No. 658 en
659)
pag.
689190
en
709.
2
)=Weatern v66r de invoer.ng

29
October
1930

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

97

men zeggen, dat nog slechts voor onmiddellijke behoefte gekocht wordt, wat de meeste soorten Egyptische garens
betreft, ioowel voor het binnenland als voor export.
In de •doekrnarkt is zoo goed als geen verandering ge-
komen. Prijzen zijn vast, doch het is teleurstellend, dat aan-
vragen niet toegenomen zijn en dat er geen teekenen zijn,
die er op wijzen, dat er meer vertroniven in de toekomst
komt. Wat Indië betreft, kan dit gedeeltelijk op rekening
geschreven ivorden van liet vacantie-seiaoeu aldaar.
Ook
China toont weinig belangstelling.

Liverpoolnoteeringen

Oost.
koersen 140ct. 21Oct.
150ct. 22Oct. T.T.opBr.-Indië
1/5

Vac.
F.G.F.Sakellaridis
9,50 9,40 T.T.op
Hongkong l/3
1
P
5
]
/3

G.F. No. 1
Oomra
3,05 3,15
T.T.opSh’anghai 1/70/
8
1/7
1
/

KOFFIE.

Moest nog in het vorig Overzicht worden gezegd, dat de
toestand in Brazilië van hieruit slechts zeer onvoldoênde was
te beoordeelen en dat er op een spoedig einde van de revolutie
voorloopig nog geen uitzicht scheen te zijn, reeds enkele dagen
later, namelijk op
24
October, kwam plotseling het bericht
uit de lucht vallen; dat de President van de Federatieve
Regeering en. met hem het geheele Kabinet waren afgetreden
en dat dus de opstand als geslaagd was te béschouwen. Spoedig daarna werd vernomen, dat ook de nieuwe, tegen
15
November
gekozen President gevlucht was en dat de leiders van den
opstand een voorloopige Regeering hadden gevormd.
Op 27
dezer kwam de telegrafische mededeeli.ng, dat de banken en
de handel te Rio met het oog op de reorganisatie van de
Regeering voor ddn dag waren gesloten. Of nu de rust in
Brazilië, die op het oogenblik nog niet geheel schijnt hersteld
te zijn, spoedig zal terugkeeren, moet worden afgewacht en
voor den internationalen koffiehandel is het van het grootste
belang om te weten of in de koffie-politiek van het land ver-
andering van beteekenis zal worden gebracht, dan wel of de
maatregelen van het bekende Verdedigings-Instituut van Sao
Paulo ook in de toekomst zullen woiden gehandhaafd. Welis-
waar is nieds bekend, dat de voornaamste leiders van de op-standige beweging zich met de politiek van het Instituut niet
konden vereenigen, doch, aangezien op de bijna geheele nog in
het land aanwezige overproductie door de bankiers voorschot
is verleend, zal het laatste woord in deze zaak wel door deze
heeren moeten worden gesproken. Uit een dor de opstande-

N GROOTHANDELSPRIJZEN
1
)

.

.

.

.

.

TIN
locoprijzen
Londen per Eng. ton

KATOEN
for Middling locoprijzen
New York
per Ib.

WOL
gekamde
Australische,

Merino, 64S Av.
loco Bradford
per ib.

WOL
gekamde
Australische,

CrossbredColo-
nial Carded,
50’s Av. loco
Brâdford per Ib.

RUBBER4)
Standaard
Ribbed Smoked
Sheets loco Londen
per Ib.

SUIKER
Witte kristal- suiker loco
R’dam/A’dam. per 100 K.Q.

KOFFIE
Robusta
Locoprijzen
Rotterdam per
1/
K.G.


THEE All. N.-1. theev.
A’dam gem. pr
.
Java- en Suma-
tratheep.’j,KO.

lndexcljfer
v/h. Centr. B.
v. d. Stat.,
herleld
van 1913= 100
tot

25=

lndexcljfer
van The
Economist,
herleld
1927= 100
tot 1925=100

£
010
$
cts,
01
0

pence
010
pence
01
Sh.
0
10
II.
Oj
q

cts.
0
10
cts.
o/o
51.171-
100,0
23,25
100,0
55,00
100,0
29,50
100,0
2111,625
100,0
18,75
100,0
61,375
100
1
0 84,5
100,0
100,0

100,0
90.1716
111,1
17.55
75,5 47,25
85,9
24,75
83,9
21-
67,4
17,50
93,3
55,375
90,2 94,25
111,5
93,2
92,9
90.41-
110,8
17,50
75,3
48,50
88,2,
26,50
89,8
116,375
51,6
19,12
5

102,0
46,875 76,4
82.75
97,9
95,4
89,5
27.51-
86,8
20,00
86,0
.51,50
93,6
30,50
103,4
-110,75
30,2
15,85
84,5
49,625
80,9
75,25
89,1
96,4
87,6 03.15(6 77,8
19,15
82,4
39,-
70,9
25,25
85,6
-110,25
28,8
13,-
69,3.
50,75
82,7
69,25
82,0 91,5 82,6
55.1!-
97,4
19,25
82,8
53,00
964
29,75
100,8
117,25
54,0
17,37
5

92,7
46
74,9
84,5
100,0
98,7
87,9
33.1016
89,2
18,35
78,9
54,75
99,5 31,75
107,6 1(3,75
44,2
16,75
89,3
46
74,9
79,5
94,1
96,8 87,9
33.1716
89,3
19,35
83,2
55,00

.
100,0
33,25
112,5
110,75
35,8
16,87e
90,0
47 76,6 79
93,5
98,1
89,2
34.61-
89,5 20,65 88,8
54,50
99,1
33,00
111,9-
-19,375 26,3
16,87
5

90,0
47 76,6 74,25
87,9 98,7 90,5
30.13!-
88,1
21,55
92,7 54,25 98,6
.
32,25
109,3
-19
25,3
16,62
6

88,7
48,25 78,6
78,25
92,6
98,1
91,2
18.816
,,83,4
21,35 91,8
.55,50
100,9
31,75
107,6
-(9,25
26,0
15,75
84,0
49
79,8
73,25
86,7 98,7
89,8
11.191-
80,9
21,75
93,5 53,00 96
1
4
31,25
105,9
-/9,25
26,0
15,50 82,7
49,875
81,3
71,25
84,3 95,5 88,2
11.181-
80,9
19,30
83,0 51,75
94,1
30,00
101,7
-19,25 26,0
16,00
85.3
51,875
84,5
67,75
80,1
92,9 86,6
14.716
81,9
18,55
79,8 47,00 85,5 29,00
98,3
-18,5
23,9
15,87
5

84,7
52,75 86,0
70,25
83,1
.

93,5
85,4
21.191-
84,8
19,45
83,7 46,25
84,1
27,25
92,4
-/8,8
24,7
14,625
78,0
53
86,4
73
86,4 94,2
85,1
32.1016
88,8
19,90
85,6
47,25 85,9
27,50
93,2 -18,625
24,2
14,00
74,7
53 86
1
4
75,75
89,6
95.5
85,1
28.81-
87,2 20,45
88,0 46,25
84,1
28,00
94,9
-j8,5
23,9
13,925
74,3
.

51,75 84,3 76,5
.
90,5
95,5

84,8
22.716
84,9
20,20
86,9 46,75
85,0

28,75
97,3
-19,875
27,9
13,775
73,5 53,125
86,6
77,25 91,4
94,2
84,6
22.111- 85,0
20,10
86,5 44,25
80,5
27,75
94,1
II-
33,7
13,37
5

71,3
54
88,0
74,25
87,9
94,2 85,4
21.016
84,4 21,25 91,4
44,00
80,0
27,50 93,2
110,125
34,0 13,50 72,0
54
88,0
72,75
86,1
94,8 85,8
07.516
792
20,45 88,0
43,25
78,6
27,25 92,4 -110,5
29,5
13,37
5

71,3
54
88,0
74,25
87,9 92,9
83,9.
97.516
75,3
19,40
83,4
41,50
75,5,
26,25 89,0
-110,875
30,5
12,25
65,3
54
88,0′
73,50
87,0 91,6
81,7
00.51-
76,5
18,75
80,6 40,00

.
72,7
25,75
87,3 -110,625
29,8
12,00
64,0
54
88,0
69,50
82,2 91,0
81,9
09.516
79,9
18,65
80,2
38,75 70,5
24,75.
83,9 -/11 30,9
13,425
71,6
54 88,0
68,50
81,1
91,0
83,7 10.111-
80,4
18,60
80,0
.
37,00 67,3 24,00 81,4
-110,5
29,5
13,00
69,3 53,50
87,2
64 75,6 91,6 83,6
05.516
78,4
18,90
81,3
34,25
62,3
23,75 80,5
-/10,125
28,4
13,47
6

71,9
51,75 84,3
64-
75,6
91,0
82,0
88.916
72,0
18,45
79,4
32,50
59,1
22,50 76,3
-19,625 27,0
13,30
70,9
48,50
79,0
66
78,1
90,3 80,5
82.-16
69,5
17,50
75,3
34,25 62,3 23,00 78,0
-18,125
22,8
12,50
66,7 41,75 68,0 66,50
78,7
88,4
78,8′
78.1816
68,3
17,25
74,2 31,25 56,8
21,25
72,0 -18
22,5
12,07
5

64,4
36,75
59,9
60,75
71,8
,

87,1
78,8
74.13!-
66,7
17,15
73,8 29,50
53,6
19,25
65,3
-17,375 20,7
11,675
62,3 35
57,0
60,50
71,6 84,5
76,9
74.41-
66,5
15,45
66,4
28,50
51,8
17,75
60,2
-18

.
22,5
11,40.
60,8 35
57,0
58,25
68,9 81,3
75,2
65.181-
63,4
15,20
65,4
26,25
47,7 16,50
55,9 -17,625
21,4 10,70
57,1
35 57,0
62,25
73,7
78,7
74,2 61.1716 61,8
16,45
70,8 27,25
49,5
17,25
58,5
-(7,375
20,7
10,55
56,3
35
57,0
59,50
70,4 78,7 72,8
45.-1-
55,4
16,50
71,0
28,75
52,3
18,00
61,0
-/6,875
19,3
9,80
52,3
34,75 56,6
58
68,6
76,1
72,0
36.416
52,0
14,50
.
62,4
27,75 50,5
17,50
59,3
-16,125
17,2
9,776
52,1
33
53,8
58
68,6
76,1
70,4
34.17(6
51,5
13,10
56,3 27,00
49,1
16,75
56,8
-15,625
15,8
9,275
49,5
31,50
51,3
55,50
65,7 74,2
69,3
35.516
51,7
11,95
51,4 27,25
49,5
16,50
55,9
-14,875
13,8
8,50
45,3
29,50
48,1
55,25
65,4 73,5
.
67,9
32.61-
50,5
II,-
-47,3
27,00
49,1
15,75
53,4 -14,125
11,6
7,975
42,5 28,25 46,0
59,50
704
72,3 65,4
24.15/-
47,6
10,507
45,2
7

25,00″
45,511
15,00″
50,8u
-13,875
10,9
7,75 41,3
29
47,3
66,25
14

78,4
14

13.12/6
43,4
10,308
44
,
38




-/3,8125
10,7
8,50
45,3
29
47,3
66,50
13

78,7′
3

14.1216
43,8
10,20
0

43,99

24,25″
44,115
14,50
12

49,2
05

-(4
11,2
8,75 46,7
29
47,3
17.1216
44,9
11;-
10

47,310
24,OOu
43,6
13
,
14,00i
47,513
-14,25
11,9
9,50
50,7
29
47,3

Het rendement van
152
fabrieken per half October is ‘/ %
lager dan verleden jaar.
Ook h i e r t e
1
a n d o kon het hernieuwde vertrouwen
in het artikel zich handhaven en trokken de noteeringen op de
Amsterdamsche termijnmarkt in den loop der week ca. t
aan. Het slot luidde als volgt: Dec.
/91/4;
Met t
9
‘/;
Mei
t
93/4

en Aug.
/ 10.
Die omzet bedroeg deze week
3700
tons.

KATOEN.

Marktbericbt van de Heeren
Sir Jacob
Behrens & Sons.
Manchester, d.d. 22 October
1930.

Prijzen voor Anierikaansebe katoen waren vaster en
hadden de neiging naar boven te gaan; basis-prijzen zijn
eveneens gestegeti. Middliug American ,,Spot” noteerde gis-
teren in Liverpool 5.84 cl.; ,,futures’ voor October sloten
9
punten hooger, terwijl New-York 1-18 _punten hooger
sloot. Hedenmorgen opende Liverpool rustig, 1 punt lager,
tegenover 1 plint hooger. De prijs voor Egyptische Sakella-
r.iclis is tamelijk vast gebleven, doch Uppers iiju gedaald.
Verkoopen van loco-katoen beliepen vorige week in Liver-
Pool
31.750 baleu, waarvan iets meer (lan ‘% Amerikaan-
sche katoei.i was, en voor wat de rest betreft, alle andere
soorten goed vertegenwoordigd waren.
De mni-kt voor 2tnlerikaansch garen toonde meer leven-
digheid clan in de laatste weken het geval is geweest. Ge-
dureuie cle sluitingsdagen van cle vorige week werd er
behoorlijk verkocht, en ook gisteren werd er flink wat
oih-
gezet in grove en medio nummers ketting. en iiislaggaren,
alsmede ningbooinen. De prijzen, welke gemaakt kunnen
vorclen, zijn echter, naar beweerd wordt, zeer onvoldoende.
Wij veruamei.1, dat in niet weinig gevallen koopers nieuw’e
contracten trachten aan te gaan, teneinde zoocloen(le de
prijzen van hun vroegere orders in ringtwist te doen dalen.
Wat de betere soorten betreft; is er nog wel ruimte voor
verbetering en voor tweedraacis getwijncl bestaat slechts
weinig belangstelling. Wat de Egyptisehe soorten be-
treft, loopen de ervaringen van cle verschillende spinuers
zeer uiteen, sommigen hadden gedurende de sluitingsciagen
van de vorige week geen reden tot ontevredenheid, terwijl
anderen niin•cler gunstige resultaten bereikten en klachten
over lage prijzen legio zijn. Hier cii daar echter hebben
sommige fabrikanten zich gedurende ide laatste ti
4
,ee w’ekei:i
voor goruimen tijd ingedekt, doch over ‘het algemeen kan

huidige officieele noteeringiwijze (jan. 1928); vanaf 16Dec.1929 7415 K.G. Hongaarsche; vanaf 26 Mei 1930 Z.-Russische.°) = Malting vôôr de invoering van de huidige
tc. not.wijze
Uan.
1928).
4)
Jaar- en maandgem. afger. op
‘/s pence.
5)
Noteering Schotland 60!-.
6)
581-.
7)
3, 8)10,
9)
17,
50)
24,
II)
2,
22)
16,
13)
23,
14)
9 Oct.

976

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

29 October 1930

lingen v66r het aftreden der oude Regeering uitgegeven be-
kendmaking moet worden afgeleid, dat de nieuwe Regeering
do looponde buitenlandsche schulden zal erkennen en daar
voor de prjsverdediging van het artikel, zooals bekend is,
groote bedragen in het buitenland zijn geleend, vloeit hieruit
voort, dat de verdediging zelve in elk geval zal moeten worden
gehandhaafd, al bestaat natuurlijk de mogelijkheid, dat, met
instemming der bankiers, de tot nu toe gevolgde methode, clie
vooral in de Staten buiten Sao Paulo tot veel kritiek heeft
geleid, zal worden gewijzigd.
Onder den invloed van de gebeurtenissen aldaar te lande, kwamen ook in de laatste dagen slechts zeer weinig aanbie-
dingen uit de verschillende, Braziliaansche afscheephavens
voor. Vaste aanbiedingen waren er ook deze week slechts zeer
enkele en de vraagprjzen van deze en van de in sommige
gevallen losgekomen vrijblijvende offertes komen dooreen-
genomen voor Santos op -/6
5.
1/- per cwt. lager uit dan een
weelc geleden, waartegenover die van Rio eer eenfractie hooger
schijnen’t.e zijn. Zaken kwamen slechts uiterst weinig tot stand
en op onderbiedingen van eenige shillings per cwt. werd
meestal geen antwoord ontvangen.
Aan de loco-markt was de afzet ditmaal wederom zeer
beperkt. De onzekerheid betreffende de toekomst hield alge-
meen van koopen terug en de zaken, die tot stand kwamen,
bepaalden zich bijna uitsluitend tot het ter voorziening in
directe behoefte hoognoodige. De officieele noteeringen bleven
onveranderd 36 ct, per
1
/2
K.G. voor Superior Santos en 29 ct.
voor Robusta.
Aan de termijnmarkten liepen de noteeringen aanvankelijk
nog op om daarna op het bericht van het aftreden der oude
Regeering niet onbelangrijk in te zakken. De Rotterdamsche
markt steeg aanvankelijk
3
/
4
ct. per /, K.G. doch daalde daarna
voor December 1
1/
ct. en voor de andere maanden
1/,
5.’/ ct. per
1/2 K.G. Dinsdag 28 dezer des voormiddags waren de notee-
ringen als volgt: October 25
1
/
2
, December 23’/, Maart 21
1
/
4
,
Mei 20
1
/
4
, September 19
1
/
4
ct.

De vaste en de vrijblijvende aanbiedingen

van Brazilië,
die, zooals Merboven reeds gezegd, slechts in zeer beperkte
mate doorkwamen, komen op het oogenblik voor gewoon goed
beschreven Superior Santos op prompte verschepiiig in door-
snede neer op 55/-
5.
57/- – per cwt. en voor dito Prime op
57/-
5.
60/-, terwijl zij voor Rio type New-York 7 met be-schrijving, prompte verscheping, uitkomen op 39/- 5. 40/-.’
Nederlandsch-Indiëblijft vast gestemd, doch behalve voor
Palembang Robusta, waarvan de prijs nog ongeveer
1/2
ot.
steeg, bleven de vraagprijzen der andere Robusta-soorten
onveranderd. De betere ongewasschen Sumatrasoorten waren
zelfs iets gemakkelijker. De prijzen in de eerste hand zijn op
het oogenblik:
Palembang Robusta, Octobèr-verscheping, 19 ct.; Benkoelen
Robu.sta, October-verscheping, 19 ct.; Mandhe1ing Robusta,
October-verscheping, 21 ct.; W.I.B. f.a.q. Robusta, October-
verscheping 29 ct., alles per
112
K.G., cif, uitgeleverd gewicht,
netto contant.
De slot.notee±ingen te New-York van het aldaar geldende
gemengd contracli (basis Rio No. 7) waren:

Dec.
I

Maart
I

Mei
Sept.
,

$

6182
$

5,95
$

5,70
$

5,48
27

Oct.

…..

,,

7,50
,,

6,01
,,

5,75
,,

5,55
20

,.

…..
..
10

,.

……

.
,,

7,10
,,

6,20
,,

5,91
,,

5,70
6

,.

……

..
,

6,35
,,

5,57
,,

5,35
,,

5,24
Jiotterciam, zti (Jctooer
U33U.

THEE.
In de vaste stemming op de theemarkt is in dçi laatste week
week per saldo weinig verandering ingetreden. Slechts viel
op de Europeesche markten eenige onregelmatigheid waar te
nemen.

In de Amsterdamsche veiling op 23 dezer steeg de midden-
prijs dan ook met slechts
1/4
ets tot 66’/, ets per h. KG.
Voor de grovere bladsoorten bestond veel belangstelling.
De voornoemde onregelmatigheid valt waarschijnlijk voor
een deel toe te schrijven aan den nog steeds vrij grooten uitvoer
uit Noordel. Britsch-Indië over September ten bedrage van
51’/, millioen lbs., hetgeen slechts 2 millioen lbs. minder is dan
een jaar geleden, en dat nog wel terwijl de Noordel. Britsch-
Indische oogst per ulto. Sept.
341/,
millioen lbs. kleiner wordt,
opgegeven dan verleden jaar.
Volgens berichten van de Vereeniging voor de Thee-Cultuur
in Nederlandsch-Indië bedroeg de uitvoer over September
van Ned.-Indische thee uit Nederlandsch entrepôt naar het
buitenland (gegevens Centr. Bur. v/d. Stat.) 923.000 KG.
tegen 606.000 KG. in September verleden jaar.

e uitvoer van zwarte thee uit Ceylon bedroeg in dezelfde
maand 15.3 millioen lbs. tegen 16.7 miii. lbs. een jaar geleden.
Over de periode Januari/September bedroeg deze uitvoer
188 mill. lbs. tegen 194
1
/
2
mill. lbs in 1929.


VERKEERS WEZEN.

VRACHTENMARKT.

Oraan van Noord-Amerika.
Deze ma’rkt bleef zeer flauw,
het aantal definitieve orders is bij verre na met evenredig aan
de hoeveelheid beschikbare scheepsmuimte en de vrachtcijfers,
vermeld’ in ons rapport van de vorige week, konden zich ter-
nauwernood handhaven. –
Van
Montreal
werd een prompte lading gesloten naar
Birkenhead, Barry, London of Huil tegen 1/6 per qtr., een
gedeeltelijke lading, van 15000 qtrs.,. – per begin November
(met de optie Quebec laden) naar Antwerpen tegen $ 0,08
‘en een gedeeltelijke lading van 16000 qtrs., eveneens per
begin November naar Marseille en/of Genua tegen $0,10; nadien slaagden bevrachters erin een boot van 30000 qtrs.
per eerste helft November te sluiten naar de Middellandache
Zee op basis van $ 0,09
1
/
4.
Van
New- York
werd een lading van 35000 qtrs., per 1/17
November naar Antwerpen en/of Rotterdam bev’racht tegen
het lage vrachtcijfer van $ 0,07 naar
één
en $ 0,0
71
/2 naar
beide havens.
La Plata Rivier.
De slechte toestand in de graanmarkt
doet zich in dit export-centrum terdege gevoelen. Nu en dan
wordt een vleugje van opleving gerapporteerd, doch de vraag
is te onvoldoende geweest om de vrachten ook maar iets te
verbeteren. Voor handige booten werd van de Bovenrivier
naar U.K./Oontinent 15/- betaald voor prompt laden en 15/3
voor 5/25 November, terwijl groote prompte booten tot minder dan 14/- accepteerden naar Lïverpool, Avonmouth, Antwerpen
of Rotterdam.
Salpeter. Op
deze markt was de vraag naar scheepsruimte
matig. Voor 2 November booten van 7000 en 7200 ton en
een December boot van 8200 ton willigden bevrachters, tegen
de verwachting in, een basisvracht van 20/9 naar Bordeaux/
Hamburg range, in, met opties. Voor een Januari boot van
5300 ton wist de reeder de betrekkelijk goede vracht van 21/9
te verkrijgen, basis Bordeaux/Hamburg range, doch na deze
– afsluitingen zijn bevrachters minder willig gestemd en dank
zij de hulp van de vrij slechte La Plata markt voor groote
booten, is het te voorzien, dat zij belangrijk goedkooper zullen
kunnen bevrachten voor November/December. –
Voor
suiker van West-Indië is
nagenoeg geen vraag. Slechts
één lading is aan de markt, nl. 7000/7500 ton, per eind Novem-
ber/begin December van Cuba naar U.K./Continent tegen
de onveranderde vracht van 13/9. Er werd evenwel niets
afgesloten.

Donau en Zwarte Zee.
Bcvrachters van den Donau varen in
de afgeloopen week minder actief, en er werden betrekkelijk
weinig booten afgesloten.
Voor handige November/December booten werd 14/- geac-
cepteerd, basis Antwerpen of Rotterdam, terwijl voor een
boot van 6900 ton per 1/20 November naar dezelfde range
1/- minder betaald werd.
De Zwarte Zee is bepaald flauw. 11/3 werd betaald voor
boot per 20/30 November van 6200 ton, basis Bordeaux/
Hamburg range, met volle opties.
Middellandsche Zee.
Slechts weinig verandering Ican van.
deze markt gerapporteerd worden. Een flink aantal afslui-
tingen werd gedaan tegen vrachtcijfers, welke geen verbetering
toonen in verhouding tot de onlangs betaalde vrachten. Er
is een goede vraag, doch tegelijkertijd een groot aanbod van
seheepsruimte.
Voor erts werd betaald: AJmeria Pier/Rotterdam of Vlaar-
çlingen 4/6, Hornillo Bay/Tyne Doek of Sunderland 6/7
1
/,,
Carthagena/Rotterdam
5/11/,,
Bona/Rotterdam
4/72/,,
Danzig
of Newfairwater 8/9, Setubal/Amsterdanl 5/-, Huelva/Rotter-
dam 4/10
1
/
4
en 5/-, Antwerpen of Ghent 7/6, La Palice 5/6,
en Denemarken, basis 8/3
één
haven en voor phosphaat:
Sfax/Antwerpen of Ghent 7/3, Bordeaux 5/3,’Tonnay Charente
5/6, Huelva 7/4
1
/,, Tunis/Bayonne 6/-, Rotterdam 6/10
1
/
4

en Bona/Belfast 8/3.
Kolen van h-oot-Brittannië.
De toestand in den kolenhandel
blijft slecht. De vraag is zeer beperkt, in het bijzonder naar die
landen, waar op het oogenblik de politieke en financieele toe-
stand onzeker is. De vrachten naar Zuid-Amerika behoorden, in verband met de flauwe La Platamarkt, naar boven te gaan,
doch de kolenverschepingen ,iaar Argentinië en Brazilië zijn
belangrijk verminderd, zoodat de geringe vraag naar scheeps-
ruimte, clie in ruime mate beschikbaar is, niet voldoende is,
om de vrachten in de hoogte te drijven.
Afgesloten werd o.m. van Zuid-Wales naar: Rouan 3/9,
Lissabon 6/6, Huelva 7/-, Gibraltar 7/1’/, Algiers 7/3, Genua
6/1
1
/,, Port-Said 6/6, Djibouti 10/-, Dakar
7
/
101
/2,Buenos
Aires 12/6, Rosario ’13/6, en Montreal of Qtiebec 9/- en van de
Oostkust naar: Stockholm 4/9, Copenhagen 4/10
1
/
4
, Elbe 4/-,
Rouaan 3/10
1
/, Santander 5/9, Algiers 6/9, Genua, 6/3, Port-
Said 6/9 en Las Palmas 7/41/2.

Auteur