24
NOVEMBER. 196
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN
Economisch’~Stati*sti*sche
Ben :hten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
1
l
JE JAARGANG
WOENSDAG 24 NOVEMBER 1926
No. 569
INHOUD.
Blz.
BESCHERMINC VAN
DE SUIKERINDUSTRIE door
Dr. G.
M
inclerhoud ………………………………1028
Internationale Kamer vaji Koophand-l. 1
–
let Rapport
van de Commissie in zake de Handelsbelemmeringen
door
Mr. C. W. Ritter
met naschrift door
Mr. G.
Vi
ssering ………………………………..1029
De Bedrijfsuitkomsten der Spoor- en Tramwegen in
Indië over
1925
door 0.
P.
J. Caspersz…………1031
lIet Rapport van de Commissie voor den Nationalen
draadloozen omroep door
Mr. 0. H. Dijkmans van Gunst 1033
Het Internationale Ruwstaalkartel door
G. S. K. Blaanw 1035
De Rijksmiddelen ……………………………1038
BUITENLANDSCHE SIEDEWERKINO:
])e economische situatie van Denemarken voor de
verkiezingen door
L .Estrup ……………….1039
AANTEEKENINOEN:
Productie en Handel van
1913-1925 …………1040
Credietexpansie in cle V. S. en na den oorlog … . 1041
AANflCIJFERS:
Rijkspostspaartiank ………………………1043
Overzicht der Rijksmiddelen ………………..
1043
STATISTIEKEN EN OVERzICHTEN …………..
1044-1050
Geidkoersen.
Bankstatcn.
Goederenhandel.
Wisselkoersen.
1
Effectenbeurzen.
Verkeerswezen.
INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris: Mr. Q. J. Terpstra.
ECONOMJSCIJ-STATIS’J’ISCIIE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES.
Prof. Mr. D. van l3lom; J. van ilasselt; Jhr. Mr. J. II. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandela; Prof. Dr. E. More8co
;
Mr. Dr. L. F. H. Regont; Dr. E. van Welciaren Baron
Rangers; Prof. Mr. H. R. Ribbi’as; Jan Schilthui.s; Mr.
Q. J. Terpstra; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr.
G.
111. Verrjn Stuart.
Redacteur-Secretaris: D. J. lVansjnlc.
Seoretariaat: Pieter dc lloochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 3000. I’oslrekening 8408.
Abonnementsprijs voor het ‘weekblad franco P. p. n
Nederland f20,—. Buitenland cn Kolon’iën
f
23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Ledcn en donateurs van het
Instituut
ontvangen
het weekblad gratis.
Advertenties f 0,50 per regel. l’laatsi’ny bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonncmen t en en adver-
tenties: iVijgh d van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdam, Amsicrdam, ‘s-Gravenhage. Postchèquc- en giro.
rekening No. 6729.
23
NOVEMBER
1926.
i)e geldmarkt had deze berichtsweek een geheel
ander aanzieii. liet aanbod van geld was aanmerkelijk
grooter clan de vorige weken, zoodat de verschillende
geidkoersen sterk terugliepen .Par ticu liet disconto
daalde van
37jto
tot 3 pOt.; de proiongat.iere.nte liep
vat’i 3% tot 2is pct. terug en call geld, .dat de vorige
week herhaaldelijk 4 püt. bedong, was deze week voor
2 h 2% pOt – mini aangeboden. Vrijdag en Zaterdag
lcwam er echter weder meer vraag naar geld, zoodat
het slot voor alle categorieën iets hooger was.
* *
*
Op den weekstaat van De Nederlandsche Bank ver-
toonen zoowel de post binnenlancische wissels als de
beleeningen eenigen verdereii teruggang en wel van
bijna
f
5 millioen ieder. Vrij belangrijk is de irikrim-
ping van de post ‘diverse rekeningen onder het actief,
welke bijna
f
12 millioen bedraagt, terwijl de post papier op het buitenland slechts met ruim
f
2 mil-
iioen
‘blij
kt te
zijn
tôegenomen. Blijkbaar heeft de Bank
klus ponden en dollars uitgegeven, om een
stijging
tot
boven het gouduitvoerpunt tegen te gaan.
Het voorschot aan het Rijk liep terug van bijna
f 11
millioen op de vorige w’eekbalans tot ruim
f7
nul-
lioen op dezen weekstaat, terwijl ook thans geen schat-
kistpapier rechtstreeks bij cle Bank is ondergebracht.
In den metaalvoorraad blijken geen wijzigingen van
-beteekenis te hebben plaats gehad.
• De Post bankbiljetten in omloop vertoont een terug-
gang •van i..,jim
f
19 millioen. De rekening-courant-salcli van anderen bleken met ruim
f
3,5 millioen to
•
‘zij n afgenomen.
1-let beschikbaar motaalsaido steeg van ruim
f 269
imillioen tot ruim f213,5 millioen. liet dekkingsper-
centage bedraagt ruim 52.
**
*
• i)e vaste stemming voor Fransche francs, die de
vorige week reeds bemerkbaar was, bleef deze week sterk aanhouden, zooclat de koers regelmatig opliep.
Zaterdag werd hier 9,40 betaald en in Parijs werd,
na de officieele sluiting, Londen verhandeld tot koer-
jsen, die overeenkwamen met een koers van zelfs 9,50
h 9,55. Daarna trad daar echter plotseling een zeer
sterke vraag in voor buitenlandsche deviezen, die tot
paniekachtige aankoopen aanleiding gaf, zoodat de
pariteit van cle betaalde koersen zou overeenkomen
met een ]ioteeri’ng van
3,Ç5′
hier. Gisteren was dien-
tengevolge ook hier de koers veel flauwer. Ofschoon
aanvankelijk nog 9,15 h 9,20 betaald werd, werd later
voor 8,76 afgedaan, zoodat blijkbaar een sterke ver-
;audering in de stemming voor francs is ingetreden.
Een tweede sterke schoninueling valt te vermelden
voor Noorsche kronen. Na een viij lange rust trad
.Dinisdag weder even plotseling als de vorige maal een
sterke vraag in, waardoor de koers in nauwelijks een
l
hlaff uur steeg van 62,60 op 64,30. Donderdag werd
65,50 genoteerd, daarna trad een reactie in, maat na
63,90 werd, gisteren weder 64,50 betaald. Ponden,
:ooliai’s en Marken vrijwel zonder verandering.
LONDEN,
22
NOVIOMBER
1926.
:De geidmarkt heeft wederom een gemakkelijke week
iachter ‘den rug, door de toevloeiing van eenige mii-
lioenen in dividenden op 15 November. Toch bljft liet
£voor de markt beschikbare saldo nog verder teruggaan,
zoodat een plotseling optredende schaarschte niet uit-
-gesloten is. Begin December is het War Loan dividend
betaalbaar, hetwelk een toename met een zeer belang-
rijk bedrag van de ‘banksaldi, zal teweeg brengen en een
althans tijdejijken terugkeer tot een rttitn vooi-zienie
Jgeidmarkt.
I
Disconto is nog eenigszins zwakker op 4%—%. De
vraag naar goud van Duitsche zijde is nu opgehon-
clan; dus kon het grootste deel van het goud uit Zuid-
Afrika aanigekonuen, ‘door de Bank van Engeland wor-
d4d
en
gekocht en voelt men zich dus geruster ten op-
Czichte van de Bankiate.
Parijs verbeterde nog verder in waarde tot 130.
– t-leden echter meer aan geboden tot 138; omzet gering.
1028
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
24 November 1926
BESCHERMING VAN DE SUIKER-
INDUSTRIE.
Uit landbouwkringen worden ten aanzien van Over-
heidssteun voor de suikerindustrie verschillende argu-
menten tot uiting gebracht.
In Nederland werden in 1925 ruim 66.000 hectares
met suikerbieten beteeld. De gemiddelde opbrengst
mag op circa 33.000 KG. bieten per HA. worden ge-
steld, zoodat jaarlijks pl.m. 2000 millioen KG. bieten
worden geoogst, ‘die hoofdzakelijk in Nederlandsche
fabrieken worden verwerkt. Nederland telt 16 suiker-
fabrieken, nl. 7 coöperatieve en 9 niet-coöperatieve.
l)e coöperatieve zijn in doorsnee grooter en ‘beschikken
over meer grondstof. Aangenomen mag worden, dat de coöperatieve fabrieken in 1925 ongeveer 65 pOt.
van de geheele hoeveelheid beetwortelen hebben ver-
werkt.
De coöperatieve fabrieken zijn vereenigd in een
Bond. Van dien Bond gaat de actie tot verkrijging
van Overheidssteun voor de suikerindustrie uit. Reeds
in October 1925 en Februari 1926 richtte de Bond
tot de Regeering het verzoek de Nederlan’dsche suiker-
industrie tegen ‘de geforceerde concurrentie van het
buitenland te ‘beschermen.
In Augustus 1926 is dit verzoek in een omstandig
adres herhaald, terwijl de groep Landbouwnijverhei’d
van het Kon. Ned. Landbouw Comité de actie ge-
bracht heeft buiten de sfeer ‘der bestuurders van coöpe-
ratieve fabrieken door het Comité ‘te verzoeken ziéh
aan ‘de zijde van den Bond van Coöp. Suikerfabrieken
te scharen.
in den, boezem van het Comité en enkele bij het
Comité aangesloten land bouwrnaatschappijen is daar-
op het vraagstuk van verschillende zijden bekeken.
De argumenten ,,pro” kunnen als volgt worden
samengevat.
In bijna alle suikerproduceerende landen wordt de
suikerin’dustrie beschermd, hetzij ‘door invoerrechten,
productepromies, preferentieele invoerrechten of an-
dere overeenkomstige middelen. De bescherming wordt
nog voortdurend meer volkomen en zwaarder. De ‘bui-
tenlandsche suikerprodncenten maken ‘dientenge-
volge in ei’gen land hooge prijzen en zijn ‘daardoor in
staat de uitvoerresten tegen zeer lage prijzen op de
wereldmarkt te brengen. De wereldpri.js der suiker op
cle vrije markt is daardoor gedaald tot beneden den
producteprjs.
Voor Nederlan’dsche geraffineerde suiker kon in het
eerste halfjaar van 1926 met inbegrip van
f
0,30 pre-
mie op de markt te Londen
f 18,10
per 100 KG. wor-,
den ‘gemaakt.
Uitgaande van dit cijfer kan aan ‘de han’d van de ex-
p1 oitati erekeningen der verschil] ende fabrieken wor-don aangetomi’cl, dat een dergelijke suikerprijs corres-
pondeert met een bietenprijs van
f
14.61 per 1000 KG’.
Voor dezen prijs kou de Nederlan’dsche landhouwer
echter onmogelijk suikerbieten verbouwen. Een nauw-
keurige kostprijsberekening voor het Zuid-Westen
van ons land, waar het centrum ‘der bietenteelt ligt,
heeft uitgewezen, ‘dat ‘bij een matige pacht van
f
145.-
per HA. de productiekosten per 1000 KG. suikerbie-‘
ten – zonder ondernernersloon voor den boer –
f 16.41
of
f 1.86 meer
da ‘de netto-opbrengst bedra-
gen.
De productieprjs is i.n Nederland niet hooger dan
elders, integendeel; zoowel de teelt als de fabriek.ma-
tige verwerking der bieten staan hier op hoogen trap. Vooruitgang op dit stuk is nauwelijks meer mogelijk.
Een belangrijke inkrimping der teelt is bij de
tegenwoordi’ge prijsverhoudingen onvermijdelijk, wijl
het niet
mogelijk
is tegen ‘de sterk beschermde indus-
trie in ‘het buitenland te concurreeren. Nederland zal
‘daardoor een industrie van groote economische betee-
kenis verliezen; de werkloosheid zal sterk vermeerde-
ren en in bepaalde streken gedurende de campagne
ernstigc afmetingen aannemen.
Niet alleen de landbouw, die toch al zeer moeilijke
tijden doormaakt, wordt in een zijner voornaamste on-
derdeelen bedreigd, ook de belangrijke inkomsten,
voortvloeiende uit het vervoer van grondstof en pro-
ducten zullen moeten worden gederfd. Een matige be-
rekening heeft geleerd, dat voor de suikerbietenteelt
jaarlijks ongeveer 12 millioen gul’den aan loon voor
landarbeiders wordt uitgegeven. Als in plaats van bie-
ten andere gewassen als granen en peuivruchten zou-
den worden ‘verbouwd, zou dit bedrag slechts ruim de
helft, dus
6
millioen gulden minder bedragen.
1-let ‘bedrag, ‘dat jaarlijks aan vervoerkosten van
bieten, pulp, suiker, melasse, schuimaarde, kolen en
kaiksteen wordt uitgegeven, kan op ruim 4 millioen
gulden worden geschat. Voor verschillende tramweg-
maatschappijen is een normaal bietenvervoer een
levensvoorwaarde en voor de binnenschipperij en de
spoorwegen vormt het door de bietenteelt veroorzaakte
transport een belangrijke bron van inkomsten. Het
loon door fabrieksarbeiders der suikerfabrieken ver-
diend, ‘bedroeg in 1924 circa
f
5.400.000.
In vele streken heeft de suikerbietenteelt bovendien
in’directe voordeelen. Vooral de pulp en ‘het bietenloof
maken een, rendabele veehouderj mogelijk op tal van
plaatsen, waar dit zon’der bietenteelt onmogelijk zou
zijn.
Een verdwijning of sterke inkrimping der teelt
zou derhalve een ramp voor Nederland beteekenen.
Deze ramp kan niet worden voorkomen door perfec-
tionneering van het
bedrijf.
Het mogelijke is hier be-
reikt. Bodem en klimaat in ons land zijn voor den ‘bie-
tenbouw zeer geschikt. Het transportwezen is zoo
goedkoop en ‘de ligging der fabrieken is zon gunstig,
dat onze fabrieken grooter werkgebied kunnen bestrij-
ken
kunnen
zij’
den
strijd
niet volhouden.
Slechts de Regeering kan ‘hier helpen op korten ter-
mijn, hetzij ‘door een invoerrecht op buitenlandsche
suiker te ‘heffen, hetzij door aan de Nederlandsche
fabr.ieken een productiepreniie te geven.
VSér 1903 werd de suikerin’dustrie ook hier te
lande ‘beschermd. Door ‘de Brusselsche suikerconventie
venviel ‘deze bescherming. Ondanks dat ‘kon de cultuur
in ons land zich vrij sterk uitbreiden, louter door het
feit, dat ook in andere landen de premiën werden af-
geschaft.
Nu deze landen weer allerlei prerniën hebben inge-
voerd moet Nederland volgen, tenzij door een fdeuwe
conventie de andere landen er toe te brengen zouden
zijn ‘de bescherming te staken en weer op de basis van
1903 in alle landen
01)
gelijken voet zou kunnen wor-
den gewerkt.
Tot een ‘dergelijke conventie dient daarom Neder-
land onverwijld het initiatief te nemen.
Zoolang gelijke productievoorwaarden in alle landen
niet zijn verkregen, moet de Overheid hier daadwer-
keljken steun verleenen. Het eenvoudigst zou ‘dit kun-
nen geschieden door de toekenning van een
productie-
premie
door den Staat.
In den vorm van accijns beurt ‘de Staat thans
f 21
per 100 KG. suiker. Een klein deel ‘van dezen accijns,
beschikbaar gesteld voor de producenten, kan ‘den hier-
boven gesehetsten funesten toestand helpen voor-
komen.
* *
*
Zij, ‘die zich met het streven van den Bon’d van
Ooöp. Suikerfabrieken vooralsnog niet ‘kunnen
vet-
oen.igen, erkennen volmondig de groote ‘beteekenis van
de suikerbietenteelt en van ‘de suikerindustrie’ ‘voor
ons land.
Zij erkennen eveneens, dat de bescherming der in-
heemsche industrie ‘door andere landen dein toestand
voor ons land precair kan maken en dat wij kunnen
komen op een punt, waarop ‘de Overheid zich niet lan-
ger
afzijdig
zal kunnen houden. Zij stemmen volkomen
24 November
1926
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1029
in met het streven de Regeering te doordringen van
de noodzakelijkheid om met alle kracht aan te stil-
ren op een nieuwe conventie, waarbij de productie-
voorwaarden in de verschillende landen weder aan
elkaar gelijk gemaakt zullen worden. Alleen achten zij
de actie ter verkrijging van financieelen steun uit de
Staatskas
praematuur
en wel op grond van de volgen-
de overwegingen.
Een organisatie dient, alvorens om financieelen
steun aan te kloppen bij de Overheid, zich wel twee-
maal de vraag te stellen, of haar verzoek voor inwil-
liging vatbaar is. Vraagt zij onmogelijke dihgen, dan
verliest zij het prestige, dat zij later bij het bepleiten
van redelijke aanspraken zoo zeer noodig kan hebben.
Het landbouwbedrijf in zijn geheel is in 1925 niet
of weinig rendabel geweest. Uit de gepubliceerde
reuItaten van de boekhoudingen van ruim 300 Gro-
ningsche bedrijven hij’. blijkt, dat ‘de ,,ei.gen” boeien
met, een geheel schuidenvrj bedrijf in 192511926 in
Groningen, na aftrek van rente van bedrijfskapitaal,
een netto opbrengst van gemiddeld
f
115,12 per HA.
plus vrije woning hebben gehad.
Om na te gaan wat de ,,eigen” boeren gemiddeld
als belooning voor hun arbeid en hun risico hebben
genoten, moet dit bedrag worden verminderd met de
rente van de gemiddelde verkoopwaarde per 1-lA. be-
huisd land. Stelt men deze rente op 4Y2 pOt. van
.f
2500, dan blijkt, dat het geheele ondernemersloon be-
staan heeft in Vrije woning, zonder meer.
De cijfers voor Friesland, waar meer zuivel ge-
maakt wordt, zjn iets gunstiger, ‘doch die voor de
zandetreken van Overijsel, waarover ook gegevens zijn
gepubliceerd, zijn eveneens slecht. Daar hadden de
boeren ‘voordeeliger gedaan hun kapitaal op andere
wijze te beleggen en werk te zoeken â
f
2.50 per dag.
liet zijn dus geenszins cle suikerbietenverbouwers
alleen, die een ongunstigen tijd moeten doormaken.
En evenmin staan deze alleen met een product, dat
zeer in prijs wordt gedrukt door maatregelen van
vreemde regeeringen.
De varkensmesters en de schapenweide.rs, de paar-
clenfokkers en ‘de zuivelbereiders, de vlastelers en de
tuinbouwers – ik bepaal mij tot het landbouwbedrijf
– ondervinden .groote schade door de maatregelen
van vreemde Regeeringen en zij staan er zeker niet
beter voor dan de bietenbouwers.
Wordt voor deze laatsten. de schatkist geopend, dan
zal men ‘dit aan -de andere categorieën niet kunnen
weigeren, terwijl ‘behalve uit den landbouw ook vele
takken -van industrie hun deel zullen komen opvra-
gen. Waar moeten dan de vele benoodigde millioenen
vandaan komen?
Invoerrechten zullen het levensonderhoud direct
duurder maken; hooge belastingen zullen gelijk effect
hebben en de land-bouw, die in nns land in sterke mate
exportbedrijf is, waarvoor de mogelijkheid van goed-
koope productie eerste eisch is, zal onder die omstan-
cligheclen onvermijdelijk in de knel komen.
De herelcening van cle productiekosten van 1000
EG. suikerbieten, zooals deze door ‘den Bond van
Coöp. Suikerfabrieken is gemaakt, heeft betrekking
op een deel van ons land, waar naar veler meaning.
aan de suikerbieten een te groote plaats in den vrucht-
omloop is gegeven.
in dergelijke eenzijdige bedrijven komen .de groote
n eveinvoordoel en van den bietenbo uw
ii
iet voldoende
tot haai recht. Vooral cle als veevoeder zoo waardevolle
koppen en bladeren, die – geënsileerd – het geheele
jaar door aan rundvee en paarden kunnen worden ge-
• voeclerd komen daar niet tot waarde. In streken met minder eenzjdigen suikerbietenbouw wordt
aan
kop-
pen en loof een waarde van
f
1.00—! 200 per hectare
toegekend.
Maakt men op deze basis een kostenberekening, dan
leert deze, dat bijt een bietenprijs van
f 16
per 1000
KG., waarvoor bj’. in het Noorden dit voorjaar ge-
contracteerd werd,
bij
een matigen ‘omvang der teelt
de sui1erhietenverbomv niet slechter is ‘dan die van
andere gewassen.
Dat ook ‘de leden van coöperatiëve fabrieken dit
voorjaar niet overdreven optimistisch waren, als zij
met een komen’den hietenprijs van
f
16 rekenden,
w’ordt afgeleid uit den suikerprijs van Amsterdam, die
blijkens ‘de noteeringen in dit blad van 1 Jan.-
T Sept. 1926 gemiddeld
f
16
7
/s per 100 EG; bedroeg.
:De ervaring heeft geleerd, ‘dat ‘de bietenprijs per 1000
‘EG. in den regel niet veel
afwijkt
van den suiker-
p’ijs te Amsterdam per 100 EG.
T-let landbouwbedrijf is een organisch geheel. Voor
het maken van rentabiliteitsberekeningen van een heT
paalci onderdeel moeten tal van schattingen worden
‘verricht. Terwijl men in het Zuiden kwam op een kost-
prijs ‘der bieten van
f
16,47,
‘becijferde de heer N. G.
Ad’clens in het Hoofdbestuur ‘der Groninger Mij. van
Landbouw deze
01)
f
13,50.
In het Noorden van hët land is de bietenteelt dit
jaar dan ook niet ingekrompen, ‘doch uitgebreid, nm-
dat onder de omstandigheden, zooals die dezen voor-
zomer golden, velen bietenteelt in matigen omvang
en der minst slechte cultures achten, vooral ook
dank
zij
de vele aan de teelt verbonden indirecte voor-
dee1en, waarop echter hier niet zal ‘worden ingegaan.
De vraag wordt ‘dan ook gesteld, of -het, niet rationeel
zoude zijn in het Zuiden de bietenteelt eenigerm-ate
te bepericen en daardoor ‘de stabiliteit van het bedrijf
1
te vergrooten.
• Technisch staat ‘de teelt er ongetwijfeld zeer hoog,
doch man kann des Gute’n auch za viel bekommen.
• 5. Aangezien onder ‘de tegenwoordige omstandighe-
den de kans, dat de Regeering gelden beschikbaar zal
stellen voor de suikerhietenteelt, uitgesloten kan wor-
den geacht, vreezen velen, ‘dat het eenige gevolg van
de actie van den Bond van Ooöp. Suikerfabrieken zal
zijn, dat de boeren ‘de toekomst der suikerbietenteelt
over-dreven zwart gaan inzien en de teelt meer zullen
Jieperken clan. noodig is. De fabrieken krijgen dan
kieinere campagnes, waardoor haar productiekosten
sterk stijgen.
– ‘: Ik sluit mij aan bij degenen; ‘die van oordeel zijn, dat
het niet betrekking tot dc actie voor financieelen steun
van de Overheid beter ware geweest het kruit droog
‘te houden tot inderdaad de nood zeer hoog zal zijn gë-
‘stegën Gaat men in andere landen de bescherming
steeds verder opvoeren en keert clan daar de wal niet
tijdig het schip, dan kan inderdaad voor de kleistreken
iii het Zuid-Westen van ons land een critieke tijd
aanbreken.
Voorloopig echter heeft de beweging tot het ver-
lûjgen van Overheidssteun haar actualiteit verloren.
Sedert Augutus is de suikernoteering te Amëterdam
nl. – alle pessimistische voorspellingen ten spijt –
nièt pl.m.
f 3 per 100 EG. gestegen.
Belanghebbenden krijgen daardoor gel egenhèi-d zich
i
iü’
s
ti
g
nader te beraden. G.
MINDERIloul).
Groningen.
INTERNATIONALE KAMER VAN KOOPHANDEL.
Het Rap port -van, de Con-nn-nissie in zake de
•
Handelsbelemmeringen.
Uit de dagbladen heeft men kunnen vernemen, dat
de Oommissie in zake de Handelsbelemmeringen, inge-
steld door ‘de Internationale Kamer van Koophandel,
aan die Kamer een rapport
1)
heeft uitgebracht, welk
rapport dé Kanier heeft ingeleverd bij het voorberel-
• dende Comité voor ‘de komende Economische Canfe-
reutie van den Volkenbond.
Waar de dagbladberichten uit ‘den aard ‘der zaak
over het algemeen beperkt moesten blijven tot deze
1)
Chanibre de Conimerce Internationale: Rapport de la
Commission des Enti-aves au Commeree présenté au Comité
Préparatoire de la Conférence E-conomic!ue de la Société des
Nations. Brochure No.
44,
Sécrétariat Général, 38, Cours
– Albert Ier, Paris (8e).
1030
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
’24 November. 1926
aankondiging en een beknopt overzicht van het tot
stand komen van het rapport, moge hier over den in-
houd een en ander worden medegede1d.
Het rapport telt zeven hoofdstukken, resultaat
van den arbeid van oven zooveel sub-commissies, welke
hoofdstukken achtereenvolgens betreffen: do maatre-
‘gelen ten aanzien van vreemdelingen en juridische en
sociale ongelij’kheden, erkeersbe1emmeringen, belem-
meringen van in- en uitvoer, vraagpunten van ‘douane-
techniek, internationale in’dust,rieele vergelijken, fi-
riancieelo bezwaren en vragen van p:rijs- en crediet-
politiek, het aangaan van eene conventie tot het stich-
ten van een permanenten Raad voor douane’zaken en
handelsbetrekkingen.
• Ieder hoofdstuk vangt aan met enkele inleidende op-
merkingen en bevat voorts in ‘het ‘kort gemotiveerde
conclusies.
Het eerste hoofdstuk, over ‘de maatregelen ten aan-
zien van vreemdelingen en juridische en sociale en-
gelijkheden, ‘komt tot eene aanbeveling om dere’ mate-
rio onderwerp te maken van algemeene internationale
overeenkomsten. Men zou hier, aldus cle Commissie,
moeten voortbouwen op het model voor soortgelijke
overeenkomsten, zooals dat reeds geleverd is door de
Lansportconferenties van Barcelona en Genève en
te ‘Genève in zake ‘de vereenvoudiging van douanefor
•iialiteiten. Iii •dien gedachtengang ‘bepleit ‘de Corn-missie internationale
conven
ti
es
voor de afschaffing
van pasvisa, gelijke voorwaarden. ‘voor reizen en ve.r
j
blijven ten aanzien van landgenooten en vreem’de1in
gen (onder bepaalde waarborgen voor de nationale vei-
ligheid), en het internationale vreem’delingenrecht h
–
treffende. Laatstgenoemde conventie zou volgens het
ontwerp der’ Commissie ‘hebben te omvatten ‘bepalin-
gen, die over het algemeen gelijkstelling en gelij’kbe-_
rechtigdheid van landgenooten en vreemdelingen be-
oogen, uit den aard ‘der zaak echter nimmer bevoor
1
rechting van vreemdelingen boven ]an’dgenooten. Die-
gelijkberechtigdheid stelt de Commissie onder de no dige reserves voor ten aanzien van de uitoefening .van
handel en industrie en andere beroepen, den ‘burgerlij –
ken staat, de rechtspersoonlijkheid en de belastingeii
Wat de uitoefening van handel, industrie en ‘beroep&;O
‘den burgerlij’ken staat en de rechtspersoonlijkheid b” treft, geeft de Commissie nog uit.ing aan bijzondere
‘t’enschen, van welke ‘hier alleen worde genoemd’het’.
‘desideratum, dat de aan ‘de conventie deelnemnd Stan.
ten in, eigen wetgeving eene gelijkstelliiig van eigèrr
en 1buitenlandsche ondernemingen zooveel mogelijk he-‘
vorderen. De Commissie verklaart in eene, aan •ditL
hoofdstu’k toegevoegde, noot uitdrukkelijk, ‘dat zij de
vraag der la’ndvorhuizin’g buiten ‘beschouwing laat als
te zeer smiengeweve’n niet pôlitieke factoren om ,te
vallen: binnen ‘het voor de Commissie afgebakend’
terrein.
In het tweede hoofds’tuk, waar, ‘d’e ‘belemmeridgenu.
an ‘het Verkeer aan ‘de orde w&rden gesteld, ‘heh&s»-;
•delt ‘de Commissie achtereenvolgens het spobrweg’e?r
keer, het zeetransport en het luchtverkeer. Wat het
spoorwegverkeer béti’eft, spreekt uit den gron’dtoon
der conclusies al evenzeer het streven ‘der Commissie
naar eenheid in administratie en uitvoering van den
u
dienst ‘der spo&rwegen in de verschillende landen bé-
n
evens vereenvoudiging van formaliteiten.
Ook ten aanzien van het zeetranspot, op welk ge»’
bied verschillende belemmeringen vah technischeri’
aard worden aangetroffen, waarbij’ binnen ‘het ‘hier ‘ge-‘
gevèn ‘bestek niet nader. kan ,worden stilgestaan, be-
oogen de. gevolgt’rekkingen ‘der Commissie het’wegng-
men van hin’d’erpalen en het vereenvoudigen van noo-
deloos ingewikkelde en belemmerende maatregelen.
Wat ten slotte het luchtverkeer betreft, spre’ekt.de
Commissie als hare meening üit, dat ‘deze vorm van
communicatie moet worden bevrijd van alle belemme-
ringen, ‘die aan eene .vrije ontwikkeling en een ont-plooiing in juisten zin in den ‘weg ‘staan. Gestreef:d
moet worden, aldus het rappbrt, ondermeer naar een-
voudige en’ ‘soepel l’oopende’ aansluitixtg ‘tusschen .de
verschillende rnidd elen van vervoer, spoorweg, scheeps-
transport en luchtvaart.
. In het derde hoofdstuk,’ Over de ‘belemmeringen van
in- en uitvoer, vestigt do Commissie onder ‘meer cle
aandacht op ‘het groote belang van een niet door uit-
voorrechten bezwaard ‘of gediffer’entieerd verkeer van
grondstoffen. Tegenover vrijen uitvoer ‘vab grond-
stoffen zou intnsschen, naar hot inziôht ‘der Commis-
sie, •een compensatie moeten staan. Landen namelijk,
die grondstoffen voortbrengen ‘doch die tevens ver-
werken tot producten, zouden voor die producten een
redelijk geregel’den invoer ‘moeten erlangen in de lan-
den, welke ‘de grondstoffen invoeren.
Geleidelijke unificatie van tarieven en van bena-
mingen van artikelen, inperking van den omvang (en
veu-mijding ‘van inci’denteele wijzigingen) van inkomen-
de rechten, vereenvoudiging van administratieve u.it-
voer.ing, dat alles stelt ‘de Commissie mccle voorop als
postulaten: in de materie ‘der douane-techniek, in het
bijzonder neemt de Commissie stelling tegen de
ad va-
lorenr-rechten, boven welke zij aan •specifie’ke rechten
de voorkeur geeft. Deze beschouwingen vindt niei na-
der uitgewerkt in het vierde hoofdstuk van het. rapport.
Opmerkelijk is de slotsom; welke ‘de Commissie, in
het vijfde hoofdstuk, trekt ten aanzien van ‘de inter-
nationale industrieele vergelijken. De Commissie
spreekt zich hier uit voor ‘het wegnemen van bepalin-
gen in ‘de wetgevin’gen ‘der verschillende naties, welke
voor het tot stand komen van ‘deze belangengemeen-
schappen bezwaar opleveren. De Commissie neemt
daarbij het standpunt in, dat ‘die internationale in-
‘dust.rieele samenwerking onder meer een einde ‘maakt
aan schadelijke concurrentie, leidt tot oplossing van
douane-moeilijkheden en economischer productie on
.dcoi, geleidelij’ken groei zal voeren tot handelsovereen-
komsten tnsschen. de ‘betrokken Regeeringen en aldus een vasten econom:ischen grondslag in cle intei-natio-
nale veihoudingen zal helpen tot stand brengen, som-
tijds zelfs in weerwil van de onstandvastigheid van
‘valuta’s,
De Commissie stelt ‘deze aanbeveling evemvel afhan-
kelijk van de volgende bedin gen: dat ‘de ‘belangen van
arbei’ders, verbruikers en handel worden geëerbiedigcl,
dat het recht ‘der naties op ‘vrij gebruik van grondstof-
‘fen niet worde aangetast en dat hijgevol’g rekening
,vorde gehouden met ‘de ‘belangen der producenten en
•dat ‘de overeenkomsten een algemeen karakter erlan-
ken. Voorts wordt uiting gegeven aan den wensch, ‘dat de Internationale Kamer van Koophandel zoôveel ino-
gelijk ‘gegevens ‘omtrent ‘deze materie verzamelt ‘en,
onder niëdedeeling vmi ‘de genomen conclusies, de aan-
dacht van belanghebbenden vestigt op het bestaan van
den Raad van Arbitrage.
Met betrekking tot de financieele moeilijkheden en
de problemen van prijzen en ‘crediet stelt de C’omrnis-
tie sterk op ‘den voorgrond de’ belemmering, die voor
‘den internationalen hanidel voortkomt uit ‘de wankel-
heici van verschillende valuta’s; :de Commissie spreekt zelfs de ‘meening uit, ‘dat ‘de internationale handel niet
in normale banen geleid ‘zal kunnen worden zoolang
niet een algemeene stabilisatie iii ‘de, aan ‘het’han’dels-
verkeer ddeliiemènde, landen tot staiid is gebracht. De
Commissie voor ‘de Handel’sbeiem’meringeh sluit zich
hierin aan ‘bij’ de resoluties van de, eveneens door de
Internationale Kamer van Koophandel igesteide,
Commissie voor de Regelingen betreffende de Inter-
nationële Verrekeningen, welke op 12 en 13 October 1926 te Rome heeft vergaderd’ onder ‘de ‘leiding van
Alberto Pirelli.
Beide ‘Commissies blijken ‘het er aldus
over eens te zijn, dat de vraag, op welk peil en op
“welk o’ogenblik ‘de stabilisatie tot stand moet ‘worden gebracht, een zaak van inwendig beleid is, maar dat ‘de
internationale ‘handel er het ‘h’oogste ‘belang .bij’ heeft,
dt de stabilisatie zich voltrekt. Verder wordt de mee-
ning uitgesproken, dat de landen met stabiele valuta
in welbegropen eigenbelang handéle’n, ‘wtnneer zij’ idé maatregelen tot stabilisatie in de,lan’den, die zoodanige
valuta nog niet bezitten, zooveel mogelijk steunen en
I.
Staatsspoor- en
tramwegen.
57.555 58.904 63.405 22.882
21.558 21.703
42.912
38.711
Sumatra’s Westkusti)
4.995
5.104 4.558
1.195
1.092
1.095
3.475
2.951
Lampongs
)
……
337
419
,
484
156
181
206 254
-241
Palembang
1,3…….
..
1.996
2.605
384 478
618
768
923
Java
1)
……………
Atjeh
4)
1.776
1.826
1.964 914
906 1.029
1.346 1.272
Celebes
3
.
129
126 123
105
77
80
211 154
II. Particuliere spoor.
.
1.529
en traniwegen.
–
–
40.480 14.643′ 0.193 2.924
2.744 1.520
2.153
1.814
265 83 178
219
1.158
761
1.073
1.447
1.333
430
554
631
160
82
~
28
~
37
24 November 1926
ECONOMISÇH-STATISTISCHE BERICHTEN
1031
dat, de Inter.nationalë Kamer van Koophandel zooveel
in haar vermogen ligt -de internationale samenwerking
op dit terrein moet bevorderen.
De Commissie wijst nog op de veelal nog begane
fout om de speculatie als een
oorza&
te beschouwen
van de instabiliteit eener valuta en haar
als zooda’nig
te bestrijden. In het gebrek aan kapitaal en crediet is
naar het gevoelen -der Commissie mede de ongunstige
invloed der invtabiliteit- van cle gel-deenhei-d te be-
speuren omdat in ‘de landen, waar die instabiliteit
heerscht, de noodige kapitalen en credieten glechts
onder ‘bezwaroiide voorwaarden, die het bijzondere risi-
co dekken, kunnen worden verkregen.
Ten aanzien van Regeeringscontrôle op prijzen,
houdt de Commissie zich aan ‘de reeds vroeger aan-
genomen resoluties van de Internationale Kame.r in
hare congressen van Londen en Parijs. Ook in dit ver-
band bepiei.t de Commissie onthouding van alles wat
aan een Vrije circulatie van grondstoffen iij den -weg
staat.
Tot slot maakt ‘de Commissie eene resolutie van
liet Nationale Oostenrijksche Comité, dat met de an-
dere Nationale Comités in zake- de Ha’ndels’belemme-
ringen aan ‘de Centrale Commissie de bouwstoffen voor
den inhoud’ van het rapport geleverd ‘heeft, tot ‘de hare
en wel dat aangedrongen moet worden op ‘het aangaan
van eene algemeene conventie tot in het leven roepen
van een permanenten Inteimationalen Raad voo.r
:Doue- en H-andelszaken.
Mr. C. W.
RITTER.
* *
*
Aan ‘deze ‘beknopte samenvatting van ‘de hand van
een mijner medewerkers, -die in geenen ‘deele een ge-
detailleerci overzicht van het rapport beoogde te geven
doch uitsluitend een •wedergave -der hoofdzaken, voeg
ik gaarne den weusch toe, dat deze regelen mogen bij-
dragen tot do belangstelling, welke de arbeid, clie
onder de auspiciën van ‘de Internationale Kamer van
Koophandel is ‘verricht, alleszins waard is.
Tijdens de laatste vergadering van -de Commissie in
zake de Handelsbelemmeringen, die op 18 October 1026
in het gebouw van ‘de Internationale Kamer te Parijs
werd gehouden, werd de gelegenheid geboden, de
reliëfkaart van Europa te bekijken, dooi’
S’ir Clive
Mor-
risson-Bell
‘vervaardigd om een aanschouwelijk beeld
te -geven, van -de tariefmuren, -door de verschillen-de
landen tegen -het buitenland opgetrokken. ‘De aanwe-
zige Nederlanders behoefden -zich over cle hoogte van
liet, ‘hun land omringende, muurtje niet te geneeren,
het behoorde tot de ger.ingsten in hoogte. Maar overi-
gens was een blik op
Sir Clive’s
kaart met hare, in dc
gegeven verhoudingen,’ langs menige grens nog toren-
hooge tariefmuren nuttig om de werkers aan het rap-
port te herinneren aan ‘den afstand, -die er nog ligt
tusschen -de vervulling van ‘de
in
hun rapport tot
uiting gebrachte wensch’en en cle werkelijkheid.
Aan het initiatief van -de Internationale Kamer, die
-cle Commissie voor ‘cle I-Iandeis’belemme.ringen in het
leven riep,
nôch
aan de eerbiedwaardige -hoeveelheid
arbeid, -door ‘het Bureau der Kamer verricht om het
to-t stand komen van het rapport voor te bereiden
en
te voltooien, zal het gelegen hebben, wanneer in -de
practijk ‘het internationale handeisverkeer niot spoecli-
ger te bevrijden zal blijken ‘van de ‘vele kluiste.rs, w’aar-
in. ‘de uit den oorlog ‘voo rtgekorn en geestesgesteidheid
liet heeft geboeid.
–
‘1r. G.
TISsaftING,
Amsterdam, 10 November 1926.
DE BEDRIJFSUITKOMSTEN DER SPOOR. EN TRAMWEGEN IN INDIË OVER 1925.
Overzicht.
(
‘
In duizendtallen guldens).
— _
Dividend Opbrengsten
in
Onderneming.
–
Exploitatiekosten Bedrij fsoverschotten
pCt
totaal
reizigers en bagage
1923
1
1924
1
1925 1)1923
1
1924
1 1925 11 1923
t
1924
1 192511
1923
1
1924
1
1925 11’231’241’25
Ned.-Ind.
Spoorweg
..
6.973 18.246 18.683 4.914 4.583 4.
Deli
,,
..
6.449
6.711 7.895
2.043
1.960
2.
Samarang-Joaoa tram.
4.051
3.989
4.187
1.769 1.612
1.
Semarang-Cherib.
6.085
5.710
5.837
2.074
1.877
1.
Serajoedal
1.122
1.169
1.307
384
343
Kediri
876
840
913
303
286
Malang
1.004 1.042
1.071
289
264
Probolingo
445
424
455
142
136
Pasoeroean
325
349
342
163
155
Modjokerto
468
‘474
512
139 132
Madoera
1.344
1.225
1.354
798
701
–
Batavia Electrische
484
37,8
347
480
373
Ned.-Indjsche
898
748
674
888
740
Oost-Java
1.574 1.621 1.640 1.258 1.331, 1.
1)
De tramlijnen van 60 cM. spoorwijdte zijn hierin niet begi
De verbetering,
die in 1024 in den economischen
toéstan-d ‘van Indië was
–
ingetreden, zette zich in 1925
–
voort.
De voedingsgewassen en exportcultures gaven ruime
oogsten; ‘de exportproducten behaalden goede prij-
zen, enkele zôoals rubber zelfs zeer h-ooge.
:De suikerproductie van Java bereikte in 1925 een
ongekende hoogte; zij steeg ‘van 32>’ millioen picoh
in 1924 tot 37i’ miili.oen pi.coi. Buitengewoon wa
ook de toename der rubb’erprocluctie, vooral in ‘de
481 10.938 10.916 10.942 6.035 7.330 7.741 11 Ii 11
391 3.583 3.461 3.470 2.866 3.250 4.425 5
6 10
647 2.574 2.500 2.460 1.477 1.489 1.727 7
8 10
858 3.398 2.951 2.840 2.687 2.759 2.997 7
7
7,5
342
651
584
581
471
585
726 4
6,5 8
302
450
407
404
426
433
509 13 13 13
286
509
490
504
495
552
567 11 11 11
126
249
223
227
196
201
228 5
6
7,5
130
220
225
221
105
124
121 5
6
6
135
255
246
260
213
228
252 4
4
4
678
‘914
834
861
430
391
493 4,5 2,75 4
(preI.)
343 327 298 266
157
80
81
– – –
668
555
462
457
343
2-86
217
–
– –
.312 1.023 1.086
976
551
535
664
– – –
epen.
2)
Spoorweg.
3)
Tramlijnen.
4)
75 cM. spoorwijdte.
Buitengewesten,
waar
de productie vermeerderde van
109.000 ton in 1924 tot 144.000 ton, terwijl
zij
op
Java van 38.000 ton vermeerderde tot 44.000 ton. Bo-vendien varen cle ruhberp.rijzen in 1025 aanmerkelijk
hooger, dan in 1924. Dientengevolge moet all-een de
Java-rubber ongeveer 50 millioen gulden en de
r-ubber ‘der Buitengev,resten ongeveer
200 millioen gul-
-den meer hebben opgehracht, ‘dan in 1924. Daar in de
Buitengewesten moer -dan de helft der rubberproduc-
tie,
–
88.000
ton in 1925
-,
bevolkingsrubber is,
1032
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
24 November 1926
kwam enorm veel geld in handen van de bevolking der
ru’bberproduceerende gewesten, waaronder Palembang
een belangrijke plaats inneemt.
Een flinke toeneming van de koopkracht ‘der bevol-
1
king was van een en ander het gevolg.
De laatste maanden van 1925 brachten echter in
een groot gedeelte van Java ‘hierin verandering. De
buitengewoon droge en langdurige Oostmoeson deed
den oogst van tweede gewassen en den najaarsrijst-
oogst. in ‘de waterarme streken slecht uitvallen, het
geen tot voedse]schaarschte leidde en •de prijzen van
1
de ,roedingsmi’ddelon der bevolking opdreef.
Raar koopkracht werd hierdoor weer gedrukt; in
vele streken ‘is ‘de bevolking den terugsiag nog niet
te boven.
1
De omstandigheden waren door de bovengeschetste.
invloeden gedurende het groötste gedeelte van 1925,
voor het spoor- en tramwegbedrijf veel gunstiger darv
in 1924. De opbrengsten moesten dientengevolge wel. toenemen, en waar zulks niet het geval was, – blijkens
bovenstaand overzicht bij vijf van ‘de twintig onder-,
nemingen, – zijn daarvoor bijzondere oorzaken aan te
wijzen. –
Bij den S.S.-spoorweg ter Sumatra’s Westkust was
de Vrij belangrijke achteruitgang een gevolg van dei,
lagere opbrengst van het steenkolenvervoer ten be-
hoeve der Ombilin-mijnen, waaruit ongeveer de helft.
van de opbrengst verkiegen wordt.
De vervoerde hoeveelheid was aanmerkelijk mindar.
doordat de productie der Ombilinmijnen wegens den
ongunstigen stand der steenkolenmarkt in het Oosten,
veroorzaakt door ruimen aanvoer van goed.koope bui7
1
tenlan’dsche kolen, ingekrompen moest worden. Boven-
1
dien moest om dezelfde reden de spoorvracht voor
steenkolen verlaagd worden. Het .steen’kolenvervoer
bracht dientengevolge f.520.000 minder op. Het oven-
>
ge vervoer gaf evenwel een ‘hoogere opbrengst.
De Pasoenoean tram zag haar opbrengst een weinig
terugloopen, doordat een sterke autobusconcurrentie;
optrad, die veel reizigersvervoer onttrok; het overige’
vervoer nam echter’ ook hier toe..
De teruggang bij de stadstramegen te Batavia, —
de Batavia-Electrische tram en de Ned.-Indische (toom)tram – wordt geweten aan de toenemende:
concurrentie van andere verkeersmiddelen, vooral van:
rijwielen en •taxis, en aan de omstandigheid, dat de:
werkgelegenheid op die plaats onvoldoende ble’ef,
waardoor een trek van inianders naar het achterland
ontstond om aldaar werk te zoeken.
De geringe teruggang bij de S.S.-tramlijn op Ceiebes
werd veroorzaakt door minder vervoer van bouwm
tenialen ten behoeve van ‘den kampementsbouw .te:
Makasser. .
De toeneming ‘der opbrengsten was het grootstbij’
de lijnen in de Buitengeweten. De S.S.tram in Pa-
lembang stond hierbij met een stijging van 30 pOt)
aan ‘de spits, niettegenstaande het steenkolenvei’vh
ten behoeve der Boekit Assem
mijnen,
dat een zee’r
belangrijke bron van inkomsten is, ten gevolge van
tariefsverlaging minder opleverde. Heeft hiertoe
001<
al bijgedragen, dat •de lijn in 1925 uitgebreid werd
met het 33 EM. lange baanvak Martapoera-Batoe-
ra’dja, dat op 16 Juni voor het goederenvervoer werd>
opengesteld en op 16 November ook voor het reizigers-s
vervoer, de .hoofdoorzaal( was wel de groote welvaart, waartoe de bevolking geraakt was door de schitterende
1
uitkomstn harer rubber- en koffiecultuur. Zoowel het
reizigers- als het gewone goederenvervoer namen daar
ç
door sterk toe. De opbrengst van het gewone goede-
renvervoer verdubbelde nagenoeg; zij’ ver.meerder’de
van f 611.000 in 1924 tot f 1.115.000, maar hierbij
mag niet uit het oog worden verloren, .dat 1925 een
bijzonder .droog jaar was, zoodat gedurende geruimen
tijd de watersted.d in de rivieren zeer laag was, waar-
door het vervoer daarover bemoeilijkt werd. Veel ver-,
voer, ‘dat in normale jaren den waterweg volgt, ging’
dientengevolge op de tramlijn over. De stijging uit
dezen hoofde was derhalve iets van toe’valligen aard,
waarop niet ‘blijvend mag worden gerekend.
Als tweede in de rij kwam de Delispoorweg met
18 pOt. opbrengst-toeneming. Ook voor De’li was 1925
een jaar van grooten voorspoed. De uitbreiding, die
de cultures ondergingen, deed het aantal contract-
arbeiders voor ‘de lan’dbouwondernemingen ‘met niet
minder dan 20.000 man toenemen, terwijl de goederen-
import met 20 pOt. vermeerderde. Dit veroorzaakte
uiteraard een groote opleving van het verkeer. Bo-
vendien was de auto-concurrentie, die in vorige jaren
zooveel afbreuk aan het Teizigersvervoer deed, dor
oor.deelkundige bestrijding vrijwel overwonnen.
Zeer bevredigend mag ook de op’brengstvermeerde-
ring worden genoemd bij de Lampongtram (15 pOt.)
en
bij
de Atjehtram (8 pOt.). Zij sproot bij de Atjeh-
tram echter bijna geheel voort uit het reizigersvervoer.
Dit.is naar verhouding veel grooter “dan hij’ de andere
staatstramlijnen in de Buitengewesten en ongeveer
gelijk aan dat .bij ‘de tramlijnen in Deli. De cijfers
betreffende de reizigersdichthei’d over 1924, – de
laatste die voor de staatslijnen ‘bechikbatr zijn
t—
wij-
zen zulks uit. Deze ‘bedroeg bij de Atjehtram 396 tegen
116 bij de Lampongljn, 205 bij de Palembangljn en
388 bij ‘de Deliljnen. Zelfs maakt de reizigersdicht-
heid bij de Atjehtram geen slecht figuur tegenover die
‘bij verscheidene tramljnen op Java. Zoo bedroeg zij,
ook over, 1924;
bij
de S.S.tramlijnen aldaar .438, bij
d Kediritram 425 en
bij
de M’odjokertotram 345. De vlucht, die hçt reizigersvervoer bij ‘de Atjehtram
heeft genomen, is niet in de laatste plaats te danken
aan de lage tarieven. Deze zijn lager dan op eenige
an’dere intenlocale tramlijn in Indië. De ‘gemiddelde
opbrengst per reiziger-EM. bedroeg ‘dan ook over
1924 slechts 1,2 cent tegen 2,5 cent bij de Lampong-
lijn, ‘2,2 cent
bij
‘de Palembangljn en 1,9 cent
bij
‘de
Deliljnen. Op Java .had de Pasoeroeantram met 1,3
cent ‘de laagste opbrengst per reiziger-EM.; de overige tramlijnen, waaronder ‘die van den Staat, kwamen ech-
ter niet onder de 1,4 cent, terwijl verscheidene daar
nog belangrijk boven bleven.
Op Java bedroeg ‘de grootste toeneming ‘der op-
brengst 12 pOt.; zij werd verkregen
bij
de Serajoedal-
tram.
Overigens varieerde ‘de toeneming tusschen 2 pOt. (o.a. de Nederl.-Indische Spoorweg en de Semarang-Ohori’bonram) en 8 pOt. (o.a. ‘S.S. en Kediritram).
Bij de Madoeratram vermeerderde ‘de opbrengst met
10 pOt.
De gunstige toestand, waarin de bevolking geduren-
de ‘het grootste ‘gedeelte van ‘het jaar verkeerde, was bevorderlijk voor het reizigersvervoer. De achteruit-
gang, die daarin sedert 1922 bestond, maakte, althans
bij eenige ondernemingen, o.a. de S.S., plaats voor een
zij ‘t ook geringen vooruitgang. Bij ‘de overigen hield
de achteruitgang echter in meerdere of mindere mate
aan.
De vermeer’dering van opbrengst over 1925 kan dan
ook
bij
de ondernemingen op Java geacht worden ver-
kregen te
‘zijn
uit het goederenvervoer, dat sterk toe-
nam.
Dit is in de eerste plaats te ‘danken aan de buiten-
gewoon g±oote suikerproductie in 1925, waarop in den
aanhef werd gewezen. Een tweede façtor van ‘betee-
kenis was, ‘dat de Pure Cane Molasse O
y
. zich as
exporteur van vloeibare melasse vestigde. Voor dit
bij de suikerfabricage ontstaanid product was slechts
in beperkte .mate afzet te vinden; ‘het restant liet
men veelal eenvoudig wegloopen. Hierin is verande-
ring ge’komen, doordat voornoemd lichaam alle, ver-
krijgbare melasse tracht op te koopen om die uit te
voeren, voornamelijk naar Amerika. Het heeft zich
hiervoor uitstekend ingericht. De melasse wordt met
eigen tankwagens vervoerd naar de voornaamste ha-
venplaatsen, waar groote en kostbare opslaginstalla-
ties zijn aangelegd; ‘het verdere vervoer wordt be-
24 November 1926
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1033
zorgd met eigen taukbooten van •groot charter. De
P. 0. Molasse Cy. heeft daarmee een nieuw vervoer
in het leven geroepen, dat reeds in het eerste jaar,
waarin zij als exporteur optrad, vrij belangrijk was,
en in de toekomst zeer omvangrijk belooft te worden.
Waar de exploitatiekosten over 1925 een stijging te
zien gaven was zij betrekkelijk gering. Bij de S.S.-
lijnen werd zij veroorzaakt door
le. •de met ingang van 1 Februari van dat jaar in-
gevoerde nieuwe salarisregeling;
2e. verbetering in de regeling der ‘dienst- en rust-
tijden;
3e. een wijziging in den omslag van ‘de algemeene
uitgaven over ‘de kapitaalrekening en de exploitatie-
kosten, waardoor deze kosten met een hooger aandeel
werden belast.
Waren genoemde maatregelen niet tot uitvoering gekomen zoo zouden de exploitatiekosten voor alle
S.S.lijnen te zamen ongeveer 1Y4 millioen gulden lager
zijn geweest ‘dan in 1924.
1)
Do bedrijfsoverschotten vertoonen, behalve bij de weinige ondernemingen wier opbrengsten waren af.
genomen, een aanmerkelijke verbetering tegenover
1924, hetgeen verscheidene ondernemingen in staat
stelde een hooger dividend uit te keeren.
Per ICM.-baanlengtc ‘bedroeg het bedrijfsoverschot
over 1925 hij de S.S.-lijnen op Java
f
8376 tegen
f
7318 over 1924, vat wederom een opmerkelijken
vooruitgang beteekent.
Do gezamenlijke hedrijfsoverschotten ‘der particu-
liere spoor- en tramwege’n op Java, – die voor stads-
verkeer niet medegereken’d -, oedroegen over 1925
per KM. van hun totale baanlengte
f
6858 tegen
f
6320 over 1924. De vooruitgang was naar verhou-
ding minder dan
bij
de S.S.-lijnen.
Ten slotte nog een kort woord aangaande de uit-
komsten, die over 1926 verwacht mogen worden.
Deze zullen hij de lijnen in ‘de Buitengewesten ver-
moedelijk wederom gunstig zijn. De oorzaken, die maakten, dat 1925 zulk een goed jaar voor ze was,
bestaan nog onverzwakt.
De cultures blijven zich uitbreiden en haar gouden
regen over de bevolking uitstorten.
Zooverre de opgaven loopen – voor de staatslijnen
t.m. Juli en voor de Delispoorweg t.m. ‘September –
zijn bij alle lijnen ‘de opbrengsten dan ook flink ge
stegen, behalve hij ‘den spoorweg ter Sumatra’s West-
kust, waar een kleine achteruitgang valt op te merken,
die echter voortspruit uit het kolenvervoer.
Voor do ondernemingen op Java staan de zaken
minder goed.
De terugval in den economischen toestand der ‘be-
volking, ‘die zich in ‘de laatste maanden van 1925 in
verscheidene streken begon voelbaar te maken, waar-
op in den aarihef werd gewezen, is nog niet uitge-
werkt en heeft veel afbreuk aan het vervoer ‘gedaan.
De groote ‘droogte van 1925 heeft veel kwaad toe-
gebracht aan den suikerrietaanplant, zoodat de oogst 1926 aanmerkelijk kleiner is uitgevallen dan die van
1925 en het suikervervoer evenredig afgenomen is.
De opbrengsten staan dientengevolge
‘bij
alle onder-
nemingen op Java achter
bij
die over 1925. Tot en
met Juli bedroegen de opbrengsten ‘bij de S.S.-lijnen
over 1926
f
35.000.000 tegen
.f
36.300.000 in het over-
eenkomstige tijdvak over 1925. Bij de particuliere
ondernemingen, – de stadstramlijnen niet meegere-
kend – bedroegen de gezamenlijke onbrengsten over
1926 tot en met September
f
25.000.000 tegen
f
26.700.000 in hetzelfde tijdvak over 1925.
Bij beide groepen dus een niet onbelangrijke daling
der opbrengsten, ‘die in de volgende maanden wel niet
goed zal kunndni worden gemaakt.
Het is daarom
vrij
waarschijnlijk, dat verscheidene
der op Java werkende ondernemingen het jaar 1926
zullen moeten afsluiten met een geringer bedrijfsover-
schot.
G. P. J. CASPERSZ.
1)
Zie
verslag S.S. over
1925 blz.
HET RAPPORT VAN DE COMMISSIE VOOR DEN
NATIONALEN DRAADLOOZEN OMROEP.
Het rapport van de Commissie-Ruys de Beeren-
brouck bevat stof voor overwegingen van .uiteenloo-
penden aard. Ik meen hier, wat men zou kunnen noe-
men de politieke zijde, te mogen voorbijgaan en mij
te mogen bepalen tot de organisatorische en tot die
zijde ‘der voorstellen, die onmiddellijk de belangen
van het P.T.T.-bedrijf raakt. Vooraf ga een kort
resumé van de voorstellen der Commissie.
De Commissie acht den radio-omroep
1)
een terrein,,
dat zooveel mogelijk aan het particulier initiatief
moet worden overgelaten. Staatsbemoeiing is alleen
noodig voor de handhaving der orde in den aether,
voor het toezicht op hetgeen wordt uitgezonden en
ten slotte om van de luisteraars een bijdrage in
de kos’ten van den omroep te heffen. Wat den in-
houd der programma’s betreft, de neutraliteit daar-
van verwierp de Commissie met algemeene stemmen.
Zij is van oordeel, ,,’dat iedere levensboschouwing,
welke niet in
strijd
is met ‘s Lands wetten, gelegen-
heid moet krijgen, zich te uiten, terwijl vooral door
repressief toezicht zooveel mogelijk moet worden ge-
zorgd, ‘dat de gevoelens van andersdenkenden niet
worden gekwetst”.
T’en einde op deze grondgedachten een organisatie
te kunnen opbouwen, acht ‘de Commissie zich genood-
zaakt buiten het terrein harer opdracht te gaan en
ich bezig te houden met algemeene radio-vraagstuk-
ken. Twee voorstellen hebben die strekking. Het eer-
ste is: de instelling van een Permanente Regeerings-
raad voor Radio-verkeer, wiens competentie kort sa-
mengevat inhoudt het houden van toezicht en het
geven van a’dvies aan den Minister van Waterstaat
op het geheele radio-gebied, daaronder begrepen het
openbare radioverkeer en de stations van Oorlog en
Marine.
2)
Het tweede is: het voorstel eener afzon-
derlijke radiowet. De Commissie is namelijk van oor-
deel, dat ‘door •de toepassing der radio op het gebied
van telegrafie en telefonie, deze zich lângzamerhand
zoozeer hebben ontwikkeld tot een eigen gebied naast
‘dat •der lijntelegrafie en -telefonie, dat regeling van beide gebieden iii fén wat (‘zooals thans het geval is
in de T. en T.-‘wet 1904 S.
1),
tot de onmogelijkheden
isgaan ‘behooren. De Radiowet zal dan een regeling
moeten geven voor ‘de radio in al
zijne
toepassingen.
Binnen deze algemeene voorzieningen zal nu ook
‘de radio-omroep een passende regeling kunnen vin-
‘den. De Commissie adviseert tot de oprichting van
een N.V., te noemen ‘de
,,N.V. Noionole Draadlooze
Omroep”,
aan welke voor den omroep van Regeerings-
wege concessie wordt verleen’d. Deze N.V. zal een
kapitaal hebben van
f
2500, gesplitst in 100 aandee-
1n van
f
25. Deze aandeelen worden zoodanig ver-deeld over de verschillende thans bestaande vereeni-
gingen, ‘die zich met den radio-omroep bezig houden,
dat er een evenwichtstoestand ontstaat tusschen de
‘bei’de hoofdstroomingen, waarin de Commissie ons
volk verdeeld ziet en die in politicis als ,.rechtsche” en •.linksche” groepen worden aangeduid. ) Het be-
l) waaronder cie Commissie verstaat het rondzenclen
van medeleelingen van woord- en tooninhoud van ont-
spannenden, learzanien, politieken, ethischen en religieu-
zen aard”.
2)
Wat den radio-omroep betreft, heeft
de
Raad tot taak
het geven van advies ‘hij geschillen tusschen de na te
noemen N.V. en nidere groepen, .de den radio-omroep uit-
oefenen en het oefenen van toezicht, in naam van den
Minister, op de programma’s.
) De verdeeling is als volgt:
De Vereeniging Vrijzinnig Protestantsche Radio.omroep
12
aandeelen.
De Neerl andsche Christelijke Radio-Ver,
25
aandeelen.
De Stichting Katholieke Radio-omroep
25
aandeelen.
De Hilversumsche Draadlooze-omroep 13 aancleelen.
De Neclerlanclsche Vereeniging voor Radiotelegrafie
5
aandeelen.
De Vereeniging voor Arbeiders-Radio-Amateurs
20
aan-
lee1en.
1034
ECONOMISCH-STAISTISCHE BERICHTEN
24 November 1926
heer der N.V. berust hij een
.D’recteur
onder toe
zicht van een
Raad van Beheer.
Beiden worden ge
kozen ‘door de aandeelhouders. De Directeur heeft dë
leiding van het bedrijf en zorgt ouder meer voor het
ontwerpen van de programma’s, voorzoover deze niet
van de na te noemen uitzendencie vereenigingen uit
gaan. Deze programma’s worden opgemaakt overeen,
komstig de door den Raad van Beheer aangegeven
richtlijnen en aanwijringen. De Raad kan daarin Wij:
zigingen of aanvullingen gelasten.” Wat den Direc
t
‘
teur betreft, adviseert de Commissie tot de’ keuze
van iemand van ‘zoodanige ontwikkeling, det hij
in
staat is ‘de verschillende cultureele stroomirigen ii
ons volksleven te begrijpen en te verstaan. Daarnaast
dient hij een goed handeisman te zijn en eenig begrip
der techniek te hebben”. ,,In den Raad van Behee
dienen de verschillende levonsrichtingen te zijn ver-
tegenwoordigd”.
Het is evenwel geenszins cle bedoeling der Commis-
sie, dat de N.V. een omroep-monopolie zal bezitten.
Zij rekent met de mogelijkheid, dat niet alle
o
m
r
oep!
vereenigingen hunne wenschen geheel zullen bevie-
digd vinden in de programma’s, ‘die ‘de N.V. uitzendt
De N.V. is krachtens de haar verleende concessie
verplicht aan ‘vereenigingen, die aan ‘bepaalde eischen
– bezit van rechtspersoonlijkheid,
f
30.000 waarborg.
som storten in s Rijks kas, contributie van minstens
1 gulden, minstens 3000 leden – voldoen, gedurende’
hoogstens één avond per ‘week het gebruik van een’
zender, met studio, eventueele lijnverbinrling, perso
n’eel en m’ateriaat af te staan. De N.V. moet daarto
alle kosten, behalve die van de programma’s, voor
hare rekening nemen. Bovendien blijven de Zonda-
gen voor het belangrijkste deel gereserveerd voor cle
uitzending van radio-kerkdiensten. De zenders van
de N.V. (de Commissie acht er voorloopig twee nooV
‘dig), zullen niet ‘de eenige omi’oepzen’ders behoevemi
te blijven. De Commissie wil de gelegenheid opem
laten ook aan andere gegadigden concessies voor het
oprichten ‘van een omroepzen’der te verleenen. –
De vraag ligt voor de han’d, waarin de posltie van’
deze concessionarissen van die der N.V. verschilt.
1-let verschil ligt vooral op financieel gebied. De Co
missie stelt voor het heffen door den Staat ‘van eed
re’ti’ibutie van’ alle radio-ontvanginrichti nghouders;
(of ze luisteren naar ‘den radio-omroep of niet) vhn
f
10 per ontvangtoeste]. De Staat keert vad ‘de op
brengst van deze retrihu’tie een zeker deel uit aan dd N.V. (andere concessionarissen krijgen dus niets) en
behoudt cle rest zelf als belooning voor zijne bemoei-S,
ingen met den omroep.
Ziehier in liet kort rIo voorstellen der Commissie.
1)’
Voordat ik ze ga ‘beschouwen in hunne organ.isato’i’i
sche beteekenis en in ‘hun verband tot de belangén
1
van het PTT-bedrijf, eerst nog enkele meer op zich
zelf ‘staande opmerkingen over een drietal punten.
De Commissie wijdt een paar bladzijden aan ddl
vraag, of het recht, te heffen van de ontvanginriëhJ tinghouders een retributie ‘dan wel een belasting is.’
Zij besluit tot het eerste. Men kan ‘cle ,,’retributie”
omschrijven als de ,,vergoeding naar aanleiding van’
een ‘bewezen ‘dienst”. De Commissie wenscht het recht
s
‘
te ‘doen betalen door alle ontvanginrichtinghouders;’
onverschillig of ze aan ‘den omroep deelnemen of niet’
Daarmede verliest het recht ‘evenwel juist het, icarak-”
ter van retributie. Men ken zich afvragen, waarom’
de Commissie zich ‘in de terminologische vraag be-t
geeft. Blijkbaar alleen om haar meening te fundeeren,’
‘dat het o’ntvangrecht niet progressief moet zijn, d.w.z.
hooger naar ‘mate het ontvangtoestel van grooter vei-
mogen is. De Commissie acht, zulk een progressie
onvereenigbaar met het karakter van retributie. Pro-
grossie kom t evenwel bij ‘cle Rijkstelefoontarieven op
meerdere punten voor.
‘
De Commissie stelt zich op het standpunt, dat wij-‘
i) Ilare voorstellen voor den overgang van den huicligen
toestand inar den door hnar guwensc’hten, kunnen oliver-
meld blijven.
ziging van de strafwet, voorloopig achterwege kan
‘blijven. Daarmede kan men instemmen; evenwel niet
met ‘cle aanvulling ‘der ‘strafwet, die de Commissie
facultatief in overweging geeft. Zij stelt voor -een
artikel iSbis, lni’dende: ,,A’lles wat ‘door eene radio-
zendinstallatie wordt uitgezonden, wordt geacht zoo-
wel mondeling in ‘liet openbaar te zijn geuit als te
zijn gepubliceerd met het kennelijk ‘doel om aan het
uitgezondene ruchtbaarheid te geven”. Door zulk
een bepaling zouden bijv. alle radio-telegrammen tus-
schen
Kooiwijk
en
Ba.ndoeng
gewisseld, publiek do-
mein worden! Een ander strafrechtelijk punt laat de
Commissie onaangeroerd en wel ‘de positie van den
,,omroeper”, meestal een employé ‘der omroepmaat-
schappij. Wanneer het door deren ondergeschikte op
last van zijn principaal uitgesprokene, een strafbaar
feit vormt, dan moet niet hij, maar zijn opdracht-
gever ‘daarvoor gestraft worden. Er is ‘hier d.m. over-
eenkomst met ‘de drukpersdelicten (art. 53 en 54
strafwet’boek).
1)
De Commissie stelt een zoodanige verdeeling ‘der
aandeelen van ‘de N.V. voor, dat de beide hoofdstroo-
niingen van ons volk ‘daarin gelijken’ invloed zullen
hebben. Heeft ‘de Commissie bij haar voorstel niet
art. 54 van, het wetboek van koophandel over het
hoofd gezien?
Thans de organisatorische beteekenis ‘der voorstel-
len. i)e Commissie wenscht een geconcessioneerd
lichaam, ‘dat, zelf ‘hou’der van ‘den omroepzen’der, onder
repressief Staatstoezicht (Permanente Raad, Minis-
ter) een ,,nationalen” omroep, in ‘den bo’venaangege-
ven ‘zin, verzekert.
In ‘de organisatie door de Commissie voorgesteld,
blijft er ‘dus een heel wat grootere afstand tusscheu
omroep en Staat, dan bijv. in Duitschland aanwezig is
‘en in Engeland in de bedoeling ligt.
l)
Toch is deor-
ganisatie niet van dien aard, ‘dat zij’ de overheid voor
moeilijkheden vrijwaart. Zoowel in Duitschlan’d als
in Engeland kan de Staat in een nauwere betrekking.
tot ‘den omroep staan, omdat hij in beide landen daar-
mede een positief nationaal doel nastreeft, d.w.’z. hem
opbouwt
01)
een eenhei’dsgedachte.
De Commissie-Ruys de Beerenbrouck ‘daarentegen
bouwt hare organisatie op op de nationale verschei-
den’heden. In die Organisatie lcan strijd
van groepen
niet uitblijven. De Commissie rekent daarmede, im-
mers ze wijst de organen voor beslechting aan iii.
den Permanenten Raad en ‘den Minister. Dat wil dus
zeggen, dat de Overheid zich, zonder eigen ‘doel met
‘den omroep, heeft te ‘begeven op het gebied van
d’e oneenigheid ‘der groepen.
Ik ben er ‘Van overtuigd, ‘dat het ‘voor ons land niet
anders ‘mogelijk zal zijn, ‘dan in den omroep de na-
tionale verschei’den’heden ruimte te geven. Dat brengt
‘dan, evenwel diii. voor den Staat de noodzaak mede,
den afstand ‘tusschen hem en den omroep zoo groot
mogelijk te maken. Aan dien eisch voldoet men, wan-
neer men, zooals iii ‘in de evengenoemde artikelen
betoogde, een vorm van organisatie kiest, waarin
een neutrale, commercieel georiënteerde exploitant
aan een ieder, ‘die iets wenscht om te roepen, vom-
plicht is daartoe volgens’ een vast tarief en met
zakelijk gewaarborgde onpartijdigheid, de gelegenheid
te geven.
Wanneer ‘de Regeering het advies der Commissie
volgt, legt zij zichzelf en in het bijzonder den Mi-
nister van Waterstaat, wel een zeer zware taak op.
Kan de Regeering haar aanvaarden met de gegronde
overtuiging, dat zij’ ‘daarmede bijdraagt tot ‘het ver-
Icrijgen ‘van een, ‘door de N.V. uit te oefenen, nationa-
len omroep, in den zin, ‘dien ‘de Commissie daaraan
hecht. Ik meen ‘de gegrondhei’d van zulk een overtui-
ging te moeten ‘betwijfelen.
Het nationale karakter van ‘den omroep is in het
i) Vei-g. mijn artikel in de Nederlaudsche Mercuur van
3
April
1924,
blz.
434.
l) Vei’g. mijn artikelen
iii de Nos, 527 en 539,
blz. 106
cv. en blz.
393 cv.
24 November 1926
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERIC}ITEN
1035
voorstel der Commissie niet gewaarborgd door een
bijzonderen vorm van organisatie, maar. zal ‘voor Jiet
grootste deel verwerkelijkt moeten worden door den
persoon ‘van dan d:irecteur, een organisatorisch zwakke
oplossing. Maar niet alleen, ‘dat het nationale- karak-
ter (in den zin der Commissie) in de door haar voor-
gestelde organisatie geen steun vindt, liet wordt er
zelfs door bedreigd en wel door •de rechten verleend
aan de bijzondere omroepve.reenigingen (zie boven).
Wanneer eenmaal een derer vereenigingen, di.e na-tuurlijk altijd een uitgesproken karakter zullen heb-
ben, ertoe overgaat gedurende een avond in de week
een speciaal gekleurd prôgramma uit te zenden, dan
zuilen alle andere vereenigingen moeten volgen. De
geschiedenis van de bijzondere school leert niet an-
‘clers. Die bijzondere programma’s zullen hun uitwer-
king hebben op de algemeene programma’s. De sa-
mensteller van deze programma’s, die oorspronkelijk
allen richtingen het hunne trachtte te geven, zal
daartoe minder neiging gaan gevoelen, naarmate die
richtingen meer voor zichzelf gaan zorgen, m.a.w. de
programma’s van •de N.V. zuilen kleurloos, neutraal,
worden. .D.w.z. de N.V. zal zijn, in den zin der Com-missie, nationale karakter onder den ‘druk der bijzon-
cle,re uitzendingen meer en meer verliezen, de tegen-
steil i ngen tuaschen •de verschillende uitzendende ver-
eenigingen ‘zullen zich alleiags ‘versc’herpen, in stede
van zich in de N.V. gaandeweg te verdragen. Be-
‘denkt men daarbij, dat de Commissie bovendien nog de mogelijkheid van vergunningen aan derden tot het
oprichten van zendstations voorziet, dan wordt de be-
staansmogelijkhei-d ‘van den éénen nationa]e’n Omroep,
dien zij voorstaat, wel uiterst precair. Men kan zich
‘d.m. -met recht afvragen, of het beleid van een ver-
antwoordelijken. M’inister een eenheid zal kunnen
-handhaven, die in liet systeem der ‘Commissie aan be-
dreiging van meet dan één zijde ‘bloot staat.
Ten ‘ slotte nog enkele opmerkingen over het ver
band van ‘de voorstellen ‘niet de belangen van het
P.T.T.-bedrijf. Het bestaat voornamelijk op twee pun-
ten, bij het voorstel tot instelling ‘van een Permanen-
ten Regeeringsraad ,voor Radio- verkeer ‘en bij dat. tot
schepping van een Radiowet.
De Commissie ven acht. aan den Raad te zien opge-
‘dragen ‘het algemeen (men mag aannemen het hoog-
ste) toezicht ,,op alle zendinrichtingen”, dit wil dus
zeggen, ook op die voor het openbaar verkeer (bijv.
Kootwijk) en die van Oorlog en Marine (de laatste
noemt de Comm:i’ssie uitdrukkelijk). In den Raa’d mo-
gen geen ambtenaren zitten; -daarmede ‘is evenwel -de
competent-ie van den Raad tea aanzien van de P.T.T.-
belangen mi. onaanvaardbaar. Het rapport geeft op
meerdere plaatsen blijk, ‘dat de Commissie voorbijziet,
-dat het
v
oo
r
naamste gebruik van de radio toch altijd
nog is, het gebruik voor het openbaar verkeer
(scheepsverkeer en tuaschen vaste punten). Zij noemt
liet ternauwernood een enkele maal. Het sterkste
komt ‘dat wel uit in ‘haar voorstel betreffende de ,,Ra-diowet.” De Commissie ziet de ontwikkeling van lijn-‘
telegrafie- en -telefonie eenerzijds en radio ander-
zijds steeds meer uiteengaan. Waar nu de laatste
,,zich steeds meer ontwikkelt op een terrein, dat met
dit Staatsbedrijf (der P.T.T.) niets meer heeft uit te
staan; waar liet Hoofdbestuur der Posterijen en Tele-
graf i.e krachtens den aard van zijn werkkring niet
méér dan andere Staatsdiensten bij’ -den radio-omroep,
bij -den weerberichtendienst, bij -het verkeer tusschen
en met vliegtuigen is geinteresseerd, ‘daar dient ern-
stig ‘de vraag te worden overwogen, of het geen tij-d
wordt, -den wettelj-ken band tussc-hen -de lijntelegra-
fie en -telefonie -eenerzijds en de radio anderzijds door
te snijden en alles wat ‘het radio-verkeer betreft,
–
hij
afzonderlijke wet (niet meer in ‘de T. en T.- wet 1904)
te regelen.” Naar ‘het oordeel ‘der Commissie zijn dus
‘de kenmerkende toepassingen ‘der radio: de omroep,
de weerberichtendienst en het verkeer tusschen en
met vliegtuigen. Het openbaar verkeer is over het
hoofd gezien. J)e grondslag voor het voorstel der
,,Radiowet”
:5
-dus eonigszins wankel.
Zij
wordt wan-
keler, als men bedenkt, ‘dat, hoe zeer ook de lijntele-
graf ie en -tel-efonic technisch van ‘de radio moge ver-
chillen, ze, wat het openbaar verkeer betreft-, in ex-
iloitatie en verhouding tegenover het 1)ubliek zoozeer
gelijk zijn, -dat een aparte Radiowet, wat het openbaar
erkeer betreft, ‘vrijwel een -doublure zou zijn van -de
bestaande T. en T-wet. En ten slotte, wat nut heeft,
ln den gedachtengang der Commissie, het doorsnij-den
‘an een wettelijken band, wanneer mcii de uitvoering
der Rad iowet niet aan een andere instantie opdraagt
dan die, welke thans met -cle uitvoering van ‘de T. en
T-wet is belast.
•
De Commissie gewaagt daarvan
iiet, maar ‘het spreekt wel vanzelf, ‘dat een uitvoe-
ring eener Radiowet, voor zoove.r het openbare radio-
erkeer aangaat, door een andere instantie dan het
Staatsbedrijf der P.T.T. voor -dit bedrijf ten eenen-
male onaanvaardbaar zou zijn.
Intusschen, -een voorstel voor een Ra,diowet, kan
een goedie bedoeling hebben. De T. en T-wet regelt
alleen de technische en exploitatieve zijde van -de ra-
dio voor het openbaar verkeer en ver’houdt zich ten
aanzien van -de algemeene cul-tureele zijde der radio
iiegatief. Dat is, nu de radio door ‘den omroep zulk
een belangrijke cultureele beteekenis gaat krijgen; in-
-derdaad -een ernstige leemte. Ik neem aan, dat de
Çommissie die leemte heef t willen vullen door ‘haar
yoorstel ecuer Radiowet (nieerdere plaatsen in het
rapport -duiden daarop) cii -dat uij onwillakeurig -het
‘doel eenigszins heef t voorbijgestreefd. Aan hetgeen
e Cornmmissie vermoedelijk w-e’nsclit, is ‘door een aan-
vulling van de T. en T-wet 1904 -op eenvoudige wijze
tegemoet te komen. Daarover thans in den breede te
wreken ligt buiten den opzet van ‘deze beschouwin-
den. Ik zou hier i’ilien volstaan (en tevens eindigen) –
met een enkele opmerking omtrent -de wijze, waarop
mi. in de T. en T-wet eeti grondslag kan worden ge-
lpgd voor een opbouw van ‘den radio-omroep. De T. en
T-wet verhoudt zich, zooals gezegd, thans alleen po-
sitief tegenover ‘liet gebruik ‘van telegraf ie en telefo-
nio (-daaronder begrepen ‘de radio) ‘voor het openbaar
verkeer, ‘cl.w.z. geeft alleen daarvoor een uitdrukke-
l:ije regeling. Met alle andere toepassingen van beide
tchnielcen laat de wet zich alleen negatief in, d.w.z.
;qgelt -die alleen in zooverre als noo-dig is om te voor-‘komen, dat ze het openbaar’verkeer zou-den belemme-
rn of sc’haden. in liet systeem ‘der wet is dit tweeër-
lei standpunt uitgedrukt -door voor exploitatie van
telegrafen en telefonen (ook radio) voor openbaar
verkeer door anderen -clan clan Staat een, ‘door de
kroon te verleenen, concessie, voor gebruik
–
voor alle
andere •d oelein d
–
en (iii et-openbaar verkeer) een mach-
tiging van ‘den Minister van Waterstaat te eischen.
Qp grond van de wet, zooal’s zij- thans luidt, behoort
-dq.radio-omroep. tot het niet-oi5enbaar verkeer. Om
dijs aan ‘den, veron-derstelden, wensch
–
van -de Corn-
piissie te voldoen is er, in vezen, niet anders noodig
-dan, -door aanvulling van ‘de wet, -den radio-omroep on-
der het concessie-regiem te brengen. Daarmede is dan
-uitgedrukt, dat ‘de omroep is een voorwerp van posi-
tief-gerichte regeeringszorg. Naast .deze aanvullingen
zullen dan nog een Paar van ondergeschikten aard in
de wet noodig zijn (voor heffing van een ontvang-
recht, als door ‘de Commissie gewenscht, en tot ‘ver-
krijgi ng van ruimere opsporingshevoegdheden tegen
cland-estiene luisteraars). Op ‘dezen wettelijken grond-
slag zal ‘de verdere regeling van -den radio-omroep in
cle te ‘verleenen concessie hebben te geschieden.
Mr. G. H.
DIJKiIAN5 VAN GUNST.
HET INTERNATIONALE RUW STAALKARTEL.
In een vorig artikel werd aangetoond, hoe de Duit-
sche ijzer- en staalindustrie er gedurende twee jaren
naar gestreefd heeft, om alle prijsdrukkende invloe-
den van de binnenlandsche markt te weren en hoe zij
daartoe de reglementeering van den ijzer- en staal-
invoer uit hèt Westen trachtte te bereiken. Om een
1036
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
24 November 1926
X
1000
3800
00
5.800
2400
1 600
1000
14400
900
800
700
–
00
oo
DODUCTIECIJPES
QUOTA DEQ
DLf1EMEQ5
QEQ PSWAQTAÂL
BIJ EE1
QODUCTIETOTAAL
(
-)vM1:
G320.000
6.570000
G820.000
7070000
7320000
7570000
DUITSCHLAN
oi
000
—o
—
P
FANPQIJ
–
12.00
000
—0–
__________ __________
600
=-.o—
—0
—0–
LUXE1BUQG
-c–
–
—
-c–
-c–
__
SAAQGEBIED
200
QLPTAAL.
P0UCTIt
EMID0E.LD
0EPPtWt
IN I92
QUW5TAbJ..
DQODUCTIE
1′ IWAIT
1926
___
IELATI!.V
jTUCING DEQ
QUOTA,
81J
STIJGING DEi. TOTALt D0DUCTIC
V.&M
8,2
rOT7,7
HILL.
TOM.
L
6
I2,8%iI7.I%
Iio,i
41
164%I
f.7Y
loonenden afzet harer producten, zoowel in binnen-1
als buitenland te verkrijgen, onderhandelde zijj
met de ijzer- en staalindustrieelen van Frankrijk,
België en Luxemburg om te komen tot een beper-
king der productie en wij zagen, dat deze onderhan-
delingen leidden tot de oprichting van het Interna-
tionale Ruwstaalkartel, dat nagenoeg geheel over-
eenkomstig hare voorstellen is opgebouwd.
Het kartel dan heeft betrekking op de ruwstaal-
productie der deelnemers, dat
zijn
Duitschiand,
Frankrijk, België, Luxemburg en het Saargebied.
Alle aangelegenheden van het kartel worden be-
handeld door een commissie, waarin de vier eerst-
genoemde deelnemers ieder een vertegenwoordiger
en twee plaatsvervafigers aanwijzen. Om de beurt
benoemen zij den voorzitter, die slechts één jaax
zitting heeft. Het aantal stemmen, dat door ieder
der deelnemers wordt uitgebracht, houdt verband
met hun quotum. De stemmen van het Saargebied
dat, zooals bleek, geen vertegenwoordiger in de
commissie heeft, worden in verhouding van 1 tot 2
over
Frankrijk
en Duitschiand verdeeld.
Elke drie maanden wordt vastgesteld, hoeveel de
totale productie der deelnemers ten hoogste zal
mogen bedragen. Het aandeel van ieder hunner in
deze totale productie wordt bepaald in verband met hunne productie in het le kwartaal 1926. Aangezieii
deze voor wat Duitschiand betreft, laag was in ver-
band met de ongunstige omstandigheden van d
ijzer- en staalindustrie, zal het aandeel van dit land,
naarmate de totale productie kan worden opgevoerd
boven die van het
le
kwartaal 1926, sterker stijgeü
dan dat der andere landen. Ook België was in het
le kwartaal van dit jaar gehandicapt n.l. tengevolge
van een staking der arbeiders; hiermede is rekening
gehouden door dit land aanvankelijk een grooter aandeel te geven dan waarop het in verband met
zijn productie in Januari-Maart j.l. aanspraak kan
maken.
Stijgt
de totale productie, dan wordt het
aandeel van België relatief kleiner. Een en ander
is in de bovenstaande grafiek gedemonstreerd. De deelnemers aan het kartel betalen maandelijks
in een gemeenschappelijke kas $ 1.— voor elke ton
staal, door hen in de afgeloopen maand geproduceerd.
Heeft een deelnemer gedurenda een kwartaal meer
geproduceerd dan zijn quotum, dan betaalt
hij
voor
dat meerdere boven het genoemde bedrag van $ 1.-nog eens $ 4.— per ton. Deze boete is zeer belang-
rijk, zij komt hij den tegenwoordigen ruwstaalprijs
neer op ongeveer 16 pOt. daarvan en zal dus niet
nalaten overproductie tegen te gaan.
Wordt door een deelnemer minder dan de hem
toegewezen hoeveelbeid geproduceerd, dan ontvangt
hij een vergoeding van $ 2,— per ton voor de hoe-
veelheid, welke hij beneden
zijn
quotum
blijft;
over
meer dan 10 pOt. daarvan wordt geen vergoeding
gegeven. Is
zijn
productie gedurende twee of meer
kwartalen 10 pOt. of meer beneden het quotum, dan
wordt in het 2e kwartaal slechts over 8 pOt. het
bedrag van $ 2,— per ton vergoed, na het 3e kwar-
taal slechts over 6 pOt. enz., zoodat tenslotte geen
tegemoetkoming meer wordt gegeven. Deze regeling
is – zooals
duidelijk
zal zijn – in het leven geroe-
pen om te voorkomen, dat de productie opzettelijk
beneden het quotum zou worden gehouden.
Elk halfjaar wordt het kassaldo verdeeld in ver-houding van de productiecijfers der deelnemers in
het afgeloopen halfjaar, hun wordt in eerste instantie
niet meer terugbetaald dan het gestorte bedrag â
$ 1,— per ton. Blijft er daarna nog wat over, dan wordt
het aandeel der deelnemers in het restant bepaald
naar de verhouding hunner quota in dat halfjaar.
Het kartel eindigt op 1 April 1931. Elk der deel-nemers kan met inachtneming van een termijn van•
3 maanden de overeenkomst opzeggen, (1) wanneer
Duitschland zijn invoerrechten op staalproducten
24
November
1926
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1037
verhoogen’ zou, (2) wanneer gedurende een halfjaar
het aandeel van eenig land in de productie 5 pOt.
lager zou zijn dan zijn aandeel, berekend overeen-
komstig de productie van het le kwartaal 1926 en (3)
wanneer de totale productie gedurende een halfjaar
minder zou zijn dan 13 millioen ton.
Alle overige staalproducenten in Europa kunnen
tot het kartel toetreden.
De
tegelijk
met het staalkartel of kort daarna tot
stand gekomen private verdragen hebben betrekking op:
le. den invoer van waisproducten en
2e. den invoer van ruwijzer uit Lotharingen en
Luxemburg in Duitschiand;
3e de verdeeling van de door het Saargebied in
te voeren hoeveelheden bematiet over de Fransche
en Duitsche producenten.
Bij het onder le genoemde verdrag, dat evenals
het staalkartel op 1 April 1931 eindigt en kan
worden opgezegd wanneer Duitschiand tot verhooging
zijner invoerrechten op staalproducten zou besluiten,
is bepaald, dat Lotharingen ten hoogste 3,75 pOt. en
Lucemburg ten hoogste 2,75 pOt. van den binnen-
landschen afzet der Duitsché ijzer- en staalindustrie
naar Duitschiand zal kunnen uitvoeren. De Duitsche
syndicaten nemen deze contingenten tegen wereld-
marktprijzen over en brengen ze tegen hunne prijzen
ôp de binnenlandsche markt. Nu de fabrieken van
het Saargebied
vrijwel
alle tot de Rohstahlgemein-
schaft zijn toegetreden, kon de uitvoer van deze
fabrieken naar Duitschland buiten beschouwing blijven.
De onder 2e bedoelde overeenkomst heeft betrek-
king op gieterj-ijzer en is op dezelfde beginselen
opgebouwd als het contingentsverdrag betreffende
waisproducten. Volledige
bijzonderheden
hierover
zijn
nog niet bekend geworden.
Het drietal hierboven genoemde private verdragen
wordt aangevuld door de op 6 November ji. tusschen
D uitschiand en Frankrijk gesloten overeenkomst,
betreffende het handeisverkeer van het Saargebied
en Duitschland. De Duitsche machine-industrie o.a.
ziet hierdoor haren invoer naar het Saargebied van
de
zijde
van Duitschland vergemakkelijkt. Van de zijde van Duitschiand is bewilligd in den tolvrijen
invoer van 1.310.000 ton ijzer en staal, waarmede dus
de tot nu toe geldende voorloopige tolvrijdom een
einde neemt. Nadat het geratificeerd zal zijn, treedt
het verdrag op 1 December a.s. voorloopig voor den
tijd van vier maanden in werking.
* *
*
Er is de nadruk op gelegd, dat de Duitsche ijzer- en
staalindustrie met het tot stand komen van het ruw-
staalkartel en van de contingentsver’dragen haar ge-
durende eenige jaren nagestreefd doel heeft bereikt.
Qoch daarnaast moet gewezen worden op ‘de groote
belangen, die ook de andere partij, met name Frank-
rijk, bij al deze regelingen heeft. Naarmate het oogen-
‘blik van de stabilisatie van ‘den franc nadert wordt
het belang van
Frankrijk
hij een regeling van zijn
ijzeruitvoor naar Duitschiand grooter, terwijl de inte-
resse van de Duitsche ijzer- en staalindustrie hier-
voor in dezelfde verhouding zal afnemen. Doch hier-
tegenover staat, •dat de Duitsche belangen gediend
worden, wanneer d Duitsche industrie de ,,Verfeine-
rung” van de Fransche ruwe producten op zich kan
nemen, méér dan wanneer Frankrijk door uitbreiding
van zijn verwerkende industrie hierin zelf zou trach-
ten te voorzien. Hieraan is één .voorbehoud verbonden,
nl. ‘dit, dat de Duitsche verwerkende industrie voor
haar met het Fransche ijzer vervaardigde producten
een afzetgebied moet kunnen vinden, waarvoor in de
eerste plaats •de Fransche markt zelf in aanmerking
komt. Van Frankrijk wordt verwacht, dat het in het
met Duitschland te sluiten handelsverdrag – waar-
over de onderhandelingen binnenkort worden hervat
– voor ‘deze producten reclucties op zijn invoerrechten
zal toestaan en een ‘druk in deze richting kan worden
uitgeoefend ‘door de zoowel in het.verdrag bétreffen-
‘de het staalkartel als in dat aan gaande de Lotharing-
sch€ en Luxemburgsche contingenten opgenomen be-
paling, dat opzegging kan plaats. hebben indien op
1 April 1927 nog geen handelsverdrag zou zijn tot
stand gekomen.
Aanvankelijk heeft de Duitsche ijzerverwerkende
• industrie zich tegen het sluiten van al deze overeen-
komsten verzet, omdat een monopoliseeriug harer
grondstoffen hiervan het gevolg zou zijn. Zij heeft
zich echter in met de producenten gehouden bespre-
kingen ten slotte van de noodzakelijkheid dezer over-‘eenkomsten laten overtuigen en de nadrukkelijke toe-
• zegging verkregen, dat met hare belangen rekening
zou worden gehouden. In de eerste dagen van October
heeft zij te zaen met de Rohstahlgemeinschaft een
verklaring gepubliceerd, ‘die wij niet in extenso kun-
nen weergeven; een enkele aanhaling – en hier ko-
men wij op de prijspolitiek van ‘de bij het kartel aan-
,geslotenen – kan echter niet worden gemist.
Nadat in het stuk is opgemerkt, dat het doel van
:le internationale toenadering naast het tegengaan van
..overproductie ,,eine lie gelung der Auslandspreise für
Eisen”
is, wordt verklaard, dat een verhooging der
binnenlandsche prijzen niet in het voornemen van de
ijzer- en staalproduceerende industrie ligt. Dit wil
niet ‘zeggen, .dat de laatste – evenmin trouwens als
‘de ijzerverwerkende industrie – er van af ziet om
,,ctus einer etwa eintreienden. allgem.einen. Kon junictur
einen angenessenen Nutzen zu ziehen”.
En dan volgt:
,,lnl übrigen soli Hand in Hand nrit der Hebung ‘der
Ausfuhrpreise der Unterschied zwisc hen Auslands-
un,d Inlandseffektivpreisen verr’ingert und möglichst
ba.ld zurn Verschwinden gebracht werden”.
Wij zullen de positie in dit verband van de Duit-
sche ijzerverwerkende industrie, die in hetzelfde stuk
nog verklaart niet voornemens te zijn pogingen aan te
—wenden om vermindering der invoerrechten op ijzer
en staal te verkrijgen, niet nader beschouwen, doch
slechts opmerken, dat zij zich geheel aan de producen-
ten van hare grondstoffen heeft toevertrouwd.
Een verhooging der wereldmarktprijzen ligt dus in
..de bedoeling en hiermede wordt bevestigd wat de voor-
geschiedenis van het kartel ons heeft kunnen leeren.
.
1
Ook de heer Mayrisch, President van de Arbed in
• .Luxemburg en voorzitter van het staalkartel heeft dit
to kennen gegeven, evenals Dr. Reichert, Secretaris
van de Verein Deutscher Eisen- und Stahlindustriel-
,ler en xog anderen. Daarbij is gezegd, dat deze ver-
hoogin’g geleidelijk moet komen. Nu houdt het ruw-
staaikartel zelf zich met een regeling der
prijzen
niet
bezig. Doch het is duidelijk, ‘dat een voortdurend pei-
-.Ien van ‘de vraag en het zorgvuldig op het niveau ‘daar-
van houden van de productie, een stabiliseereuden
invloed op ‘de markt ‘moet hebben. Eenmaal verworven
voordeelen zullen gemakkelijker dan vroeger kunnen
.word’en behouden. Daarnaast kan ‘worden verwacht, (lat
‘de producenten zullen nalaten door plotselinge groote
prijsverhoogingen ‘de vraag in ongunstigen zin te be-
invloeden. 1-let ziet er o.i. dus zon uit, dat getracht
zal worden langzaam aan de prijzen te verbeteren en
nadat een honger niveau zal zijn bereikt, hen hierop
te handhaven. Intusschen zijn de prijzen reeds opge-
loopen. In Augustus is onder den invloed van de
naderende oprichting van het kartel en van de
schaarschte als gevolg van de bijna algeheele uitscha-
keling van ‘de Engelsche productie, een stijging der
1
prijzen ‘begonnen, die zich tot in de vorige maand
heeft voortgezet een ongeveer 20 pOt. bedraagt.
1)
Stafijzer bijv. kost thans ongeveer 115 sh. In de laat-
ste maanden van 1913 en begin 1914 was het voor
80 è. 90 sh. te krijgen, wat ‘dus zeggen wil, dat de hui-
dige prijs 30 á 40 pOt, boven dien van v66r den oorlog
ligt. Een verdere prijsverhooging zou ‘dus allerminst
het karakter dragen van een ongemotiveerde belas-
l)
Verg. ‘de noteeringen, welke geregeld in
dit blad
wor-
den gepubliceerd.
1038
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
24 November 1926
tiiag van den consument, al dient meu er rekening
‘
maand
f
41.448.100 op tegen
f
40.759.400 in October
mede te houden, dat sedert 1913 de productie goed-
1925
en
vertoonen
mitadien
een
vooruitgang van
kooper is geworden.
f
689.200. De totale opbrengst, in de afgeloopen maand
Het is bekend, dat de Duitsche zware industrie,
overtrof de raming met een bedrag van
f
3.265.700.
wanneer zij op hare uitvoermarkteu de Fransche of
De totaal-opbrengst over de eei’ste tien maanden
Belgische valutaconcurrentie ontmoette, niet aarzelde
van di.t jaar bedroeg
f
406.372.500, zijnde
f
25.011.100
om nog beneden de reeds zeer lage prijzen harer con-
,
méér dan in hetzelfde tijdvak van het vorige jaar,
curre.nten te gaan. De aanpassing van de productie
terwijl’de raming in genoemde periode met
f
24.542.500
aan de vraag zal voor ieder der producenten een plaats werd overschreden. Wordt ook nU, om een •meei’ zui-
op de markt laten en het is dus te verwachten; dat
O
vere vergelijking te verkrijgen, de rijwielhelasting, die
Duitsche ijzer- en staalindustrie haar tot nu toe ge-
voor het overgroote deel in de maand Januari- van
volgde iolitiek zal laten varen. In dit opzicht zou dus
elk jaar binnenkomt en die van Januari t.m. October
de
productiebeperking
prijsverhooging ten
gevolge
1926 reeds
f
6.835.400 opbracht, ‘buiten beschouwing
hebben, doch deze moet dan zoo worden verstaan, dat
gelaten, dan blijkt, dat ‘de opbrengst der overige mid-
ôen tot dusverre genoten extra-korting voortaan ach-
delen
over
de
eerste
tien
maanden
dezes
ja
ars
terwege blijft.
f
22.907.200 steeg ‘bo’en 10/12 van de v6or 1026 in
In het bestaan van het ruwstaalkartel ligt nog een
totaal geraamde opbrengst.
andere mogelijkheid tot verhooging van de ijzer- en
In vergelijking met de overeenkomstige maand van staalprijzen besloten. Wanneer wij
de
parallel,
die
liet vorige jaar vertoonen de dividend- en taritième-
loO])t tusschen hot internationale ruwstaalkartel en de
belasting, de wijn-, de zout-, de bier- en de tabak-
Duitsche Rohstahlgemeinschaft,
–
eveneens een pro- accijns, de zegelrechten, de successierechten, de rech-
ductiekartel
–
verder doortrekken, dan is er met liet
ten op den invoer, de belasting op gouden en zilve-
ruwstaalkartel als grondslag plaats voor prijsovereen-
ren werken en de loodsgelden een hooger opbrengst- komsten met betrekking tot de afzonderlijke produc-
cijfer. Daarentegen brachten minder op de grondbe-
ten, zooals deze met de Rohstahlgemeinschaft als basis
lasting, de personeele belasting, de inkomstenbelas- in IDuitschland bestaan. Van de zijde van het staal- ting, ‘de vermogensbelasting, de suiker-, de gedistil-
kartel is verklaard dat
–
hoewel het kaitel zelf zich
leerd- en de geslanhtaccijns, de belasting op
speel-
hiermede niet bezig zal houden
–
het wel zooveel mo-
kaarten, de belasting op rijwielen, de registratierech-
gelijk het tot standkomen van dergelijke overeenkom-
ten, het statistiekrecht, de domeinen en de akten voor
sten zal bevorderen. Doch dit alles ligt nog in
en
de jacht en visschrij, enz. Hieruit ‘blijkt, dat de on-
verre toekomst; in de eerste plaats zal er wel naar woi-
derscheiden middelen een zeer verschillend beeld ver-
den gestreefd om die Europeesche industrieën, welke
toonden en dat het slechts aan het ruim vloeien van
nog buiten het kartel staan, tot toetreden te bewegen.
r
de dividend- en tantièmebelasting en van de successie-
*
*
r.
t. rechten is te danken, dat de opbrengst van October
*
1926 boven die van dezelfde maand van 1925 uitkwam.
Met de oprichting van het Internationale Ruwstaal-
t
De grondbelast,ing bleef zich in dalende
lijn
bewe-
kartel is een nieuw tijdvak in de geschiedenis der
gen; het na’deelig verschil, in vergelijking met ‘de op-
ijzer- en staalindustrie begonnen. Dat de’ ontwikkeling
brengst van October 1925, bedroeg
f
84.400. De vlug-
van de algemeene economische toestanden zal worden-
‘gere invordering in eenige vorige maanden van het
beïnvloed door wat zich in een zoo belangrijken tak
i
jaar, waardoor de gron’dbelasting toen een sterke stij-
van industrie als die van het ijzer en staal voltrekt,
ging te zien gaf, brengt vanzelf mede, dat thans min-
kan zonder meer worden aangenomen. Naar onze mee-
der betalingen zijn te doen dan in het najaar van 1925.
ning zal het nieuwe tijdvak er een zijn van hoogere
,i Vergelijkt men de opbrengsten dezer belasting’over de
prjaen voor ijzer en staal. Dit moge een nadeel schij-
eerste tien maanden van 1925 en 1926, dan valt de
nen, doch dan wijzen wij erop, dat de algemeene wei-
t
vergelijking in het voordeel van 1926
uit
(surplus
vaart nimmer kan worden bevorderd door het feit, dat»
f
31.200); de raming werd in de afgeloopen 10 maan-
de ijzer
en staalindustrie van jaar tot jaar met prijzen
.
den met
f
1.940.800 overtroffen.
moet werken, ‘die niet of nauwelijks loonenci zijn.
Tan
Wat hierboven omtrent de grondbelasting werd op-
neer deze, in de maatschappelijke huishouding een zco
gemerkt geldt ook in zekeren zin voor de personeele
belangrijke functie vervuilende industrie, zich normaal
belasting. Ook hier viel in de afgeloopen maand een
kan ontwikkelen en welvarende is, moet ‘dit eau gun-
teruggang
in
opbrengst
te
constateeren
(van
stigen invloed op het algemeene
welvaartspeil
uit-
‘
f
540.600),
die echter
in
het
ruimer vloeien
door
oefenen. Daarnaast is van de internationale toanade-
–
snellere invordering in ‘de eerste acht maanden van
ring een nivelleering te verwachten, die in het alge-
3
het jaar zijn verklaring vindt. Tot nu toe viel de
meen gunstig zal kunnen werken. Voordeelen, die ont-,
‘opbrengst der personeele belasting niet tegen; over
stonden uit andere dan natuurlijke economische ver-‘
de eerste tien maanden kwam
f
1.772.600 méér binnen
houdingen, zullen meer en meer tot het verleden gaan
“dan in ‘hetzelfde tijdvak ‘van het vorige jaar, terwijl
behooren, wat in alle opzichten een vooruitgang be
‘de raming in eerstgenoemde periode met een bedrag
teekent.
“van
f
1.961.700 werd overschredeii. Het is niet waar-
Dat de producenten van ijzer en staal de nieuwe
:schijnlijk, dat deze vooruitgang in opbrengst nog i.n
verhoudingen eenzijdig tot eigen voordeel zouden aan-
jde bei’de laatste maanden van het jaar’ door een even-
wenden, komt ons onwaarschijnlijk voor, te meer, nu
tueel trager vloeien ‘der belasting zal worden te niet
met de oprichting van het kartel de geheele gang van
gedaan.
zaken in de ijzer- en staalindustrie op een internatio-
‘
De inkomstenbelasting liep
ditmaal
iets
in
op
naal platform is gebracht. Een. ontwikkeling in de be-
‘brengst terug (met f301.900), hetgeen echter, na •de
doelde richting zou een react.ie
verwekken, ‘die tegen
rume baten, ‘die genoemde belastmg in de ‘eerste helft
‘de belangen van de ijzer- en staalindustrie zou ingaan.
1
van het
jaar te boeken gaf, alleszins begrijpelijk is.
Deze is veel meer gediend door stabiele toestanden, dan
iVergelijkt men de ontvangsten uit deze bron van in-
door de up and downs, zooals wij die in de jaren na’
3
‘komst over ‘de eerste tien maanden van 1925 en 1926,
den oorlog hebben gekend.
G. S. K. B.
dan blijkt, dat de opbrengsten als volgt over ‘de vet–
schiliende dienstjaren kunnen worden verdeeld:
DE RIJKSMIDDELEN
)
Jan. t/in. Oct. 1925:
Jan. t/in. Oct. 1926:
In
dit nummer is opgenomen het gebruikelijke
1922/23….
f
3.731.300,—
f
–
1923/24…..,, 10.012.200,—
2.952.600,-
overzicht van de opbrengst der Rijksmid’delen over
1924125….
,,
52.660.100,—
6.752.500,_
de maand October 1926, vergeleken met de overeen- 1925126….
,, 12.133.100,—
57.669.600,-
komstige cijfers van October 1925.
.,
1926127….
,,
–
14.025.700,-
Do gewone middelen brachten in de afgeloopen
Totaal.
f
78.536.700,—
f
81.400.400,-
24 November 1926
ECONOMISCH-STATIS1.ïSCHE BERICHTEN
1 39
Vergelijking van de beide hierboven gegeven staat
jes doet duidelijk zien, dat de snellere invordering nog
steeds een factor van beteekenis blijft vormen. Of en
zoo ja, in hoeverre de inkomstenbelasting in dc afge-loopen maanden metterdaad in opbrengst is gestegen, kan dus niet met stel igheid worden uitgemaakt. Aai-
geteekend moge nog worden, dat de opbrengst over
decerste 10 maanden 10112 der iami.ng met f4.133.700
overschreed.
De dividend- en tant.ièrnebelasting gaf, in tegenstel-
ling met de vorige maand, ditmaal een sterke stijging
te zien. De opbrengst ‘bedroeg iii.
f
2.483.400 en kwam
daardoor
f
1.126.300 uit boven de opbrengst van Octo-
ber 1925. Gezien den griili’gen loop van dit middel,
dat slechts in enkele maanden van het jaar voor een
belangrijk ‘deel wordt ontvangen, kunnen uit deze
opbrengstcijfers echter geen bepaalde conclusies wor-
den getrokken. Daartoe is het noodzakelijk een langer
tijdsverloop in oogenschouw te nemen. Neemt nieii
hiervoor het tijdvak Januari t.m. October, dan kan
het resultaat bevredigend worden genoemd. In de eer-
ste 10 maanden van 1926 werd nl. f 640.000 mér ont-
vangen dan in dezelfde periode van 1925, terwijl een
surplus van f 3.303.300 boven 10112 der raming kon
worden geboekt.
De vermogensbelanting liep terug met f 516.400,
een vrij aanzienlijk bedrag. Tot dusver bleef de loop
van dit middel teleurstellen. In de eerste 10 maanden
kwam
f 610.200
minder binnen dan in 1925, terwijl
de opbrengst zelfs f 1.607.700 bij de raming ten achter
bleef. Misschien brengen de ‘beide laatste maanden
van het jaar hierin nog eenige verbetering.
De accijnzen vertoonden een zeer verschillend beeld.
De suikeraccijns daalde met f 292.000, een vrij gering
verschil, dat wellicht uit het opdoen van groote voor-
raden in de onmiddellijk aan October 1926 vooraf-
gaande maanden kan worden verklaard. De wijnaccijns
nam toe met f 6500 en bleef zich dus, evenals in de
eerste 9 maanden van dit jaar, in stijgende lijn bewe-
gen. Daarentegen leverde de gedistilleerdaccijns een
som van
f
697.200 minder voor de schatkist op. Neemt
men evenwel in aanmerking, dat de maand October in
1925 vijf verschijndagen van den krediettermijn (Don.
derdagen) telde tegen maar vier in 1926, dan blijkt,
dat de gedistilleerdaccijns per slot van rekening nog
eene stijging in de afgeloopen maand heeft te zien ge-
geven. Toch is de loop van den gedistilleerdaccijns over
het algemeen teleurstellend; tot dusver bleef de op-
brengst niet minder dan
f
1.785.300 bij de raming ten
achter. De zoutaccijns accresseerde met f 12.600 en de
bieraccijns met f 33.800, terwijl daarentegen de ge-
slachtaccijns met
f
55.100 terugliep. Het laatste staat
vermoedelijk in verband met de belemmering van den
vleeschexport naar Engeland. Ten slotte trekt de tabak-
accijns nog de aandacht, die ditmaal f 1.857.100 op-
bracht en daardoor f 168.000 steeg boven de opbrengst
van de gelijknamige maand in 1925. Gerekend. over
10 maanden leverde de tabakaccijns dit jaar reeds
f.
3.674.400 méér voor de schatkist op, terwijl de
raming met f 419.100 werd overtroffen.
De belasting op speelkaarten bracht het luttele be-
drag van f 2800 op, di. f 5400 minder dan in October
1925. De aankondiging van de opheffing dezer belas-
ting is uiteraard oorzaak, dat bijna geen nieuwe kaar-
ten ter stempeling worden aangeboden. De belasting
op rijwielen gaf nog f1600 te ‘boeken; over de eerste
10 maanden van 1926 werd reeds totaal f 6.635.400
ontvangen, zijnde
f
635.400 méér dan het geheefe voor
1926 geraamde bedrag.
Van de middelen, die meer in direct verband staan met het zakenleven vertoonden •de zegeirechten een
hooger
opbrengstcijfer
van f 60.200. Deze stijging was
evenwel niet te danken aan een ruimer vloeien van de
beursbelasting, •daar laatstgenoemd middel integen -.
deel met f 154.100 teriigliep. De registratierechten
gaven een lagere ontvangst van f 222.900 waarschijn-
lijk te wijten aan minder overgangen van onroerend
goed. Daarentegen stegen de invoerrechten tot
f 4.884.900, of
f
106.300 boven de inkomst van Octo-
ber 1925. Het statistiekrecht wees een lagere op-
brengst aan van f 13.200, doch de loodsgeiden namen
toe met niet minder dan f 144.300 en stegen daardoor
tot het nog nimmer bereikte bedrag van
f
530.500.
Over het algemeen genomen blijft de hier besproken
roep van middelen dus reden tot tevredenheid geven.
Ten slotte moge w’orden gewezen op de als altijd
4-rillige successierechten, •die ditmaal een hoogere op-brongst van
f
1.707.000 te zien gaven en daardoor het 2espectabeie bedrag van
f
5.340.600 in de schatkist
brachten, denkelijk een gevolg van het openvallen van
lelangrijke boedels. De belasting
0
1) gouden en zilve-
ien werken leverde vrijwel evenveel op als het vorige jaar
(f
700 méér); de domeinen gaven
f
5600 en de
jacht- en visscherijakten
f 900
minder te boeken.
Do inkomsten van het ,,Leeningsfonds 1914″ be-
droegen in de afgeloopen maand
f
9.592.300 (raming
f
8.314.000), waarvan bijna
f
4.293.000, aan de Verde-
di gingsbelasti ngen was te dlankeil. De middelenstast
an October 1925 wees een opbrengst aan van
f
9.024.600. In de eerste tien maanden van 1926 kwam
ii totaal
f
84.010.700 binnen (in hetzelfdei tijdvak van
1:925 .f 80.930.500).
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
DE ECONOMISCHE SITUATIE VAN DENEMARKEN
VOOR DE VERKIEZINGEN.
De heer L. Estrup te Kopenhagen schrijft ons:
De Deensche Professor Axel Nielsen heeft berekend,
dat er in totaal 900.000.000 kronen verloren
zijn
bij
dé ineenstorting van de Bank. Dit getal geeft echter
niet het reëele verlies aan. Vele bedragen, die de
binken hebben verloren of afgeschreven, hebben
slechts bestaan op papier.
Wezenlijker is het verlies, dat geleden is doordat
vbrscheiderie menschen hun inkomen kwijtraaktea of
hun reëel inkomen zagen dalen tot een minimum.
Het verlies, dat de werkloosheid aan de Deensche
sâmenleving heeft berokkend, kan tot op zekere hoogte
in geld worden uitgedrukt. Het statistisch departe-
ment geeft sinds 1920 op hoeveel arbeidsdagen er
jaarlijks door werkloosheid verloren zijn. In millioenen
verloren arbeidsdagen bedroeg dit in:
1921
1922
1923
1924
1925
1926
16,5
14,9
9,5
8,4
11,4
ca.
18,0
Het aantal voor 1926 is natiurlijk eerst na Nieuw-
jaar bekend. Toch kan men zich nu reeds een idee
vormen over de waarschijnlijke grootte door de cijfers
van de werkloosheid gedurende de afgeloopen maanden
te vergelijken met die van de overeenkomstige maanden
van het vorige jaar.
Intusschen kan men dit verlies aan arbeidsdagen
niet geheel toeschrijven aan de verstoringen in de
economische verhoudingen van na den oorlog. Zelfs in
nrmale
tijden
vôôr den oorlog bestond eenige werk-
loosheid. Normaliter kan men aannemen, dat er jaar-
lijks 5 millioen arbeidsdagen mee verloren gingen.
Om het geidverlies te vinden, dat de
abnormale
werkloosheid veroorzaakt heeft, dient men derhalve
het verloren arbeidsloon te berekenen door het
abnormale aantal verloren werkdagen te vermenig-
vuldigen met het dagloon. Het volgende kleine over-
zicht geeft het op deze wijze berekende verlies aan
van de buitengewone werkloosheid in de jaren na
den oorlog.
Verloren Werkdagen
Dagloon
Geldverlies
Millioen
Kronen
Miii. kr.
1921….
11,5
11,00
126,5
1922.
..
.
9,9
9,00
89,1
1923….
4,5
8,75
39,4
1924….
3,4
9,00
30,6
1925….
6,4
10,00
64,0
1926….
13,0
8,00
104,0
453,6
1040
ECONOMISCH-STA’ISTISCHE BERICHTEN
24 November 1926
De buitengewbon groote werkloosheid heeft der-
halve de koopkracht der arbeiders met bijna een half
milliard kronen verminderd.
in diezelfde zes jaren is er aan werkloosheidsteun
een bedrag van ongeveer 130 miljoen kronen aan
dagloon uitbetaald. Dit dekt ongeveer Ys â V4 van
de verloren verdiensten der arbeiders, maar daar
staat tegenover, dat andere Deensche burgers dit
bedrag aan belastingen hebben moeten opbrengen en
zoodoende hun inkomsten in dezelfde mate hebben
zien dalen.
De berekening omvat slechts de georganiseerde
arbeiders. Zij zijn echter niet de eenigen, die de lasten
hebben gedragen. Ook de andere klassen der samen-
leving
zijn
direct getroffen door de werkloosheid. Over
de uitgestrektheid daarvan lichten de statistieken
ons slechts zeer gebrekkig in. Slechts voor handels-
en kantoorbedienden bestaan gegevens over de werk-
loosheid. Men berekent, dat er in de afgeloopen jaren
4000 zonder werk waren. Met een gemiddeld maand-
loon van 200 kronen beteekent dit een verlies aan
arbeidsloon van ongeveer 10.000.000 kronen jaarlijks
of 00.000.000 in den
tijd
van zes jaar. Dit allles is
intusschen nog slechts een gedeelte van het verlies, dat het totale
bedrijfsleven
lijdt in deze slechte tijden.
Voor het . totaalverlies kan men echter onmogelijk
eenigszins betrouwbare cijfers opstellen.
De huidige moeilijkheden treffen niet alleen de
steden. De prijzen van eenige voortbrengselen van
den landbouw
zijn
zôô gedaald, dat ze onder de prijzen
liggen, die vSôr den oorlog werden besteed. Dit geldt
bijv. voor slachtvee. De boterprijzen zijn gevallen tôt
even boven de helft van de
prijzen,
die men nog voor,
een paar jaar kon bedingen. En zelfs de prijzen van
spek, die nog lang nadat de andere prijzen reeds
waren gedaald, op een loonende hoogte bleven, zijn
in den laatsten tijd z66 ingezakt, dat ook de renta-
biliteit van de spekproductie twijfelachtig
is geworden.
Uit de uitvoerstatistieken
blijkt,
dat de ëxport van
vleesch en spek in de maanden Januari tot en met
September van dit jaar 113 millioen kronen minder
heeft opgebracht dan over dezelfde periode van het.
vorige -jaar. De boterexport heeft op dezelfde wijze
137 millioen kronen minder opgebracht dan het vorige
jaar en de export van eieren 31 millioen minder; in
1
totaal geeft dit een achteruitgang aan inkomsten van,
281 millioen kronen, alleen al over de eerste negen
maanden van het jaar en ondanks het feit, dat de
uitgevoerde kwanta ongeveer dezelfde waren. Deze
281 millioen kronen
zijn
echter zeer zeker geen nettp-
verlies. Men dient rekening te houden met het feit,
dat ook de productie-onkosten van het jaar lager
zijn gewèest dan een jaar geleden. Maar de onkosten
zijn
zelfs
bij
benadering niet in dezelfde verhouding,
gedaald als de prijzen.
Het is de prijsdaling, die de geheele depressieiin
de Deensche samenleving heeft veroorzaakt. Het
vooruitzicht op goedkoopere
prijzen
en mindere on-
kosten heeft natuurlijkerwijze bij koopers en bij pro-:
ducenteneên algemeene terughoudendheid veroorzaakt.
Doch deze terughoudendheid verloor iederen grond
nadat de prijzen den tegenovergestelden weg opgin-
gen. In den loop van 1925 viel het Deensche in-
t
dexcijfer van groothandelsprijzen van 243 op 176,1
een val van 28 pOt. In het loopende jaar is het
indexcijfer op 172 gevallen in Januari, en 157-158
in de maanden Maart tot Juli. in Augustus en Se-
tember trad een geringe stijging in, die aanmerkelijk
toenam in October, toen het
indexcijfer
de 178 na-.
derde. Sedert Juli is het
indexcijfer
een goede 10
pOt. gestegen.
Een belangrijk deel van deze
prijsstijging is onge-
twijfeld het gevolg van een verhooging in de kolen-,
prijzen, doch dit kan niet de geheele
stijging
ver-
klaren. Practisch hebben ul. alle warengroepen tot
de
stijging
bijgedragen, o.a. de prijzen van koren,
dierlijke producten en veevoeder. De eenige wa-
ren, die in de
stijging
geen deel hadden, zijn
textie] goederen, confectie- artikelen en chemisch-tech-
nische producten. De prijsstijging is niet groot,
maar zij is van belang, omdat
zij
een tendenz aan-
geeft en den grond outneemt aan deprimeerende
verwachtingen omtrent een verderen prijsval. Het
einde van de prijsdaling is een van de onmisbare
voorwaarden voor de hernieuwing van een normaal
economisch leven.
Een tweede voorwaarde is de stabiliteit van de
valuta, die al sinds lang een feit is. Sinds de koers
van den dollar in Februari van dit jaar tot 386,00
was gevallen, hebben de valutaschommelingen niet
langer storend ingegrepen in de ontwikkeling van
het economisch leven, in den loop van de laatste
maanden is de koers van den dollar verder gezakt
tot 376,50, doch deze daling was even langzaam als
regelmatig.
Ongetwijfeld
zal de koers nog verder
dalen ni. tot 373,00, wat de parikoers is. Deze daling
is ifitusschen zôô minimaal (niet eens 1 pOt.), dat
men niet kan veronderstellen, dat dit tot de minste
of geringste storingen aanleiding zal geven.
De voorwaarden voor de komst van, betere tijden
zijn aanwezig, de voorloopers van een verbetering
kan men waarnemen in de stemming op de beurs,
de plaats, waar ieder begin van vooruitgang het
eerst merkbaar is. Na een zomerstilstand, zoo vol-
komen als misschien nog nooit eerder het geval is
geweest, is de beurs in de laatste weken tot nieuw
leven ontwaakt. De omzet van aandeelen, die in
Augustus van dit jaar tot
nauwelijks
4,1 millioen
kronen was gedaald, steeg in September tot meer
dan het dubbele en in October tot 16,8 millioen
kronen, d.w.z. meer dan 2 keer zooveel als in Octo-
ber van het vorige jaar.
Deze stijging van de omzetten aan de beurs is
tot op zekere hoogte ongetwijfeld het gevolg van de
situatie in de kolenproductie. Het zijn voornamelijk
de scheepvaartaandeelen, die gestegen
zijn,
maar ook
in de ontwakende belangstelling voor industriepa-
pieren mag men met recht een teeken zien, dat de
stemming ten opzichte van het economisch leven
over het algemeen optimistischer wordt.
AANTEEKENINGEN.
Productie en Handel van 1913-1925.
Op instigatie van de Commissie tot voorbereiding
van de internationale Economische Conferentie heeft
het Secretariaat van de Volkenbond een tweetal
memoranda uitgegeven, respectievelijk over de
11e-.
talings- en Handelsbalansen van 1911 tot 195
en
over de Productie en den Handel.
Het laatstgenoemde memorandum bevat een ieeks
van vergelijkende cijfers over de bevolking van de
wereld, de productie en den handel. De verkregen
resultaten, zoo staat in het memorandum; berusten
op statistieken, die in sommige gevallen gebrekkig en moeilijk vergelijkbaar zijn, en die zelden nauw
–
keurig en compleet genoeg zijn om uit een bepaalde
cijferreeks mathematisch juiste of volstrekt definitieve
conclusies te kunnen trekken. Men dient daarom
minder waarde te hechten aan de absolute beteekenis van dit of dat cijfer dan aan de algêmeene tendenzen,
die uit het verzamelde materiaal naar voren komen. Wij ontleenen aan het memorandum de volgende
gegevens. (Zie tabel op volgende pag.)
De bevolking van de wereld en den wereidhandel
waren in 1925 ongeveer 5 pOt. grooter dan in 1913.
De productie van grondstoffen daarentegen is
sneller toegenomen dan de bevolking en den handel, en bedraagt naar alle
waarschijnlijkheid
16 tot 18 pOt.
meer dan voor den oorlog. Daarbij dient men te
bedenken, dat men uit deze productiecijfers geen
conclusies mag trekken ten opzichte van de indus-
trieele ontwikkeling. Men schat, dat in de Vereenigde
Staten van Noord Amerikade netto waardevermeer-
dering tengevolge van hét fabrikatieproces in 1923
24 November 1926
ECONOMISCH-STATISTI
;
SCHE BERICHTEN
1041
ProducHe
Volume
Bevolking van grond- van den
Deelen
van de
wereld
stoffen’)
handel
195 in percentage
van
1913
Europa, ltusl. (U. S. S. R.)
2)
niet inbegrepen ………104
104/5
94
Europa, RusI. (U.SS.R.)
2)
inbegrepen ………….101
10415
89
Noord-Amerika ……….
.119
126
137
Centraal Amerika
3
)
107
169171
128
Zuid-Amerika …………122
134/5
97
Afrika ………………
..107
13819
99
Azië, Russisch-Azië niet
inbegrepen ………….105
116124
136
Oceanië …………
116
12114
132
Wereld
……………..105
1
11618
1
105
De dubbele cijfers vinden hun oorzaak in een berekening
volgens twee verschillende methodes.
,,U. S. S. R.”; Unie van Socialistische Soviet Repu-
blieken, dat wil zeggen: met inbegrip van Aziatisch Rusland. 2)
Mexico en de Antillen inbegrepen.
reeds 60 pOt. meer bedroeg dan in 1914, terwijl in
diezelfde periode het aantal gesalarieerden slechts
met 27,3 püt. is toegenomen.
Het op het eerste gezicht merkwaardige feit, dat
de handel geen gelijken tred heeft gehouden met de
productie van grondstoffen, is volgens het memoran-
dum aan verschillende oorzaken te wijten. In de eerste
plaats heeft de ontwikkeling van het kleingrondbezit
er toe geleid, dat het voor export beschikbare over-
schot aan granen verminderd is, zonder tot een
overeenkomstige vermindering van landbouwproducten
te leiden. In de tweede plaats hebben de tariefmuren
een gedeelte van den internationalen handel om-en-
dabel gemaakt. In de derde en voornaamste plaats
heeft de industrie zich in het
bijzonder
ontwikkeld
in landen met een grooten
rijkdom
aan grondstoffen,
zoodat deze landen thans veel minder dan vnoeger
op het buitenland zijn aangewezen.
De volgende tabel geeft de relatieve verschuivingen
aan, die hebben plaats gevonden in de productie van
grondstoffen in de verschillende deelen van de wereld.
Productie-index, gewogen op grond van de prijzen van 1913.
Deelen van de wereld
1913
1923
1924
1925
Europa,Rusland (U.S.S.R.) niet
inbegrepen
100
88
94
105
Europa,
Rusland
(U. S. S. R.)
100
85
90
105
100
126
115 126
inbegrepen
……………
Noord
Amerika ………….
Centraal Amerika, Mexico en
de Antillen inbegrepen
..
100 165 186
169
Zuid
Amerika ……………..
100
132 119 135 100
122
132
139
Azië, Aziatisch R
niet
usland
Afrika
…………………
100
116
122
124
inbegrepen
……………
Oceanië …………………
100
106
124
124
Geeele wereld (alle groepen)
100
107 107
118
(granen en
andere voedingsmiddelen niet
inbegrepen)
……………..
100
112
116
125
Uit deze cijfers blijkt ten duidelijkste, dat Europa
in de productie van grondstoffen relatief is achtuit
gegaan, terwijl Amerika en Azië snel in beteekenis
toenemen. In 1913 leverde Europa 39 pOt. van de
wereldproductie aan grondstoffen, in 1925 slechts
31 pOt.; daarentegen steeg het aandeel van Noord-
Amerika van 36 pOt. tot 39 pOt. Het spreekt van-
zelf, dat ook de handel een overeenkomstige relatieve
verschuiving vertoont, zooals ten overvloede uit de
volgende tabel blijkt.
In het kort samengevat kan men zeggen, dat er in
de laatste tien jaren een relatieve verschuiving heeft
plaats gevonden in de economische activiteit van
Europa en de Atlantische Oceaan naar Amerika,
Japan en de Stille Zuidzee.
Wat meer in het bijzonder de handel van stukgoederen
betreft, daalde het aandeel van Europa in den wereld.
Procentsgewijze verandering in de quantiteit van den handel.
Deelen van de wereld
Importen
fi
Exporten
Totaal
1
1925
1119131
1923
1119131
1925
__
Europa
1),
RusI. (U.S.S.R.)
niet inbegrepen
1
97,4
1
89,1
1
93,7
Europa
1),
RusL (U. S. S. R)
100
93,7
100
84,1
100
89,3
Noord-Amerikas) ……..
100
137,6
100
135,4
100
136,7
Centraal-Amerika
3
)
100
1266
100
128,4
100
127,9
inbegrepen
………..
100
.
96,8
100
96,2
101)
96,7
Zuid-Amerika
………..
100
101,8
100
96,2
100
99,0
Afrika
……………..
Azië, Rusland (U. S. S. R.)
nietinbegrepen ……..
.100
124,2
~
100
147,0
100
135,9
Oceanië
100
132,5
100
131,6
100
132,3
Wereld
…………….
11001
104,9
111001
103,9
111001
104,5
Nederland niet inbegrepen in verband met het feit,
.dat de statistieken van vÔÔr en na den oorlog niet met
elkander vergelijkbaar zijn. Canada, Vereenigde Staten, New Foundland, 5f Pierre
en Miquelon.
Van Mexico tot Panama, de Antillen inbegrepen.
handel van 58,5 pOt. op 50 pOt.,
terwijl
het aandeel
van Noord.Amerika steeg van 14 pOt. tot 18,3 pOt.
.en dat van Japan van 12,3 tot 16 pOt.
Tenslotte
blijkt
uit de statistieken, dat zich ook in
‘de relatieve beteekenis van de verschillende
producten
belangrijke wijzigingen hebben voorgedaan.
Productie-index gewogen op grond van de gemiddelde
prijzen van 1913.
1913 1923 1924 1925
iGranen ……………………..100
100
89
105
Granenen andere voedingsmiddelen 100 103 101 113
1
Koloniale producten etc ……….. 100 123 120 120
6liehoudende granen etc ……….. 100 114 128 132 ‘Iloutpap ……………………100
136
150
158
Ruhber ……………………..100
341
339
383
‘Textielgoederen ………………100
96 111
126
–
Brandstoffen ………………..100
116
115
117
.Metalen ……………………..
100
102
103
116
ieststoffen en chemicaliën ……..100 115 119 131
1 Algemeene Index (alle .groepen)…
100 107 107 118
‘l.
.,,
,,
(levensmiddelen
,
niet inbegrepen)…………….100 112 116
125
Artikelen waarvan de productie in 1925 meer dan
3.30 pOt. grooter was dan voor den oorlog
zijn:
riet-
L1uiker 73 pOt. (de productie van bietsuiker is slechts
ei.4 pOt. hooger dan het gemiddelde van voor den oor-
filog), cacao 120 pOt., lijnzaad 49 pOt., hennepzaad
.35 pOt., sojaboonen 135 pOt., copra 78 pOt., palm-
iblie en palmnotenolie 68 pOt., hennep 30 pOt, ruwe
–
zijde 69 pOt.,
kunstzijde
560 pOt., houtpap 47 pOt.,
chemisch bereide pap 63 pOL, rubber 283 pOt., bruin-
‘kool 43 pOt., petroleum 177 pOt., koper 40 pOt., lood
1!32 pOt., aluminium 187 pOt., potasch 30 pOt., zwavel
i.84 pOt., guano 161 pOt., kalknitraat 199 pOt., cal-
ciumcyanamide 327 pOt. en ammoniaksulfaat 92 pOt.
ameer dan voor den oorlog.
t-..
Deze relatieve verschuivingen vloeien niet zoo-
zeêr voort uit een onvermogen om het economisch
–
evenwicht te hervinden; zij zijn veeleer het gevolg
van ontwikkelingen in de industrie, waarbij men in
F.de eerste plaats, moet denken aan het toenemend
–
verbruik van
kunstzijde,
van verbrandingsmotoren en
–
van aluminium,terwijl het toenemend aantal electrische
,linstallaties zich weerspiegelt
in den index van het
t
koper.
Credietexpansie in de V. S. in en na den oorlog.
i” Prof. Benjamin Anderson, Economist van de Ohase
National Bank te New York schrijft
in het Ohase
Economie Bulletin Vol.
VI, No. 3 een belangrijke
beschouwing over de credietexpansie in Amerika ge-
–
durende den oorlog, vergeleken met de credietexpansie
–
sinds Juni 1922. Wij ontieenen er het volgende aan:
–
De credietexpansie in de Vereenigde Staten is sinds
Juni 1922 belangrijk grooter geweest dan indedijd
voor le financiering van den oorlog noodig was.
Tussehen 6 April
1917 (den datum, waarop Amerika
1042
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
24 November 1926
in den oorlog ging) en 31 December 1918 breidden
de Statebanks, Natiocal Banks en Trust-Oompanies
hun credrietverleeningen uit met een bedrag van
7.000 millioen. Diezelfde banken echter breidden hun
credieten uit met een bedrag van $ 9.000 millioen in
den tijd van Juni 1922 tot Juni 1926. De stijging der
deposito’s was nog grooter. Zij bedroeg in de eerste
periode $ 5.835.4 millioën, in de tweede periode daaren-
tegen $ 9.560.8 millioen. Sinds het midden van 1919
namen de deposito’s van de Statebanks, National
Banks en Trust Oompanies met $ 13.000 millioen toe.
Daarentegen is de credietbehoefte van Amerika heden
ten dage geringer dan in 1919, zooals de volgende
tabel aantoont:
Index der bankcredietbehoeften.
Index van pro-
1919 = 100
Index van pro-
ductie en transport
Index van
ductie en trans-
(physische
groothandels-
port vermerlig-
Jaar
eenheden)
prijzen
vuld. m. d. prijzen
1919..
100
100
100
1925..
119,0
76,9
. 91,5
1926..
124,6
73,9
92,1
Uit de bovenstaande
cijfers
blijkt, dat de groote
toename van bankcrediet onnoodig was voor het
financieren van gewone handelsdoeleinden. Deze ere-
dieten hebben dan ook voornamelijk den vorm aange-
nomen van voorschotten op onroerende goederen, of
voorschotten tegen onderpand van waardepapieren;
ook werden zij besteed voor het koopen van aandeelen
door banken en voor het financieren van aankoopen op
afbetaling. Nauwkeurige
cijfers
van laatstgenoemde’
aanwending zijn niet bekend, voor de drie eerstge-
noemde echter, volgen zij hieronder:
Credietverleening op. onroerende goederen.
Banken, aangesloten Nationale
bij het Federal
Jaar
Banken
Reserve System
Miii ioen
1918
$185,1
1921
280,2
1925
,. 636,8
1926
–
Deze toeneming in de credietverleening op onroeren-
de goederen vloeide niet voort uit een schaarschte
aan geld voor hypotheek uit andere bronnen. De
Federal Farm Loan Banks en de Joint Stock Land
Banks hebben de laatste jaren ongeveer $1.600 millioen
aan pandbrieven uitgegeven. Daar komt nog bij, dat
in de laatste vijf jaren de uitgifte van, obligaties op
onroe’rend’ goed geweldig is toegenomen. Terwijl het
jaarljksch bedrag in 1921 $ 54 millioen bedroeg, is
dit in 1925 gestegen tot $ 753 milhoen.
De belegging in aandeelen en de voorschotten op
aandeelen zijn alleen reeds voor dQ banken, die
bij
de
Federal Reserve System zijn aangesloten, sinds
7 Januari 1921 met $ 4.000 millioen gestegen, terwijl
gedurende dezelfde periode ,,alle andere uitzettingen
en disconto’s” met, $ 500 millioen zijn afgenomen.
Daarbij dient men dan nog te bedenken, dat deze laat-
ste post niet alleen de eigenlijke ,,commercial Loans”
bevat, doch dat ‘daar 66k onder begrepen zijn de voor-
schotten op onroerende goederen, voor zoover die door
de aangesloten banken zijn verleend cii eveneens de
wissels ter financiering van verkoopen op afbetaling.
De daling in de eigenlijke ,,commercial loans” is dus
waarschijnlijk nog belangrijk grooter geweest.
Het ernstigste bezwaar, dat Prof. Anderson heeft
tegen de zoo juist besproken crediet-expansie, is dan
ook niet zoozeer de kans op een disproportionaliteit
t. o. ‘v. de goudreserve, waarvoor voorloopig nog niet
het minste gevaar bestaat, doch richt zich veeleer
tegen de wijze waarop men van de verleende credieten
gebruik heeft gemaakt.
Uit de zoo juist gegeven
cijfers
toch
blijkt,
dat de
huidige crediet-expansie niet voortvloeit uit de be-
hoeften van het bedrijfsleven, doch haar oorsprong
vindt bij de banken. Wel is waar zijn, van het stand-
punt van iedere bank
afzonderlijk,
de uitzettingen
en beleggingen een gevolg van de cleposito’s, doch van
het standpunt van het land als geheel is het causaal
verband in vele gevallen juist andersom. Ban’kdeposi-
to’s nemen in hoofdzaak toe, omdat de uitgezette gel-
den en de beleggingen toenemen. Wanneer alleen bank
A haar credietverleening uitzet, vloeien haar reserves
oogenblikkeiijk via het clearing-house naar andere
banken. Wanneer echter de andere banken gelijktijdig
hun crediet uitzetten, zal ‘bank A als deposito’s van
haa.r cliënten chècjues ontvangen op andere banken,
waarmede
zij
haar reserves kan aanvullen en haar
•deposito’s op pei.l houden. In dat geval zullen de depo-
sito’s van alle ‘banken toenemen, omdat alle banken
hun credietverleening uitzetten.
Het is
duidelijk,
dat ook de bankreserves een be-
langrijke
factor
zijn.
Wanneer een enkele bank een
surplus aan reserves heeft, kan zij alleen uitleenen,
wat
zij
bezit. Wanneer echter het surplus aan reserves
gelijkmatig over alle banken is verdeeld, is een ex-
pansie
mogelijk,
die het bedrag der gezamenlijke
surplussen vele malen overtreft.
Nu heeft herdisconteering bij de Federal Reserve
Banken in den regel sinds 1920 niet geleid tot het
scheppen van een
dergelijk
surplus aan reserves.
Wél is waar is het totaal der herdisconto’.s der aange-
sloten banken bij de F. R. Banks belangrijk grooter
dan het geval geweest zou zijn, wanneer de rente voor
herdisconto’s boven de marktrente was geweest. Doch
herdisconteeringen hebben eerder gediend om crediet
contractie te voorkomen dan om een expansie in de
hand te werken.
Wanneer echter de Federal Reserve Banken zelf
hun uitzettingen vermeerderen door aankoopen in de
open markt van staatsobligaties en accepten, ontstaan
bij de aangesloten banken nieuwe kas-reserves, die
deze banken niet behoeven voor hun handelsclientèle,
die evenmin noodig
zijn
voor de algemeene circulatie
en die derhalve de surplus-reserves ‘snel doen toe-
nemen. In 1922, toen de Federal Reserve Bank haar
aankoopen op de open markt uitbreidde, namen de
overeenkomstige deposito’s der aangesloten banken
bij de F. R. Banken met ongeveer 2 milliard dollar
toe. Deze deposito’s, tegoed
bij
de centrale banken,
zijn een deel der kasreserve van de aangesloten ban-
ken. Toen de Federal Reserve banken in 1923 deze
aankoopen verminderden, stegen de deposito’s van
de aangesloten banken slechts met 79 millioen dollar.
Toen in 1924 de aankoopen der Federal Reserve Bank
weer stegen, sprongen de deposito’s der aangesloten
banken op 21 milliard dollar. In 1926 daalde dit
bedrag weer tot 85 millioen dollar.
Het binnenvloeien van goud is eveneens een groote
expansie-factor geweest. Gedurende de drie jaren van
het begin van 1922 tot het einde van 1924 toonde
de goudbeweging een gestadige neiging tot het schep-
pen van surplusreserves. Gedurende 1922 werd deze
neiging zeer versterkt door de
stijging
van de aan-
koopen op de open markt door de Federal Reserve Banken. In 1923 werd de uitwerking van het goud
geneutraliseerd door de daling in. de aankoopen op
de open markt. In 1924 werd zij weder veel krach-
tiger door het toenemen dezer aankoopen. Gedurende
1925 en 1926 is de goudfactor betrekkelijk onbe-
duidend geweest en de open-markt-politiek heeft
den toestand beheerscht.
Professor Anderson komt dan ook tot de conclusie,
dat de factor, die
bij
de bepaling van den omvang
van het bankcrediet den doorslag geeft, de open-
markt-politiek is van de Federal Reserve Bank. De
hoogte van het disconto der F. R. Banks blijft
intusschen ook van grooten invloed.
De hierboven beschreven kunstmatig geprikkelde
vraag naar crediet heeft zich, zooals wij reeds zagen,
in hoofdzaak in drieërlei richting geuit: (1) in de bouwnijverheid, (2) in aankoopen op afbetaling,
(3) in den export. Professor Anderson schat de ge-
wenschte omvang van de credietverleeningen aan
Miilioen
$ 460,6
21
1.135,1
33
2.338,3
py 2.600,0
(naar schatting)
24 November 1926
ECONOMISCH-STATISi’ISCHE BERICHTEN
1043
Europa in verband met de verplichtingen van het
Dawesplan op $ 600,000,000 of $ 700,000,000 per
jaar, terwijl zij in werkelijkheid een bedrag van
$ 1,000,000,000 per jaar nabij zijn gekomen. Een
dergelijk verschil is volgens professor Anderson
slechts toe te schrij•ven aan het feit, dat de rentevoet
lager, is geweest dan economisch gemotiveerd was.
Hoewel professor Anderson een drastisch ingrijpen
in de huidige situatie niet noodzakelijk acht, is hij
niettemin van meening, dat eenige reserve ge-
wenscht is.
De kans, dat de Vereenigde Staten zonder een
verdere expansie van bankcrediet niet in staat zullen
blijken om het kapitaal te vormen, dat
zij
in verband
met haar ontwikkeling behoeft, acht de meergenoemde
schrijver voorloopig minimaal. Wanneer men de cijfers
vergelijkt van de kapitaalsuitgiften, onder aftrek
van conversies, in het jaar 1923 eenerzijds (een jaar
zonder hankexpansie) en in de jaren 1924 en 1925
anderzijds (jaren met bankexpansie) dan hoeft men
zich over de mogelijkheid tot kapitaalvorming zonder
verdere credietverruiming volstrekt niet bezorgd te
maken.
Emissies
1923
…………$ 4.304,4 millioen
1924
…………$ 5.593,2
1295
…………$ 6.216,2
Amerika steIle zich voorloopig tevreden met de
cijfers van 1923, vermeerderd met het percentage,
dat door den natuurljken groei van het land wordt
gemotiveerd zonder de kapitaalbestedingen te prikkelen
door een verdere schepping van bankcrediet. Alvorens
tot een eventueele nieuwe expansie over te gaan,
zou men derhalve goed doen eerst de huidige crediet-
positie te consolideeren.
ONTVANGEN:
Business Annats,
by Willard Long Thorp, of the staff
of the National Bureau of Economie Research.
New York,
1926.
National Bureau of Economie
Research, Inc.
Theorie der wirtschaftlichen. Ev,.twicklung,
von Dr.
Josoph Schumpeter, Professor an der Univets.i-
tiit Bonn. 2e Auflage. München u’nd Leipzig,
1.020;
i)uneker & Humblot.
Beschouwingen naar aanleiding van een studiereis
flaar Suriname,
door Mr. J. II. van Laer. ‘s-G-ra-
venhage,
1926;
Martinus Nijhoff.
Das pijdagogische Studiuni des Diploîn-i-iandels-
lehrers
(mit Weg’weiser du.rch die Literatur),
door Dr. Priedrich Feid, Univ.-Dozent. Frank-
fart afMain,
1926.
Blazek & Bergmann.
liet Vijftigjarig Bestaan van het Noordzeekanaal,
door J. J. van der Velde. Amsterdam,
1920;
N.V.
,,Ontwikkelin g”.
L’Ètablissement des Réfugiés en Gréce
par la Société
des Nations, Genève,
1926,
MAANDCIJFERS.
RIJ’KSPOSTSPAARBANK.
OCTOBER
1924
1
1925
1
1926
Inlagen …………
f
9.761.939f
9.927.890f
9.791.329
Terugbetalingen ……
11.445.596 ,, 10.857.222 ,, 10.881.439
Tegoed der inleggers
op ultimo ……..
Nom. bedr. der uitst.
staatssch1dboekjes
op ultimo ……..
Spaar bankboekj es:
Aantal nieuw uit-
gegeven……..
Aantal geheel af-
betaald ……..
Aantal in omloop
op ultimo ……
OVERZICHT DER RIJKSMIDDELEN.
(In Guldens).
Sedert
Overeen-
October
1 Januari
komstige
1
1926
1
periodel925
Directe belastingen.
Grondbelasting
……..990.306 18.399.147 18.367.980
Personeele belasting
1.
.946.691 24.211.735 22.439.163
Inkomstenbelasting
8.095.677 81.400.360 78.536.683
Dividend- en tantième-
belasting .. ..
2.483.421 16.636.642 15.996.616
Vermogensbelasting .
1.223.07
7.725.624
8.335.813
Accijnzen.
Suiker ………………
3.183.955 36.719.600 34.870.052
Wijn ………………..
70.934 2.211.967 1.929.127
Gedistilleerd ………..
3.956.435 37.381.369 38.275.093
Zout …………………
202.299 1.731.171 1.678.882
Bier ………………….
1.323.595
10.377.178
10.484.048
Geslacht …………….
816.147
7.899.879
8.078.505
Tabak……………….
1.857.665 18.752.425 15.078.072
Belast, op speelkaarten
2.777
62.187
74.086
Rijwielbelasting ……..
1.614
6.635.373
6.480.327
Indirecte belastingen.
Zegelrechten ……….
1
2.147.577
2
20.814.673 19.877.086
Registratierechten….
1.383.237 17.339.514 18.106.051
Successierechten……….
5.340.601 38.313.365 35.980.505
Invoerrechten
4.884.916 47.914.395 35.345.807
Gouden en zilver. werken
Belasting … … _. –
97.741
726.370
823.230
Essaailoon………. .
90
819
757
Btati8tiekrecht ……..
369.097
3.433.163
3.513.515
Mijnen ……………-. .–
–
–
406.630
Domeinen ………………355.717
2.738.333
2.450.514
Staatsloterij ………………168.916
623.507
625.307
Jacht en vis8cherij . ..
15.699
239.849
252.909
Loodsgelden …………….530.536
4.083.889
3.348.719
Totaal-Generaal..
41.448.670 406.372.534 381.355.477
1) Hieronder begrepen
f
487.517
wegens zegelrecht van
nota’s van makelaars en commissionnairs in effecten, enz.
(Beursbelasting). ) Idem
f
4.256.991.
8)
Idem
f
4.547.186.
HEFFINGEN VOOR HET LEE’NINGFONDS
1914.
October
1
komstige
26
1926
periode 1925
Verdedigingsbelast. la
368.181
2.317.788
2.499.733
Verdedigingsbelast. Ib
1.681.479
9.785.898
8.241.014 Verdedigingsbelast. II
2.243.335 21.505.596 20.594.673
Opcenten:
Grondbelasting ……..
198.879
3.681.838
3.693.289
Personeele belasting
472.514
4.963.635
4.457.675
Inkomstenbelasting
2.306.335 22.557.564 22.410.656
Vermogensbelasting –
304.038
1.929.573
2.083.806
Dividend- en tantième
belasting …………..
819.529
5.490.092
5.278.883
Suiker …………….
636.791
7.343.920
6.974.010
Wijn ………………
14.187
442.393
385.825
Gedist. (binn.- en buitl.)
395.643
3.738.137
3.827.509
Zegelrecht van buitl. eff.
151.377
914.298
483.389
Totaal
9.592.288 84.670.732 80.930.462
SPLITSING VAN DE OPBRENGST DER GROND-, PERSO-
NEELE-, INKOMSTEN- EN VERMOGENSBELASTING
SEDERT 1 JANUARI
1926.
Dienstjaren
Grond-
belasting
Personeele
belasting
Inkomsten-
belasting
Vermogens-
belasting
1921122
–
–
–
330
1922123
–
–
–
1.461
1923124
–
–
2.952.644
15.709
1924125
153.229
1.694.957
6.752.469
39.177
1925/26
3.486.106
2.813.181
57.669.594 5.684.024
1926127
14.759.812
19.703.597 14.025.653
1.984.923
Totalen..
118.399.147 124.211.735 181.400.360
1
7.725.624
300.856.4431,, 303.236.7851,, 312.552.911
43.823.800,, 41.892.200 ,, 41.945.450
9.937
10.296
10.463
9.098
8.085
6.852
1.966.6431
1.981.9471
2.008.865
1044
ECONOMISCH-STATSTISCHE BERICHTEN
24 November 1926
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B. *** beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.
Ned
Or
sch.
isc.
Wissels. 34 S Oct.’251Zwits.Nat.Bk. 3422
Oct.’25
e1Binn.Eff. 4 S
Oct.’25
N.Bk.v.Denem. 5
24Juni’26
in R.C. 5 S
Oct.’25
ZweedscheRbk
44 8 Oct.’25
Javasch Bank…. 4
14 Juli’26
Bank v.Noorw.
4426 Oct. ’26
Bank van Engeland 5
S Dec.
’25
Bk. v. Tsjecho-
Duitsche Rijksbank 6
6Juli’26
slowakije ..
5426 Oct. ’26
Bank v. Frankrijk.
7431 Juli’26
N.Bk.v.O’rijk. 7
6Aug.’26
Belgische Nat. Bnk. 7
23Apr.’26
N. Bk. v. Hong. 6
25Aug.’26
Fed. Res.BankN.Y. 4
12Aug.’26
Bank v. Italië. 7
17Juni’25
Bank van Spanje.. 5
23Mrt.’23
Z.-Afr.Res.bnk 54
OPEN MARKT.
1926 1925
1924 1914
2 Nov.
0
0v.
5-20
8-13
1-6
16-21
17-22
20-24
Nov. Nov.
Nov. Nov.
Nov.
Juli
..4m,tcrdam
Partic.disc.
31/16119
3-I16
311
4
.31
9
331
3
-1
12
414-18
31/83116
Prolong.
3
2’1-3
1
1
311
3
4
23/4-311
9
331
4
_4
411
4_31
4
2h1
4
J1
4
Londen
Daggeld.
3-4
3431
3.431
4
35
211
3
-31/
3
2-4
1914-2
Partic. disc
.
.
4
11
116
4
11
116_3
14
4
11
116_314
43
4
_111
19
37/
8
J5/
16
3U(,
6
_31
4
211
4
31
4
Berlijn
Daggeld ..
2
1
12-4
1
1
212-412
2
1
1,-5
1
12
4_7 7_9l1
Partic.disc.
30-55 d.. .
451
4118-’14
431
4
43(
4
6
314
– –
56-90 d.. .
4
1
/2
4
1
19_
5
18
45/9
4
5
18
614
–
2119112
Waren- wechsel.
471
5
_51J
8
4719
_51/
9
471q_5114
5181I4
8113314
–
–
New York’)
Cail money
411
3
_314
411
3
_511
4
411
4
_3/
4
411
3
.31
4
411
3
.511
4
21(
5
-3(
4
1
3
14-2
1
1
2
Partic. disc.
37/8
1
318
–
4 3
1
1
– –
1)
CalI money-koers van 19Nov. en daaraan voorafgaande weken tjm
Vrijdag.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
D a a
New
‘Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavia
1)
York8)
*) 8) 8) 8)
16 Nov. 1926
2.50
12.121
59.35
8.35
34.824
100%
17
,,
1926
2.50 12.134
59.35
8.574 34.824
100%
18
,,
1926
2.5011
9
12.134 59.37
8.63
34.82
100%
19
,,
1926
2.50
12.124
59.384
8.85
34.824
100%
20
.
1926
–
12.13
59.384
9.50
34.82,I
100%
22
1926
2.50
,
1
8
12.124
59.374
8.844 34.81
100
.
L(
Laagsted.w.
1
)
2.49151,
9
12.124
59.33
8.25
34.75
10011
9
Hoogste d.wl)
2.50%
12.134 59.39
9.50
34.85
1008/
9
15 Nov. 1926
2.50 12.124 59.351
8.351 34.824
1008/
18
8
,,
1926
2.5011
8
12.124
59.371
8.214 34.82
1001
9
Muntpariteit
2.489/
,
12.10
59.26
48.- 131.59
100
D t
a a
Zwit-
ser an
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
8)
,
rest’)
16 Nov. 1926
48.23
35.25
7.40
1.36
10.20
37874
17
,,
1926
48.224
35.25
7.40
1.37
10.56
38.124
18
,,
1926
48.25
35.25
7.40
1.37
10.59
38.05
19
1926
48.25 35.25
7.40 1.37
10.52 38.324
20
,,
1926
48.25
35.25
7.40
1.34
–
–
22
,,
1926
48.25
35.274
7.40
1.36
8.20
37.90
Laagsted.w.l)
48.19 35.15
7.38
1.30
10.174
37.85
Hoogste d.wl)
48.26
35.35
7.42
1.42
10.70
38.20
15 Nov. 1926
48.22t1
35.25
7,40
1.37
10.31
37.874
8
,,
1926
48.22
35.30
7.40 1.34
10.52
37.674
Muntpariteit
48.-
35.-
50.41
48.- 48.-
48.-
Data
Stock-
Kopen- Oslo8)
Hel-
Buenos-
Mon- holm
)
hogen)
ff1)
Aires’)
treal’)
16 Nov. 1926
6675
66.65
6435
6.29
101%
2.50w
17
,,
1926
66.75 66.65
64.85
6.29
101%
2.50%
18
,,
1926
66.75
66.65
64.80
6.29
101%
2.50(
19
1926
66.75
66.65
64.40
6.29
101%
2.5081
9
20
1926
66.75
66.65
64.2(1
6.29
10181
8
2.50%
22
,,
1926
66.75
66.65
64.65
6.29
10111
4
25011,
Laagsted.w.
1
)
66.6
7
86.55
6250
6.27
10111
9
250
Hoogste d.w
1
)
66.774
66.70
65.50
8.32
102
2.50%
15 Nov. 1926
66.75
66.65
62.60
6.29
1015/
8
2.50%
8
,,
1926
66.80
66.524 62.524
6.30
10134
2.5081
9
Muntpariteit
66.80
66.67
66.67
48.-
105
2.4831
8) Noteertng te Amsterdam.
*8)
Noteering te Rotterdam.
1) Particuliere opgave.
In het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
a a
D t
Londen
($
per
2)
Parijs
($ P.
lOOfr.)
Berlijn ($ p. 100 Mk.) Amsterdam
1 ($ p. 100
gld.)
16 Nov.
1926
4,8581
59
3,364
23,74%
40,00%
17
1926
4,85
1
/
8
3,43
23,731
4
39,99
18
1926
4,84’1
3,49
23,73
39,97%
19
1926
4,848%
3,58
23,73
39,97
20
1926
4,84
1
8/
18
3,621
23,73%
39,97
22
1926
4,84181
18
3,57
23,73%
39,975
23 Nov.
19251
4,8471
1
g
3,89
23,80
40,21
Muntpariteit
. .
4,8667
19,30
23,81%
4081,,
KOERSEN TE LONDEN.
Plaatsen en
Landen
INoteerings-1
eenheden
1
6Nov.
1
1926
1
13Nov.1
1926
ILaagsteHoogsteI
15120
Nov.
’26
120
Nov.
1926
Alexandrië.
.
Piast. p.
‘ïÇ
977110
9i’18
97%
Athene
.. ..
Dr.
p. £
395 396 390
i98
392
Bangkok
. . .
Sh. p.tical
1/10%
IflO%
11108/,
111031
9
1110l1
Budapest
. ..
Pen.
p. £
27.724
27.724
27.65 27.80
27.724
B.
Aires’).
..
d.
p. $
4525
32
458%
45
45 T
45i32
‘
Calcutta
. . . .
Sh.
p.
rup.
1j571
115
55
1
64
1,5′
T 5
1/57/8
115
k
Constantin..
Piast.
p. £
965 960 950 970
962%
Hongkong
..
Sh.p.$
1111%
1111718
In 111, 2,051
9
11111
0
21″f89
2’OST
‘
1
2/01/,,
2/01/
‘
210 6
T5
Lissabon
1) . .
d. per
Esc.
2
1
‘
181
2”
’92
283
94
2
8
e’
184
2171
32
d. per
$
24
24
23
25
24
Mexico……..
Montevideo’)
d. per
$
49%
49%
49
493%
49%
Montreal’)
.
$
per
£
4.84
3
1
7
4.84j
8
4%
4.837/
t
4.8
4.84′
Kobe
…….Sh.p.yen
R.d.Janeiro’)
d. per
Mil.
625
132
6
5
18
6
6618
61132
Shanghai
…
Sh.
p.
tael
2(5k
2
1
6’1
215
1
1
8
21671
8
21591,
Singapore.
..
id.
p. $
21
1327′ 22
–
9
13
27
1
35
2/3%
2;315/,
213
27
1
92
Valparaiso
3).
$ p.0
39.55
39.52
39.52
39.62 39.59
Warschau
..
ZI. p. £
1
43% 43%
42 45
43%
1) Telegrafisch transfert. 2)90 dg.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS 8)
Londen’)
N.Yorkl)
Londen
15 Nov. 1928.. 25%
54%
15 Nov. 1926….
84111%
16
,,
1926..
26
55
!s
16
,,
1926….
84/9
3
%
17
,,
1926..
25%
55%
17
,,
1926….
84111%
18
,,
1926..
2571
55%
18
,,
1926….
84111%
19
,,
1926..
2591
9
5431, 19
,,
1926….
84111%
20
,,
1926..
2581
53%
20
,,
1926….
8411131
21 Nov. 1925..
32’1
1
69%
20 Nov. 1925…..
84/11%
20 Juli
1914..
24i5,
54
1
18
20 Juli
1914….
84111
1)
in pence p.oz.stand.
2)
Foreignsilver in $c. p.oz.fine.
3)
in sh. p. oz.fine
STAND VAN ‘s RIJKS KAS.
Vorderingen.
1 6 Nov. 1926 1 15 Nov. 1926
Saldo bij de Nederlandsche Bank
–
–
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
f
16.442,83
/
735.126,96
Voorschot
op
uIt. Sept. 1926 aan de ge-
meenten
op
voor haar door de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en opcenten
op
de Rijksinkomsten belisting ……..
,,
49.550.456,42
,,
50.779.126.43
Voorschotten aan de kolonitn ……..
..
10.952.881,41
,,
11.202.614.83
Kasvord. weg. credietverst.a/h.buitenl
137.63(5.299,17
,,136.368.676,82
Daggeldleeningen
tegen onderpand
van Staa,sschuldbrieven
–
6.500.000,-
Saldo der postrekeningen van Rijks-
….
16.132.492,63
,,
20.801.941,27
cotnptabelen
…………………..
Vordering
op
het Staatsbedrijf der
P.,
–
–
T.
enT.’)………………………..
Id.
op
andere Staatsbedrijven 2)
..
760.348,03
–
Verplichtingen.
Voorschot door de Nederl. Bank
….
f
4.437.728,75
f
12.003.134,60
,,ll1.372000.-
,,1I1.369.000,-
Waarvan direct bij de Ned. Bank..
57.450.000.-
15.000.000,-
,,
42.320.000,-
–
14.228.609,50
,,
13.886.798,-
Schatkistbiljetten in omloop’)………
Schatkistpronieasen in omloop
………
Schuld ad. Bank
v.
Ned. Gemeenten
Zilverbons in
omloop
……
….. ……
Id. a. h. Alg. Burg. Pensioenfonds 2)
.
11.138.453,43
1.410.053,71
Id. a. h. Staatsbedrijf d.
P., T.
en
T.
2),,
25.451.771,97
,,
35.371.525.17
Id. aan andere Staat6bedrijvenl) ……
590.000,-
,,
1629.651,97
Id. aan
diverse
inatellingen
2)
……….
…..
36. 223.182,84
,,
36.215.515,76
Waarvan
f
12.056.000 vervallende
op t
Juli 1929.
In rekg.-crt. met ‘a Rijks Schatkist
NEDERLANDSCH-INDISCHE VLOTTENDE SCHULD.
1
13Nov. 1926
1
20 Nov. 1926
Totaal …………………………..
f30.881.000,-
/26.130.000,-
Voorschot uit
‘s
Rijks kas aan N.-Indië
1.126.000,-
,,
126.000,-
Indische Schatkistprom. in omloop
..
3.600.000,-
.
,,
5.800.000,-
Voorschot Javasche Bank aan N.-Indit
–
–
Muntbilj
tten
in Omloop
…………
.33557.000,-
,,33.l73.000,-
Ten
voordeele
van Ned.-lndië ge- boekte beleggingsgelden van het
3.075.000,–
,,
3.075.000,-
Idem van de Ned.-lnd. Postspaarbank
,,
737.000,-
768.000,-
Ned.-Ind
muntfonds …………
……..
Te goed
bij
‘a
Rijks kas………………….
–
–
Te goed bij de Javasche Bank
………..
11.214.000,-
,,16.812.000,-
24 November 1926
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1045
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans op 22 November 1926.
Activa.
Binnenl.Wis.(Hfdbk.
f
39.385.930,94
sels,Prom.,
Bijbnk.
7.760.467,93
enz, in disc.
Ag.sch.
16.232.514,36
f
63.378.913,23
Papier o. h. Buiteni. in disconto
–
Idem eigen portef.
.
f
182.450.864,-
Af :Verkochtmaar voor
de bk. nog niet afgel.
»
–
182.450.864,-
Beleeningen
mcl. vrsch…
Hfdbk.
43.604.173,43
–
•
in rek.-crt.
Bijbnk.
12.76i.687,86
,.
–
op onderp.
Ag.sch.
10.419.U2 82
f
126.791.034,11
Op Effecten…….
f
123.901.234,11
OpGoederenenSpec. ,,
2.889.800,-
126.791.034,11
Voorschotten a. h. Rijk ……………..,
7.079.149,82
Munt en Muntmateriaa]
Munt, Goud
……f
61.728.590,-
Muntmat., Goud
,,356.281.452,47
f
418.010.042,47
Munt, Zilver, enz.
•
27.320.933,68
Muntmat., Zilver
Effecten
445.330.976,15
Belegging Res.fonds.
f
6.998.176,68
id. van
1
1. v. h. kapit.,,
3.954.298,42
10.952.475,10 Gebouwen en Meub. der Bank ……..,,
5.142.000,-
Diverse
rekeningen ………………,,
61.245.006,01
f
902.370.418,42
Passiva.
Kapitaal …………………………
f
20.000.000,-
Reservefonds ……………………,,
7.047.731,06
Bijzondere
reserve ………………..,,
8.800.000,-.
Bankbiljetten in omloop……………,,
833.296.330,-
Bankassiguatiën in omloop………..
412.277,70
Rek.-Cour.
j
Het Rijk
f
–
saldo’s:
1
Anderen
21.912.141,77
,,
21.912.141,77
Diverse rekeningen ………………,,
10.901.937,89
f
902.370.418,42
Beschikbaar metaalsaldo
…………..f
273.638.534,51
Op de basis van
-‘j
metaaldekking …..
,,
102.514.384,62
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigdis. ,,
1.368.192.670,-
Voornaamste posten in duizenden
guldens.
Goud
Andere
Beschikb.
Dek-
Data
Munt
1
Munimat.
Circulafie
opeischb.
I
schulden
Metaal-
saldo
kings
perc.
22 Nov. ’26
61.729 356.281
833.296
22.324
273.639
52
15
’26
62.014 356.300 852.506
25.974
269.114
50
8
,,
’26
62.114 356.297
866.146 22.483 266.830
50
1
,,
’26
62.266 356.290
891.961 23.977
261.533
49
25 Oct.
’26
62.445
356.290
833.642 34.370
271.700
51
18
,,
’26
62.553
356.290 840.778
38.265
269.164
51
23 Nov. ’25
56 504 403.980
880.326 54.475
296.260
52
25 Juli
’14
65.703
96.410
310.437
6.198 43.521
1
)
54
Totaal
1
Schatkist-
B ‘e e-
Papier
Diverse
Data
bedrag
promessen
1
e
‘°
op het
reke-
dj.sconfos
rechtstreeks
buitenl.
ningen
2
)
22 Nov. 1926
63.379
–
126.791
182.451
61.245
15
,,
1926
68.327
–
131.243
180.238 72.921
8
,,
1928
71.186 6.000
148.308
178.810
65.058
1
1926
73.795 9.000
170.355
185.544
66.100
25 Oct.
1926
65.335
14.500
127.303 194.428
58.336
18
,,
1926
87.654
37.000
128.467
194.181
50.771
23 Nov. 1925
73.833
–
129.011
244.718 40.084
25 Juli
1914
67.947
14.300
61.686
20.188
509
1)
Op
de basis van
2
16
metaaldekking.
2)
Sluitpost activa.
SURINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data Metaal
ci
‘
lat
Andere
opeischb.
Discont.
D
16 Oct.
1926..L
1.048
1.537
1.080
899
688
9
1926-
1.048 1.612 1.106 896 586
2
1926..
1.064 1.584
1.126 003
594
25 Sept.
1926..
1.091
1.457 1.184 905 652
18
,,
1926..
1.071
1.481 1.241
890
552
17 Oct.
1925-
972 1.722 818 976
481
5 Juli
1914..
645
1.100
560
735 396
3 oluitpual ucr
U.ÇLIVU.
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
kencijfersderlaatstewekenzijntelegrafischontvangen.
Andere Beschikb.
Data
Goud
Zilver
Circulatie
opeischb. metaal-
schulden saldo
20 Nov.19261
227.000
331.500
69.000 146.900
13 ,, 19261
226.750
337.000
63.500 146.650
6 ,, 1926
227.500
337.000
68.000 140.500
16Oct. 1926 ‘199.022
28.590 334.569
70.312 147.132
9
1926 198.849
29.746 333.706
72.854 147.733
2
1926 198.935
29.984
330.457
76.457 147.972
25Sept.1926 199.092
30.243 329.220
69.010 150.138
21 Nov.1925 144.080
42.034 342.138
37.068 110.879
22Nov. 1924 159.079
54.816 277.971 109.708 137.048
25 Juli1914 22.057
31.907
110.172
12.634
4.8421)
Data
1
Dis-
1
Belee-
1
Diverse
–
conto’s
N.-Ind.
1
ningen
reke-
kiflgs-
1
percen-
1
betaalb.
1
1
ningenl)
1
20Nov.1926
148:830
‘.
57
13
,,
1926
149.680
.
57
6
»
1926
155.630
**
56
16 Oct. 1926
12.207
25.095
104.295
41.443
56
9
,,
1926
12.121
25.985
100.360
45.328
56
2
1926 12.191
24.561
102.275 44.301
56
25Sept.1926
12.158
23.854 94.850 43.534
58
21Nov.1925
16.843
24.945
83.616
67.933
49
22Nov.1924
34.749
17.454
94.065
36.818
55
25Juli1914
7.259
6.395
47.934
2.228
44
3)
Sluitpost activa.
1)
Basis
2h
metaaldekking.
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste
posten, onder bijvoeging der Currency Notes, in duizenden ponden sterling.
Data
Metaal
Circulatie
Currency
Notes
Bedrag
1
Bankbilj. 1 Oov. Sec.
17 Nov. 1926
153.000
138.109
287.120
56.250 236.301
10
»
1926
152.061
138.834
289.192
56.250
238.305
3
,,
1926
152.807
139.537 289.437 56.250
238.505
27 Oct.
1926
152.815
139.069
287.615
56.250
236.820
20
,,
1926
154.096 138.712
288.705
56.250
237.934
18 Nov. 1925
147.680 141.203
291.664
56.250
240.439
22 Juli
1914
40.164
29.317
–
Data
Oov.
Sec.
Other
Sec.
Public
Depos.
Other
Depos.
eserve
_Dek-
–
pe.)
17 Nov.’26
34.408
69.423
20.482
1100.218
34.641
28+
10
’26
36.210
69.366
18.638
102.164
32.976
2761
3
,,
’26
35.435 71.466
19.158
103.069
33.020
278
27Oct. ’26
36.715 70.094
17.756
104.850
33.496
28
20
,,
’26
35.325
72.772
20.202
105.344
35.134
28
18 Nov.’25
40.248
7 3.0 62
15.148 106.632
26.227
21
22 Juli ’14
11.005
33.633
13.736
42.185
29.297
52
‘3 veEIIuuu.ug IUB2ÇIICII fl.CbCIVC Cli UCpUblLb.
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen franos.
Waarv.
1
1
Te goed
Waarvan Belee
Data
Goud
In
het
iZili’er
in h
f.3)1
sets
ntngen
buitenl.I
buit
18Nov.’26
5.549
1.864
339
81
4.2601
18
2.169
12
’26
5.549
1.864
339
81
4.1931
15
2.244
4
’26
5.549
1.864
339
81
5.989
13
2.127
28Oct.’26
5.549
1.864 339
80
5.334
13
2.160
21
,,
’26
5.549
1.864 339
80
4.673
15
2.214
19Nov.’25
5.548
1.864 312 567
3.393
17
2.633
23 Juli’14
4.104 1
–
640
–
1.541
8
1
769
Buit.gew.I
Schat-
1
Diver-
Rekg.Courant
Data
voorsch.
ajd.
Staaslietten
1
kist bil-
1)1
sen
2)
Circulatie
Staat
c
[
e
t
rn
I
18Nov.’26
35.850
5.530
4.866
54.064
3.741
31
12
,,
’26
36.050
5.521
4.985 54.927
3.221
48
4
,,
’26
36.550
5.494
4.189
.
55.651
3.400
16
28 Oct. ’26
35.750
5.494
5.062
54.578
3.945
36
21
,,
’26
36.150
5.493
5.009 54.988
3.251
33
19Nov.’25
31.600
5.174 3.544
47.943 2.485
30
23 Juli’14
–
-.
–
5.912
943
401
in ulac. genomen wegena voorscn. v. o. ataata. riultenu. reseerungen.
2) Sluitpost activa.
2)
Met ingang van den bankstaat per 14October
is de post Tegoed in het buitenland in twee onderdeelen gesplitst.
Het tegoed bij de Russische Staatsbank is
pro memorie
opgenomen,
terwijl de thans opgenomen cijfers de andere rekeningen in het bui-
tenland voorstellen.
1046
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
24 November 1926
DUITSCHE RLJKSBANK.
Voornaamste posten in miflioenen Reichsmark.
Daarvan
Deviezen
Andere
Data
Goud
b(Jbui-
als goud-
wissels Belee-
ten!. circ.
dekking
en
nin gen
banken
1)
geldende
cheques
15 Nov. 1926
1.754,7 193,9
349,7
1.280,9
15,2
6
,,
1926
1.737,0
180,0
412,6 1.348,0
10,8
31 Oct.
1926
1.716,1
180,0
412,6
1.415,0
42,8
23
,,
1926
1.679,2
179,3
411,3
1.273,1
11,2
15
,,
1926
1.652,6
185,6
446,1 1.293,3
35,0
14 Nov. 1925
1.207,0 96,6 375,3
1.443,0
9,8
30 Juli
1914
1.356,9
– –
750,9 50,2
D a a
Effec-
Diverse
Circu.
Rekg.- Diverse
ten
Activa
2
)
latie
Crt.
Passiva
15 Nov. 1926
91,3
791,6
3.009,7
829,6
233,4
6
,,
1926
91,3 711,3
3.184,8
681,8
216,2
31 Oct.
1920
91,3
631,3
3.325,8
582,6
211,7
23
,,
1926
91,4
712,7
2.824,5
872,1
263,8
15
,,
1926
91,3
655,8
2.971,7
737,8
235,2
14 Nov. 1925
220,7
845,3
2.558,8
832,7
496,1
30 Juli
1914
330,8
200,4
1.890,9
944,-
40,0
‘)
Unbelast.
2)
W.o. Rentenbankscheine
13, 6 Nov., 31, 23,15 Oct.,
reap.
280,6; 220,3; 161,8; 256,9; 204,8
miii.
NATIONALE BANK VAN BELGIË.
Voornaamste kosten in millioenen Belgas.
Data
Goud
O.6
c
.,
..2
•
.
Rekg. Cr1.
1926
-.
__–
CQ
18 Nov.
002 484
1
38
513
36
400
———–
1.739
34
274
11
,,
584
484
1
38
504
42
400
1.760
38
228
4
566
492
1
38
488
51
400
1.755
42
212
28 Oct.
559
481
38
459
49
400 1.753
10
235
1)
Met ingang van 4 Nov. aan de schatkist gecedeerd.
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.
–
Voornaamste posten in millioenen dollars.
Goudvoorraad
Wettig
Wissels
Data
betaal
–
middel,
Totaal
Dekking
In her-
1
disc. v. d. 1
mde
open
bedrag
F. R.
Notes
Zilver
etc.
member
1
markt
banks
1
gekocht
3 Nov’26
2.807,3
1.399,7
127,4 075,9
332,1
27Oct.’26
2.823,3
1.465,8 130,8
631,9 307,5 20
,,
’26
2.825,9
1.461,1 128,9
586,6
292,8
13
,,
1
28
2.818,9
1.386,2
126,3
703,9
291,3
6
,,
1
26
2.813,4
1.446,1
128,7
623,6 273,3
29Sept,’26
2.807,1
1.424,7
130,1
716,6
275,0
4 Nov.’251
2.772,6
1.382,3
107,7
636,3
342,5
Data
Belegd
in
u. s.
–
F.R.
Notes
Totaal
–
estort
Goud-
Dek-
–
Algem.
Dek-
Gov. Sec.
in circu- latie
Kpitaal
–
kings-
perc.l)
kings-
perc.2)
___________
3Nov.’26
302,3
1.755,4
2.276,4
124,4
69,6
72,8
27 Oct. ’26
300,2
1.730,5
2.281,1 124,4
70,3 73,6
20
,,
’26
307,0 1.729,8
2.257,6
124,0
70,8
74,1
13
,,
’26
308,2
1.756,3
2.274,2
123,9
69,9
73,1
6
’26
306,3
1.731,0
2.259,8
123,9 70,4
73,7
29Sept.’28
302,0
1.716,5
2.330,4
123,8
69,3
72,0
4.Nov.
– ‘251
330,2 1.713,4
2.315,01
116,7
1
68,8
71,5
‘; vernouaing totalen goudvoorraad tegenover opeischbare schulden:
F. R. Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totalen voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.
Aantal
banken
conto’s
en
beleen.
‘
Data
de
Beleg-
gingen
banks
1.635
Totaal
depo-
1
sito’s
1
Waarvan
time
deposits
27Oct.’26
692
14.314
5.578
18.792
5.738
20
’26
692
14.376
5.563
1.629
18.877 5.723
13
’26
693
14.407
5.596
1.642
19.118
5.736
6
’26
693
14.414 5.609
1.621
18.966
5.666
29Sept.’26
694
14.395 5.634
1.668 18.939
5.674
28 Oet. ‘251
723
13.901
5.443
1.665
18.465
5.296
Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankataten.
EFFECTENBEURZEN.
Amsterdam, 22 November 1926.
In (Ie achter ons ]iggende berichtsperiode heeft de scherpe
rijzing van dcii fiaac ter beurze van 1′ a r ij
S
bijna eau
j);tliek veroorzaakt. Een heftige daling van 1e z.g.,,va
]uta”.fondsen is iugetre1en, welke cle geheele markt, niet
uitzoiiclering van die der Fransche obligaties heeft gedrukt.
rjen deele heeft deze gang van zaken ook iuvloel uitge.
oefend
OJ)
de fondsenmark
–
f. van L o n (1 e ii. I)e verbetering
van den franc heeft omvangrijke verkoopen uitgelokt van
fondsen, welke tevoren, als gevolg vaii cle ,,vlucht voor den
franc”, schijnen te zijn gekocht. Hierbij kt’am als speciaal
Engelsche overweging de omstandigheid, dat (le mijnwer. kersstaking formeel nog steeds geen einde heeft genomen,
hoewel er een sterk ,,verloop” valt i’aar te nemen. Aan
den L.11cleren kant heeft als tegenwicht gefungeerd de over-
weging, dat de 132ink van Etigelatid vermoedelijk iiiet zal
behoeven over te gaan tot verhooging van den disconto-
voet, iets, waarvoor eenigen tijd geleden in de City de
vrees werd gekoesterd. De afcleeling voor ,,gilt-e:lgecl”
pa-
pieren is dan ook vrij vast gebleven.
Te B e r 1 ij ii is de markt over het algemeen stil geweest
en de koersverschillen hebben veelal weinig aandacht ge-
trokken. Er is een opmerkelijk onlerscheid te zien tus-
schen de gesteldheid van cle fondsenmarkt in te achter ons liggende dagen en die van enkele weken geleden. Gaande-
weg schijnt er ook een baisse positie van eenigen omvang te zijn ontstaan, welke echter geen posities
01)
langen ter-
mijn inneèn1t.
Te New Yo ik is de aarzelende stemming nog stecls
overheersc-hend geweest. Deze werd veroorzaakt door de
tegenstrijclige berichten, welke uit versohillenc!e centra van
de nijverheid werden gemeld. Tegenover medecleelingen om-
trent een bevredigenden gang van zaken in de eene tak
van industrie stonden gegevens omtrent een verminderde
activiteit elders. Een daling van beteekenis is echter ner-
gens ingetreden, eens:lee]s, omdat de optimistische opvat-
ting van de naaste toekomst de overhand heeft behouden,
andertieels doordat de geldmarkt ruim is gebleven.
Te
ii 0
n z e ii t is cle fontlsetimarkt onder •len indruk geweest van de berichten omtrent onregelmatigheden itt’
Nederlandsch-Tndië. Hierdoor is een druk op de markt ge-
legd, welke zich echter niet in reacties van de verschil-
lende aancieelen heeft geuit, doch, eerder 01) te merken is
geweest door een inkrimping van de omzetten. Bovendien
werd, in den aanvang van de berichtsper’iode, een rijzing
tegengehouden, waar deze anders vermoedelijk wel plaats
zou hebben gevonden, zooals in de suikerafdeeling. De
grondtoon was echter voortdurend bijzonder rustig. Ook
voor de
bcleygingsmna.r/tt is
dit het geval geweest. Eenige
verkoopdrang werd opgemerkt voor obligaties ten laste
van Nederlandsch-Indië, doch ook hier is de reactie zeer
beperkt gebleven, terwijl voorts een deel van den achter-
uitgang vermoedelijk moet worden toegeschreven anti den
toestand van de geldmarkt. Van buitenlandsche beleggings-
papiel-en hebben Fransche soorten de aandacht getrokken;
cle koersbeweging hier heeft zich nauwkeurig aan de fluc-
tuaties van den franc aangesloten. 6 pCt. Ned. Werk.
Schuld 1922: 106
1
/
4
, 105%, 105
9
1i
6
; 4% pCt. Ne:l. Werk.
Schuld 1917: 99
1
/8,
98
15
/1e,
991/i; 4% pCt. Ned.-Indië 1926:
96
1
1,
96
27
/
32
, 967/
s
.; 5 pCt. Mexico Goud £ 20-100: 45,
44%, 43
1
/8;
5 pCt. Brazilië 1903 £ 100: 75%, 76%
;
8 pCt.
Sao Paulo: 102%, 102. 102%.
De
suikermarkt is
aanvankelijk onbewogen gebleven voor
cle gunstige berichten van de markt voor het product. On-
danks de vrij groote afdoeningen van de V.J.S.P. tot stij-
gende plijzen, werden aan onze markt geen kooporders uit-
gevoerd, iii verband met de afwachtende houding, welke
men ten aanzien van Neclerlandsch-Indië had aangenomen.
‘roen echter bekend werd, dat ije president van Cuba een
aanmerkelijke restrictie voor den aanstaanden oogst had
voorgeschreven, waarmede een nieuwe verheffing van de
Cubanoteeringen alsmede van de prijzen van de V.J.S.P.
gepaard is gegaan, veranderde de tendenz en konden zoowel
aandeelen H.V.A. als de minder courante soorten belang-
rijke koersverbeteringen behalen. Cultuur Mij. der Vor-
stenlanden:
173%,
179, 182; Handels Verg. Amsterdam:
662, 672%, 685; Java Cultuur Mij: 364, 360, 372, 381%;
Kalibagor: 416, 415, 430, 436; Ned.-Ind. Suiker Unie:
243%, 247%,
260%,
265; Pagottan: 273, 299%, 290; Poer-
woredjo: 116%, 118, 122%; Suiker Cultuur Mij.: 283, 291, 295; Tjepper: 670, 660%, 685, 694%.
Daarente
g
en waren
rubbercandeeler&
minder geanimeerd,
hetgeen echter in onmiddellijk verband •heef t gestaan met
den achteruitgang van den i-ubberprijs. Opmerkelijk
wad
het echter, dat de variaties van liet koerspeil in de meeste
gevallen werden bewerkstelligd door transacties van zeer
•–. :’
.
–
-….
:-
.
.;-.
24 November 1926
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1047
geriugen omvang. Vaak was aanbod van één of van slechts
enkele stuks voldoende om in cle minder ruim verhandelde
aaiideeleii aaiirnerkelijke verschillen te voorschijn te roe-
peil. De laagste koersen konden overigens op den laatsten
dag van de berichtsweek niet gehandhaafd worden; in cle
meeste gevallen trad een verbetering in. Amsterdam Rub-
her: 323, 321%, 316%; Dcli Batavia Rubber: 259, 249,
44%, 247; I[essa Rubber: 467,
460%,
456% di
; Insche
Rubber: 356, 350,
354%;
Java Caoutchouc: 204, 193, 197,
199; Kali Telepak: 313, 307, 306; Ned.-Indische Rubber &
Koffie 334, 325, 321; R’dam
rlapanoeli:
152, 148, 151;
Serbadjadi: 325, 317, 319; Sumatra Caoutchouc: 295%,
288, 282, 286; Sumatra Rubber: 368, 360, 361; Verg. In-
{lische Cultuur Ondernemingen: 185, 184%, 183%, 189
1
/2.
Tabaksaimd,celen
varen veinig bewogen; &et interim
dividend, door cle Deli Maatschappij aangekondigd, heeft
aan de verwachtingen beantwoord. Voor de overige soor-
ten bestond er geen aanleiding tot ingrijpen, nu van den
aanstaanden oogst geen nieuwe berichten bekend zijn ge-
worden. Arendsburg: 593, 588%, 593, 598; Besoeki Tabak:
268, 270; Deli Batavia: 444, 440,
439%;
Deli Mij.: 423%,
412%, 417%, 413; Oostkust: 197%, 199%, 197%; Senem-
bah Mij.: 402%, 398, 403,
Petrolcuina.andeelein
waren gedrukt. De prijsdaling van
Roemeensche petroleum Jeef t klaarblijkelijk cle voordeelen
van gestegen productie der iii Roemenië werkzame onder-
nemiligen eenigermate genivelleerd. Voor cle Koninklijke
Petroleum Maa’tschappij kwam hierbij nog de achteruitgang
in prijs van l’eiinsylvania olie. Door deze oorzaken zijn
bijna alle aaucleelen uit de petroleumafcleeling min of meer
gevoelig gedaald. ])ordtsche Petr. md. Mij. : 358, 356, 353;
Kon. Petroleum Mij.: 373%, 366%, 370; Geconsolideerde
Roll. :l’etr. Cy.: 174, 168% ; Perlak Petroleum: 68%, 66%,
69%; l’enda’,va: 35, 34%, 33.
&hcopveart pepi eren
waren rustig, doch niet buitenge-
woon opgewekt. Hoewel de mijnwerkersstaking nog niet tot
het verleden behoort, houdt men toch rekening met een
spoeclige beëindiging van het conflict en derhalve ook met
de mogelijkheid van een wijziging
01)
cle vrachtenmarkt. Het
aanbod was in deze af deeling niet groot, doch, daar de
vraag iii omvang achteruitliep, kon tegenover dit geringe
aanbod geen tegeupost van voldoende gewicht worden ge-
steld. Holland-Amerika Lijn: 60%, 60, 60% ; Java-China-
Japan Lijn: 131, 128%, 129; Kon. Ne:l. Stoomboot Mij.:
98, 96i/, 96
1
/8; Ned. Scheepvaart Unie:
174%,
175, 174%;
Stoomvaart Mij. Nederland: 170, 170%
1
172%.
Tnnn industl-ieele aandeelen
hebben kunstzijdesoorten op-
nieuw de aandacht getrokken. Hier was de handel tamelijk
omvangrijk, met een teudenz tot achteruitgang van de prij-
zeit. Het meest hebben anudeelen Maekubee van verkoopen
te lijden gehad; daarna kwamen aandeelen Enka, terwijl
niancicelen Hollandsche Kuastzijde Industrie zidh vrij goed
hebben kunnen handhaven. Centrale Suiker Mij.: 122%,
124%, 126; Hollandsche Kunstzijde Industrie: 85, 83%,
87%, 84%; Jurgens: 166%, 167%, 165%; Maekubee: 977/
s
,
93%, SS; Ned. Kunstzijdefabriek: 204%, 196%, 197%;
Philips Gloeilampenfabriek: 337%, 340, 345.
d[ijnaari.deelcn
hebben een bewogen aspect gehad. Aan-
deden Redjang Lebong varen zeer ongeanimeerd, op be-richten van een geringer gehalte van het gedolven erts en voorts in verband niet het ontbreken van vraag als gevolg
van de Indische ongeregeldheden. Daartegenover stonden
preferente annndeelen MUller Mijnbouw Mij., welke in groo-
te posten uit cle markt werden genomen in verband niet
het gewonnen proces inzake de Algaroba mijnen in Chili.
Alg. Exploratie Mij.: 107, 105, 108; MUller & Co.’s Mijn-
bouw Mij. (Pref. A.) : 34%, 31%, 35%, 39%, 50; Redjang
Lebong: 230, 221, 215%; Siugkep Tin Mij.: 454, 460,
452, 460.
Baivkaendeelcn.
varen kalm, met een stijgende tendenz
voor de Indische soorten, althans tegen het einde van de
berichtsweek. Amsterdamsche Bank: 162, 159%, 159%;
Roll. Bank voor Zuid-Amerika: 73%, 72%, 72%; Incasso
Bank: 120, 119%; Koloniale Bank: 216,
223%,
224%;
Ned.-Indische Handelsbank . 67, 169, 173; NecI. Handel
Mij.: 154%, 153%, 156, 157% ; R’.damsche Bankvereeniging:
83, 82, 84; Tweutsche Bank: 141, 142.
De Amcrika,ansclne nnarkt
bleef rustig en zonder opmer-
kelijke voorvallen. American Water Works: 285, 283 (ex
cliv.) ; Anaconda Coppei-: 1007/, 98%, 98311; Studebaker: 52%, 51, 50
13
1
1o
; United States Steel Corp.: 152%, 148%,
144%, 145%; Atehison Topeca: 156%, 155
1
1
1e
, 155%; Ene:
38, 38%, 38%; Missonri Kansas & Texas Rhilr.: 33, 32%,
32
8
1
16
; Union Pacific: 1637/
s
, 1627/
s
,
163%;
Wabash Rail-
way : 42
15
/
38
, 41″/
32
,
De notees-ing voor
prolongatie
daalde van 3% pCt. via
2% pCt. tot 3 pCt.
GOEDERENHANDEL.
GRANEN.
23 November 1926.
m-I:et einde der kolenstaking in E’ngeland heeft, zooals ver-
vacht werd, een beduidende inzinking op de vrachtienmarkt
veroorzaakt, welke inzinking een merkbaren invloed op de graanprijzen in Europa ten gevolge heeft gehad. De flauwe stemming, waaraan t a r w e in de afgeloopen week onder-
hevig was, werd niet alleen door de lagere vrachten ver-
oorzaakt. ])e statistische positie van het artikel is naar
veler meening van dien aard, dat lagere prijzen eerder te
verwachten zijn dan hoogere. In Noord-Amerika had de
markt te Chicago te lijden van het gebrek aan exportvraag,
terwijl te Winnipeg de ongeaninieerde stemming, behalve
.00r het gebrek aan belangstelling van de Europeesche koo-
pers, ook veroorzaaidt werd door het verhoogde cijfer van
den opbrengst. Ten slotte zijn de verschillen aan deze mark-
ten, vergeleken bij een week geleden, niet zoo heel groot,
dôch de terughoudendheid in Europa vindt haar oorzaak
giootendeels in de zeer gunstige berichten omtrent de as. oogsten op het Zuidelijk Halfrond. De termijnmarkten in
Argentinië zijn in de laatste weken clan ook gestadig om-
laag gegaan, en tenzij er op het laatste oogenblik nog iets
gebeurt, kan van Argentinië een flinke oogst worden te-
gemoet gezien. ])at ook de kwaliteit van dezen oogst be-
langrijk beter zal zijn, dan die van den vorigen, mag bewe-
zen worden door het feit, dat alle Plataverschepers voor
cle nieuwe tarwe een naturagewicht van 79 KG. willen
garandenren. Sedert den 16 dezer is cle markt te Buenos
Aires voor Februaritermijn 45 centavos gedaald, terwijl het
vè’rschil te Rosario voor dezen termijn 50 e. bedraagt. Wat
Australië betreft, de laatst ingekomen rapporten spreken
van een export surplus van 14 millioen quarters of ruim
3 millioen tons.
Onder deze omstandigheden hielden de koopers in Europa
zich zooveel mogelijk afzijdig, een meestal voorkomend ver-
schijnsel bij flauwe markten. De omzetten waren in de
veornaamste importlanden gedurende de afgelopen week
ddn ook van bijna geen beteekenis en bepaalden zich hoof d-
zakelijk
tot inkoopen voor directe behoefte. Intusschen mag
worden betwijfeld, of Europa voldoende voorraden bezit,
om het te kunnen volhouden, tot cle nieuwe Argentijnsche
tarwe ter verscheping gereed is. Aan te nemen is, dat er
nog heel wat zal moeten worden aangekocht, alvorens dit
tijdstip begint; doch bij de lagere vrachten, welke speciaal
gelden voor de Amerikaansche havens, zullen de
ivekeljk
sche versehepingen vel voldoende blijven om in de directe
behoeften te kunnen blijven voorzien.
De prijs van ‘r o g g e in Noord-Amerika is na een sterke
prijsdaling in de laatste dagen iets verbeterd. In verband
echter met de lagere vrachten, is de waarde in Europa be-
langrijk minder geworden. De vraag van de zijde der con-
sumptielanden laat nog steeds veel te wenschen over. Naar
Hambnu-g kwamen verleden week nog vrij veel zaken in
Amerikaansche rngge tot stand, waarschijnlijk met als
• eindbestemniing Skanclinavië. In Zuid-Dniitschland en aan
den Rijn was daarentegen de vraag vrijwel nihil. Hier te
lande klaagt men nog bij voortduring over gebrek aan af-
zét, niettegenstaande de voorraden van goede inlandsche
rogge geen beteekenis meer hebben. Van Rusland wordt
geregeld vrij veel rogge afgeleden en ook aangeboden, doch
dcanimo hiervoor is bij de koopers eveneens slechts matig.
Van den Donau wordt weinig meer geoffreercl.
M a 1 s was over het algemeen genomen in de vorige week
niet vast gestemd. De lagere vrachten kwamen, wat. Aigen-
tinië betreft, nog niet zoozeer tot uitdrukking, wijl laad-
ruimte
voor
spoedige belading in Argentinië nog schaarach
is. Voor Decemberbelacling werd dezer dagen nog grif 45 sh.
betaald, hetgeen nog ver van een normaal vrachtcijfer ver-
wijdercl is. De flauwe stemming werd voornamelijk door
Argentinië zelf veroorzaakt, alwaar de termijnmarkten
vrijwel dagelijks lager waren. Sedert 1 Mei heeft Argenti-
nië een hoeveelheid mals van ruim 14 millioen qrs. ge-
exporteerd, tegen een totaal van ca. 16 millioen gedurende
Mei 1925 tot April 1926. De voorraden in de zeehavens,
gereed ter varscheping, worden volgens de laatste berichten
gëschat op 380.000 tons tegen verleden jaar om •dezen tijd
200.000 ton. Edn en ander bevestigt dus de vroeger gepu-
bliceerde rapporten, dat Argentinië een zeer grooten maïs-
oogst heeft binnengehaald, ten volle. Een tweede factor,
welke tot cle weifelende houding der niaïsmarkt bijdroeg,
was het sterk vermeerderde aanbod van Donauma.ïs. De
kwaliteit van deze soort schijnt ditmaal bijzonder goed te
zijn. De prijzen zijn in de laatste 10 dagen dermate gedaald,
dat zij bijna het niveau van Platamaïs hebben bereikt, het-
geen echter de kans op grootere omzetten in Don aumais
ifc
sterke mate vermeerdert. De Engelsche markten ver-liepen de vorige week zeer lusteloos en de lust tot zaken
1048
ECONOMISCH-STAflSTISCHE BERICHTEN
24 November 1926
Noteeringen.
–
Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.
Chicago Buenos_Aires
Soorten
22
Nov.
15Nov.
23
Nov.
Data
1926
_________
1926 1925
Tarwe
1
Maïs
Haver
Tarwe
MaYs
Lii nzaad
._____..__.
Tarwe (llardwinter II)
•
1j
Rogge (No. 2 Western)
.
•1
_________
16,-
12,50
16,-
12,50
Dec.
Dec.
Dec.
Dec.
Dec. Dec.
15,75 10,60
-.—–
20Nov.’20
1335/
s
70″
417/
6
12,_
5,45
14,90
178,-
210,-
13
,,
’26
13571
8
681’i
41
3
18
12,60
5,90
114,80
Gerst (48 lbs. malting)
. .
215,-
215,-
188,-
20Nov.’25
159
1
/,
74%
13,70
8.30
18
,9
5
Haver (Canada 3) ……..
1
11,75
12,-
10,75
20Nov.’24
1491/
8
1l6
53
15,90
10,90
23,20
Mais (La Plata)………..177,-
Lijnkoeken (Noord-Amen-
20Nov.’23
102′,
428/
8
13,20
10,35
22,95
kavanLaPlata-zaad).l
12,10
12,20
15,20
20Juli’14
82
5631
8
3634
9,40
5,38
13,70
Lijnzaad (La Plata) …..
8
386,_
373,-
1
438,-
8)
per 100 KG.
2)
per 2000
KG.
8)
per 1960 KG.
AANVOEREN in tons van 1000 KG.
Rotterdam
A rnslerdam
Totaal
Artikelen
14120
Nov.
Sedert
Overeenk.
1926
1
Jan.
1926
tijdvak
1925
14120
Nov.
1
Sedert
1
Overeenk.
11
1926
1
1925
1926
1Jan.
1926
tijdvak
1925
II
Tarwe ……………..
.24.176
1.508.569
1.138.862
Rogge ……………..8.088
244.438
269.293
Boekweit ………………..96
18.983
20.306
21.3
Maïs ………………..34
825.678
703.170
Gerst ……………….19.118
351.058
263.478
Etaver ……………..
..263
160.169
1
203.206
Lijnzaad …………..
..
..1.110
195.528
205.674
Lijnkoek …………..
2
…409
221.849
170.27.1
Tarwemeel …………..4.930
86.648
112.201
Andere meelsoorten . . .
308
14.280
8.948
doen w’as daar te lande niet bijzonder groot. I.Iet tegeil-
deel was het geval op het Continent. Tot da dagelijks lagere
prijzen toonde men goeden koopi-ust, terwijl.wat ons land be-
treft, de consumptievraag vrij bevre:tigend blijft, zoodaf
voor spoedige mais een vrij groote premie wordt betaald.
Hetzelfde verschijnsel doet zich te Antwerpen en Hambnrg
voor. Ten slotte werkt het prijsniveau van mais, hetwelk
laag te noemen is, het zakendoen sterk in de band.
Onder invloed van de daling ‘der Donaumaisprijsen is de
belangstelling voor Amerikaansche Mixedmaïs weder onder
het nulpunt gedaald. Hiertoe werkte ook de markt
to
Chicago mede, welke cle vorige week vrij vast gestemd was
op betere consumptievraag daar te lande. –
De g er s t-markt verliep eveneens flauw. Bij dit artikel
ondergingen de prijzen den invloed der vrachtenverlaging
zeer sterk. Vooral Ameriksensche gerst is belangrijk
jfl
prijs gedaald en kon toch maar matige belangstelling oi-
wekken, wijl de vraag, zoowel hier te lande als in Duitsdh-
land, zeer miniem geworden is. Hamburg, welke makt vbör
gerst een voorname plaats bekleedt, gaf eveneens weinig
steun. Ook daar was do stemming zeer ongea-nimeerd. Viin
La Plata wordt nieuwe gerst op verscheping in het begin van het volgende jaar regelmatig aangeboden, doch veel
belangstelling bestaat er niet voor. in Engeland hieldén
de koopers zich eveneens afzijdig, zoodat het levendige beeld,
hetwelk de gerstmarkt eenigen tijd geleden- vertoonde, zoo
goed als verdwenen is.
H a v e r is slechts vast te Wiunipeg, elders ter wereld
lusteloos. Argentinië biedt geregeld haver aan, waarvoor zich nog weinig kooplust openbaarde, zelfs niet in Enge-
land, waar deze soorten gemeeulijk grif worden gekoeh.
1-her te lande was voor geen dén soort haver helangstellig
te ontdekken.
SUIKER.
Het bericht, (lat President Machado nog in den )oop
dezer maand een decreet zal doen uitvaardigen, waarbij de komende Cubaoogst beperkt zal worden tot 4.500.000 ton,
had op de verschillende suikermarkten een sterke prjssfi,j-
ging ten gevolge.
In A n ei- i k a avanceerden de noteerin.gen op de ter-
mijn markt als volgt:
Sp. C. Dec. Jan. Mrt. Mei Juli
Slot voorafgaande week -4.58 2.79 2.82 2.91 2.98 -,
Opening verslagweek .. 4.58 2.76 2.80 2.89 2.97 3.04
Slot verslagweek ……4.77 3.05 – 3.08 3.17 3.25
De ontvangsten in -de AtI. havens der V. S. bedroegen
deze week 05.000 tons, de versmeltingen 58.000 tons tegen
56.000 tons in 1925 en de voorraden 209.000 tons tegen
58.000 .tons.
In Cubasui-ker ging zoo goed als niets om, daar planters
en houders van deze suiker zich zeer gereserveerd toonden. De C u b a-statistiek -is als volgt:
–
13.842
21.116
1.522.411
1.159.978
–
1.940 450
246.378
269.743
–
1.418
150
20.401
20.456
7.450
106.912
1
67.067
932.590
770.237
300 12.311
1
11.046
363.360
274524
220
2.831 602
163.000
203.808
6.100
188.811
1
62.897
1
384.339
208.571
–
–
–
221.849
170.271
1.780
25.192
1
18.334
111.840 130.535
–
–
–
14.280
8.948
1926
1925
1924
Tons
Tous
Tons
Weekontvangsten tot 13 Nov. 38.253 29.338 8.863
Totaal sedert 1112 tot 13111 .. 4.583.373 4.907.383 3.905.984
Weekexj)ort 13 November . . 83.851 72.262 33.806
Totaleexport sedert 111 t. 13111 4.253.883 4.525.144 3.820.624
Totale voorraad 13 November 329.402 388.514 85.113
W ii 1 e t t & G r a y publiceerden de volgende wijzigili-
gen in hunne raming der wereldsuikeroogsten 1926/27:
Cnba ……………4.500.000 •toiis
Louisiana ………..88.000
V. S. Biet ……….840.000
:Philippijnen ………520.000
Zij hebben het totaal teruggebracht tot 23.363.000 bus, hetgeen eene vermindering beteekent van 1.003.000 tons
iii vergelijking met -de opbrengst van verlecleh jaar.
in E n ge 1 na d trokken (le prijzen voor effectieve sui-
kers als ook op de termijnmarkt flink aan.
Baffinacieurs verhoogden in de afgeloopen week hunne
l)rjzen voor alle posities met .Sh. 116, terwijl in Javasuiker
een leven-dige handel tegen oploopende prijzen plaats vond.
Dc termijnmarkt sloot Zaterdag op cle volgende notee-
ringen:
November ……Sh. 161_
Mei
1927… Sh. 1713
December ……,, 16/2%
Aug
,…..,, 171734
b’Eaart 1927 . . .
,, 171_.
Dec
,, 17/1%
De Zichtbare Voorraden, zijn volgens Czarnikow:
1926
1925
1924
T-ons
Tons Tons
Duitschiand 1 October ……
80.000
17.000
2.000
Tsjechoslowakije 1 November
306.000 388.000
337.000
Frankrijk
1. October ……..
51.000 51.000
50.000
Nederland
1 October ……..
47.000 67.000 30.000
België
1
October
……….
18.000 18.000 11.000
Polen
1 October …………
43.000
35.000
7.000
Engeland 1 November
.
.. ..
.
377.000
286.000
118.000
Europa.. 922.000 862.000 555.000
V.S. Atlant. havens 17 Nov… 209.000
58.000
31.000
Cuba 13 November ……..329.000 388.000
85.000
Totaal .. 1.460.000 1.308.000 671.000
Naar B r 1 t s c h.I n di ë verc1en weder flinke ‘hoeveel-
he:len . Europeesche Kristalsuiker verkocht tot ongeveer
Sb. 17/- tot Sh. 1717, c. & fr. voor December versoheping
en 5h. .17/4Y
2
tot Sh. 17110
voor Januari/Maart.
Op J a v a verhoogden de Visp. hunne prijzen voor oogst
1.927 tot
f 18
per 100 KG. basis Superieur, waartegen
flinke kwanti-teiten werden afgesloten. Daarna werd de
prijs verder ve.rhoogcl en kwamen ‘verkoopen tot stand tot
basis
f
18,25. Verkoopers trokken -zich toen terug en na
biedingen tot
f
18,50 geweigerd te hebben vonden verdere
verkoopen plaats op basis
f
18,75.
In de tweede hand verhoogden koopers hunne biedingen
tot
f
l27/ per pico! voor Superieur December levering;
24 November 1926
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
1049
f
13 voor Januari;
f
131 voor Februari en j’ l
21
/s voor
disponibele No. 16 &/hooger.
IT i e r te 1 a ii cl e opende de markt vast bij vergeefsche vraag tot
f
19% voor December;
f
19% voor Maart;
f
19
voor iiI:ei en
f
20% voor Augustus. Hierna trad eene reac-
tie in en ontstoncl ruim aanbod tot bovengenoemde prijzen.
In sympathie met New York en Londen trokken prijzen
daarna echter sterk aan en sloot de markt zeer vast op
f
20% voor December;
f
211% voor Maart;
f
21% voor
Mei en
f
21% voor Augustus. De omzet bedroeg deze week
ongeveer 6700 tons. De markt opende Maandag opnieuw
hooger.
KATOEN.
Noteeriug voor Loco-Katoen.
(Midclling Uplands.)
19Nov.
1926
1
12Nov.
1926
1
5Nov
1926
1
19Nov.
1925
19 Nov.
1924
New York voor
Middling…
12,95e
13,05e
12,65e
21,— c
24,35 c
New Orlean8
voor Middling
12,57 c
12,71e 12,32e 20,08e
24,40e
Liverpool
voor
–
Middling…
7,03 d
6,95 d
6,88 d
10,74 d
13,85 d
Ontvangsten in- en uitvoeren van Amerikaansche havens
(In duizendtallen balen).
1 Aug.’26 Overeenkomst/ge periode
tot
–
–
12Nov.’26
1925
1924
Ontvangsten Gulf-Havens.
5650
4413
3914
,,
Atlant.Havens
)
Uitvoer naar Gr.Brittannië
782
789
798
‘t Vasteland etc.
1850
1770
1409
Japan
387
322
220
Voorraden.
(In duizendtallen balen).
Overeenkomstig tijdstip
12Nov.
1
26
–
1925
1924
2651
1400
1340 1346
1638
1410
Amerik. havens………….
44
206
Binnenland …………..
New
York
……………96
w
592 427 332
Ne
Orleans ………….
Liverpool
..
.
..
………_
537
267 235
Marktberioht van de Heeren Sir Jacob
Behrens
&
Sons.
Manchester, d.d. 17 November 1926.
De Amerikaansche katoenmarkt blijft vast en prijzen
hebben zich slechts tusschen nauwe grenzen bewogen. De
werektcousumptie is grooter dan verleden jaar en tot nu
toe bedragen ontvangsten in de havens 1 ‘/ nnllioen balen
meer dan verleden jaar. in Egyptisc’he soorten was gedu
rende het laatste gedeelte der vorige week een kleine prijs-
stijging, die sindsdien weer verloren gegaan is. De nieuwe
oogst staat er goed voor en voorraden in Alexandrië zijn
grooter dan een jaar geleden. In sommige kringen ver-
ivaclit men, dat de aankomst van nieuwe katoen tegen liet
einde van de maand van invloe.l zal zijn op de markt. De
totale verkoopen in Li.verpool gedurende de vorige week
bedroegen 43.000 balen, hetgeen ongeveer gelijk is aan het
gemiddelde der laatste weken.
in de Anierikaansche garenmarkt is liet nog rustig. De
belangstelling voor grove nummers is zeer gering. Voor
medio nummers bestaat een goede vraag, doch de concur-
rentie doet zich heviger voelen, waardoor. marges voor
spinners kleiner begintien te worden. De omzet, zoowel in
ntule als ringgarens, is bijna gelijk aan de productie. Het
schema van de Cotton Yarn Association Ltd. voor de
prijsregeliug van gareus van Amerikaansche katoen ge-
sponnen, wordt nog niet zoo gesteund als men wel ver-
w’aeht had en in cle afgeloopen week is er een nieuwe cir-culaire verzonden, waarin de aandacht w’ordt gevestigd op
de noodzakelijkheid van meer steun, voordat het schema
in werking kan treden. Iii Egyptisohe cops, zoowel voor
fabricage als doubi ing, rapporteeren enkele spinners betere
zaken, doch over het algemeen beperken verkoopen zich
tot dringende behoefte.
De cijfers van cle Board of Trade betreffende den export
van katoenen garens gedurende de maand October toonen een daling van 4% millioen pond, vergeleken bij dezelfde
maand verleden jaar. :Dnitsch.land en 1-lolland samen zijn
4.925.500 lbs. lager, doch zijn, vergeleken met dezelfde
maand van 1924, slechts 1.363.700 lbs. lager.
ii de dekmarkt bestaat een goede vraag, welke echter
hoofcl’aakelijk dient om op de hoogte te zijn van cle huidige
vraagprijzen zonder het aantal geboekte orders belangrijk
te vergrooten. Er is niet veel verschil in de genoteerde
prijzen, die over het algemeen vast zijn. De hoop op een
spoedige beëindiging van de koleustaking stemt over het
algemeen w’el optimistischer en het zal voor den handel
zeker een groote verplichting beteekenen indien cle moei-
lijkheden, veroorzaakt dooi- cle kolenstakiug, tot liet ver-
leden zullen behooren. Het is nog een kw’estie van vertrou-wen en of de overzeesche maakten, door zich thans afzijdig
te houden, Inter goedkooper zullen kunnen boeken, is nog
de vraag. Tot op heden lijkt liet er niet na;.Lr, dat prijzen
door dit proces verder zullen dalen; onze ervaring is, dat ondanks het geringe aantal geboekte orders; prijzen vast
blijven en de pogingen om het geduld cii (le volharding van
verkoopers op proef te stellen, tot nu toe weinig resultaat
hebben gehad.
10Nov. 17 Nov. Oost.koersen.DNov. 16Nov.
Liverpoolnoteeringen. T.T.opBr.-Indië 115 1/5e
F.G.F. Sakellaridis 14,80 15,00 T.T.opflonkong 1/10k 1/11
G.F. No. 1 Oomra.. 5,00 5,05 T.T. op Shanghai 2/4% 215
KOFFIE.
Nog steeds is de wisselkoers in Brazilië de voornaamste
der factoren, die den loop van het artikel beheerschen. De
eheele week liep de koers onafgebroken, en zelfs meestal
niet vrij belangrijke sprongen, lar (Londen, dat bij het
alsluiten van het vorige bericht 61i6 genoteerd werd, staat
thans op 6
1
1
32
). Of op (lezen loop invloed is uitgeoefend door
een opstand, die, volgens dezer dagen ontvangen telegraf i-
sche berichten, zou uitgebroken zijn in Rio Grande do Sul,
valt hier niet te beoordeelen, doch indien dit het geval is, is
het toch niet waarschijnlijk, dat die invloed zeer groot is ge-
w’eest. Wel valt met zekerheid vast te stellen, dat de finan-
cieele politiek van den nieuw’en Braziliaanschen President,
die 15 dezer is opgetredeu, van verschillende zijden aan he-
vige kritiek is onderworpen. T-Tij heeft te kennen gegeven, dat
het verbeteren van den financdeelen toestand van zijn land
het voornaamste plint van zijn programma zal zijn en men
gaat in Brazilië gaarne accoord niet zijn schoone toekomst-
plannen, zooals besnoeiing der uitgaven, consoliclatie van
cl.e vlottende schuld, ontwikkeling en bevordering der pro-
ductie, beperking van den invoer, aantrekking van vreemd
kapitaal en van vreemde arbeidskrachten, verbetering van
de betalings-balans en ten slotte opmaking van een slui-
tend budget, doch velen zien in, dat deze plannen, die onge-
twijfeld van goeden wil getuigen, met elkander nog niet in
staat zijn om stabilisatie van de Milreis in het leven te
roepen. Daartoe is ten slotte nog meer noodig, in de eerste
plaats de fourneering van een voldoende gouddekking, en dit is juist het punt, waar nog zeer weinig licht over is op-
gegaan. Dit maakt, dat door velen daar te lande de toe-
komst voorloopig nog niet wantrouwen wordt tegemoetge-zien. In elk geval, zooals reeds gezegd, daalde de koers op
Londen tot eene fractie boven 6 d., niettegenstaande nog
koi-t geleden was te kennen gegeven, dat getracht zon ivor-
den hem op 6% te stabiliseeren. In den aanvang gingen de
koffieprijzen met den dalenden koers mede omlaag, zij het
ook niet in diezelfde mate omdat de Braziliaansche koff ie-
prijzen in Reis eenigszins opliepen. Toen echter deze laatsten
ten slotte met een flinken sprong omhoog gingen, stegen
ce kost- en vracht-aanbiedingen van Rio en van Santos we-
dèr en liepen de termijilprijzen ten onzent, die natuurlijk
niede ingezakt .ivaren, ook iets op.
Van de gewasschen Centraal Amerikaansche soorten ble-
ven de prijzen vrijwel onveranderd, doch Robusta van Ne-
derlandsch-Indië, in de eerste plaats Palembang Robusta,
liep nog iets verder achteruit.
In loco ging het een en rnder om; van beteekenis was de
afzet echter nog altijd niet.
De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Saumtos
op prompte verscheping zijn thans ongeveer 911- á 921- per cwt. en van dito Prijne ongeveer 9316 d 94/6, terwijl zij van
Bio type New-York 7 niet beschrijving, prompte versche-
ping, bedragen 7516 It 761-.
Van Robusta op af lading van Nederlandsch-Indië zijn cle
prijzen in de eerste hand op het oogenblik
Palembang Robusta, November/December verscheping,
39 ct.; Palernbang Robusta, DecemberfJ anuari verscheping,
39% ct.; Mandheling Robusta, NovemberfDeceniber versche-
ping, 44% ct.; Faq. Robusta, November/December ver-
scheping, 51 ct., alles për % KG., cif., uitgeleverd gewicht, netto contant.
De of ficieele loco-noteeringea werden verlaagd van 61
op 60 ct. per % K.G. voor Superior Santos en van 52 op
51 ct. voor Robusta.
De noteeringen aan •de Rotterdamsche termijnmarkt wa-
ren aan de ochtend-call als volgt:
L
1050
ECONOMISCH-STATISTISCHE, BERICHTEN
24
November
1926
Santos-contract
Gemengd Contract
basis Good
11
basis Santos Good
Dec.
1
Mrt.
1
Mei
1
Sept.
11
Dec.
1
Mrt.
1
Mei
1
Sept.
23 Nov.
497
4731
8
46118.
4371,
/8
/8
4331, 41
,
1
8
16
,,
9
/8
48s,
47
447/
5
483/
8
46
44
42l/
9
,,
50X
49X
48
45
48’1
8
461
8
44
1
/
8
4211
8
2
,,
49
18
4831
8
47S
44y
4
473/
8
45%
433,
4171
8
De slot-noteeringen te New-York
van het aldaar ge1denie
gemengd contract (basis Rio
No. 7) waren:
Dec.
–
Maart
1
4ei
j
Sept.
22ov ………
$
15,31
$
14,98
$
14,45
$
13,50
,,
15,85
15,35
14,80
,,
13.78
;
15
,
……….
,,
15,90
..
15,36
,,
14,4
,,
13.80
8
………..
1
,……….
,,
15,60
,.
15,09
14,64
,,
13,70
Rotterdam,
23 November
1926.
THEE.
De theemarkt gaf in de afgeloopen week een vrij vaste
stemming te zien met prijzen, die voor vrijwel alle soorten
van
1%
tot
4
cl. hooger waren.
De aanvoeren in het Vereenigcl Koninkrijk blijven groot,
zoodat het aanbod daarmede in overeenstemming is. Het
binnenkort te verwachten einde van de kolenstaking dot
echter meerdere vraag. ontstaan voor de ordinaire en miçj-
densoorten, terwijl ook de vraag voor export toenemende is.
Amsterdam; 22 November.
II
RIJST.
Sedert ons laatste bericht is de markt voor on.gepld
overwegend flauw geweest, met afbrokkelende prijzen, zoo-
wel voor Burma, Siam en Saigoon, als voor Java. De groote
oogstraming voor Siam 1.500.000 ton (tegen circa 900.000
ton van den vorigen oogst) droeg daartoe het hare bij.
De lagere fobnoteeringen vonden in de sterk gerezen vrach-
ten eenigszi.ns een tegenhanger, doch in het algemeen was
de gang van zaken voor koopers verre van bevredigendi
Intusschen is ook de tweede Japanraming gepubliceerd,
welke 375.000 ton kleiner is dan de eerste en ook bij den
vorigen oogst circa 300.000 ton ten achter staat. De mark-
ten in het Oosten zijn daaldoor iets vaster geworden.
De Javarijst exportzaken zijn deze campagne niet van
groote beteekenis geweest, daar behalve aan de Hollandsche
pellers weinig naar Europa verkocht kon worden. Het af-
scheepseizoen voor dit jaar nadert zijn einde. De afzet
van gepeld beafitwoordde niet aan de verwachtingen en 4e
Amerikaansche Bluerose. blijft tot geleidelijk dalende prij- 1
zen aangeboden. In Spaansche en Italiaansche soorten w’
ren de, omzetten minimaal.
23 November 1926.
.
COPRA.
De markt bleef de afgeloopea week kalm gestemd.
Het dringend aanbod van stoomend goed heeft thans vri
wel opgehouden.
De slotnoteeringen zijn:
.
Ned. Indische f. m. s. stoomend .
………….
fi. 323
‘1
s
,,
,,
•.
,, –
Nov/Dec. afi. …………
,, 32
,,,,
»
Dec/Jan.
,,
…………,,
32i
Rotterdam, 22 November 1926.
STEENKOLEN.
Het is dan ten slotte zoo geloöpen zoçals velen voorzien –
hadden, n]., dat de moeilijkheden in de kolenvelden in
Groot-Brittannië zouden eindigen, niet met een compromi,
doch met een totale capitulatie van de mijnwerkers. Dat is
waarop het op het oogenblik vrijwel neerkomt. Er werken
vandaag ca. 400.000 mijnwerkers en het is te ver-wachten,
dat er no .vel eenige dagen mede gemoeid zullen zijn, al-
vorens de rank and file aan den gang zijn. De groote vraag
voor (Ie Engelsche mijnindustrie is, vast te stellen
–
hoevele
vaste afnemers ze verloren heeft, .resp. tot welk percentage
-de productie zal dienen te worden beperkt. Een omstandig-
heidten gunste van den Engelschen mijnbouw is, dat West-
falen tot April -.s. uitverkocht is en dat A.merikaansche
kolen van hettooneel verdwijnen zullen, omdat ze te duur
zijn. De Engelsche Regeering heeft een embargo gelgd op
den uitvoer van kolen en het staat te vdeezen, dat dit
niet zal worden opgeheven, alvorens zooveel w’ordt gepro-
duceerd, dat aan alle binnenlandsche eisehen kan worc1n
voldaan. –
De prijzen zijn:
.
Westfaalsche Vetförder …………
f
25.—)
Vetstukkeii ………. .. 27.—)
Smeenootjes ……… ., 27.50) itoininaal
Gasvlaniförder …….., 26.—)
Gieteokes ……………23.—)
illes per ton van :1000 KG., franco station Rotteidam/Am-
sterdam.
West’faalsche bunkerkolen f.ob. Rotterdam/Amsterdam
-f
37.50. Markt vast.
23 November 1926.
IJZER.
in de laatste twee weken is ruwijzer nog s’eer vaster
geworden, de vraag is groot, doch de pi-oclucenten zijn voor-
loopig vrijwel uitverkocht. De prijzen zijn dan ook weer
gestegen, gieterij-ijzer N,r. 3 noteert f.o.b Antwerpen 82 sh.,
welke prijs naar verluidt voor December levering op 85 sh.
gebracht zou zijn lii tegenstelling met cle ruwijzermarkt
is cle mai-kt voor walsproducten niiucler levenlig. De vraag
is teruggeloopen, omdat Engelsche koopers, nu het einde
van cle kolenstaking zoo nabij schijnt, eene afwachtende
houding aannemen.
In Engelsdh’hematiet werden de vorige week geen zaken
geaan, zoodat)geen prijs genoteerd kon wor.:len. De prijs van Fransch sedn phosphoreus gieterij-ijzer is met 30 frs.
verminderd.
Noteering in de week van
8114 Nov.
15121 Nov)
16
/
22 Nov.
1926 1926 1925
Ruwijzer.
[.0.
b. Middlesborough
Sh. Sh.
.,
Sh.
Cleveland Foundry no.1
12516 12516
68
1
–
3
12016 12016
–
66/_
4
11916
1 196
651_
Hematite East Coast
Mixed Numbers
921_
–
7416
Wagon départ Lon.gwy
(Lot haringen)
Frs.
Frs.
.
Frs.
Moulage P. L. no.
3
..
600..
600,—
345,_., Semi-phosphoreuse …
640,—
640,.
365,-1
ab Werk Rheinl.-West falen
Iv[k.
Mk.
Mk.
Giessereiroheisen
no. 1
88.—
88.—
88.-
11
3
86..—
86.–
86.-
Hamatit …………..
93.50
93.50
93.50
f.o.b. Antwerpen
Sh.
Sh.
Sh.
,Giet.erij ruwijzer no. 3
80/6_82/_
821-
601_
Walsproducten.
….
t.
o. b. Antwerpen (vrijbi.)
Sh.
Sh.
112/6-115
11216
–
Stafijzer
………….
Plaatijzer 5 mM …….
.125f_
12216
–
11
3
,.
……
.135/-
13416-135
–
METALEN.
Loco-Noteeringen te Londen:
Data
Koper
Stan-
daard
Koper
Electro-
Tin
lytisch
Lood
Zink
NO
1926…
57.2/6
65.101-
312.216
29._/_
33.51_
15
,,
1926..
57.151_
65.176
311.51.
29.101.
34._/_
8
,,
1926..
57.5/..
66./L
303.216
29.1
32.1716
1
,
1926…
57.1216
66.151_
293.151-
29.51_ 33.1216
23
Nov.
1925..
60.10/_
67.51-
287.216
36.101-
39.216
20
Juli 1914…
61.-1-
145.151_
19.-/-
1
21.101-
–
RIJNVAART.
Week van 14 t/in. 20 Noveuiber 1926.
De aanvoeren van zeezijde, ‘hoofdzakelijk erts, varcn
tamelijk ‘levendig; de verschepingen van kolen bleven sta-
tionnair.
Scheepsruimte, hoewel schaarsch, bleef, bij tanielijke
vraag, voldoende beschikbaar. De ertsvraeht bedroeg f0,50
-niet
1%
en f0,60 met lostijd.
Naar den Boven-rijn was weinig vraag; cle vracht voor
ruwe producten bedroeg gemiddeld
f
1,50 h
f
1,60 per last
met verkorten -lostijd. :Daghttir voor diverse goederen 3
3
ets. per ton.
–
– Verscheidene schepen sleepten
01)
eigen ‘eisico ledig op,
om in de ]tii-lu’liavens -kolen te laden. Voor schepen, die
hier voor hetzelfde doel werden geclirterd, bedroeg de
daghuur 3 ets. per ton.
Het sleeploon bedroeg gernidaeld 35 It 40 ets, tarief.
:De waterstand, hoewel tot het laatste der week vallend,-
bleef gunstig.
:lsii de Ituhrliavens namen (le versohepingen van kolen
ceuigszins af, terwijl iiijnruimte voldoende beschikbaar was.
De vracht voor exportkolen naar Rotterdam bedroeg Mk.
1,60 per ton, niet viij sleepen.