29 ISEPTEMBER 1926
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN
Economisch~Sta
*
tistische
Beri*chten
ALGEMEEN WEEKBLAD VOOR HANDEL, NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET iNSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN
1IE JAARGANG
WOENSDAG 29 SEPTEMBER 1926
No. 561
INHOUD.
Biz.
RUND VEETEELT iN NEDERLAND
door Dr. E. van Welderen
Baron Rangers …………………………….856
De handel van China gedurende het jaar
1925
door
Thos.
T. R. Fergitson …………………………….857
De Gouvernenientbedrjven in Nederlandsch-lndië door
Ir. J. van der Waarden..
………………….. 860
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING:
Wijiigingen in de Begrooting en de Regeling van
het Geidwezen in Oostenrijk door
Dr. R. Kerschagi 862
AANTEEKENINGEN
Voordrachten van Prof. Dr. L. v. Mises ………..
863
Indercijfers van groot. en kleinhandelsprijzen in
Nederl.Indië
………………………….
863
Loonen en grondhuren in de Javasuikerindustrie ..
864
BOEKAANKONDIGING:
Th. van Lier: De sociaal-economische beteekenis van
het Nederlandsch-Belgische Verdrag, bespr. door
Prof. Dr. C. A. Verrijn Staart ……………… 865
MAANDCI.WER’:
Emissies in Augustus
1926 ………………….866
Giro.kantoor der Gemeente Amsterdam ……….
867
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN
…………
867-874
Geidkoersen.
1
Bankstaten.
Goederenhandel.
Wisselkoersen.
1
Efiectenbeurzen.
Verkeerswezen.
INSTITUUT VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTEN.
Algemeen Secretaris: Mr. Q. J. Terpstra.
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES.
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Ha.sselt; Jhr. Mr. L. H. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandela; Prof. Dr. E. Moresco;
Mr. Dr. L. F. II. Regout; Dr. E. van Welderen Baron
Rengers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Schïlthuis; Mr.
Q. J. Terpstre; Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. G. M. Verrijn Stuart.
Redacteur-Secret a’ris: D. J. Wansink. Secreta’riaa.t: Pieter de Hoochweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 3000. Postrekening 8408.
..4bonnementsprijs voor het weekblad franco P. P. in
Nederland f20,—. Buitenland en. Kolon’iën f23,— per
jaar. Losse nummers 50 cents. Laden en donateurs van het
instituut
ontvangen
het weekblad gratis.
Advertenties f 0,50 per regel. Plaatsing hij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver.
tenties: Nijgh
d
van Ditmar’s Uitgevers-Maatschappij, Rot-
terdain, Amsterdam, ‘s-Gravenhage. Postchèqie- en giro.
rckening No. 6729.
28
SEPTEMBER
1926.
Ook deze week kwam er •geen verandering in de
geidmarkt. Particulier disconto noteerde aanvanke-
lijk weder 3 pOt.; na-dat de uitslag van de inschrij-
ving op het schatkistpapi-er was bekend geworden,
werd echter weder regelmatig voor 2
15
/is pOt. afge-
daan en ook de nadering van de ultimo bracht daarin
geen verandering. De prolongatierente noteerde
meestal 2% pOt. Oall geld was voor 1% pOt. zeer
ruim aangeboden. . * * *
Bij .de inschrijving op het schatkistpapier nerd in
totaal ingeschreven voor
f
86.818.000. Toegewezen
werden
f
10.560.000 -driemaandspromessen k
f
993,11,
f
9.390.000 zesmaandspromessen k
f
986,25 of voor
beide categorieën ca. 2% pOt. en
f
30.050.000 biljetten
it
f
1.005,24 of ca. 3% pOt.
* *
*
-Op de balans yan De Nederlandsche Bank steeg de
post binnenlandsehe wissels van
f
50,4 millioen tot
f
51,1 millioen. De beleeningen vermeerderden met
f
2,1 millioen. Het renteloos voorschot aan het Rijk
daalde van
f
6,8 millioen op
f
4,1 niilhoen.
De voorraad gouden munt verminderde met een
goede
f
100.000. De zilvervoorraad nam met een zelf-
de bedrag toe. 1-let ho-ofd muntmateriaal bleef onver-
dnd-ei’d. De pôst papier op het buitenland steeg met
een kleine
f
200.000, terwijl de -diverse rekeningen
onder -het actief met
f
6,4 millioen teruglipen.
De biljettencirculatie klom met
f
3,6 millioen. De
iekenin.g-courantsai-di bleken met
f
9,1 millioen te
zijn afgenomen. Het beschikbaar metaalsalcio steeg
met
f
1,2 rnillioen. Het dekkingspercentage bedraagt
iuim 51.
Op -de wisselmarkt heerschte- een Zeer rusti-ge stem-
ming. In de koersen van de goudwissels – was bijna
geen beweging en ook de Frankenkoersen waren be-
trekkelijk stabiel. New York schommelde nauwelijks
cent, terwijl de koerswisseling voor Ponden tot
ongeveer % cent beperkt bleef. Marken -schommel-den
iets meer, doordat Donderdag nogal wat aanbod ont-
stond; maar de volgende -dagen was de koers weder
vester. Parijs en België waren aanvankelijk nogal
flauw, vooral Woensdagmorgen liepen de koersen vrij
snel terug, hoofdzakelijk op geruchten van oneenig-
heid in het Belgische Ministerie. Na de vrij uitvoerige
mecledeeiingen van den Belgischen Minister van Fi-
nanciën trad weder een krachtig herstel in en ook de
voortdurende vaste stemming voor Lires werkte daar-
toe mede. Geopend op 9,05 werd Zaterdag voor L
.ires
9,20 geboden, -terwijl gister-en voorbij-gaand zelfs voor
,40 werd afgedaan. In de overige koersen kwam niet
veel verandering.
LONDEN,
27
SEPTEMBER
1926.
Er was ruime vraag naar geld verleden week, waar-
aan met uitzondering van Woensdag door -de markt
kon voldaan worden.
Op dien dag werd een klein bedrag van -de Bank
van Engeland geleend. Men verwacht dat de markt
Zich voor de laatste dagen van September eveneens
tot de Bank van Engeland -zal moeten wenden.
Disconto bleef vast op 41i6—% pOt. Er zijn aan-
wijzingen, dat de steenkoolstaking wel spoedig ver-
loop-en zal, hetgeen ongetwijfeld van invloed zoudè
zijn -op de zakenwereld in ‘t algemeen en daarmede
ook op de discolatomarkt.
Op ‘de Wisselmarkt is de omzet gering en zijn de
prijsverschllen eveneen-s kleiner. New York en A-m-
sterdam -sluiten op resp.: 4,85’fis, 12,11%.
856.
. ECONOMISCH-STAISTISCHE BERICHTEN – 29 September 1926
RUNDVEETEELT IN NEDERLAND.
Na
het artikel over de intensiveering
van den akkerbouw in het No. van 22
September j 1. volgt hieronder een bijdrage
over die van de Veeteelt.
Telde men de uren werk, in Nederland verricht
in een jaar op en verdeelde men dat totaal over de
verschillende bedrijven, dan zou zeer waarschijnlijk
blijken, dat het grootste getal kwam te staan achter
,,Veeteelt” en het kan dus de moeite bonen na te
gaan, of dat vele werk wel op de meest economische
wijze wordt verricht en of wij uit dezen voornamen tak
van volksbestaan wel halen wat er uit te halen is.
Te meer is het noodig, om dit voortdurend te on-
derzoeken, omdat wij gedwongen worden veeboeren
te zijn en te blijven,
evenals
wij
door onze ligging
wel steeds expediteurswerk zullen moeten verrichten.
Een groot deel van onzen bodem is nu eenmaal voor
blijvend grasland aangewezen, iets wat de Romeinen
reeds wisten, toen ze van onze voorvaderen geen graan,
maar huiden als schatting eischten. Toen nu, kort
geleden, in de crisisjaren een goed bedoelde poging
is gedaan om te trachten de macht van den Neder:
landschen wetgever te stellen boven die van de na-
tuurlijke gesteldheid, heeft de eerste, met de thans
verdwijnende scheurwet, een éclatante nederlaag ge-
leden en vele perceelen land vertoonen nog de ver-
schijnselen van mobilisatieslachtoffers.
Wij zitten dus om zoo te zeggen vast aan de vee-
teelt en waar die uiteraard niet zooveel nuttigs per
oppervlakte-eenheid voor de menschen brengt als de
akkerbouw, is het van het hoogste belang langs ratio-
neelen weg het hoogst bereikbare aantal caborieën uit
iedere hectare groenland te halen. Voor den buiten-
staander, die vaak denkt, dat veeteelt = veeteelt, moge
hier gezegd worden, dat ontzettend groote opbrengst-
verschillen voorkomen en als typisch voorbeeld hier-
van wil ik aanhalen twee boerderijen, dicht bij
elkaar gelegen, waarvan de eene per koe 98 K.G.
boter produceerde, de andere 184 K.G. en dat in het-
zelfde jaar. Er zijn zuivelfabrieken, waarin van
hetzelfde veeslag de melk wordt verwerkt en
bij
de
eene is het gemiddeld vetgehalte van die melk 3.60
%,
bij de andere onder de 3.20 %. De öorzaken daarvan
voorloopig onbesproken latend, dient deze tegenstel-
ling om aan te toonen, dat de voortbrenging nog
enorm kan worden verhoogd.
Waren alle veehouders
wijs
en wilden daarbij wel,
dan zou het vrij eenvoudig zijn binnen een paar jaren
de netto opbrengst per koe aanmerkelijk te vermeer-
deren en wat dat zeggen wil kan ieder nagaan, die
weet, dat we in Nederland ruim 1 millioen stuks groot
rundvee houden.
Nu is echter niet ieder veehouder in te deelen in
de klasse der wijzen en wel willenden en we zullen
maar schatten, dat voor deze bevolkingsgroep het-
zelfde geldt, als wat Schmoller indertijd van amb-
tenaren aannam, n.l, 1/3 goed, 113 middelmatig en
113 minder geschikt. De kunst is nu om van iederen
veehouder naarmate van zijn geschiktheid medewér-
king te
verkrijgen
voor het boven als mogelijk ge-
schetste doel, dat ook in ieders voordeel zal zijn.
In deze laatste woorden ligt de groote moeilijkheid.
Wat kost het een moeite om menschen te overtuigen,
dat een of andere maatregel in hun voordeel zal wezen
bij doelmatige in- en doorvoering. Het is
vrijwel
on-
doenlijk, zelfs in de best georganiseerde vereenigin-
gen, dat direct aan alle direct belanghebbenden
duidelijk te maken en daarom zal men
bij
een of
ander middel, dat de rentabiliteit van het veehouders-
bedrijf begunstigt, in dén beginne slechts kunnen
rekenen op medewerking van een zeer klein percen-
tage, ook bij die maatregelen, die
allen
zouden
kunnen
doorvoeren. De beste methode zal zijn, dat men met de werkwilligen begint, wat ook het groote voordeel
biedt, dat men de – niet te vermijden – fouten van
het beginstadium gezamenlijk met vrijwilligers maakt,
wat redres vergemakkelijkt, omdat
bij
hen niet zoo
spoedig ontmoediging optreedt. Blijkt de maatregel
werkelijk goed te werken, dan volgt na een zekere
periode wel een tweede groep, die eerst een teeken
•wenscht, aleer
zij
zich kan aansluiten, die als ‘t ware
technisch overtuigd moet worden en de derde groep
volgt eerst dan, als de rentabiliteit reeds eenigén tijd
is gebleken en ook voor haar
duidelijk
is; dat is de
groep, die ,,geldeljk” overtuigd moet worden. Nu
kunnen niet alle gewenschte maatregelen door alle
drie groepen, dus overal, worden uitgevoerd, want er
zijn er, die alleen daar in werking kunnen treden
waar bekwaamheid en de in het veebedrjf zoo noodige
vasthoudendheid bij
den
bedrijfsleider aanwezig zijn. Maar toch
zijn
er zeer belangrijke, die door alle vee-
houders kunnen worden getroffen en met succes worden
volgehouden. Die overal doorvoerbare groep maat-
regelen moet beoogen het uitschiften van dieren, die
negatief produceeren. We kunnen aannemen, dat een
groot percentage van het vee een nadeelig saldo op-
levert; dat de verstrekte voedering en de verpleging
daaraan besteed, niet weerom komen in een passende
hoeveelheid melk en vleesch. Die beesten moeten ver-
dwijnen en aan dat uitschiften kan iedereen meedoen.
Er is geen
bijzondere
bekwaamheid voor noodig om
op te ruimen, wat slecht is; wat daarvoor alleen noodig
is, is het vaststellen van de eigenschappen van het
dier, van gezondheid en productievermogen. Kon van
een zoo groot
mogelijk
aantal dieren worden vast-
gelegd, wat voor goede en slechte eigenschappen ze ver-
toonden en zorgde iedere veehouder er voor, daarnaar
te informeeren, voordat
hij
zoo’n dier in
zijn
bedrijf
opneemt, dan was m.i. de voornaamste ongunstige
factor in ons veebedrjf verdwenen. Nu dwalen in ons
land, met zijn veel te sterke veeverplaatsing, half
of heel zieke, naast onvoldoend produceerende diereii
van de eene boerderij naar de andere, overal schade
berokkenend en veel te laat in de soep verdwijnend.
Aan dezen toestand een einde te maken is werkelijk,
als de veehouders maar willen, zoo eenvoudig. Eener-
zijds is daarvoor noodig objectieve vaststelling van
gegevens omtrent opbrengst en gezondheid van ieder
dier, aan de andere
zijde
de eisch, dat die gegevens
worden overgelegd op te controleeren
wijze.
Aan de
verkoopende
zijde
dus noodig contrôlevereenigingen
(voor melkonderzoek) en gezondheidsdiensten, aan de
koopende zijde fokvereenigingen, die zorgen, dat binnen
hun kringen geen oneconomische dieren binnenkomen,
en waar tevens het eigen vee wordt onderzocht. Al deze
vormen van vereenigingen zijn wel is waar aanwezig,
maar nog lang niet in voldoende mate; nog steeds
gaan in vele gevallen overgebrachte mondelinge ver-
zekeringen boven objectief vastgestelde gegevens en
het aantal veehouders, dat door ervaring niet wijzer
wordt op dit gebied, is groot.
Er is in de laatste jaren gebleken, dat in een vijf-
. tiental jaren een der meest schadelijke ziekten, de
tubercubose, kan worden verdreven uit een veestal,
dat in een reeks van jaren regelmatig het vetgehalte
kan worden verhoogd door uitschifting en doelmatig
fokken. Laten wij hopen, dat binnenkort niet een deel
van de veefokkers, maar de groote meerderheid, dat
inziet en ook
begrijpt,
dat daaraan best
allen
kunnen
medewerken.
Een ander groot nadeel in het veebedrijf is de vaak
ondoelmatige voeding. Evenals elders zijn de vee-
houders en hun voorlichters min of meer slaven van
de mode. Men schenkt aan een onderdeel te veel, aan
een ander, mede daardoor, te weinig aandacht en zoo,
is, door de groote belangstelling in de vraagstukken
van de fokkerj, de bestudeering van de veevoeding
in de laatste jaren wel eens wat in het gedrang ge-
komen. Toch is dit een onderdeel, dat op de renta-
biliteit een zeer grooten invloed uitoefent als men
bijv. zich voor oogen stelt, dat een uitgaaf van laat
ons zeggen f 100.— per koe aan krachtvoer kon
worden teruggebracht door doelmatige samenstelling
29 September, 1926
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
857
tot f 75,—. Nu wij meer en meer krijgen behoorlijk
produceerende beesten, dienen wij ook te zorgen, dat
die hn kilogrammen melk en procenten vet voor
het geringste aantal guldens aan voer geven. Een
vraag, die daarbij meer en meer naar voren komt,
is, of men ten slotte niet door verhoogde opbrengst
onzer weiden tot een aanmerkelijke reductie van
krachtvoerverbruik, ten minste in verschillende lands-.
deelen, kan komen. Ook op de zware weidegronden
ziet men tegenwoordig kunstmestzakken staan en
als de vloeibare mest ook beter dan tot nu toe wordt
bewaard en verspreid, dan zal dit ons vele en vele
duizenden aan krachtvoer kunnen sparen. Trouwens,
over verbetering van onze weiden en de daardoor ge-
schapen
mogelijkheden
zou men zeer veel in het
midden kunnen brengen, dat echter valt buiten het
bestek van dit artikel, dat uitsluitend bedoeld is te
betoogen de
mogelijkheid
van betere uitkomsten van
de veehouderj.
Is het dus onze meening, dat aan het opruimings-werk van minderwaardig vee iedere veehouder kan
meewerken, aan het teelen van vee, dat verbeterend
op den veestapel kan werken, kan slechts een zeker
deel meedoen. Een groot deel moet dat werk nalaten
om den omvang van het bedrijf, dat
altijd
een zekere
uitbreiding moet bezitten om voor de fokkerj dienst
te kunnen doen; een ander deel moet het nalaten om
den aard van den afzet, bijv. daar, waar men speciaal
is aangewezen op melkverkoop, dus bij de groote
steden. Weer anderen, die deze bezwaren niet onder-
vinden, bezitten niet de
persoonlijke
eigenschappen
om fokker te zijn, zoodat
altijd
slechts een percentage
der veehouders deelneemt aan de veeveredeling.
Zij,
die wel den fokkersknobbel bezitten, hebben daar in
de laatste tientallen jaren wel mee gewerkt. Er is
moeite besteed aan het verzamelen van gegevens om-
trent de eigenschappen van individuen, gegevens, die
in openbare stamboeken
zijn
te vinden en dus voor
iederen fokker te gebruiken
zijn
en door combinatie
moet worden getracht goede eigenschappen in een zoo
groot
mogelijk
aantal individuen te brengen en slechte te doen verdwijnen.
Een der eigenschappen, op welker verbetering de
fokkers zich met zeer grooten, enkelen misschien met
te grooten, ijver toeleggen, is de verbetering van het
vetgehalte in de melk. Wat men daarmee kan beleven
door het aanwenden van verschillende vaderdieren,
zal ik hier niet
beschrijven,
maar met de twee onder-
staande tabellen toonen
1)•
51
‘t8
’45
39
t
z
36
al
1
33
1-
….
1
30V)
27
2’4
-J
21<
1-
‘1
18
z
15
<
‘
Ir
.
12
:1
g
rI
6
11
311
II
II
95 3,053,15 3,25 3,35
3,45
355 365 3.75 395 3.95
10
5 45 ‘4,25 435 4.45
VETGEHALTEN
1)
De eerste graphische voorstelling dient om aan te geven
hoe een bepaalde stier het vetgehalte van de melk kan
verhoogen. Daarvoor is een vergelijkend beeld gegeven van
het vetgehalte van de melk van de diverse moeders en hun
respectieve dochters. Van de moeders zijn alle bekende melk-
DOCHTERS
MOEDERS
94
21
12
2,55 25 275 2.85 2,95 3.05 3,15 3,95 3,35
345
3,55 2,65 3,75 3.85 3,95
1
405
VETCEHALTEN
Als wij zien, dat in een twintigtal jaren, in Fries-
land
bij
een zeer groote groep vee het vetprocent
van 3.14 pOt. op 3.52 pOt. kan komen en de boter-
opbrengsten van 127 op 175 KG. per koe, dan blijkt
ook hier weer de
mogelijkheid
van meerdere opbrengst
uit het veebedrijf en om daarop ook eens in dit blad
de aandacht te vestigen, is de bedoeling van deze
uiteenzetting, die met opzet zoo weinig mogelijk
technische bijzonderheden vermeldt.
E. VAN WELDEREN RENGERS.
DE HANDÉL VAN CHINA GEDURENDE HET JAAR 1925.
De handel van China kruipt waar hij niet gaan
kan.
Hij
laat zich evenmin afdammen of tegenhouden
door politieke factoren als de zee door een dam van
los zand. Dit althans is de conclusie waartoe men
komen moet
bij
een bestudeering van de zooeven
verschenen jaarverslagen en statistieken betreffende
den buitenlandschen handel van China over het jaar
1925
1
). Stakingen, boycotts en woelingen dreigen den
handel op deze of gene plaats
tijdelijk
lam te slaan, –
geen nood, de handelsactiviteit verplaatst zich een-voudig naar andere oorden, die er des te meer door
in bloei geraken; burgeroorlogen en brigandage vieren
hoogtij door het gansche land, – de Chineesche
handelaar
schijnt
er zich nauwelijks om te bekommeren
en de buitenlandsche Commissioner of Customs gaat rustig door met
zijn
jaarlijksche beschouwingen over
de opkomst van dit, of teruggang van dat artikeltje
met eenige percenten gedurende het jaar; het geheele
spoorwegwezen op een paar
lijnen
na is voor den
staten op 2.,
3-,
4-en 5.jarigen leeftijd opgezocht. Naar het
vetgehalte zijn de verschillende melkstaten in klassen in.
gedeeld. De klasse-grenzen zijn: 2.95,
3.03, 3.15,
3.25 enz. Op
deze wijze is de figuur gevormd door de horizontale lijn
en de stippellijn, ontstaan. Men ziet daaruit dat het vet-
gehalte van de melk der moeders varieert van 2.95 tot
4.05 pCt., terwijl het grootste aantal melkstaten voorkomt
bij het vetgehalte 3.45 tot 3.55 pCt. Uit den vorm van de
figuur kan men wel zien dat het gemiddelde vetgehalte
nog lager ligt.
Op geheel overeenkomstige wijze zijn ook de vetgehalten
van de melkstaten der respectieve dochters in beeld ge-
bracht. Op die wijze ontstaat de figuur omsloten door de
horizontale lijn en de getrokken lijn (niet-stippelljn). Men
ziet dat bij de dochters het vetgehalte van de melk varieert
van 3.15 tot 4.45, het hoogste aantal ligt bij 3.65 tot 3.75,
het gemiddelde nog iets hooger.
Men ziet dus een belangrijke verschuiving naar rechts
d.w.z. naar de hoogere vetgehalten.
Bij de tweede graphische voorstelling, die op dezelfde
wijze is uitgewerkt, ziet men juist het omgekeerde. Een
verschuiving van het vetgehalte der dochters ten opzichte
van dat der moeders naar links, dus een verlaging van
het vetgehalte. Deze voorstelling spreekt niet zoo duidelijk
als de eerste omdat het aantal beschikbare melkstaten veel geringer is. Een natuurlijk gevolg van ‘t feit, dat de stieren,
die het vetgehalte van de melk blijken te verlagen, zoo
spoedig mogelijk worden opgeruimd en dus slechts weinig
dochters verwekken.
1)
,,JJ’oreign Trade of China,
1925. Part 1: Report and
Abstract of Statistics” – Published by order of the Inspector
General by the Statistical Department, Shanghai, China, 1926.
_____ DO CII TE R5
– MOEDEP.S
858
S
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
29 September 1926
handel
feitelijk
onbruikbaar geworden, – geen nood
weer, de middelen van vervoer van een kwart eeuw
geledén zijn er nog en kunnen onder elken graad
van verdrukking functionneeren. En zoo gaan distri-
butie van import en samenvloeiing van export toch
hun gang, zoo niet via deze, dan over gene verdrags
haven, en de handel van China als één geheel ver-
toont slechts fiauwtjes den weerslag van den politieken
toestand. Meer dan in eenig andere manifestatie van
nationaal volksbestaan, kan men in China’s handel
observeeren hoe dit kolossale volk
feitelijk
leeft (zooals
het altijd geleefd heeft) buiten zijn ,,regeering” om,
als een op zichzelf staand onverwoestbaar organisme,
dat zich al zeer weinig laat: gelegen liggen aan de
eeuwige afpersingen en uitbuitingen – soms erger
dan anders – van zijn overheerschende klassen.
De officieele jaarverslagen over den handel van
China leggen gewoonlijk den meesten nadruk op de
douaneopbrengst. Eerst daarna komt de handel in
zijn meest zichtbare uitingen, zooals scheepvaart,
tonnenmaat, waarde aan goederen,
plaatselijke
en
internationale verdeeling, artikelsgewijze ontwikkeling,
enz. in beschouwing,
terwijl
over het algemeen zeer
weinig gezegd wordt – kan worden — omtrent het
min of meer bevredigende van den handel vanuit het
oogpunt van koopman en reeder, temeer daar men
dan nog in het oog zou moeten houden het verschil
tusschen de buitenlandsche import- en export-firma’s
en den Chineeschen tusschen- en kleinhandél, die dik-
wijls een anderen kijk op de zaak hebben: Wij zullen
ons in dit korte overzicht houden aan de rubrieken,
en hun volgorde zooals men ze in de officieele Oustoms
verslagen gewoonlijk aantreft.
Douane-opbrengsl.
De groote beteekenis van deze
opbrengst ligt, zooals bekend, in het feit dat zij
geheel verhypothekeerd is ten bate van China’s buiten-
landsche leeningen en de Boxer-indemniteit in de
eerste plaats, en daarna voor eenige uitdrukkelijk
erop gefundeerde binnenlandsche leeningen. Met de
algeheele instorting van China’s nationaal crediet in
alle andere opzichten, verkrijgt deze douane-opbrengst
dus een zeer bijzondere nieuwe beteekenis, nl. als
eenige maatstaf van China’s resteerend crediet, behalve
dan vooi de conclusies, die erop gebaseerd kunnen
worden omtrent den loop van den handel zelf. Deze
staat trouwens niet in onmiddellijk verband met de
douane-opbrengst, daar de factor
iarief
er nog tusschen
staat, doch waar deze in den loop van het jaar niet
veranderd is en ook de waarde der goederen aan geen
buitensporige fiuctuatie (die het specifieke tarief
natuurlijk niet op den voet kan- volgen) onderhevig
is geweest, kan men de jaarlijksche opbrengst wel
als de eerste
aanwijzing
beschouwen van den gang
van den handel in
zijn
geheel. En in dit opzicht was
de opbrengst over 1925 dan ook reeds terstond een
verrassing, daar zelfs dit jaar, niettegenstaande al
zijn ontzettende handicaps, toch niet in staat bleek
te
zijn
geweest om de sinds 1918 gestadig stijgende
lijn der jaarlijksche opbrengsten naar beneden te
drukken, ofschoon de opwaartsche helling lang niet
zoo sterk was als in de voorafgaande jaren. Met
Haikuan Taëls’) 69,870,003 was de totale opbrengst
voor 1925 nog meer dan een kwart millioen taels
boven die van 1924, dat op
zijn
beurt een record-jaar
was geweest met een voorsprong van 6y2 millioen
boven 1923. De betrekkelijke achteruitgang in 1925
is te wijten geweest aan een werkelijken achteruitgang
in de opbrengst der invoerrechten ten bedrage van
1% mjllioen taëls, doch de uitvoer-, kusthandel- en
transitorechten konden dezen achterstand dekken met
het genoemd surplus. Het is interessant om na te
gaan hoe de verschillende havens, groepsgewijze ge-
nomen, in deen gang deelden. Men ziet dan dat voor
de Manchurjsche verdragshavéns (Harbin, Antung,
Newchwang, Dairen en eenige kleinere) een goede
1)
De
gemiddelde waarde van den Haikuan
Taël
gedurende
1925
was
f 2.10.
vooruitgang te boekstaven is van
bijna
2 millioen
taëls.
Zij
zijn het hoofdzakelijk die
zijde
gesponnen
hebben
bij
de troehelen in Centraal- en Zuid China.
Ook de. havens van Noord China (Chinwaagtao,
Tientsin, Chefoo en Rinochow of Tsingtao) hebben
gezamenlijk een vooruitgang te boeken, hoofdzakelijk
door de 1y2 millioen die Tientsin daartoe kon bij-
dragen. De Yangtse havens vertoonen geen groote
fluctuatie behalve dat de twee meer
nabij
den mond
gelegen havens Wuhu en Chinkiang, die ongetwijfeld
een gedeelte van het anders door Shanghai bediende
Hinterland te verwerken hebben gekregen, een half
millioen meer opbrachten. Shanghai zelf ging door
de troebelen van 1925 meer dan 1Y2 millioen achteruit,
terwijl
de
zuidelijke
havens
duidelijk
de uitwerking
van de bandelooze agitatie te Canton vertoonen.
Canton zelf ging % millioen achteruit op
zijn
vroegere
opbrengst van 3, hetgeen nog niet zoo ongunstig te
noemen is als men bedenkt dat vanaf 23 Juni zoowel
handel als scheepvaart daar ter plaatse aan zeer
scherpe boycott-restricties zijn onderworpen geweest.
De handel van het Hinterland van Canton, met name
de havens van de West-rivier, is op treurige wijze
geslonken. Het kon ook moeilijk anders zijn.
De Douane-opbrenist als onderpand.
Om nu te
geraken tot de douane-opbrengst als dekking voor de
buiten- en binnenlandsche schulden die er op gefun-
deerd
zijn,
moet men, na aftrek van de tonnengelden,
bijtellen de opbrengst van de zgn. ,,Native Oustoms”
of binnenlandsche rechten op handel en vaartuigen,
welke in en om zekere havens krachtens het protocol van
1901 onder het beheer van den vreemden douanedienst
waren geplaatst. Deze aldus uit den algemeenen chaos
en financieele verwordiug der laatste jaren geredde
inkomsten — welke in dit jaar zoowaar ook nog
millioen teëls vooruit
zijn
gegaan – vertegen-
woordigen nu een kleine 5 millioen taëls ‘s jaars in
het totale bedrag van 75 millioen taëls bruto van het
onderpand. Het netto bedrag verkrijgt men na aftrek
in de eerste plaats van de administratiekosten, enz.,
van den dienst der douaneu onder vreemd beheer,
voorts van de parallelle Chineesch& diensten (zooals
de bureaux der Superintendenten, enz.) en eindelijk
van eenige bijzondere posten, (zooals voorschotten voor
Chineesche legaties in het buitenland, rivier- en haven-
verbeteringswerken, enz.) welke onder bijzondere
mach-
tiging van het Corps Diplomatique uit de douane-
opbrengst getrokken worden. Het resteerende netto
bedrag is dan disponibel als dekking voor de buiten-
landsche leeningen en andere gewaarborgde schulden.
Het bedroeg voor het jaar 1925 59.367.310 Haikuan
taëls, tegen den gemiddelden koers van het jaar gelijk
aan 10.358.358 Pond Sterling. Daar de bedragen welke
in den loop der laatste acht jaren voor interest en
amortisatie der buitenlandsche verplichtingen be-
noodigd waren, gefluctueerd hebben tusschen 7 en 794
millioen pond sterling per jaar,
blijkt
het dat voorals-
nog een ruime dekking voorhanden is. Hoe èn of de
politieke verwikkelingen in de toekomst eventueel ook
de Oustoms organisatie aan zullen tasten, is niet te
voorspellen. Zeker is het echter, dat de Customs
dienst, met zijn positieve, directe functies in elk
stadium van het innen en distribueeren der rechten,
zijn groot en uitstekend getraind personeel en zijn
vrijwel onmisbare dagelijksche bemoeiingen in den
geheelen binnen- en buitenlandschen handel van China,
in een geheel andere positie staat dan de indirect
beheerde en in de laatste jaren zoo schromenlijk be-
plunderde Zoutrechten- administratie.
Scheepvaart.
De gedurende het jaar 1925 in- en
uitgeklaarde tonnenmaat vertoont in veel grootere
mate dan de opbrengst der rechten den terugslag der
woelingen, boycotts en stakingen van het jaar. Het
aantal in- en uitgeklaarde stoomschepen voor alle
verdragshavens van China te zamen bedroeg 120,092
schepen met 1244 millioen netto register tonnen. Wat.
betreft het aantal bodems, moeten
wij
teruggaan tot 1919
29 September 1926
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
om een kleiner bedrag te vinden, doch in totaal van
tonnenmaat zijn er slechts twee vroegere jaren waar-
tegen dit jaar het af moest leggen, ni. 1924 met 12 millioen, en 1923 met 2% miljoen ton meer. De ge-
middelde tonnenmaat per stoomer is in de laatste
tien jaren gestegen van 790 netto register ton in 1916
tot 1040 in 1925. De zeilschepen beklee.den een steeds
minder belangrijke plaats in de scheep v aartstatistieken,
– in tonnemaat niet meer dan 3 pOt. van het ge-
heel, doch in aantal bodems natuurlijk belangrijk
meer, ofschoon ook in dit opzicht de laatste tien
jaren een teruggang tot op de helft te zien geven.
De
Nederlandsche vlag
werd in 1925 vertegenwoor-digd door 547 in- en uitgeklaarde stoomschepen (dat
is ongeveer tweemaal het aantal dat de havens van
China in het jaar bezocht, daar de schepen bij in-
en uitklaring telkens weer geteld worden) die tezamen
1,844,326 register ton leverden, dus gemiddeld 3372
registerton per stoomer. Zoowel in gemiddelde
grootte als in totale tonnenmaat is Nederland in de
statistieken van China gestadig vooruitgegaan. In
1921 waren de met het bovenstaande correspon-
deerende cijfers 498 en 1,145,255. Wij staan nu op
de achtste plaats wat tonnenmaat betreft; boven ons
staan Engeland, Japan, China, Amerika, Duitschiand,
Noorwegen en Frankrijk, en beneden ons Italië,
Portugal, Denemarken, Rusland, Zweden, Chili,
Brazilië, Spanje en Polen, – allen in de volgorde der
statistieken,
Goederen.
In totale waarde van in- en uitgevoerde goederen vertoont het jaar 1925, met 1724 millioen
taëls, een achteruitgang van 65% millioen op het
voorafgaande jaar. Deze achteruitgang is uitsluitend
te
wijten
aan een achterstand in den import, die
70Y4 millioen taëls bedroeg, welke door een aanwinst
van 4Y2 millioen in den export tot hei; bovengenoemde
bedrag kon worden gereduceerd. De totale waarde
van den import (na aftrek van den re-export) was
947% en van den export 776k millioen taëls. Er is
dus een ,,nadeelig” handelssaldo te boeken van 1714
millioen. Zoo’n nadeelig saldo is een vaste karakter-
trek van de handelsbalans van China en is, naar ik
meen, nog niet afdoend verklaard. Gedurende de
laatste tien jaren fiuctueert het van 16 tot 305 mil-
lioen taëls en steeds
blijft
de import in de meerder-
heid. Hierbij komt nog een import saldo in de ver-schepingen van edel metaal, ten bedrage van 20 tot
60 millioen taëls; dus moet de balans, die ongetwijfeld
op den duur bestaat, gevonden worden in den een
of anderen, zeer belangrijken onzichtharen export.
Als de voornaamste onzichtbare loopende posten
in China’s financieele relaties met het buitenland,
zijn aan te merken:
Credit.
De naar China geremit-
teerde verdiensten van
Chineezen in het, buiten-
land.
Het door China ontvan-
gen geld voor liefdadige
en missie.doelejnden.
Uitgaven van in China
verwijlende vreemdelin-
gen, toeristen, enz. voor
zooverre het geld daar-
voor uit het buitenland
betrokken wordt.
Het
lijdt
geen twijfel dat de eerste post aan de
credit-zijde: – geremitteerde verdiensten van Chi-
neezen in het buitenland – al de andere in bedrag
verreweg overtreft. Verder kan het in een globale
schatting aangenomen worden, dat de posten 2 en 3
aan de creditzijde, die een niet onbelangrijk bedrag
voorstellen, te zamen min of meer worden geneutra-
liseerd door de drie posten aan de debetzijde, waar-
van alleen de eerste van werkelijk belang is, n]. 73′
millioen pond sterling ‘s jaars, als hierboven aange-
geven. Er zou dan per saldo slechts overblijven post
1, credit, om China’s ongunstige balans op contos
goederen- en speciebeweging te delgen. Deze laatste
te zamen hebben in de afgeloopen tien jaar 1971 mii-
lioen Haikuan Taels bedragen, dus komt men tot de
conclusie dat China’s groote onzichtbare uitvoerarti-
kel: mensch,—menschelijke spierkrachtengeidmakend
vernuft — een bedrag vertegenwoordigt van gemiddeld
bijna 200 millioen taels ‘s jaars, of
juist ongeveer evenveel als Zijde en Thee te zamen.
De voornaamste artikelen van in- en uitvoer van
China gedurende 1925 en hun waarde, ook percents-
gewijze vau het geheel,
zijn
in de navolgende tabellen
aangegeven. Het eerste getal achter het artikel ge-
noemd is de totale waarde aan dat artikel gedurende
het jaar in- of uitgevoerd, in millioenen taëls, en
het tweede het percentage van den geheelen in- of
uitvoer.
Invoer
1925
Uitvoer
Totaal:
947
millioen taëls,
Totaal:
776
millioen taëls,
waarvan
01
waarvan
0
10
Katoenen goederen
157 – 16,6
Onbewerkte zijde.
. 153 – 19,7
Suiker ………
90
9,5
Boonen en .prod..
142 18,3
Onbewerkte katoen
70 7,4
Huiden en bont ..
30
3,8
Petroleum ……
66
7,0
Onbewerkt katoen
30
3,8
Rijst …………
61
6,4
Aardnoten en -prod.
25
3,2
Metalen en miner.
43
4,6
Zijden stukgoederen
23
3,0
Katoengaren
39
4,1
Thee …………
22
2,9
Steenkolen ……
26
2,7
Grâansoorten ….
22
2,9
Zee.producten
25
2,6
Steenkolen ……
20
2,6
Tabak ……….
20
2,1
Zaden en .producten
18
2,3
Papier ……….
19
2,0
Eiwit en dooier
. .
18
2,3
Cigaretten ……
18
1,9
Hout.olie ……..
17
2,2
Chemicaliën ……
16
1,7
Cigaretten ……
15
2,0
Meel …………
16
1,7
Schapenwol ……
14
1,8
Machinerieën …
16
1,7
Overige artikelen.
227 29,2
Overige artikelen
265 28,0
Het Nederlandsche aandeel.
Uit den aard der zaak
laten zich uit de door de Customs gepubliceerde
algemeene jaarverslagen geen nauwkeurige bijzonder
–
heden putten omtrent de landen van herkomst of
bestemming der goederen afzonderlijk. I)eze mogen
door de betroffen Consuls ter plaatse uit de boeken
geëxtraheerd worden en leveren aldus de basis voor
de Consulaire verslagen. Wij moeten ons daarom
bepalen tot eenige algemeene gegevens, die in de
gepubliceerde verslagen te lezen zijn. Omtrent het
aandeel der Nederlandsche vlag in de scheepvaart is
reeds hierboven het een en ander aangestipt. Ook in
de goederenbeweging is een gezonde opwaartsche
neiging te bespeuren wat betreft den direkten handel
van China op Nederland en Nederlandsch Indië, zoo-
als uit onderstaand staatje blijkt.
Nederland
1
Nederlandsch.Iudië
Naar
Van
•
lotaal
Naar
Van
Totaal
China
China
.
China
.
China
–
(In
millioenen
taëls)
–
–
–
8.6
2.6
11.2 1918
…….
0.1
1.8
1.9
6.9
3.1
10.0 1919
…….
1920
…….
3.8
10.6
14.4 10.6
4.0
14.6
1921
…….4.5
7.4
11.9 12.9
7.9
20.8
5.7
13.3 13.8
9.1
22.9
1922 …….7.6
8.5
12.4
13.6
8.1
21.7
1923 …….3.9
1924
…….
20.5
13.5
34.0
20.7
9.3
30.0
1925
…….
11.0
1
10.8
21.8
37.4
10.1
47.5
Omtrent de
plaats
onder de diverse naties in handel
met China, welke wordt
ingenomen door Nederland
en
Nederlandsch Indië,
kan
men
zih
eenigszins
orienteeren aan de hand van het navolgende tabelletje:
millioenen millioenen
taëls
Japan,
mcl.
Formosa
486
taëls
Singapore, enz…….
33
Hongkong ……….
291
Turkije, Perzië, enz
23
Amerika (en Hawaii)
285
Fransch Judo-China
22
Engeland
……….
140
1’/ederland
……….22
Frankrijk
……….
78
Italië
…………..
16
Britsch.Indië ……..
61
Siam
…………..
15
Rusland, Oost. havens
56
België
…………..
14
Duitschland
……..
49
Macao …………..
12
Nederlandschlndië
.
47
Philippijnen
……..
10
Korea
…………..
44
.
Canada…………
8
Debet.
Rente en aflossing van
China’s buitenlandsche
verplichtingen en andere
regeeringsbetalingen.
Uitgaven van in het bui-
tenland verwijlende Clii-
neezen, voor zooverre zij
hun geld daarvoor uit
China moeten betrekken. Auteursrechten van bios-
coopfllms, tantièmes, enz.
860
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
29 September 1926
Tot zoover dit beknopte overzicht.
Wanneer men bij het lezen van China’s handels-
verslagen en statistieken beseft, welke wonderlijke
vitaliteit in dit volk heerscht en welke rijke velden
voor productie en absorptie, groei en welvaart, niets
meer vragen dan een
redelijke kans
om tot ontwikke-
ling te komen – om slechts eenvoudig
met rust gelaten
te worden
– en dat zelfs dit weinige hun maar steeds
niet gegund wordt door hunne binnenlandsche macht-
hebbers, dan voelt men in zich een steeds klimrnende
verbazing dat er onder de tallooze uiterst intelligente,
gestudeerde Ohineezen binnen en buiten China geen
enkele is, die met duidelijke stem aan zijn landgenooten
wil of durft vborhouden, dat het nu tijd is om op te
houden met hun gebazel over ,,buitenlandsch impe-
rialisme” en liever middelen te beramen om de nijpende
ellende en de treurige wantoestanden in hun land in
den
wortel
aan te tasten. Where there is a
will,
there
is a
way!
THOS. T. H.
FsrnousoN.
Ginniken, 3 September 1926.
DE GOUVERNEMENTSBEDRIJVEN IN
NEDERLANDSCH-INDIÉ.
Ir. J. van der Waerden schrijft ons:
Het Departement van Gouvernementsbedrijven in
Ned.-Indië voegt in
zijn
begrootingsoverzicht gaarne
de
vijf
z.g.
belangrijkste Gouvernementsbedrijven samen
(Bankatinwinning, Steenkolenmijnen, Zout, Post-, Te-
legraaf- en Telefoondienst, Staatsspoor en Tramwe-
gen). Het totale netto-overschot wordt dan gepoold en
kan over de investeering worden omgeslagen. Dezelfde
gedragslijn is gevolgd in een artikel in ,,De Ingenieur”
van 3 April jL, waarvoor door den departementschef
van Gouvernementsbedrjven gegevens werden ver-
strekt. Op een investeering van 487 millioen
1),
werd
aldaar een netto-overschot over 1925 van 76 millioen
gecalculeerd. Het spreekt vanzelf, dat het op deze wijze
geheel onmogelijk wordt te volgen en te weten, wat
elk onderdeel van staatszorg en overheidsbemoeiing
en vooral die met het bedrijfsleven èn op zichzelf
èn voor het geheel beteekent en waard is. Als b.v.
de Bankatinwinning met een kapitaalinvestment van
13,5 millioen, 40 millioen gulden winst maakt en de
Staatsspoorwegen met 600 millioen gulden kapitaal
niet meer dan 24 millioen, dan helpt voor de laatste
weinig de telsom, dat Bankatin en S.S. te zamen in
staat
zijn
met f 640 millioen kapitaal f 65 millioen
winst ‘s jaars te maken.
op
de wijze, waarop het Departement van Gou-
vernementsbedrjven de cijfers groepeert, is reeds
herhaaldelijk critiek uitgeoefend; deze heeft echter
in die gedragslijn geen wijziging kunnen brengen.
Waarom niet? Het rendement is toch niet beslissend
voor het oordeel over de landsbedrijven? De waar-
deering der uitkomsten
bij
een
bedrijf
als b.v. dat
der Staatsspoorwegen in Nederl.-Indië zal worden
geboren
tegelijk
met de zekerheid van een goed en
efficient beheer; de wetenschap, dat geen andere or-
ganisatie het beter zou kunnen doen, zal daarbij tot
grooten steun zijn. Uit de uitkomsten blijve dan af
te leiden of men met de Staatszorg te ver is gegaan
en c.q. of het beleid te wenschen laat.
Bezien wij daarom het hierboven genoemde vijftal
bedrijven afzonderlijk.
De Staatsspoorwe gen
zijn
èn van 1912-1914, doch
vooral in de nâ- oorlogsj aren overgekapitaliseerd.
In de wandeling heet het nu, dat na den oorlog aan gebrek aan personeel en materiaal het hoofd
moest worden geboden,
terwijl
dit slecht te krijgen
en zeer duur was en desondanks
moest
worden aan-
geschaft.
1)
Bij
dit bedrag zijn enkele honderden millioenen van
het in de Staatsspoorwegen gestoken kapitaal in mindering
gebracht, ter escamotage van de z.g. onrendabele bedrijven,
gebouwd ,,niet voor bedrijfsdoeleinden, doch alleen uit ataats-
zorg.”
Toch was in die dagen van een krachtige, blijvende
vermeerdering van goederenomzet geen sprake; het
was de bekende periode van aanvulling van voorraden
en
stijging
der
prijzen.
De invloed van het prijsni-
veau is door de leiding der verkeersbedrijven toen
niët begrepen. Men liet veel te lang de tarieven on-
gewijzigd, dat wil dus zeggen men verlaagde de ta-
rieven in absoluten zin. De exploitatiekosten gingen
ontzettend naar boven en men keek over den on-
gunstigen exploitatie-coëfficiënt heen naar het groote
bruto – overschot. De verlaagde tarieven schiepen kunst-
matig vervoer en hierop werden de hoogste verwach-
tingen gebouwd van vervoersuitbreiding en materiaal-
behoefte, waardoor materiaal â tout prix werd besteld
en dure uitbreiding niet vlug genoeg gereed kon komen.
Toen het
prijsniveau
weer daalde zat Leiden in last.
Tegen den draad in kwamen toen tarief verhoogingen
(zie in Econ.-Stat. Berichten van 14 Sept. 1921, 1
en 8 Maart 1922 en 4 Oct. 1923 de artikelen van
den heer G. J. P. Casperz).
Behoorlijke
opruiming van
personeelsovervloed durfde men echter niet aan en
voorzoover er desondanks weer evenwicht werd be-
reikt, bleek dit uiterst labiel. Het is dus niet genoeg,
van ,,malaise” en van ,,economische crisis” te spreken
om het dalende vervoer na 1922 te verklaren of daartoe op den achteruitgang van den import te
wijzen. –
Bovendien werden nog lang nadat de ,,Hochkon-
junktur” voorbij was, groote kapitalen in Staatsspoor-
wegen vastgelegd en men praatte het abnormaal dure
werken
bij
het hooge
prijsniveau
maar steeds goed.
Zoo raakten die spoorwegen overgekapitaliseerd.
De ,, Staatsspoorwegen.” construeerden derhalve zich-
zelf de z.g. ,,zwakke economische positie”. In feite
is deze er nooit geweest en kan behoudens door een
ruïnens beleid van dit enorme (en volwaardige) net
ook
moeilijk
ontstaan.
De huidige moeilijkheden blijven
daarin
bestaan,
dat dit net door de enorme kapitaaltoevoeging in de
nfi- oorlogsjaren niet in meerdere mate exploitabel is
geworden, waardoor dus de last van te groot kapitaal-
investment in den vorm van een laag (winst-) rendement
nog langeren tijd zal
blijven
bestaan en slechts door
natuurlijk vervoersaccres naast beleidvol beheer hierop
zal kunnen worden gewonnen.
De gemeenschapswaarde van dit groote bedrijf is
hierdoor niets te minder en het blootleggen der gave
uitkomsten en de critische beoordeeling daarvan mogen
de goede gezellen
blijven
voor behoud en waardeering
van het bedrijf.
Hetzelfde geldt m.m. voor de
steenkolenbedrijven,
waarbij de ,,deficitten” meer zichtbaar werden en nog
in sterkere mate naar verontschuldiging werd gezocht.
In de wandeling heet het ,,Wanruimte in de uit
Europa, Japan en Amerika uitgaande schepen, die
onder andere steenkolen als ballast uit Japan en
Duitschiand aanvoerden”, ,,Daling van de vraag naar
kolen door teruggang van alle bedrijven”, ,,Een ge-
demoraliseerde kolenmarkt” en wordt het fatale vast-
leggen van groote kapitalen in de na-oorlogsjaren en
en gedurende de hoogconjunctuur verdedigd door ,,een
ware kolennood, die in Indië in de jaren 1917 en 1918
gedreigd had”.
Nu is de wanverhouding in de import- en export-vrachten t. o. v. Nederl.-Indië er- steeds geweest en
hebben vddr 1914 o.a. ook de Staatsspoorwegen steeds
dankbaar daarvan geprofiteerd. Terwijl
anderzijds
met
wiskundige zekerheid bleef te berekenen, hoe groot
de kolenconsumptie-mogelijkheid in Nederlandsch-
Indië is en welk (geleidelijk) accres daarbij in acht
moet genomen. Wat dit betreft draait Indië al sinds
jaren om het ééne millioen ton steenkolen waarvoor
een gereede markt bestaat,
terwijl
naast de drie
Gouvernements steenkolenmijnen, de enkele parti-culiere mijnen als first-coming leveranciers mogen aangemerkt met op de balans en als prjsregelaar de
import (de z.g. wanverhouding) van uitheemsche kolen.
29 September 1926
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
861
Ik
De twee, en na den oorlog de drie, Gouvernements
kolenmijnen (Onabilien, Poeloelaut, Boekitasem) zijn
noodzakelijke ontginningen van Gouvernementswege
en zullen dat blijven, ook al is de winstmarge ge-
ring. Het Gouvernement met zijn verkeersbedrijven,
voorts voor de Archipel- en de Europeesche vracht-
en mailvaart, voor een ander deel voor de eigen
Marine, kan ze niet missen. Doch vergeleken met
Europeesche kolenmijnen waren het en moeten het
voorloopig blijven, wat ik zou willen noemen: ,,Krui-
deniersbedrijven” met vaste cliënteele en daar-
naast met ,,komenijs” – kom-en-eisch – verhou-
dingen. Doch ook een kruidenier met localen omzet
kan van zijn winkel meer maken door vooral op
zuinigheid in de exploitatie, afval en spillage te
letten. I)it laatste brengt hem verder dan ontijdige
uitbreiding van het bedrijf.
De efficiency van de Gouvernements steenkolen-
mijnen in Indië is afhankelijk van beperking van
spillage en verwerking van afval (hier ware te lezen
gruisafval), van winning van de bijproducten; dus van
uitbreiding in de breedte, niet in de diepte.
Thans zitten deze bedrijven vrijwel op de blaren
van te heet geroosterde uitbreiding, doch
zijn
of
worden allerminst bedreigd door toenemenden of on-
gunstigen import van uitheemsche kolen al gevolg
van wanruimte in de aankomende schepen. Het per-
centage met eigen schepen aangevoerde steenkolen
van de Hollandsche (en vreemde) stoomvaartlijnen is
en blijft uiterst gering en wordt met 20
â
25000 ton
‘s jaars al hoog genoeg geschat. Ook de zwakke positie
der kolenmijnen in de laatste jaren is
bij
enkele het
gevolg van te groote kapitaalinvestment (uitbreiding)
na 1918 en 1921, doch vooral van buiten verhouding
opgeloopen winningskosten, vooral te hoog voor deels
zoo minderwaardige kolen en
bij
simpele winning
der ruwe grondstof.
Men kan dit niet tegenspreken door deze mijnen
in een ,,pool” te doen
verschijnen
en te doen deelen
in de af straling van 76 millioen netto winst, verworven
met een kapitaal van 487 millioen,
terwijl
ze in
werkelijkheid met 20 millioen kapitaal tot een verlies
van een vol millioen gulden
bijdragen.
Dit verduistert
enkel de verhouding voor deze ,,noodzakelijke” Gou-
vernemeuts ontginningen, waaraan enkel en alleen
de eisch van een goed beheer kan en mag worden
gesteld, zonder
bij
voorbaat te doen rekenen op, of
den eisch te stellen van aan leeningsgeld evenredige
winsten of
bijzondere
baten voor de schatkist. Behalve
dat deze
mijnen
nooit als wiustbedrijven
zijn
bedoeld,
zijn ze – tot en met 1914 principieel (1) – uit
,,gewoon” betaald en is er dus feitelijk niet voor
geleend. Doch ook al moeten ze onder de schuldver-
houding van het Gouvernement als tegenbezittingen
worden aangemerkt, dan nog zitten ze in den on-
althans niet direct – rendabelen hoek. Het Gouver-
nement kan ze niet missen, al mag (moet) de strengste
eisch voor
behoorlijke
exploitatie worden aangelegd.
1)
De rest uit het befaamde winststaatje:
Bankatinwinning ……….+
39.5 millioen
Steenkolenmijnen ……….
± 0.9
Zout ………………….
+ 10.1
Post-, Telegr. en Telef.d . …__
3._
Staatsspoor en Tramw…..
+ 24.2
Netto-overschot te zamen . . . . +
75.9
millioen
doet de wolken optrekken.
De
P.T.T.-dienst
met
zijn
45 millioen kapitaal
maakte in 1925 alweer 3 millioen netto-winst (en
hier is het
werkelijk
netto, dus na
behoorlijke
af-
schrijving en met een niet-geflatteerde balans), is dus
weer in het spoor en denkt ernstig aan tariefver-
laging.
2)
liet feit dat de mijnen nog steeds steunen op dwang-
arbeid blijve hier onbesproken.
De uitkomsten van den Dienst van
Waterkracht en
Electriciteit
verschijnen daarentegen nog wat onwerkelijk;
bij dezen dienst worden
ten laste
der andere bedrijven
winsten geboekt (en zulks heeft men in handen door eenzij-
dige tarieven), waarop op den duur niet te rekenen valt.
Het
Zout
met z’n 10 millioen kapitaal zou in 1925
10 millioen netto-winst hebben gebracht en zou naar
het voorkomt dus meer dan zijn monopolie-, – c.q.
fiscalen – plicht hebben gedaan. De vraag
rijst
of
hier beleid en accijnsverlaging niet zullen moeten
paralelloopen.
Ten slotte: de
Rankatinwinning,
met een gewaar-
deerd kapitaal van 13 á 14 millioen gulden, waarbij
bij topmarkt een winst van 40 millioen in één jaar
is behaald, schijnt werkelijk den horizont van de
Gouvernementsbedrijven te kunnen beheerschen, ware
het niet, dat op een zichzelf uitputtende ontginning
geen
blijvende
toekomstverwachtingen mogen gebouwd;
hetgeen door de leiding van Gouvernementsbedrijven
en door de Regeering trouwens al langeren tijd wordt
ingezien. Doch daarom blijve
bij
elke beoordeeling
zulks ook vooropgesteld en het standpunt onaange-
tast, dat elk karretje
zijn
eigen last te dragen heeft
en dat dus geenerlei integratie der resultaten is toe-
gelaten. Met andere woorden dat niet de Spoorwegen
of de
Mijnen
in de schaduw (of de zon?) van Tin
en Zout mogen gebracht of met veeren versierd,
welke niet de hunne zijn.
Te minder in de toekomst, nu de ,,Bezuiniging” op
het totaal-budget tot het
wegsnijden
van uitwassen
en luxe
bij
het meerendeel der bedrijven heeft geleid
en er ten slotte toch is geconsolideerd. De begrooting
van 1927 toont dit al wel aan.
Zoodra in het louter besteden van groote kapitalen
in Westersche bedrijven niet meer aan ,,Welvaart-
politiek bij uitnemendheid” wordt gezien of gepro-
pageerd, doch nu er weer gepoogd wordt om den
waren economischen toestand te onde,rkennen en ge-
bleven wordt binnen het financieel kunnen, kan het
verleden worden overwonnen.
Ten slotte laten
wij
nog volgen de werkelijke eind-
cijfers over 1925, voor de
bedrijven,
ondergebracht
bij meergenoemd Departement, en de vergeljkings-
(verwachtings-) cijfers voor het loopende jaar 1926,
alsmede die voor 1927, zooals die voorkomen in de
ontwerpbegrooting voor dit jaar, van welke begrooting
de behandeling in den Volksraad dezer dagen werd
beëindigd en na September in de Staten-Generaal in
Holland zal aanvangen.
Bedrijf Bruto Bruto Bruto
Af-
Netto
eijr
0V
schrj- over- Kapitaal
Rente
Bankatinwinning.
°Io
1925
1
) 61.293 18.133 43.160 1.324 41.834 13.140 318
19263) 40.818 16.210 24.608 1.447 23.161 13.801 170 )
1927
3
) 42.524 16.295 26.229 1.650 24.569 14.338 170
J
Zout (regie).
1925
1
) 19.361 7.901 11.460 0.507 10.953 12.688 86
1926
8
) 19.152 8.000 11.150 0.557 10.953 13.045 82
1927
3
) 18.756 8.195 10.560 0.603 9957 13.515 74
Steenkolenmijnen.
1925
2
) 14.050 13.690 0.360 1.284
0.924 19.666
–
1926
3
) 18.425 15.442 2.933 1.536
1.397 21.826
6,4
1927
8
) 15.735 13.499 2.236 1.631
0.605 22.138
2,7
Staatsspoor- en Tramwe gen.
1925
1
) 74.953 49.782 24.811 8.959 15.852 600.000
2,64
1926
3
) 73.500 51.389 22.111 9.151 12.960 610.000
2,1
1927
3
) 77.392 52.810 24.582 9.450 15.132 629.978
2,25
Post-, Telegraaf- en Telefoondienst.
19252) 30086 23.314 6.772 3.117
3.055 45.409
6,7
1926
8
) 30.091 24.353 6.738 3.737
3.001 49.294
6
8)
19273) 32.212 24.726 7.486 3.796
4.246 46.920
9
J
Dienst van Waterkracht en Bleotriciteit.
1925
vergelijkingscijfers nog geen waarde.
19263)
1.961 0.504 1.456 0.132
1.123 11.909
9
1927
3)
2.039 0.513 1.526 0.259
1.267 12.101 10 j
Goud- en Zilverinijnen.
1925
1
) 1.918 0.945 0.973 0.653
4
) 0.320
5.542
6 ‘
1926
3
) 2.425 1.247 1.179 0.859
4
) 0.319
5.171
6
8)
19278) 2.434 1.292 1.142 0.879
4
) 0.262
4.368
8
J
1)
Herziene cijfers.
2)
Cijfers ,,De Ingenieur”. (ir. Roelof-
sen).
8)
Begrootingscijfers.
4)
Liquidatie-aflossing van
20
0
/0.
5)
Raming.
0)
Reëel.
7)
Geflatteerd.
8)
Leeningsrente.
862
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
29 September 1926
Uit de omstandigheid, dat hier definitieve jaar-
uitkomsten en verwachtingen te zamen gegroepeerd
zijn, volgt, dat vergelijking der opvolgende jaren
onderling niet zonder meer mogelijk is en slechts
met groote voorzichtigheid (dus critisch) mag ge-
schieden. 1925 toont zich.door de
linopbrengsten
min
of meer als een topjaar en biedt dus ook daarom
geen maatstaf voor de beoordeeling van het geheele
beheer.
Een andere zwakke plek in het geheel vormt de
afschrijvingspolitiek, welke voor tin en goud-zilver
een ander karakter draagt en dus een andere even-
redigheid moet krijgen dan b.v. voor S.S. en P.T.T.
Zoo duidt in een staatje in ,,De Ingenieur” van
3 April 1926 geproduceerd:
Bedrijfsresultaten der
5
voornaamste Gouvernemente-
bedrijven over
1921-1925.
Bedrijfsresultaten
1921 1922
1923
1924
1925
Bruto-ontvangsten ….
Bedrijfsuitgaven
181.8
157.- 169.-
137.7 176.1
116.2
190.2 109.8
200.-
115.-
Bruto-overschot …….
Afschrijvingen
24.8
5.9
31.3
9.-
59.9
7.8
80.4
8.2 85.
.9.-1
Netto-overschot
…….
18.9
22.3
52.1 72.2
76.-
het verloop der ,,afschrijvingen” zoowel op absolute
als relatieve onjuistheid daarvan; behalve nog dat
een afschrjving van 1= 9 millioen in totaal nauwelijks
de voor het Staatsspoorwegbedrijf alleen noodzakelijke
afschrijving vertegenwoordigt. Het verloop der af-
schrijvingen, als hier gegeven voor 1921-1925, be-
oordeeld naar de bruto-overschotten en kapitalen,
toont op zichzelf eene willekeurigheid, welke enkel
door haar onbegrijpelijkheid wordt overtroffen. Doch
hierover is reeds genoeg gezegd en geschreven.
Nogmaals de diverse Gouvernementsbedrijven mogen,
zooals ze 1927 thans tegemoet gaan, gerust elk voor
zich worden blootgelegd en beoordeeld; alleen zal
voor enkele ervan een meer naarstig beleid blijven
geëischt dan in het jongste verleden er bij is voor-
gekomen.
Gescheiden heoordeeling toont dan het best waar
dat beleid kan (zal moeten) worden verbeterd en
versterkt, of waar het doel of de te eischen efïiciency
niet wôrdt bereikt. Men make zich voor dat open-
leggen (open kaart spélen) geen zorg.
Aan vervreemding c.q. verkoop van een of, meer
harer
bedrijven
kan geen Indische Regeering meer
denken. Wel mag gehoopt worden, dat voorkomen zal
worden dat de mode-bacil der ,,Gemengde Bedrijven”
er niet aan zal vermogen te gaan knagen..
Over enkele dier pseudoGouvernementsbedrijven
(de gemengde electriciteitsbedrijven), welke in staat
schijnen de staatsbedrijven en hun gemeenschaps-
karakter op een hellend vlak te helpen, moge een
afzonderlijke beschouwing volgen.
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
DE BESLUITEN VAN DEN VOLKENBOND BETREF-
FENDE DE WIJZIGINGEN IN DE BEGROOTING
EN DE REGELING VN HET GELDWEZEN
IN OOSTENRIJK.
Dr. Richard Kei-schagl te Weenen sohrijft ons:
De aangelegenheden, waarvoor Oostenrijk zich ‘dit-
maal tot den Volkenbond heeft :gewen’d, betreffen in
de eerste plaats ‘de begrooting. In den loop van 1926
was het gebleken, dat de ibegrootin’g voor dit jaar o.ver-
schreden zon moeten wot-den. Dit had drie oorzaken.
Vooreerst de eisc’hen der beambten, welk
le een ve-
hooging van de uitgaven met
56
millioen schilling
noodig maakten. Ten tweede ‘de uitgaven voor pro
–
ductieve werken, welke v.ereischt werden, zoowel in
verband met ‘den snellen voortgang van •de eleetrif i-
catie ‘der spoorwegen alsook wegens het onverwacht
groote aantal werkloozen. In de derde plaats moest
de Regeering ter uitbetaling van ‘de schulden der
in moehj’kheden geraakte Central’bank der Deutschen Sparkasson voorloopig een ‘bedrag van
62,5
millioen
schilling beschikbaar stellen.
De Financieele Commissie van den Volken’bond
heeft ‘deze vermeerdering van uitgaven goedgekeurd,
‘doch daarnevens op bezuiniging aangedrongen in
verband met ‘den op ‘het economisch leven i-usten,d’en
belastingdruk.
Ook word goedgekeurd de beschikbaaistelling van
het grootste gedeelte van het nog resteereude bedrag
‘der V’olkenbondsl’eening. De . Einancieele Commissie
stenide erin toe, dat nog 60 millioen shilling voor
1927
beschikbaar werd ‘gesteld vQor de electrifica-
tse; over de ‘bestemming van dit bedrag zullen echter
in December nauwkeurige mededeelingen moeten
worden gedaan.
De tweede groep van ‘besluiten, welke te Genève
zijn genomen, betreffen het geldwezen. Reeds op de
laatste zitting te Genève was aan de Oostenrijische
Regeering de uitgifte van
15
millioen schilling kort-
loopend schatkistpapier toegestaan, zonder dat nog de
nadere
bijzonderheden
‘dezer uitgifte waren vastge-
stel’d. De bedoeling van dezen maatregel was ‘drieledig.
Tea eerste wilde men weder een markt scheppen
voor kortloopend schatkistpapier ter ‘bevrediging van
de kasbehoef ton van den Staat, evenals zulks in andere
l’an.den voorkomt zooals in Engeland ‘en Duitsch
r
land. Daarbij moest er voor worden gewaakt, dat het
schatkis,tpapier zonder eenigen riadeeligen invloed op
de valuta zou blijven en op geenerlei wijze een infia-
torisch karakter zou ‘dragen.
Ten tweede zou ‘de Rege,ering na uitgifte van
bovenbedoeld schatkistpapier een bedrag van
50 mii-
lioen schilling uit ‘het restant der Volkenbondsieening
bezigen tot afbetaling van de bestaande schuld van
den ‘Staat aan de Nationale Bank. Aldus zou een schuld
op ‘langen termijn van
‘den
Staat aan de Bank ‘worden
omgezet in ‘kortloopen’d schatkist,papier, zonder dat
dit nadere rnaatregelen van de Bank zou vereischen.
Ten derde zou het restant van
25
millioen schilling
gebezigd worden ter bevrediging van extra kas’behoef-
ten, welke zich tegen het einde van elke maand ge-
woonlijk doen gevoelen, en tot bevrediging waarvan
tot ‘dusverre een ‘deel van ‘de Vol’kenbon’dsleening werd
gebezigd, welk laatste than’s voor ‘heleggingsdoelein-
den gebruikt zou kunnen worden.
De Raad van ‘den Volkenbond heeft de desbetref-
fende wetsontwerpen onderzocht en ten deele in over-
leg met ‘de Regeerin’g eenigszins gewijzigd. Zij zuilen
nu zoo spoedi’g mogelijk in behandeling worden ge-nemen. De to nemen maatregelen zijn in edn tweetal
wetsontwerpen neergelegd.
De eerste w’et betreft ‘de uitgifte van schatkistpa-
pier. De Minister van Financiën wordt gemachtigd
een bedag ‘van
75
millioen schilling aan schatkist-
papier ter bevrediging van voorbijgaan’de kasbehoef-
ten uit te geven, welk bedrag ‘bij ‘de Nationale
Bank voor rekening van den Staat wordt gestort. Dit
sc’hatkistpapier mag slechts luiden in schillings,
slechts dienen tot bevrediging van tijdelijke kasbe-
hoeften en geen l.angeren looptijd ‘hebben ‘dan hoog-
stens zes maanden. Binnen zes maanden na ‘de eei-ste
uitgifte van schatkistpapier moet
50
millioen schil-
l’ing uit het restant van de Volkenbondsleeniug wor-
den aangewend tot afbetaling van de schuld van den
Staat aan de Bank. Door deze afbetaling, welke ge-
schiedt ‘uit het restant der credieten in vreemde valu-ta, vermindert ‘de schuld va,n den Staat aan ‘de Bank van ron.d 179 millioen schilling tot rond 129 miljoen
schilling
j
en wordt de dekking van de Bank verhoogd
van rond
534
millioen schilling tot rond
564
millioen
achilling.
De tweede rwet betreft een yeran’dering van de
statuten van ‘de Oostenrijksc’he Natioiale Bank. Art.
50
der statuten was tot dusverre zoo slireng ge,redi.-
geerd, dat aan de Nationale Bark alle middelljke en
onmiddellijke ‘zaken met den Staat, de landen en de
29
September
1926
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
863
gemeenten verboden waren, indien niet terstond de
tegenwaarde in gôu•d of deviezen werd geleverd. De
Bank mag nu voortaan het uitgegeven sehatkistpa-
pier tot het totaalbedrag van
1
75
millioen schilling
•d isconteeren of boleenen, echter slechts dan, wanneer
dt papier wordt aangeboden door een solide firma
of instelling met uitzondering van •den Staat, ‘de lan-
tien, do gemeenten en de Overliei’dsondernemingen.
Daarmede is alle kans op inflatie uitgesloten, omdat,
nog afgezien van het feit, dat door bovenbedoelde af-
betaling uit hot restant van de Volkenbondsleening
een reductie van. de 1iljettencirculatie met 50 mii-
lioen schilling plaats vindt, discon’teering of belee-
ning van schatkistpapier uitsluitend zal mogen ge-
schieden in den vorm van cred jet aan dan discon-
tant of leleener, waarbij slechts
zijn
soliditoit beslis-
send zal zijn en juist als bij het disconteeren van wis-
sels een verplichting tot het aannemen van zulke
papieren yoor de Bank niet zal bestaan. Bovendien
zal het bedrag van gedisconteerd en beleeud schat-
kistpapier afzonderlijk op de balans der Bank wor-
dec opgenomen, om volledige publiciteit te waarbor-
gen. Nog afgezien van het feit, dat hij een totale
circulatio van 860 millioen schilling en een metaal-
dekking van meer dan 60 pOt. het bedrag van
15
millioen schilling geen rol speelt, is toch met pijn-
lijke riauwge’zetheid alles vermeden, wat later moge-
lijkerwijs aanleiding tot wantrouwen zou kunnen
geven of inflatie in de hand nou kunnen werken. Bij
het red igeeren der desbetreffende wetsontwerpen
heeft men zich over het geheel gericht naar de bepa-
Ii ugen, welke ‘de disco nteeri n g van schatk 1 stpap ier
van het Dui’tsche Rijk ‘door do Rijksbank betreffen.
AANTEEKENINGEN.
Voordrachten van Prof. von Mises.
Prof. Dr. Ludwig ioii Mises uit Weenen, hoopt,
daartoe uitgenoodigd door de Ver. voor Studiebelan-
gen aan ‘de 1
–
laudels-Hoogeschool en ‘de Jur. Fac. Ver.
van het Utrechtsc.h Stad. Corps, in den loop der
maand October oenige lezingen te Rotterdam en
Utrecht te komen houden reep. over ,,Staat and Volks-
wirtschaft” en ,,Die Soziologie des Privateigentums”.
Indexcijfers van groot- en kleinhandeisprijzen
in Ned.-Indië.
De maandstatistiek 1926 No. 6 van het Centraal
Kantoor voor de Statistiek te Weltevreden bevat o.m
het volgende:
Iivvoer.
Thans is de reeds meermalen aangekondigde
herziening valt cle reeks der invoerartikelen nagenoeg vol
tooid. Slechts ontbreken nog de volledige gegevens omtrent
zwaivelzure anvrn.onia,
terwijl ook prijzen van enkele
levens-
nsicicZeln
wellicht nog een geringe korrektie zullen onder-
gaali. liet totaal aantal opgenomen artikelen evenwel is zoo
talrijk, dat deze elementen op dan algemeenen gang val
het int excijfer geen invloed van praktisch belang kunnen
uitoefenen, zoodat cle nieuwe serie thans zonder bezwaar
gepubliceerd kan worden.
De oude serie ken nu als verval-
len worden lescicouwd.
De nieuwe serie omvat 72 artikelen, di. 21 meer dan
de vroeger gepubliceerde, liet algemeene niveau van deze
nieuwe serie is lager, hier en daar (met name voor cle groe-
pen
Metalen, Chemicaliën
en
Diversen)
zelfs aanzienlijk
lager clan ‘dat van de vroegere, te eenzijdige reeks. Het •hbogste indexcijfer behouden de
textiele goederen.
Tusshcn 1922 en 1925 zijn zij vrijwel op clezelf cle ‘hoogte
blijven staan in het loopende jaar evenwel tra:l een aan-‘
zienhijke prijsdaling in, en in Juni j.l. staan zij 25 punten
beneden het gemiddelde van 1925.
De
metalen
staan relatief het laagst. Zoowel de voor-
itaaniste
ijzersoorten
als
rood koper
naderen weer dicht het
niveau van 1913.
lIet gemiddelde indexeijfer van alle invoerartikelen be-droeg in Mei en Juni 164, d.i. negen punten lager dan het
gemiddelde van 1925.
Uitvoer.
Moest de vorige maand gewag worden gemaakt
van een Icorrektie der indexcijfers voor
arachides,
thans
moest ‘ten gevolge van het ontvangen van nieuwe gegevens
opnieuw een herziening plaats vinden, en wel ten aanzien
van
a’rechides, cacao
en
dja.ra.kpitten.
Een en ander is ech-
ter meer van theoretisoh belang en had op de uitkomst, die
zich in het algemeene indexcijfer vertoont, ternauwernood
invloed.
Dit algemeene indexcijf er begon mia Mei 1925 met schom-
melingen te stijgen, voornamelijk door den invloed van
rubber, peper
en
katja.ng idjoe,
tot in December het hoog-
ste punt van het jaar werd bereikt. Januari en Februari
1926 vertoouen een sterke en voortgaande reaktie; vooral
in de rubberprijzen, terwijl in Maart j.l. vrijwel alle arti-
kelen lager genoteerd zijn. De reaktie zet zich voort in
April, geaccentueerd door een opmerkelijke prijsdaling van
mais
en van
peper,
en voor
rubber
en
peper
ook in Mei.
Door betere prijzen van
suiker, mais
en
icapokpitten is
het
algemeene indexcijfer voor deze laatste maand intusschen
‘eer een drietal punten hooger, doch in Juni veroorzaken
verschillende artikelen
(citronella-olie, kepok, rubber
en
suiker)
opnieuw een daling, in weerwil van de betere prij-
zen van
peper
en
kat jang idjoe.
De markt voor
nvaïs
werd te Batavia langen ‘tijd hoog
gehouden, doordat de aanwezige vooi-raad geheel voor bin-
iienlandsche konsumnptie bleef bestemd; de slechte berichten
omtrent den padioogst werkten hiertoe mede. Toen de
nieuwe rijstoogst bleek mee te vallen, en men tevens een
grootcn invoer van buitenlandsche rijst verwachtte, werd de
binnenlandsche vraag veel minder; de voorraden moesten
geruimd worden en tevens maakte een plotselinge verlaging
der vrachten uitvoer tegen lagere prijzen loonend. De prijs
viel in April met bijna zeventig punten. Mei geeft een
klein herstel. Ook de passerprijzen van maïs zijn in Janu-
ari-April, hoewel veel geleidehijker, zeer sterk gedaald.
De
witte peper
schijnt na een geweldige prijsstijging
voorn. sinds Mei/Juni 1925, gevolgd door eelt gevoelige
reaktie sinds Januari jL, eenigszins tot stabiliteit te zijn
gekomen.
De prijs van de
rubber
bleef na de spekulatieve hausse van het vorige jaar, die in November haar toppnnt bereik-
te, eerst zeer snel en sinds Februari jI. geleidelijk dalen;
sinds Februari is hij weer lager dan in 1913114, die als
krisisjaren in de geschiedenis der rubbei’prijzen bekend
staan. Niettemin is de prijs nog zeer hoog te noemen, doch de buitengemneene ontwikkeling van dit moe jonge artikel veroorzaakt, naast hef tige prijsbevegingemi, dat het prijs-
niveau van 1913 en 1914 niet rechtstreeks muet het huidige
vergelijkbaar is.
Na het uitbreken van den oorlog blijven de prijzen te
Batavia verre ten achter bij die te Londen; in 1918 is het
verschil 40 pCt. ten nadeele van Batavia. Het jaar 1919
heef t voor Engeland en Java een tegenovergestelde betee-
kenis: in Engeland treedt iie malaise in, maar voor Java
is er ontspanning en herademing. In den ‘tijd van de rub-berkrisis 1921-1924, zijn de prijzen te Londen en te Ba-
tavia vrijwel gelijk; doch de spekulatieve hausse van 1925
is voor een aanzienlijk deel een Londensche affaire Bata-
via gaat wel mee, maar blijft 8
a
9 pOL. ten achter.
Bovengenoemd prijsverschil tusschen Engeland en Java
gedurende 1918-1920 wordt evenwel niet alleen veroor-
zaakt door den uiteenboopenden invloed op deze landen van
den oorlog. De wisselkoers op Londen vertoont in 1918 en
in het begin van 1920 geweldige inzinkingen. De prijzen
van 94, 87 en 78 püt. der prijzen in 1913/14 ‘te Londen,
naast prijzen te Batavia van 54, 78 en 68 pOt. van diezelfde
pi’ijzen, worden voor 13, 6 en 9 pCt. veroorzaakt door de
Engelsche inflatie. Rekening houdende met de waarde van
het Engelsche geld, bemerkt men, dat reeds in 1920 het
prijsniveau te Batavia gelijk is aan dat te Londen.
Een geheel ander beeld dan de rubberprijzen vertoonen
de
theeprijzen.
Merkwaardig zijn (Ie betrekkelijk rustige
gang en de gestadige opgang, waarin dit artikel zich ver-
heugen mag. Het herstel na den oorlog was hier even mar-
kant als bij (Ie rubber, doch veel baheerschter en bljvencler.
Indexcijfers vac 72 invoer- en 20 uitvoerartikelen in den
groothandel te Batavia, Soerabaja en Semarang.
UÎt- Tot.
Invoerartikelen.
voer- groot-
artik. hand.
–
Q
1913. 100 100 100 100 100 100 100 100 1922. 208 166 172 174 175 182 129 170 1923. 208 163 174 174 169 181 149 174
1924. 212 164 167 164 168 179 155 174
1925. 208 161 161 154 165 173 146 167
April
1926. 191 191 155 158 160 167 133 160
Mei
,, . 186 186 148 157 157 164
1
136 158
Juni
,, – 183 183 149 156 157 164 134 157
i) 20 art.
2)
12 art.
8)
12 art.
4)
15 art.
2) 13 art.
864
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
29 September 1926
Klei r&lca,n clels prijzen.
De serie indexcijfers voor artike-
len valt in- en ititheemsehen oorsprong is nu zoo samenge-steld, (lat cle .in.heemsehe en de uitheemsche groep geheel
parallel zijn.
– De kleinhanclelsprijzen der
uiiheem-scice
artikelen vertoon-
den in 1925
over het geheel genomen een beeld van stil-stand: zij bleven schommelen om het
iudexcijfer
151. Ii
Maart en April
1926
waren zij iets lager dan in Januari
en Februari, en Mei ligt met
146
weer drie punten beneden
April.
Het algemeene in’dexcijfer der
iniseenescke
artikelen is in
1925
gemiddeld 13 punten lager dan in
1924.
In Maart is
het cijfer nog even hoog als het gemiddelde van
1925,
ter-
wijl in April de duurte van Lebaran zich doet gevoelen.
Door een prijsstijging van
rijst,
clie een prijsdaling van
aarclappeleic, eieren
en
vleesck
te niet doet, staat. Mei nog
even hoog als April. De prijsveranderingen in Juni zijn
onbeduidend. In Juli zijn de prijzen gemiddeld lager.
Indexeij Iers van kleinhandeisprijzen van verbruiksartikelen
van in- en uitheemschen oorsprong te Batavia.
In.
heemsch
1)
Uit-
heemsch
1)
Totaal
Voeding
2)
1913114
100
100
100 100
1923 ..
194
173
183 182
1924 . .
182 158 170
170
1925 . .
169
152
160
158
Juli
1925 . .
174
161 168
–
Augustus
,,
..
176
162
169
–
September
,,
. .
178
161
170
October
. .
177 162 169
–
November
,,
.. 177
161
169
–
December
,,
. .
176 161
169 157
Januari
1926..
167
151
159 157
Februari
,,
..
167
152
161 158
Maart
. . 169
149
.
158 157
April
. .
171
149 160 158
Mei
,,
..
171
146
159
157
Juni
,,
. .
170
147 159
157
Juli
,,
. .
167
145
156
154
1)
20
artikelen.
2)
35
artikelen.
.P6.sserprijzen.
In November
1925
doet .de invloed van
de lange droogte en van den slech-ten padioogst in Midden-
en Oost-Java zich reeds duidelijk gevoelen. Met uitzonde-ring van beras, en van artikelej:t als
vleescli. en
Jatoawnscke
suiker, clie door het misgewas niet onmiddellijk worden
beïnvloed, zijn de gemiddelde prijzen van
1925
dan ook iets
hooger dan die van
1924,
terwijl Januari jI. een aanzien-
lijke prijsstijging vertoont. Sindsdien echter dalen de prij-
zen weer; een prijsdaling, die men telkeh jare in. de eerste
maanden kan waarnemen, doch die dit jaar een zooveel
sneller verloop had dan het vorige jaar, dat cle meeste
prijzen clie der overeenkomstige maanden van
1925
weer
te-
ginnen te naderen, terwijl sinds April
in.als en
kedelee
zelfs
weer lager genoteerd zijn dan een jaar tevoren; alleen de
prijzen
vanAraokides
blijven hoog; Juni vertoont voor
rijst
en
mais
de seizoen-stijging.
Loonen en grondhuren in de Javasuikerindustrie.
Het laatst verschenen Jaarverslag van het Alge-
meen Syndicaat van Suikerfabrikanten in Neder-
landsch-In-dië – loopende tot en met
31 Decem’ber-
1924 –
bevat ook ditmaal ‘de gebruikelijke cijfers,
i
die
betrekking hebben op hetgeen door de industrie wordt
betaald aan bonen en leveringen d’odr de Inlan-dsc
–
he
bevolking, en aan grondhuren, een en ander met gra-
fieken toegelicht. Sedert
1916 heeft –
het Syndicaat
deze gegevens verzameld en verwerkt in een alge-
meenen staat. Ten -aanzien van de 1-oonen, aan de
Inlan-dsche aibeiders der industrie uitgekeerd, gel-
;
‘den de onderstaande cijfers:
.
Oogstjaar
1
Totaal vermalen
bruto bouws
Loonen
per bouw
Loonen
totaal
1916
221.823
f
264.04
f
58.570.144,92
1917
226.082 266.—
60.137.812,-
1918
229.791
268.37
61.669.010,67
1919
.
193.977
284.09
.
55.106.925,93
1920
219.925
360.44
79.269.767,-
1921
224.724
451.57
–
101.478.616,68
1922
226.760
427.63
96.969.378,80
1923
228.975
378.59
86.687.645,25
1924
242.828
382.37
92.850.142,36
Wat aangaat de z.g. leveringen door de Inlandsche
bevolking, deze bedroegen achtereenvolgens:
Oogstjaar
Per bouw
Totaal
1916
f
16,68
f
3.700.007,64
1917
23,29
5.265.449,78
1918
20,57
4.726.800,87
1919
24,81
4.812.569,37
1920
34,47
.
7.580.814,75
192).
47,59 10.694.615,16
1922
–
33,64
7.628.206,40
1923
33,24
7.382.154,-
1924
27,77
6.743.333,56
Aan gron-dhuren is, echter uitsluitend voor de
Gen-
vernementslanden, dus zonder de Vorstenlan-den (Re-
sidenties Soerakarta en Djokjakarta) in den loop der
jaren uit’gegeven:
Jaar
Per bouw Totaal
Gouvernementslanden
1916
f
40,16
f
7.503.815,68
1917
42,23
8.054.063,37
1918
52,75
10.124.518,50
1919
56,88
9.283.669,20
1920
60,69
11.717.446,55
1921
–
66,96
2.390.948,-
1922
74,05
13.702.434,15
1923
81,96
15.285.621,96
1924 87,13
17.133.504,59
In ‘de V-orstenlanden werd over
.1924
aan grond-
huur en pacht uitgegeven
f
2.193.528 tegen
f
2.115.353
in
1923.
Het jaarverslag wijst erop, ter
voorkoming van misverstand of ‘onduidelijkheid, dat
deze
–
bedragen geen juist vergelij-kinsmateriaa1 vor-
men met ‘de
cijfers
van v66r
1919,
dat is van v66r de
s.g. Vorstenlandsche reorganisatie. Want in deze
cijfers wordt geen scheiding gemaakt tussohen de ge-
bieden in de Vortenlanden, ‘die ssel, en die nog niet
gereorganiseerd zijn, tengevolge waarvan feitelijk
ongelijksoortige grootheden, nl. de pachten in de niet-
gereorgani’seerde gebieden en de grondihuren ddr ge-
converteerde ondernemingen ‘bij elkaar zijn opgeteld.
Wanneer ‘deze
cijfers
‘betreffende de V’or.stenlanden
in •de laatste jaren dan ook wei-den opgenomen, ‘ge-
sdhied-de dit niet om eene vur-gelijking té treffen
.tussc-hen hetgeen vroeger en nu in de Vorstenlan-den
wordt -betaald, maar uitsluitend om een beeld te ver-
krijgen van het totaalbedrag, dat de sni
–
kerin-dustrie
voor hare ‘gronden van jaar tot- jaar betaalt. Dit be
drag komt in totaal voor
1924
op bijna
f
20
millioen,
welk cijfer het Jaarverslag aanleiding geeft -tot •de
opmerking, da-t ‘de voortgezette stijging der ‘grond-
–
huurprijzen de industrie -pet zorg
blijft
vervullen.
– Totaal is ‘dus in
1924
een bedrag van ruim
f.119
milli-oen aan de Inlan-dsche bevolking door–de suiker-
industrie uitgekeerd,
–
hetgeen- -deze een inkomen ver-
schafte a-d
f
499
per bouw, geljkstaan-de ‘met -de cijfers,
die over
1922
en
1923
(zie nummer E.-S. B. van
15
‘April
1925) werden bereikt. –
Aan de hand van de toen en vroeger -gegeven cijfers
kon w’orden -berekend, dat achtereenvolgens in de
jaren 1911
tot en met
1923 percentages
van resp.
41,8;
36%; 39%; 28;39; 36
en
37
pOt. van de totaal-kos-
ten van den -oogst
–
aan -de Inlan-dsche bevolking ten
goede ‘kwamen. Hierbij wer-d echter geen rekening ge-
houden met hetgeen kan worden ‘becijferd voor in-
-komsten van -de Inla.ndsc’he -bevolking uit i-ietlanden, bibitland-en en o-pko-op van – bevolkingsriet. Vermeer-
dert men het genoemde totaalcijfer met -de inkomsten
uit -deze bedragen, -die voor 1924
op ruim
f
5%’
mii-
lioen mogen worden gesteld, dan word-en voor
1924
cijfers van resp.
35
pOt. en
36%
pOt. bereikt.
Evenals vooigaan-de jaren,
is, dank 5ij
de
werk-
zaamhei-d van de – Econ-omisch-Statistisc’he – Afdeeling
van -den Java Suiker Wer-kgevers-Bend, berekend -kun-
nen worden hetgeen -door -de suikerindu-strie -aan de
Lan-dsin-komsten is bij-gedragen. De verkregen cijfers
staan de volgende i-eapituiatie toe: – – –
29 September 1926
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
865
Vennootschapsbelasting ……………
f 24.120.000,-
Uitgaven voor Post, telefoon en telegrafie
_
768.000;-
Vrachten Staatsspoorwegen
……….
,,
10.389.000,-
Bijdragen voor cultuurpolitie, rietbe-
waking
e.d.
………………….
,,
2.336.000,-
Vaste jaarlijksche bijdrage onderhoud
irrigatiewerken
………………
,,
621.000,-…
Bijdrage ineens voor aanleg of verbe-
tering van irrigatiewerken
……..
,,
819.000.-
Verponding en erfpachtscanon
…….
,,
728.000,-
Wegenbelasting (gewestelijke)
……..
,,
010.900,-
Personeelsbelasting te» laste v. h. bedrijf
,,
23.000,-
Invoerrechten
………………….
,,
1.380M00,-
1.
Haven- en bakengelden …………..
,,
360.000,-
Zegelbelasting
………………….
,,
153 000,-
f 42307.900,-
waarbij de onderstaande indirecte bij-
dragen in ‘s Lands middelen kunnen
worden geteld:
Zegelbelasting
………………….
Inkomstenbelasting Europeesch per-
soneel, fabrieken, concerns en orga-
nisaties
……………………..
inkomstenbelasting
Inlandsch
per-
soneel
idem
………………….
,,
420.000,-
f 48.122.900,-
bij welk ‘bedrag nog een bijdrage aan de Nederland-
sche Dividend- en Tantièmebelasting van pl.m.
f 3
millioen moet worden in aanmerking genomen.
Uit het bovenstaande blijkt dus, dat de suikerin-
•dustrie in
1924
volgens eene nauwkeurige raming, die
h.i. aan den voorzichtigen kant is gebleven, minstens
f 48
millioen direct en indirect aan ‘s Lands middelen
heeft bijgedragen. In
1921, 1922
en
1923
waren deze
bedragen resp.
f
44%,
f 46%
en
f 42 millioen. Reeds
daarom worden de’ze cijfers
niet geacht, de beteekenis van de suikerindustrie voor de Landsinkomsten over-
dreven voor te stellen, omdat verschillende inkom-sten, welke de Staat direct of indirect uit de suiker-
industrie trekt, daarin niet verdisconteerd konden
worden, wijl
de gegevens daartoe ontbraken.
BOEKAANKONDIGING.
De sociaal-economische beteelce,nis van
het Nedertandsch-Belgisc/ve vei-c1rag,
doo?- Th. van Lier.
De kennisnemFng van het bovenvermelde geschrift
is in hooge mate teleurstellend. Men ‘zou van een ver-
dediger van dit verdrag, na de uitvoerige bestrijding,
welke het, van de dagbladpers nog gezwegen, in tal
van godocumenteerde brochures en tijdschriftartike-
len heeft ontmoet, hebben mogen verwachten, dat hij
althans de voornaamste argumenten zijner -tegenstan-
ders aan een nader kritisch onderzoek had onderwor-
pen. Hiervan heeft de Heer v. Lier zich echter zorg-
vuldig onthouden, ofschoon het bestek van de niet
minder dan
124
‘biad’zijden beslaande brochure hem
daartoe toch zeker voldoende ruimte bood. Op hoo-
gen toon gaat hij met betrekking tot de tegenstan-
ders van het verdrag en hunne bezwaren over tot de
orde van den dag.
1)e brochures van het Nationaal Comit6 van Actie
worden niet ontieed, wijl, naar de Heer v. L. meent,
zijn geschrift in zijn geheel antwoord geeft ,,op het
gcschrijf van die zijde.” Aan ,,opporvlakkig geschrijf
als dat van den Heer Nierstrasa,” wrenscht hij ,,geen
tijd en papier te verspillen.’ ‘De betoogen van Prof. (Jolenbrander worden terloops genoemd, maar niet
verder onder’zocht, vermoedelijk omdat de heer v. L.
hem i-angschikt onder de historici ten onzent, die,
,,ais zij naar de pen grijpen om hun commentaar te
leveren over een
dergelijk
onderwerp, plotseling hun
zin voor ,,historie” schijnen te verliezen en zich niets
meer schijnen te herinneren, dan hetgeen in •de 19e
eeuw is voorgevallen”.
1)
De heer Fokker wordt even-
1)
Vati een schrijvei, clie tegenover onze historici zulk
een hoogen toon aanslaat, zeil men zeker cle uitspraak niet
verwachten, dat ,,Neclerlancl niet cle niogendheclen de neu-
min’ genoemd alv de ingenieur Ramaer, die in zijn
bekende hrochui-e het eerst tegen het ontwerp-verdrag
in het krijt trad. De zoo belangrijke brochure van
den kapitein Harberts wordt ter zijde gelegd met de
schampere opmerking, dat
zij
het ,,sprekend bewijs”
levert voor schr.”s opvatting, dat men ,,bij ,,militai-
ren” in het algemeen geen ruime visie op interna-
tionale verhoudingen” zoeken moet. (Ook de Luite-
nant-Generaal van Oordt kan zich dit voor gezegd
houden!) En, natuurlijk, de brochure van den heer
Valter is een vermelding, laat staan wederlegging,
eerst recht niet waard!
Met deze houding tegenover zijn tegenstanders aan-
genomen vormen de, bladzijden vullende, aanihalingen
uit de Mem. v. Antw. van den Minister, uit de rede
van den heer Bongaerts en uit de schriftelijke en
mondelinge behandeling van het Verdrag in het Bel-
gische Parlement een ‘wel zeer treffend contrast.
Het orgerlijkst is echter, dat de heer v. L. zich
niet ontziet om
bij
herhaling te insinueeren, dat de
uit diepgevoelde teleurstelling over miskenning van
Nederlandsche levensbelangen in, en groote beducht-heid over de politieke gevolgen van het ontwerp, zoo-
als het daar ligt, geboren strijd voor het heropenen
van de onderhandelingen met België in dienst zou
staan van ,,vreem’de” belangen! (blz.
5, 38, 45, 102).
Aan deze, zonder spoor van eenig bewijs, neergeschre-
ven bewering gaan wij overigens met minachting
voorbij.
Zijn de hier aangewezen gebreken van de brochure
des heeren v. L. even opmerkelijk als betreui-enswaar-
dig, haar inhoud is niet minder teleurstellend. De
schrijver praat voortdurend om het ontwerp, waarvan
de
feitelijke
inhoud nergens in ‘bijzonderheden wordt
medegedeeld, heen, en levert daarbij beschouwingen,
welke goeddeels geheel achterwege kunnen blijven. Is
er, mag ‘men vragen, hier te lande iemand, die zou wil-
len ontkennen, dat de economische betrekkingen tus
schen Nederland en België voor ons bedrijfsleven
groote beteekenis ‘hebben? Met ‘zijn uitvoerige, door
cijfer’s toegelichte
1)
beschouwingen op dit punt loopt
hij een open deur in
2)
En evenzoo is ook door de
bestrijders van het verdrag telkens met allen ge-
wenschten nadruk erkend, dat ons land aan de na-
traliteit van België mccle had bezegeld” (blz.
34).
Die neu-
traliteit werd, ,,00k in het belang van Nederland in het leven
geroepen” (Mcm. v. Antw.) door de mogendlieclen; Neder-
land stelde zich daarvoor niet garant.
Zonderling is ook de opmerking, (blz.
66)
,,dat het regi-
me van de gewaarborgde neutraliteit voor België funest
was geweest” en dat het ,,het lanl’bijna zijn bestaan had gekost”. Dit regime heeft België niet belet zieh krachtig te wapenen, zoodat het den eersten stoot kon opvangen,
en het leverde aan Engeland, als garante dier neutrali-
teit, het motief, om terstond bij (ten Duitschen aanval in
den oorlog te gaan en België, zij liet ongenoegzaam, te hulp
te snellen. Men is er in België op liet oogenblik dan ook
geenszins algemeen van overtuigd, in het bondgenootschap
met Frankrijk een goeden ruil voor de gewaarborgde neu-
traliteit te hebben gedaan.
Voor zoover hij daarbij put uit onze Handelsstatis-
tiek vÔOr hare reorganisatie in
1916,
toont hij echter van
deze materie niet op de hoogte te zijn. Destijds golden als
landen van herkomst en van bestemming, bij het verkeer
naar het Zuiden en naar het Oosten, de landen waaruit
of waarheen de goederen onze grenzen passeenlen. Het
feit, dat ons land, blijkens de door den schrijver gegeven
tabellen; in
1913
uit België bijv. cacaoboonen en chilisal-
peter zou hebben ingevoerd, en daarheen coprah, kina, on-
bewerkte rubber en zinkerts uitvoerde, had hem in dezen
zin reeds als een aanwijzing kunnen dienen. Vergelijkingen,
als die hij op blz. 38, 39
en
54
maakt nopens ons handels-
verkeer met België vOör en na den oorlog, kunnen incier-
daad niet worden gegeven.
De heer v. L. schrijft (blz.
65)
-.,,dat het goederen-
verkeer tussehen België en Ned.-Indië eveneens van betee-kenis is, zal geen commentaar behoeven.” Deze beteekenis
is echter, jammer genoeg, zeer gering. Op een totale han-
delsbeweging (in- cii uitvoer te zamen) van gemiddeld
f2355
millioen per jaar in
1920—’23
kwam voor rekening
van België niet meer dan gemiddeld
f
12
millioen.
866
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
29 September 1926
tuurlijke ontwikkeling van de zeehavon Antwerpen
hinderpaleri niet in den weg mag leggen, en, wai’
deze mochten ontstaan, aan •de verwijdering daarvan
behoort mede te werken. Het kan slechts tot vertroe-
beling der verhoudingen leiden, wanneer men, zooals
ook nu weder deze schrijver, uit vroeger perioden
voorbeelden aanhaalt ten bewijze, dat deze opvatting
hier te lande niet altoos gegolden heeft.
Het
gaat
thans om ‘de herziening van het verdrag van 1839.
Te dézen opzichte nu staat vast, ‘dat, naar ,,00k van
Belgische zijde wordt erkend, Nederland zijn ver-
plichtingen, uit .’het tractaat voortvloeiende, steeds
loyaal is nagekomen (‘bl’z. 19)”. De heer van Oauwe-
laer.t moge in de Kamer van Afgevaardigden er op
hebben gewezen, ‘dat België nooit heeft toegegeven,
dat de aanleg van het kanaal Han’sw,eert—Wemel-
di’nge een voldoende compensatie was voor de ‘afdam-
ming van ‘de Ooster-Schelde, daartegenover merkt de
heer v. L.
01),
‘dat ons land ,,zich ook in dit opzicht
loyaal gek’weten heeft van den plicht, ‘dien het op
zich had genomen” (h}z. 18). De
cijfers
door den
schrijver nop’ens de ontwikkeling van het verkeer doôr
‘dit kanaal medegedeeld (blz. 30, 60, 93) ‘kunnen de
juistheid van deze uitspraak ‘bewijzen.
1)
In de Ne-
derlandsche ‘gezin’dhei’d, om ook in de toekomst de-
zelfde gedragslijn te blijven volgen, is niet de gering-
ste wijziging gekomen. Maar ‘er zijn grenzen aan het-
geen België rodelijkorwijze verlangen kan.
Gesteld eens, ‘dat destijds, mat aigeheele miskenning
van onze histori’sche rechten en van de wenschen van
de daar gevestigde bevolking, Staats-Vlaanderen, Val-
cheren en Zuid-Beveland aan België waren toegewe-
zen
2),
zou dan een sterveli’ng hier te lande er aan
Met de cijfers nopens het binnen-scheepvaartverkeer
tussehen ons land en België springt de heer
v.
L. op blz.
32
ietwat vreemd om, waar hij schrijft, dat daarin Neder-
land aan de spits (staat) wat betreft ‘het aantal schepen,
en bijna gelijk ten opzichte van de hoeveelheid vervoerde
goeieren.” De Nederlandsche sleepbooten zijn in dit ver-
keer .tairijker dan de Belgische (of dit bij totstandkoming
van het kanaal Aotwerpen-Moerdijk zoo blijven zou, is een
vraag, welke’ Dordrecht zeer verontrust.!) – Maar,
wau
neer
men de in- en uitklaringeu ‘bij elkaar – voegt, blijkt, dat
daaraan deel hadden
20.237
Neierlandsohe geladen schepen,
met een inhoud van
6.698.808
ton, tegen onderscheidenlijk
23•682
en
9.868.735
voor België.
Er is een streven,
ook
in de brochure van den heer v.
L., nerkbaar, om de •wensclien der Belgische anllexionisteu,
door Minister Hijmans, een der onderteekenaars van ‘het
verdrag, destijds •op zoo bedenkelijke wijze gesteund, als
voor ons land voortaan zonder belang voor te stellen. Men
bei-oept zich dal) daarbij
01)
de uitspraken van Minister
Vandervelde bij de verdediging van, het tractaat ,iu het
i’arlenient, en op het onverkort voortbestaan van
art. ‘6
van het Verdrag van
1839.
Uitspraken van een Minister
missen echter ‘uiteraard voor de toekomst bindende kracht.
En wat bedoeld artikel betreft, blijft het streven der an-
nexion.isten er juist op gericht, om ook dit
p
i-tikel te doen
verdwijnen. Zij zullen te minder geneigd zijn om hun idea-len, zoo zij te eeniger tijd kans mochten krijgen om deze te ver’w’ezeniijken, prijs te geven, nu de Belgische Regeering
de ‘bekende reso»lutie der Mogen’dheden van
4 Jwii 1919
enkel heeft ‘aanvaard onder het uitdrukkelijk voorbehoud,
,,que la procddure indiqude ne peut avoir pour effet d’eno-
pêcher l’exarneb de toates les mesu,ies :indispensables poul-
supprimer les i-isques et les inconvéniente, auxquels, selon
les oonelusions forinuldes par les Puissances le S Mars
der’nier, les ‘Psaités de
1839
exposent la Belgique et la
paix générale, et pour garantir ii la Bel.gique con libr,e
développement aussi bien qua son eutière sécurité.”
Wat ‘die verklaring van
4 Juni 1919
betreft, welke ‘uit-
drukkelijk verlangde, .dat ‘het wïjzigin.gsverdrag niet zou
,,inogen medebrengen overgang van territoriale souvereini-
tei’t noch vestiging van internationale servituten”, is de
bepaling van het tweede lid val) Art. IV § 1 van het out-
w’erp, welke ook aan voorstanders van het verdrag als
Prof. ‘van Eysiaga on.toelaabaar voorkomt, met clezen dub-
belen eisoh
in
flagranten strijd. Men ‘had d.o. mogen ver-
wachten, dat in het aanv.ull’iugprotocol van
22 Mei ji.
van de actie tegen het ontwerp de eerste vrucht! -‘ ook
op dit aaiigelegen punt ,aan de op het verdrag geoefende
ki-itiek voldoening zou zijn geschonken. Nu. dit niet is ge-
denken aan de verwezenlijking van kanaaiplannen,
als in het ontwerp voorzien, ter wille van Antwerpen medewerking te ver] een en en daarvoor aanzienlijke
geldelijke verplichtingen te aanvaardën? Of, indien
omgekeerd Antwerpen een Nederlandsche haven ware
gebleven, het, in een mate als thans wordt beoogd,
naast Rotterdam, Amsterdam en Dordrecht te maken
tot R.ij’n’haven? Deze vragen beantwoorden dun’kt ons
zichzelf.
De ‘heer v. L. loochent, zoo het ontwerp de goed-
keuring van de Staten-Generaal verwerven mocht, de
voor ‘de toekomst met betrekking tot de Nederland-
sche havens voorspelde n’adeelige gevolgen, ‘daarbij
uitgaande van de stelling, dat goede verkeerswegen
het verkeer bevorderen. Wel niemand zal de juistheid
van deze stelling in haar algemeenheid willen ‘betwis-
ten. Maar daaruit af te leiden, ‘dat bij:v. ‘het kanaal
Antwerpen—Moerdijk ‘het Rijnverkeer ook ‘met Rot-
terdam of Amsterdam bevorderen zal, is toch wel wat
machtig. Gerust is ‘do heer v. L. hierop ‘d’an ook zelf
allerminst. Hij denkt aan de mogelijkheid van een
gratis-sleep’dienst, op kosten der Rotterdamsche ree-
ders en kooplieden, naar Lobit!h of desnoods’ naar den
Boven-Rijn! (blz. 81).
Niet minder vreemd ‘doet ‘de pogi’ng aan, om het
voor te stellen alsof het voorgestelde nieuwe Schelde
regiem, inzonderheid ook voor Terneuzen en Vhs-
eingen geyensch’t zöu’de rijn. ,,Moet dan”, roept hij
uit, ,,do Schelde maar verzanden, ‘omdat Antwerpen
gelegenheid heeft om over ‘de Schelde het zeevaart- en
goederenverkeer naar zich te trekken”. Gaarne zou
men met een of meer citaten hebben toegelicht ge-
‘zien, waar en door wien het ,,verzan:den” van, de Schei-
Je als een aanvaardbare en voor. Rotterdam en Am-
sterdam bogeerhijke mogelijkheid is voorgesteld. Wij
vermorden overigens, dat de Zeeuwen, die .tot de
moest overtuigde bestrj’ders van het verdrag behoo-
ren, zich nog niet zullen haasten, om aan de hun door
‘den heer v. L. in dit verband gegeven suggestie, tot
vorming van een ,,Comité van Verweer” tegenover hot
Nationaal Comité van Acti’e (blz. 87), gevolg te geven.
Wij laten het hierbij. Voor ons wegen
bij
de beoor-
cleeling van het ontwerp-verdrag zwaarder ‘dan de
economische lasten, die de aanvaardïng ei-van aan ons
laridi zou oi1eggen – hoe drukkend en ongerechtvaar-
digcl deze ook zouden zijn! – de politieke gevaren,
waarmede deze Nederland zou ‘bedreigen. Inzonder-
heid denken wij ‘daarbij aan de kwestie der doorvaart
van ‘Belgische oorlogsschepen en aan het gevaar der
iosweekin’g van Zuid-Limburg uit het economisch ver-
band ‘met de ,rest van ons lan’d, punten, waaraan de
heer v. L. vrijwel met ‘stilzwijgen voorbijgaat.
Beducht voor den invloed, dien zijn brochure op de openbare meaning ‘of op de houding van de leden der Staten-Generaal zal uitoefenen, zijn wij waarlijk niet.
Enkel om ‘te voorkomen, ‘dat men uit stilzwijgen over
‘dit geschrift zou willen afleiden, ‘dat wij het een voor
de ‘kritiek op ‘het verdrag vernietigend betoog achten,
gingen
wij
er met eenige uitvoerighei’d op ‘in.
C. A. V. ‘S.
schied, is reedls uit deren hoofde heropening .dei- onder-
handelingen een ouaf’wijsbare eisch.
‘MAANDCIJFERS.
EMISSIES
fl4 AUGUSTUS 1926.
Staatsleeningen – …………….
f
2.509.375,-
zijnde:
Zuid-Amerika
Republiek Peru $1.000.000
‘7g oj, ohi.
k 100o
0
/of 2.509.375
Prov.
en
Gemeentelijke
Leeningen.
,,
4.241.560,-
zijnde:
Nederland
(lem. Emmen
f
272.000
5
oi
o
obi. .. 98
0/. ….
f
266.560
(lens. Utrecht
f
4.000.000
4y
2
ol
o
obi.
k
99i
0/0..
1
3.975.000
29 September 1926
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
867
Industrieele Ondernemingen ……
f
2.090.625,-
zijnde:
Vereenigde Staten
Aandeelen
The North American Co.
$
150.000 aand.l
55740/o
1)f
2.090.625
Thee-ondernemingen
…………
,,
240.000,-
zijnde:
Nederlandsch-Indië
Âandeelen
Cultuur-Mij. ,,Gandasoli”
f
100.000aand.1t2400j0
f
240.000
Diverse Oultuurondernemingen.
…
,,
567.000,-
zijnde:
Neclerlandsch-Indië
Aandeelen
N.V.
Cultuur-Mij.
,,Loe-
madjang”
f
540.000
aand. á 105
0
/0 ……
f
507.000
Spoorweg-Maatschappijen ……..
,,
15.149.375,-
zijnde:
België
Aandeelen
Nationale
Maatsch.
der
Belgische Spoorwegen
B. Fr. 200.000.000 6 o/
pref. aand. â 100
0/.
fl3.760.000
Vereenigde Staten
Aandeelen
Havana Electric llailway
Company $500.000 6 o/
cum. pref. aand. 11994o;0
/
1.240.625
Idem 2000 aand. zonder
nom. vaardelt$ 2931.f
148.750
Totaal .
…
f
24797.935,-
1)
Introductie ter beurze. Eerste koers van afgifte.
Totaal der emissies
in Januari .
…
f
124.766.250,-
Februari
. .
,
29.542.250,-
Maart
. . .
,,
21.925.975,-
April
. . .
,,
19.849.750,-
Mei
……
,,
50.022.402,50
Juni ……
,,
190.759.500,-
Juli
……
,,
73.557.482,50
Augustus
. .
,,
24.797.935,-
Algemeen Totaal..
f
535.221.545,-
Voorts werd in Augustus de inschrijving
opengesteld op de volgende obligatieleeningen:
Rente- Emissie-
Guldens voet
koers
Instituut der Zusters Frauciscanessen,
te
Maastricht ………………220.000
5 o/
99
o,’,
School van
den
H. Franciscus, te
Beegerheide (conversie)……….250.000
5
ojo
99°i
Inrichting’ van
Liefdadigheid voor
Roomsch-Katholieken,
te
Leiden
(Con versie)
………………..250.000
5 ol
o
99 o
l
o
AllgemeineOrtskrankenkaeseAltona- Hamburg
………………….300.000
7
0
/0
954
0
/o
GIRO-KANTOOR DER GEMEENTE AMSTERDAM.
Augustus 1926
11
Augustus 1925
Giro’s (eenzijdige ver-
millienen
Aantal
millienen
Aantal
Girobetalingen aan
gemeenteinstellingen
f
18,3
18.248
f
13,8
13.327
Girobetalingen aan particulieren
..
,,19
1
2
06.497
,,
17,7
.49.452
Geldomzet.
,,
4,2
6.490
3,9
5.831
,,
6,-
26.756
6,3
24.767
Part.rekeninghouders 18,4′
27.858
2
,,
17,2′
25.0362
Ontvangsten
……..
Waarvan
rekeningh.
Betalingen
……….
welke gelden voor 1
jaar
vast
hëbben
gedeponeerd …….
,,
8,4
2.871
,,
9,7
2.687
1)
Gemiddeld saldo te goed.
2)
Einde der maand.
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.
N.B.
***
beteekent: Cijfers nog niet ontvangen.
GELDKOERSEN.
BANKDISCONTOS.
Ned ~Vrsch.
Disc. Wissels.
34
3
Oct.’25
Z wits. Nat.Bk.
3422 Oct.’25
Bk Be1.Binn.Eff. 4
3 Oct.’25
N.Bk.v.Denem. 5
24Juni’26
in R.C. 5 S
Oct.’25 ZweedscheRbk
44
8 Oct.’25
Javasche Bank…. 4
14
Juli’26
Bank v.Noorw. 5
13Sept.’26
Bank van Engeland 5
3 Dec. ‘2
Bk. v. Tsjecho.
Duitsche Rijksbank 6 6
Juli
1
26
slowakije
..
6
13Jan.’26
Bank v. Frankrijk. 7431
Juli’26
N.Bk.v.O’rijk. 7
6Aug.’26
Belgische Nat. Bnk. 7
23Apr.’26
N. Bk. v. Hong. 6
25Aug.’26
Fed.Res.BankN.Y. 4
12Aug.’26
Bank v. Italië. 7
17Juni’25 Bank van Spanje.. 5
23Mrt.’23
Z.-Afr.Res.bnk54
OPEN MARKT.
1926
1925
1924
1914
25S ept.
20-25
13-18 6-11
21-26
22-27 20-24
Sept.
Sept.
Sept. Sept.
Sept.
Juli
Amsterdam
Partic disc.
2
15
116
215116.3
2
13
116-3
213116
55I16
–
318
4119114
31131
Prolong.
2
1
12
211
3
-3/4
211
4
3
2314-3
21/33/4
3
3
1e4
214314
Londen
Dageld
..
3-4
35
3113_4114
34
1
/4
2
1
12-3112
2-311
2
1314-2
Partic. dlsc
49/16
4
1
13_9116
4
1
12.9116
4
1
/1_910
3
1
12
3
11
116
3
14
211
4
.31
4
Berlijn
Daggeld
..
•2’1-4
1
1
2
1
12-4
1
12
2
1
12-6
4
1
11.6
3
14
8-10
–
–
Pa rtic. disc.
30-55 d…
5 5 5
4715
711
4
–
–
56-90 d..
.
411
4
431
4
431
4
4314
7
Waren-
wechsel.
5
3
18
5
1
14.112
5114112
514
.1
12
$11_9
–
New York’)
CalI money
5.114
S
_3/
4119_5114
5
1
14
46
1
14
2-11
4
1
3
14_2
1
3
Partic. disc.
4
1
4
4
4
3118
– –
ii
Cali money-koers van 24 Sept. en daaraan voorafgaande weken t5’n
Vrijdag.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Data
New
Londen
Berlijn
Parijs
BrussellBafavia’)
York”)
•)
)
S
)
S
)
21 Sept. 1926
2.4951,
12.114
59.474
6.95
6.71
100k
22
,,
1926
2.4911
8
12.114
59.474
6.854
6.50
100k
23
,,
1926
2.499/,
12.114
59.44)
6.964
6.68
10011
8
24
,,
1926
2.499/,
12.114
59.444
6.964
6.68
10011,
25
,,
1926
–
12.114
59.48
6.944
6.66
100I/
27
,,
1926
2.49111,,
12.114
59.40
0.97
6.69
]00
Laagste d.w.1)
2.49,14
12.114 59.43 6.83
6.45
100
Hoogste d.w
1
)
2.4911
1
,
12.114
59.474
6.99
1
6.73
10011
8
20Sept. 1926
2.49
1
18
12.114 59.47
.6.974.
6.75
100k
13
,,
1926
2.4981
8
12.11
59.38
7.15 6.81
10011
8
Muntpariteit
2.48k
12.10
59.2648.-
48.-
100
Data
serla.d
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
21 Sept. 1926
48.234
35.224
7.384
1.344
9.10 37.92
22
,,
1926
48;234
35.224
7.384
1.36
9.131
38.024
23
,,
1926
48.24
35.22k
7.37
1.32
9.15
38.05
24
,
1926
48.24
35.22,1
7.37 1.30
9.165 37.95
25
,,
1926
48.24
35.224
7.37
1.30
–
–
27
,,
1926
48.224
35.20
7.374
1.25
9.45
38.-
Laagste d.w.1)
48.20
35.10
7.36 1.25
9.05 37.80
Hoogste d.wl)
48.25 35.25
7.40
1.374
9.45 38.15
20 Sept. 1
,
9261
48.23
35.224
7.384
1.31
9.05
37.824
13
,,
1.9261
48.19
35.20
7.37 1.25
9.-
38.16
Muntpariteit
1 48.-
35.-
50.4148.-
48.-
48.-
D a a
Stock-
holm’)
Kopen-
hagen ‘)
0
0 1′)
Hel
for!’)
Buenos.
Aires
1)
Mon-
t real’)
21 Sept. 1926
66 774
66.30
54.724
6284
10111
8
2.4971,
22
,,
1926
86.75 66.30
54.75
6.284
10111
8
2.50
23
,,
1926
66.774
66.274 54.724
6.27
10.111
2
2.50
24
,,
1926
66.77
,
1
66.274 54.724
6.28
1018/
8
2.50
25
,,
1926
66.75
66.30
54.75
6;28
101X
2.50
27
,,
,1926
66.7,5
6.6.30
54.75
6.274
101
1
.
2.50
Laagste d.w.
1
)
66.67 66.20
54.60 6.25
101
2.491
8
Hoogste d.wl)
6.80
66.32
54.80
6.30
102
2.50k
20Sept. 1926
66.80 66.30
54.70
.6.284
10121
8
2.4971
8
13
,,
1926
66.70
66.25
54.70 6.274
101
2.49k
Muntpariteit
66.87
66.67
66.67
48.-
105
2.48’1
8
‘)
Noteering te Amsterdam.
*5)
Noteering te Rotterdam.
1)
Particuliere
opgave.
in het eerste nummer van iedere maand komt een overzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenqmen wisselkoersen.
_1
–
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
29 September 1926
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
D a a
Londen
($per&Ï
Parijs
($p.IOOfr.)
Berlijn ($p.IOOMk.)
Amsterdam
($p.lOOgld.)
21 Sept.
1926
4,8531
8
2,731
23,82% 40,06
22
,,
1926
4,85%
2,79
23,82% 40,06%
23
,,
1926
4,8571
16
2,77
23,82%
40,07 24
1926
4,8551
2,79
23,82%
40,06
25
,,
1926
4,85%
2,771
23,8234
40,06
27
1926
4,853/
2
,791
23,82%
40,06
28 Sept.
1925
4,84% 4,73
23,80
40,21
Muntpariteit
..
4,8667
19,30
1
23,81%
4031
KOERSEN TE LONDEN.
Plaatsen en
INoteerings_I
Landen
eenheden
11 Sept.
1926
18Sept.!
1926
20125
Sept.’26 Laagstejlloogste1
125
Sept.
1926
Alexandrië.
97%
97%
97
7
11
9791
97
34
Athene
…
Dr.p.
422%
413%
402. -416
411
Bangkok
. ..
5h. p. tical
1
I
10
5
1
1
10
6
T5
l
10
T5
6
1/108/
8
!
illO
T5
Budapest
.
..
Pen. p. £
27.70
27.70 27.60
27.80 27.70
B. Airesl).
..
d. p.
$
45171
33
453
v
‘
4
45
T
11
4513
1
4524
Calcutta
….
Sh. p. rup.
1
1
6
1
1
5
31
/
82
15′
f16
1
1
568
.
Constantin
Piast. p. £
907%
927
920
945 927%
Hongkong Sh. p.$
2/231
1
212
1
1
2
,
1
1
2
l
2
6
2/16/8
1/11
2/0
1
/
1
:
2
1
0
2/0
8
/
8
2
/O’W2
Lissabon
1)
.
.
d . per Esc.
217f
’82
2171
82
1 64
236/
64
217
182
Kobe
…….Sh.p.yen
d. per
$
24
24
23
25 24
Mexico ……..
Montevideo
1)
d. per
$
9
1
8
491/,
49
50
49%.
Montreal’)
.
–
$
per £
4.85%
4.84% 4.84%
4.84%
4.84
R.d.Janeiro’)
d. per Mii.
7151
52
717f
32
1
716!32
7s
11
7%
Shanghai
…
5h.
p. tael
2/9%
219
6
1
16
218
21981
0
2/8%
Singapore.
..
id.
p.
$
9:32
–
1
3
–
3
2/3I
1
,
2
1
37
1
t
2
1
4 2
1
3
1
5
1
16
Valparaiso
8).
$ p.0
39.30
39.30
39.40 39.40 39.40
Warschau
..
Zi. p. £
43
42%
40
45
42
–
1)
Telegrafisch transfert.
2)90 dg.
ZILVERPRIJS
GOUDPRIJS
8)
Londen’)
N.York2)
Londen
20 Sept. 1926.
.
27i31
60%
20
Sept. 1926.
84111%
21
,,
1926-
27
13
1
60%
21
,,
1926
84/11%
22
,,
1926..
27131
16
6081
8
22
,,
1926:…
84/11%.
23
,,
1926..
27
11
116
60
23 ,,
1926
84/1134
24
,,
1926.. 27y
4
5
9
,
18
24
,,
1926……
84/11%
25
,,
1926.. 27%
59%
25
,,
1926 …..
84/11%
26 Sept. 1925.. 33′
71%
25 Sept. 1925….. 84/11%
20 Juli
1914..
2415/16
54’18
20 Juli 1914…
.
84111
1)
in pence
p. oz.stand.
2)
Foreign silver in $c. p.oz. line.
3)
in sh. p.oz.fine
STAND VAN
‘s
RIJKS KAS.
De Minister van Financiën maakt bekend:
Vorderingen.
1
15Sept. 1926
1
23Sept. 1926
Saldo bij de Nederlandsche Bank
–
–
Saldo b. d. Bank
voor Ned. Gemeenten
f
113.991,02
f
831.334,85
Voorschot op uit. Aug.1926 aan de ge-
meenten op voor haar door de Rijks-
administratie te heffen gemeentelijke
inkomstenbelasting en opcenten op
37.188.173,79
,,
37.188.173,79
de Rijksinkomsten belasting………..
Voorschotten aan de koloniën
10.493.551,25
,,
11.455.082,84
Kasvord.weg. credietverst.ajh. buiteni
,,
143.594.275,51
,;
142.641.526,04
Daggeldieeningen
tegen onderpand
–
3.300.000,-
,,
3.800.000,-
.
…………
Saldo der postrekeningen van Rijks-
20.826.380,43
,,
19.715.705,44
van Staatsschuldbrieven
………….
comptabelen
……
………………..
Vordering op het Staatsbedrijf der P.,
–
–
T.
en
T.’) ………. …………………..
Id. op andere Staatsbedrijven
2)
3.190.348,03
,,
2.870.348,03
Verplichtingen.
Voorschot door de Nederi. Bank
….
f
3.895.234,67
f
5.996.585,80
Schatkistbiljetten in omloop’)…………97.062.000,-
,,
97.062.000.-
Schatkistpromessen in omloo
……
,,
38.660.000.-
Waarvan direct bij de Ned. Bank
–
.
–
13.766.121,-
Schuld a. d. Bank v. Ned. Gemeenten
2)
– –
….38.660.000,-
Id. a. h. Alg. Burg. Pensioenfonds
2)
..,,
16.933.199,11
,,
16.519.267,14
Zilverbons in omloop ………………..4.034.886,-
Id. a. h. Staatsbedrijf d. P., T. en T.
2)..,,
41.920.629,84
,,
39.717.670,57
,,
470.000,-
Id. aan andere Staatsbedrijven
2
)………..
470.000,-
Id. aan diverse instellingen
2) .
…….
…
3.652.697,18
.
3.586.428,99
Waarvan
f
12.056.000 vervallende op 1 Juli 1929.
In rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH
–
INDISCHE .VLOTTENDE SCHULD.
De Minister van Koloniën maakt bekend:
18 Sept. 1926
1
25 Sept. 1926
Voorschot uit ‘s Rijks ks aan N.-Indië
f
1.306.000,-
f
122.000,-
Indische Schatkistprom. in omloop
..,,
14.150.000,- 17.550.000,-
Voorschot Javasche BankaanN.-lndië
,,
1.747.000,–
–
Muntbiljetten in omloop
……………
34.316.000,-
,33.742.000,-
Ten voordeele van Ned.-lndië ge-
boekte beleggingsgelden van het
Ned.-Ind. muntfonds………………..
Idem van de Ned.-lnd. Postspaarbank.
3.871.000,–
–
,,
1.293.000,-
,,
3.855.000,-
,,
1.282.000,-
f56.683.000,-
/49.795.000,-
Totaal……………………1
Te goed bij de Javasche Bank ……
.
.
–
,;
6.756.000,-
in ‘s L5nds Kassen aanwezig ………
,40.787.000,-
–
Effecten
BeleggingRes.fonds.
f
7.028.755,51
id.
van
11
5
v.1:i.
kapit.,,
.99734,38
.
11.028.297,89
Gebouwen en Meub. der Bank ……..
5.142.000,-
Diverse rekeningen’…
… …………….
,,
–
42.163.892,48
–
.
f
912.429.300,07
–
Paasiva.
Kapitaal ……………………………
f
20.000.000,-
Reservefonds ……………………..
,,
7.047.731,06
Bijzondere reserve ………………..
,,
8.800.000,-
Bankbiljetten in omloop……………..
,,
823.551.600,-
Bankassignatiën in omloop………..
,,
216.039,39
Rek..Cour.
j
Het Rijk
f
–
saldo’s:
‘,
Anderen
,,
44.812.068,52
44.812.068,52
Diverse rekeningen ……
.,,
8.001.861,10
f
912.429.300,07
Beschikbaar metaalsaldo ……………
f
272.431.466
Op de basis van
2
18
metaaldekking…..
,,
98.715.484,66
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigdis.
,,
1.362.157.180,-
Voornaamste
posten in duizenden guldens.
Ooud
Andere
Beschlkb.
Dek-
Data
Munt
1
Muntmat. Circulatle
opelschb.
schulden
Metaal-
saldo
knga
perc.
27 Sept. ’26
‘
63.050 356.290
823.552
45.028 272.431,
51
20
’26
63.184 356.290 819.978
54.434
271.260
51
13
’26
63.314 356.290
827.878
44.588
271.549
51.
6
’26
63.438
356.290 841.558
33.775
271.106
51
30 Aug. ’26
63.702
356.290
838.011 38.006
271.811
52
23
,,
’26
63.938
356.290
810.578
53.161
274.799
51
28 Sept. ’25
56.184 362.171
878.564
34.802
258.557
48
25 Juli
’14
65.703 96.410
310.437
6.198
43.521
1
)
54
Totaal
Schatkist-
, –
Papier
DiveT
Data
bedrag
Lisconto’
lechtstreeks
~
promessen
e ee-
tg
ophef
reke-
–
buiteni.
ningen
2)
27
Sept. 1926
51.062
–
133.815
218.446
42.164
20
,,
1926
50.422
–
131.098
218.288
48.526
13
1926
51.340
–
133.336
218.207
48.554
6
,,
1926
52.451
–
132.851
215.733
47.156
30 Aug. 1926
51.855
–
127.390
216.218 47.354
23
,,
1926
51.162
–
132.657 217.241
39.358
28 Sept. 1925
83.135
–
127.620
243.323
38.371
25 Juli
1914
67.947
14.300
61.686
20.188
–
509
1) Op
de basis vân
2
/6
metaaldekking.
2)
Sluitpost activa.
–
CURAÇAOSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.
Data
Metaal Circu-
latie
Dis-
conto’s
sa’zoften
aan de
kolonie
Diverse
reke-
ningenl
Diverse
reke-
ningen
2
1 Augustus 1926
1.263
2.118
62 44
1.27
189
t Juli
1926
1.243
2.061
70
19
1.275
158
1 Juni
1926
1.241
2.075
72
–
1.264
115
1 Mei
–
1926
1.157
1.993
92
43
1.385
249
1 April
1926
991
1.828
73
27
–
1.136
65
1 Maart
1926
1.026
1.766
73
24
1.119
57
1 Augustus 19251 923
1
1.583
1
123
86
899
88
1)
Sluitpost der activa.
2)
Sluitpost der passiva.
NEDERLANDSCHE
BANK.
Verkorte Balans op 27 Sept. 1926.
Activa.
Binnen!. Wis-t Hfdbk.
f
27.727.298,79
sels, Prom.,P
,
Bijbnk.
,,
–
7.762.276,46
enz.1n01sc.Ag.sct1.
,,
1l.t(.ït1t1,1b
f
51.062.375,01
Papier o. h. Buitenl. in disconto………
–
Idem eigen portef.
.
f
218.445,503,-
Af :Verkochtmaar voor
debk.nognietafgel.
218.445.503,- Beleeningen
Hf
f
mci. vrsch.J
dbk.
f
53.323.713,53
in rek.-crt.1 Bijbnk.
,,
11.661.231,02
op onderp.( Ag.sch.
,,
68.829.697,65
f
133.814.642,20
Op Effecten…….
f
130.381.442,20
Op Goederen en Spec.
,,
3.433.200,_
133.814.642,20
Voorschotten a. h. Rijk ……………….
,
–
4.053.968,99
Munt en Muntmateriaal
Munt, Goud …. ….
f
63.050.115,-
Muntmat., Goud
…
,,
356.289.573,63
r
419.339.688,63
Munt, Zilver, enz.
•
,,
27.380.931,87
Muntmat., Zilver..
,,
—
446.720.620,50
29 September 1926
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
JAVASCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens. De samengetrok-
ken cijfers der laatste weken zijn telegrafisch ontvangen.
Data
Goud
Zilver
Circulatie opelschb. 1 metaal-
schulden saldo
18Sept.1926
2R.500
332.000
64.500 150.200
11
1926
229.500
334.000
55.000 151.700
4 ,, 1926
230.750
330.500
56.000 153.450
21Aug.1926 15494
31.262 333.596
53.416 153.811
14 ,, 1926 199.350
31.897 338.670
45.006 154.861
7 ,, 1926 194.567
32.728 337.493
45.575 151.114
31Juli1926 194.615
33.317 335.489
50.975 151.094
19Sept.1925 132.276
42.869 324.926
58.994 99.093
20 ,, 1924 157.846
62.018 265.580 114.313 144.479
25 Juli 1914 22.057
31.907
110.172
12.634
4.842
3
)
Wissels,
.
Dek-
Dis-
buiten
Belee-
‘e,se
kings-
a a
conto’s
N.-Ind.
ningen
:
percen-
– betaaib.
ng
tage
18Sept.1926
14760
*
58
11
1926
139.920
60
4
1926
137.610
.
59
21Aug.1926 12.116
iTT
67.013
57.531
60
14 ,, 1926
11.884 24.067
62.120
57.856
60
7 ,, 1926
11.876 25.081
57.929
58.414
59
31 Juli 1926 11.854 26.179
58.057
66.667
59
19Sept.1925 17.752 29.251 101.328
55.738
46
20 ,, 1924 37.923 21.508
80.032
29.258
58
25Juli1914
7.259
6.395
47.934
2.228
44
‘)Sluitpost activa.
2)
Basis’!5 metaaldekking.
BANK VAN ENGELAND.
Voornaamste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
in duizenden poaden sterling.
Data
Metaal
.irculatis
Currency Notes
Bedrag
1
Bankbi 1f.I Oov. Sec.
22 Sept. 1926
155.930
138.975
287.388
56.250
236.385
15
,,
1926
155.850 139.455
289.572
56.250
238.668
8
1926
155.393 140.303
290.650
56.250 239.912
1
»
1926
155.499
141.289
291.076
56.250
240.229
25 Aug. 1926
154.808
140.271
290.751 56.250
239.844
18
,,
1926
154.144 140.553
290.959 56.250
240.214
23 Sept. 1925
160.660
142.911
1
29.317
1
1
291.731
56.250
240.568
22 Juli
19141
40.164
–
–
–
Data
00v.
Sec.
Other
Sec.
Public
Depos.
Other
Depos. Reserve
Dek-
kings-
22 Sept.’26
34.290
68.528
18.348
102.888 36.706
30K
15
’26
33.030 68.765
14.242 105.419
36.145
30
8
,,
’26
31.993 70.605
13.005 106.161
34.840
29
1
’26
38.057
70.568
15.732 108.581
33.960
275/
25Aug.’26
38.774 73.314
26.116
102.057
34.285
26
18
,,
’26
34.332
72.219
16.939
104.828 33.341
27s
23Sept.’25
36.934 75.364
17.047
114.473
37.499
284
22 Juli ’14
1
11.005
1
33.633
13.735
42.185 29.297
5221
8
‘)
vernouning tusacneii
I%CCIVC
cii
ucpuaits.
BANK VAN FRANKRIJK.
Voornaamste posten in millioenen franc.
Waarv. 1
1
Te goedl
Wis-
1
Waarvan
Belee-
i)ata
Goud
in het
Ziiveri
I.
het
1
buitenli
sels
ningen
l
–
buitenl.i
23Sept.’26
5.549
1.864
339 579
1
4.861
13
2.191
16
’26
5.549
1.864
339
580
1
4.7031
12
2.194
0
’26
5.549
1.864
339
578
5.061
17
2.236
2
’26
5.549
1.864 339
577
6.329
18
2.157
26Aug.’26
5.549 1.864
339
578 5.741
17
2.198
24Sept.’25
5.548
1.864 310
561
3.212
14
2.841
23 Juli’14
4.104
–
640
–
1.541
8
769
Buit.gew.I
Schat-
1
Diver-
Rekg. Courant
Data
voorsch.
ajd. Staatlietten
1 kistbil-
1,11
sena)
C
irculatle
Staat
23Sept.’26
36.400 5.469
4.602
54.507 2.958
36
16
’26 36.850
5.460
4.454 54.013 2.856
38
9
’26
37.000
5.453
4.575
55.458 2.936
28
2
’26 37.350
5.431 3.787
55.346
3.268
9
26Aug.’26
36.450
5.430 4.503 55.147
3.238
92
24Sept.’25
28.900
5.130
3.386
45.557 2.144
33
23 Juli’14
–
–
–
5.912
943
401
in disc,
genomen wegens voorsch. v.
d.
Staat a.bulteni. regeeringen.
Sluitpost activa.
DUITSCHE RIJKSBANK.
Voornaamste posten in millioenen Reichamark.
Data
Goud
Daarvan
bij bui-
tenl. circ. banken
1)
Deviezen
als goud-
dekking
geldende
Andere
wissels en
cheques
Belee-
ningen
15 Sept. 1926
1.541,0
201,8 446,3
1.266,3
13,9
7
,,
1926
1.518,7
200,4
483,1
1.281,5
7,5
31 Aug. 1926
1.492,8
197,6
497,6
1.251,5
100,1
22
,,
1926
1.492,8
229,0
384,1
1.065,8
12,4
14
,,
1926
1.492,6
260,4
405,9
1.108,5
10,7
15 Sept. 1925
1.144,5 98,6 332,6 1.601,6
11,3
30 Juli
1914
1.356,9
– –
750,9
50,2
1
HIDoor
Data
Effec-
1
Diverse1
Circu-
Rekg.-
Diverse
Ii
Rijksb.
ten
Activa
2
)J
latie
Crt.
Passiva
II
geher-
II
disc.
15 Sept. 1926
91,4
666,0
2.901,4
725,7
168,8
–
7
,,
1926
91,4
666,0
3.101,7
573,4
140,8
–
31 Aug. 1926
91,4 687,8 3.225,1 541,9
119,3
–
22
,,
1926
89,5
866,8 2.756,1 803,5
139,0
–
14
,,
1926
89,5
813,0
2.861,5
703,0
132,7
–
15 Sept. 1925
202,1
612,9
2.413,3
814,6
466,1
469,4
30 Juli
1914
330,8
200,4
1.890,9
944,-
40,011
–
1) Onbelast.
2)
W.o.
Rentenbankscheine
15,7
Sept., 31,
22, 14 Aug.,
resp.
270,9; 255,9; 446,8: 306,8; 246,7 miii.
NATIONALE BANK VAN BELGIË.
Voornaamste posten in millioenen
francs.
•
°.0
,
Voorsch.ajdSt.
–
.n
d.
oom
Daf
0
-.
o
–
23Sept.’26
359
30 1.489
371
5.200
1.025
9.234
247
16
,,
’26
359
30
1.501
389
5.200
1.025
9.253 242
9
,,
’26
359
30
1.500
420
5.200
1.025
9.274
279
2
26
359
30
1.482
570 5.200
1.025
9.237
225
26Ai.ig.’26
359
30
1.507
395
5.200
1.025
9.148
144
19
,,
’26
360
30 1.561
417
5.200
1.025
9.071
208
24Sept.’25
359
30
1.264
370
5.200
–
7.582
245
VEREENIGDE STATEN VAN NOORD-AMERIKA.
FEDERAL RESERVE BANKS.
Voornaamste posten in m.illioenen dollars.
Goudvoorraad
Wettig
Wissels
Data
betaal-
middel,
Zilver
Totaal
Dekking
F. R.
In her-
disc. v. d.
I
o
n
pen
de
bedrag
Notes
etc.
member
banks
markt
gekocht
8Sept.’26
2.831,5
1.462,4
130,5
614,3 266,0
1
,,
’26
2.828,3
1.448,9
138,0
626,3 253,5
25Aug.’26
2.840,6
1.498,1 137,3
570,6
254,6
18
’26
2.834,3
1.515,3
137,9
534,5
254,1
ii
’26
2.837,2
1.503,1
137,4 549,0
231,0
4
’26
2.836,9
1.484,6 139,6
547,6
228,5
9Sept.’251
2.770,7
1.495,5
11.0,2
639,2
214,1
Data
Belegd
in u. s.
Notes
1
Totaal
Gestort
1
Goud-
1
Dek-
1
Alue7.
!i’ek-
Gov.Sec.
in circu-1
latie
1
Kapitaall
kings-
perc.’)
1
kings-
1
perc.
2
)
___________
8Sept.’26
312,3 1.746,5
2.242,3
123,7
71,4
74,3
1
,,
’26
319,0
1.702,9
2.282,3
123,5
70,9
74,4
25Aug.’26
321,2 1.692,6
2.258,0
123,5
71,9
75,4
18
,,
’26
360,0 1.685,8
2.272,3
123,4
71,6
75,1
11
’26
365,7
1.682,2
2.267,9
123,1
71,8 75,3
4
»
’26
370,2
1.678,1
2.269,2
123,0
71,8
75,4
9Sept.’251
327,1 1.680,1
2.244,5
116,4
70,6
73,4
–
,vci,iuuuIIIs lutaicil
s”‘-“‘
.au tcgciiuvci upCiSCiiUdiC bÇILUIUCI1;
F. R.
Notes en netto deposito.
2)
Verhouding totaien voorraad munt-
materiaal en wettig betaalmiddel tegenover idem.
PARTICULIERE BANKEN AA1’GESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.
Voornaamste posten in millioenen dollars.
Data
Aantal
banken
Dis-
conto’s
en
beleen.
1
IQeserve
1
Beleg-
1
t gingen
1
bij de
1
F.R.
1
banks
11.655
Totaal
depo-
sito’s
Waarvan
time
deposits
1Sept.’28
697
14.179 5.599
18.758
5.712
25Aug.’26
697
14.069
5.615
1.630
18.621
5.702
18
’26
697 14.065
5.620
1.643 18.694
5.706
11
,,
’26
698
14.110 5.612
1.653
18.804
5.720
4
,,
’26
698
14.075 5.647
1.647
18.748
5.708
2Sept.’25
727
13.475
5.443
1.635
18.098
5.199
Aan net erna van leuer scwartaal worot een overzicnt
gegeven van enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.
870
ECONOMISCH-STATISTISCHË BERICHTËN
29 September 1926
EFFECTENBEURZEN.
Amsterdam, 27 September 1926.
Sterk ingrijpende veranderingen in de algemeene tendens
van de internationale fondsenmarkten hebben ook in de
achter ons liggende berichtsperiode niet plaats gevonden.
In vrijwel alle beiirscen’tra wacht men den loop der ge-
beurtenissen af en inmiddels is de stemming – behoudens
een enkele uitzondering – tamelijk optimistisch gebleven. Vooral te B e r lij n is dit op te merken geweest. Gegeven
•de ondergrond van vertrouwen in de internationale poli-
tiek, is de gang van zaken op cle fo’ndsenmarkt hier-
mede geheel in overeenstemming geweest.. Een lichte
terugslag viel alleen te constateeren voor buitenlandsche
obligaties, doch dit werd opgevat als een reacie op de
krachtige verbetering van de vorige weken. Zoo liepen de
koersen van Turksehe fondsen, o.a•. Bagdad Spoorweg, iets
achteruit, te zamen met Roemeensche papieren. In tegen-
stelling hiermede waren echter Serv’ische papieren en
ook Russische obligaties, gevraagd. V.ast waren bankaan-
deelen, in verband met het vlotte verloop van den handel
in claims van nandeelen Drescliaer Bank en Disconto Ge-
sellschaft. Deze aancleelen wareli in het bijzonder gevraagd,
doch ook de overige soorten ondervonden den gun.stigen invloed van de betere stemming. Ook aandeelen in steen-
koolondernemingen bleken op den voorgrond te staan, o.a.
aandeelen Harpener en Köln-Neuessen.
Te L on d e n is een lichte vermindering van de activi-teit op te merken geweest in de af deeling voor mijnaan-
•deelen. Daarentegen viel er een lichte stijging van de be-
langstelling waar te niemen in de overige afdeelingen ter
beurze. In ‘het midden van de berichtsperiode veroorzaakte
het gerucht omtrent het einde van dec strijd in cle steen-
koolnijverheici een opleving. Toen echter bleek, dat er op-
nieuw slechts sprake was van vage geruchten, daalde de
markt. Vooral beleggingsfondsen hebben van dezen gang
van zaken te lijdcu gehad. Hierbij kwam echter de omstan-
cligheid, dat de geldmarkt teekeen van verstroeving be-
gon te vertoonen en dat de markt vrijwel werd verrast door
de nankondiging van een groote leening ten behoeve van
Nieuw Zujd-Wales.
Van de fondsenmarkt te P a r ij s valt weinig opmer-
kelijks mede te deelen. De daling van de buitenlandsche
waarde van .hct Fransche betaalmiddel Leef t opnieuw eenig
effect gehad
01)
de koersen van binnenlandsche obligaties,
doch •het niveau van buitenlandsche aandeelen is niet in
overeenkomstige mate gestegen.
Te N e w Y o ,r k is de markt doorgaans vast geweest. De
vrees voor een spoedige verhooging van den officieelen
rentevoet is eenigszins op den achtergrond gedrongen, dooi:-
dat de speculatieve posities op de fondsenmarkt vrij sterk
zijn ingekrompen.
T e n en z en t heeft de markt al evenmin voor verras-
singen gezorgd. Op de
beleggingsmairkt
zijn enkele nieuwe
factoren op te merken geweest, oa. het welslagen van de
leening ten laste van de Fransche Spoorwegen – op de
grootere inschrijvingen moesten enkele reducties worden
toegepast – en van clie ten behoeve der. BataafsChe Pe-
troleum Maatschappij. Deze feiten, te zamen met het goede
onthaal, dat de inschrijving voor schatkistpapier h’éeft
verkregen, hebben aangetoond, dat de gelcl.markt, zoowel
ter belegging op langen als op korten termijn, nog steeds
een ruime houding blijft aannemen. In verband hiermede is dan ook het algemeene niveau van beleggingspapieren
eerder eenigszins gestegen. De vooruitzichten voor het slc-
gen van de thans aangekondigde conversie .der 6% pCt. en
7 pOt. Nederlandsch-Indische obligatieleeningen zijn door
een en ander gunstig geworden. 6 pOt. NecI. Werk. Schuld
1922: 107%, 1063/
s
, 107; 434 pCt. NecI. Werk. Sdhuld
1917: 100
1
/, 100,
1001/Is;
7 pOt. Ned.-Indië:
100
7
1,
100
15
1
321
100
7
f
16
; 5 pOt. Mexico £ 100-1000: 12, 11%, 11
5
/; 5 pOt.
Mexico Goud £ 20-100: 48, 4834; 8 pOt. Sao Paulo: 105%,
105
5
/1, 10534.
Wat de aandeelenmarkten betreft, is .de grootste
dacht gereserveerd gebleven voor de
ntbberefdeeling.
De
prijs van ht product is geleidelijk gestegen, zoodat de toe-neming der vooiraden te Londen niet zulk een grooten in-
druk meer heeft kunnen maken. Gok liepen .ter beurze
geruchten, dat de Britsche regeering geneigd
zdu
zijn het
oor te verleenen aan hen, die een intrekking van de oude
uitvoervergunningen bepleiten. Dientengevolge is ‘het koers-
verloop opgewekt geweest voor vrijwel alle aandeelen uit
de desbetreffende rubriek; Een plotselinge en krachtige
koersverbetering hebben voornamelijk aandeelen V.I.C.O.
kunnen ondergaan in verband met de inededeeling der
directie, dat zij
f
500.000 aandeelen der onderneming tot
dcii koer.s van 200 pCt. had geplaatst. Amsterdam Rub-
her: 334%, 345, 3467/
s
; Deli Batavia Rubber: 269, 27834,
283%
;
Hessa Rubber: 474, 485, 48634
;
Indische Rubber:
3753/, 385, 377; Java Oaoutchouc: .205, 214, 219; Kali
Telepak: 322, 31634, 329, 330% ; Kendeng Lemboe:’ 432,
444, 447
34
; Ned..Ind. Rubber en Koffie : 347, 357, 364;
i{‘dam Tapanoeli: 162, 168%, 166; Serbadjadi: 339
1
/2,
35134, 354; Sumatra Oaoutchouc: 304, 315, 316; Sumatra
Rubber : 382, 394, 391 •; Verg. Ind. Oultuur Ondernemin-
gen : 184, 198, 204/.
De
suikei
–
nsa.rkt
heeft geen al te opgewekt verloop ge-
had. In cle eerste plaats ontbraken nieuwe mecledeelingen van de V.J.S.P. betreffende afdoeniugen. Vervolgens heb-
ben de berichten uit Ouba een eenigszins verwarrenden in-
druk gbmaakt. Alen heeft zich ter beurze nog, geen denk-
beeld kunnen vormen van den gang van zaken, zooals deze
op Cuba thans werkelijkheid zal wordên; met name weet
men niet, of er voor den komenden oogst al of niet restric-
tie zal worden ingevoerd. Onder deze omstandigheden heeft
men er de voorkeur aan gegeven een afwachtende ‘houding
aan te nemen. Cultuui- Mij. der Vorstenlanden: 178, 179,
175%,.
l731/i;
Handels Verg. Amsterdam: 670, ‘664, 666
1
/
2
,
663; Java Cultuur Mij.: 372, 373
1
/4,.365, 364; Moorman &
Co.: 472, 477, 467, 471%; Ned.-Ind. Suiker Unie: 257,
2607/
s
, 255; Poerwore’d.jo: 123, 119%, 117%; Sindangloeh:
430, 435, 425; Tjepper: 690, 680; Tjoekir: 518, 522, 510.
9
1
‘abaksaa9i.deelen
hebben, hij zeer stillen handel, blijk
gegeven van een va.ste tendens. Eenerzijds kan deze in
verband worden gebracht met de betere houding voor rub-
beraandeelen, anderdeels met de goede vooruitzichten, welke
men ten aanzien van den komenden oogst koestert. Arends-
burg: 585, ‘587, 584; Besoeki Tabak: 259, 258, 256; Dell
Batavia: 45
,
3,
458%,
459; Dcli Mij.: 429,
4
33%, 425%’,
42834; De Oostkust: 213, 211,
217%,
214; SenembR.h Mij.: 41434, 420%, 414%.
De
petroiesnunarkt
is verdeeld geweest. Aandeelen Ko-ninklijke Petroleum Mij. bleven gedurende het grootste ge-
deelte van de beriehtsweek in n.iet onbeteekenende mate aangeboden, zoodat een koersdaling is ingetreden. Daar-
entegen ontstond vrij groote belangstelling voer aandeelen
Peu’dawa in verband met geruchten, volgens welke de
boringen op .de terreinen der maatschappij hoop op een gun-
stig ‘resultaat hebben doen ontstaan. Dordtsche Petr. md.
Mij.: 365, 369, 360; Kon. Petroleum Mij.: 38011
2
, 384, 375
3
/8;
Perlak Petroleum: 82; Peudawa: 4734, 50%,
4
9%. Scheepvaarta,nndeelen
ondergingen eenige ,reactie in het
midden van de berichtsweek, doch konden zich daarna
weder eenigermate herstellen. De berichten van de vrach-
tenmarkt bleven gunstig luiden en zelfs voor het tijdperk
na den afloop van de staking in Engeland verwacht men
ter beurze voor verschillende reederijen dc mogelijkheid
van bevredigende vrachten. Holland-Amerika Lijn: 54%,
51
1
/2, 52; Java-China-Japan Lijn: 138%, 136%, 134%;
Kon. Ned. Stoomboot Mij.: 98%, 961,, 98%; Ned. Schieepv.
Unie: 179, 180, 175%, 179% ; Stoomvaar.t Mij. Ne:lerland:
178
1
/
4
,
176%,
177.
De afdeeling voor
binneiclandsche incteslrieele aa’ndee-
len
heeft weinig aandacht getrokken, zelfs niet voor aan-
deden in kunstzijcle-ondernemingcn. Deze soorten waren
doorgaans aangeboden, totdat tegen het slot eenige opleving
kon ontstaan als gevolg van berichten omtrent grooteren
uitvoer van Nederiandsche kunstzijde naar Britsch-Indië.
Centrale Suiker Mij.: 120
1
/
4
, 119%, 120; Hollandsche
Kunstzij.de lcd.: 80%, 81%, 8034; Jur.gens: 167
2
/
8
, 162%,
16434; Maekubee:
114%,
117%, 115% ; Necl. Kunstzijde-
fabriek: 260%, 265, 26236; Philips Gloeilampen: 345,
347, 344.
Mijnecndeelen
hebben geen belangstelling ondervonden.
Aandeelen in tinmaatschappijen ivercien iii geringe mate
verhandeld tot weinig veranderde noteeringen. Alg. Ex-ploratie Mij: 117, 115
34,
116%
;
Billiton le Rubr.: 811,
800, 811; Redjang Lebong: 272
1
/.-,
267%,
270; Si.ngkep Tin
Mij.:
479%,
462, 482, 49134.
Bnnkaendeeleie
bleven rustig, doch vast. A,msterdarnsche
Bai:ik: 162%,
163%’,
162%; Holl. Bank voor Zuïd-Amet’ika: 80, 82, 80%; Koloniale Bank: 21634, 219
3
/8, 214; Ned.-Ind.
Handelsbank: 174%, 172%, 169%; Ned. Handel Mij.: 159, 160%, 159%; R’damsche Bankvereeniging: 73%, 72%, 74;
Twentsche Bank: 140, 139%.
De
A.ircerikeanc1ce mairkt
heeft weliswaar geen uitbrei-
ding van activiteit ondergaan, doch het algemeene koers-
peil kon lichtelijk stijgen. Eenige belangstelling ontstond
aan onze beurs voor aandeelen Intercontinental Rubber,
in verband met te vaste houding van de rubbermarkt.
Anaconda Copper: 99%, 987/
t
, 97%; Studebaker: 58, 577/
s
,
58%, 58%; United ‘States Steel Corp.: 1447/
s
, 147%, 150
5
/8;
United States Steel Corp.: 152%, 154%, 1557/
s
, 1547/
s
;
Baltimore & ‘Oliio: 107%, 108,
108%;
rie: 338/s, 33%,
34; Union Pacific: 163%, 165%, 164%;’ Wabash Rail-
ivay: 46
1
1
16
, 46, 461132.
29 September 1926
ECONOMISCH-STATISTISCHE BËRICHTEN
871
GOEDERENHANDEL.
GRANEN.
28 September 1926.
De tarweinarkt heeft deze week weder sterk den invloed
ondervonden van het weder in Canada. Vooral in het begin
der week waren de Cao adeesche weerberichten onguflstig en
meer dan eens werd sneeuwval gerapporteerd. Vooral in
Manitoba en Alberta schijnt cle kwaliteit nogal onder het
slechte weder te hebben geleden, doch in Saskatchesvan is
dat in mindere mate het geval. Op sommige dagen der week
was echter in Canada het weder goed en kon met het bin-
nenhalen van den oogst verdere voortgang worden gemaakt.
lIet schijnt, dat speciaal aan het einde •der week eene ver-
betering in het weder is ingetreden, want de termijnmarkt
te Winnipeg onderging nogal eenige verlaging. Op 27 Sep-
temher trad een klein herstel in, doch de markt sloot slechts
ongeveer 1 % dollarcent per 60 lbs. hooger dan een week
tevoren, doch 2 cent lager dan het hoogste in (leze week
bereikte punt. Winnipeg staat nu
6 i
7 cent hooger dan
in het begin dezer maand. Uit het feit, dat de verhooging
niet grooter is, blijkt wel,, dat het met. de schade door het
slechte weder in Canada toch niet zoo heel erg is gesteld.
Ook in de Vereenigde Staten heeft regenachtig weder het
dorschen vertraagd, doch van beteekenis voor den prijsloop
is dat niet en de prijsverhooging evenals de latere reactie,
velke te Chicago plaats vonl, w’as voornamelijk het gevolg
van do wisselende weersomstandigheden te Canada. Chicago
sloot
01)
27 September 1
tt
14 cent hooer dan op den
20stcui.
In Europa was de omvang der tarwezaken grooter dan
in de vorige week, omdat vooral in Engeland meer inkoo-
pen werden gedaan. Behalve de Canadeesche weerberichten
was
het vooi-al cle vrachtenmarkt, welke op de stemming
aan de Europeesche tarweioarkt invloed oefende. Aanvanke-
lijk werden deze week telkens nog hoogere vrachten voor
graan van Noord- en Zuid-Amerika betaald, doch toen later
de kans gil
–
ig bestaan op eene spoedige bijlegging van het
conflict in de Engelsclie kolenmijnen, kregen de zeevrach-
ten een minder vast aanzien en trad geen verdere verhoo-
ging in. Dit neemt echter niet weg, dat cle in de uitvoer-
landen vooi- spoeclige verlading beschikbare hoeveelheid
scheeisruimte slcchts van bescheiden omvang is en voor
spoedige tarwe wordt eene aanzienlijke premie boven
latere posities betaald. Dit hangt trouwens ook samen met
de onistaudigheid, -dat aan de Europeesche markt en voor-
al iii Engeland de uitbreiding der vraag bijna uitsluitend
gold voor reeds verscheepte of spoedig af te laden
par-
tijen, omdat in verband met de niogelijkheicl van spoedige
verlaging der zeevrachten alsmede met de ka.u, dat de
scha’le, welke het slechte weder iii Canada heeft aange-
richt, nog wel zal meevallen, geen voldoende ve-rtrou won
in het staticihouclen der tegenwoorclige tarweprijzen be–
staat. De wisselende kansen van de laatste dagen
01)
een
spoedig einde der Engelsche kolenstaking gaven aan de
taiwernarkt een onzeker aanzien en de prijzen, waartoe
Noteeringen.
Chicago
Buenos Aires
Data
Tarive
Maïs
Haver
Tarwe
Mars
Lijazaad
Sept.
Sept.
Sept.
Oct.
Oct.
Oct.
25Spt.’26
1333,
74!1
41
12,40
6,10
1550
18
,,
’26 1331
8
75
39’/
12,50
6,40 16,10
25 Spt.
1
25
1418%
358%
12,25
8.65
20,10
25 Spt.
’24 132
1068%
7
ja
15,
10,55
25Spt.
1
23
10211
2
89 40
11,45
9.-
122,40
23,-
20Juli’14
82
56
81
8
36,
1
4
9,40
5,38 13,70
zaken worden gedaan, loopen sterk uiteen. Evenals aan do
Engelsehe markt was ook in Duitschlancl de vraag voor
tarwe toegenomen en ook daar was dat het gevolg van de
beperkte voorraden der molens. De kwaliteit der aan de
Duitsche markten aangevoerde tarwe en rogge toonde deze
week vel wat verbetering, hetgeen overeenkomt met cle
nu vrijwel algemeene Duitsche opvatting, dat de klachten omtrent de kwaliteit -der nieuwe oogsten overdreven zijn
geweest. Frankrijk gaat voort met zijn geregelde inkoo-
pen van buitenlan-dsehe tarwe en er schijnt kans te bestaan,
dat het Fransche invoerrecht tijdelijk zal worden verlaagd.
Ook Italië blijft tarwe koopen, doch de maatregelen ter
beperking van -den invoer schijnen daai
–
meer -resultaat te
hebben dan -in Frankrijk. In België was de markt weinig
levendig ofschoon nu en dan eenige omzet naar Frankrijk bestond. In Nederland werd op de gewone wijze voortge-
gaan met -de dekking der -dagelijksche behoefte. Van de
tarwezaken naar Europa bestond ook deze week weder een
zeer groot deel uit wintertarwe -der Vereenigde Staten,
doch in Engeland werd tevens in wat ruimere mate Rus.
sische tarwe gekocht, waarvan ook deze week weder een
niet onbelangrijke hoeveelheid werd .afgeladen. Nog altijd
is het niet mogelijk een oor-deel te vormen omtrent de
Russische versehepingsmogelijkheden. Uit vershillend
gedeelten van Rusland komen ernstige klachten over slechte
resultaten der graanoogsten, doch elders is blijkbaar de op-
brengst zeer bevredigend. Behalve -tarwe wordt deze- week
ook rogge in grootere hoeveelheden dan -het vorige jaar
uit Rusland verscheept. Zeer groot zijn deze week de tarwe-
verschepingen uit Noord-Amerika geweest en het -totaal
der w’e-reldverschepingen overtreft de behoefte der -invoer-
landen. Tot nog toe laat zich dus de sehaarschte aan
scheepsruimto nog niet in de verschepingscijfers gevoelen, maar het gaat hier om vroeger afgesloten bevrachtingen en
de mogelijkheid bestaat, dat uit de verschepingen van vol-
gende weken de invloed dci
–
vrachtenmarkt en der
schaarschte- aan scheepsruimte meer zal blijken. De voor-
uitzichten der nieuwe tarweoogsten van Argentinië en
Australië blijven uitstekénd. Aan de Argentijnsehe termijn-
markten is tarwe wat in prijs gedaald en voor den Fe-
bruari-termijn bedroeg van 20 tot 27 September de verla-
ging 10 8. 20 eent.avos per 100 KG.
Voor r o gg e was de vraag deze week betei. Niet slechts
zetten Frankrijk en België hunne inkoopen in vei-schillen-
cle E’iropeeschci uit-voerinnden van rogge voort, doch Ne. (Ierland en Duitschiancl kochten bovendien Noord-Amen-kaansche rogge, terwijl ook Hongaarsche en Roemeenscihe
partijen iii Duitschlan-cl koopers vonden. Daarbij traden
vooral Nederlancische handelaars als verkooper op, w’ant
cle heide genoemde landen zelf zijn slechts in zeer beperkte
mate niet logge aan de markt. Duitsehe logge wordt voor
uitvoer wat ineen aangeboden, doch de prijs is nog te hoog
om de za-ken tot ontwikkeling te brengen. In Amerika is
in het begin der week de roggepnijs wat gestegen, doch
later trad in navolging van de tarweinarkt eene reactie in.
Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.
–
s
oor en
27
Sept.
1926
20
Sept.
1926
28
Sept.
1925
Tarwe (Hardwinter II)
.
•
1
14,90
15,_
15,-
Rogge (No. 2 Western)
.
•
1
12,-
12,20
10,30
Maïs (La Plata)
……..
2
168,-
173,-
211,-
Gerst (48 lbs. malting)
..
2
210,-
210,-
187,-
Haver (Canada3) ……..
1
11,10
10,80
10,50
Lijnkoeken (Noord-Amen-
kavanLaPlata-zaad)..’
11,85
11,90 13,75
Lijnzaad (La Plata) …..
3
353,
370,-
444,-
3)
per 100 K(ii.
2)
per 2000 KG. ) per 1960 KG.
–
AANVOEREN in tons van 1000 liG.
Rotterdam
Amsterdam
Totaal
Artikelen
19125
Sept.
Sedert
Overeenk.
19
1
25
Sept.
Sedert
Overeenk.
1926
1925
1926
1 Jan.
1926
tijdvak
1925
1926
1Jan.
1926
tijdvak
1925
Tarwe ……………..
50.938 1.201.812
–
879.817
98
– –
10.439 17.224
1.212.251
897.041
Rogge
……………..
602
.
192.048
192.156
–
1.211
300
193.259 192.456
173
16.039 17.756
–
950
150
16.989
17.906
Boekweit ……………….
22.356
–
645.064
537.783
2.182 77.505 56.218
722.569
594.001 3.332
258.140
155.761
–
200
7.365
6.604
265.505
162.365
Haver ……………..
239
153.505 167.629
2.165
602
155.670 168.231
Mais ………………..
3.967
180.209
164.476
13.232
172.714
45.894
352.923
210.370
Gerst
………………..
4.601
….
189.412 146.302
–
–
–
189.412
–
146.302
Lijnzaad
…………….
Lijnkoek
…………….
394
60.156
93.401
2.223
15.756 14.937
75.912 108 338
Tarwémeel
……………
Andere meélsoorten
-411
10.963
5.000
–
–
–
10.963
5.000
872
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
29 September 1926
Op 27 September was rogge te Chicago echter vast en
tegenover den 20sten sloot de markt zelfs 1 dollarcent per
56 lbs. hooge’r.
Voor m a ï s is de markt allesbehalve vast geweest. Wel
zijn de zeevrachten van Argentinië aanvankelijk wat ge-
stegen, doch de termijnmarkten te Buenos Aires en Rosa-
rio varen overwegend flauw en toen de vrachten ten slotte
geen verdere verhooging meer ondergingen, was Plata-
mais dagelijks goedkooper te koop. De prijsdaling in
Argentinië was het gevolg van groote aanvoeren in de
Argentijnsche havens, waar •de voorraden zich ophoopen
ten gevolge van de beperkte beschikbare seheepsruimte.
Toch waren de Argentijiische maïsverschepingen deze week
ruim en indien de verscheping van nog grootere hoeveel-
heden mogelijk ware geweest, zou ook daaruit zeker weder
een prijsdrukkende invloed in 1e invoerla.nden zijn voort-
gekomen. Tot den dalenden prijs zijn aanvankelijk naar
Duitschlanl en later naar Nederland en België groote za-
ken gedaan, doch aan de Engelsche markt is •de omzet niet
zon groot geweest. Meer en meer komen de gevolgen van
den grooten Argentijnschen maïsoogst aan •het licht en
‘daar tol nog toe in dit seizoen slechts 1.6 millioen qrs.
meer maïs uit Argentinië is verscheept dan in het vorige
jaar, staat wel vast, dat het Argentijusche seizoen der groo-
te maïsverschepingen dit’ jaar langer zal duren dan anders.
Dat zal dan samenvallen met de aanvoeren der nieuwe
Oost-Europeesche mais en de vooruitzichten daarvoor blij-
ven vooral in Roemenië bij voortduring buitengewoon gun-
stig. Een zeer groote oogst van uitstekende kwaliteit wordt
in Roemenië verwacht en men meent, dat vôÔr sluiting der
Donau-scheepvaart nog aanzienlijke verschepingen van
nieuwe Roemeensche mais zullen plaats vinden. Hongarije
en Zuid-Slavië hebben een vrij wat kleineren oogst dan
in het vorige jaar, doch indien werkelijk de Roemeensche
opbrengst zon groot zal zijn als verwacht wordt, zal die
vermindering weinig invloed op de markt kunnen hebben.
Nog altijd blijven zaken in nieuwe Donaumaïs zeer klein,
waarvoor ook de moeilijke positie der vrachtenmarkt, met
vooral voor den Donau zeer beperkt aanbod van scheeps-
ruimte, eene belemmering vormen. Van den ouden oogst
waren ‘cle verschepingen van Donaumaïs ook deze week we-
der klein. De prijsdaling, aan de Argentijnsche termijnbeur.
zen heeft voor mais deze week 15 h 20 centavos per 100 KG.
bedragen.
In Noord-Amerika blijven de vooruitzichten voor den
nieuwen maïsoogst goed, doch de opbrengst zal waar
–
schijnlijk niet veel grooter zijn dan de tot nog toe bekende
ramingen, welke erop wijzen, dat van export ook ditmaal
nauwelijks sprake zal kunnen zijn. In den maïsprijs kwam
deze week te Chicago zeer weinig verandering.
Ge r s t is ook deze week weder in belangrijke hoeveel-
heden van den Donau en van Rusland verscheept. Te Win-
nipeg was gerst aanvankelijk hooger, doch later is bij het
betere weder eene prijsdaling ingetreden en deze verschil-
lende omstandigheden hebben geleidelijk tot eene verlaging
aan de gerstmarkt geleid. Daarbij was de vraag in Duïtsch-
land niet groot en het aanbod van wederverkoopers van
afgelaclen partijen Donaugerst is vrij aanzienlijk, zoowei in
Duitschland als in Nederland.
H a v e r blijft altijd ‘nog stil en ook de zaken in Duit-
sche haver, welke korten tijd geleden zoo levendig varen,
zijn ten gevolge van verhoogde prijzen in omvang afgeno-
men. ‘Uit dan zeer grooten Duitschen .haveroogst kan ech-
ter ook in het vervolg flinke uitvoer worden verwacht.
In Engeland was de vraag iets beter, doch 1e wegens zeer
vaste Noord-Amerikaansche markten en hooge zeevrachten
ingetreclen prijsstijging belemmerde de zaken.
SUIKER.
Wegens het decreet der Cubaanse,he Regeering, waarbij
voorgeschreven werd, dat de fabrieken op Cuba niet v66r
1 Januari a.s. met malen mogen beginnen, bewogen suiker-
prijzen in de Ver. Staten, zoowel als op de andere wereld-
markten zich in stijgende richting. Toen echter tegen ‘het einde der week bekend werd, dat de door velen ook voor
den as. Cubaoogst verwachte wet tot restrictie der pro-
ductie niet zal w’orden uitgevaardigd, reageerden de mark-
ten hierop eerligszins.
De noteeringen in New York hadden het volgende
verloop:
Sp. C. Sept. Dec. Jan. Mrt. Mei
Slot voorafgaande week
4.40 2.67 2.75 2.77 2.69 –
Opening verslagweek
4.52 2.71 2.77 2.79 2.72 –
Hoogste punt verslagweek 4.55 2.77 2.85 2.87 2.79 2.85
Slot verslagweek ……..4.55 – 2.80 2.83 2.75 2.83
De ontvangsten in de AtI. havens der Ver. Staten be-
droegen deze week 62.000 tons, de versmeltiugen 61.000
tons (tegen 67.000 tons in 1925) en 1e voorraden 245.000 tons. Elk aanbod van prompte Cubasuiker werd in de Ver.
Staten door Raffinadeurs en handelaren grif uit de markt
genomen; de prijs kon dan ook van 2% dc. c. & fr. New
York geleidelijk verbeteren tot 2.i/ d.c., terwijl naar Euro-
pa eenige partijen tot Sh. 13/3 en 5h. 13/6 w’erden ver-
kocht. Ook naar het Verre Oosten werden nog verscheidene
ladingen geplaatst.
De C u b astatistiek is als volgt:
1926
1925
1924
Tons,
Tons
Tons
Weekontvangsten tot 18 Sept.
45.934
22.340
36.144
Totaal sedert 1112 tot 1819 .. 4.235.095 4.667.210 3.733.944
Werkende fabrieken
–
2
–
Weekexport 18 September .. 123.209
62.726
71.208
Totaleexport sedert 111 t. 1819 3.487.330 3.978.336 3.442.937
Totale voorraad 18 September 747.767 688.694 291.007
In Europa hebben Raffinadeurs zich niet zoo sterk voor
ht ruwproduct geïnteresseerd als ‘hunne
A
merikaansehe
collega’s en bleven zaken slechts tot eenige ladingen be-
perkt.
In London sloot de terinijuniarkt, waar prijzen in sym-
pathie met New York flink aantrokken, op de volgende
noteeringep:
September
Sh. 14/6
Maart ’27 …. Sh. 1516
October ……,, 14/634
Mei ’27 ……..,, 1519%
December ….., 151-
Augustus ’27 .. ,, 1610%
De Ziohtbare Voorraden zijn volgens Czarnikow:
1926
1925 1924
Tons Tons Tons
Duitschiand 1 September
192.000 83.000
70.000
Tsjechoslowakije 1 September
104.000
76.000
18.000
Frankrijk 1 Augustus ……
107.000
87.000 58.000
Nederland 1 Augustus ……
95.000 59.000
34.000
België 1 September
……..
25.000
35.000
15.000
Polen 1 September ……….
48.000 39.000
30.000
Engeland 1 September ……
375.000
325.000 215.000
Europa.. 946.000 704.000 440.000
V.S. Atlant. havens 22 Sept 245.000 158.000 76.000
Cuba 18 September ……..748.000 689.000 291.000
Totaal .. 1.939.000 1.551.000 807.000
Het verschil •der totaalvoorraden tusschen 1926 en 1925
is dus ‘geslonken tot 388.000 tons.
Van J a v a wordt nog een kleine afdoening van Supe-
rieur uit oogst 1927 door de Visp. gemeld. H i e r t e 1 a n d e hadden de noteeringen op •de termijn-
markt eenzelfde verloop als te New York en konden prij-
zen op alle termijnen wegens meerderen kooplust aanvan-
kelijk met ongeveer
f 34
verbeteren. Daarna echter zakte
cle markt w’at in en sloot kalm op:
f
17
18
per September geboden.
18.-
December
1834
Maart
18%
,, Mei.
De omzet bedroeg deze w’eek ongeveer 5500 tons.
Reotifica.tie $uilcerra.pport j’n, Oa.s ‘uuin,nwr vax
22 September 1926, blz. 852.
Men leze na de Zichtbare Voorraden volgens Czarnikow:
Op J a v a verkochten de Visp. deze week ongeveer 75.000
tons uit oogst 1927 op basis van
f
17% per 100 KG. voor
Superieur etc.”.
KOFFIE.
Sedert het vorige bericht valt er over ‘de koffiemarkt niet
veel nieuws te berichten. De stemming bleef onveranderd
kalm en de omzet was van weinig beteekenis. In Brazilië
liepen de wisselkoers en de binnenlandsche prijzen in Mii-
reis een fractie terug en dit ga.f aanleiding tot iets ver
–
laagde offerten zoowel van Rio als van Santos. De drang
om te verkoopen, in de laatste weken door Victoria en nog
in veel sterker mate door Rio getoond, was echter in de
afgeloopen week minder
.
‘merkbaar. In de aanbiedingen van
Robusta van Nederlandsch-Indië kwam ditmaal slechts
zeer w’einig verandering en veTkoopers aldaar toonen op
het oogenblik weinig geneigdheicl tot afgeven tot de sterk verlaagde prijzen (in de laatste twee maanden liep Palem-
bang Robusta op prompte verscheping ongeveer 4
iL
4% cl. terug, dat is circa 10 pCt.).
Met dat al blijft, zooals hierboven reeds gezegd, de stem-
ming zeer kalm. De koffiehandel weet, dat bij het vooruit-zicht van een grooten 1927/ZSer Santos-oogst de loop van
het artikel vooi:nameljk afhangt van de houding, die het
bekende Braziliaansche Permanente Instituut tot Vercle-
29 September 1926
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
873
diging van de Koffie in de toekomst zal kunnen aanne-
men, en deze gedwongen toestand is oorzaak, dat algemeen
een gevoel van onbehaaglijkheid blijft heerschen en dat de
lust tot het ondernemen van nieuwe zaken tot het uiterste
beperkt blijft. Naar •het schijnt zijn de Braziliaansche aan-
hangers van de politiek van liet Instituut eigenlijk slechts
in hoofdzaak in den Staat Sao Paulo te zoeken, want al is
ôok indertijd bekend gemaakt, dat de andere koffie-produ-
ceerende staten van Brazilië met Sao Paulo overeenge-
komen waren om in deze één lijn te trekken, zoo blijkt uit
de voortdurend .groote aanvoeren te Rio, dat deze staat
althans voorloopig zijn eigen weg gaat, terwijl bovendien
bij herhaling door Sao Paulo in het openbaar wordt ge-
klaagd, dat ook de andere staten hunne koffie bij groote
hoeveelheden aan de markt brengen tot prijzen, die het uit-
vloeisel zijn van de maatregelen van het Instituut, en Sao
Paulo zelf veroordeeld is toe te zien, dat wil zeggen dat
deze staat door de vastgestelde beperking van zijne aan-
voeren naar de afscheephaven van Santos slechts voor een
deel van zijn voorraad de prijzen van het oogenblik kan
bedingen.
Volgens dezer dagen ontvangen telegram uit Brazilië be-
droeg de voorraad in de Gouvernementspakhuizen en de
spoorwegstations, in het binnenland van Sao Paulo en Mi-
aas Geraes tertaggehouden, op 15 dezer 4.526.000 balen, het-
geen tegen 31 Augustus eene vermeerdering aanwijst van
515.000 balen.
De prijzen van gewoon goed beschreven Superior Santos
op prompte verscheping, zijn thans ongeveer 9516
ft
9616
per cwt. en van dito Prime ongeveer 97/- á 98j6, terwijl zij
van Rio type New-York 7 met beschrijving prompte ver-
scheping, bedragen 7716 á 781-.
Van Robusta op af lading van Nederlansch-Indië zijn de
noteeringen in de tweede hand op het oogeublik ongeveer
á % et. lager dan in cle eerste hand. Deze laatste of-
freert thans:
Palembang Robusta October-verscheping, 42% et.; Pa-
lembang-Robusta November-verscheping, 42% et.; Palem-
bang Robusta, December-verscheping, 43% ct., alles per
% K.G., cif, uitgeleverd gewicht, netto contant. De officieele loco-noteeringen bleven onveranderd 63 ct. per % K.G. voor Superior Santos en 57 ct. voor Robusta.
De noteeringen aan de Rotterdamsche termijnmarkt wa-ren aan cle ochtend-call als volgt:
Santos-contract
Gemengd Contract
basis Good
11
basis Santos Good
Dec.
1
Mrt.
1
Mei
1
Sept.
11
Dec.
1
Mrt.
1
Mei Sept.
28Sept. 521/
s
518/
8
. 494 48
1
1
49
18
461/
8
4434
21 ,,
527/
8
51
499f
–
50
477,
463-i 448%
14 ,,
53
5211
8
505/
t
–
50
48
46X 45
7 ,,
54
53
51%
–
50% 49
47818 453%
De slot-noteeringen te New-York van het aldaar geldende
gemengd contract (basis Rio No. 7) waren:
Dec.
– Maart
f
Mei
1
Sept.
27Sept ……… .$ 16,10
$ 15,77
$ 15,54
$ 14,93
20
,……….,, 16,35
15,90
,, 15,61
13
,……….., 16,75
,, 16,18
,, 15,90
3
,……….,, 17,15
,. 16,67
16,27
Rotterdam, 28 September 1926.
(Mededeeling van de Vereeniging voor den Goederenhandel
te Rotterdam.)
Noteeringen en voorraden in Brazilië.
te Rio
te Santos
Wisselkoers
Data
te Rio
op Londen
Voorraad
Prijs
Voorraad
Prijs
(In Balen)
No.
71)
(In Balen)
No. 41)
27 Sept. 1926
299.000
22.000978.000
24.000
20
,,
1926
293.000
22.325 1.006.000
24.200
71
1
1
1
,
13
,,
1926
326.000
22.550 1.004.000
24.700
7
21
1
82
28 Sept. 1925
290.000
26.225 1.374.000
29.000
Ontvangsten uit het binnenland van Brazilië in Balen.
te Rio
te Santos
Data
Afgeloopen
Sedert
Afgeloopen
Sedert
week
1Juli
week
1
1Juli
25 Sept. 1926….
89.000
1.184.000
1
159.000
1
1.935.000
26 ,,
1925…… 138.000
1
1.307.000
244.000 2.279.000
1)
in Reis.
THEE.
Op den 23sten September werd de tweede najaarsveiling
gehouden, die 17.000 hiaten thee omvatte. De veiling had
een vlot verloop, hoewel de prijzen onder de onregelmatige
waren. Er was goede vraag voor betere kwaliteiten blad-
thee, die vaak van 2 tot 6 ets. hooger liepen, waartegen-
over stond mindere belangstelling voor gruissoorten, die
1-4 ets. lager werden afgedaan.
Alleen de betere en goede kwaliteiten waren prjshoudend
tot 3 ets. hooger. Er werden aanvankelijk verschillende
partijen opgehouden, waarvan echter een groot gedeelte
onmiddellijk •na de veiling kon worden afgedaan. Het ge-
middelde prijsniveau was hier voor verschillende soorten
hooger dan in Londen, waardoor liet buitenland dan ook
slechts schoorvoetend in de markt kwam.
De volgende veiling is vastgesteld op 13 October en zal
ca. 12.000 kisten Ned.-Iudische thee omvatten.
Londen gaf in de afgeloopen week iweinig verandering in
de stemming van de theemarkt te zien. Voor de goede
kwaliteiten trokken de prijzen wat aan en waren dikwijls
% tot % d. hooger, waartegenoer er slechts matige be-
langstelling bestond voor de mindere soorten.
Amsterdam, 27 September.
COPRA.
De markt voor dit artikel bleef gedurende de geheele
week flauw gestemd.
Het aanbod van stoomende partijen is groot, doch het
geoffreerde wordt slechts langzaam opgenomen.
Ook Amerika toont thans weinig belangstelling.
De slotnoteeringen zijn:
Nederl. Indische f. m. s. stoomend . . . fi. 3311
Sept./Oct. aflad. .
33
Nov./Dec.
. .
3381
8
Rotterdam, 27 September 1926.
STEENKOLEN.
Alle speeches van den heer Cook ten spijt is er nog altijd
geen oplossing gevonden van de moeilijkheden in de Engel-
sche kolenvelden. Wel toont deze aanvankelijk onverzette-
lijke leider telkens meer toegeeflijkheid, doch op het stuk
van distriets- of nationale regeling geeft hij nog geen
kamp. De eigenaars schijnen vast besloten, nu het toch
hard tegen hard gaat, ook dit laatste punt tot hun genoe-
gen geregeld te krijgen. Loonsvermindering en langer
arbeidstijd schijnen in confesso te zijn.
Onder deze omstandigheden zijn alle kolenmarkten in
Europa en overzee onveran.derljk willig. De groote vraag
op liet oogenblik is: wat zullén de prijzen doen, eenigen tijd nadat de staking zal zijn opgeheven? Men hoort van
overeenkomsten, die gesloten zijn voor ongezeef de vetko-
len, levering Januari/Februari a.s., tot prijzen van 22
ft
23 ah. per ton f.o.b. Hollandsch/Belgische zeehavens en
dit schijnt wel indicatief voor de toekomst te zijn. Het
zou beteekenen dat de prijzen all.round, dus 0 h 7 sh. hoo-
ger zijn dan enkele maanden vOör de staking.
Niemand vermag te zeggen of zij, die zich thans voor
de toekomst dekken, verstandig doen.
De prijzen van vandaag zijn als volgt:
Northumberland Ongezeefde ……..
Durham Ongezeef de …………….
-,-
Cardiff Ongezeefde
…………….
Schotsche Gezeef de …………….
Yorkshire Gewasschen Doubles
-,-
Westfaalsche Vetförder …………
f
20,50
Vetstukken ……….. .. 22,50
Smeenootjes ………. .. 22,25
Gasvlamförder ………, 20,50
Gietcokes …………. .. 18,75
alles per ton van 1000 KG., franco station Rotterdam/Am-
sterdam.
Westfaalsche Bunkerkolen f.o.b. Rotterdam/Amsterdam
f27,50. Markt zeer vast.
28 September 1926.
IJZER.
Nadat het vorige marktbericht werd gegeven, zijn de
prijzen in Engeland nog verder gestegen en Cleveland gie.
terijijzer noteert thans 2% sli. hooger dan veetien dagen
geleden. De ruwijzerproduetie is in Augustus nog verder
teruggeloopen. Zij bedroeg in deze maand slechts 13.600 tons (in Juli 17.900 tons).
De exportprijs voor gieterijijzer Nr. 3 (f.o.b. Antwerpen)
is opnieuw verhoogd, hoewel slechts met een halven shilling.
Sommige fabrieken vragen iets meer. In de afdeeling der
waisprodueten heeft de prijsstijging zich verder voortgezet
en op de laatste Brusselsche ijzerbeurs nam deze zelfs zeer
groots afmetingen aan. Hier kwam de verwachting, dat
874
ECONOMISCH-STATISTISCHE’ ‘BERICHTEN
29 September
.
1926
binnenkort het internationale ruwstaalsyndicaat – en
m
daarede prijsverhoogin’g – zal tot stand komen, om den’
hoek kijken. Hoevel de conjunctuur gunstig blijft, moeten
deze abnorniaal hooge noteerin.gen dan ook beschouwd wor-
den als een gevolg van de geringe .geneigcl’heid der proclu
;
centen om nieuwe orders af te sluiten. De Frausche prijzen blijven voor October onveranderd. –
Noteeringin de week van
13119 Sep.I
20126 Sep.
21127
Sep.
1926 1926 1925
Ruwijzer.
f. o.b. Middlesbrough
5h.
Sh. Sh.
Clev’eland”Foundryno.l
951-
,
9616
716
3
9216
941-
6716
,,
,,
,,
4
91/6
93-
6616
Hematite East Coast
Mixed Numbers
831-
83/-
7416
Wagon départ Longwy
(Lot haringen)
‘
Frs.
‘
Frs.
Frs.
Moulage P. L. no. 3…
600._
600,-
345,-
Semi-phosphoreuse …
670,-
670,-
365,-
abWerkRhein1.-Westfalev ‘Mk.
Mk.
Mk.
Gieszereiroheisen no. 1
88.- 88.- 90.-
3
86:,-..
86.–
88.-
93.50
93.50
95.50
f o.b. Antwerpen
..Sh.
Sh. Sh.
Hhlmatit………………
Gieterijruwijzer no. 3.
711_
..
7116
63/6
Walsproducten.
f. o. b. Antwerpen (vri
.
jbl.)
Sh. Sh.
Stafijzer
…………
l02
I6
105/
.
108-110
–
112/6-
11316
.
12216
-.
Plaatijzer 5 mM……..
3
126.
1351-.
–
‘…….
.123 6
METALEN.
Loco-Noteeringen te Londen:
Data
.
Koper
Stan-
daard
Koper
Electro-
1
lytisch
Tin Lood
Zink
27 Sept. 1928..
58./5-
66.51-
311.716
31115-
34.126
20
,,
1926..
58.151-
66.151-
319.51- 32.51-
34.151 –
13
‘
,,
1926..
58.1716
66.1716
309.151-
31.1716
34.216
6
»
1926..
59.216
67.-/_
298.101-. 32.1218
34.-1
7
28Sept. 1925..
61.2/6
.67.51-
264.1216
38.51-
20 Juli 1914..
61.-/-
145.151_.
19.-/-
21.101-,
VERKEERS WEZEN.
VRACHTENMARKT.
De Noord-A’merikaanscho graanbevrachters ‘aren de af
;
geloopen week blijkbaar •ijiet iii staat met de kolenmarkt
te conctirreeren, zoodat de vraag niet groot was, terwijl
‘het v.00rOit7jicht op een regeling van de staking in Enge-
land de Jaatste twee dagen de markt nog kalmer maakte.
Handige booten werden bevracht van Montreal naar Ant-
werpen of Rotterdam tegen 19 tot 20 cents per 100 ibs.
per November. De v,rachten bleven .nomtoaal. De Northern Range en de Golf van Mexico waren toonloos. Van cle laat-
ste afdeelin’g wordt per October 24 cents naar ‘Rotterdam
in uitzicht gesteld. West St. John is per December in de
markt naar cle Micklellan.dsche Zee tegen 19 tot 19Y, cents,
basis één haven.
Voor ewavel zijn de vrachten aanzienlijk opgeloopen;
v.an Ereeport en/of Texas City naar Hamburg of Rotter-
dam werd $ 7.25 betaald en van Galvestoii naar dezelfde
loshavens $ 7.- per Oct./N’ov.
Door cle hooge kolenvracht waren de ‘suikerbevrachters
van West-Indië alleen aan d.e markt met die orders, die
reeds verkocht waren. en de eeu’ige bevrachting is een
boot van 6000 tons van Cuba naar IJ.K./Continént met
20 Oct. cancelling, tegen 301.-.
Van de Nortit Paeif ie
schoon er nog een flinke vraag is, werd er slechts één be-
vrachting gedaan daar de bevrach’ters niet boven 36/3 wil-len gaan. Een 7500 touner werd gedaan naar Napels ‘direct per midden October tegen 38/3. De markt van de La Plata was de geheele week levendig
en de ‘vrachten vertonen een verdere stijging. Voor ver
kelijk prompte .boofen’.werd tot 351- betaald voor belading
in ide boven J.a Plata
a
‘havens en 32/- vn Buehs Aires
naar. U.K./Ço’ntinent, terwiji October tonnage 3216 heeft
weten te bedingen va.n de boven La. Plata, ha.vens en- 3216
van Buenos Aires.
De ‘opleving die de vorige week van ‘de Chilisalpeter
vrachtenmarkt werd gerapporteerd,: ‘heeft zich de afgeloo-
pen week verder ontwikkeld. Partijen werdeb geboekt per
November en ‘December. naar Bordeaux/Hav’re/Duinker.ken/
Antwerpen tegen 22/6, optie La Pallice/St. Naza.ire/Nantes
23f6 terwijl voor deze positie na ai’ Dui ukerken/Antwerpen/
Rotterdam/Ha mburg dezelfde vracht is betaald.. Tegen het einde der week was 1/. meer te maken.
De oostelijke markten waren kalm, doch de v-rachten_
bleven dooi
–
het tekort aan tonnage op .hetzelf de peil. Daar
van Wladiwostdck weinig naar deze zijde werd verkocht,
werd er ook ‘bijna niet hevracht. Naar U.K./Continent wordt
32/6 en naar Scandinavië 3319 geboden. Java bevracht nog
steeds uitsluitend naar oostelijke bestemmingen tegen de
onveranderde vracht van 131. naar Bombay, October. Aus-
.tralië was wederom kalm en de eenige bev.rachting van
de afgeloopen week is een SSOO touner van West-Au’stralië
naar de Mi.ddellaudsche ZeefU.K./Continent tegen 40/9 per
Dec. /3e n. Burm ah was zonder vraag.
Van Mauritius is 2416 één, 2516 twee loshavens betaald
naar U.K. voor Jiandi:ge November booten. De Zuid-Afri-
kaansobe m aïsvraehtenmark.t ‘is begonnen met de bevrach-
‘ting van een 5200 tonner van Beira. naar UK/Continent
(Bordea.ux-Hamburg range) ‘tegen 281- per einde October.
De Donau. -bleef -vast,.. Ook .hier-. hebben bevrach.ters hoo-
gere vrachten moeten betalen om aan boeten te komen.
Voor October tonnage werd tot 261- betaald. Ook de Zwarte
Zee was, levendig voor booten van alle grootten. Groote
booten bedongen 19/- en kleinere 20/-, October.
Va,n de Middellan’dsche Zee werd slechts één ertsladin’g
bev,racht, daar de tonnage do.g steeds de voorkeu.r geeft
aan andere ladingen. Van Huelva naar Rotterdam werd
813 betaald. Voor fosfaat is meer tonnage disponibel doch
het idee van .de reeclers ligt ver boven de vrachten die de
bevtachters willen betalen. Sfax/Antwer’pen of G-hent be
taalde 913.
Van de Golf van Biscaye zijn de booten scha.arsc’li, doch
cle bevrachters schijnen ook geen haast te hebben. Sa.ntan-der/Rotterdam betaalde 613, doch BilbaofRotter.clam biedt
slechts 51- en Bilbao’/G.r.angemp’uth
71-.
De flauwe geruchten omtrent cle regeliug van de staking
in Engeland veroorzaakten een groot aantal nieuwe aan-
vragen op de Amerikaansche kolen vrachtenmarkt en bijna
200 booten werden naar U.K. bevracht tegen iets hoogere
vrachten dan verleden week. De vraehten die deze week
werden betaald zijn om.:
27/434 …………..15 Oct. caneelling
2613
…………..18 Oct.
26/-
…………..25 Oct.
251
…………..30 Oct.
23/-
…………..5 Nov.
Naar andere bestemmingen werd’ betaald: Las Pa.lmas/
TeneriffefSt. Vinoent/Madeira 301- begin Oct. en 26/. mid-
tien October; West-Italië $ 4.75 Oct., Por.t Said 2.816 Oct.
RIJN VAART.
Week van 19 t/m. 25 September 1926.
De algemeene toestand te Rotterdam bleef ongewijzigd.
Scheepsruimte bleef voortdurend schaarsch, tamelijk veel
schepen sleepten op eigen risico ledig op.
Daghuren voor schepen om in de Ruhr.havens kolen te
laden, bedroegen 4
1
/
2
cts. per ton; voor den Bovenrijn werd
betaald 4% b 5 ets. per ton met aflevering Ruhrhavens/
Rotterdam. De ertsvradh± bedroeg gemiddeld
f
0,90 niet % en
met 34: lostijd.
Het sleeploon liep geleidelijk op van 27
1
/.
2
ets. tarief tot
60 ets. tarief in het laatst der week.
De w’aterstand bleef vallend. Naar de Ru.hrhavens werd
afgeladen op M. 2,20′ h M. 2,30 en naar den Bovenrijn op
M. 1,70
£t
M. 1,80.
In de Ruhrhavens bleven de verladingen va.n kolen on-
verminderd zeer druk.
Ten gevolge van moer vraag naar scheepsruïmte voor
den Bovenrijn, alsmede in verbaid met het vallen van het
water, steeg de vracht voor exportkolen naar Rotterdam
tot Mk. 2,40 per ton met vrij sloepen.