Toen ik in mei in Buitenhof mocht optreden, werd vóór mij CDA-voorzitter Ruth Peetoom gefileerd geïnterviewd. Mijn zoon Joris (11), die erg in politiek is geïnteresseerd, was mee. Tijdens de lunch ontspon zich een boeiende discussie tussen zoonlief en Peetoom. Zoon vond het verdacht dat politici tijdens verkiezingstijd van alles beloven en dat als ze eenmaal gekozen zijn de beloftes als sneeuw voor de zon wegsmelten.
Daar had Peetoom niet van terug natuurlijk. Laat ons eens naar het economische deel van een aantal verkiezingsprogramma’s kijken en voorspellen welke beloftes gaan verdwijnen.
De VVD neemt afstand van een aantal Kunduz maatregelen (bijvoorbeeld op het gebied van mobiliteit) omdat die niet populair zijn bij het electoraat. Later gaat Rutte dan zeggen dat die weer weggegeven moesten worden in onderhandelingen met de coalitie. Om niet nat te gaan bij de doorrekening van het CPB snoeit de VVD rigoureus op ontwikkelingsamenwerking. Dat overleeft de coalitieonderhandelingen ook niet, maar in de modellen van het CPB doet snijden in ontwikkelingssamenwerking het altijd goed. Stoere taal over Europa of niet-westerse allochtonen in verkiezingstijd kost ook niets. De reden is dat het CPB zich niet durft te branden aan een voorspelling van de kosten van de erosie van internationale solidariteit. Om dezelfde reden overleeft de PVV de CPB exercitie dan ook. Dat die kosten enorm kunnen zijn, snapt iedereen eigenlijk wel, maar in verkiezingstijd verdwijnen dat soort dingen als ‘details’.
De SP zoekt zijn heil elders. Snijden op defensie kost namelijk ook niks in de CPB modellen en daar financieren ze dan vaak hun herverdelingsplannen mee. Als de SP regeringsverantwoordelijkheid krijgt wordt het nodige weer aangepast natuurlijk. En als de SP niet in de regering komt, kunnen ze roepen wat ze willen. Ik voorspel dat op de sneuvellijst komen: de nationale investeringsbank voor het verstrekken van kredieten aan gezonde bedrijven, de verschillen in belasting tussen grote en kleine bedrijven en het scheiden van spaar- en zakenbanken.
De PvdA sla ik even over, eenvoudigweg omdat hun plannen niet uitblinken door concreetheid. Ik zou echt niet weten welke er gaan sneuvelen. Ik noem er maar een paar: “De PvdA ondersteunt maatschappelijk ondernemen, investeert in duurzame energie, ondersteunt initiatieven en groene groei.” “Door de bankencrisis komen bedrijven vaak moeilijk aan kredieten. We grijpen in als blijkt dat banken hun maatschappelijke verantwoordelijkheid niet nemen.” Tsja.
De D66 heeft het wat makkelijker omdat hun economische programma nu eenmaal tussen links en rechts inzit. Daarnaast kiest de D66 niet voor ‘populaire maatregelen’ maar houdt aan de Kunduz akkoorden vast. De voormalige D66 kroonjuwelen zoals referenda en gekozen burgemeesters zijn inmiddels naar de achtergrond verdwenen, dus die sneuvelen ook al niet. Voor GroenLinks geldt iets soortgelijks. Of de kiezer deze naïviteit eerlijkheid gaat waarderen zullen we na 12 september weten.
Tot slot het CDA. Grappig genoeg beginnen vrijwel alle partijen met de economie maar houdt het CDA de spanning erin. Het geduld wordt helaas niet beloond, want net als bij de PvdA hult het programma zich nogal in nevelen. No comment.
Conclusie: we hebben stoere partijen, dappere partijen en mistige partijen. De stoere partijen zetten hun populistische wapens in omdat die de onderhandeltafel toch niet overleven en hopen dat de kiezer erin trapt. De dappere partijen gokken op het belonen van eerlijkheid, terwijl de mistige partijen hun kaarten vooralsnog voor de borst houden en aldus de kiezer trachten te verleiden. Wie er gelijk heeft, zien we over een paar maanden.
Auteur
Categorieën