Ga direct naar de content

Internationale gasprijzen voor huishoudingen

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: maart 18 1987

De tarief structuur

Internationale gasprijzen
voor huishoudingen
In deze bijdrage wordt inzicht gegeven in het niveau en de opbouw van
gasprijzen voor huishoudingen in een
aantal Westeuropese en andere landen met een aanzienlijk gasverbruik.
De prijs voor aardgas in een bepaald
land blijkt aflJankelijk van de marktsituatie, de tariefstructuur, de concurrentie met andere energiedragers en de
invloed van de centrale of plaatselijke
overheden in dat land. De onderzochte
landen zijn: België, West-Duitsland,
Frankrijk, Italië, Zwitserland, Oostenrijk, Denemarken, Spanje, Engeland,
de VS, Canada en Australië.

De markt
Aardgas wordt voornamelijk gebruikt in drie marktsegmenten, te weten huishoudingen en commercials ( =
woningen en gebouwen), industrie en
elektriciteitscentrales. In West-Europa
is het eerstgenoemde marktsegment
thans het grootst en vertoont de
sterkste groei. Deze studie beperkt
zich tot het segment huishoudingen
(woningen).
Het gasverbruik binnen het segment
huishoudingen is vooral afhankelijk
van demografische ontwikkelingen
(groei bevolking en huishoudingen).
Hoewel de groei van de bevolking in de
meeste geïndustrialiseerde landen afneemt en er in sommige landen zelfs
reeds van een daling van de bevolking
sprake is, groeit het aantal huishoudingen, met name de één- en tweepersoonshuishoudingen, als gevolg van
de ‘gezinsverdunning’ nog aanzienlijk.
Hierdoor wordt er jaarlijks nog steeds
een groot aantal nieuwe (overwegend
goed geïsoleerde) woningen bijgebouwd, deels ook ter vervanging van
oude (slecht geïsoleerde) woningen
die worden afgebroken. Toename van
het woningbestand verhoogt het energieverbruik; isolatie, verbeterde verwarmingssystemen en een energiebewust gedrag van de bewoners verlagen het verbruik. Ten slotte is er in de
ons omringende landen een vervanging gaande van oude kolen- en olie-

verwarming door nieuwe gasverwarming. Een en ander resulteert in een
gestaag stijgend gasverbruik van de
huishoudingen in West-Europa.
Voor de consument heeft gas een
aantal belangrijke voordelen ten opzichte van kolen en olie, zowel in financieel opzicht (hoger omzettingsrendement en geen opslagtank nodig) als
qua comfort. Bovendien is gas een relatief schone brandstof, die niet belastend is voor het milieu en daardoor
minder onderhoud vraagt. De gasindustrie moet echter wel zorgen, dat
gastoevoerleidingen aanwezig zijn, zodat woningen op het gasnet aangesloten kunnen worden. Om de gasafzet in
een land te bevorderen is een duidelijk
stimulerend lange-termijnbeleid nodig,
gezien de hoge investeringskosten in
transport- en distributienetwerken. Indien een land over eigen grote gasreserves beschikt komt zo’n stimulerend
beleid des te sneller van de grond. Als
de gas-infrastructuur eenmaal aanwezig is, zijn de transportkosten niet meer
prohibitief en zal men de grootst mogelijke afzet kunnen en willen bewerkstelligen (zoals bij voorbeeld in Canada en
Australië).
Gas in huishoudingen wordt vooral
gebruikt voor koken, warm water en
voor verwarming van de woning. Daar
verwarming gemiddeld 85% van het
verbruik voor zijn rekening neemt, tegenover koken 3% en warmwaterbereiding 12%, is voor de gasleverancier
verwarming uiteraard het meest aantrekkelijk.
Hoewel in de ons omringende landen een sterke penetratie van gas
heeft plaatsgevonden, ligt het marktaandeel in deze landen nog aanzienlijk
onder dat van Nederland. In landen die
– net als Nederland – een grote
eigen gasvoorraad hebben, zoals Engeland, de VS en Canada, en tevens
beschikken over een goede gas-infrastructuur, is de marktpenetratie reeds
verder gevorderd (zie tabel 1). In de
meeste landen, die in de studie in beschouwing werden genomen, is nog
potentie voor verdere groei van de
gasmarkt aanwezig.

Er worden in het algemeen twee
soorten gastarieven gehanteerd. Nederland kent een eenheidstarief
bestaande uit een vaste prijs per m3 en
een vastrecht. Het vastrecht heeft een
degressieve werking op de prijs per
m3. Ook Denemarken, de VS, Canada
(Alberta) en Australië (Victoria) hebben
een eenheidstarief, doch heffen geen
vastrecht. Hier ontbreekt degressie
dus volledig. Daarnaast is er sprake
van een gedifferentieerd tarief, naar
verbruikerstype enlof afnamehoeveelheid. Hierbij is zowel de prijs per m3 als
het vastrecht afhankelijk van de toepassing, bij voorbeeld koken enlof
warm water enlof verwarming. Deze
prijsdifferentiatie houdt in, dat men
voor kleine afnames (alléén koken
enlof warm water) een relatief hoge
gasprijs moet betalen. De concurrerende brandstof voor koken en warm
water zoals elektriciteit of lpg is
meestal nog duurder. Een gedifferentieerd tarief kent men in België, WestDuitsland, Frankrijk, Engeland, Italië,
Spanje en Zwitserland.
Voorts moeten in de EG-landen en
sommige andere Westeuropese landen heffingen worden betaald over de
gasprijs en het vastrecht, zoals BTW,
milieuheffing, e.d. De BTW wordt
steeds in een percentage uitgedrukt
(oplopend van 9% in Italië tot 22% in
Denemarken). In Engeland, Zwitserland, de VS, Canada en Australië
wordt geen BTW geheven.
Het zijn de gasdistributiebedrijven
die de tarieven vaststellen, maar in vrijwel alle landen geschiedt de tariefvaststelling in nauw overleg met de
centrale of plaatselijke overheid dan
wel een overheidsinstelling (zie tabel
2.
In figuur 1 wordt voor 9 Westeuropese landen een vergelijking van de
gasprijzen gegeven, telkens voor 2 typen standaard-verbruikers, te weten
238 m3 (alléén koken) en 2380 m3 (verwarming). Duidelijk is te zien dat men
in veel landen belangrijk meer moet
betalen voor een kleinere gasafname;
dit komt door het gedifferentieerde ta-

1) Per 1 januari 1987 zijn de gasprijzen over
het algemeen verder gedaald: Nederland 49,0
centlm3, Brussel 59,7 centlm3 en Parijs 74,0
centlm3 (bij jaarafname van 2.380 m3; incl.
vastrecht, BTW en heffingen). De gasprijzen in
Düsseldorl en Londen bleven ten opzichte van
1986 ongewijzigd.

Tabel 1. Gasinfrastructuur in procenten van het totaal aantal woningen
Nederland

Verzorgingsdichtheid
Aansluitingsdichtheid
Marktaandeel
gasverwarming

250

België

WestDu~sland

Frankrijk

Italië

Zw~serland

Ver.
Koninkrijk

Oostenrijk

Spanje

Denemarken

VS

Canada

97
97

80
48

81
34

55
34

50
39

58
17

86
73

47
23

38
11

16
2

78
63

51
44

93

34

26

24

22

5

66

14

2

1

56

41

Tabel 2. Tariefvaststelling

per land
Gasdistributiebedrijl

Overheid
centraal

Land

Nedertand
België
West-Duitsland
Frankrijk
Verenigd Koninkrijk al
Italië
Denemarken
Spanje
Oostenrijk
Zwnsertand
VS
Alberta (Canada)
Victoria (Australië)

plaatselijk

0

•

0

•
•
•

plaatselijk

Overheidsinstelling

•

•
•
•
•
•
•

0

•
0
0

landelijk

•

0
0

Organisatie
van
distributiebedrijven

•

0
0

•

= direct
= indirect (achteraf)
al Privatisering British Gas par november 1986 geelt nieuwe situatie.

o

Figuur 1. Vergelijking

gasprijs per 1 januari
,03

vastrecht
centlm3
200

Jaarafname

1985
BTW incl. heffingen

prijs

c:::::J

“”””””‘:””‘!

Jaarafname

238 m3

Figuur 2. Vergelijking gasprijs en huisbrandolieprijs
BTW en heffingen bij jaarafname van 2.380 m3

1985, inclusief

hbo-prijs
voorafgaande 6 maanden

Gasprijs

centlm3

per 1januari

2.380 m3

1″””‘”””””,,1

200
180

Overheidsinvloed

160
140
120

100
80

I

40
60

!1!1

20

iij!

,[1 ,[
,

::::

o

,~,!,~

~o f#I’J’
_A0~”lJ) ~0′”

o0?- ~’lJ)~~'”(2)0~~’i> ~c~’lJ)~0′
#~

Q~’5
Markt voor Nederlands

ESB 11-3-1987

~0

gas

II

ic-t-

(j)~0(\ ~C0

~o(\’i>
00(\
,,0(\

\)”bt-

rief, of de invloed van het vastrecht en
de belasting.
Voorts valt te constateren dat er grote verschillen in gasprijzen zijn tussen
de landen onderling voor de kleinere
hoeveelheid (238 m3), terwijl de onderlinge verschillen voor de grotbre hoeveelheid (2380 m3) relatief klein zijn.
Nederland en Engeland hadden de
laagste gasprijzen voor de verwarming
van woningen. Deze twee landen zijn
dan ook, samen met Noorwegen, in het
bezit van 90% van de Westeuropese
aardgasreserves. De samenhang met
de sterke penetratie van gas in huishoudingen in beide landen is duidelijk .
Afhankelijk van de marktsituatie, de
omvang van de eigen gasreserves en
de rol van de overheid zijn er verschillen per land in de prijsstrategie, zie tabel3.
In 7 landen (Nederland, WestDuitsland, Italië, Zwitserland, Denemarken, Spanje en Oostenrijk) wordt
de gasprijs afgestemd op die van huisbrandolie, als het meest bruikbare alternatief. In Frankrijk en Engeland
wordt de gasprijs in feite door de centrale overheid bepaald, waarbij naast
de relatie met andere brandstoffen ook
de kosten van levensonderhoud in
aanmerking worden genomen. In België is vooral de inkoopprijs bepalend
voor de verkoopprijs van het gas. In de
VS, Canada en Australië wordt de verkoopprijs zodanig vastgesteld dat de
beoogde marktpenetratie wordt gerealiseerd.
In figuur 2 wordt voor 13 landen de
gasprijs per land vergeleken met de
prijs voor huisbrandolie in dat land.
Nederland, Italië, Engeland, VS, Canada en Australië hadden in 1985 een
gasprijs die lagerwasdan de prijs voor
huisbrandolie. In andere landen was
het omgekeerde het geval. Ook uit deze figuur blijkt weer dat Nederland en
Engeland in West-Europa de laagste
gasprijzen hadden in 1985. Internationaal gezien hebben Canada en Australië nog lagere gasprijzen. Dit hangt
vermoedelijk samen met de bovenvermelde penetratie-strategie.

0-0’i>
.J;\1a
CJ’i>(\ t-~””\~

Markt voor niet-Nederlands

gas

Uit tabel 2 blijkt dat in alle 13 landen
de overheid op de één of andere wijze
bij de vaststelling van de gasprijs is betrokken. In Frankrijk, Spanje en Engeland is de centrale overheid de eerst
verantwoordelijke voor de prijsvaststelling. In Nederland oefent de centrale overheid indirect invloed uit via de
vaststelling van uitgangspunten en de
goedkeuring van het tariefsysteem. In
.Denemarken, België en de VS zijn het
door de overheid gevormde commissies die het tarief vaststellen. In WestDuitsland is de overheidsinvloed het
geringst, doch ten tijde van regionale
en lokale verkiezingen wordt er nogal
eens een politiek onderwerp van
gemaakt.
251

Tabel 3. Prijsstrategie per land
.

Land

Marktwaarde
t.o.v.
alternatief

Nederland
België
West-Duitsland a)
Frankrijk
Verenigd Koninkrijk
Italië
Denemarken
Spanje b)
Oostenrijk c)
Zwitserland
VSd)
A1berta(Canada)
Victoria (Australië)
a)
b)
c)
d)
e)

Inkoopprijs
distributiekosten
incl. marge

Nationale
politiek

Marktpenetratie

Slot

hboe)
hbo

X
X
X
X

hbo
hbo
hbollpglelektricite~
hbo
hbo
hbolelektriciteit/kolen

I

X
X

X
X
X

X

Beide elementen van invloed. nadruk op marktwaarde.
Afhankelijk van gebruiksdoel.
Beide elementen van invloed. nadruk op inkoopprijs.
Verschilt per staat.
Huisbrandolie.

Figuur 3. Vergelijking gasprijzen bij jaarafname van 2.380 m3, incl. vastrecht,
BTW en heffingen
centlm3
100

1.1.1985

~

1.10.1986
e::::::::::::::

De auteurs zijn werkzaam bij DSM-Aardgas
BV, die de aardgasbelangen van de Nederlandse staat behartigt. O.a. als adviseur van
de overheid voor energiebeleid – in het bijzonder aardgasbeleid
verricht DSMAardgas regelmatig studies. Deze bijdrage is
een beknopte weergave van zo’n studie.

80

70

60

50

40

30

20

10

0

252

De conclusies kunnen als volgt worden samengevat.
De gasmarkt voor huishoudingen is
in West-Europa het grootst en vertoont
de sterkste groei. In de meeste landen
zijn ruime mogelijkheden voor verdere
groei aanwezig.
De gasprijzen voor de verwarming
van woningen (jaarverbruik 2380 m3)
lagen in de verschillende Westeuropese landen per 1januari 1985 en 1 oktober 1986 minder ver uit elkaar dan voor
koken en warm water.
Tot nu toe is de concurrentiepositie
ten opzichte van huisbrandolie in vele
landen maatgevend voor de vaststelling van de gasprijzen.
In vrijwel alle onderzochte landen is
de overheid, zij het in meer of mindere
mate, bij de vaststelling van de gasprijzen betrokken.

C. Th.A. Bennebroek
A.F. T. Banssen
C.S. van Wingerden

90

Tijdens de enquête waren de gegevens van 1986 nog niet bekend. Gebleken is inmiddels dat de meeste gasdistributiebedrijven in de Westeuropese landen een aanzienlijke daling van
gasprijzen hebben doorgevoerd in na-

gedeelte van de prijsverlaging per 1
oktober 1986 veroorzaakt wordt door
koersdaling van de nationale valuta
t.o.v. de gulden.

volging van de opgetreden prijsdalingen voor huisbrandolie.
In figuur 3 worden de gasprijzen in
een aantal Westeuropese landen per
1-10-1985 en 1-10-1986 aangegeven
1). Opgemerkt dient te worden dat een

Auteurs