Redactioneel
Eva Niesten
Redacteur ESB
e.niesten@sdu.nl
Innovatie in 2007
E
en begin van een nieuw jaar vraagt om
voorspellingen. Het Centraal Planbureau
voorspelt een groei van de economie van
drie procent voor 2007. In december van
het afgelopen jaar stelde De Nederlandsche Bank
haar verwachtingen van de economische groei voor
dit jaar naar boven bij, ook naar drie procent. Deze
voorspellingen van de economische groei krijgen
altijd volop de aandacht in de media. Voorspellingen
die minder aandacht krijgen, maar zeker zo interessant zijn voor de ontwikkeling van de economie op
de langere termijn, zijn de verwachtingen voor de
belangrijkste innovaties in 2007.
Twee ontwikkelingen vallen op in voorspellingen
van innovaties voor dit jaar (zie bijvoorbeeld www.
cnnmoney.com, www.technologyreview.com, www.
extendlimits.nl). Ten eerste is er veel aandacht voor
innovaties in de ICT, waarbij het combineren van
verschillende manieren van communiceren centraal
staat, en het draadloos maken van de technologieën.
In 2007 moeten we televisie kunnen kijken op het
internet, en het internet gebruiken op onze televisie.
De draadloze USB zal waarschijnlijk de standaard
worden en zal bluetooth en infrarood vervangen. Ook
worden er meer ontwikkelingen verwacht op het gebied van personal area netwerken (PAN). Je lichaam
wordt dan gebruikt om data of energie te verplaatsen. Ten tweede noemen deze voorspellingen van
innovaties de grote aandacht die zal uitgaan naar
nieuwe technologieën voor het opwekken en gebruiken van milieuvriendelijke energie. Er wordt veel verwacht van dunne en veel goedkopere zonnepanelen
die slechts één procent van de normale hoeveelheid
siliconen bevatten. India en China gaan op de maan
op zoek naar alternatieve energiebronnen. Er zullen
meer hybride auto’s ontwikkeld worden.
Maar wat gaat er gebeuren in Nederland? Premier
Balkenende wil in de volgende kabinetsperiode
graag verder met zijn Innovatieplatform (Trouw,
27-12-2006). Het Innovatieplatform is in 2003
door het kabinet Balkenende II opgericht om de
innovatiekracht van Nederland te versterken. “Het
Innovatieplatform doet voorstellen om nog niet benut
potentieel maximaal tot ontwikkeling te brengenâ€
(www.minez.nl). Een van de hoofddoelen van het
platform was het benoemen van een aantal sleutelgebieden waar de innovatie op gericht zou moeten
zijn. Deze sleutelgebieden zijn bloemen en voeding,
high-tech systemen en materialen, water, de creatieve
industrie en chemie. “Innovatief is die keuze nietâ€,
volgens Bart Nooteboom, hoogleraar innovatiebeleid aan de Universiteit van Tilburg en lid van de
Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid
(WRR) (Trouw, 27-12-2006). Dit zijn inderdaad niet
de gebieden die aangewezen zouden worden wanneer
men denkt aan onbenut potentieel in de Nederlandse
economie. Dit zijn industrieën waar Nederland al
relatief goed scoort.
Vanuit de economische theorie bestaan er twee
redenen voor het ingrijpen van de overheid in het
innovatieproces. Wanneer er onvoldoende of geen
samenwerking bestaat tussen de verschillende
instituties in een innovatiesysteem, bijvoorbeeld
tussen het bedrijfsleven en de universiteiten, kan de
overheid stimulansen bieden tot een betere samenwerking. Naast dit zogenaamde systeemfalen, biedt
marktfalen een tweede reden voor een invloed van
de overheid in het innovatieproces. Bart Nooteboom
stelt ook dat de overheid goede argumenten moet
hebben om zich met de inhoud van het innovatieproces te bemoeien. “Het kan zijn dat een innovatie commercieel niet interessant is, maar wel een
publiek belang dient, denk aan oplossingen voor
milieuproblemen†(Trouw, 27-12-2006).
Wanneer het Innovatieplatform voortgezet gaat
worden in de volgende kabinetsperiode, zou het zich
vanuit dit publiekbelangperspectief onder andere kunnen richten op het stimuleren van innovaties in duurzame energie. Het CDA is bang dat de internationale
concurrentiepositie van ons bedrijfsleven zal worden
aangetast wanneer er teveel eisen worden gesteld aan
duurzaam produceren. Niet alleen het publiek belang,
maar echter ook onze internationale concurrentiepositie kan baat hebben bij investeringen in innovaties
van duurzame energietechnieken. Uit de verschillende
bronnen die innovatievoorspellingen geven voor 2007
blijkt dat innovaties in duurzame energie niet alleen
gericht zijn op de ontwikkeling van nieuwe technologieën, maar ook op het reduceren van de kosten voor
het produceren van deze duurzame energie. Deze innovaties kunnen dus positief bijdragen aan onze economische groei. De overheid zou de sleutelgebieden
van het Innovatieplatform dan ook niet alleen moeten
definiëren vanuit de huidige nationale competenties,
maar ook vanuit de voorspellingen van internationale
innovaties die onze toekomstige concurrentiepositie
zullen bepalen. Naast de gebruikelijke voorspellingen
van het CPB en de DNB van de economische groei,
zou de aandacht in volgende jaren ook gericht moeten
zijn op innovatievoorspellingen.
ESB
26 januari 2007
35