Ga direct naar de content

Indicatoren wijzen niet op oververhitting

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: november 17 1999

Indicatoren wijzen niet op oververhitting
Aute ur(s ):
CBS
Ve rs che ne n in:
ESB, 84e jaargang, nr. 4232, pagina 907, 3 december 1999 (datum)
Rubrie k :
Statistiek
Tre fw oord(e n):
goederenmarkten

De groei van de Nederlandse economie, gemeten als de toename van het bruto binnenlands product (bbp), ligt dit jaar vooralsnog boven de drie procent. Al veertien opeenvolgende kwartalen ligt het groeicijfer boven de drie procent (figuur 1).
Een dergelijke lang aaneengesloten groeiperiode is de laatste twintig jaar niet voorgekomen. Volgens de gangbare economische theorie kan de economische ontwikkeling geremd worden als de productiefactoren arbeid en kapitaal schaars
worden, waardoor de productie niet meer kan voldoen aan de vraag. Dit zou stijgende prijzen als gevolg kunnen hebben, wat een negatieve invloed heeft op de groei. Bepaalde grootheden kunnen een indicatie geven of dergelijke
groeibelemmering zich thans voordoet. Volgens de aanhangers van de ‘nieuwe economie’- theorie is een aanhoudend sterke economische groei zonder oplopende inflatie mogelijk.

Figuur 1. Conjunctuurindicatoren, procentuele mutaties
De convergerende ontwikkeling van de werkloosheid en de vacatures duidt op een toenemende krapte op de arbeidsmarkt. De dalende trend van de werkloosheid zette in 1999 door, zij het dat het tempo lager lag dan in het jaar daarvoor. Het
aantal openstaande vacatures was in het tweede kwartaal groter dan ooit door het CBS is gemeten. Een steeds groter wordend percentage ondernemers in de industrie ervaart het tekort aan arbeidskrachten als een productiebelemmering (figuur
2). Schaarste van de productiefactor kapitaal lijkt een minder nijpend probleem. Weliswaar liep de bezettingsgraad in september in de industrie met 0,2 procentpunt op naar 84,3%, maar dit is niet veel hoger dan het gemiddelde van de jaren
negentig. In de vorige periode van hoogconjunctuur, het begin van de jaren negentig, lag de bezettingsgraad ruim twee procentpunt hoger. De inflatie vertoont ook geen stijgende tendens. Wel stijgen de producentenprijzen, met name onder
invloed van de prijsontwikkeling van ruwe aardolie. Ook het rendement op staatsobligaties, een indicator voor de lange rente, is in de loop van dit jaar gestegen; wel is deze in november weer wat gedaald. Door eerdere dalingen, met name in het
midden van de jaren negentig, is de rentevoet nog steeds relatief laag.

Figuur 2. Bezettingsgraad en arbeidstekort als belemmering, percentages

Copyright © 1999 – 2003 Economisch Statistische Berichten ( www.economie.nl )

Auteur