Hoe komt de patiënt weer boven Jan?
Aute ur(s ):
Bovenberg, Lans (auteur)
Hoogleraar economie aan de Universiteit van Tilburg en directeur van het Center for Economic Research (CENTER) van die universiteit. Hij is
tevens verb onden aan het OCFEB van de Erasmus Universiteit. A.L.Bovenberg@uvt.nl
Ve rs che ne n in:
ESB, 88e jaargang, nr. 4415, pagina 459, 3 oktober 2003 (datum)
Rubrie k :
Prikkel
Tre fw oord(e n):
De Nederlandse economie zit met een forse kater na de hoogconjunctuur en de euforie rondom de nieuwe economie aan het einde van de
vorige eeuw. De economie groeide toen zo hard dat de arbeidsmarkt oververhit raakte. Het kabinet strooide met allerlei lekkers maar
verzuimde de patiënt de nodige vitaminen toe te dienen. De weerstand van onze economie is tijdens het paarse feest dan ook aangetast.
In de gure wind van een stagnerende wereldeconomie heeft de patiënt een forse griep opgelopen in de vorm van een uitgeholde
concurrentiepositie. De economie groeit al bijna drie jaar nauwelijks en in 2004 wordt slechts een voorzichtig herstel verwacht. Deze
stagnatie moet overigens wel worden gezien in het perspectief van de uitzonderlijk hoge groei aan het einde van de vorige eeuw, toen de
Nederlandse economie aanzienlijk beter presteerde dan de ons omringende landen. De patiënt is blijkbaar nogal onevenwichtig: euforie
wordt afgewisseld met zware depressies.
Dokter Balkenende, daarbij geholpen door specialist Zalm, kan weinig doen om het herstel van de patiënt te bespoedigen. Uitzieken is
het parool. De wal keert het schip als de oplopende werkloosheid de lonen matigt en zo de concurrentiepositie weer herstelt. Wel kan het
kabinet het weerstandsvermogen van de patiënt versterken. Zo wordt die minder kwetsbaar voor het veranderlijke weer in de
wereldeconomie. Daarbij worden pijnlijke operaties in de sociale zekerheid en (pre)pensioenen niet geschuwd. De doktoren in het kabinet
willen een cultuurschok teweeg brengen door de vicieuze cirkel van onderinvestering in menselijk kapitaal te doorbreken. Mensen
scholen zich te weinig omdat ze toch vervroegd uittreden en mensen stoppen te vroeg met werken omdat ze niet goed geschoold zijn.
Een hogere pensioenleeftijd maakt bovendien ruimte voor investeringen in de kenniseconomie: door te besparen op (pre)pensioenen en
sociale zekerheid komen er middelen vrij voor onderwijs en andere investeringen in het menselijke kapitaal van de jeugd en de
kenniseconomie. Een hogere pensioenleeftijd stelt vrouwen en mannen verder in staat om tijdens het leven twee ambities waar te maken:
zowel een carrière als goed ouderschap. Een grotere arbeidsparticipatie van ouderen dient dus niet alleen de kenniseconomie en het
onderhoud van menselijk kapitaal maar ook de herverdeling van zorgtaken en investeringen in jonge generaties.
De werkloze medicus gespecialiseerd in linkshandige operaties, Wouter Bos, lijkt sommige operaties uit te willen stellen tot de patiënt
weer boven Jan is. Hij vreest voor ernstige complicaties bij het opereren van de toch al verzwakte patiënt. De ervaring tijdens de paarse
jaren, toen de medische staf van Bos nog de scepter zwaaide in het polderhospitaal, leert echter dat de patiënt haar feestroes niet wil
laten bederven door zware operaties. In plaats van slecht smakende vitaminen, wil de verwende patiënt dan liever zoete snoepjes en
bedwelmende dranken. Blijkbaar luistert de patiënt alleen naar de dokter als zij niet lekker in haar vel zit. Dan kan ze de pijn beter
verdragen dan wanneer ze feest viert. Dat is de tragiek van de medicus die, zoals het standaard medische handboek leert, de patiënt wil
opereren als die zich gezond voelt en de patiënt in de watten wil leggen als de patiënt ziek is.
Balkenende wil geen stinkende wonden achterlaten en is daarom een harde heelmeester. Het opereren van een verzwakte patiënt is echter
niet zonder risico’s. Dit geldt zeker nu het zelfvertrouwen van de patiënt onder druk staat. Dit komt mede doordat het concurrerende
veldhospitaal van Bos de patiënt probeert over te halen de volgende keer voor een andere geneesheer te kiezen. Daarom predikt hij
onheil over de effecten van de voorgenomen maatregelen op de gezondheid. Lichamelijke kwalen hebben vaak een psychische
achtergrond: een gezond lichaam kan niet zonder een gezonde geest en andersom. Om complicaties bij het opereren te voorkomen, doet
Balkenende er daarom goed aan meer aandacht te besteden aan de psyche van de patiënt. Hij dient haar moed in te spreken door het
perspectief en de visie achter de pijnlijke behandeling duidelijker neer te zetten: minder nadruk op de kommer en kwel van de benodigde
operatie en meer op het perspectief dat geboden wordt door meer investeringen in mensen en modernisering van de publieke sector.
De Nederlandse bevolking is, na de uitzonderlijke welvaartsgroei aan het einde van de vorige eeuw, best bereid een pas op de plaats te
maken op het terrein van de inkomensontwikkeling als dit uitzicht biedt op een krachtige economie met toegankelijke, goede publieke
voorzieningen. Door het vertrouwen terug te brengen nu de eerste zwaluwen van een herstellende wereldeconomie zijn geconstateerd,
kan dokter Balkenende toch nog iets doen aan een spoedig herstel.
Copyright © 2003 – 2004 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)