Ga direct naar de content

Het zelfbeeld van de oudere werknemer

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: april 29 2009

oudere werknemers

Het zelfbeeld van de oudere
werknemer
Op basis van een recente steekproef onder oudere werk­
nemers wordt nagegaan of zij zich nog welkom voelen op
hun werkplek, of zij menen dat zij duurder of juist goedkoper
zijn dan jongeren en of ze meer of minder cursussen dan
jongeren krijgen. De analyses tonen aan dat ouderen zich
minder welkom voelen maar de resultaten kunnen nu
nog zeker niet als dramatisch worden gekarakteriseerd.

D

Bernard van Praag,
Kea Tijdens, Jacques
Allegro en Paulien
Osse
Emeritus hoogleraar aan
de Universiteit van Amsterdam, coördinator onderzoek aan het Amsterdams
Instituut voor Arbeids­
Studies, oud-directeur van
het Nederlands Instituut
voor Arbeidsomstandig­
heden en directeur van de
Stichting Loonwijzer

266

ESB

e positie van de oudere werknemer staat
in Nederland ter discussie. Enerzijds
is er een algemeen beleden geloof dat
de oudere werknemer in de komende
decennia hard nodig is om de productie op de
been te houden, omdat de vergrijzing en vooral
het verdwijnen van de baby-boom-generatie de
beroepsbevolking zullen uitdunnen. Daarbij wordt
in de laatste jaren de druk opgevoerd om ouderen
tot hun zevenenzestigste jaar te laten doorwerken
om de AOW en de pensioenen betaalbaar te kunnen
houden. Anderzijds is er het feit dat heel veel
mensen van boven de zestig niet meer werken. In de
leeftijdsgroep van 55 tot en met 59 jaar werkt nog
62 procent, voor de leeftijdsgroep 60-64 is dat nog
maar 26 procent (CBS Statline, 13 maart 2009).
Deels is dat eigen wil, waarbij gebruikgemaakt wordt
van vormen van vervroegde uittreding, of overmacht,
als de werker arbeidsongeschikt is geraakt, maar
vaak is er ook een zekere pressie vanuit het bedrijf,
waarbij men de duurdere, niet meer zo productieve werknemer graag wil inruilen voor jongere
w
­ erknemers, of waarbij men de werknemer wil
vervangen door een machine, of waarbij men zelfs
de productie in Nederland wil verschuiven naar een
land waar de productiekosten lager liggen. De vraag
is hier hoe de oudere werknemer zelf zijn positie percipieert. Voelt hij zich aan de kant gezet? Dit is aan
oudere werkers in bedrijven gevraagd. De resultaten
blijken mee te vallen.

De data
De stichting ILC/Zorg voor Later die enige jaren
geleden is opgericht, heeft als doel om de
Nederlandse samenleving vertrouwd te maken met
het verschijnsel van de vergrijzing. Het gaat hierbij
vooral om de vraag hoe het individu en de samenleving moeten reageren op de vergrijzing, waarbij
gesteld wordt dat men vooral de regie in eigen hand
moet nemen omdat de overheid steeds minder zal
regelen. De doelstelling wint natuurlijk in de huidige
tijd nog aan relevantie, omdat de verhoging van
de pensioengerechtigde leeftijd een ingrijpende

94(4559) 1 mei 2009

wijziging van de arbeidsmarkt en de attitude van
Nederlanders ten opzichte van het fenomeen van de
werkende oudere zal impliceren. Daarbij speelt ook
de vraag naar het beeld dat de oudere werker van
zijn werkomgeving heeft. Om daar meer van aan de
weet te komen heeft ILC/ZvL in samenwerking met
de Stichting Loonwijzer tussen juni 2008 en januari
2009 een aantal vragen gesteld aan werknemers van
45 jaar en ouder.
De Stichting Loonwijzer is sinds een aantal jaren
actief. Het is een initiatief van het Amsterdams
Instituut voor ArbeidsStudies (AIAS) van
de Universiteit van Amsterdam, het FNV en
Monsterboard. De Loonwijzer is een website waarop
mensen op basis van hun beroep en eigen persoons­
kenmerken en vaardigheden kunnen nagaan wat
zij ongeveer voor salaris zouden moeten verdienen.
De website wordt zeer vaak bezocht. De bezoekers
wordt gevraagd of zij ook bereid zijn zelf een webenquête in te vullen. Voor dit onderzoek zijn vanaf
mei 2008 tot en met januari 2009 een aantal
enquêtevragen opgenomen in de permanente

Tabel 1

Percepties van ouderen over hun baan
(in procenten).

Wil organisatie respondent
h
­ ouden of kwijt?
Hij is me graag kwijt
Hij is me liever kwijt
Het kan hem niets schelen, als
ik wegga
Hij wil me wel houden
Hij wil me graag houden

Totaal

Ouder dan
vijftig jaar

0,8
2,0
8,9

1,7
4,1
13,5

19,6
68,6

21,1
59,6

In vergelijking met anderen ben ik Totaal
voor mijn organisatie
Veel goedkoper
5,4
Goedkoper
23,9
Niet duurder, maar ook niet goed50,4
koper
Duurder
17,8
Veel duurder
2,4

Ouder dan
vijftig jaar
3,6
14,2
51,3

Als het gaat om cursussen en
Totaal
training, krijgen ouderen
Veel minder cursussen en training
2,8
Minder cursussen en training
11,5
Evenveel cursussen en training
80,2
als jongeren
Meer cursussen en training
4,3
Veel meer cursussen en training
1,1

Ouder dan
vijftig jaar
7,4
16,0
73,7

Bron: Loonwijzer

26,2
4,7

2,3
0,6

Loonwijzer web-enquête. Het
jongere collega, maar een veel hogere productiviteit heeft, kan
Meer dan tachtig
grote aantal respondenten maakt
hij in feite goedkoper zijn voor de werkgever.
het mogelijk om het effect van de
Veelal wordt verondersteld dat in ouderen minder geïnvesteerd
procent ziet geen
economische crisis op de opvatwordt dan in jongeren. Ook dit blijkt niet zo gevoeld te worden
onderscheid in
tingen van werknemers van maand
door de oudere werknemer. Meer dan tachtig procent ziet geen
tot maand te onderzoeken van juni
onderscheid in behandeling tussen ouderen en jongeren.
behandeling tussen
2008 tot en met januari 2009.
Secundaire analyse
ouderen en jongeren
Ongeveer vijftigduizend mensen
Toch behoeft dit beeld wel bijstelling bij verdere, meer gedevullen per jaar in Nederland de
tailleerde analyse. Daarom werden de data ook geanalyseerd
enquête in. Vergelijkingen op
met een 0rdered probit, een generalisatie van regressieanalyse, die veel gebruikt
socio-demografische karakteristieken laten zien dat
wordt voor de analyse van ordinale afhankelijke variabelen. De resultaten van de
de data van de vrijwillige Loonwijzer-enquête niet
eerste twee vragen zijn samengevat in tabel 2.
noemenswaardig afwijken van die van willekeurig
Bekijkt men eerst de eerste kolom, dan ziet men dat werknemers denken dat
getrokken steekproeven. De analyses in dit artikel
ze meer welkom zijn naarmate ze een hogere opleiding hebben. Leeftijd blijkt
zijn gedaan op een databestand van 11.806 responzeer significant en de coëfficiënt is aanzienlijk. Hoe ouder men is, hoe minder
denten, tussen 14 en 65 jaar met valide waarden
welkom men zich voelt. Hoe beter de beloning hoe welkomer men denkt nog
op alle karakteristieken. Respondenten die geen
te zijn. Dit suggereert dat de relatieve beloning te maken heeft met de zelfgewerknemer waren, zoals zelfstandigen, werkzoekenpercipieerde kwaliteit. Voltijders zijn meer welkom dan parttimers. Vrouwen
den zonder werk, scholieren of studenten met een
denken iets vaker dan mannen dat men hen wil behouden. In grote bedrijven
bijbaan, zijn buiten beschouwing gelaten.
voelt de oudere werknemer zich minder welkom dan in kleine bedrijven. Hoe
De resultaten
beter iemands gezondheid, des te welkomer hij zich nog voelt. Het aantal dagen
Hier worden slechts de drie meest pregnante vragen
ziekteverzuim per jaar blijkt ook een grote invloed te hebben, maar over hoeveel
bekeken. De hamvraag is: wil mijn werkgever mij
keer men die ziektedagen verdeelt, dat wil zeggen het aantal ziektemeldingen,
houden of liever kwijt? Een daaraan gerelateerde
is van veel minder betekenis. Wanneer men het laatste jaar nog training heeft
vraag is of de werker denkt dat hij een dure kracht
ontvangen, versterkt dat kennelijk het idee dat men nog welkom is. De tweede
is voor zijn bedrijf of relatief goedkoop. De derde
vraag werd ook met probit geanalyseerd. Het leeftijdseffect is veel kleiner, terwijl
vraag is of oudere werknemers het gevoel hebben
de andere effecten van gelijke aard zijn, behalve voor de gezondheid en het ziekdat zij anders behandeld worden door hun bedrijf
tedrag. De werknemer rekent kennelijk niet mee dat zijn aantal ziektedagen ook
dan jongere collega’s. Deze vraag wordt geconcreeen belangrijke kostenpost vormt. De oudere werknemer denkt dat hij goedkoper
tiseerd door te vragen of de respondenten dachten
voor zijn baas is dan zijn jongere collega.
dat ouderen relatief minder of meer cursussen en
Ten slotte wordt nog bezien of oudere werknemers vinden dat ze minder trainintrainingen krijgen dan jongeren in hun bedrijf. De
gen en cursussen krijgen dan hun jongere collega’s (tabel 3).
antwoordverdelingen zijn samengevat in tabel 1.
Uit de antwoorden komt niet een dramatisch beeld
Tabel 2
naar voren. Wanneer de drie eerste antwoordcaProbit analyse van de antwoorden1.
tegorieën bij elkaar genomen worden, dan blijkt
Wil organisatie
Ben ik goedkoper (1)
dat circa negentien procent van de oudere werkr
­ espondent kwijt (1)
of duurder (5) voor de
nemers denkt dat de werkgever hem liever kwijt
of behouden (5)
organisatie?
wil. Daartegenover staat een overweldigende 81
Opleiding
0,02**
–0,00
procent die het gevoel heeft nog welkom te zijn op
(1 = basis/vmbo/havo, …, 5 = wo)
het bedrijf. Waarschijnlijk is dit beeld een beetje
Log Leeftijd
1,57*
1,47*
geflatteerd, omdat vele respondenten liever niet de
Log Leeftijd kwadraat
–0,30**
–0,10
onaangename waarheid onder ogen zullen willen
Vrouw
0,05**
–0,07**
zien dat zij in de ogen van het bedrijf beter zouden
Bedrijfsgrootte
–0,09**
–0,06**
kunnen vertrekken Maar toch, het beeld geeft weinig
(1 ≤ 10) (5 ≥ 500)
steun aan de gedachte dat de meerderheid van de
Voltijder
0,15**
0,14**
oudere werknemers zich weggekeken voelt. Men
Log Uurlonen
0,23**
0,37**
moet echter wel bedenken dat een groot deel van de
Mening eigen gezondheid
0,12**
–0,04**
niet-werkende leeftijdgenoten waarschijnlijk met zeer
(1 = slecht, …, 5 = goed)
gemengde gevoelens vertrokken zijn, omdat zij niet
Log Aantal keer ziekteverzuim
0,02
–0,01
meer welkom waren. Zij zitten niet in de steekproef.
l
­aatste 12 maanden
Met betrekking tot hun beloning meent circa tachtig
Log Aantal dagen ziekteverzuim
–0,13**
0,00
procent dat zij geen hogere loonkosten veroorzaken
laatste 12 maanden
dan hun jongere collega’s. Circa dertig procent denkt
Training ontvangen van werkgever
0,15**
0,07**
zelfs een lagere beloning te krijgen. Hierbij dient
laatste 12 maanden
bedacht te worden dat de gebruikte terminologie van
Aantal waarnemingen
11.806
11.566
duurder en goedkoper door velen zal worden geïnter1
Er zijn ook maanddummy’s opgenomen. Deze zijn niet-significant en zijn niet in de tabel opgenomen.
preteerd in termen van productiviteit. Dat wil zeggen
** Significant effect p < 0,01.
goedkoper met betrekking tot wat ze produceren.
* Significant effect p < 0,05.
Bron: Eigen berekeningen op basis van Loonwijzer
Indien iemand een hoger salaris heeft dan een

ESB

94(4559) 1 mei 2009

267

Tabel 3

Krijgen ouderen veel minder (1) of veel meer (5) training en cursussen in
hun organisatie.

Opleiding (1 = basis/vmbo/havo, …, 5 = wo)
Log Leeftijd
Log Leeftijd kwadraat
Vrouw
Log Uurlonen
Training ontvangen van werkgever laatste 12 maanden
Zelf training betaald in laatste 12 maanden
Is ondergekwalificeerd voor huidige baan

Coëfficiënt
–0,01
1,09
–0,24
0,13
–0,05
0,10
0,00
0,01

t-waarde
–0,40
1,04
–1,62
4,71
–1,78
3,50
0,03
0,34

Bron: Eigen berekeningen op basis van Loonwijzer

Hier ziet men het verrassende resultaat dat er eigenlijk geen significante verschillen zijn, behalve dat vrouwen denken dat ouderen meer cursussen krijgen.
Het zou kunnen dat deze veel lagere significantie te danken is aan de vraagstelling, waarbij niet gevraagd wordt naar de eigen ervaring, maar naar de houding
tegenover ouderen in het algemeen.
Ten slotte wordt nog een grafische weergave van het leeftijdseffect voor de antwoorden op de eerste twee vragen gepresenteerd (figuur 1). Men ziet dat werkers
zich minder welkom achten naarmate ze ouder worden.

Conclusie
De betekenis van de oudere werknemer krijgt steeds meer gewicht in onze
vergrijzende beroepsbevolking. Het is van belang speciale aandacht te besteden
aan zijn perceptie van zijn positie. Weliswaar gaat het slechts om een perceptie
en die hoeft niet te stroken met de werkelijkheid, maar toch zegt een belangrijke marketingwijsheid: perceptions are facts. Mensen reageren op en gedragen
zich naar hun percepties. Zelfs voor het ontslag er aankomt, voelen mensen
vaak al hoe de vlag erbij staat. De hier besproken vragen zijn te beschouwen als
vroege signalen voor de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt voor ouderen. In de
komende decennia is het van groot belang dat speciaal de oudere werknemer
zich thuis blijft voelen in zijn werkomgeving. Als men deze naar haar aard niet
geheel representatieve steekproef mag geloven dan voelt de grote meerderheid
van de werknemers zich nu nog welkom op de Nederlandse werkvloer en is
daar ook in de beschouwde periode tot februari 2009 nog geen verandering in
Figuur 1

Percentage werknemers dat zich gewenst voelt in de organisatie.
90

%

80
70
60
50
40
30
20
10
0
40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65
Leeftijd
Percentage werknemers dat denkt dat zijn werkgever hem kwijt wil
Percentage werknemers dat zich niet duurder voelt dan zijn collega’s

Bron: Eigen berekeningen op basis van Loonwijzer

268

ESB

94(4559) 1 mei 2009

gekomen. Het lijkt echter van groot belang dat in de
naaste toekomst nauwlettend te blijven volgen. De
hier aangeboorde bron van gegevens lijkt hiervoor
zeer geschikt. Gezien het feit dat de Loonwijzer nu
in circa vijftig andere landen, waaronder NoordAmerika, ook goede diensten bewijst aan een
gestaag uitbreidend bezoekersaantal, is het mogelijk
op korte termijn ook longitudinale en internationale
vergelijkingen te gaan maken.

Auteurs