statistiek
Herontwerpen en geheugen
vergroten
Een recessie wordt veroorzaakt door externe onvoorziene schokken en deels zit het in het economische
systeem zitten ingebakken. Daar is dan ook maar
één mogelijke reactie op: herontwerp delen van het
economische systeem om een toekomstige recessie
aan te kunnen, en leer daarbij van de oorzaken van
eerdere recessies.
De Nederlandse economie zit op dit moment
in een flinke dip. Als ervan uit mag worden
gegaan dat het bbp de maat is voor de economie dan zitten men nu midden in een periode
van achtereenvolgende neergang. De uitzendmarkt met een conjuncturele cyclus die voorloopt op de economie kromp al in het tweede
kwartaal van 2008. Dat de Nederlandse
economie zou volgen was een kwestie van tijd.
Omvallende banken, flink sparende consumenten, stilvallende wereldhandel, al deze factoren
veroorzaken dat de dip groot is. De economie
groeide zeer snel in de jaren 2005 tot en
met 2008 en een terugval van 4,5 procent
in het eerste kwartaal van 2009 brengt het
welvaarts iveau terug naar vroegere tijden.
n
Oorsprong van recessies
Philip Hans
Franses en Bert
de Groot
Hoogleraar aan de
E
 rasmus Universiteit
Rotterdam en hoogÂ
leraar aan de Nyenrode
Business Universiteit
10
ESB
Ooit hoopten economen dat het fenomeen
recessie nooit meer voor zou komen. Recent
herinneren de New Economy-protagonisten
aan de claims dat inflatie en werkloosheid tot
het verleden zouden behoren, en dat economische groei in principe altijd positief zou zijn.
Zo’n periode was er ook in de jaren zestig.
Natuurlijk kenmerkten die beide perioden zich
door ongebreidelde groei en de afwezigheid
van grote schokken. In 1974 werd de wereld
wakker geschud door de oliecrisis en nu door
ketens van falende banken en bedrijven.
Telkens wordt een flinke neergang ingezet
door een schok die razendsnel door het eco-
94(4563S) 26 juni 2009
nomische systeem gaat. Het systeem is ook
zodanig dat het probleem van enkelen het
probleem van velen kan worden.
Conjunctuur
Uit een overzicht (De Groot en Franses, 2009a)
van conjuncturele bewegingen, waarbij niet
alleen naar het bbp wordt gekeken maar ook
naar inflatie, consumptie, rentes, innovaties
en dergelijke, kunnen een paar algemene
conclusies getrokken worden (De Groot en
Franses, 2009b). Allereerst ondergaan vele
economische variabelen cyclische patronen,
en sommige variabelen hebben meerdere cycli
tegelijkertijd. Die cyclische patronen kunnen
deels door golven met vaste amplitude en golflengte worden beschreven. Kortom, voor veel
economische variabelen herhalen de patronen
zich. Treffend is de overeenkomst tussen
vaste cyclische patronen en bijvoorbeeld de
economische groei in Nederland (figuur 1). Dit
suggereert dat conjuncturele cycli deels door
externe schokken (een oliecrisis, een oorlog,
een natuurramp) aangezwengeld worden, maar
kennelijk ook deels voortkomen uit het economische systeem zelf. De bewegingen zijn soms
heftig, maar er zijn ook periodes van relatieve
rust.
Een tweede resultaat van een overzicht van
conjuncturele cycli is dat in tijden van tegenspoed het aantal innovaties flink toeneemt,
die dan vaak weer het begin van betere tijden
markeren. Dit is in de gedocumenteerde
economische geschiedenis van de afgelopen vierhonderd jaar goed zichtbaar (De
Groot en Franses, 2009c). In figuur 2 staat
deze  orrelatie voor het bbp in Nederland
c
en wereldwijde innovaties (Silverberg en
Verspagen, 2003), en een negatief verband is
duidelijk. Een derde resultaat van deze analyse
van de nagenoeg volledige literatuur betref-
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.
fende conjuncturele cycli is dat de lengtes van
cycli zich zodanig verhouden dat ze niet tegelijkertijd pieken. Dus, in economische variabelen bestaan geen cycli met lengtes vier, acht
en zestien jaar, maar eerder vijf, elf en 27.
Conjuncturele bewegingen zijn van alle
tijden en gelden voor vele economische
variabelen in allerlei landen. Deels worden
de bewegingen aangezwengeld voor externe
onvoorziene gebeurtenissen en deels door de
intrinsieke eigenschappen van het systeem
zelf. Bijvoorbeeld, als alles goed gaat, en de
verwachtingen zijn positief, dan zal een bank
meer gaan lenen aan individuen, en misschien tegen beter weten in minder courante
onderpanden accepteren. Zal een crisis als
de huidige dan dus nooit meer voorkomen?
Gezien de geschiedenis is er geen reden dat
te bedenken. In de volgende periode van
opbloei zal wederom sprake zijn van overmoed, zelfverrijking en onderschatting van
risico’s, en ook dan zullen er externe schokken
zijn die een volgende recessie veroorzaken.
Samengevat, bij het herontwerpen van de
economie moet worden bedacht dat er na deze
recessie weer een volgende gaat komen.
Figuur 1
0,07
0,06
0,05
0,04
0,03
0,02
0,01
0
-0,01
-0,02
-0,03
1970
1975
1980
1985
Cycli
Figuur 2
1990
1995
2000
2005
Groei bbp
Correlatie tussen innovaties en economische groei
in Nederland.
3,0
2,5
Berichtgeving in de media
2,0
Innovaties
In tijden van tegenspoed wordt het meten van
de actuele economie extra belangrijk. Soms
wordt er gesteld dat het bbp niet de goede
maatstaf is van welvaart, maar daar is het
ook niet voor bedoeld. Het bbp meet simpelweg alles wat per kwartaal in de economie is
gebeurd. Betere maatstaven voor welvaart of
welbevinden zijn bijvoorbeeld werkgelegenheid, consumentenvertrouwen, maar ook
allerlei geluksmaatstaven. Dit is niet onbelangrijk. Immers, het mag dan wel slecht gaan
met de economie, het aantal mensen dat dit
jaar nu eens niet op vakantie gaat zal niet zo
groot zijn, hoewel boekingen voor verre reizen
teruglopen. Ook zullen er met Sinterklaas niet
minder cadeaus worden gekocht en zullen de
vuurwerkverkopen ook dit jaar weer hoger zijn
dan vorig jaar. Dat is namelijk al decennia zo.
Een ander aspect betreft de metingen van het
bbp zelf. Toen het CPB bij monde van Coen
Teulings stelde dat de economie met 3,5
procent zou krimpen, stond het daags erna in
De groei van de Nederlandse economie (door bbp gemeten) en
een combinatie van twee vaste cycli met lengtes 5 and 11 jaar.
1,5
1,0
0,5
0,0
-0,02
0,00
0,02
0,04
0,06
0,08
Log (bbp okt 2008) – Log (bbp okt 2008(-1))
alle kranten als een vaststaand feit. Echter, de uitspraak van Teulings
betrof slechts een voorspelling. Wanneer weet men nu eigenlijk wat er
dit jaar met het bbp gebeurt? Dat weet men pas in 2011. Natuurlijk, op
vrijdag 19 februari 2010 zal om 9.30 uur een persconferentie plaatshebben bij het Centraal Bureau voor de Statistiek in Den Haag, en daar
zal dan het eerste cijfer over 2009 worden gegeven. Dit eerste cijfer
is dan gebaseerd op herziene cijfers voor de kwartalen een, twee, en
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
Het is
het artikel voor eigen
te publiceren in wat voor medium dan ook. van dewel toegestaan omauteur aan te wenden. gebruik
en voor publicatie op een intranet
werkgever van de
ESB
94(4563S) 26 juni 2009
11
Tabel 1
Flashwaarden en huidige bbp-groeicijfers (dit kwartaal versus
idem kwartaal een jaar eerder).
Kwartaal
2005 Kw1
Flash
–0,3
Huidige waarde
1
Verschil
1,3
2005 Kw2
2005 Kw3
2005 Kw4
1,3
0,9
1,6
2,2
2,6
2,4
0,9
1,7
0,8
2006 Kw1
2006 Kw2
2006 Kw3
2006 Kw4
2,9
2,4
2,6
2,7
3,7
3,4
3
3,3
0,8
1
0,4
0,6
2007 Kw1
2007 Kw2
2007 Kw3
2007 Kw4
2,5
2,4
4,1
4,4
2,9
2,9
4
4,1
voorkomen valt. Wat wel kan gebeuren is dat
het geheugen wordt verlengd. Bestuurders
wisselen frequent van plaats; als men
ergens langer dan drie jaar zit, is dat al veel.
Familiebedrijven en bedrijven met al jaren
dezelfde bestuurders zijn vaak het meest
stabiel. Frappant is ook dat expansieve perioden vooraf worden gegaan door innovaties. Het
spreekt voor zich dat een innovatieve economie veel weerbaarder is.
0,4
0,5
–0,1
–0,3
Bron: Franses, 2009
drie van 2009, en de zogeheten flashwaarde voor kwartaal vier. Het is
goed om te realiseren dat die flashwaarden nogal af kunnen wijken van
latere waarden. In tabel 1 staan de flashwaarden van alle kwartalen uit
2005 tot en met 2007 en de waarden zoals die nu bekend zijn. Het is
duidelijk dat er meestal wat bijkomt, en soms flink wat. Het is dus zelfs
mogelijk dat de huidige –4,5 procent voor het eerste kwartaal 2009
over een aantal jaren opgehoogd is tot, zeg, een krimp van 3,0 procent.
Het gaat overigens vaak niet zozeer over een enkele waarde in een
specifiek kwartaal, maar meestal over een reeks van kwartalen achtereen. Een recessie wordt gedefinieerd als twee kwartalen achtereen met
krimp. In 2004 keek men terug op maar liefst vier achtereenvolgende
kwartalen in 2003 met allemaal krimp. Als men nu de data bekijkt
(CBS, Statline databank), dan valt op dat alleen nog het 2e kwartaal
van 2003 een negatief groeicijfer heeft. Kortom, recessies kunnen ook
achteraf minder diep of langdurig zijn en dus moeten paniekreacties
worden vermeden.
Conclusie
Recessies zijn van alle tijden en over een paar jaar zal de Nederlandse
economie opnieuw in een recessie zijn. Tegelijkertijd worden actuele
cijfers over de economie meestal naar boven bijgesteld, en is een
paniekreactie dus niet op zijn plaats. Conjuncturele cycli zitten in
het economische systeem ingebakken, en daar is weinig aan te doen.
Externe schokken zullen er ook altijd zijn, en het enige dat men nu kan
doen is weerbaarheid voor zulke schokken vergroten.
De huidige recessie leert welke sectoren niet weerbaar zijn en waarom.
De crisis van de jaren negentig leerde dat alleen echt innovatieve en
goed bestuurde bedrijven overleven. De huidige crisis leert dat hevige
concurrentie en de macht van de aandeelhouder tot wanbeleid leiden.
Duurbetaalde bankbestuurders bleken hun geld niet waard.
Frappant is dat het telkens weer overmoed en zelfoverschatting zijn
die aan een crisis voorafgaan. Dit is een menselijke trek die niet te
12
ESB
94(4563S) 26 juni 2009
Literatuur
Franses, P.H. (2009) Why is GDP typically revised
upwards? Statistica Neerlandica, 63(2), 125–130.
Groot, E. de en P.H. Franses (2009a) Stability through
cycles. Technological forecasting and social change, 75(3),
301–311.
Groot, E. de en P.H. Franses (2009b) Universal cycle
periods NRI onderzoeksrapport. Breukelen: Nyenrode
Business Universiteit.
Groot, E. de en P.H. Franses (2009c) Cycles in innoÂ
va ions. Technological forecasting and social change, te
t
verschijnen.
Silverberg, G. en B. Verspagen (2003) Breaking
the waves: A Poisson regression approach to
Schumpeterian clustering of basic innovations.
Cambridge journal of economics, 27(5), 671-693.
De auteur heeft verklaard dit artikel alleen te publiceren in ESB en niet elders
te publiceren in wat voor medium dan ook. Het is wel toegestaan om het artikel voor eigen gebruik
en voor publicatie op een intranet van de werkgever van de auteur aan te wenden.