Geldteruggaafbrieven moedigen aan tot verzilvering belastingteruggaaf

De zogenoemde geldteruggaafbrieven die de Belastingdienst stuurt zijn een effectieve manier om mensen te bewegen belastingaangifte te doen en hun belastingteruggaaf te verzilveren.

Jaarlijks hebben ruim 400.000 belastingplichtigen, die geen aangifte inkomstenbelasting hoeven te doen en dat ook niet spontaan doen, recht op een teruggaaf van te veel betaalde loonbelasting. De Belastingdienst bepaalt aan de hand van alle gegevens die op dat moment bekend zijn of er sprake zou kunnen zijn van teruggaaf. Gemiddeld gaat het om een teruggaaf van circa 500 euro. Bijna dertig procent van de briefontvangers is 21 jaar of jonger. Daarnaast vormen AOW’ers een grote groep.

De Belastingdienst stuurt aan deze groep mensen in september na afloop van het belastingjaar een geldteruggaafbrief waarin staat dat men een eventuele teruggaaf kan verzilveren door aangifte te doen. Het effect van de brief over belastingjaar 2023 is duidelijk zichtbaar: het aantal aangiften stijgt vanaf eind september ineens (figuur). Na vier maanden bedraagt de respons op deze brief zo’n 35 procent. Om de respons verder te verhogen stuurt de Belastingdienst een herinneringsbrief, waarin mensen nogmaals worden geattendeerd op de mogelijkheid om hun teruggaaf te verzilveren. De afgelopen drie jaar is een dergelijke brief telkens in de loop van januari verstuurd. In de grafiek is duidelijk te zien dat kort na het versturen van die herinneringsbrief het aantal mensen dat aangifte doet sterk toeneemt.

De stijgingen in september en januari maken aannemelijk dat de geld­teruggaaf- en de herinneringsbrief bijzonder effectief zijn. De brieven zijn onderdeel van een breder palet aan communicatiemiddelen, zoals informatie op de website en posters, waarmee de Belastingdienst mensen attendeert op een mogelijke teruggaaf. Deze overige communicatiemiddelen worden echter niet op één specifiek moment toegepast en zijn niet aan specifieke individuen gericht, waardoor het plausibel is dat de stijgingen in de respons kunnen worden toegeschreven aan de geldteruggaaf- en de herinneringsbrief.