Dit gaat over een natuurkundig model dat helpt bij fraudedetectie op economische markten. HighLO bracht verschillende partijen bijeen om dit mogelijk te maken. We spreken met Joost Pennings en Marjolein Verhulst van HighLO.
Lijkt de zoektocht naar energiedeeltjes op die naar fraude?
Verhulst: “Joost zag het licht toen hij een rondleiding kreeg bij de Europese Raad voor Kernonderzoek (CERN). In een deeltjesversneller worden er twee deeltjes-stromen in tegengestelde richting op elkaar afgeschoten. Zodra deze op elkaar botsen, ontstaan er vervolgens weer nieuwe, en soms andere deeltjes. Op financiële markten zien we eigenlijk ook twee stromen. De koper en de aanbieder botsen, hetgeen resulteert in een transactie.
Op financiële markten bekijken we koop- en verkooporders. Hierbij zoeken we bijvoorbeeld naar buitengewoon grote orders. Maar de doelstelling van het onderzoek naar energiedeeltjes, en van de koop- en verkooporders is hetzelfde: we zoeken naar anomalieën.”
Wat kunnen economen van natuurkunde leren?
Pennings: “Economen kijken op hun manier naar data, net zoals natuurkundigen hun wijze van kijken hebben. Economen denken vaak in tijdreeksen, weergegeven in rijen en kolommen, maar in de natuurkunde worden de data op een andere manier opgeslagen. Zij onderzoeken voornamelijk events zonder naar tijd te kijken. Daardoor ga je dingen zien die je anders nooit gezien had. Dat maakt de samenwerking uniek.”
Hoe kwam de samenwerking met natuurkunde tot stand?
Pennings: “Het is mensenwerk. En er is uiteraard een samenwerkingsovereenkomst nodig om het formeel vast te leggen. We gebruiken immers de capaciteit van CERN. Toch begint het met een groep mensen die, ondanks dat ze anders zijn, nog wel dezelfde taal spreken, en daarbij interesse hebben om de wereld te verbeteren. Dat klinkt abstract, maar zo is het wel.”
Wat gaan we van deze samenwerking merken?
Verhulst: “Het project HighLO draait echt om een wetenschappelijk onderzoek uit interesse voor dit onderwerp. Maar we betrekken ook de toezichthouders erbij. Zo ontstaat er een mooie kruisbestuiving tussen wetenschap en praktijk. We ontwikkelen met de toezichthouders nieuwe tools. Zij kunnen vervolgens aangeven naar wat voor fraude ze op zoek zijn, zodat we daar onderzoek naar kunnen doen.”
Pennings: “De financiële markten ontwikkelen zich dermate snel dat dit voor de toezichthouder soms moeilijk is om bij te houden. Ook fraudeurs proberen hiervan te profiteren, en ons telkens een stap voor te zijn. Met dit onderzoek kunnen we de innovatiekracht van toezichthouders vergroten en versnellen.”
Waar ligt de focus nu?
Pennings: “De voorspelbaarheid van fraude. Ik heb jaren in de Amerikaanse Midwest gewoond; daar voelde je het als er een tornado aankwam. Het wordt dan vochtiger, drukkender en er komt meer wind. Bepaalde marktomstandigheden kunnen eenzelfde signaal vormen voor potentieel frauduleuze praktijken. Daarnaast kijkt Marjolein naar de markstructuur. Zijn er wellicht regels die juist fraude in de hand werken?”
Auteur
Categorieën