Pensioendeelnemers die op dit moment een premieregeling hebben, leggen fors minder in dan fiscaal mogelijk is. Gemiddeld wordt 36 procent van de beschikbare fiscale ruimte benut.
Het Nederlandse pensioenstelsel staat aan de vooravond van een grootscheepse hervorming. Alle pensioendeelnemers in Nederland gaan pensioen opbouwen via een premieregeling (DC), ook de deelnemers die nu een uitkeringsovereenkomst (DB) hebben.
De AFM heeft op basis van data die zij jaarlijks van pensioenuitvoerders ontvangt, in kaart gebracht hoeveel premie via de werkgever wordt ingelegd. Het gaat daarbij om één miljoen deelnemers die in 2021 al een premieregeling hadden.
De daadwerkelijke premie-inleg wordt gedeeld door de maximale fiscaal toegestane premie en leidt tot de relatieve benuttingsgraad. Het fiscale maximum is ingericht om een verwacht pensioeninkomen van zo’n 75 procent van het middelloon te bereiken. De fiscale ruimte nam in 2021 (in het oude stelsel) in cohorten van vijf jaar toe met de leeftijd, was afhankelijk van de rente en werd per jaar door de Belastingdienst vastgesteld.
De figuur laat zien hoe de relatieve benuttingsgraad is verdeeld over de verschillende leeftijdscohorten. Op de horizontale as staat het relatieve aantal deelnemers per leeftijdscohort en op de verticale as staat de relatieve benutting. Zo heeft binnen de leeftijdsgroep van 20–24 jaar vijftig procent van de deelnemers nog geen twintig procent van het fiscale maximum aan pensioenopbouw, terwijl dat voor 65-plussers op zestig procent ligt.
Het jongste cohort bouwde in 2021 gemiddeld 29 procent van het fiscaal maximum op, bij het oudste cohort ging het om 53 procent.
Met het oog op realistische verwachtingen bij de deelnemers is het voor pensioenuitvoerders zaak om informatie over het opgebouwde pensioen tijdig, duidelijk, evenwichtig en correct te communiceren, ook al zal pensioeninformatie niet alle risico’s op teleurstellingen bij deelnemers wegnemen.
Auteurs
Categorieën