Fiscale behandeling van pensioenen
Aute ur(s ):
Eijndthoven, J., van (auteur)
Velde, I., van de (auteur)
Deze rub riek wordt periodiek verzorgd door het ministerie van Financiën.
Ve rs che ne n in:
ESB, 86e jaargang, nr. 4302, pagina 299, 30 maart 2001 (datum)
Rubrie k :
EU-Monitor
Tre fw oord(e n):
pensioenen
De Europese Commissie heeft aangekondigd om over niet al te lange tijd plannen te presenteren over de fiscale behandeling van
aanvullende pensioenen in de Europese Unie. Voor het opruimen van belemmeringen die de Europese binnengrenzen nu nog vormen
voor aanvullende pensioenverzekeringen, zijn reeds voorstellen gedaan.
Problematiek
Kort gezegd zijn belastingen en pensioenen een nationale aangelegenheid. Hierdoor bestaan tussen de lidstaten grote verschillen in
deelname van de beroepsbevolking aan een aanvullende pensioenregeling (zie tabel 1). Daarnaast zijn er echter grote verschillen in de
fiscale behandeling van pensioenen.
Tabel 1. Overzicht van deelname van de beroepsbevolking met een aanvullende pensioenregeling in de EU
land
België
Denemarken
Duitsland
Finland
Frankrijk
Griekenland
Ierland
Italië
Luxemburg
Nederland
Oostenrijk
Portugal
Spanje
Verenigd Koninkrijk
Zweden
%
31
80
50
nb
nb
5
50
nb
30
91
11
15
15
46
90
Bron: Europese Commissie, Study on pension schemes of the member states of the European union, mei 2000.
Er zijn systemen, zoals het Nederlandse systeem, met premieaftrek, onbelaste aanspraken en belaste uitkeringen. Binnen de Europese
Unie hanteert het merendeel van de lidstaten deze systematiek. Andere landen stellen de premie aftrekbaar, maar belasten zowel de
aanspraken als de uitkeringen. Tenslotte zijn er landen waar de premie niet aftrekbaar is, maar zowel de aanspraken als de uitkeringen
ónbelast zijn (tabel 2).
Tabel 2. Overzicht van de fiscale behandeling van aanvullende pensioenen in de eu
voorwaarden
EU-landen
contributies aftrekbaar,
investeringen pensioenfonds uitgezonderd,
uitkeringen belast
contributies aftrekbaar,
investeringen pensioenfonds belast,
uitkeringen belast
contributies aftrekbaar,
investeringen pensioenfonds belast,
uitkeringen uitgezonderd
Oostenrijk, België, Finland,
Frankrijk, Griekenland, Ierland,
Nederland, Spanje, Verenigd Koninkrijk
Denemarken, Zweden
Italië
contributies niet aftrekbaar
investeringen pensioenfonds uitgezonderd
uitkeringen uitgezonderd
Duitsland, Luxemburg
Bron: Europese Commissie, Study on pension schemes of the member states of the European union, mei 2000
Mensen gaan steeds vaker na hun pensionering in een ander land wonen. Hierdoor ontstaat een probleem wat betreft de verdeling van
de heffingsrechten ten aanzien van pensioenuitkeringen. Welk land mag heffen? Bovendien is er, zoals gezegd, sprake van verschillende
pensioensystemen. Enerzijds bestaat daardoor het risico van het dubbel belasten van pensioenen, anderzijds bestaat de kans dat er
premies zijn afgetrokken, terwijl de uitkeringen niet worden belast.
Ook het probleem rond afkoop van pensioenen speelt een rol. Op het moment van afkoop van de pensioenverplichting is bijvoorbeeld in
Nederland belasting verschuldigd. Dit geldt niet voor alle lidstaten in de Europese Unie.
Nederlandse situatie
Nederland hecht dan ook grote waarde aan een oplossing van deze problematiek. Dit is met name te verklaren uit de heffingssystematiek
ten aanzien van pensioenen. Omdat de premies aftrekbaar zijn en de uitkeringen belast, is sprake van een ruime fiscale facilitering van de
pensioenopbouw. Vaak zullen pensioengerechtigden naar Zuid-Europa emigreren, waar in sommige landen geen of een geringe heffing
op pensioenuitkeringen plaatsvindt. Nederland kan vaak in zo’n geval ook niet heffen, omdat het geen heffingsrecht heeft. Zo verliest
Nederland de fiscale claim die rust op de uitkeringen. Dit geldt natuurlijk in dezelfde mate voor afkoop van pensioenverplichtingen. In dat
geval verliest men de claim, als de afkoop na vertrek uit Nederland plaatsvindt.
Uit cijfers van het CBS blijkt dat voor het jaar 1997 in totaal 750 miljoen gulden aan pensioenuitkeringen aan het buitenland is uitgekeerd.
Dit is ongeveer twee procent van het totaal aan uitbetaalde pensioenuitkeringen in binnen- en buitenland.
Bij afkoop ging het om grotere bedragen. In 1990 bedroeg het totaal bedrag aan afkopen nog geen een miljard gulden. In 1997 is dit
echter gestegen naar ruim twee miljard gulden. Vanaf 1 januari 2001 is deze problematiek aangepakt door een conserverende aanslag op
te leggen bij vertrek. Als de pensioenverplichting binnen tien jaar wordt afgekocht, wordt de belasting alsnog geïnd.
Dit betekent echter wel, dat het totaal bedrag aan pensioenuitkeringen aan het buitenland zal toenemen, omdat afkoop niet aantrekkelijk
is. De conclusie is gerechtvaardigd, dat de problematiek rond de heffingsrechten alleen maar aan belang gewonnen heeft en een
oplossing gewenst is.
De vraag is of de Europese Commissie ook op dit onderdeel een oplossing wil aanreiken. Aangezien pensioenstelsels een nationale
aangelegenheid zijn, zal het namelijk geen eenvoudige opgave zijn om één Europees systeem tussen alle lidstaten af te spreken
(bijvoorbeeld verrekening van de opbrengsten tussen lidstaten of beperkt heffingsrecht geven aan het land waar de pensioenopbouw
heeft plaatsgevonden).
Copyright © 2001 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)