Ga direct naar de content

Financieel bericht

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: januari 5 1989

januari 1989

Financieel bericht

Fvan Lanschot
Bankiers nv

Internationale conjunctuur
Verwachtingen royaal overtroffen
Aan het begin van 1988 overheersten nog negatieve
scenario’s ten aanzien van de te verwachten economische
ontwikkeling. De beurskrach lag nog vers in het geheugen
en met vrees werd uitgezien naar de weerslag van de geleden vermogensverliezen en het geschokte vertrouwen
op de bestedingen, zowel van het bedrijfsleven als van de
consument. De OESO stelde haar verwachtingen ten aanzien van de economische groei in 1988 en 1989 met een
half procent in neerwaartse richting bij. Anderen zagen eerder een groeivertraging van een procent of meer. De pessimisten zagen de beurscrash als het startsein voor een recessie die zich in 1988 zou manifesteren.
Hetbleekmeetevallen. De groei zette in 1988 door. Ongetwijfeld heeft het ruime beleid dat de monetaire autoriteiten na de crash gevoerd hebben hier een belangrijke bijdrage aan geleverd. Medio van het jaar kwam een stroom
van opwaartse aanpassingen van de economische verwachtingen opgang. In plaats van een vertraging in de
groei werd nu zelfs gerekend op een versnelling, hetgeen
ook doorwerkte in de expansie van de wereldhandel die
circa 9 % zou bedragen.
Verenigde Staten tussen Scylla en Charybdis
De Amerikaanse economie heeft zich in 1988 netjes
over het slechts smalle pad dat open lag bewogen. Begin
1988 werd nog bekend dat het vierde kwartaal van 1987
een daling van de consumptieve bestedingen in de VS met
3,6 % had opgeleverd. Het aantal in aanbouw genomen
woningen bleek in december ook flink gedaald te zijn en de
leading indicators toonden een zorgwekkende daling.
Mede dank zij een toenemende export bleef het Amerikaanse bedrijfsleven echter op voile toeren draaien en uiteindelijk bleek de economie in het vierde kwartaal van 1987
met 4,2 % te zijn gegroeid.

Groei industriele produktie in OESO-landen sinds 1986
%
7 6 5 4
3 2
1 –

Na de sterk teleurstellende Amerikaanse handelsbalanscijfers die in december 1987 waren gepubliceerd (een
tekort van $ 17,6 miljard) kwamen de eerste cijfers in 1988
ruim $ 4 miljard lager uit. Later in het jaar tendeerden de
tekorten maar een niveau van ruim $ 10 miljard per maand.
Toch zijn er nog factoren die de export en daarmee het herstel van de handelsbalans hinderen. Niet alleen is maar
een relatief klein deel van de Amerikaanse ondernemingen
op de export georienteerd, maar bovendien laat de hoge
bezettingsgraad geen extra produktie toe ten behoeve van
de export. Het wegwerken van het handelstekort zal hierdoor geruime tijd vergen. Evenzo zal de eliminatie van het
begrotingstekort, dat afgelopen jaar beslag legde op 85 %
van de Amerikaanse besparingen, tijd vragen. Hoewel de
economie vooralsnog bevredigend verloopt is duidelijk dat
de nieuwe regering een aantal principiele beleidskeuzes
zal moeten maken om voor deze fundamentele problemen
een oplossing te vinden.
Engelse handelsbalans sterk verslechterd
In Engeland vielen de consumptieve bestedingen in het
laatste kwartaal van 1987 flink terug. Weldra herstelden
deze zich echter en gedurende de rest van het jaar stegen
zij explosief. De besparingen liepen terug en de opgenomen consumentenkredieten namen sterk toe. Een belangrijk verschil met de ontwikkelingen in de VS was echter dat
tegenover het enorme begrotingstekort in de VS de Britse
overheid met een begroting werkt die een groot overschot
vertoont, ook al is er dit jaar een belangrijke belastingverlaging doorgevoerd. In feite vertoont de Britse economie
de verschijnselen van een pure oververhitting: te hoge particuliere bestedingen, een krappe arbeidsmarkt, een snel
oplopende inflatie en eveneens snel groeiende tekorten op
de handelsbalans.
Landen met stijgende overschotten
Duitsland bleef zich redelijk stabiel ontwikkelen. De
weerstand tegen een stimulering van de binnenlandse
vraag die de Duitse autoriteiten aan de dag legden leverde aanvankelijk nog veel kritiek op, maar naarmate het jaar
vorderde bleek ook de Duitse economie zich in een stroomversnelling te bevinden. De kritiek verstomde, zeker toen
ook de import steeg. Later in het jaar bleek toch dat de stijging van de import werd overtroffen door de groei van de
export, met als gevolg een weer toenemend overschot op
de handelsbalans.
De Japanse economie werd in 1988 gekenmerkt door
een succesvolle herorientatie van de export in de richting
van de binnenlandse bestedingen. Naast de consumptieve uitgaven waren het vooral de investeringen die fors toenamen met een groei van 20%. Door de groei van de binnenlandse bestedingen nam ook de import toe waardoor
de handelsoverschotten terugliepen. Later in het jaar bleek

0

Financieel bericht is ontleend aan de tweewekelijkse publikatie
1986

1987

1988

Beleggen met Van Lanschot van F. van Lanschot Bankiers N.V.

te ‘s-Hertogenbosch.

ESB 4-1-1989

25

ook hier de opbrengst van de export toch weer sneller toe
te nemen dan die van de import. Vooral de handel met Europa en de landen in het Verre Oosten droeg hiertoe bij. Dit
resulteerde in een weer toenemend overschot op de Japanse handelsbalans. De Japanse samenleving lijkt zich
ontwikkeld te hebben tot de meest slagvaardige economische macht in de wereld.
Groeivertraging in 1989
Hoewel de groei in het eerste kwartaal van 1988 het
sterkst was en vooral in de herfst signalen wezen op een
afzwakking van de groei, blijft deze ook in het laatste kwartaal opvallend sterk. Ook het fundament van de economische groei is nog stevig. Enerzijds nemen de consumptieve bestedingen toe, veelal dank zij een groei van het aantal werkenden en een toegenomen koopkracht. Daarnaast
groeien de investeringen verrassend snel. Hierop afgaande mag ook begin 1989 nog een hoge groei verwacht worden. Toch zal naar verwachting de groei komend jaar afzwakken. In de eerste plaats zal de groei van de consumptieve bestedingen vertragen. Bij de opgelopen rente zal immers minder een beroep op consumptief krediet worden
gedaan, terwijl de spaarneiging toeneemt. Daarnaast zullen de investeringen, waarvan de groei in 1988 vergeleken
met de economische groei op een ongekend hoog niveau
lag, in mindere mate toenemen. De OESO verwacht voor
de bij haar aangesloten landen voor 1989 een groei van
3% tegen 4% dit jaar.
In de VS zullen de noodzakelijke bezuinigingen de groei
wat afremmen, maar daar staat tegenover dat de export zal
blijven groeien. In het VK wordt een sterkere afzwakking
verwacht als gevolg van de sterk opgelopen rente. Ook de
Duitse economie lijkt het volgend jaar wat minder te doen
als gevolg van de accijnsverhogingen, die daarnaast tot extra prijsstijgingen leiden.
In Nederland werken de belastingverlagingen juist positief: de koopkracht kan hierdoor stijgen terwijl de inflatie
zeer laag blijft. Het resultaat is een stabiele groei van het
bnp van 2,5%, terwijl het CPB voor het nationale inkomen
zelfs een groei van 3,5% verwacht.

Valuta’s en rente
Dollar toont herstel
Het jaar 1988 is voor de dollar een jaar van bodemvorming geweest. In de eerste plaats waren het de verbeterende handelscijfers die de dollar steun boden. De dollar
kon daardoor na het dieptepunt van / 1,78 eind 1987 in de
eerste weken van 1988 al weer 10 cent terugwinnen. Later kwam daar de meevallende economische ontwikkeling
in de VS bij. Uit vrees voor een te snel oplopende inflatie
haalde de FED de kredietteugels weer aan waardoor in augustus de korte rente steeg tot 8% voor driemaands overheidspapier. Dit gaf extra steun aan de dollar die verder
klom tot een niveau van / 2,17. Interventies aan beide zijden van de oceaan verhinderden een verdere stijging. In
Europa was men bevreesd voor de effecten op de inflatie
van een te snelle stijging, terwijl men in de VS bezorgd was
dat het herstel van de handelsbalans in gevaarzou komen.
Ook de markt begon zich dit te realiseren en besefte dat
nog een lange weg te gaan is. Toen de economische groei
in oktober tekenen van afzwakking begon te tonen en de
rente weer daalde, verloor ook de dollar weer snel terrein
en belandde onder de / 1,95.
Ook het Britse pond vertoonde een opvallende ontwikkeling. Na het jaar ingezet te hebben op een niveau van
/ 3,33 won het pond in het voorjaar aan kracht en liep op
tot circa / 3,50. Aanvankelijk probeerde de Britse regering
deze stijging te voorkomen met verlagingen van de base-

26

Financieel bericht
Dit is de eerste aflevering van een nieuwe, vaste
rubriek in ESB: het Financieel bericht. Het Financieel
bericht, dat tweewekelijks in ESB zal verschijnen, zal
in kort bestek de belangrijkste ontwikkelingen op het
terrein van de Internationale conjunctuur, de Internationale valutamarkten en de Internationale beurzen
belichten. Daarnaast wordt aandacht besteed aan
ontwikkelingen op de Nederlandse geld- en kapitaalmarkt en op de Amsterdamse Effectenbeurs. Het Financieel bericht is ontleend aan de publikatie Beleggen met Van Lanschotvan F. van Lanschot Bankiers
N.V. te ‘s-Hertogenbosch. Naast het Financieel bericht blijft maandelijks in ESB het Conjunctuurbericht
van het CBS verschijnen.
rate tot 7%, maar dit mocht niet baten. Niet lang daarna begonnen de verschijnselen van oververhitting van de Britse
economie, waaronder snel oplopende handelstekorten,
steeds duidelijker te worden. Hierop reageerde de centrale bank met het verhogen van de base-rate, eerst in stappen van een half procent, maar uiteindelijk met een vol procent in een keer, met in totaal 6%. Hierdoor kon het pond
verder aantrekken tot boven de / 3,60.
De Japanse yen toonde zich eveneens sterk met een
stijging van / 1,45 tot / 1,60.
De Nederlandse gulden bewoog zich aan het begin van
het jaar bovenin de Europese slang, maar moest in het najaar terrein prijsgeven, vooral toen bleek dat de voorgestelde invoering van bronbelasting in Duitsland zou worden afgezwakt. Nadat de eerdere voorstellen aanvankelijk tot een
relatief scherpe rentestijging in Duitsland hadden geleid
trok de Duitse kapitaalmarkt na het wegvallen van de directe dreiging weer buitenlandse beleggers aan, hetgeen
tot uiting kwam in de koers van de Duitse mark.
Stable! beeld in 1989
Met een economie die vooralsnog goed door lijkt te
groeien mag van de monetaire autoriteiten verwacht worden dat het huidige beleid zal worden voortgezet. Dit betekent dat de korte rente zich voorlopig op het huidige relatief hoge niveau zal bewegen of misschien nog iets zal oplopen. Later in het jaar, wanneer een groeivertraging zich
duidelijker aftekent, mag dan een daling van de korte rente verwacht worden. Ook de lange rente kan dan weer
enigszins omlaag, zij het dat de ruimte hiervoor in landen
als West-Duitsland en Nederland beperkt is.

Britse rente en koers van het pond
1 3,70-,

3,60-

Wat de valutamarkt betreft mag, gezien het verdere herstel van de Amerikaanse handelsbalans, een lichte stijging
van de dollar worden verwacht. Een verdere stijging ligt zeker ook voor de yen in de lijn der verwachting. Het Britse
pond lijkt, indien met een groeivertraging in het VK een renteverlaging daar actueel wordt, eerder aan kracht te zullen
verliezen.

Internationale beurzen

__

____

Overnemingen redden Wall Street
De Amerikaanse aandelenmarkt opende het nieuwe jaar
enthousiast. Vanuit een niveau van 1940 voor de Dow Jones werd al snel de 2050 bereikt, een correctie op het zeer
negatieve sentiment waarin 1987 was afgesloten. Ook het
herstel van het vertrouwen in de Amerikaanse dollar werkte door in de aandelenmarkt. Toch bleef de markt uiterst
nerveus en in januari sloeg de schrik toe toen de Dow Jones in een klap weer 140 punten verloor. In een klimaat dat
nog werd beheerst door onderzoeken naar de oorzaken
van de krach van oktober 1987 was men bang voor een
nieuwe klap die door velen, parallel met de ontwikkelingen
na 1929, was voorspeld. De vrees voor een recessie was
volop aanwezig.
Een recessie was des te zorgwekkender omdat deze
een streep zou halen door de gehoopte afname van het
Amerikaanse overheidstekort. Anderzijds zou een te
scherpe groei ook niet verantwoord zijn, daar dit een herstel van de handelsbalans in de weg zou staan en bovendien de inflatie zou kunnen aanwakkeren, met het risico
van een rentestijging. Zo vroegen de beleggers zich voortdurend af welke van de twee scenario’s het meest actueel
was en worstelde de beurs zich van de publikatie van het
ene economische cijfer naar dat van het andere. Van relativering van maandcijfers was nauwelijks meer sprake,
zelfs niet wanneer het voorlopige cijfers betrof die in een
later stadium soms ingrijpend werden aangepast. Tegen
die tijd tuurde men al weer naar de publikatie van een volgend maandcijfer over produktie, bezettingsgraad, werkgelegenheid, handelsbalans, consumenten-, producentenof groothandelsprijzen, enzovoort. Ten slotte vormden voor
veel beleggers de presidentsverkiezingen, hoewel men
wist dat de uitslag geen enkele zekerheid zou bieden over
een nieuw economisch beleid, ook een argument om maar
even langs de zijlijn te blijven staan.
Ondertussen liep het belang van de kleine en institutionele beleggers verder terug, hetgeen vooral op de NASDAQ op pijnlijke wijze zichtbaar werd.

Koersverloop Internationale beurzen (1-1-1988 = 100)
140 ^

Dividend-aankopen door vooral Japanse financiele instellingen leverden nog een flinke extra omzet op, soms in
de orde van grootte van 25%, die de beurs maar al te goed
kon gebruiken. Daarnaast heerste aan het overnamefront
een grote activiteit. Toen in november mammoet-‘leveraged buy cuts’, die tot voor kort niet voor mogelijk werden
gehouden, werden aangekondigd, met als absolute topper
de overname door KKR van RJR Nabisco voor een bedrag
van $ 26 miljard, begon men zich hierover serieus zorgen
te maken. Immers met deze buy outs wordt eigen vermogen vervangen door vreemd vermogen, waarvan een niet
onbelangrijk deel wordt gefinancierd door Amerikaanse
banken die nog steeds doende zijn om zich uit andere probleemgebieden terug te trekken.
Rekening houdend met de forse verkleining van het aanbod van Amerikaanse aandelen ten gevolge van inkoop
van aandelen, buy outs, overnames, fusies, e.d. waarmee
in 1988 mogelijk een bedrag in de orde van grootte van
$ 200 miljard zal zijn gemoeid, was de gemiddelde koersontwikkeling op de aandelenmarkt eigenlijk teleurstellend.
Met enige goede wil kan nog worden gesproken van een
met ups en downs gepaard gaande stijgende trend, maar
per saldo is de beurs in 1988 nauwelijks 10% vooruit gekomen. Bij de andere beurzen, de Britse beurs die flink te
lijden had onder de explosieve rentestijging daargelaten,
blijft Wall Street hiermee behoorlijk achter.
Nieuwe records in Japan
De Japanse beurs heeft zich opmerkelijk gunstig ontwikkeld. Het naar westerse maatstaven zeer hoge koerspeil in
Tokio bleek niet alleen tijdens de krach van 1987 erg goed
bestand tegen de schok die de financiele markten toen trof,
maar ook daarna bleef Tokio zich krachtig ontwikkelen.
Binnen enkele maanden was het niveau van voor de crash
al weer bereikt. Daarna werd een periode van consolidatie
ingezet. De stijgende dollar met daaraan gekoppeld de
vrees voor een rentestijging in Japan speelde daarbij een
rol, maar ook de ziekte van de keizer en het Recruit Cosmos schandaal drukten de stemming. Sinds de dollar in oktober aan kracht inboette heeft Tokio echter weer een opvallende stijging ingezet waarmee nieuwe records zijn gebroken en het niveau van 30.000 inmiddels is gepasseerd.
Positief klimaat voor aandelenbeleggingen
Voor volgend jaar is de verwachting dat de economische
groei zich zal voortzetten, een groei die in tegenstelling tot
de jaren zeventig wordt gedragen door het bedrijfsleven en
leidt tot verder toenemende ondernemingswinsten. Weliswaar wordt in de loop van 1989 een groeiafzwakking verwacht, maar met de gezonde basis voor de groei zal deze
groeivertraging beperkt zijn. In principe biedt dit een gunstig klimaat voor beleggingen in aandelen. Wel dient hierbij aangetekend te worden dat met name de korte rente
vooralsnog hoog is, en misschien nog lets oploopt, hetgeen
de stemming op de aandelenmarkten thans enigszins nadelig bei’nvloedt. Een groeivertraging die zal leiden tot een
lichte daling van de rente kan dit beeld verbeteren. Op forse koersstijgingen, zoals die zich enkele jaren geleden,
mede gestimuleerd door een belangrijke daling van de rente, voordeden, mag echter niet meer gerekend worden.

De Amsterdamse beurs
Goed beursjaar
De Amsterdamse aandelenmarkt ontwikkelde zich in
1988 relatief gunstig. Tot in het tweede halfjaar was zelfs
sprake van een in verhouding tot andere aandelenbeurzen
relatief sterke ontwikkeling. In augustus was er echter sprake van een vrij scherpe terugval in de koersen. Daarop

ESB 4-1-1989

27

volgde een herstel, dat in de herfst met de daling van de
dollar abrupt werd onderbroken. Tegen het eind van het
jaar werd de positieve trend weer opgepakt en werden
nieuwe hoogetepunten bereikt.
Van de Internationals moest de belegger het dit jaar niet
hebben. Philips, Olie en Unilever behoorden totde achterblijvers. Olie en Unilever hadden daarbij te lijden van de
matige koersontwikkelingen in New York en Londen. Daarnaast deed de ontwikkeling van de olieprijzen de koers van
Koninklijke Olie geen goed. Akzo deed het beter met bijna
een verdubbeling van de koers.
Hoogovens was onder de internationals de uitblinker
met een koerswinst van 200%.Dank zij het herstel in de
aluminium- en staalindustrie kon het concern dit jaar weer
in de zwarte cijfers belanden. Daarnaast is door de herstructureringen van de laatste jaren en de uitbreiding in de
aluminiumsector ook de structurele positie versterkt. Beide
factoren brachten de koers van het aandeel in een stroomversnelling. Daarbij worden de vooruitzichten voor de winst
per aandeel door veel analisten zo gunstig ingeschat, dat
in de laatste weken Hoogovens een van de snelste stijgers
is gebleken.

Concentraties stuwen koersen omhoog
Van groot belang voorde koersvorming is het afgelopen
jaar ook de concentratie in het bedrijfsleven geweest. Het
is vooral het naderende ‘Europa 1992’, dat de diverse ondernemers aan het denken heeft gezet en vervolgens uitmondde in samenwerkingsverbanden.
In het oog springend waren hierbij de activiteiten in de
papierbranche. Alle belangrijke partijen in deze sector wisten zich, hetzij via een overname hetzij via een joint-venture, tot een netwerk te verenigen. Proost & Brandt ging naar
de VRG-Groep. KNP kreeg in ruil daarvoor een groot belang in VRG. De joint-venture van KNP en Buhrmann-Tetterode werd verder uitgebouwd via acquisities in het buitenland. Op de valreep nam KNP nog een groot strategisch
belang in het Oostenrijkse Leykam.
Eveneens de aandacht trokken de concentraties en de
koersstijgingen in de bouwsector. De concentratietendens
in de bouw is een direct gevolg van het streven naar een
Europa zonder binnengrenzen. De concurrentie in de
bouwwereld zal, mede door de openbare aanbesteding
van overheidsopdrachten, sterk toenemen. In dit licht zijn
de samenwerkingsverbanden tussen de Nederlandse vertegenwoordigers een logische stap. NBM-Bouw vormde
samen met Amstelland een grote groep die dank zij de fusie op een sterke verbetering van de resultaten rekent. De
koers van NBM steeg met circa 120%. Vermeldenswaard
zijn voorts de fusie van BAM Holding (koersstijging ruim
100%) met de Geldens Groep en de belangstelling van
HBG (85% koersstijging) voor Volker Stevin (+150%).
Ook moet de concentratie in de detailhandel worden genoemd. Ahold kreeg een meerderheid in Schuitema in de
school geworpen, nadat Unigro in een poging de verhoudingen met Schuitema te verbeteren zich bereid toonde het
45%-belang af te stoten. Daarnaast nam Ahold de drankenketen Gall & Gall van Bols over. Bols op haar beurt kondigde aan haar Benelux-activiteiten onder te brengen in
een joint-venture met Heinekens gedistilleerd-belangen.
De uitgeverswereld die in 1987 in hetteken had gestaan
van de geruchtmakende strijd rond Kluwer, bleef ook dit
jaar in beweging. Rond de jaarwisseling maakten VNU en
Audet nun plannen tot een fusie bekend, die pas na moeizame onderhandelingen en een verhoging van het bod
door VNU doorgang kon vinden. Later besloten Wegener
en Tijl zich te verenigen. Nog maar kort geleden werd de
dagbladensector opgeschrikt door de voorgenomen fusie
tussen Elsevier-dochter NDU en de Perscombinatie. Eerder was Elsevier een aandelenruil overeengekomen met
het Britse Pearson.

28

Beleggen in 1989
De resultaten die met een beleggingsportefeuille worden
behaald blijken in de praktijk voor circa de helft te worden
bepaald door de verdeling over de verschillende vermogenstitels, te weten obligaties, aandelen, onroerend goed,
enzovoort. Hoe zou deze verdeling nu voor 1989 dienen te
zijn? Met obligaties kunnen ook volgend jaar aantrekkelijke (reele) rendementen behaald worden. Daarnaast is gezien de economische ontwikkeling en de aanhoudende
winstgroei bij de bedrijven het perspectief voor de aandelenbeurzen positief. Een speciale voorkeur voor aandelen
of obligaties is hierdoor niet aanwezig. Eerder is een evenwichtige verdeling op zijn plaats. Het belang van onroerend
goed kan gezien het vooruitzicht van een min of meer stabiele inflatie beperkt blijven tot 10 a 15 %.
Wat betreft de beleggingen in obligaties dient bedacht
te worden dat de trendmatige daling van de rente ten einde is. Daarmee is ook de kans op koerswinsten beperkt.
Desondanks zijn deze kansen, met een in de loop van het
jaar verwachte groeivertraging die tot een lichte rentedaling kan leiden, wel aanwezig. Is men bereid in vreemde
valuta’s te beleggen, dan kan men, mede gezien de verwachtingen voor de valutakoersen, profiteren van een
voordelige rentemarge van 2,5% voor de Amerikaanse dollar en van rond 6% voor de Australische dollar.
Voor beleggingen in aandelen is het klimaat goed. Wel
dient men zich te realiseren dat niet meer gerekend mag
worden op de forse, door de gestage rentedaling ondersteunde koersstijgingen van een paar jaar geleden. Eerder
is met het oog op het risico van een nog lets verder oplopende rente het aanhouden van enige liquiditeiten aan te
bevelen. Gezien de vooruitzichten voor valuta’s en beurzen kan de aandelenportefeuille gespreid worden over
continentaal Europa (in de eerste plaats Nederland), de VS
en Japan. Daar de koersontwikkeling meer dan in het verleden gebaseerd zal zijn op de winstontwikkeling, dient
vooral dit element bij de aandelenselectie aandacht te krijgen. Daarnaast lijkt binnen Europa, met het naderen van
het magische jaar 1992, het selecteren van overnamekandidaten een kansrijke aangelegenheid.
Beursplein 5 in 1989
De performance van de Amsterdamse beurs was het
afgelopen jaar goed, zeker wanneer men bedenkt dat de
zwaar in de index meewegende internationals het relatief
slecht hebben gedaan. Belangrijker op dit moment is de
vraag wat de vooruitzichten voor volgend jaar zijn. Gaan
we af op de verwachtingen van het CPB dat het bnp vrijwel ongewijzigd met 2,5% zal groeien, terwijl de groei van
het nationale inkomen zal versnellen tot 3,5%, dan zijn de
vooruitzichten niet slecht. Waar Nederland de laatste jaren
wat betreft de economische groei nogal eens achterbleef
bij andere EG- of OESO-landen slaat het nu een goed figuur. Bij de mindere resultaten van de afgelopen jaren past
overigens een voor de belegger zeer belangrijke kanttekening. Het aandeel van de ondernemingswinsten in het nationale inkomen steeg van 1982 tot 1987 in Nederland met
bijna 60%, tegen slechts 5% voor de gezamenlijke OESOlanden. Het komend jaar zal deze tendens zich doorzetten,
zo blijkt uit zeer recente berekeningen van het CPB. Het
verwacht dat door de gematigde loonontwikkeling en een
stijging van de arbeidsproduktiviteit de loonkosten per eenheid produkt verder zullen dalen, terwijl de verkoopprijzen
licht zullen stijgen. De arbeidsinkomensquote, die in 1987
nog 83% bedroeg, zal via 81% in 1988 dalen tot 79,5% in
1989. De keerzijde van de medaille is dat de ondernemingswinsten verder zullen toenemen. Een voor de belegger gunstig perspectief, dat nog onvoldoende in het huidige koersniveau is verwerkt.