Dit artikel is een reactie op ‘Pensioen: de beperkte aandacht voor sparen voor later‘.
De door Brüggen en Knoef gegeven suggestie van een opt-out-regeling voor het pensioen van zzp’ers is vanuit de gedragswetenschappen in principe een interessante optie. Dit kan zzp’ers op een niet-dwingende manier stimuleren om (meer) pensioen op te bouwen. Daarmee is het denken over een opt-out vooral interessant als je (al dan niet politiek) wel iets wilt doen, maar verplichtstelling of andere ‘harde’ prikkels om politieke redenen niet wilt benutten.
Bij een overheidsinterventie spelen echter ook andere overwegingen een rol. De opt-out-regeling is een mogelijkheid die wel de vraag oproept welke voorwaarden er worden gesteld aan ‘standaardpensioenen’, hoe zo’n regeling wordt uitgevoerd en of deze uiteindelijk de beoogde doelgroep wel bereikt.
Het aantal deelnemers zal mede afhankelijk zijn van de voorwaarden van het geboden ‘standaardpensioen’. Aannemelijk is dat de mate van collectieve risicodeling hierbij een rol speelt, waarbij er door het niet-verplicht stellen in principe geen solidariteit is. Zonder solidariteit dient men te overwegen wat de toegevoegde waarde in feite is van het ‘standaardpensioen’ ten opzichte van de huidige derdepijlerpensioenen die worden aangeboden door marktpartijen, en of dit kan leiden tot marktverstoringen.
Indien een standaardpensioen voor zzp’ers wenselijk zou zijn, dan zou de regeling bij voorkeur flexibiliteit moeten bieden, zodat de inleg kan worden aangepast aan wisselende inkomsten en financiële verplichtingen van de zzp’ers. Dit kan echter de toegevoegde waarde van de opt-out ondermijnen, bijvoorbeeld omdat de voorwaarden zo flexibel zijn dat de zzp’er alsnog makkelijk af kan zien van inleg en/of opname van het opgebouwde vermogen. Als een regeling veel flexibiliteit biedt, kan dat ertoe leiden dat deelnemers alsnog geen toereikend pensioen opbouwen.
Daarnaast is het de vraag wie het pensioen gaat uitvoeren. Naast de uitvoeringsaspecten op zich, waarbij inning van de premies lastig kan zijn, is vertrouwen in de uitvoerende partij(en) fundamenteel om deelnemers aan de regeling te binden. Zo zullen bij een pensioenfonds de deelnemende zzp’ers vertrouwen moeten hebben in hun vertegenwoordigers in het fondsbestuur en de governancestructuur.
Onafhankelijk van de voorwaarden en de opzet van de regeling is het op voorhand niet in te schatten welke groep zzp’ers uiteindelijk zal gaan meedoen met de pensioenregeling. Experimenteren kan helpen om dat inzichtelijk te maken. Daarbij kan er met kleine stapjes begonnen worden, zodat men kan bezien hoe overkomelijk bovenstaande aandachtspunten zijn.
Auteur
Categorieën