Ga direct naar de content

Europees herstel

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juni 8 1994

Europees herstel
Volgens de laatste cijfers van het CBS vertoont de
industriële produktie in Nederland een voorzichtig
herstel. Daarmee lijkt de tocht door het conjuncturele dal ten einde te komen. Voor Europa als geheel is
de algemene indruk dat de economie weer zal opleven, maar in veel minder sterke mate dan in de VS
en Azië. De Europese concurrentiepositie baart zorgen.
Gemeten aan de verhouding tussen export en
import per sector is de concurrentiepositie van
belangrijke Europese sectoren als de chemie, de
automobielindustrie
en de textiel de afgelopen
tien jaar fors verslechterd. De voedings- en
genotmiddelenindustrie
vertoont een opmerkelijke
opmars en de Europese vliegtuigbouw verkeert in
een fase van consolidatie en voorzichtige opleving.
Per saldo echter overheerst het beeld dat er op de
belangrijkste exportfronten terrein wordt ingeleverd,
en deze trend zet zich voorlopig voortl.
Enerzijds zou deze ontwikkeling kunnen samenhangen met de verplaatsing van de produktie naar
buiten Europa om te profiteren van comparatieve
voordelen aldaar. Dit argument gaat echter vice
versa op voor buitenlandse exporteurs die hun
produktie naar Europa verplaatsen, bij voorbeeld
om de Europese handelsbarrières te omzeilen.
Anderzijds kan een verklaring worden gezocht in
de de toenemende concurrentie die Europese
ondernemingen op de wereldmarkt ondervinden.
Comparatieve nadelen zijn bij voorbeeld hoge loonkosten en weinig flexibel werkende arbeidsmarkten.
Een andere handicap is ook de sterk gefragmenteerde thuismarkt. De liberalisering van het Europese
Witboek ten spijt, wordt de Europese markt verdeeld
door natuurlijke verschillen als taal, cultuur en nationale belangen. Het is opmerkelijk dat een sanering
van Europese bedrijfstakken door concentratie op
grensoverschrijdende
schaal binnen Europa zo weinig plaatsvindt. De liberaal ingestelde Britten staan
bekend om hun hang naar behoud van identiteit. De
dirigistisch ingestelde Fransen neigen naar staatsinterventie, al zijn de privatiseringen daar inmiddels in
gang gezet. Samenwerkingspogingen
van luchtvaartmaatschappijen om te komen tot een Europees
consortium zijn al een paar keer gestrand vanwege
nationale trots. Moeilijk overbrugbare culturele verschillen spelen de samenwerking parten, hetgeen
vaak nog wordt verergerd door het ontbreken van
politieke eensgezindheid.
Door de combinatie van hoge loonkosten en
een relatief versnipperde thuismarkt raken Europese
ondernemingen gevangen tussen de ‘Iow cost’ – en
grootschalige ‘high tech’-strategieën van de concurrentie. Om te concurreren op lage kosten zijn de
Europese lonen te hoog. In industrieën waar schaal
doorslaggevend is – dat is zowel bij de ‘lage kosten-‘
als de ‘high tech’-produkten het geval- heeft Euro-

E5B 8-6-1994

pa door de versnipperde structuur zowel aan de aanbodzijde als aan de afzetzijde (door uiteenlopende
consumentenvoorkeuren)
van de markt geen schaalvoordeei: Europa is immers een lappendeken.
Europa kenmerkt zich door diversiteit. Daar waar
culturele verschillen overbrugd moeten worden,
mag worden verwacht dat Europeanen dat beter kunnen doen dan hun overzeese concurrenten. Daar
waar ingespeeld wordt op een heterogene vraag en
waar dus in zekere zin behoefte is aan maatwerk
zijn Europese ondernemingen in het voordeel. Daar
waar complexe overlegstructuren vereist zijn, lijken
Europeanen het meest in hun element. Juist door
hun ervaring met onderlinge verscheidenheid in
achtergrond en doelstellingen, zouden zij bij uitstek
geschikt moeten zijn in het bedenken van creatieve
oplossingen voor individualistisch ingestelde afnemers.
Dienstverlening is de sector die hier het beste bij
aansluit. Schaalvoordelen zijn hier in feite ervaringsvoordelen, die kunnen worden onttrokken aan een
netwerk van kennis en contacten. Om in telkens
nieuwe situaties oplossingen te vinden is dienstverlening voor de industrie van eminent belang. Industrie
en diensten raken dus meer vervlochten. De (massa)fabricage van het produkt kan echter ook elders
plaatsvinden, als dat goedkoper is. De toegevoegde
waarde is dan echter al gecreëerd, namelijk met het
opsporen van de wensen van de markt.
Benutting van de latente sterke kanten van Europa moet worden geprikkeld. Nationale belangen
worden nu nog vaak afgeschermd, omdat verlies
aan identiteit en invloed wordt gevreesd. Als dat zo
is, zouden de culturele verschillen binnen Europa
juist als zodanig moet worden erkend. De Europese
eenwording vormt dan niet langer een bedreiging,
maar eerder een kans om ‘neue Kombinationen’ aan
te gaan. Daarmee wordt tevens een weg naar verder
Europees herstel ingeslagen.

T.P. van Walderveen

1. Zie Ereco, Europe in 1998, blz. 54, verkrijgbaar
Rotterdam.

bij NEl,

Auteur