Ga direct naar de content

De hoop van het Haagse congres en de begrotingsunie

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: augustus 8 2018

“Wij hopen een Europa te zien waarin mensen uit alle ­landen evenzoveel waarde zullen hechten aan het Europeaan-zijn als aan het behoren tot het land van hun geboorte – en dit zonder hun liefde of loyaliteit wat betreft hun geboortegrond te verliezen. Wij hopen dat waar zij ook mogen gaan in dit weidse domein [ … ], zij waarachtig zullen voelen: ‘hier ben ik thuis, ook ik ben een burger van dit land’.”

Churchill sprak deze woorden ruim zeventig jaar geleden tijdens het Haagse congres, waar alle belangrijke Europese leiders aanwezig waren om te praten over de toekomst van Europa. Er bleek consensus te zijn om van Europa een federale staat te maken (Klos, 2016). Ik breng dit in herinnering omdat het denken over een begrotingsunie niet los kan worden gezien van de politieke dimensie van de Europese integratie. Vijf crisislessen maken dit duidelijk.

Tom van Veen – Hoogleraar aan de Universiteit Maastricht en aan de Nyenrode Business Universiteit

Les 1 is dat het onmogelijk is om op de huidige halfslachtige manier verder te gaan. De Europese Centrale Bank (ECB) kan niet nog een keer worden belast met het voeren van fiscaal beleid. Er worden nu wel ingewikkelde constructies bedacht om in de huidige constellatie meer toezicht en solidariteit te creëren, maar het blijven kunstmatig aandoende oplossingen – waarbij het ook niet altijd precies duidelijk is welke risico’s een land loopt als een ander land in de problemen raakt.

Les 2 is dat heldere communicatie over de blootstellingen aan risico’s cruciaal is. De laatste vondst – het bundelen van overheidsobligaties en deze vervolgens opsplitsen in senior- en junior-tranches – is juist een schoolvoorbeeld van een oplossing, waarvan de precieze risico’s waaraan landen worden blootgesteld niet duidelijk zijn (FD, 2018).

Voortmodderen is niet mogelijk. Er blijven voor de EMU nog twee opties over: of een verdere economische en politieke decentralisatie, of een verdere economische en politieke centralisatie.

Les 3 is dat, met verdergaande decentralisatie, uittreding uit de Economische en Monetaire Unie (EMU) mogelijk moet zijn, omdat landen elkaar bij financiële problemen geen bijstand verlenen. Decentralisatie is niet geloofwaardig, tenzij er een ordentelijke en geloofwaardige procedure komt om uit de EMU te stappen. Pas als dat geregeld is, kunnen landen zelf zonder bemoeienis van ‘Europa’ over hun begroting beslissen binnen vastgestelde kaders, zoals een tekortnorm.

Sinn (2016) spreekt in dit verband over een ‘ademende unie’, waarbij een uitgetreden land na verloop van tijd weer kan toetreden. Ik ben niet overtuigd dat het mogelijk is om ordentelijke en geloofwaardige uittredingsprocedures te ontwikkelen. Wat bedoelt Sinn bijvoorbeeld precies met ‘ordentelijk’? Ook zet uittreding de politieke doelstelling onder druk.

Les 4 is dat verdere economische integratie van Europa zal leiden tot verdere politieke integratie. Er is genoeg econo­mische onderbouwing om te weten dat nauwere samenwerking binnen het begrotings­beleid tussen de huidige leden van de EMU zal leiden tot additionele inkomensoverdrachten van noord naar zuid, en van west naar oost. Ook een formele vorm van garant­stelling voor elkaars schulden vereist meer politieke samenwerking.

Een begrotingsunie kent vele verschil­lende vormen. Betekent een begrotingsunie dat er een fors deel van de belastingen via Brussel zal worden herverdeeld? Betekent het tevens de komst van een Europese minister voor Financiën, zoals Macron wenst? En zou dit dan betekenen dat de huidige te hoge schulden worden herverdeeld? Dat is allemaal niet duidelijk.

Les 5 is dat de prikkels voor landen in een begrotingsunie glashelder moeten zijn. Welke prikkels kunnen er gegeven worden, zodanig dat de transfers en garantstelling de economische doelstelling van Europa versterken? Dolls et al. (2016) gaan hierop in en benadrukken het belang van ­goede insolventieprocedures voor het draagvlak van een begrotingsunie, en doen ook interessante voorstellen over schuldafwikkeling binnen een begrotingsunie.

Het zou me verbazen als Merkel en Macron het snel eens zouden worden over de vorm van een begrotingsunie. Volgens Lever (2017) leert de geschiedenis dat Duitsland enkel akkoord gaat met hervormingen als deze in de richting van het Duitse model gaan. Of verdere politieke integratie wijsheid is, is voor een econoom moeilijk te zeggen. Maar niettemin ben ik ervan overtuigd dat het beter is om onze energie te steken in het beantwoorden van de vragen naar wat voor soort begrotingsunie er gewenst is, dan om uittredingsprocedures te ontwikkelen. Wat mij betreft blijft de hoop die Churchill uitsprak ­leidend in ons denken over de begrotingsunie.

Literatuur

Dolls, M., C. Fuest, F. Heinemann en A. Peichl (2016) Reconciling insurance with ­market discipline: a blueprint for a European fiscal union. CESifo Economic Studies, 62(2), 210–231.

FD (2018) Europees plan voor omstreden schuldpapier stuit op noordelijk verzet. Het Financieele Dagblad, 18 mei.

Klos, F. (2016) Winston Churchill: vader van Europa. Amsterdam: Overamstel uitgevers.

Lever, P. (2017) Berlin rules: Europe and the German way. Londen: I.B. Tauris.

Sinn, H.W. (2016) Der Schwarze Juni. Freiburg: Herder.

Auteur

Categorieën

2 reacties

  1. P.C. Dams
    6 jaar geleden

    Interessant artikel. Zoals zo vaak gaat men in dit soort analyses ervan uit dat landen redelijk bij elkaar staan en dat we allemaal gedreven worden door dezelfde normen en waarden.

    Dat is helaas niet het geval. De cultuurverschillen zijn erg groot. Het ene land is centralistisch geleid, de aanpak van problemen verschilt enorm van zo lang mogelijk ontkennen tot een bite the bullet aanpak, sommige landen hebben zwakke overheden en zijn de gevestigde belangen erg sterk vertegenwoordigt waardoor structureel hoge jeugdwerkloosheid bestaat, voor sommige landen bestaat een afspraak op het moment zelf maar daarna is alles weer onderhandelbaar, voor andere landen is een afspraak iets waar je je aan houdt. Zo kan ik doorgaan, dit valt allemaal onder het hoofdstuk van cultuurverschillen. Cultuurverschillen die gegroeid zijn over de afgelopen 1000 jaar en kunnen niet in 50 jaar worden uitgevlakt.

    Het verdrag van maastricht ging ervan uit dat we naar elkaar zouden toegroeien. Het tegendeel is gebeurd, we zijn uit elkaar geroeid. De euro heeft winners en loosers gecreeerd en dat zal moeilijk te herstellen zijn binnen de huidige opzet.

    Door nu maar te blijven aandringen op verdere integratie forceer je juist dat het gaat breken. Dit artikel suggereert de mogelijkheid van tijdelijk uitstappen hetgeen een goede suggestie is, maar dat gaat niet alle problemen oplossen.

    Het best voor het Europa project zou een stap terugzetten zijn. Dit zou van moed en wijsheid getuigen. Meer verantwoordelijk naar de landen, zodat een aantal landen hun structurele problemen kunnen oppakken. Immers problemen die voortvloeien uit de cultuur worden niet top down opgelost [ vanuit brussel ], De enige wijze om een cultuur aan te passen is bottem up met creatie van draagvlak. Tevens zou het aantal eurolanden teruggebracht moeten worden naar landen met een gelijke economie en cultuur. [ het tijdelijk uitstappen ]. Het bij elkaar houden van de winners en loosers leidt tot steeds meer spanningen en creeert uiteindelijk een zwakker geheel

    Nu vrees ik dat de bovenstaande gedachte het niet gaat redden. We zullen blijven doormodderen waarbij langzaam maar zeker we verder integreren totdat het uiteindelijk klapt. Landen zoals italie / spanje en griekenland zullen steeds verder terugzakken met steeds meer jongeren die hun heil elders zullen zoeken.

  2. J.T.M. Vervloed
    6 jaar geleden

    Dit is een redenering tegen beter weten in. Lidstaten zullen hun gedrag niet veranderen met een begrotingsunie. Integendeel, incentives voor begrotingsdiscipline, hervormingen en sound economic policies zijn dan verdwenen.
    Het adagium is simpel. Houd je aan de regels van het StabPact, zo niet uit de eurozone.