Ga direct naar de content

Ceteris paribus: “Een opmerkelijk coherent verhaal”

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: november 22 2016

Joyce Delnoij is vak- en eindredacteur bij ESB en promoveerde op vrijdag 4 november aan de Universiteit Utrecht op haar proefschrift Auctions with competing sellers and behavioural bidders. Ze zat niet zo te wachten op aandacht in ESB voor haar proefschrift. Daarom hebben we, als goede collega’s, dat voor haar geregeld.

Wat heb je onderzocht?

“Ik heb me de afgelopen jaren beziggehouden met online-veilingen. Het standaardvertrekpunt bij analyses van veilingen is een monopolistische verkoper zoals de overheid, die een enkel schaars goed aan een beperkt aantal rationele en winstmaximaliserende bieders verkoopt. Dit geeft goed de situatie weer bij bijvoorbeeld een veiling van telecomfrequenties, maar is voor online-veilingen een ongelukkig startpunt. De online aangeboden goederen om te veilen zijn vaak niet schaars en dus zijn de verkopers vaak geen monopolist. Ook kunnen verkopers de goederen op meerdere manieren en via verschillende sites te koop aanbieden. En tot slot worden de goederen veelal gekocht door consumenten die niet alleen hun winst maximaliseren, maar ook door emoties worden gedreven.”

Heeft het niet gelden van deze aannames grote invloed op de veiling?

“Nogal. De standaardtheorie stelt dat de verkoper de regels van de veiling bepaalt aan de hand van de risicoaversie van de bieders. Als bieders risicoavers zijn, is het voordelig voor de verkoper om voor een eerste-prijsveiling te kiezen, waarbij iedereen één maal een gesloten bod mag uitbrengen en diegene met het hoogste bod wint. Dat is voordelig omdat bieders die risicoavers zijn het risico dat ze aan het eind van de veiling met lege handen staan willen afkopen. Als bieders niet risicoavers zijn, schakelt de verkoper over naar een tweede-prijsveiling, waarbij biedingen open zijn en de hoogste bieder in feite het een-na-hoogste bod betaalt. Het resultaat is dat de bieders een prijs bieden die gelijk is aan het nut dat ze aan het goed ontlenen.

We weten dat veel consumenten risicoavers zijn, en toch komt de tweede-prijsveiling online het vaakst voor. Ik laat in mijn proefschrift zien dat er een mixed strategy ontstaat waarin beide veilingsoorten naast elkaar bestaan als bieders kunnen kiezen aan welke veiling ze deelnemen. Het aandeel bieders dat voor een tweede-prijsveiling kiest, neemt toe naarmate de absolute risicoaversie van de bieders sterker afneemt. Het soort veiling dat in isolatie beschouwd de hoogste opbrengsten heeft voor de verkoper, kan een stuk minder optimaal zijn als bieders ook aan een andere veiling mee kunnen doen om het product te kopen.”

Dus je proefschrift staat helemaal vol met definities, stellingen en bewijzen?

“Nee hoor, alleen mijn tweede en vierde hoofdstuk. Wat ik net heb gezegd, is mijn tweede hoofdstuk. Mijn derde hoofdstuk is een laboratoriumexperiment dat uitzoekt hoe mensen omgaan met veilingen waarbij er een koop-nu-optie is, waarmee ze de veiling kunnen beëindigen en het goed direct kunnen kopen tegen een hogere prijs. Mijn vierde hoofdstuk breidt de standaardtheorie op een andere manier uit dan in mijn tweede hoofdstuk: het voegt de sociale component toe. In hoeverre beïnvloedt sociale competitie van andere bieders het biedgedrag? We blijken ons behoorlijk op te kunnen laten jutten.”

Je werk klinkt redelijk divers. Wat zei de oppositie eigenlijk?

“Een opmerkelijk coherent verhaal.”

Gefeliciteerd.

“Dank je.”

Auteur

Categorieën