Ga direct naar de content

Input/output

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: augustus 26 2015

ESB Input / output
480Jaargang 100 (4716) 27 augustus 2015
Input // output
Zoeken
Hoewel het internet het zoeken naar producten
aanzienlijk heeft vergemakkelijkt, zijn er be –
paalde eigenschappen waarvoor de consument
naar de winkel moet stappen. Bij bijvoorbeeld
het kopen van een auto kan de consument de
technische specificaties en prijs zelf opzoeken,
maar moet hij of zij voor de rijervaring een
testrit maken bij de autodealer. In deze situ –
atie zal de consument neigen naar de aanbieder
waarvan de vooraf observeerbare specificaties
het gunstigst zijn. Haan et al. presenteren een
consumenten-zoekmodel waarin bedrijven een product aanbieden met twee specificaties waar

van één vooraf bekend is en de andere pas nadat
de consument zoekkosten maakt. Met dit mo –
del voorspellen de auteurs dat aanbieders hun
prijzen zullen verlagen om consumenten aan te
trekken en te behouden. Zoekkosten maken het
kostbaar voor consumenten om over te stappen
naar een andere aanbieder.
Haan, M.A., J.L. Moraga-Gonzáles en V. Petrikaite
(2015) Price and match-value advertising with directed
consumer research. SOM Research Report , 15(012-EEF).
Ondernemende ecosystemen
Niet veel kleine en nieuwe ondernemingen, maar een
selecte groep ambitieuze ondernemers stimuleert de
economie. Dit heeft een overgang in werking gezet
in het denken over ondernemerschapsbeleid, van
het verhogen van kwantiteit naar het verhogen van
kwaliteit. Een benadering die begint bij de rol van de
individuele en ambitieuze ondernemer zou hierbij
als raamwerk kunnen fungeren. Stam onderzocht
de literatuur omtrent de zogeheten ondernemende
ecosystemen, waarin niet de onderneming maar de
ondernemer een prominente rol inneemt, in relatie
tot zijn omgeving. Hoewel de benadering de pres-
taties en de zwaktes van economische systemen kan
verklaren, ontbreekt het vooralsnog aan empirische
ondersteuning en afbakening. Het perspectief biedt
nog weinig inzicht of een succesvolle onderneming
de oorzaak of juist het gevolg is van een succesvol
ecosysteem. Daarnaast is het onduidelijk hoever een
ecosysteem geografisch kan strekken. Desalniette –
min moedigt deze benadering de eerdergenoemde
verschuiving van kwantiteit naar kwaliteit aan,
waarin het beleid enkel een omgeving dient te creë –
ren waarin ondernemerschap kan bloeien.
Stam, E. (2015) Enterpreneurial ecosystems and region-
al policy: a sympathetic critique. USU Discussion Paper,
2015(07).
Leerprestaties
Waardoor presteren Afrikaanse
scholieren slechter dan scholieren
uit een OESO-land? Onderzoek
van Bietenbeck et al. met school-
gegevens uit dertien Afrikaanse
landen in de jaren 2000 en 2007
onthult dat vooral het gebrek aan
bekwame docenten de leerpres-
taties verslechtert. Investeringen
in voorzieningen zoals schoolboe-
ken blijken daarentegen maar een
gering positief effect te hebben.
Omdat voorzieningen en docenten
elkaar complementeren, moet een
overheid volgens de auteurs in zo-
wel voorzieningen als docenten
investeren om de leerprestaties te
verbeteren.
Bietenbeck, J., M. Piopiunik en S. Wie-
derhold (2015) Africa’s skill tragedy:
does teachers’ lack of knowledge lead
to low student performance? CESifo
Working Paper, 5470.
Winstdeling
In hoeverre delen werknemers in winsten? Het ge –
bruikelijke arbeidseconomische perspectief richt
zich op de winstelasticiteit van lonen, maar beperkt
zich enkel tot het bedrijfsniveau. Dobbelaere en
Mairesse beschrijven twee alternatieve benade –
ringen, om winstdeling te meten, maar dan op in –
dustrieniveau. Met een productiviteitsbenadering
kijken ze naar het verband tussen productie-elasti-
citeit van arbeid en omzet, en met een accounting –
methode kijken ze naar winstdeling op basis van
boekhoudingen. De auteurs schatten de winstdeling
vanuit de drie benaderingen op basis van gegevens
van ruim zestigduizend Franse werknemers in de pe –
riode 1984–2001. Bij zowel de productiviteitsme –
thode als de accountingmethode vinden de auteurs
een winstelasticiteit van het loon op 0,30, terwijl de
elasticiteit vanuit de arbeidseconomen-benadering
lag tussen 0,08 en 0,16. Voor vergelijkend onder –
zoek, bijvoorbeeld naar geslacht of vaardigheid,
leent de standaardbenadering zich het beste. Voor
onderzoek naar de gevolgen voor winstdeling van
een veranderende omgeving zoals na privatisering is
de productiviteitsbenadering het meest bruikbaar.
Dobbelaere, S. en J. Mairesse (2015) Comparing micro-ev-
idence on rent sharing from three different approaches.
UNU-MERIT Working Paper, 029.
17.000
Dagelijkse ritten van Nederlandse wegtransporteurs in België
Wegtransporteurs
In 2014 vonden dagelijks gemiddeld 17.000 Neder-
landse ritten van wegtransporteurs plaats in België.
De helft ervan betrof verkeer tussen Nederland en
België. Van alle ritten vanuit Nederland naar België
had bijna 40 procent als bestemming de provincie Antwerpen. Alleen al naar het Antwerps havenge-
bied werden dagelijks meer dan 1200 ritten gemaakt.
Vooral levensmiddelen en handelsgoederen vonden
hun eindbestemming in het Antwerpse havengebied.
CBS (2015) Dagelijks 17 000 ritten Nederlandse wegtranspor-
teurs in België. CBS Persbericht
, 19 augustus.

Input / output ESB
481Jaargang 100 (4716) 27 augustus 2015
Voorwaardelijk
kapitaal
Voorwaardelijk kapitaal is een
vorm van vreemd vermogen, vaak
obligaties, dat bedrijven verplicht
omzetten in aandelen als bepaalde
indicatoren gerelateerd aan finan-
ciële stress worden getriggerd.
Martynova en Perotti ontwierpen
een model waarin ze het risico on-
derzochten bij voorwaardelijk ka-
pitaal ten opzichte van andere vor-
men van vermogen. Zo komt uit het
theoretische model naar voren dat
voorwaardelijk kapitaal superieur
aan is obligaties in de zin dat het
excessief risiconemen voorkomt,
maar de mate van deze risicover-
mindering afhangt van de eerder
vooraf ingestelde indicatoren.
Martynova, N. en E. Perotti (2015) Con-
vertible bonds and bank risk-taking.
DNB Working Paper, 480.
Patentlicenties
Overheden in ontwikkelingslanden maken gebruik
van dwanglicentie ofwel de mogelijkheid om licen-
ties voor octrooien te verschaffen zonder de oc-
trooihouders om toestemming te vragen. De vraag
is welk effect dwanglicentie heeft op innovatie.
Baten et al. onderzochten deze vraag met gegevens
over Amerikaanse octrooien in handen van Duit –
sers ten tijde van de Eerste Wereldoorlog. In 1918
werd in de VS de Trading-with-the-Enemy act van
kracht, die stelde dat de Amerikaanse overheid li-
centies van vijandelijke octrooihouders voortaan
vrij mocht verstrekken. De auteurs onderzochten
bijna 80.000 octrooien die Duitsers tussen 1900
en 1930 verwierven voor chemische uitvindingen.
De wet bleek het aantal Duitse octrooien op het
vlak van chemie met 28 procent te vergroten. De
toegenomen concurrentiedreiging voor zittende
octrooihouders vergrootte hun R&D-inspanning ,
waardoor innovatie toenam. Volgens de auteurs kan
dwanglicentie een effectieve innovatiestrategie zijn
voor overheden, zolang ze het instrument met mate
toepassen.
Baten, J., N. Bianchi en P. Moser (2015) Does compulsory
licensing discourage innovation? Evidence from German pa-
tents after WWI. NBER Working Paper, 21442.
Onvoorspeld
Wat heb je aan een professionele
voorspeller? Nibbering et al. on-
derzochten wat zij voorspellen ten
opzichte van voorspelmodellen. Ze
deelden economische tijdreeksen
op in trendgroei, conjunctuureffec-
ten en onregelmatig effecten. Ver-
volgens schatten ze met verschil-
lende modellen welk deel van de
tijdreeksen de panelleden van het
Amerikaanse Survey of Professio-
nal Forecasters verklaren. Dat blij-
ken alleen de variaties door trend-
groei en conjunctuureffecten te zijn
die ook modellen al verklaren; ook
voor professionele voorspellers
blijven onregelmatige effecten een
mysterie.
Nibbering, D., R. Paap en M. van der Wel
(2015) What do professional forecasters
actually predict? Tinbergen Institute Dis-
cussion Paper, 2015(095/III).
Asociale markt
Doet marktinteractie de sociale verantwoordelijk –
heid eroderen? Irlenbusch en Saxler onderscheiden
drie belangrijke kenmerken van marktinteractie: de
mogelijkheid om verantwoordelijkheid op anderen af
te schuiven doordat er meerdere partijen bij betrok –
ken zijn, de mate van zicht op wat anderen doen om
te kunnen leren wat sociaal gepast is en de perceptie
dat een transactie op een markt plaatsvindt doordat
er typische marktterminologie als ‘prijzen’, ‘verkopen’
en ‘winst’ gebezigd wordt (marktframing ). In expe –
rimenten blijkt de mogelijkheid tot afschuiving van
verantwoordelijkheid de deelnemende studenten
aan te moedigen voor zichzelf te kiezen, vooral als
de transactie als markttransactie is geframed. Zicht
op het gedrag van anderen lijkt een groot deel van
de deelnemers te overtuigen om zich sociaal verant –
woordelijk te gedragen door niet voor zichzelf maar
voor het goede doel te kiezen. Vooral de marktfra –
ming is bepalend en de vervolg vraag is waarom.
Irlenbusch, B. en D. Saxler (2015) Social responsibility in
market interaction. IZA discussion paper, 9240.
Arbeidsmarktprogramma’s
Card et al. analyseerden de effectschattingen in
ruim 200 econometrische evaluaties van actief ar –
beidsmarktprogramma’s over de hele wereld. De
auteurs classificeren schattingen naar program –
matype, soort deelnemer, tijdshorizon en type ef-
fect (richting , significantie en grootte ervan). De
auteurs concluderen dat de gemiddelde effecten
op korte termijn nagenoeg nul zijn, maar na twee
à drie jaar na afronding van een programma posi-
tiever worden. Daarnaast blijken effecten groter als
het programma menselijk kapitaal helpt opbouwen.
Verder is het effect vooral groot voor vrouwen en
langdurig werklozen. Tot slot zijn effecten van ar –
beidsmarktprogramma’s bij uitstek positief tijdens
recessies.
Card, D., J. Kluve en A. Weber (2015) What works? A meta
analysis of recent active labor market program evaluations.
IZA discussion paper, 9236.
Strafbare jongeren
Strafbaar gedrag en arrestatie vergroten de kans dat
iemand vroegtijdig de school verlaat. Dit constate –
ren Ward et al. op basis van analyse van gegevens uit
een enquête die sinds 1997 onder duizenden destijds
schoolgaande Britse mannen loopt. Vooral crimineel
gedrag dat geld oplevert zorgt ervoor dat iemand
sneller van school afgaat.
Hoe eerder arrestatie
of strafbaar gedrag zich
voordoet, hoe groter
het effect op de kans op
vroegtijdige schoolver –
lating. De auteurs ver –
klaren deze resultaten
uit het feit dat zich meer
crimineel kapitaal kan
opbouwen, waardoor
schoolbezoek relatief onaantrekkelijker wordt. Ver –
der tonen de onderzoekers aan dat minder onderwijs
als gevolg van strafbaar gedrag minstens zo groot is
als minder onderwijs door arrestatie. Dit benadrukt
de noodzaak om bij beleid tot misdaadpreventie
onder jongeren niet alleen aandacht te hebben voor
jongeren die in aanraking komen met justitie.
Ward, S., J. Williams en J. van Ours (2015) Bad behavior: de-
linquency, arrest and early school leaving. CEPR discussion
paper, 10755.
Stijging werkende vrouwen
Ongeveer 400.000 vrouwen voegden zich in Neder-
land in de afgelopen tien jaar toe aan de werkzame
bevolking. Deze stijging was evenredig verspreid over
de beroepen, maar betrof vooral de 45-plussers. Hoe-
wel het aantal werkzame mannen sinds 2005 minder is gestegen dan het aantal werkzame vrouwen, zijn er
nog altijd 4,5 miljoen mannen aan het werk tegenover
3,8 miljoen vrouwen.
CBS (2015) Meer werkende vrouwen. CBS Persbericht
, 17 au-
gustus.
3,8
miljoen vrouwen

Auteur