Ga direct naar de content

De machtswellust van de EU

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: oktober 8 1997

De machtswellust van de EU
Aute ur(s ):
Klamer, A. (auteur)
Hoogleraar in de economie van kunst en cultuur, Erasmus universiteit Rotterdam.
Ve rs che ne n in:
ESB, 82e jaargang, nr. 4127, pagina 835, 4 november 1997 (datum)
Rubrie k :
Column
Tre fw oord(e n):
eu, emu

De constructie van de EU en de EMU gaat om macht. Althans, dat blijkt steeds meer uit de pleidooien van voorstanders. Economische
macht heeft vooralsnog de prioriteit. De eerste stap daartoe was de creatie van een reusachtige interne markt die het Europese
bedrijfsleven alle kansen biedt om de Japanse en Amerikaanse concurrentie een lesje te leren. En sinds kort presenteren de heren de euro
als het machtsmiddel, want met de euro kan Europa (lees: de Europese Centrale Bank) de monetaire macht van de VS overnemen. Samen
maakt sterk.
Het verhaal over een machtig Europa begint veelal met de voordelen van schaalvergroting. Lange tijd heeft menig ambitieus Europees
zakenman en Europese politicus afgunstig gekeken naar de interne Amerikaanse markt met 240 miljoen potentiële kopers. Met zo’n
enorme markt zou de culturele industrie in Hollywood en de auto-industrie in Detroit een ongekend voordeel hebben vergeleken met hun
Europese concurrenten. Nu Europa de slagbomen heeft weggehaald, is die hegemonie van de Amerikaanse economie voorbij. In een klap
kan nu ieder Europees bedrijf 350 miljoen klanten bedienen. Opzij Hollywood, opzij Detroit, hier komen de Europese filmproducenten en
de Europese auto’s! Met de fusiegolf van een paar weken geleden nemen Europese ondernemers reeds een voorschot op deze
ontwikkeling. De banken moeten groter, de uitgevers moeten groter, de airbus moet groter. Alles moet groter terwille van een groter
Europa.
Groter betekent machtiger. Toch? Vorige week deed de hoofdredacteur van dit tijdschrijft een duit in het zakje door de euro op te
hemelen als de nieuwe wereldmunt 1. Keuzenkamp benadrukt de kostenbesparingen voor Europese bedrijven, mochten ze straks op de
wereldmarkt voor olie en andere producten met de euro kunnen betalen. Deze kruideniersmentaliteit mag niet verbloemen dat het hier om
een ordinaire machtsgreep gaat: Europa moet die arrogante Amerikanen met de euro eens een lesje leren.
Dat zoveel Europese economen zich laten verleiden tot dit mercantilistisch verhaal is bedenkelijk. Op zijn minst is het verhaal uiterst
speculatief. Of schaalvergroting geduchte concurrenten gaat opleveren is nog zeer de vraag. Fusies mislukken nogal eens, vooral tussen
Nederlandse en Duitse bedrijven. Fokker-Dasa, Hoechst-Hoogovens, Philips-Grundig, het zijn allemaal rampen geworden. NederlandsEngelse fusies werken beter, kijk maar naar Unilever en Shell. Tussen Nederlandse en Duitse ondernemers klikt het op de een of andere
manier niet. Waarom willen Nederlanders dan toch zo graag onder de Duitse paraplu schuilen?
Wat de vermeende macht van de euro betreft, zowel de geloofwaardigheid daarvan als de wenselijkheid is bedenkelijk. Geloofwaardig is
de sterke euro niet, omdat een duidelijk politiek machtscentrum ontbreekt. Keuzenkamp haalt Jacob Frankel en Robert Mundell aan, die
hun ongeloof in die euro mede baseren op het ontbreken van een stabiele politieke macht in Europa. Hun argumenten gaan dus veel
verder dan een eenvoudige kosten-batenanalyse, ze bevatten ook de politiek-economische dimensie. Zodra er de klad komt in de
Europese beweging, regeringen achterdochtig worden en vakbonden ongedurig, zal ook de euro moeten lijden. We kunnen er niet van
uitgaan dat de politieke situatie zal blijven zoals hij nu is, dat is stom. De vraag is of de instituties die nu gecreëerd worden, zoals de
Europese Centrale Bank in Frankfurt, bestand zullen zijn tegen een politieke chaos. Het antwoord is kortweg ‘nee’.
En wenselijk is die euro als wereldmunt ook niet. Zeker, Europese ondernemers besparen wat transactiekosten wanneer ze hun
rekeningen in euro’s kunnen vereffenen, maar daar staan de politieke kosten van het handhaven van een sterke munt tegenover. Een
sterke munt schept verantwoordelijkheden. Vraag de Engelsen van vroeger, vraag de Amerikanen van nu. De dollar neemt zo’n
dominante positie op de wereldmarkt in, omdat de VS hun rol als politieagent en bemiddelaar iedere keer weer waarmaken. Landen die de
euro gaan gebruiken als reservevaluta willen garanties dat Europa die politieke rol van de VS overneemt. Daar zal een krachtig, coherent
buitenlands beleid voor nodig zijn, zonodig met een geloofwaardige dreiging van geweldadig ingrijpen. De vraag is of we dit alles over
hebben voor wat lagere transactiekosten. Met afgunst kijk ik naar landen als Noorwegen, Zwitserland, maar ook wel Denemarken en
Zweden die oog hebben voor de voordelen van bescheidenheid, kleinschaligheid en onafhankelijkheid. Blind voor dit alles, gaat
Nederland mee in een waanzinnig avontuur

1 H.A. Keuzenkamp, De dollar krijgt gezelschap, ESB, 22 oktober 1997, blz. 793.

Copyright © 1997 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur