Ga direct naar de content

Jrg. 5, editie 253

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: november 3 1920

iVO’l?M1JË/.
jg()

AtJi?SRÈO»T vOOR.bE.OUb1?N

Ecc’nornisch-Statistische

F

ÂMÉÊ WEkBLÂb VÖO
HÂbËL NiË-1ID, NÂNtÊ1 i’
v:

JiÂVk

HËT Î4STitUÛT VOOR ËCONMIScHE GESCHRIFTEN

5E
JAAGÂNG

WOENSE$AG
3
NOVËMB

ËIk 120

Nô. 253

INHOUD

BJz.

DE-
NIËiJWE
huijSCsE BELAST1N600RS?ffLLEN
1 door
1fr. J.
Gerriizeh

…………………………………
..
953
DeYerhooging vâ.n dé Târiven der Posterijen door
Mr. 0.
H.
Dijkrnans van Gun.t……………………….956
Export

V
n Wisselkoersen, alutaleeningen door
.

M.
W. C.
,Mees R.Asn……

………………………..
957
Opikiteh
hi

iileidih Vi ‘di
LinWüFhe Tr

+pliii ………………………….. ……..957
O6rloc6i-ijhncttiur
ii Jâd d6&
J. 266othli6r

……
959
D
.
ôlui’dF Biu9Nlkhit6fifeftlfffle
IV ……….962
Göûdéii Zilïr
in het derde
K%vaiiaal 1920 …………963
Londensche Correspondentie …..
.
………
.
..
.
……….
.
965
AAIEEKENINCÉN:

porüitzichten.in de Textielnijverheid
.
………….967

jÇleinhandelsprijzen:………………………..968
Het verloop van pr1Jn en !ooiien in ff oegt orh .
1n 968
eii viI &

eing ‘j6 kure é’che scM?ildn
ain
ÂWrjka………… …
.
…………………. 968
.
:-.. . . ……………
………
-:
969-975
Oeldk6èrsen.

Effectenbeuizên.
.Wissellcoebn.

Goederenhafi&l.
Bânkstaten.

.

Verkeeriwezen.

INSTITUUT
VOOR ECONOMISCHE GESCHRIFTE»

Alger,ieèl Secretaris:
Mr.
0; W; J. -Bruins.

Weni 1e)zctèur v66r
het
weêkb1d
D. J
Wansinh

Se’retrsaat Peter de R5ôhJeg 1

Rotterdan
Aangeteekende stukken 7cant66r Ruige Plûtweg 87

Tëlef Nr. 8000. Tele gr.adres.: Economisch Instituut.
P6ytcheque en girorëkving Rotterdan -No. 808.

Abonnenzentsprijs voor het weekblad fran.io

p
in NèderltLnd
.f
-0,—-. Buitenland en Kolon.iëi’z
f
2,50
Jè7
jtzâr. 4iasse ümffers 50 cents.

h doWter
i,?iti
iiîet -liMtituut 6itvangen
ltet ivee1cbl”ad gratis

De v(;rd

jubl atis i’i
Ui
Tiîtiuiittâd’de
ontvnien de Aonng’s
j
leden en dniateurs stelois,
vo-or zbover daaromtrenti-et aiders wordt beslist..

dvrtitiën
:f
6,0

èl. Pl

siiz bij i’1ih.
mer&t volgens tai-ief. Administratie van abbnhîninten
advertenties Nzjgh c vrh Dzt#nar s Uitgevers


BlÏt020.


In ‘di
tWestiid

dè èi
iiükt ‘ka
Ît
l

veranderin’g. in “het begin der week
was hot
aanbod

‘irafï

1tl
iets
rgioetr,
-zoôdat
w’iseis m-êestal
voor

4

Ot; pYd
li
t
§
Uit kondn
vinden; -Al sjDodigêôhter

ki

er fti

rbii-d

et ‘dé

a d’isbli

veël

vraag -naar -geld, zooda

t veischiUnde poten k»t loo-

db
wiskeis
‘i
-dè
bank
on-d’gebraôht
werden en

iWiâ 3
jjy lôht ‘rho’èilijk ôor 4’ pOt.
……………..
.,
– ..

•,,_,. ….
te plaatsen was. De prol-onga

her-ente noteerde meestal

44- pOt. Gali-geld sterk gevraagd.

•-,,


Dtiji- WIMii blèef

-k’fi’ kâ-n-

iöïidh, zoodat Woens-dag tot 14.43 betaald weid

i)aar

tidd den

ctie
ih en sloot
db
makt flauW

ew York bleef k
ezeeh-t
op
weinig -eranc1drde koersen.

De
bi-è Wis
s
els Wrehh-ter a1Itt -flauw. Vooidl

v1arkii wtiïi lë tek aflhödèn
èh
lidj6u1ë6

oogen-bli-k tot 4.15 terug. 3ava ëveheefls wèder flait-

h’d’eli
99 â 994.
O -de tèiffiijkFkt WaYdii PÖii-

don sterk

gezochl odat in afwijkiud van de hôtéè-

-i-hgb

h dr ia-tste naa-nden nu een ag-io ‘bbvén spöt

bt-aâld

L6DÊN, 30 O’dtôb&r iti.

-In aa)!
~
luitin
,
g atx-û

de vorige veek was de geld-

ii1bk-t iii hét bgi.1 diéi Nx
,,
6ek -eèr gemakkelijk;

g’roote aankoopen van 96tEki
§
Wiis6l§ é ifé a-

staande maandswisseling gaven de nW
4
kt Mhgzin’-

hand een vast,er aanzin en öèst vèdr dagld oo-r-

engenornen 5 pOt. ‘betaald worden; 7-daagsgéid no.

terde 5 -pCt-5V iGti. Vaii zeer be-oegde zijde werd

iiided’è’éM, dbt dè b’kttkié tbt lïet éiiidè
van
di-t

fL zèr lffajd kêld

±aTrkt v6i
WA
bblen, WeUe

toestand geaccentueerd zal worden n-a -heind-igin g

ddr -kôlenst’aking.

De disconto-markt werd in srnpat.hié -met de geld-

iiâfi’t tns iii-iva-d

ei ‘eik’kelij’k Wii’dfséh-ôôû piijzen

vaster werden, waren de banken geen gretigeldöpers.

2-; 3.,- 4 en 6-maan’ds–p-aier noteerden resp.
51%
pOt.,

6
5
t8′

6
11
/io
pOt,.,
idem en 6/4—
pOt.

DE
ÎÈïJ’E

iHE

LN’-

VOORSTELLEN.

-Do M:emorie
van T
oelicliting op e wijiihg
dii
eiiliooging der begiooting ‘in Nedeilandsch mdie
vôor het -dienstjaar 1920 (zitting 1919/’1920

90)
-stelt voor6p, dat

het t
T
ekort op -deb gewoen dienst
geamd wordt op rond
f
113.000.000.
– –
Ten -aanzien van -dit tekort lees’t ffien i-n die Me-
morie het ‘havolgen-de:


,,Sloot de begrooting voor
,

1919
met een geaam tekort
op den normalen diënst van bij-na
f
5934 mil1ion, vb’or 1920
iijn de
-kewdne
uitgaen ijb
liidt
-bijhi
f
10534
‘miii.
‘é’e-
iiôiiien, ‘âeghïô%r
.
llechts -stdt ‘èb h’ôbëre

ining
uit ‘dè îioFi’nâlè ifiid’de1èh van ‘riiifii

34 inillioeii. -Hêt
tdkô’ït 6p dèn &wbiiih diënst 1920 is dMhale bijha
f
53
,
uiiij4lid6iil

ôötar dkn
tIj ‘origeh
-jare
‘en beloopt ruim

f
113
iilliei.
Uit de -groote -toeneming van de gewone uitgaven, welke
het accres -der normale middelen verre achter -zich -laat,
blijkt, -dat thans op eenmaal een ‘zeer -be[ahgrjke aôhter-
stand valt f -h h
ü e al,

tst

dôérdh’t h
1917,
éés
‘d

kele tjdi’6mst’ndi’hedëh, ïi-iét dâd’élijk idéV&réisöhte
tèkelh -kdhden’ WdFddii

èhöhiin Vodi -h’et ‘-Bluilid
iik’en
Vâ-ti
dn
‘ih
ster’kk ha-1ie ôpgézetten ‘dinst d5r gVÖiie
• uitaVêu.


954

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3 November 1920

Luidens de in Indië voorloopig vastgestelde algemeene begrooting en algemeene aanvullingsbegrooting voor het
dienstjaar 1920, zou voor ‘het herstel van het ten eenenmale
verbroken evenwicht in den gewonen dienst een samenstel
van belastinginaatregelen moeten dienen, omvattende de
heffing van tal van nieuwe uitvoerrechten, eene verhooging
van de invoerrechten, de accijnzen en de inkomstenbelas-
ting, de invoering van een petroleumhelasting en eene
vervoerbelasting, eene eenmalige heffing van de suiker- en
kinaoogsten
1919
(deze laatste in ‘het bijzonder bestemd tot
dekking van crisisuitgaven), alsmede de invoering van
speciale belastingen van suiker, koffie, thee en tabak. De
ondergeteekende had zich voorgesteld (bladz. 12, lste alinea
van zijne Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer
betreffende de ontwerp-begrooting voor
1920),
om zoodra
de uit Indië nopens de nieuwe belastingmaatregelen benoo-
digde gegevens hem zouden hebben bereikt bij de Staten-
Generaal de noodige voorzieningen aanhangig te maken ter
versterking van de gewone Landsmiddelen met een bedrag
minstens overeenkomend met dat, vereischt voor de dekking
van het tekort op den normalen dienst van dit jaar. De
sedert eerst geleidelijk uit Indië ontvangen geformuleerde
voorstellen echter hebben een nader overleg met de Indische
Regeering noodzakelijk gemaakt. Tot zijn leedwezen is de
ondergeteekende daardoor niet in staat thans reeds ter
zake in bijzonderheden te treden. Mocht het overleg, naar
hij zich vleit dat het• geval zal zijn, binnenkort tot een
bevredigend resultaat leiden, dan zullen de voorstellen, be-
oogende de vereischte vermeerdering van de vaste inkom-
sten tei- erlanging, reeds voor het dienstjaai
1920,
van eene
sluitende begrooting voor den gewonen dienst, zoo eenigs-
zins mogelijk nog v5r ‘de openbare behandeling van het
onderhavig wetsontwerp aanhangig worden gemaakt.”

Thans zijn de door de Indische regeering voorge-

stelde belastingmaatregelen, hoewel in verschillende
opzichten belangrijk gewijzigd, bij Koninklijke Bood-
schap d.d. 16 September 1920 aan de Tweede Kamer

ter behandeling aangeboden.

Zij omvatten:

le. eene verhongiug van de accijnzen van gedis-

tilleerd, petroleum en lucifers;

2e. eene verhooging van de bestaande uitvoerrech-
ten benevens nieuwe uitvoerrechten op caoutchouc,
copra, kinabast, kinine en andere uit kinabast bereide
stoffen, klapperolie en peper, evenwel vooizoover

betreft caoutchouc, kinabast, kinine en andere uit
kinabast bereide stoffen slechts voor drie jaren, ge-
rekend van den ‘dag der inwerkingtreding der be-

trekkelijke ordonnantie af;

3e. eene verhooging van het tarief van invoer-

rechten;

4e. eene verkeersbelasting;

5e. eene verhooging van de inkomstenbelasting
.

voor physieke personen met inkomens boven
f
36.000

‘s jaars, en voor rechtspersonen naar het jaarlijksch zuiver inkomen van 4 percent tot 6 percent;

6e. eene aanvulling der inkomstenbelasting door
het scheppen eener extra-winsthelasting voor rechts-
personen, die bedragen zal 6 percent van het gedeelte
van het inkomen, dat een tiende van het bedrag der
kapitaalstortingen te boven gaat, vermeerderd met

S percent van het gedeelte van het inkomen boven een
vierde van de kapitaalstortingen, met 10 percent van
het gedeelte van het inkomen boven de helft der
kapitaalstortingen en met 12 percent van het gedeelte
van het inkomen boven het volle bedrag der kapi-
taalstortiugen; (onder ,,inkomen” zal zijn te verstaan
het jaarlijksch zuiver inkomen, verminderd met de

daarop rustende belasting naar dat inkomen, terwijl
onder ,,kapitaalstortingen” begrepen worden niet
alleen het bedrag van het maatschappelijk kapitaal,
zooals door de Indische Regeering werd voorgesteld,
maar het geheele in ‘het bedrijf aangewend kapitaal,

dus inclusief gemaakte reserves en gedane afschrij-

vingen);
7e. tijdelijke speciale belastingen ten laste der sui-
ker-, koffie-,thee- en tabakscul’tuur, die geheven zul-

len worden van de opbrengsten ‘der oogsten in 1920,
1921 en 1922 voorzoover de suiker, koffie en thee be-treft, en voor de oogsten, in 1919, 1920 en 1921 voor-
zoover de tabak betreft. Zij berusten op het beginsel,

dat het verschil tusschen dc opbrengst en den kost-
prijs der betrokken producten zal worden belast vol-
gens een progressief tarief, dat gebaseerd is op de
verhouding, waarin dit verschil tot den kostprijs

staat. Voor ta’bak zal de belasting op vroegere oogsten

betrekking hebben dan voor suiker, koffie en thee,

omdat tu’ssohea oogst en verkoop van tabak gemid-
deld één’ jaar verloopt, en de oorlogswinstbelastin’g

voor het laatst over de in 1919 gemaakte winsten
wordt ‘geheven, zoodat zij, wat de tabakscultuur be-

treft, in hoofdzaak de meerwinsten uit de oogsten

van 1918 en daaraan voorafgegane jaren treffen zal,

en dus voor eeno behoorlijke aansluiting der produc-tenbelasting aan de oorlogswinstbelasting de tabaks-

belasting voor het eerst van oogst 1919 moet woi-den

geheven;
8e. eene éénmalige heffing ten laste der suiker-

en der kinacultuur, met dien verstande dat over den
suikeroogst van 1919 geheven zal worden eene be-

lasting van
f
0,50 per picol suiker en ‘de kinabasten,

die gedurende het tijdvak 15 Juli 1918 tot en met

31 December 1919 door de kina-ondernemingen zijn
verkocht, belast zullen worden met
f
0,65 per K.G.

zwavelzure kinine berekend naar het aantal kilogram-
men zwavelzure kinine, dat de ‘basten hebben bevat.
Ten slotte zal de oorlogswinstbelasting, die in Ne-

derland het laatst over de in 1918 gemaakte winsten
geheven wordt, in Indië ook geheven worden over de
in 1919 gemaakte winsten.
Zooals ‘hierboven vermeld, zullen het uitvoerrecht op
caoutchouc, kinabast, kinine en andere uit kinabast
bereide stoffen en de productenbelastin’gen ten laste

der suiker-, thee-, koffie- en tabakscultuur slechts
tijdelijk, n.l. gedurende drie jaren, worden geheven.

Blijken’s de Memorie van Toelichting o de voorge-
stelde wijziging en nadere aanvulling der begrooting
van middelen van Nederlandsch-Indië voor 1920
heeft de Minister van Koloniën zich niet kunnen ver-

eenigen met het voorstel van den Gouverneur Gene-
raal om aan genoemde belastingen een blijvend karak-

ter toe te kennen.
,,De gedachte”, zegt de Minister, ,,om in ‘het algemeen eiken
tak van landbouwbedrijf en, waar een bedrijf van gemeng-
den aard wordt uitgeoefend, elk speciaal onderdeel daarvan,
te onderwerpen aan eene bijzondere belasting van progres-
sief karakter, waarbij het aangrjpingspunt niet in de
gezamenlijke inkomsten van den belastingplichtige, als zoo-
danig, maar in de uitkomsten van elke cultuur op zich-
zelve wordt gezocht, staat lijnrecht tegenover de beginselen,
waarvan bij de instelling der Indische inkomstenbelasting is uitgegaan. Eene differentieering van dien aard, waarbij
‘hetzelfde bedrag aan inkomsten, verkregen uit onderling
verschillende bronnen, naar verschillenden maatstaf getrof-
fen wordt, is, naar de meening van den ondergeteekende, in strijd ook met de béginselen, welke ten aanzien van de
heffing eener directe belasting als deze behooren voor te
staan bij den fiscus, voor wien het, in het algemeen gespro-
ken, geen punt van overweging uitmaakt of de winst ver-
kregen is uit suiker, uit t’hee of uit welk ander product van
landbouw ook, maar afgescheiden van die feiten de winst
op zichzelve object van belastingheffing is.”

Op deze gronden, en ook omdat het bovenbedoeld
door den Gouverneur-Generaal aanbevolen stelsel tot
niet te aanvaarden gevolgen kan voeren, wanneer in
een gemengd bedrijf op de ééne cultuur verlies is
geleden, op de andere winst is gemaakt, zonder dat
nochtans de eerste factor ter compensatie van den
tweede zou mogen strekken, heeft de Minister er
terecht niet toe kunnen besluiten om aan de uitvoer-

rechten op rubbei, kinabasten, kinine en andere uit
kinabaste’n bereide stoffen, en aan de productenbe-lastiiigen op suiker, thee, ‘koffie en tabak eene fun-
damenteele plaats in het stelsel van belastingheffing te geven, en heeft hij gemeend het zwaartepunt voor
de versterking der Indische geldmiddelen te moeten

zoeken in eene verhooging
en
uitbreiding der inkom-

stenbelasting.
Intusschen, al is de Minister principieel gekant
tegen het heffen van speciale belastingen ten laste

van bepaalde bedrijven, de nood heeft hem gedwongen

3 November 1920

ECONOMISCH-STATISP1SCHE BERICHTEN

955

om voor te stellen daartoe toch tijdeIijk over te gaan.

Denood; immers de Minister zelf maakt gewag van
de onrustbarende gestadige uitzetting van de kolo-

niale uitgaven
en van het dientengevolge
thans schro-

melijic verbroken evenwicht in den gewonen dienst:
(pag. 8 der Memorie van Toelichting). Daarom is al

dadelijk belangrijke versterking van ‘s lands middelen

volstrekt ‘n oodig.
Die belangrijke versterking echter

kan enkel en alleen van eene verhooging en uitbrei-

ding der inkomstenbelasting niet dadelijk verwacht
worden, omdat le. ten einde de heffing dier belasting
tot hare maximale opbrengst te verzekeren, het per-

soneel van den belastingdienst zal moeten worden
uitgebreid; 2e. nog verschillende maatregelen moeten
worden getroffen, waarmede zekere tijd zal gemoeid
zijn; 3e. nimmer bij vooibaat in allen deele kan wor-

den
in&estaan
voor eene zoodanige regelmatige wer-
king der belastingheffing, dat inderdaad dadelijk aan
de schatkist ten volle de baten toevloeien, waarop

hij de invoering gerekend is, zoodat eerst mettertijd

kan
blijken
of de regeling deugdelijk is dan wel ver-
betering of aanvulling ‘behoeft.

Het is ‘derhalve de zorgelijke toestand van Indiës

financiën, weike een spoedig ingrijpen rioodig maakt; die er den Minister toe gebracht heeft om gedeeltelijk
zijne principieele bezwaren tegen speciale belastingen
ten laste van bepaalde bedrijven op zijde te zetten,

en voor te stellen gedurende drie jaren
naast
de alge-
meene heffing der extrawinstbelasting bijzondere be-
lastingen te heffen van de voornaaarnste voortbreng-
selen van den niet-inlandschen grooten landbouw:
suiker, tabak, koffie, thee, kinabast en rub’ber.

Die bijzondere belastingen moeten dienen als een
correctief ter goedmaking van het nadeel, dat voor
dc schatkist verwacht wordt door het aanvankelijk
minder goed functionneeron van de heffing der alge-
meene extraiwinstbelasting; de Memorie van Toelich-
ting noemt ze dan ook aequivalenten van de alge-
meene extrawinstbelasting.

Bij dezen opzet is het natuurlijk, dat de Minister
eene regeling toegezegd heeft ter voorkoming dat de-
zelfde winsten zoowel door déne der bijzondere be-
lastingen als door de ex’trawinstbelasti’ng getroffen

zullen worden: aan belastingplichtigen zal ontheffing
van •den aanslag in, laatstgenoemde ‘belasting ver-
leend worden tot het bedrag, waarvoor een aanslag
in één of meer pro’ductenbel’asti’ngen is opgelegd, dan
wel tot het bedrag, dat aan uitvoerrecht voor kina
(waaronder blijkbaar verstaan moeten worden kina-
bast, kinine en andere uit ‘kinabast bereide stoffen)
of caoutchouc is betaald, met dien verstande evenwel,
dat de ontheffing van eenig product niet te boven
zal g’aan de som waarvoor een aanslag in de extra-
winsthelasting h’eeft plaats gehad.

Verder heeft’ de Minister eene regeling toegezegd
ter voorkoming dat de in 1919 ‘behaalde buitenge-
wone winsten tegelijkertijd door de oorlogswinstbe-lasting en door de’extrawinstbelasting getroffen zul-
len worden. Over do winsten toch in 1919 behaald,
zal oorl’ogswinstbelasting worden geheven, doch
tevens zal de oxtrawinstbelasting met 1 Januari 1920
beginnen te werken, zoodat voormelde winsten ook onder deze belasting zullen vallen. Ter voorkoming
nu, dat de in 1919 behaalde winsten èn ‘door de oor-
logswinst’belasting èn door de extrawinstbelasting
zullen getroffen worden, stelt de Minister voor om toe te staan dat door rechtspersonen, die over 1919
in de oorlogswinstbelasting zijn aangeslagen, het be-
drag van den aanslag in mindering zal kunnen wor-
den gebracht van het bedrag, waarvoor zij met betrek-
king tot de verkregen extrawinst in de inkomsten-
belasting voor het jaar 1920 zullen worden aangesla-
gen, terwijl voor rechtspersonen, wier aanslag in de oorlogswinstbelasting over 1919 hooger mocht zijn
dan de voor 1920 op te leggen belasting naar de extra-
winst, deze laatste tot haar volle bedrag zal worden
teniet gedaan.

Hoe zal het er na de invoering van debovenge-

noemde belastingen met de ‘Indische financiën uit-
zien?
Do venhooging van de accijnzen van gedistilleerd,
petroleum en lucifers, de nieuwe en verhoogde uit-

voer- en invoerrechten, en de verkeersbelasting kun-
•nen natuurlijk niet tot de middelen voor 1920 bijdra-

gen, daar genoemde belastingen eerst van den dag

der betrekkelijke ordonnanties af, geheven zullen
worden.
Wel’ zal kunnen worden gerekend op inkomsten ter
zake der sub ultinio 1919 opgeheven oorlogswinstbelas-

ting; daar groote winsten dooi- verschillende bedrijven

over 1919 behaald
zijn,
ei voorts nog een groote ach-
tei-stand is bij de heffing dezer belasting over vroe-

gere jaren en eindelijk de opheffing der oor]ogswinst-
belasting voor Nederland sedert ultimo 1918 ten ge-

volge heeft, dat de door de hier te lande gevestigde
personen en lichamen na 1918 én Indië ‘behaalde éorlogswi’nst uitsluitend ten faveure van de Indi-

sche schatkist zal komen, en niet slechts voor de

helft, zooals tot ultimo 1918 het geval was, verwacht
men voor 1920 uit genoemd middel eene bate van
t 50 milioen.

De hierboven sub 8 genoemde éénrnalige heffing
ten laste der suiker- en kinacultuur wordt geraamd
te ‘zullen opbrengen t 10 millioen, n.l.
f
9Y2 millioen
ten laste der suiker- en
f
Y2 millioen ten laste der

kivaondernemingen. Ten slotte zal de verhooging der
inkomstenbelasting voor physi’eke personen met inko-
mens boven
f
36.000 ‘s jaars en voor rechtspersonen
haar het jaarlijksch zuiver inkomen (hierboven sub
5 genoemd) naar des Ministers verwachting’ de op-
brengst der inkomstenbelasting, aanvankelijk op

f
43’A millioen geraamd, met
f
10 millioen doen

stijgen.

Diensvolgens zal het tekort op ‘den gewonen dienst
over 1920 ad rond
f
113 millioen door de opbrengst
van genoemde middelen gedekt worden tot een be-
drag van
f
70 millioen, zoodat de gewone dienst over
1920 verwacht wordt te sluiten met een tekort van

f
43 millioen.
Hoe zal, dit tekort nu worden weggewerkt?

,,Dit tekort”, zegt de Memorie van Toelichting op pa’g. 30,
,,zal, evenals de tekorten op den gewonen dienst van vorige
jaren tot een gezamenlijk bedrag van rond
f42
millioen
geheel gedekt worden door de inkomsten, die in het jaar
1921
uit de voorgestelde belasting van de bujtengewone
winsten kunnen worden tegemoetgezien.”

De Memorie van Toelichting schat die inkomsten
op
f
144 millioen, nl.
f
124 millioen uit ‘de suiker-
belasting,
f
8 ‘millioen uit de koffiehelasting,
f
5
millioen uit de tabaksbelasting,
f
2 millioen uit de

theebelasting en
f
5 millioen uit de uitvoerrechten

op ru’bber, kinabast en kinine.

Deze schattingen zijn echter t’e hoog. ‘Bij suiker
toch wordt voor den oogst 1920 op eene winst ge-
rekend van f24,75 op basis van een gemiddelden
kostprijs van
f
10,— per picol, terwijl inderdaad
clie kostprijs door dén verhoogden grondhuur en de
enorme rijzing der bonen, zoowel van de Europeesche
als van de inlandsebe geëmployeerden, volgens des-

kundigen zeker op f13,75 mag worden aangenomen;
de bpbrengst der .suikerbelasting mag dus volges
het ontworpen tarief op niet hoogor dan f 105 mil-
lioen worden aangenomen.

Bij do schattingen der opbrengsten der belastingen
op de andere producten gaat ‘de Memorie van Toe-
lichting uit van ‘hooge prijzen, terwijl thans de prij-
zen voor thee, rubber en tabak laag zijn, en het ook
niet waarschijnlijk is dat Java- en Robustakoffie de
hooge prijzen van respectievelijk f 80 en
f
60 per
picol zullen halen, als waarop de Memorie van Toe-
lichting meent to mogen rekenen.
Summa summarurn zal men de opbrengst der ge-

zamenlijke bijzondere belastingen ten, laste van den
hiet-inlandschen grooten landbouw in 1921 op niet
meer dan f 120 millioen mogen aannemen.
– Tevens moet in ‘het oog worden gehouden, dat in

956

ECONOMISCH-STATISTÏSCHE BERICHTEN

3 November 1920

1921 niet moer gerekend kan worden op een .opbren g$

uit de oorlogswinstbelast.ing, daar dez.e het laatst
geheven wordt over do in 1919 gemaakte winsten;

zooals wij gezien hebben, raamt men in 1920
f 50

millioen uit dit middel to ontvangen; daarentegen in

192.
f 120
millioen uit bovengenoemde speciale be-

lastiugen, zoodat in 1.921 f 70 millioen meer zal ont-

vangen worden dan in 1920. Bij dit bedrag moeten nog gevoegd worden de ge-

raamde opbrengsten:

le. der verhoogde accijnzen ad
f
9.200.000;

2e. dor nieuwe en verhoogde uitvoerrechten, voor-
zoover de heffing een ‘blijvend karakter draagt, ad

f
9.030.000;
3e. der verhoogde invoerrechten ad
f
11.623.000;

4e. der verkeersbelasting ad
f
3.000.000;

te zamen
f
32.853.000, zoodat naar schatting in 1921

ongeveer f103 mil’lioen meer dan in 1920 aan belas-

tingen .’Luhlen geïnd worden.
Dit ‘bedrag is zeker voldoende tot dekking der te-

korten van dun gewonen dienst over 1920 en vorige

jaren, indien de uitgaven van den gewonen dienst
van 1921 ongeveer gelijk blijven aan die van 1920.

Stijgen die uitgaven, zooals in de laatste jaren het

geval is geweest, belangrijk, zoodat de meerdere in-
komsten in 1921 voor een goed deel gebezigd moeten
worden ter bekostiging van meerdere uitgaven, dan
zullen de tekorten van 1920 en vorige jaren zeker

niet geheel gedekt kunnen worden door ‘de abnormaal hooge opbrengst der belastingen in 1921.

Hoe in dit opzicht de loop van zaken zal zijn, valt

0
1)
het oogenblik nog niet te zeggen, daar ‘de Minister
‘van Koloniën de begrooting van Ned.-Indië voor 1921
nog niet heeft gepubliceerd. Doch de Gouverneur-
Generaal heeft zijne begrooting voor 1921 reeds aan
den Volksraad ingediend en daarbij eene nota betref-
fende den toestand van ‘s lands financiën (onder-

werp 1 stuk F) het licht doen zien. Die nota vermeldt op pag. 9, dat niettegenstaande

f i 20
millioen verwacht wordt als opbrengst der bij-

zondere productenbelastingen, de gewone dienst een
overschot zal laten van niet meer dan
f 60
millioen.

)it bedrag is zeker niet voldoende tot dekking der
,graamde tekorten over 1920 en vorige jaren ad
f 83
millicen; mocliteli dug de cijfers der door den Minister
voor 1921. in te dienen begrdoting ongeveer overeen-
lometi met dit van de hegrootin, welke de Gouv’ neur-Generaal reeds aan den Volksraad indiende,
dan.wordt het moeilijk de in bovengenoemde Memo-
rie van Toelichting op pag. 30 voorkomende uit-
spraak, dat ,,voor het oogenblik’ de financieele voor-
itzichten van Indië bevredigend zijn, te onderschrij
vn, te meer als men bedenkt dat 1921 voor ‘s lands schatkist een zoo exceptioneel voorde,elig jaar zal

ijfl
z, dat de kans dat er later meer van dergelijke ja-
ren zullen komen, waarlijk gering is.
J GERRITZEN.

DE VERHOOGING VAN DE TARIEVEN DER

POSTERIJEN.

In het Voorloopig Verslag op het thans bij de
Tweede Kamer der Staten-Generaal aanhangige

wetsontwerp tot wijziging der Postwet treedt ten
aanzien van het vraagstuk der tariefsbepaling voor
de diensten door de Posterijen bewezen een standpunt
aan den dag, dat opmerkelijk verschilt van ‘dat inge-
nemen in de Memorie van Toelichting, ‘die dat wets-
ontwerp begeleidde. Achter deze twee standpunten
liggen verscholen twee verschillende opvattingen van
aard en doel van het Staatsbedrijf in het algemeen.
Een beslissing omtrent deze laatste aangelegenheid
zal dienen vooraf te gaan aan een overweging van
tariefvraagstu’kken. Zulks moge blijken uit het vol-

gende.
De genoemde Memorie van Toelichting is in hare
motiveering van de voorgestelde mogelijkheden tot
tariefsverhoeging doortrokken van de opvatting, dat

‘de tarieven yan den Postdinst zoodanig moeten
wor-

den bepaald,, d.t ‘het Staapbedrjf
er P.
T. en
T.

zichzelf bedruipt en zoo moeljk, gelijk weleer, win-

sten afwerpt; een opvatting, die in en buiten de
Volksvertegenwoordiging den laatsten tijd meermalen

werd vernomen.

Blijkens het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer

konden enkele leden zich ‘met tariefsvcrhooging niet

vereenigingen.

,,Dat de inkomsten de uitgaven in elk geval moeten dek-
ken, zoo mogelijk overschrijden, achtten zij niet noodzake-
lijk, daar zij van oordeel waren, (lat eisch van het bedrijf
der posterijen in handen der Overheid niet alleen is om
commercieel te worden gevoerd, doch in de eerste plaats
om ‘hot algemeen belang zoo goed mogelijk te ‘dienen……
1)oor een al te commercieele gestie loopt men gevaar het
doel, dat met de Staatsexploitatie wordt beoogd, voorbij te
streven. Zij achtten het alleszins verdedigbaar om ten be-
hoeve van een niet te duur postverkeer een bijdrage uit de
gewone middelen in de kas van het Staatsbedrijf der poste-
rijen te storten.”

Hier wordt dus stelling genomen tegen den eisch

der zelfgenoegzaamheid en, ‘zoo mogelijk, rentabiliteit

van het Staatsbedrijf.

Een ,,bijdrage” als ddor genoemde leden bedoeld is

op twee wijzen denkbaar, vooreerst als vaste subsidie
van den Staat aan het bedrijf, ton tweede als dekking

door den Staat van eventueele tekorten der exploita-
tierekening. Wordt de steun in den eersten vorm ge-

geven, dan laat hij het karakter van het bedrijf, in den
economischen zin van ‘dat woord, onaangetast. Ook

wanneer een dergelijke steun, niet alleen ‘in moeilijke
jaren, maar doorloopend wordt verleend, blijft de

bedrijfsleiding genoodzaakt te trachten naar de laag-

ste exploitatiekosten, naar het grootste financieele

resultaat en naar de breedste winstmarge. Ook do
economische zelfgenoegzaamheid wordt ‘door een der-
gelijke, onder de baten van het bedrijf te rekenen,
subsidie niet aangetast. De financieele steun kan de
zorgen verlichten of het winstcijfer verhoogen, hij

ontslaat niet van de noodzaak tot economische ‘bedrijfs-

leiding. Geheel anders is het wanneer de Staat de
tekorten der exploitatie voor zijne rekening neemt.
Dan vervalt elke prikkel tot economische ‘bedrijfslei-

ding en ‘bereiking van winst. Met den eisch der zelf-
genoegzaarnhei’d is bovendien een dergelijke onder-
steuning in lijnrech.ten strijd. Wel zal men van het

Staat.bedrijf der P. T. en T. kunnen eischen, dat het
zorg drage, dat de ondersteuning van Staatswege zoo
gering mogelijk zij, wel behoeft dat Staatsbedrijf hare
bedrjfsallures niet geheel af te leggen, een bedrijf in
den econ’omisehen zin is het niet ‘meer. Het als Staats-
bedrijf te ‘behouden kan geen andere bedoeling heb-

ben, dan die, welke leidde tot de totst’andbren’ging
van de Bedrijvenwet van 1912 (S. 85), namelijk om
ten aanzien van bepaalde takken van Staatsdienst
door middel van een commercieele boekhouding een
zuiver inzicht te verwerven omtrent hunne finan-

cieele uitkomsten.

Het lijkt mij voor geen twijfel vatbaar, dat de
,,’bijdrage”, door de bovngenoemde leden ‘bpdoeld, in
den teeden aangegevenzin is op te vatten. Ware
zij in ‘den eersten zin gemeend, dan zou daarmede een

wi,ziging zijn voorgesteld van den krachtens ‘de Be-
drjjvniet bestaanden toestand. Volgens het in arti-

kel 3, onder
c,
dier wet bepaalde ‘behoort onder de
middelen tpt dekking vande uitgaven ten laste der bedrjfsbegrootin een ,,uitkeerin,g uit ‘s Rijks mid-
delen ten bedrage van het zuivere verlies van het bedrijf…, over het betrokken dienstjaar.” Nu mag
m.i. niet tot het voorstel eener wijziging van den be-
staanden toestand worden geconcludeerd, zonder dat
de bedoeling daartoe uitdrukkelijk blijkt..

Neemt men dus aan, .dat met de verlangde ,,bij-
drage” is bedoeld de ,,uitkeering” van artikel 3, onder

c,
der Bedrijvenwet, dan beteekent het bovengeciteerde
standpunt ‘door enkele leden der Tweede Kamer inge-
nomen ter motiveering van hun verzet tegen verdere
tariefsverhooing,en vpor ‘de diensten der posterijen in

3
November 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

957

zijne consequenties een verzet tegen een postbedrijf in

den economischen zin. Daarentegen blijkt d’e ‘regee-
ring een voorstandster van een zoodanig postbedrijf.
Nu is het geenszins de bedoeling hier een oordeel

uit te spreken omtrent de juistheid of onjuistheid

der beide standpunten, zelfs niet in een onderzoek
naar het voor en tegen van elk der beide te treden.
Op dit o’ogenblik worde volstaan met er op te wijzen,

dat alle tariefsoverwegiugen inzake het Staatsbedrijf der P. T. en T. (en voor andere Staatsbedrijven geldt

dit eveuzoo) zullen moeten aanvangen met een helder

inzicht, een wrelgegronde opvatting omtrent aard en

doel van het Staatsbedrijf in het algemeen, omtrent de

beteekenis van de daad, ‘die een tak van Staatsdienst

kleedt in dan vorm van het bedrijf. Heeft een derge-
lijke daad geen anderen zin, dan de zuiver bud’getaire

en compta’bele, dien de Bedrijvenwet van 1912 daaraan
toekent, of ligt in deze wet de kiem van een nieuwen

vorm, waarin de Staat een ‘deel van
zijn
tank zal

kleeden, die van het ‘bedrijf in economischen zin? Is

dit werkelijk het geval – en wat de laatste jaren in
en buiten de Kamers dienaangaande is gezegd, geeft

het recht dit te vermoeden – dan is een vruch’tdra-

gencle gedachtenwisseling omtrent tariefvraagstuk-
ken niet mogelijk zonder dat men eerst is ‘doorge-
drongen tot een ‘zuivqr inzicht in dezen nieuwen vorm

van staatswerkzaamheid en in de vraagstukken, die
hij ‘bergt. Dat deze van samengestelden aard zijn, staat
reeds thans wel vast. Terwijl de Regeering blijkens de
bovengenoemde Memorie van Toelichting meent, dat
de grootste rentabiliteit van het bedrijf in het alge-‘
meen belang ‘dient te worden nagestreefd, blijken juist
enkele leden der Tweede Kamer overtuigd, dat een

al te commercieele gestie, dat algemeen belang zal

schaden. Zoo
rijst
dus ‘de vraag, welke eisehen het

algemeen ‘belang, dat beide partijen op het oog hebben,
ten ‘deze stelt, tot hoever het tariefsverhooging toe-
laat, welk het oogeublik is, waarop tariefsverhooging
schade gaat doen aan het verkeersbelang, dat het

Staats’bedrjf der P. T. en T. beoogt, waarop ‘dus de
financieele eischen, die de dienst der posterijen stelt
niet meer ‘bev’redigd zullen moeten worden door ver-
hooging van tarieven, ten laste •der gebruikers van
den dienst, maar uit de algemeene Rijksmiddelen, ten
laste der belastingbetalers? In het kort: is ‘ten aanzien
van het’ Staatsbedrijf bedrijfsbelang steeds identiek

met algemeen ‘belang of er is een punt, waar het eerste
met het laatste in strijd geraakt en dus moet wijken?

Dit laatste vraagstuk lijkt mij wel een der fundamen-

teelste
;
die de nieuwe vorm van staatswer’kzaamheid
aan de orde stelt. Ik zal hier geen poging doen het
op te lossen. Immers dit opstel beoogt niet anders dan
het probleem aan de orde te stellen, wat achter alle
tariefsspeculatie voor overheidsdiensten in bedrijfs-
vorm verscholen ligt. Moge de verdere schriftelijke en
de mondelinge behandeling van het aanhangige wets-
ontwerp ‘blijken geven, •dat men dat probleem ziet
en heeft doordacht. De goede vruchten dezer gedach-
•tenwisseling en de juiste oplossing der aan de ‘orde zijnde- tariefmoeilijkheden zullen daarvan grooten- –
deels ‘afhankelijk zijn.
Mr. G. H.
DIJKMANS VAN GUNST

‘EXPORT EN WISSELKOERSEN, VALUTA-
LEENINGEN

Telkên’s hoort men in den laatsten tijd de stelling
verkondigen, dat hooge wisselkoersen op het buiten-
lan’d zouden ‘beteeken’en een pxemie op •den uitvoer.
Dui’tschland, zegt men, kan door den lagen stand van
de-mark met het buitenland sterk concurreeren. Ne-derland kan, doordat de gulden tegenover – de mark
zoo hoog staat, tegen Duitschland niet meer op.
Deze stelling is ‘in h’aar algemeenheid echter on-
juist. Zij is gevaarlijk door de •daaruit natuurlijk te
trekken conclusie: Was -onze gulden ook maar in die
mate gedeprecieerd, dan ‘konden ook wij ‘met het bui-
tenland veel ‘beter concur-reeren.

Depreciatie van ‘het geld in het ‘buitenland ‘betee-

kent echter lang niet altijd een uitvoerpremie. Zij is
dat alleen, wanneer die depreciatie ‘grooter is ‘dan
de ‘deprecia’t.ie van de betrokken munt in het binnen-

land. Daar echter -de wisselkoers juist veelal met ‘die

binnenlandsche depreciatie in verband staat, gaat de
-bovengenoemde stelling voor vele gevallen niet op.

De lage stand van de mark op de wisselmarkt is

voor -de Duitsche uitvoernijverheid alleen vooi’deelig,

wanneer en voor zoover -die ‘depreciatie de depreciatie

van het geld’ in Duitschland zelf overtreft.

Stel het ‘gel’d is in Duitschiand tot
/1e
van zijn

oorspronkelijke waarde verminderd, dan vereischt dus

de productie van eanig artikel 10-maal zooveel mar-

ken als voorheen.. Is tegelijkertijd de wisselkoers op
het ‘buitenland tot 10-maal zijn vroegere hoogte gere-

zen, dan is de toestand voor de Duitsche export-indus-
ti-ie ongewijzigd bleven. De productie kost ‘haar 10-

maal meer marken dan vroeger en de prijs voor het

product in het buitenland te ‘bedingen vertegenwoor-
digt ‘ook 10-maal zooveel marken als voorheen. De

stijgende wisselkoers op zich zelf ‘houdt dus nog niet

in een uitvoerpr’emie.
Deze ontstaat eerst, wanneer de waarde van ‘de

‘munteenheid in het ‘buitenland
meer
gedaald is dan

hinnenslands. Is de waarde van ‘de ‘mark in het ‘bui-

tenland nog slechts
1/10
van vroeger, terwijl de mark

in Duitsc’hland slechts
4/5
van haar ‘oorspronkelijke
waarde heeft ingeboet, dan zal zich de Duitsche ex-
porteur in gunstiger positie ‘bevinden. Het komt er dus voor de Dui.tsche export-in’dustrie niet op aan

hoe
‘hoog ‘de mark in het ‘buitenland staat. Het is er

haar slechts aan gelegen, dat de deprecia’tie van de
mark in ‘het buitenland aan de waardedaling van de

mark binnenslan’ds
vôôrblijf t.
Zoo ook ten onzent: de depreciatie van onzen gul-
den tegenover ‘den dollaT opent ‘aan onze industrie
geenerlei meerdere exportmogeljkhei’d. Daarvan zou

slechts sprake zijn, indien die ‘depreciatie ‘overtrof de
vermindering van de koopkracht van onzen gulden

hier ‘te lande.
Hieruit zijn twee gewichtige conclusies te trekken.
De eerste luidt, dat, willen wij onze expor’tnijver-
heid steunen, wij m’oeten trachten ‘de koop’kracht van
onzen gulden ‘binnenslands te verhoogen, teneinde de
productiekosten te verlagen. Zooals bekend, hangt ‘de
waarde van onzen gulden ‘binnenslan’d’s ‘af van de ver-
– houding van de hoeveelheid ‘hier te lande circulee-
ren’d ruilmiddel (in den ruimsten zin) tot de ‘be-
-‘ h’oefte aan dat ruilnaid-del. Inperking van de hoeveel-
heid circulatiemi-d’delen is dus gdboden.
De tweede conclusie is ook niet zonder belang Zij
luidt, dat verbetering van onze wisselkoersen
zonder

3
da’armede gepaard gaande verhooging van de waarde
van dan gul’den hier te ‘lande ‘onze expert-industrie
zal belemmeren en dus een verbetering van onze hen-
delsbalans zal vertragen. Hiermede is dus het sluiten.
lv-an eene valuta-leening in Amerika om onzen -wissel-
koers ‘op ‘dat land te verbeteren, veroordeeld. Daar-door -toch wordt de koopkracht van den gulden bin-
nenslands niet verhoogd. Mr.
W. C. MEES R.AzN.

Rotterdam, 1 November 1920.

OPMERKINGEN NAAR AANLEIDING VAN DE

LIMBURGSCHE TRAMWEOPLANNEN.

Eenige maanden geleden is een wetsontwerp inge:
diend (No. 519 van de zitting 1919/1920), waarbij de

Ministers van Waterstaat en Financiën zullen worden

1
gemaëhtigd om namens den Staat tot een ‘bedrag van

f
3.750.000 deel te nemen in het maatschappelijk
kapitaal eener op te richten tramwegmaatschappij,

die zich ten doel ‘stelt
10.
den aanleg en de exploitatie
van een net van norm-aalsporige tramwegen in Zuid-
Limburg, voorshands omvattende een 10-tal lijnen
ter -gezamenlijke lenge van pIm. 180 K.M. 2
0
. den
aanleg, -de ‘overneming c.q. na ombouw tot normaal-

958

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3 November 1920

spoor en de exploitatie van andere tra’mwegen en in

verband daarmede staande ondernemingen:

Blijkens den vercleren inhoud van het ontwerp cii
de Memorie van Toelichting wordt het voor aanleg

en uitrusting van bedoeld tra’mvegnet benoodigd

kapitaal geschat op pl.m.
f
15 millioen; de Staat zal

mitedien voor 25 püt. daarin deelnemen; terwijl de

provincie Limburg en de betrokken gemeenten
geza-

menlijk eveneens voor 25 pOt: zullen deelnemen, ‘zal

de andere helft van ‘het aanlegkapitaal ook grooten-
deels, zij ‘het ook indirect door den Stat worden
g.efourneerd, immers hij een nader aan de Tweede

Kamer voor te leggen regeling ten laste worden’ ge-
hracb.t ‘van de .mijn.bedrijven, die uiteraard b.v’. voor
toevoerv
no
mijnwerkers, groot bel nog bij de tot-
standkoming ‘van het net ‘hebben.

Voorts -‘zullen de tramwegen, welke in Midden-
Limburg ‘door ‘de Oen’trale Limburgsche Stoomtram-

weg-Maatschappij en door de Tramwegmaatschappij

Venlo—Maasbree—E[elden worden ‘geëxploiteerd, als-
mede ‘de lijnen die in Zuid-Limburg reeds lang gele-den gec’ocessioneer’d, doch nog niet ‘tot stand ‘geko-

men zijn (Sittard—Heerlen en h[a’astricht—Vaals) in de nieuwe Maatschappij worden ingbracht.

Dit wetsotwerp, dat ‘de ‘vrucht is, van een ‘veel-

zijdig, doch met groote voortvarendheid gevoerd over-
leg (October 1918 werd ‘door den Minister van Water-

staat cciie ,,Oommissie inzake den aanleg en de
exploitatie van tra’mwegen in verband met de ontwik-

keling der ‘mijn-exploitatie in Zuid-Limburg” inge-

steld, October 1919 bracht deze commissie, , die

blijken’s het ‘bovenstaande h’are ‘taak ruim opvatte en

zich niet strikt tot Zuid-Limburg bepaalde, ‘haar

uitvoerig •verslng) met ‘gedetailleerde plannen uit,
Juli 1920 volgde ,het ontwerp, dat, behalve wat de
financieele regeling betreft, ‘geheel aansluit ‘bij het
verslag der commissie) verdient ook in ‘dit weekblad
wel eenige aandacht, niet zoozeer ‘omdat het de tram-

wegvoorziening’betreft van het daaraan zoozeer be-
hoef to hebben-de mijndistrict en das niet slechts van
l’ôcaal belang maar, als alles ‘wat de 1olen-voorz-iening

betreft, ‘van groot gewicht voor ,het gehcele land is,
dan wel omdat
OP
t.ramwegge’hied de Regeeriiig ‘hier
(,em nieuw geluid doet hooren.

Wol is, sedert in 1894 door het Rijk begonnen werd
met ‘het verleenën vian financieelen ‘steun ‘voor den
aanleg van trawegen pl.m.
f
25 millioeii aan rente-
boze ‘voorschotten voor ‘den aanleg van secundaire

spoorwegen gev’otee’ed, doch daarbij werd toch steeds
door de Regeering een afwachtende houding aange-
nemen en liet initiatief aan ‘belanghebbenden overge-

laten.
Dit ‘heeft in zooverre zijn goede zijde gehad dat,
mede tengevolge ‘van den eisch ‘van gelijkheid in opof-
fering ‘van Rijk en Streek ‘al’s voorwaarde voor het
hij wijze van renteloos voorschot, ten laste van het
Rijk te nemen aandeel in ‘de aanlegkosten, bet bouwen’
‘van overbodige lijnen is vermeden, doch heeft ander-
zijds tengevolge’ gehad, dat in ‘ons tram’wegwe’zen
eenheid en ‘stelsel ontbreekt. Een van de meest kenmerkende uitingen hiervan is
de groote ‘verscheidenheid in spoorwijdte en daardooi
in type van rollend materieel, in vervoerscapaciteit

ena. der verschillende, een geljksoortig ‘vervoer bedie-
nende ‘tramwegen.
Zoo zijn bv. de tra’mwegen in Nooid-Brabant alle
aangelegd met een spoorwijdte van 1.067 M., in Lim-
burg ‘daarentegen ‘van 1.000 M.; in Friesland en
Westelijk’ Drente hbhen de tramwegen normaal ‘spoor

(1.435 Al.), in het daaraan grenzende Oostelijk Drente
en Noordelijk Overijssel daarentegen een spdorwijdte’
van 1.067 M.; zoo liggen ‘in den Achterhoek nevens
el’kander tramwegen met ‘spoorwijdten van 0,75 M. en

van 1.067 M.
Al is nu eenheid ‘van spoorwijdte voor de t’ramwe-

‘) Een resumé van dit verslag is opgenomen in No. 7
vai,
de Econ. Berichten.

gen niet dermate al-s voor ‘de ‘hoofd- en locaalspoor-

vegen vereischte, omdat tusschen ‘de onderscheidene

ramwegcomplexen onderling, ‘die toch, in hoofdzaak

liet locaal vervoer hebben te ‘bedienen weinig behoefte

aan ‘doorgaand vervoer Ibestaat, toch’ ligt ‘het voor de
hand, ‘dat eene verscheidenheid als boven aangestipt,

niet -bevorderlijk is voor eene samenwerking ‘of fusie
van de ‘betrokken maatschappijen, te minder ‘om-dat

– de prikkel, die op ander gebied, ‘als ‘bv. in het Spoor-

weg-, het scheepvaart- en ‘het verzekeringswezen iii
le laatste jaren zoo fusi’oneerend werkte,
t.w.
de be-
perking ‘der concurrentie, hier, waar ‘liet maatschap-

pijen betreft, ‘die elk een eigen verkeersgebied 1)0-
db ienen, ontbreekt.

Toch schijnt concentratie en ‘de daaruit voort-

vloeiende ‘besparing van algemeene kosten n’og het,

eenige ‘n:iddel voor vele plattelancistramwegen om u,i t
de -impasse te geraken, waarin dit reeds vôôr’den

oorlog weinig rendabel ‘bedrijf sedert dien is geraakt;

getuige het opbreken van lijnen ‘hier. het staken van
den ‘dienst elders, getuige ook dan :in de laatste jaren

telkens teni’gkeere’nden post op de Sta’atsbegrooting

van eenige miljoenen, ton ‘behoeve van -de-instand-houding en de exploitatie van tra’mwegen.

In No. 1,53 van den jaargâng 191.8 van’dit week-blad

werd reeds op dozen noodtoestand en de oorzaken
daarvan gewezen.

Sedert -dien”is de toestand en ‘zijn ook de -vooruit-

zichten niet verbeterd; de concurrentie -der vracht-

auto ‘bv. ‘is inmiddels heel wat ‘drei’gen’der geworden,
cii. ‘de rentestand is aanzienlijk gestegen.

Het meest gedupeèrcl zijn de sm’alsp,or.ige tram-

wegen, ivaarvan. vele zijn aangelegd’ in’ een tijd, toen
niet alleen van financieelen steun nog ‘geen sprake

was, maar tden de wetgever die tr-amwegen ‘gdheel
overliet aan -de lib- en hedilzucht van allen die over
of op de openbare wegen zeggenschap hadden.

‘Voor vele van die tr’a.mwegen, ‘die op ‘hekrompen

wijze zijn aangelegd en in ‘alle opzichtes aan vernieu-
vi,ng toe zijn, is t-hans geld op de particuliere geld-
markt ‘vrijwel niet verkrijgbaar, de ‘kans ‘dat de spoor

wegmaatschappijen zicli voor deze tramwegen ‘inte-
i-essearen, ‘zooals :dat ton aanzien van normaalsporige
tramwegen meer en meer geschiedt is vrijwel uitge-

sloten en door de ‘streek, die voor- hare ontwikkeling –
veel aan een der’gelijken tramweg heeft te danken,
doch eenigsuins aan hem is ontgr’ooi’d, vorden deze
tra’mwegen veelal eveneens -met den nek aangekeken.
Onmiskenbaar toch gaat de voorkeur, ook voor
tra

mwegen, voor zoover zij althans – niet uitsluitend

voor personenverv’oer bestemd zijn, naar normaal-
spoor; voor Midden- en Zuid-Limburg is thans, naar
wij
zagen tot normaal spoor, zelfs tot ombouw van de
bestaande Meter-spoorwegen besloten, niettegen-
staande hier, met het oog op het ‘smalspooi: dat in de
beide landen, waartusschen deze land-streek geëncla-
,veerd ligt, bij-de tra’mwegen overheerscht voor behoud
van, ‘het smal’spoor, ‘allicht nog meer reden dan elders
bestond; ook op de Ziji’d-I-iolla-ndsche eilanden waar,
als zijnde ‘het achterland van een st-ad als Rotterdam,
-men ‘blijkbaar oorspronkelijk de ‘behoefte aan -door-
gaand vervoer t-ransit Rotterdam niet groot -heeft

geacht, is een sterk streven naar ombouw tot n:ormal-

spoor merkbaar.

in Noord-Brabaut is zelfs ‘met algeheelen voorbij-
gang van ‘de ‘bestaande tra’mwegen een geheel net

van locaalspoorwegen ontworpen.

Zou wordt overal, ook tengevolge van de stijging
dIer bonen, steeds meer gestreefd – naar de -mogelij’k
‘ ]iei’d van doorgaand vervoer ‘over tram- en spoorweg
zonder overlading, temeer daar deze mogelijkheid ook.
de ‘kans op exploitatie van den betrokken tra-mweg
-door den exploitant van ‘het spoorwegnet vergroot. Toch is ‘deze opsiorping van de tramwegen, ‘hoezeer
die exploitatie in ééne han’d met het spoorwegnet
ook voor de -betrokken streek, b.v. op het punt der
tarieven, groote voordeelen biedt, niet in ‘alle deden

3 November 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

959

als een wenschelijke oplossing te beschouwen, en is,
gelijk in het bovenaangehaalde nummer 153 van dit

weekblad werd betoogd, speciaal de invloed, dien daar-
cidor allicht cle spooregexpioitant ook op den aanleg
der tramwegen ‘vork rijgt, minder wenschelijk.

Verre de voorkeur zou het verdienen indien de

gewenschte concentratie ook elders werd verkregen op
cle wijze als tha os in Limburg zal geschieden.
H.

001?LOOSCONJUNCTUU1? iN JAPAN

De thans achter ons liggende wereldoorlog, die

met ‘zijne gevolgen het economisch leven onzer Wes-
tersche landen tot in de grondvesten heeft aangetast,

liet niet na ook aan ‘de andere zijde van ons halfrond

zijn invloed te ‘doen gelden; zulks vooral in Japan;
do igrootmacht van het Oosten.
Talrijk zijn de veranderingen ‘die daar
O
velerlei

economisch gebied plaats vonden, doch een der be-

langrijkste, een oorzaak ‘van vele anderen, is wel cle

wijziging, weHce, gedurende de jaren 1.915 tot en met

1918, in de handelsbalans optrad.
Beschouwen, wij toch cle statistieken der Japansche
in- en uitvor, dan blijkt ons hoe het land sedert 1896
– behoudens eenige geringe expor’toverschotten in de

jaren 1906 en 1909 – steeds in, sterice mate een
import surplus vertoont. l:let totaal hiervan bedroeg v/m. 1896 tfm. 1914 niet minder dan 936 mill. Yen,
nlzoo jaarlijks ongeveer 50 miU. Yen.
Het ‘totaal aan vorderingen, dat liet land in de

jaren v66r den oorlog op het ‘buitenland had, ‘wegens
exporten, ‘voornamelijk van ruwe zijde – een artikel,

dat 30
t
40 püt. van ‘den to’talon export vortet – voor
verrichte transportdiensten door zijne marine ‘of als
gevolg van geidzeiïdingen ‘dooi ‘kinderen des lands in

den vreemde, w’erd geregeld teniet gedaan ‘door meer-
deren import, vooral van ruwe katoen, een artikel, dat
hij ‘den invoer een vrijwel gelijke plaats inneemt a’ls
zijde
bij
‘den ‘export. Bij het hierdoor ontstane dbet
aan het buitenland was ‘dan nog te ‘voegen de ‘ver-
schul’di’g’de rente wegen’s aldaar geplaatste leeningen.

Echter blijkt uit de vrij standvastige wisselkoersen
‘gedu rende ‘clie jaren, dat een soort evenwicht moet
zijn gehandhaafd ‘do’or onzichtbare exporten. Tijdens
don oorlog kwam echter, ‘als reeds gezegd, in ôén en
ander een ‘ommekeer.

Was de handelsbalans over 1914 nog i’n geringe mate passief, hoewel reed’s een belangrijk verschil
met vorige jaren aaritoonende, met de jaron1915 tot
en ‘met 1918, ‘die een totaal exportsurplus van ruim 1.400 mill. Yen geven, veranderde dit ‘geheel en al,

als uit onderstaande cijfers, het verloop over de
laatste 1.0 jaren gevend, moge blijken.

Jaar
Export
(in 1000 Yen)
Import
(‘in

1000 Yti)
Meerdere
Export
(in 1000 Yen)

Meerdere
Jmprt
(in 1000 ‘Yen)

1910
458.429
464.234

5.805
1911
447.434

.
513.806

66.372
1912
526.982
618.992

92.010
1913
832.460
729.432

96.971
1914
591.101

,
595.736

4.634
1915
708.307
532450
175.857

1916
1.127.468
756.428 371.040

1917
1.603.005
1.035.811
567.194

1918
1.962.101
1.668.144
293.957

1919
2.098.873
2.173.460

74.587

Verschillende factoren droegen tot dere verande-
ring bij.
Allereerst ‘de groote vraag naar goederen van aller-lei aard voor leger, vloot en bevolking der oorlogvoe-
tende naties, landen, waar productieve krachten in
grooten getale aaii de voortbren.ging waren onttrok-
ke,i’i, wij’clnrs de gelegenheid ‘voor den J’apanschen han-
del en industrie tot liet verwerven ‘van afzetgebieden
in streken waar het ‘tot dusverre niet was- gelukt
mededingers op zij’de te dringen. Ook ‘de stijging der
zilverwaarde en daardoor vermeerdering dci Icoop-

kracht i,n Oostersch’e landen, vooral Ohin’a, ‘dat stèeds

een zeei belangrijk ‘deel van den Japa’nschen export
tot zich trekt, deed zich gelden, terwijl ton slotte niet
oi’ivermel.d mag blijven het steeds in meerdere mate

verrichten van transportdiensten door de Japa’nsciie

ko’opvaardijvloot ‘ten behoeve van de Geallieerde oo-
iogv’oerede mogendheden.

Dit alles moest we] in ‘sterke mate zijn invloed ‘doen
gelden op ‘de betalingsbalans ‘van het land ‘en edel

metaal, in het bijzonder goud, ‘is in die jaren’ naa
Oost-Azië gestroomd. Vooral uit ‘de Vereenigde Sta-

ten van Amerika, vonden talrijke goudzendingen
plaats, in de jaren 1.916 en 1917 resp. ruim 50 en

338 mill. Yen. In ‘totaal bedroeg ‘liet import surplus

aan edel ‘metaal dver de jaren 1910 t/m. 1918 ruim
295 milI. Yen, welk bedrag zeer zeker nog grooter
af,me’tin.g ‘zou htbben aangenomen indien niet”de in
Engeland en in 1,918 ook in ‘de Vereonigde Staten
ui’tgevaardigde verboden van goudzendingen dcii

invoer ‘hadden belemmerd. Toen dit de wisselkoersen,
in de war ‘dreigde te sturen ‘en daardoor ‘den steeds
toenemenden ex porthandel zou’ ‘henadeelen werde
ti
buitenlandsche ‘vorderingen, oorspronkelijk ‘door cle

privaathanken, later ook, namens ‘de Regeering, door –
dc i3au’k ‘van Japan
OP
gunstiger’ koersen, ‘dan b’j
normaal verloop; van ‘den handel ‘het geval zou zijn
geweest, overgenomen. Langen ‘tijd ‘maakte het Rijk

een tijd van ongekeud’en ‘voorspoed’ ‘door, waarin alle klassen ‘der .Japansche aarnenleviiijg deelden, ‘handel
en industrie ‘door dd steed’s vermeerdorende vraag
naar goederen, ‘de landbouv ‘dooi’ hiritenlan’dsche prijs-
stijging van voedingsmiddelen, waarmede ‘die in het

binnenland ‘vrijwel geljken, tred hield, de arbeiders-
klasse ‘door groote behoeften aan werkkrac’hten, ‘den
geregeidren arbeid en ‘het vele overwerk, de scheepvaart
door het gebrek adn scheepsruim’e in andere landen
en cle ho:oge vrachtenmarkt.

Alles hielp, als in onze Westersehe landen mede
de prijzen op te zetten en vele meenden, dat thans
voor ‘.Japan een keerpu’nt in ‘de geschiedenis was aan-
gebroken en de voorspoedige stand van zaken geen
keer ‘meet zou nemen.
Prijzen stegen ‘omdat verder e prjastijgiug word Ver-
wacht, ‘bestaande ondlernemi.nigen werdlen uibgebreid of

verbeterd, talrijke nieuwe opgericht en in welke sate
i’ndust.rieele ‘oxpansib plaats vond bleek uit een onder-
zoek ingesteld door het Jnpansche .1)epartemen.t van
Landbouw ‘en Handel, w’aaronit;re’nt ‘mededeeling
voorkomt in , de ,,I’ndi’sc’he Mercuur” ‘van 2.3 Mci,
1.91.9.

Deze schrijft

,,Er ontstonden i,iiet minder ‘dan
14000
nieuw’s fabrieken
en groote werkplaatsen, waarin
440
millioen Yen kapitaal
is gestoken en in totaal
270.000
‘werklieden ‘hun ambacht
uitoefenen; bovendien breidden
5000
bestaande ‘fabrieken
zoowel ‘kapitaal als installaties uit niet
360
miIl,ioen Yen
en
160.000
werklieden. In het geheel werd in de laitste
vijf jaar
800 ntillioen Yen voor verbeteringen in bestaande
installaties gebruikt eu mag veilig gerekend worden op
een ui’breiding van ‘cle fabrieks’werklieden met
440
duizend
Ijian, waarvan
253
duizend werkzaam in geheel uicuwe
iudustrieele ondernemingen en
196
duizend voor uithrei-
– ding.”

Dat bij zulk eeii ontwikkeling liet geld’- en ‘bank-
wezen ‘niet kon achterblijven is’ ‘vanzelfsprekend en wij zien ‘dan ook tijdens den oorlog in Japan een be-‘
lanigrij’ke inflatie ‘van de ruilmid’delen. Het bedrag
aan biljetten ‘van ‘de Bank van Japan in omloop steeg
van ult. December 1,914 to’t uIt. December 1918 van
385.589.000 op 1.144.739.000 Yen (1919 1.555.100.000
rYen); specie in circulartie’ van 1.71.526.000 op
206.093.000 Yen, terwijl ‘wijders, ter voorziening in cle
behoefte aan pasmuirt, ‘uitgifte van ‘klein papier,
respectievelijk ‘van 50, 20 en 10 sen, plaats vond tot
een bedrag, ‘dat eind 1918 de respectabele ho:ogte van 91.210.000 Yen had ‘bereik-t. Alzoo een ‘totale uitzet-
ting van het ruilmid’del van 557.115.000 op
1442.042.000 Yen, d.i. met ‘259. pOt.

960

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3 November 1920

Vermelding verdient echter het feit, dat vorenbe-

doelde uitbreiding van de biljettenuitgifte niet is

geschied ten koste van de gouddekkinig, als onder-
staande cijfers het verioop van ‘biljettenuitgifte en

gouddekking sedert 1890, aangevende, ons doen zien.

Biljetten circulatie en metaaldekking van de Bank van Japan
van
1890
tot en met
1919.

Jaar

Bedrag ‘!’

Metaaldekking

010
(31
Dec.) (in

(in 1000
Yen)

Metaaldekking

1890
102.932 44.622
43,3

1891
115.735
63.178
54,8
1892
125.843
81.158
64,5
1893
148.633
85.929
57,8
1894
149.814 81.718
54,5
1895
180.337
60.371
33,5

1896 198.314
132.730 66,9

1897
226.229
98.261
43,4

1898
197.400
89.570
45,4
1899
250.562
110.142
44,0
1900
228.570
67.349
29,5 1901
214.097
71.358
33,3
1902
232.094 109.119
47,0

1903
232.921 116.962 50,2

1904
286.626 83.581
29,2
1905
312.791
115.595
37,0
1906
341.766
147.202
43,1

1907
369.984
161.742
43,7
1908
352.734
169.505
48,1

1909
352.763
217.843
61,8 1910
401.625 222.382
55,4
1911
433.399
229.154
52,9

1912
448.922 247.023
55,0

1913
426.389
224.361
52,5

1914
385.59
218.237
56,6
1915
430.138
248.418
57,8
1916
601.224
410.519
68,3

1917
831.372
649.618
78,1

1918
1.144.739
712.925
62,3
1919
1.555.100 951.976
61,2

De
ontwikkeling van
het totale ‘bankbedrijf
(waar-

onder
behalve de Bank
van Japan en de z.g. speciale

banken, t.w. de Yokohama’ Speciebank,
•de

Hypo-

theekbank van

Japan
met de daaronder
ressortee-

rende
46

gewestelijke
banken voor Landbouw en
Industrie, de In’dustriebarek van Japan en deKolo-

niale
banken,

respect.
van

F’ormosa, Hokkaids en

Korea,
ook d’e spaarbanken zijn begrepen,
was dien-
overeenkomstig als uit het onderstaande moge blijken.

Ontwikkeling van ‘het totale bankbedrijf.

jaar
1
Aantal
Maatsch.
Kapitaal
Gestort
Kapitaal
Reserve-
fonden
1

Depo.
sito’s
Voor-
schotten
(op
1

San.
ken
(in 1100
(in lOCO
(in 1000
1

(in

1000,
(in 1000
31
Dec.)J
Yen
Yen)
Yen)

,
Yen)
Yen)

1914
2155
932.425 645.297
236.926
2.312.747 2.870.720

1915
2151
949.303
851.237
255.146
2.796.841
3.079.428

1916
2143
977.877 677.508
273.613 13.816.476
3.958.617
1917
2114 1.152.595
775.771
296.615 5.703.553 5.322.448

1918
2106
1.238.7861846.265
319.676 6.988.910 6.212.015

Hen die de partieele ontwikkeling van de diverse

banken interesseert zal onderstaande specificatie uit-

sluitsel geven.

Groei van het Japansche Bankwezen sedert
31
Dec.
1914.

I

I

– –
Ial

1
1
I

.

TijdstipII
.
5101
11
0)
1

I-c-
1

Bank van Japan
(Nippon-Ginko)

31/12 ’14

60.000 37.500 29.205 117.708 109.385
31/12 ’18

60.000 37.500 33.285 991.537 598.656

Yokohama Specie-Bank
(Yokohama-Shoki n-Ginko)

31112 ’14

48.000 30.000
1
20.085 180.891 105.613
30/6 ’19 1100.000
1
48.000 28.000 535.370 405.562

Hypotheekbank van Japan
(Kaugyo Ginko)

31112 ’14
1
40.000
1
25.000
1
4.676
1
4.182 205.040
1
177.479
31112
1
18

40.000 27.492
1
8.670
1
11.750 239.840 231.519

Banken voor Landbouw en Industrie
(Noko Ginko: totaal
46)

31/12 ’14 47.720 43.432 17.320 33.496 143.757 82.203
31112 ’18
1
65.500 55.510 32.276 67.186 188.241 115.852

Industriebank van Japan
(Kogyo Ginko)

31/12 ’14 , 17.500 17.500

1.776 16.576 60.849

58.689
31(12 ’18

30.000 26.872

3.173 73.121 135.968 197.618

Bank
van Formosa
(Taiwan Ginko)

31/12 ’14

10.000

8.750

3.790 54.187 54.391
30/6 ’19
*30.000
27.500 6.530 517.347 547.251

Bank
van
Hokkaido(Hokkaido Takushoku Ginko)

31/12 ’14 5.000 4.500 1.384 9.401 26.398 19.747
31/12 ’18
1
10.000
1
6.250
1
2.253 28.552 53.070 28.296

Bank
von Korea
(CbosenGinko)

31112 ’14

10.000 10.000

240 17;599 23.455
30/6 ’19 40.000
1
30.000
1
4.218 1185.635 1114,478

Gewone
Banken (1914-1593; 1918-1389
in aantal)

31/12 ’14 575.375 401.201 132.288
1
1.519.7601 1.713.770

31112 ’18 711.506 470.808 150.996 3.806.053 3.456.247

Spaarbanken (1914-658; 1918-665
in aantal)

3
1/12 ’14 1128.830 77.413
1
26.400
1
376.066 291.770
31112 ’18 1243.781 154.833 56.064 1.084.834 786.339

*) In de, op
1-9-’19
gehouden Algemeene Vergadering is
verhooging tot
60
millioen Yen voorgesteld.

Dat van de oploopen’de conjunctuur ook door den

minderen man is geprofiteerd blijkt, behalve uit de
aangroeiing d’er deposito’s van de Spaarbanken even-
eens ‘duidelijk uit de verslagen ‘der Rijkspostspaar-

ban’k. Hierbij toc’h steeg van 31 Maart 1914 tot 31

Maart 1918 het aantal ‘deposanten van 12.028.000 ‘op
15.001.000, het totale bedrag der spaarpenningen van

189.107.000 op 437.472.000 Yen.

Vooral heeft
tijdens
den wereldoorlog het Japan-

sche bankwezen er zich op toegelegd dare internatio-

nale financieele positie ‘te versterken en werd het
aantal ‘branches i•n het lbuitenland en onze Oost-Indi-
sche 1ezittingen belangrijk uitgebreid.

Bjnnenslan’ds esto’nd tusschen de diverse banken

echter langen tij’d een heftige rivaliteit, inzake het

tot zich trekken van depôts, ‘met alle ‘inconvenienten
van ‘dien, een euvel d’at eerst eind December 1918 een

einde nam. Als gevolg van ‘bemoeiïngen van de zijde
van Regeering en Bank van Japan kwam toen tus-
schen de voornaamste banken van0 Tokyo een overeen-
komst tot stand, waarbij een uniforme rentevoet van

5,5 pOt. voor deposito’s op langen termijn werd vast-
gesteld. Spoedig werd ‘dit voorbeeld daarop te Osaka,
Yokohama, Kobe en andere gro’ote steden gevolgd; ech.ter sc’hijnt in de practij’k ‘hiervan ‘meermalen te
zijn afgeweken.

Gold het echter een optreden tegenover het bui-
tenland, als bij plaatsing van ieeningen in. het Rijk
door de strijdende mogand’heden, dan werd eendrach-
tig front gemaakt, hetzij die le&ni.ngen ‘dienden tot

betaling van gedane leveranties, voornamelijk van
munitie, tot regeling .der wisselkoersen of strekten’
to’t financieel’e huipverleenting. Het totale ‘bedrag der

l’eenin.gen do’or Japan aan de Geallieerden verstrekt
of gegarandeerd bedroeg, eind 1918, bij benadering 735
millioen Yen, terwijl wij’ders een ‘bedrag ad 270 ‘mil-
lioen Yen aan ‘schatkistbi’ljetten ‘der oorlogvoerende
mogendheden werd ‘opgekocht en voor 315 miii. Yen
aan aa’ndeele’n en obligaties van Japansche ‘onderne-
mingen in vreemde handen werd teruggekocht ‘of af-
gelost; alzoo een totaal ‘bedrag vormend van 1.340

millioen Yen.
Ongetwijfeld heeft dus Japan, ‘ofschoon zelf tot de
befligerenten behoorende, van den oorlog een welda-
digen invloed op zijn economischen toestand onder-

vonden.
Echter aan allen voorspoed konit.’eenmaal een ‘eind,
zoo ook in het Land van de Rijzende Zon.
Het sluiten van ‘den wapenstilstand, in November
1918 noopte reeds spoedig talrj’ke ondernemingen, in
het bijzonder vele der onder de bijzondere omstandig-
hed’en van de oorlogsjaren tot bloei gekomen bedrij-ven, hunne werkzaamheden te beëindigen. Voor ver-

1
3
November
1920

ECONOMISCH-STATISISCHE
BERICHTEN

961

schillende banken, die in de achterliggende periode

meermalen zeer lichtvaardig credieten hadden ver-
leend, was dit een waarschuwing om voortaan beza-

digder te werk te gaan en ging het meereiideel er toe
over hunne verstrekkingen van gelden op langen ter-

mijn te beperken.

Echter de hevige reactie toen reeds door velen
verwacht bleef uit en spoedig schenen gcheurtenissen

de optimisten, die bloei en voorspoed ook na de oor-

logsjaren hadden geprofeteerd, in het gelijk te stellen.
Op de tijdelijke inzinking t9ch volgde begin 1919

een periode van wilde speculatie, die bijna een jaar
aanhield, andermaal de prijzen omhoog dreef en tal-

rijke nieuwe ondernemingen in ‘het leven riep. Lag
aan de commercieele en industrieele expansie tot

eind 1918 een vraag naar goederen ten grondslag bij

uitbreiding en oprichting van de ‘bedrijven in den
loop vn 1919 zat vooral het motief voor van de prijs-

fluctuaties
te
profiteeren.

Als hoofdfactor hiervan is wel te beschouwen de
bijna niet te bevrodigen vraag naar ruwe zijde, vooral

uit de Vereenigde Staten, waardoor de prijs van dit
artikel in den loop van het jaar bijna verdrievou-

digde.

Ook hier mogen eenige cijfers, ontleend aan het

,,Bulletin Mensuel” van het ,,Instituut International
de Sta.tistique” van Aug. I.I. dit nader toelichten.

Prijs van Japansche Ruwe Zijde

Jaren
te New York

In $ per pound
I
Index cijfer

1901-1910
1911 1912
1913 1914 1915 1916 1917 1918

1919

Januari …………..
Februari …………..
Maart …………….
April …………….
Mei………………
Juni………………
Juli ………………
Augustus ………….. September …………
October…………..
November …………
December…………..

1920
Januari ……………
16,97

429
Februari ……………
14,06 .

355
Maart ……………..
13,00

328
April

………………
9,51

240
Mei ……………….
6,30

159
Juni ……………….
6,45

163
Juli ……………….
4,81

116

In totaal bedroeg •de export over 1919 van dit

artikel niet minder dan bijna 624 mill. Yen.
Het was •de landbouwende stand in het bijzonder,
die van de gunstige marktpositie de vruchten plukte.
Zijdecultuur toch is een zijner belangrijkste neven-
werkzaamheden, een bezigheid waarin het gansche ge-
zin medewerkt. Tijdens de voorafgegane jaren had de
Japansche boer, evenals zijn bedrjfsgenooten in en-

‘dere ‘landen, op ontzaglijke wijze geprofiteerd van
de ‘hooge prijzen der voedingsmiddelen, terwijl zijn
onderhoudkosten – waar hij met zijn huishouding
vrijwel een zelfgeno’egzame eenheid vormt – niet in
die belangrijke mate als’ voor den stadsbewo’ner waren
gestegen. Bij de reeds in die
tijden
bespaarde belang-
rijke bedragen ‘kwamen nu de groote winsten op zijde

gemaakt.

De ruime vlottende middelen hierdoor te zijner be-

schikking staande en de groote dividenden door onder-

nemingen van allerlei aard uitgekeerd verleidden ook

den Japanschen boer tot specuJatie en velen ontpopten
zich ‘begin 1919 als hevige ,,haussiers”. In het alge-

meen een conservatief en omzich’tig element vormend

zouden velen zekere belegging ‘boven speculatieve
fondsen hebben verkozen, ‘doch de gering ervaring
maakte het hen onmogelijk een grens tussehen ‘beide

te trekken.

Hoewel niet met juistheid is te bepalen welk deel

door landelijke en door
stedelijke
bevolking ter beurze

werd verhandeld is toch met zekerheid te zeggen dat
de eerste een ‘belengrjken factor hebben gevormd bij

het handhaven van den speculatieven ,;boom”. Agent-

schappen van commissionnairs in effecten in de

meest afgelegen plaatsen opgericht dreven nog uit-
stekende zaken. Een dobbelzucht, grooter dan in de
achterliggende krijgsperiode, had een belangrijk deel

der ‘bevolking aangegrepen. Wel deden vooraanstaan-

de fi.nanciers in d’en loop van 1919 meermalen luide
hunne waarschuwende stem hooren, doch werd hier-aan geen of weinig aandacht geschonken.

Zelfs leidende bladen als de Jiji Shimpo en de
Ohug’ai Shogyo zagen begin van dit jaar de toekomst

nog ‘optimistisch tegemoet.

Doch reeds spoedig kwam een einde aan de groots

zijde-aankoopen tegen elken prijs voor de Amerikaan-
sche markt en 2 Febr. 1.1. viel te Yokohama de
exportprijs i’n bedenkelijke mate. Dit nu is als het

begi.n van ‘het einde
te
‘beschouwen. Vele begonnen

thans de teekenen des tijds te ‘begrijpen, de komende
dagen minder rooskleurig te ‘beschouwen en werden fondsen evenals achtergehouden voorraden in steeds
toenemende mate op de ‘markt gebracht.

Op 7 April •d.a.v. brak te Osaka de crisis los en

was de Masuda’bank aldaar,
tijdelijk
niet meer in

staat hare verplichtingen na te komen. Slechts aan
de krachtige huipverleening van ‘diverse ‘banken daar
ter plaatse, onder leiding van het ‘bijkantoor van de
Bank van Japan, was het te danken ‘dat zij, na oenige
uren, have deuren weer gedeeltelijk kon openen.

Een paniek had zich echter van de fondsenbesit-
ters meester gemaakt, alles werd op de markt gegooid
en om verdere debacle te voorkomen werden ‘de effec-
tenbeurzan te Tokyo, Osaka, Nagoye e.a. steden voor

eeni,ge dagen gesloten.
Bij opening ‘op den iSden bleek men evenwel nog
niet van ‘den schrik bekomen. Opnieuw volgde een
hevige koersdaling, ‘die zich ook op ide goederenmark-

ten deed gevuelen
en
15 April werden de ‘beurzen
andermaal gesloten om niet voor 15 Mei weder te

worden geopend.
Thans bleek ‘ten volle de ongezonde financieele po-
si’tie van het land en het totaal bedrag door specu-
lanten in die •dagen verloren wordt door financieele
autoriteiten op niet minder ‘dan 2.000 millioen Yen
geschat.
Zoo ernstig was de situatie dat de Tokyo Asahi
Shi’mbun, medio April schreef: ,,Financieele kringen
verkeeren momenteel in zulk een toestand dat ver-

ergerilig niet mogelijk is.”
Zeer gevoelig deed zich ook de terugslag in tal-
rijke industrieën gelden en meerdere ondernemingen
zoowel in Japan zelf als in Korea, werden voor kor-

teren of langeren
tijd
gesloten.
Geleidelijk kwamen echter de gemoederen weer tot
kaimte en bezinning, ‘doch eind Mei volgde een
nieuwe instorting, toen als gevolg van geleden ver-
liezen d’e 74e (Mogî)ban’k en de Yokohama Spaarbank
hare betalingen moesten staken.
Bijna alle Yokohama-
banken waren hierbij financieel betrokken, sommigen
werden in den val medegesleept, en reeds den volgen-
den dag ‘deden zich de ‘nadeelige’ gevolgen weder op de
beurzen gelden ‘door scherpe daling van effecten-
koersen.
Hiermede is Japan een periode van hevige de-
pressie ingetreden en een ziekteproces aangebroken,

3,96

100

3,47

88

3,45

87

3,64

92

3,69

93

3,32

84

4,87

123

5,49

139

8,27

158

8,88

224

5,67

143

5,77

146

6,06

’53

6,64

168

7,66

194

9,60

243

9,75

246

8,83

223

9,51

240

11,06

279

12,37

312

13,63

344

‘962

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3 November 1920

dat, na ‘het uit de krachten groeien tijdens den oorlog

moet worden doorgemaakt. De arbei.’dersldasse zal,

door toenemende w’erk]ooshei.d,
in
‘bed iudende mate
clan na’deel.igen invloed ondervinden, zoowel gezonde
bedrijven als spcculat-ieve ‘ondernemingen zal het tref-
fen en velen hiervan zullen den storm niet kruinen
weerstaan.

Ontegenzeggelijk is ‘de toekomst van het land verre
van rooskleu Lig, misschien ‘zal veel van het
tijdens
den
oorlog verworvene wederom moeten worden prijsgoge-
van, do611 slechts door
deze
reactie zal een gezonder

toestand, waarbij handel en industrie op hechter
basis
i’s
gegrondvest, kunnen ontstaan.

Moge deze voor het La’d van de Rijzende Zon in
een niet te v er ‘verwijderd verschiet liggen, dan toch

eerst zal met juistheid hare’ conimercieele en indu-
strieele Ibeteekenis kunnen blijken en
zij
in staat zijn
haar aandeel bij te dragen tot wederopbloei van, het

economisch leven.
J.
STROOMBE,RG.
Don Haag..

DE RESOLUTIES DER BRUSSRIJSCHE CON-

FERENTIE.

JO

Iv.

Na de reds afgetlruk.te resoluties dci Commissies
voor ‘de Intmna’ti’ona’le Credieten, voor het Geidwezen
en de Wisselkoersen en voor dn Lvternationale’n

Handel vol gen ‘hieronder tei:i islotte nog de

BESOLU’VTRS ‘DER COMÎvIÏSS.[E VOOR DE O?RN]lAB’l’

.1 [NA.N CTEN.

1.

Negen en dertig naties hebben achtereenvolgens een
overzicht van hun finannieelen toestand aan de Interna-
tionale FinancieelConferentie voorgelegd. Het onderzoek
dezer overzichten doet ‘den grooten ernst van den algemee-, nen toestand, waarin de openbare financiën intde wereld en,
in ‘t ‘bizonder in Europa ziçh bevinden, naar voren komen. Hun beteekenis kan ‘a’dus kor’t igeformuleerci worden, dat
drie vierde ‘der op deze Conferentie vertegenwoordigde sta,
ten en elf twaalfde ‘der Europeeseh landen een budget-defici t
over het .loopende jaar voorzien. De publieke opinie is in
hooge mate voor dezeri toestand verantwoordelijk. Het
nauwe veiband tussdhen deze ‘tekorten op de begrootingen
en de hooge koeten van levensonderhoud, die zooveel lijden
en onrust in de wereld veroorzaken, iwordt verre van alge-
meen erkend. Bijua elke Regeering wordt gedrongen tot.
nieuwe uitgaven, voor een groot deel ‘ten bate van verzach-
tende maatregelen, die het kwaad, waartegen zij gericht
zijn, juist nog verergeren. De eerste stap, clie genomen moet worden, is de publieke opinie in elk land er toe te
brengen zich een juist beeld ‘te vormen van de essentieele
factoren, die cle situatie beïnvioeden en vooral van de nood-zakelijkheid de openbare financiën weder een gezonde basis
te geven als voorbereidende maatregel tot de uitvoering
van die sociale hervormingen, die de wereld eischt,

II.

De openbare aandacht moet vooral gevestigd worden op
het feit, dat prijsdaling en herstel van welvaart afhanlçe-
lijk zijn ,van een toeneming der productie en dat ‘het voort-
durend ovei-sehrijclen van de stantsuitgaiven door ide in-
komsten, tot uiting komend in de tekorten op de begroo-
tingen, een dei- meest ernst.ige ‘hinderpalen is voor zooda-
nige productievermeer’derin’g daar het vroeg of laat de
volgende consequenties met zich zal brengen:
verdere inflatie van crediet en geld;
1.
vei-‘(lci-e depreciatie ‘van cie koopkracht van (Ie lands-
flUl 1)
t en n’og grooter sçhommelin’gen der bui’tenlandsche
wisselkoersen;
verdere, stijging der prijzen en van de kosten van levens-
onderhoud.
– Het land, dat’ de politiek van begrootings-tekorten aan-
vaardt, bewandelt het gli’bberige pad, dat naar een alge-
,heele ruïne leidt; om dezen weg to ‘kunnen yerlaten is geen
opoffering te ‘groot.
Het is daarom dringend noocizakolijk, dat iedere regee-
ring als eerste fiiinnc,ieele en sociale hervorming, waarvan
alle ‘andere afhangen:

• (. haar -gewone terugkeerendc uitgaven’ ‘beperkt’ (den
dienst der Staa-tsschuid inbegrepen) tot zulk een bedrag als gedekt kan worden door cle gewone inkomsten; •
haar ‘beyapenings-uitga-ven drastisch verlaagt, vom-

zooverre zoodani’ge verlaging iii ovci’eonstemmin’g të ‘hi’en-
gen is met cle zorg voor dc nationale veiligheid;
c.
ophoudt iiiet alle iinprodiictieve buitengewone uit-
gaven;
(l_ zelfs pi-oductieve buitengewone uitgaven beperkt tot
het kleinst mogelijke bedrag. –

De Opperste Ritaci dec

Geallieerde Mog

endhedeu vecklani-
de in zijn verklaring van S klicact
i)
, dat de legei-s zou-
den worden teruggebracht tot vredessterkte, da,t de bewa-
pening beper’kt zou worden tot het iaags,t mogelijke cijfer,
dat nog met de nationale veiligheid in overeenstemming
te brengefi was en dat ,de Volkenbou’cI zou worden uitge-
noodigd zoo spoedig mogelijk voorstellen tot dat doel te
overwegen”. De overzichten aan de Conferentie voorgelegd
toonen, dat gemiddeld 20 pCt. der nationale uitgaven nog
geschiedt ten bate der, handhaving dec- bewapening en voor
oorlogstoeei-eidselen. De Conferentie weuscht met den
cutersten nadruk te verklaren, dat de toestand van de
wereld deze uitgaven niet gecloogt. Slechts door een open-
hartige politiek van weclerzijdsche samenwerking kunnini
cle naties hopen hun oude veIvaai-t teiu’g te ki-ijgen en om dit ‘doel te bereiken ‘moe’teii alle hulphronnen van elk land
gebruikt worden voot- strikt pr’oductieve doeleinden.
in verband hiec-mede wijst de conferentie ‘den Raad van
den Vol’kenibond ernstig op de wensohelijk’heid dadelijk met
cle verschillende betrôkken Regeeringen te confei

eeren, met
het doel een algemeen over’eengekomen vei-rnindering van
den verpletterenden last te verkrijgen, die
01)
hun huidige
snhbal de bewapeningen nog leggen op de i’ei-arinde volken
der wei-old, waardoor hun -hulpbroninen vordlen on’dermij ad
en ‘hun herstel van cle verwoestingen ‘van den oorlog in
gevaar woi-dt gebracht. De Conferentie hoopt, dat’de Raad
van den V’olkeffibond, die spoedig weec

‘zal vergaderen, tot
dit doel een energieke a,dtie zal voeren.

IV:

Terwijl de conferentie de practische moeilijkheden erkent, clie liggen op den weg eener onmiddellijke actie, beschouwt
zij het als mogelijk, dat ieder gouvernement zoo spoedig
mogelijk alle oneconomi sehe en kunstma’tige ‘maatregelen ophef t, ‘die de» juisten economisehen toestand voor de be-
volking verbergen. Zulke maatregelen sluiten in:
a. ‘het kunstmatig goedkoop houden van brood en
andere levensmiddelen en van steenkoo’l en andere grond-
stoffen, door hen beneden kostprijs aan het publiek te ver-
koopen en het geven van werk.loosheiclsuitkeeriiigen van
een zooclanig karakter, dat de wei-klust er door wordt
geclen oraliseer’cl in plaats van aa’ngewakkec-d;
‘In
het ‘handhaven van spooi

weg’tarieven, posttarieven en
vergoedingen voor andere gouvernementsdiensten op ccii
basis, clie onvoldoende is om de kosten dec- ‘bewezen dien-
sten te dekike,,, ja.ai-lijksehe’ kapitaallasten inhegi-epen.

V.

Voor zoovei-i-e -het, nadat alle pogingen in ‘het wei-k zijn
gesteld, onmogelijk blijkt, de uitgaven te ‘brengen binnen
de grenzen ‘der -bestaande inkomsten, ‘moeten niemve belas-
tingen worden ingevoerd om het tekort te dekken, en dit
proces moet ondanks alles worden doorgezet, totdat de in-
komsten minstens voldoende zijn om het ‘volle bedrag ,dei
gei-egel’cl tei-ugkeei-ende ‘gewone uitgaven te ‘dekken. De Conferentie ‘is van opinie, (lat de betrekkelijke croordeelen van de verschillon,d» middelen, welke ‘mogelijk zijn de in-
komsten van den staat te vei

‘grooten, ‘hetzij ‘dooi- directe
of indirecte belastingen, hetzij door een -heffing in 66ns,
(welke zal dienen ‘tot aflossing van staatssehuld), afhangen
van ‘cle bizondere economische omstandigheden in ieder land
en ‘dat dientengevolge ieder land voor ziohzelf een besluit
moet nemen ten aanzien der methode, welke -het beste past
bij zijn interne economische structuur.
Wanneer bovenstaande beginselen aanvaard en toegepast
worden, zullen ieeuingen voor do geregeld ‘terugkeerende
gewone uitgaven ‘niet ‘meer vereischt zijn en zeil leenen vooi-
dat doel moeten ophouden. In eeii aantal landen echter
moeten, hoewel de gewooe lasten ge’dekt zijn dooi- inkom-
sten, -tegenwooi

dig gi-oote ‘buitengewone kapitaalsuitgaven
gedaan wonden. Dit heeft weer in ‘t

bijzonder betrekking
op die landen, welke verwoest zijn tijdens den oorlog en
vier m-econstructie–kosteu onmogelijk gevonden kunnen
woc-clen uit de ‘gewone inkomsten. Het ‘hei

stel der verwoeste
streken is ven overwegend ‘belang ‘voor ‘den terugkeer tot
normale economische omstandigheden en leeningen voor dat
doel zijn niet slechts onvec-mijdelijk, maar gerechtvaardigd.
Doch met het oog op ‘het kapitaal-tekort zal het moeilijk
zijn de beschikking te verkrijgen over ‘cle benoodigde bedra-

1)
Zie .pag, 219 van dezea jaargaug.

3
November
1920

ECONOMiSCH-STATISTISCHE
BERICHTEN

963

gen, zelfs voor dat doel, en ‘het verdient aanbeveling alleen
de meest dringende planiien onmiddellijk naar voren te
brengen.

De methode gevolgd bij de uitgifte van leeningen is van
niet minder heteekenis dan Ide doeleinden waarvoor zij be-
stemd ‘worden. In de toekomst moeten de leeningen, ver-eiseht wegens dringend noodzakelijke kap.itaalsuitgaven,
afkomstig zijn uit dc werkelijke besparingen der bevolking.
Maar deze bespai-ingeui zijn a.hw. verpand voor verscheidene
jaren in de toekomst; door de credieten geschapen gedu-
rende den oorlog en •de eerste stap, ‘leidende naar het ver-
krijgen van nieuw’ geld, moet zijn het fundeeren van cle
nog loopende vlottende schuld, die de markten drukt.
Deze beginselen zijn zoowel van toepassing op leenen bin-
nen- als ‘buiten.sla’nds en met betrekking tot dit laatsto wil
het ons voorkomen in ‘het belang van de credi’teui–staten
te zijn, ‘zulke faciliteiten te verleenen als mogelijk is, om
de debiteur-staten in staat te stellen zoo spoedig mogelijk
hun vlottende schuld te consolideei-en.

Ten einde z,ich ‘van de publieke belangstelling te verzeke-
ren is ‘het essentieel zoo groet mogelijke puibliciteit te geven
aan den toestand der openbare financiën van ieder land.
De Conferentie is daarom van meening, dat het reeds
door liet secretariaat in zijn vergelijkende studie deu

open-
bare financiën verridhte werk behoort te ‘worden voortgezet
en zij geeft in oveeweging, dat de Raad van den Volken-
bond al zijn leden en alle op ‘deze Conferentie ‘ertegen-
wooi’digde naties zal verzoeken, ‘hem regelmatig niet alleen
1-amingen en definitieve bndget-cijfers te verschaffen, maar
ook een halfjaarlijksoh overzicht der werkelijke inkomsten
en uitgaven. Tezclfdei- tijd behooit er bij de landen op
aangedrongen te weiden zoo volledig mogelijke inlichtingen
te verschaffen met betrekking tot het bestaande belasting-
stelsel en alle wenken te geven, die aan iederen staat ve,,
nut schijnen voor ‘de finaucieele opvoeding van de publieke
opinie der wei-elcl.
Met behulp van de aLdus verkregen inlichtingen zou de
Volkenboncl iii staat ‘gesteld iiju periodieke publicaties voor
te bereiden, waarin de financieêle positie van ‘vei-sohillende
landen dci

wereld vergeleken wordt en de verschillende
rigeet-ende helastiuig-stelsels vei-duidelijkt worden.

Ix_

De Conferentie is van meening, ii1at cle nauavgezette toe-‘
passing van de hieiboven uiteengezette ‘beginselen de nood-t
zakelijke voorwaarde is om (te openbare financiën weer;
op een gezonde basis te plaatsen. Een land, dat het er niet
zoo spoedig mogelijk op aanlegt ‘te ‘komen tot ‘de uitvoering
van deze beginselen, tzhl iedere ‘hoop op herstel dienen te
laten val-en. Om de regeel-ingen evenwel in staat te stellen,,
deze beginselen toe te passen, moeten alle klassen der bevol-
king hun aandeel Ibijdraigen. De industrie moet zoo georga-,
hiseerd worden, dat een maximuuipi

oduotie door de arbei-
ders ‘bevordei-d wordt, ‘daar alleen idoor zooclanige productie
de arbeid in ataat zal zijri. idiell ‘hoogeren levensstandaard tel
bereiken, die elk land •zih ten doel stelt -voor zijn bevel-
king te vei-krijgcn. Alle ‘klassen der bèvolking en in ‘t1
bijzonder de rijke, moeten bej-eid zijn cle lasten te dragen,
noodzakelijk om herstel te bi

engen in den huidigen toe- t
stand. Bovenal is het de plicht van ieder ‘goed staatsburger,
1
om, ‘ten eiude cle kloof tussehen het aanbod van en de vraag’
uaai- goederen te ‘doen verdwijnen, ‘zoo strikt mogelijke 1
zuinigheid te ‘betrachten en aldus zooveel mogelijk ‘bij te’.
dragen ‘tot den algemeenen rijkdom. Zooilani’ge persoonlijke t
gedi-agiug vormt de onmisbare ‘basis voor ‘de fiscale maat-
regelen, die vei-eischt zijn om de oponbau-e financiën weei-
op de been te helpen.

UOU]) EN ZILVER IN HET DERDE

KWARTAAL 1920.
1)

Aan het ;,Overzich:t der Edele Metalen” in het’
derde kwartaal van 1920, gamengesteld door de
Firma
H.
Drjfhout & Zoon, ‘is het volgende
ontleend:

Naast ‘cle sterk stijgende tendens, ilic’ cle
gcldnewrlct
te
Londen in ‘de afgeloopen 3 maanden kenmerkte, vielen zeeu-
uiteenloopencle noteeringen op de verschillende markten
want’ te nemen, waarbij opnieuw en op bijzondere wijze in het
licht werden ‘gestéld de eigenaardigheden, iiie voortvloeien
uit de thans heerschende hopeloos ontred’deu-de positie van
sommige landen.
Naat-
gelang de stijging van den dollar-

“)
[Zie
pag. 388 ei, 676 van deuu loopenclen jaargcng. –
Beul,i

koers in Europa meer voortgang maakte, liep aanvankelijk
ook algemeen de goudpi-ijs krachtig op, ‘doch de beperkende
bopaliiigen op dcii uitvoer, die in alle landen met uitzonde-
ring van cle Vcreen’igde Stateii en cle Scn.ndinavische Rijken,
Oh
verzwakt gehandhaafd bleven, deden weld ra belangrijke
afwijkingen op verschillende markten ontstaan, daar nog
steeds vraag’ en aanbod op eigen markt den prijs voor goud
in het vrije vet-keer overwegend beheerseht.
:F[et kw’artaal opende in kalme houding 01) een noteeriug’
te Londen van 104 sh. per oz., waarin gedurende de eerste
hel ft van Jul i geen noemenswaardige veian dei’ing intrad.
Op 15 Juli kwam aan deze lcorttondige stabiliteit reeds
weder een einde wegens den aanvang van de nieuwe hausse-
periode van den dollarkoei-s te Londen. Van 106 sh. 6 d. op
15 Juli liep cle noteering geleidelijk op tot 110 sh. 9 ii. aan
het einde der maand. Augustus opende reeds dadelijk met

een nieuwe ‘belangrijke stijging in den goudprijs, zoodat op
3 Augustus de noteering 112 sh. uw op 4 Augustus reeds
114 ah. 6
cl.
per oz. fijn was. Een tijdelijke inzinking bracht
den goudprijs geleidelijk terug tot 111 sh. ii d. op 12
Augustus, doch onmiddellijk daarop volgde weder herstel en
in onafgebroken stijging werd de stand van 116 ,sh. per oz.
lijn op 25-Augustus bereikt. Met geringe 1 luctuaties sloot
cle maand op 115 sh. 6 ii. Ook in Sel)ternber bleef de hausse
van den dollar aanhouden met het gevolg, dat de goudprijs
te Londen zelfs weder een stand van 119 sh. op 14 September
kon bereiken. Ofschoon deze noteering gedureu’de het ver-
dere deel der maand niet ten volle gehandhaafd kon blijven, bleef de prijs toch zeer vast, zoodat ‘eind September 118 sh.
4
cl.
per os. fijn te bedingen was, of wel 14 sh. 4 d. meer
dan in het begin van het kwartaal.

i)eze stijging van den goudprijs aan de Londensche markt
is een herhaling van cle in Februari j.l. voorgekomen hausse
en heteekent een vet-hooging van ongeveer
f
250 pet- K.G
fijn, doch evenmin als in het eei-ste kwartaal, is dit van
di recten invloed geweest op de noteet-ingen aan andere
markten. De reden hiervan is, wij wezen ei- reeds vroeger
op, dat de noteeringen te Londen expoi-tpi’ijzen zijn, waar-
tegen niet gekocht, doch op speciaal côi’tsent wel gelevei-d
wc,i-dt. De Fngelsc-he regeeii lig geeft, zooals bekend is, slechts
consent voor nieuw-geproduiceei-d gbucl, zoodat hij invoer
t-au andei- ‘goud dit niet voor
wedei–
uitvoer in aanmerking
komt,. De prijs van goud voor .binnenlandsch gebruik, d.w.z.
w’aarvooi- geen consent tot uitvoer kan worden ‘verkregen,
is dan ook gewoonlijk belangrijk lager dan de noteerin
luidt. Dezelfde oorzaak echter, die op den goudprijs te Lon-
den van zee groeten invloed was, cle .stijging van den dollar.
koei-s, had ditmaal wegens liet meer algemeen karakter der hausse, een stijging van den goudlprijs in de meeste landen
van Europa tot gevolg. De circuliutiebanken verhoogden den
prijs waartegen ‘goud aan het Vrije verkeer kon worden afge-
staan ten ‘onzent van
f
1850 tot
f
2025 per K.G. fijn. Spanje
het land ivaar geruimen tijd nog goudinvoeren uit de Ver-
eenigde Staten ‘plaats hadden, zag de peseta te New York
dalen tot 14.90 op 5 Augustus met het gevolg, dat de goud-
prijs steeg tot 4460 peseta per K.G. fijn, (pariteit
3444.45
l’s-)- Op 10 Augustus werd bij Koninklijk decreet bepaald,
dat voortaan alle rechten in goud, of althans naar den
maatstaf van goudwarcle moeten worden voldaan, waar-
dooi- dus openlijk cle minderwaardighei’d van eigen papier-
d:ii-cuiatie woi’clt erkend. Ook in Frankrijk onderging de
goudprijs ccii hernieuwde gevoelige stijging en liep opnieuw
boven frs. 10.000 pci- K.G. fijn uit. Met klem. en nadruk
werd thans weder herhaald het beroep op cle bezitters van
“ransch goudgeicl om dit aan cle schatkist in te wisselen,
waarbij gewezen verc op de bestaande verbodsbepalingen,
dat daarin geen handel gedreven mag worden, dat het ver-
snnolten noch ‘uitgevoerd, uoch zelfs als betaalmiddel in’ het
gewone verkeer mag wei-den gebruikt. De Ministei- van
i’i’nanciiin voegt daaraan nog toe: ,,Lorsque notre balance
comme,’ciçile et noti-e balance financiëre seron’t 6quilibr6es,
il est dvident que l’or d’avant 1914 n’aura plus coui-s. On
mett,ra alors en circulation la monnaie de le France victo-
i

ieuse et reconstituce. Et eette mounaie aura une autre
elf igie et cnn autre titre que l’ancienne.” Naderen wij het tijd-stip, dat wij ons meer en meer met het denkbeehd ‘zullen heb-
ben te vereenigen van een toekomstige hoogere ivaardeerino-
van het goud in zijn functie als ruilmiddel? Ter Brusselsche
conferentie hebben wij stemmen hooren opgaan voor een
herstel der goudcirculatie, doch uit. liet emineute betoog
van Mr. Vissering hebben wij opniecuv de geruststellende
zekerheid verkregen, dat ons land aan een dergelijke avon-
tuurlijke politiek niet zal mee doen. Het is bekend, wij wezen
er reeds croeger op, dat ‘deze politiek, gehuldigd door den
Secretaris van de schatkist der Vereenigde Staten, daar
ook ‘toepassing vindt, terwijl ook de Scandinavische Rijken
deze gedragslijn volgen. Buitengewoon groot wdren de
goud-invoeren in de Vereenigde Staten gedurende het afge.

964

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3 November 1920

loopen ‘kwartaal, waarvan het grootste deel komt op reke-
ning van Engeland en Frankrijk als verdere remises voor
de op 15 October as. af te lossen leening, doch niettegen-
staande de goudreserves thans weder zijn toegenomen is van
een goudafgifte, zoonis dit bij een, algeheel hersteld goud-verkeer verwacht moet worden, nog ateeds geen sprake. In
de Amerikaansche pers wordt dan ook bij herhaling er op
gewezen, dat van een metterdaad handhaven van den gou-
den standaard in de Vereenigde Staten ook zelfs op het
oogenblik niet in voldoende mate wordt blijk gegeven. Het
niet of slechts ‘tot zeer geringe bedragen ‘ter beschikking stellen van goud voor i.nwisseli’ng van bankpapier wordt
hierbij als motief aa.ngevoerd. Het behoeft nauwelijks ge-
zegd, dat zoolang de betalingsbalans met welk land ook,
nog ten nadeele van de V. S. luidt, zooals thans met Japan
en enkele Zuid-Amerikaansche Staten het geval is, aan een
onbeperkte inwisselbaarheid van het .circuleerende bankpa-
pier niet te denken valt. Dat in dien zin ook het vrije goud-
verkeer in Scandinavië niet dient te worden opgevat, is
duidelijk; hetbeperkt zich in hoofdzaak tot de vrijheid vant in- en uitvoer van in open markt beschikbaar geel metaal. Deze vrijheid ten opzichte van het goudverkeer, begun-
stigde ten zeerste de goudmarkt dier landen, temeer daar
de geografische ligging het opnemen van goud uit de Sovjet
Republiek in de hand werkte. Belangrijke hoeveelheden
goud, door de Sovjet regeering ter betaling van levensmid-
delen en materialen uitgevoerd, vonden via Noorwegen en
Zweden voor een deel bestemming in enkele der financieel
goed .gesitueerde Europeesche landen, voor het .leeuwenaan-
deel echter te Londen en te New York. De strijd of het al
dan niet als rechtmatig te ‘beschouwen was het Russischè
goud in hetaling te nemen, die met name van Frankrijk uit-
ging, achten ‘wij genoegzaam bekend. In de ‘Vereenigde
Stateu had in dit verband zelfs een aanhouding van een
partij goud plaats onder voorwenclsel, dat het zou dienen
voor bolsj ewistische propaganda.
De uit Rusland vrijgekomen hoeveelheden goud veroor-
zaakten op enkele markten tijdelijken teruggang in den prijs,
doch weldra herkreeg de vaste toon, die algemeen over-
heerschend was, weder de overhand. Het was vooral Engelsch-
Indië waar een bijzondere belangstelling voor het gele
metaal ontstond, imet als gevolg sterk oploopende noteerin-
gen. Het vooruitzicht, dat wellicht in September de bepa-
ling, dat voortaan de roepie niet meer op sterlingbasis, doch
op goudbais izou gelden, definitief van kracht zou worden,
waardoor een sovereign gelijk gesteld zou worden met 10
roepies, deed een levendigen handel in goud ontstaan. De
maand Augustus bracht in zekeren zin een herhaling van de
buitengewone positie, die de Indische goudmarkt in het
derde kwartaal van het vorige jaar kenmerkte, toen gelijk
wij in ons overzicht vermeldden in de Bazaars het goud
zelfs verhandeld werd naar den maatstaf van 73.5.4 roepie
per oz. standard. Opmerkelijk is het, dat vrij algemeen thans’
een voorkeur voor goud boven zilver valt waar te nemen,
zoodat tegen prijzen naar den aaaatstaf van zelfs 77 roepie
per oz. standard nog voldoende kooplust ‘bestond. In de
maand September stelde de Indische regeering bij wijze van
uitzondering weder goud tot een beperkte hoeveelheid ter
beschikking van het vrije verkeer.
De goudproducenten en wel voornamelijk de ondernemin-
gen in de Engelsche bezittingen hebben dit kwartaal weder zeer bevredigende prijzen voor hun product kunnen bedin-
gen, doch aangezien de hoogere noteeingen uitsluitend
voortspruiten uit den stand der valuta, blijven de kansen
om de industrie in het algemeen loonend te doen zijn,
uitermate wisselvallig en bieden de thans gemaakte prijzen niet den minsten grondslag voor de toekomst. Vandaar dan
ook, dat de productie-cijfers op een zeer laag peil blijven.
De cijfers van Transvaal en Rhodesia over de laatste 3
maanden met de totaalcijfers over de afgeloopen 8 maanden, laten wij hieronder in vergelijking met 1916 en 1919 volgen.
Transvaal.

1916

1919

1920

Juni ……….K.G. 23750

‘21900

22250
Juli ……….,,

23700

22600

22900
Augustus

.

,,

24350

22000

21850

71800

66500

67000
Jan./’Mei ……,,

120500

107250

105400

Tot. 8 m…..,, 192300

173750

172400

Rhodesia.

1916

1919

1920
juni ……….K.G.

2445

1570

1250
Juli ……….,,

2365

1575

2300
Augustus

. . . .

,,

2480

1520

1450

7290

4665

5000
Jan./Mei

. . –

,,

11960

7990

9340

Tot. 8 m……,,

19260

12655

.14340

De tot dusverre onafgebroken voortgezette daling in deze
centra schijnt eenigszins tot staan gebracht te zijn. Anders
is het echter gesteld met de productie in de Vereenigde
Staten, waar te oordeelen naar de cijfers over de eerste 6
maanden van dit jaar een nieuwe daling van ongeveer
15 pOt. tegen 1919 te constateeren cal zijn. Vooral uit
Oolorado en Californië zijn de berichten omtrent de goud-
productie zeer ongunstig, in welke districten belangrijk
minder goud gewonnen wordt dan zelfs in 1919 het geval
was. De teruggang van de productiecijfers in de Vereenigde
Staten teekent zich wel scherp af bij vergelijking van de ver-
moedelijke productie over het loopende jaar met 1915, waar-
bij 1920 dan nauwkeurig de helft ten ahter blijft. Het is
dan ook niet te verwonderen, dat de noodzakelijkheid om
door het toekennen van een bonus de ‘goudproductie te be-
vorderen bij iedere gelegenheid naarvoren wordt gebracht
en thans pogingen wordenaangewend om de McFadtlen bill
in gewijzigden vorm door het Congres te doen aannemen.
Wat ook het resultaat moge zijn een verhooging van den
prijs van goud in het’vrije verkeer is iir de naaste toekomst
verre van denkbeeldig, daar, indien de McFaddeu Bill dit al
niet wettelijk mocht maken, de verdere inkrimping der
productie, die onvermijdelijk het gevolg zal zijn van het
uitblijven van een tegemoetkomende houding, een natuur-
lijke stimulans in deze richting zal vormen. Treedt in de
V. S. een verhooging van den prijs voor goud op de Vrije
markt in, dan zal dit ook op andere markten niet zonder
invloed blijven. De vaste tendens, die overal voor goud be-
staat, deed ook ten onzent de noteering stijgen van
f
1850

tot
f
1900 per K.G. fijn. Een voor de bestaande vraag toe-
reikend aanbod ontwikkelde ‘zich op deze noteering, zoodat
de verhooging van den prijs door de Nederlandsehe Bank,
gebaseerd op den dollarkoers, niet door de industrie kon
worden gevolgd.

Het verloop van de
zilvermarkt
gedurende de afgeloopen
3 maanden wijst op een zich langzamerhand verbeterende
stemming ofschoon ook thans nog de koersbewegingen meer-
malen bewezen, ‘dat het vertroinven in de toekomst van het
witte metaal nog geenszins als hersteld beschouwd kan wor-
den. Deze twijfelachtige en onzekere houding, die bij her-
haling tot uiting kwam, maakte de zilvermarkt tot een
uiterst geschikt terrein voor speculatieve operaties. En
inderdaad evenzeer als in het tweede kwartaal werd ook
thans weder de zi.lvermarkt in hooge mate ‘beïnvloed door
speculatiegroepen, waardoor de stemming nu en dan zelfs
een eenigszi.ns nerveus aanzien had. Zelfs factoren van be-
teekenis, zoonIs aankoopen voor Chineesche rekening, die
onder gewone omstandigheden een belangrijken steun voor
den zilvèrprijs vormen, deden thans de terughoudendheid zoo
mogelijk toenemen en met nog grooter omzicht handelen,
aangezien.00k deze aankoopen voor een groot deel uit specu-
latief oogpunt plaats hadden. Ook de stijging van den
dollar ‘bleef niet zonder uitwerking op de zilvermarkt en
veroorzaakte wederom eigenaardige tegenstellingen op de
hooidmarkten, zoodat het meermalen voorkwam, dat Londen
een stijging aauwces, New ‘York iii overeenstemming daar-
mede blijvende daarentegen een lagere noteeriug gaf. Over
het algemeen viel over de geheele periode een geleidelijke
stijging in de noteering waar te nemen, die aan het slot
overghig in een zekere stabiliteit. De stijging van den zil-
verprjs te Londen kwam’ meer ,tot uitdrukking in de notee-
ring zelve, voor New York is de stijging in hoofdzaak
opgenomen in de hoogere waardeering van dun dollar te
Loi,iden. Het kwartaal opende op een noteeriug te New York
van P0f c.en.51
1
/8
d. te Londen bij een ‘nagenoeg algeheelen
stilstand van zaken. Eenige kooporders voor rekening van
de Indische Bazaars brachten een oogenolik van verleven-
diging en deden de noteering stijgen tot 91/ c. en 524
tl.
op 7 Juli. Deze koersverbetering leidde tot dekkingsaan-
koopen van de zijde der baisse speculatie, waarvan een nieuwe stijging tot 94% c. en 54 d. op S Juli het gevolg
was. Reeds den volgenden dag liep bij uitblijvende verdere
vraag ‘de noteering te New York terug tot 913/
4
c. en 52y
%
d.
te Londen. Tot het midden der maand bleef de noteering te
New York vrij ‘stabiel op dezen stand, terwijl Londen gelei-
delijk verbeterde op licht stijgenden dollarkoers tot 53% d.
op 15 Juli.
New York volgde nauwkeurig de Londensche noteering,
zoodat de in de tweede helft van Juli krachtiger toenemende
stijging van den dollar reeds bij, gelijk gebleven noteering
te Londen den zilverprijs te New York deed dalen. Bij
uiterst stillen handel liep Londen terug tot 52 d. op 17 en
19 Juli in overeenstemming waarmede New York bij een
sterlingkoers van resp. 3.87 en 3.89 reageerde tot 89% en
88% c. Reeds gedurende twee maanden noteerde New York
‘beneden den door de Amerikaansche regeering voor aankoop
van binnen’landsch-geproduceer.d zilver vastgestelden prijs,

3 November 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

965

waardoor de productie der Vereenigde Staten ook biiten de markt bleef en het aanbod eenigszins verminderde. Boven-
dien had de ontmunting van zilverspecie door den lagen
stand der noteei-iug veel van hare aantrekkelijkheid verlo-
ren, zoodat ook het aanbod van deze zijde belangrijk ver-
minderde. In tegenstelling met het overstelpend groote aan-
bod van eenigen tijd geleden, waren de aanvoeren op de markt thans ongewoon gering. Een betrekkelijk ‘geringe
vraag voor Indië op 21 Juli was dan ook reeds voldoende
om Londen op dien datum te doen stijgen tot 55% d. en
New York tot 94 c. Slechts onderbroken door een lichte
reactie wist de stijging te Londen op dekkingsaankoopen der
baisse-speculatie verderen voortgang te maken tot
565/g
d.
op 31 Juli, terwijl te New York bij een tot 3.71% gedaalden
sterlingkoers de maand sloot op
988/s
c. De vaste houding,
clie in Juli reeds merkbaar was, kwam in de maand Augus-
tus krachtiger tot uiting, aangezien bij gering gebleven aan-
bod zich -een regelmatiger vraag voor rekening van En-
gelsch-In-dië en China ontwikkelde. De druk der baisse
speculatie verminderde, waarvoor echter in de plaats traden,
niet zonder eenige onrust te verwekken, de operaties der
haussiers. Een krachtige prijsverheffing kon bij het samen-
vloeien -van deze, -de oogenblikkelijke positie der markt
begunstigende factoren niet uitblijven en na een opening der
maand op 57 d. te Londen en 93% c. te New York steeg de
noteering te Londen na-genoeg zonder eenige onderbreking
tot 633% d. op 20 Augustus waarmede New York bij een
.sterlingkoers van 3.58% in overeenstemming was met
101/
4
c. De eerste anaal sidds 12 Mei werd thans derhalve
weder cle dollarprijs overschreden. Het bleek echter al
spoedig, dat cle weer-stand der markt nog geenszins van
dien aard was, -dat aanbod van eenige beteekenis, dat zich
op dezen hoogeren stand ontwikkelde zonder reactie teweeg
te brengen kon worden opgenomen. Nauwelijks was de
noteering te New York boven den prijs voor binnenlandsch
zilver gestegen of de producenten der V. S. brachten hun
zilver aan cle markt, ter-wijl bovendien aanbod van En-
gelsoh-Indië ontstond; dat in den flauwen wisselkoers een
krachtigen stimulans vond. Het gevolg was -dan ook, dat op
23 Augustus de noteering reeds tot 60i/ d. en 974 c. terug-
geloopen was, terwijl de daling nog verder aanhield tot
geleidelijk de noteering van 58% d. en 923% c. werd bereikt
aan het em-de der maand.
September kenmerkte zich door een stabiliteit, zoonis in
den laatsten tijd -niet voorgekomen is, waardoor het verschil
tussohen hoogste en laagste noteering slechts 31/s
ti.
te Lon-
-den en te New York 3% c. bedroeg. De maand opende op
573% d. -en 91% c., waarna een verbetering intrad op voort-
gezette aan-koopea- in de V. S. voor rekening van China tot
60% d. en 947/
s
c. op 4 September. De afwachtende houding,
-die daarna zoowel van de zijde der koopers als verkoopers
merkbaar werd, bracht een -groote stilte op de zilvermarkt
teweeg, waarin nu en clan slechts verandering kwam door
aan- of ver-koopen voor speculatieve doeleinden. De notee-
ring bleef geduren-de het geheele verdere verloop der maand
op nagenoeg een-zelfde niveau, zoodat het kwartaal sloot op
59% d. te Londen cii bij-een sterliugkoers van 3.46% op
92 c. to New York.
De loop der noteering, wisselend in opgaande en dalende
richting wijst over het geheele kwartaal een -stijging aan van
8% d. te Londen per oz. standaard, welke stijging door de
daling van den sterliu-gkoers in de Vereenigde Staten gere-
duceer-d werd tot 1% c. te New York. Ware het dat deze
prijsverheffing gepaard was gegaan aan een verbetering
(Ier innerlijke marktpositie het kwartaal zou zeer zeker als
gunstig voor het witte metaal beschouwd kunnen worden.
De stijging der noteering is echter zooals uit het voren-
staan-de blijkt in hoofd-zaak het gevolg van kunstmatig ver-
leenden steun,- zoodat de grondtoon der markt in plaats van
krachtiger onzeker en twijfelachtig is geworden. Er zijn
ongetwijfeld factoren van beteekenis, die niet zullen nalaten
de marktpositie te begunstigen, zooals het onttrekken van
de geheele Amerikaansche productie aan de ter aanvulling
van den werel-dvoorraad ter beschikking komen-de hoeveel-heden, alsmede het in Mexico genomen besluit om van eigen productie een groot gedeelte voor aanmunting te bestemmen.
De wereldproductie, die in de laatste jaren reeds zulk een
sterken teruggang te boeken had, zal ook dit jaar, niette-
genstaande hoogere cijfers van Mexico verwacht kunnen
worden, het gemiddelde der oorlogsjaren niet overschrijden,
daar de Vereenigde Staten en Canada een nieuwe daling
zullen aanwijzen. Het aanbod uit de productie op de open
markt zal voortaan dan ook buitengewoon gering zijn, daar
minstens 50 pCt. daarvan gerekend kan worden buiten het
verkeer te zullen blijven in verband met cle voorgenomen
aanmunting in Mexico en cle aankoopen in de V. S. onder
de Pittman Act. Ook het aanbod van muntzilver is gebleken
op den huidigen stand der markt binnen zeer enge -grenzen

te zulle’n b1jve, zoodat ook dit in het voordeel der markt-
positie aangemerkt kan worden. De markt is echter, wat
afzetgebied betreft, voorloopig al te zeer aangewezen op het
Verre Oosten, en dit vormt onder de inmiddels zich wijzi-
gen-de omstandigheden het zwakke, twijfelachtige punt.
De in oorlogstijd tot een buitengewone hoogte gestegen
exportcijfers van Engelsch-Indië, die den bekenden grooten
invoer van zilver tengevolge hadden, zijn reeds geruimen tijd belangrijk dalende, terwijl -daarentegen de import -in
stijgen-de richting is gegaan, waarvan het noodzakelijke ge-
volg is een krachtige teruggang van den Indischen wissel-
koers, clie vooral in dit kwartaal belangrijk was. Begin
Juli werd de Indische wisselkoers te Londen genoteerd op
1 sh. 11 d., terwijl op 30 September nog -slechts 1 sh. 8% d.
gold. Maakte de hooge stand van den wisselkoers het inder-
tijd voordeelig zilver in Indië in te voeren, thans geven de
gewijzigde verhoudingen aanleiding tot uitvoer van het
witte metaal. Versehepingen van zilver uit Engelsch-Indië
n-aar Londen -en China, -zooals in de maand September plaats
i hadden, wijzen er op, dat Indië reeds met verkooporders aan
de markt komt. De vrees, dat de stand van den wisselkoers
niet slechts beletten zal Indië als keeper op de zilvermarkt te zien optreden, doch wellicht tot voortgezette verkoopen
zal leiden, oefent een begrij-pelijken -druk op -de marktpositie
uit, die door de aanwezige -gunstige factoren niet wordt
opgeheven. Het is dan ook duidelijk, dat blijven de verkoo-
pen voor Indische rekening aanhouden, dit bij de thans
heerschende kalmte in den handel ni-et zonder invloed kan
blijven op de noteering.

De stijging aan de markten te Londen en New York
gedurende het afgeloopen kwartaal staat gelijk met
f
13.25
er K.G. fijn, waardoor de prijs op 30 September omgere-
kend volgens den gelden-den koers van
f
11.15 en
f
3.21%
op ruim
f
95 per K.G. fijn, exclusief vracht, assurantie, enz.
kwam.

De noteering ten onzent onderging in liet begin van het
kwartaal tengevolge van ruim aanbod van muntzilver, een
daling voer ongefineerd zilver tot
f
82 per K.G. fijn, voor gefineer-d zilver tot
f
93.50 per K.G. fijn, rondom welk
niveau de prijzen -zich -bij kalmen handel gedurende het ge-heele kwartaal kon-den blijven bewegen, zonder -ook slechts
eeuigszins beinvloed te worden door de stijging op cle hoofd-
markten.

LONDENSCHE CORRESPONDENTIE.

De ?rcijn-werkersstakir&g; de handel met

Rusland; de financieele politiek der Ee-
geerinj; de Anglo-Persian Oil Cy.

Onze
Londensche correspondent schrijft ons d.d.
29 Octeber 1920:

We -have reached an-other breathing space in t h e
eo -al s t r u g g le: anot,her ballot is to be taken next
Tuesday, the recommend-ati-ons being backed by the
whol-e Executive
-of
the Miners’ Federation. Let me
first set out th-e salient fea-tures -of the scheme before
comme-nt, since the scheme is complicated.

First, th-e 2/ advauce which has -been the roet
of
the wh-ole matter is immediately gran-ted, but only on
condition that the output is increased by certain pro.
portions. That is, the men will get two shillings at
once, but the question
-of
whether they will continue
to get it depen-ds en th-e -outpu-t. T.he output is based
en the a

ssumption that everything above 219 million
ton-s shail be regarded as export coal, end the agree-ment is that for the first £ 288.000 -of coal produced
i-n value a-bo-ve th-e ou-tput of the September figure the
men are to get six penc

e per s-hift, with the other
classes in p-ropertiosa. But this sixpence is in itself
a-dditional to a risc of 1/-, which is -granted in receg-
nition of the fact that the figures
of the
September
quar-ter justify at leaist this amount. 1f the -output
value is £ 576.000 the excess becom-es 1/- and the total

advance 2/. and so on in proportion, eveTy £ 288.000
adding 6 pence to the wage plus the one -shilling from
the September basis. Therefore the im-mediate 2/.
-adv-ance is purely provisional, and after January 3
the wages will automatically fali unless the excess in
the value of •outpu-t is £ 576.000. The value figures
-are obtained by ta-king the f.o.-b. figures of the Sep-
tember quarter and multiplying the -excess over 219
mihion ten-s by that figure, whether the -surplus is

966

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3 November 1920

exported or not, and’ whether or not tho export price

bas varieci from the figur.es
cluring that peri’o:d.

At the same time, the coal-owners profits are to

he regulated by a sliding scale also; for ovnry rio
or fail of sixpance in the romuneration of the man,

the profi’ts of the owners rise or fali by
2.5
per cent

of ‘the 1.0 per cent of the excess profits of the industry
to which they are entitled un’der present arra’nge-

mdnts. This was done in order te give both sides an

in’torest in ‘keeping up the outp’ut and increasin,g it

All this complication, however, lasis only a short

time. By March 31, at la’test, and if possi’ble earlier,

the owners and ‘the man are to present a joint scheme
to the Government for the future vage system of the

industry; vhich shadi regar.d, among other con,side-

rations, to the profits of the industry and to the

principles upon w.hich any surplus profits are to ho

dealt with.

Further, the organisations oti bo’th sides fo’rm.ally

recognize the fund’amen’tal necessity for increased
output in the interests of the country, and therefore

piedge themselves to co-operate to the fi:tiltst extent to o’btain inereased •output, and for this purpose will

arra.nge to ‘set up district committee and a. national

committee.”

Hem is ‘the treaty of peace: will the miners accept
it? ‘The d’rawing up of balauce sheets of profit and

loss en these occasions is an odious task: but itis
advisable to see just where we stand. The fact. that will weigh heavily with the men ‘is ‘that they gat 2/

at once, and. that n relatively small effo’i’t on their

part wil’] e.nahIc thom, to retain it. In any oase, even
if t.hey ‘do botter ‘than in the September quarter, they

will ho 1 shilling to the goed. Since the profits of

1.1io oners ‘rnovC with their wages, t,hey will know that there will he active co-opera’tion form ‘the other
side. On the ‘other hand, the Government ‘has carried

i’ts point, ‘and the vage increase ‘is made depen’dent
en bigger produetioi.

Again, taki’n.g ‘the wider scheme i’n’to consi’dei’ation,
the men obtain that nati’onai wages scheme for w’hich
t.hey have been striving, and the n’on.possession of

v,hich ‘h.as ‘been the hone ‘of con
ten’tioçn
in the iines

Act. On the other hand, the profits ‘of ‘the industry

have to ‘be taken into accoun’t, so that if these fall, it will be logically impcssi’ble for the men ‘to refuse to
recognize ‘that the .positioaa bas ‘altere’d.

The difficulty is that the ,new scheme is compli-
cated, and that the extjremists, espeeia.11y in South
Wales, are already up ‘in arms. It, is ‘truc ‘that the

men have heen ,,playin,g” for nearly a fortnight, and
will ho out another week even if,, the scheme is accep-
ted, so that the ai’dour ‘of combat is probably a little
diminished. The interim scheme is at any rate a
recognition ‘that tle’men them’selves are not the ‘oialy
pn;rties to the fel! in ‘output, and the prospect ‘of an
immodia’te risc, plus th’e salve ‘on the
ro
ui
d which

the owners’ attitude provides, may carry the thing
th.r’ough. But 1 should not like to predict one way
or auoth&r as to the outeome.

The s’trik’e has ‘]een mern’orable for the restraint
shown ‘by both sides, and Sir Robert Home emerges
wi’th a reputation very great,ly streng’thened. But it

is as well to ‘recognize that the Government introdu-
eed one element of ‘discord of which we have certai.nly
not heard ‘the last. This is the hu’rried production of the Emergency P’owers Act, of which ‘nothinig was
haard till last Friday, and which is now law. The
Act provi’des that when the supp’lies of ‘the necessarics
of life are threatened ‘by a strike, the Government
may be :given emergency powers, su’bject ‘to a slight
clegree of pa’rlia.nientary control. As the Act now reads, Pa,rliament ‘must, if it is not already sitting,
‘be called together within
5
‘days from the proclama-
tien of the state of emergency, and no ‘order issued in
virtue of such proc!amation will ho vali’d if not con-
firmed hy Parliament within 7 days. No such order

may deelare a strike illegal, not eau such order pena-

lizo the peaceful persuasion of ,,blacklegs”, hut ‘other-

vise the power of the executive seems altogether

uncontrolled. The Government’s casa is that they
must have the necessary power to feed ‘the people

duri,ng the upheaval ‘that a large scala strike now
involves,

and that ‘they as’kad for the bill because they
vere u.nwilling ‘to use war powers for peace purposes.

In answor to the plan ‘that this bill was being ru,shed
witli inciecent basta, the Leader of the House argued

that the Bill has heen ‘in existence for four months,
and its int’roduction at that particular was not inten-
ded to be provocative. The Bill had certainly a ‘very
had reception
en
Ifonday, and rnigh t have had to be
withdraw.n, ‘had not ‘the Premier pul’lecl the House

round.’ The Labour Party put up a very able figlrt,

‘hot was of course quite unahle to’ wit’hstand the mas-

sed hatt,ali’on’s ‘w’hich th,e Government ‘thrw into the

fight. We have therefore now added to the Oonstitu-

tional Law of the country a bill which ena’bles ‘a state’
of siege to ho proclaimed with little or no difficuity,
for it requires ‘but little insight in to the nature of

British political conditi’ons to realize that a Govern-

ment with a large majority at its command nood

hardiy fear much ‘opposition from i ts own folleweis, espenially at a moment whe’n it couldi appeal to fear as well as ‘to ioyalty. The inode’rate Trad’e Unionists

‘see in the measuie an instrument which will deprive

them of much of their inf’luenco with the Unions,

‘hecause ‘the extrenists eau now tuin round, and say,
,,you see what all your ‘devotion to political actioii
bri’ugs us to. in t’hree days ‘the Government bas tur-

ned ‘the leg’al p’osition, ‘of trede unions upside ‘down,
and you could do nothing to stop it. The very weapon

you al ways recom m’end tô u s bas been a ‘breken, reed
in t h i s oase.” Wha’t the ul’timate effect will be is
very dou’htful. T1e history of ‘trede union ism is full
of the integrating effeets of such hioWs. The Labour

Party now bas a first. class election cry. But the

knowledge that the G’overnent commands nu anti
strike weapon ‘of considerah’le potency wiU strengtheri
the extremists,on ‘the ‘other side”as well. T do’ not wan,t

to ho pessimistic, ‘but to me this is the ‘definite emer-

gepce of the class-war, conceal’od in the guise of con-
stitutionalism. One eau oniy pr.ay that hoth ‘sides will
‘koop their hea’ds, and’ a real settiement in the coal

industry will help tremend ôusly in this respect.
The industrial situation ‘has put other mattei’s so
much in the shade. ‘that ‘the j’rnporta,nce of other acts
of Government poliey this week’has ra’ther escapad
attention. Fi’rst, as ‘to Russia. The Government defi-

nitely stated this week that ‘licenees to’ t r a d e
w
i ‘t h
R u s s i a ware stil heing refused. Secondly, ‘that as
soon as ‘t’here were signs that the Soviet inten’ded
to ‘adhere to ‘its engagements, the Government intel-
ded to ‘reopen negotiations. Thus we are not very
much famther en ‘than we ware last June, and, it will
not ‘be possi’hle to do much; even assuming that thare
are no .further obstacles to the i’eopening of nagotia-
tio,ns, hefore next spring, if by that time the Sovjet is
stili ih existence as an orga’nized Government, and
complete anarchy bas not superseded what order
there
now
is.
Next, the Government has announced its intentions

wi’tli regard to the attitude it will take ‘toards the
property of Germa’n nationals in
the even’t of the German Government volu.ntarily
clefauit.ing ‘on its ‘ob’ligations. The Government in-
tends no ‘t to seize sueh prop’er’ty. This has of course

lcd to the usual atbacks ‘by the anti-German ,press,
which doos not seem to ‘ho ahie to realize that there
would be ‘very little of such property to seine. T’his
was the point ‘that Mr. Ohamberlain made in the
Houso of Oommons last night. Considering that the
evil effeets ‘of the seizure of pmivate property by the
Russians has been the ‘staple topic wi’th the anti-
B’olshevists for mon’ths past, this logical incoherence
is i little dis’tressing, even if it ‘is human.

3 Noember 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

967

The Government has again airnounced i ts i ntenti on
of introducing an anti4umping act, bt niore impor-
tant was last jiight’s announcenient as to the future

fiiancia] Policy of t h e G’overn-
‘to e ii t. Owin,g to the exiigencies of the housing care-

paign, the Government intends not to attempt to fund
the floa’ting ‘deht, ‘but to carry on with its present

policy of Treasury Bonds, the sale of wh’ich has so

far been ve.ry small, but which cannot ‘be made more
attiractivo owing again en the ‘necessity of safeguar-
cli]1g ‘the market for Housing Bonds. It is rathet

surprisi.ng to fin’d the Ohancollor of ‘the Exehequer atating ‘that the small investor was .’bakiirg up these
Treasury Boncis more readily than the large .invest’or,

but this is presumably ‘due to t.he fact that the large
in’vestor bas bigger fish to fry. The ‘hoidors of matu-
ring Exchequer :Bon’ds are to be invited to ‘take
itp
Treasury Boncis instead, £ 25.000.000 of the former
falling due ‘en the ist of December, aard the holders

are to receive a surail bai’t in the shape of interest
on the Treasury •bonds they take up for the last
twelve clays of November, as well as ‘en maturing

Exchecue’r bo’n’ds. The ,,Times” is very ‘optirnistic ‘this
morning, and thin’ks that We financial p’ositi’on is
.i:m p’roving s’o much that the prospect ‘of cheaper m’oney
is by no ‘means remote, anti that consequen’tly, ,,a fun-

ding operation en a ‘big scale shoul’d hecome posib1e
wiM) in the next ‘six months.” It ad’mits, .howeve’r, that
insofar as lower prices are ‘being realized, this is due
in the main to the rise in the value of sterling in
‘ternis of foreign currenciet ,.for the actual in,ternal
monetary ‘dflation has ‘been ‘very slight indeed.” This

i.s just the point that makes one wonder w,hether there
is anything in ‘the improving situation ocep•t the

nc.ve’asing ina’bility of ‘other countries ‘to buy our

products which of course reduccs homo prichs for the
time being, owing to the goeds being thrown en the
marlet here. Buta slump in trade which is ‘duo to the inahility of other people ‘to ‘buy our ‘goeds is hardly
a satisfactory sy’rnp tom..

Mesrs. Sa’muel M’ontagu & Co. state in ‘thei’r cir-
cular that the gold out,put of the E’mpire this year
will prohahly ‘he 75 per cent of the ‘total wre
r
id supply,
whilst ‘the co’utribution ‘of the United States will not

bc more than 12 per cent ‘of the whole; t,he cause
assigned for the risc in the Empire quota heing ,,the
stimulatiaig effect of the exchange premium.” But
sincé ‘the United States has ‘been ‘en a gold ‘basis all
the tiare, ,whils’t our producers only get the premium
if ‘they export to the States, whilst their production
costs, being on a paper basis, ‘must have correspon.
din,gly risen. tihere ‘does n’ot secm to ‘be very much
in, this th eery.

T Iie A n ‘g 1 o.i? er s i a n 0 i 1 0e
in
p an y which as 1 pointed out last week, is now in:terested ‘in the
reorga’nised Steaua Romana, is increasing ‘its in te-
resbs
by ii large participation in a new French con,-
corn, which is to have a cap.ital of 100 million fra,ncs,
ie which the British .interests will ‘con,trihute 45 mil-
lions. It is perhaps inaccurate to ‘speak of a concern,
what is contempiated is a series of importing, and
refining companies, as well a fleet of tank steamers.
As the Anglo-Porsian is in part owned by the British
Government, and the ext’ent of this pai’ticipa:tiou in

the new French Oo’mpany is following the lines of
the San Rerno ‘oil ‘agreement, the néw fiotation pos-
sesses political as well as fin’ancial importance.

T h e Floati ug Debt p’o’s’i±ion this week is
as follows:

Increase or decrease
Oct.
231’20

over previous •week
Ways and Means Advances:
Bank of England
.

£

59.750.000
£
3.250.000
decrease
Goverinient Depts

182.514 000

2.1
0
0.000
decrease
Treasury
Bills …….
1 076.004.000
,,
3.200.000
increase
Total …………

X
1.318.268.010
,, 2.150.000
decrease

The variations in the Bank Return have ‘been:

Public l)eposits …………..
£ 0.118.487
decrea.se
Other Deposits ……….,,.
5.287.933
decrease
Government Secorities

.,., 2.898.109
inerease
Other Securities

..,,,,,,,,,.
,, 7.817.527
decrease
Reserve

.,.,.,,,.,,.,,,,,

.
0.484.227
decrease Circula,tioii

………………,
0.534.925
increase
Proportion, no cha’nge at 103/
4
per cent.

The market has.thus repayed to nearly £ 8 millions
and has recov’erecl about 3 millions hy Government
transfors.

T’he Our r ency Note situation is alm’st

the sarne as last week: the net amount outstanding
having increased ‘only !b
y
the vory. ‘small amount
£ 1400. As a matter of f act t,he ‘notes have fallen.,
though ‘the certificates have increased. These certifi-

cates are held by Banks and together with the iucrease
in, the Bank Nete Oirculat.ion score to show that the
process of increasing cash holdings in ‘anticipation of
,win’dow4ressing” ‘hs already ‘begun.
The Government
‘bas
anarounced ‘its w’illingness to
a’m end the E x
p 0
r t-O r cd ,i t s S c h e m e in the
‘direction ‘desired by the Federation of British Indu-
stries. It will in future ‘ho prepared to advance up to
100 per cent to the exporter, with recouTse against

him to the extent of 20 per cent. Bulgaria bas been
ad’ded ‘to the list of ‘approvod countries, and it is
stated that the mercantile community ‘is now shewing
au incieased in the scheme.

AANTEEKENJP4GEN.

I’oo’r’vitzichfeiv
?’?V
de Te.xtielv,ijvei_
h e i d. – Men ‘schrijft ons van ‘geachte zijde:
0
Het is zeer’ ‘moeilijk op het oogenblik cern juist
‘clei’kbeeld te krijgen van de ‘vooruitzichten in de tex-
tielindustrie, daar de toestand zon onzeker is, dat men
bepaalde feiten als bewijs voor
zijn
oordeel bijna niet
• kan aanvoeren.

Prijzen van’ ruwe katoen zijn getdnrende de laatste
maanden ‘vrij steek gedaald. De noteerin’gen van den
Pecem’bertermijn te New York ‘bedroegen namelijk:
Begin Mei j.l

‘.35
Amerik. cents.

Juni

,,..,.,.,,,,,,,,

34
Juli

32
Augustus,…,

30

,
September

24
October ,,..,

21
Eén

November …………
21

terwijl ook cle noteeringen te Liverpool in verhouding
gedaald zijn, doch ‘deze daling wat minder is, daar de
•sterlingkoers tegenover tien dollar ooit in dien. tijd
slechter is ‘geworden.

Tengevolge va.n deze daling zijn verkoopprijzen van

katoenen man ufacturen ‘over ‘de geheele wereld ook
vrij sterk gedaald en is de kooplu’s’t, ‘zoowel van ex-

porteurs als ook van verbruikers vrijwel geheel ver-
dwenen. De ‘katoenfa’hrikanten in Nederland hebben
dan ook ‘de laatste maanden bijna geen orders ont-
vangen en keh’ben zelfs in ‘vele gevallen groote moeite
met hun afnemers, ‘clie dikwijls weigeren ‘oudere, duur-
dere contracten ‘te accep’teoree, ‘ook al omdat zij ‘daar-
op zelf ‘dikwijls groote verliezen moesten lijden. Door dit ‘gebrek ‘aan brd’ers zijn ‘dan ook reeds ver-
‘schillende fabrieken korteren tijd gaan werken, ter-
wijl anderen, ‘die dit nog niet gedaan hebben, waar-

schijnlijk nog op ‘oude contracten afleveren of ‘op voor-
raad werken, in de loop, ‘dat de vraag ‘weer spoedig
zal verbeteren.

,De voorraden van katoenen manufacturen zijn wel-
is
w’aar op cle verschillende overzeesche markten niet

1iijonder groot, doch de kooplust is ‘thans al ‘zeer ge-
ring, ‘ook al ‘doordat prijzen in die landen voor ver-
schillende ui’tvoerp’ro,ducten, zooals bv. thee, rubber,
copra, ‘hui’den, graanprod.ucten, en’z., ook al sterk
gedaald zijn en ‘door het naar beneden gaan der zilver-
prijzen de wisselkoersen op ‘die landen over hot •aige.
lflCC])
s tt”rk f1 ci ctueeren.

Ofschoon dan ook de hoeveelheid katoenen m’anu-

968

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3 Novemb 1920

Lacturen over de ‘geheele wereld wel rij groot is, zal
de kooplust waarschijnlijk toch niet toenemen, alvo-
rens de prijzen der grondstoffen een eenigszins vast
niveau zullen hebben bereikt en de financieele toe-
stand over de geheele wereld wat gunstiger zal zijn

geworden. Men moet natuurlijk niet vergeten, dat
de productie van katoenen goederen in ‘de meeste lan-

den sterk is achteruitgegaan, zoowel door de vermin-
derin.g van den werktijd als ook door de uitschakeling

van de industrie in Midden-Europa, waar nog met

zeer ‘beperkte productie wordt gewerkt.
Indien dus aan de daling der katoenprijzen een

einde ‘mocht zijn gekomdn, zou men red’elijkerwijs mo-
gen verwachten, dat de vraag naar manufacturen, nu

deze ook betrekkelijk veel godkooper zijn geworden,

langzam’erJiand weer wat zou toenemen.

Kleinhandeis prijzen.
De verhoudingscijfers van

verbruiksartikelen, in den handel gebracht door de

Coöperatieve Winkelvereeniging van ,,Eigen Hulp”
te Amsterdam, Haarlem, Arnhem, Utrecht, Leeuwar-
den en ‘s-Gravenhage (voorheen E. H.), welke door

het Centraal Bureau voor de Statistiek
gepubliceerd worden, zIjn ‘de navolgende. Bij be-

schouwing van ‘deze cijfers neme men in aanmerking,
dat het voorkomt, dat een artikel tijdelijk door een of

meer der 6 coöperaties niet werd verkocht, wat van

invloed kan zijn op den loop der verhoudingscijfers.

Artikelen
1914
1915 1916
1917
1918
19/9
I

/’

Boonen(bruine)
157
175
214
136
111
146
218 218

11

(witte)
172
200 259 338
221
238
341 334

Erwten(eapiic.)
153
178
192
236
211 217 217
192

(grauwe)
139
157 177
220
191
209 255 255
(groen6)
143
160
203 140
103 130
193
187
123. 142 161
135 123
197
226
226

(boekweit)
117
171
200 292 312
292
379
378′

(haver)
103
137
150 147
120
120
200
150

Kaas (Leids.)
140 160
179
221
207 253
270
270

(Gouds.)
125
133 123
126
177 195 224
229

Koffie ……..
91
101
118 174
169 152 156

Gort

………

Margarine
99
. 29
102
110
122
136 148
163
163

Meel (tarwebi.)
159
159 212
224
259 441
435

(boekw.)

.88

114
152 195
324 362 314
343 362

Olie (boter)
101 127
149 235
409
381
280 276

(patent)
141
207
228
293
351
446
461
443

(raap)
137 188
208 329
540 519 405
399
116 112
122 125 122
169
337
319
83
117 283 267
417
283
500 467

Stijfsel

……
10
130
160
320
680
577
367 347 125
154
179 193 200
214 214

Suiker(basterd)
91
107
115 116 120 147
216 220

11

(melis)
89
97
100
103
103
121 177
179

Rijst

……….

Stroop

…….100

117
120
127
119 139
137
136

Soda

………..

Vermicelli
124

.7

203 207 272 268
300 341 352
Zeep (w.Brist.)
100 119 126 160 183
191
153
153

Thee

………113

,,

(zachte)
87 121
158
121 117
275
321
308
90
90
110 190
160
180
160
Zout

………80
Gemiddelde ver-
houdingscijfers
116
141
165 195
228
239
275
269
1

De prijzen voor het jaar 1893 werden gelijk 100,

gesteld.
1.

Het verloop van prijzen en bonen s’i
v
r o e g e r e o o r 1 o g e n. –
In het ,,Monthly review
of credit and business Oonditions by the Federal

Reserve Agent at the Federal Reserve Bank
•of New York” van 28 Augustus 1920 treffen
we eenige .g.Taphische voorstellingen aan over het
verloop van prijzen en bonen ‘gedurende vroegere

oorlogen, die we hiei weergeven. De eerste geeft dit
verloop aan voor do periode van de Napoleontisch
oorlogen in Engeland, de tweede betreft de periodé
van den ‘burgeroorlog in Amerika. Beide graphieken
werpen een interessant licht op de ‘kwestie die de,
wereld tegenwoordig bezighoudt, nl. of om tot een
deflatie te komen bonen en prijzen ‘hand in hand
moeten dalen, of dat de ‘daling van de bonen moet
inzetten voordat ••s’daling mogelijk is. In beide vroe-
gere perioden igaat de daling ‘van de bonen veel lang-

zamer dan de prijsdaling; igedurende den Amerikaan-

schen burgeroorlog hield de stijging der bonen nog
zeven jaar’ aan nadat de prijsdaling ingezet had. Bij
vergelijking van deze feiten ‘met den tegenwoordigen toestand moet men echter twee omstandigheden goed

in ‘het oog houden.
De arbeiders zijn nu beter georganiseerd om loons-

verlaging te verhinderen dan in 1815 of 1865 en bo-
vendien waren ‘het toen tijden van ongekende econo-

mische ontwikkeling.

lU11

loo

nd

1’I
_

index

L11I&I

111
iv

1360

15

’70

‘5 ‘

1
9

Een voorstel tot anrtuleering der
Europeesch,e schulden aan Amerika. –
In verband, met de afwijzende ‘houding van den vroe-
geren Staatssecretaris van Financiën der Vereenigde

70

160

15C

ic

13C

12(

1 1C

10(

9J


1790 ’95 1300 ’07

’16

220

205

190

175

lôc

1’45

13C

115

10C

3 November 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

IJ

Staten, Car-ter G-lass, ten opzichte van annuleering der

oorlogsschulden (zie E.
S.
B.,
25
Febr.
1920)
is het

van belang kennis te nemen van een uitlating van ge-
zaghebbende zijde ten gunste van deze annuleering.
De -heer Festus J. Wade, President van de Mer-
cantile Trust
Co.
of St. Louis, heeft een zoodanig
voorstel gedaan, toen hij uit Europa terugkeerde,

waar hij als voorzitter van het ,,American Ban-kers’
Association Committee” deelgenomen had aan de bij-

eenkomst van de International Chamber lof Commerce

te Parijs. Het voorstel, dat in een recent nummer van de

Ohronicle te vinden is, omvat het volgende. Amerika

annuleert de schulden

van Europa, groot $ 10 mii-

hard, onder de voorwaarde, dat de hierdoor bevoor-

deelde financieel sterkere Europeesche landen aan de

financieel zwakkere landen hun schulden ten beloope
van eveneens $ 10 milliard, zullen kwijtschelden. Hij
verwacht, dat dit plan ‘oelaugrijken invloed zal heb-
ben op het herstel van normale -handelsbetrekkingen

tusschen de Unie en Europa. De argumenten -van
Wade laten echter nogal wat te wenschen over. Dat
het offer -voor Amerika niet te groot is, concludeert
hij bv. uit het feit, dat ,,Europe has given us a

business in our favor of $
22.000.000.000
in the last

sixteen years.” Genoemd cijfer vindt Wade door den
export overschot van den handel der Unie op Europa

voor de laatste 16 jaar te berekenen!

Ree -t i f i c a t ie.
Op
pag.
935
van het vorig
nummer in het artikel ,,De Pandbrieven onzer Hypo-
t-heekbanken” derde regel staat: ,,belangTijke” ver-
plichte uitloting. Di-t moet zijn ,,behoorlijke” ver-

pliclite uitloting.

OVERZICHT VAN TIJDSCHRIFTEN.

D e E c o n om i St. – ‘s-Gravenhage, September

1920.
Prof. Dr. C. A. Verrijn Stuart,
Gel-dwaarde en prijs-

peil;
Mr. A. Spanjer,
Oppenheimer en zijne bestrij-

ders,
1;
Mr. W. C. Mees R.Azn.,
Depreciatie van het

Nederlandsch betaalmiddel.

The Economie Journal. – Londen, Sep-
tember
1920.
Prof. C. Gini,
A levy en capital: the Italian law;
H. Boscsnquet,
The race for the Chinaman’s nightcap;
H. Reynard,
The guild socialists;
T. S. Ashton,
Early
price associations in the British iron industry;
Prof.

L. Bowley,
The theoretical effects of xationing on
prices;
H. Dalton.,
The measurement of the inequality
of incomes.

Archiv für Sozialwi.ssenschaft und
Soialpohitik. – Tübingen, Augustus
1920.
Max Weber t;
Dr. M. Hirschberg,
Bolschewismus;
Dr. 0. Neurath,
Ein System der Sozialisierung;
Prof.
Dr. E. H. Vogel,
Die Sozialisieruugsgesetzgebung
Deutsch-Oesterreichs und ihre volkswirtschaftliche
Bedeutung; Dr. F. Kassowitz,
Die Entwicklung der
englisohen Betribs- und Wirtschaftsverfassung;
Dr.
K. Schmidt,
Rechtsformen der inneren Kolonisation;
Dr. E. Perels,
Wirtschaftsrecht und Völkerbund;
Prof. F. Dochow,
Wirtschaftsgesetagebung seit
1918;
H. Fürth,
Bevölkerungsfragen und Nachkriegaufga-
ben der Bevölkerungspolitik;
Dr. E. Satire,
Examen
und Studium der Staatswissens:ehaften;
Prof.
E. Le-
derer,
Ran.dglossen zu den rieuesten Schriften Wal-
ther Ratihenaus.

Ze,itsc’hrift für die gesamte Staats-
wissensch aft. – Tübingen, Jahrg, 75, Heft
1,2.
E. Bierling
f,
Der Staat als Lebensform;
W.
Dii-
britz,
Die Gewin- und Verlustkonten der r-heinisch-
vestfiilischen Provinzialgrossbanken;
F. Meisel, Wo
steht die deutsche Finaiizjwissensohaft? (Schlusz);
Simmersbach,
Das Ende des mexikanischen Dol-
lars;
F. Mataré,
Zur Statistik der Sterbeflle – in
München;
K. Wolze’ndorff,
Der reine Staat.

STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN.

N.B.

beteekent: Cijfere nog niet ontvangen.

GELDKOERSEN.
BANKDISCONTO’S.

d (Disc. Wissels.
44
1Juli
’15
Zweeds.R.ksbk
74
16Spt. ’20 Bel.Binn.Eff.
54
1
19
Oct. ’20
Bk.v.Noorw.6-64
18Dec. ’19
IVrsch.in 1{.C. 64
190ct. ’20
Zwits. Nat. Bk. 5 21Aug.’19
Bk. van Engeland 7
16Apr.’20
Belg. Nat. Bk. 54
28Apr.’20
Duitsche Rijksbk. . 5
23Dec. ’14
Bank v. Spanje 5
12Nov.’19
Bk. van Frankrijk 6
8Apr.’20
Bank v. Italië. 6
20Mei ’20
Oostenr. Hong. Bk. 5
12Apr.’15
F. Res. Bk. N.Y. 6-74
Juni’20
Nat. Bk. v. Denem. 7
19Apr.’20
Javasche Bank 34
1
Aug.’09

OPEN MARKT.

Data
Amsterdam
Londen
Part.
Berlijn
Part.
Parijs
Pa,!.
N. York
Call.
Part.
Prolon-
dtsoonlo
gatie
disconto disconto
disc.
moneij

30

Oct. ’20 48/
5

41/5
6’/
4
-t
/s

9-10
1)
25-30 ,,

’20 4 /
g
._8/
4l/_1/
6’/8
4

‘/
s

9-10
18-23,,

’20 41/.8/
411_51/
681
i
_8/
a

4-
1
/s

8-10
11-16
1
,

’20 4
7
/s-
3
/s
3’/,-4
618-/
4-‘/s

6-10
270.-1N.’19
4_1/
s

41/
4
5l/
5

41/..5/
4-/e

5-18
280.-2N.’18 31/
5
.4
3I/…5
3171
4_11.

5-6
20-24Juli’14

‘/s-‘la.
21/1/
2/4/4
2
1f_1/
2/
1’/-2
t/,

1)
Noteenng van 29 Oct. 1920.

WISSELKOERSEN.

WISSELMARKT.

De wisselmarkt was over het algemeen flauw. Marken
liepen weder belangrijk terug. Op de verlaagde koersen ont-
stond er echter een levenclige handel, zoodat weder omzetten
bereikt weiden gelijk aan die in het voorjaar. Ook Parijs en
Brussel waren flauw. Vooral Parijs was sterk aangeboden.
Weenen liep ‘terug tot circa
f
1.-. Skandinavië eveneens
aangeboden en weder lager. Spanje aanvankelijk prijshou-
dend, onderging in de tweede helft der week een plotselinge
daling van circa 50 cents. Daarentegen was Zwitserland
eerder iets vaster. Dollars waren als gewoonlijk sterk ge-
zocht, zonder dat de koers echter belangrijk steeg. Ponden
waren aanvankelijk weder vast. De oorzaak dezer sterke
stijging was niet goed na te gaan. Nadat dan ook tot 11.43
betaald was, trad een daling in en sloot de markt flauw.
Voor latere levering bleef echter goede vraag bestaan,
zoodat daarvoor herhaaldelijk aanzienlijk hooger koersen
betaald werden dan voor directe levering.

KOERSEN IN NEDERLAND.

D ata
Londen
Parij,
Berlijn
Weenen
Brussel
*5)
Net,,
York’)

25 Oct.

1920..
11.294
20.94+
4.70
1.10
22.22+ 3.25
7
/ 26

1920..
11.34+
20.97+ 4.67+
1.12+
22.15
3.268/
s

27

1920..
11.40
20.80 4.574
1.074
22.024 3.28
28

1920..
11.39 21.80
4.374
1.024
22.024
3.27
7
/a
29

1920..
11.37+
21.-
4.274
1.024
22.15
3.27’/
30

,,

1920..
11.344
20.824
4.324
1.05


Laagste d.w.l)
11.24
20.60
4.15
0.974
21.85
3.25
aoogste

‘)
11.43
21.10
4.75
1.124
22.244
3.28
1
/
23 Oct. 1920..
11.244 21.05
4.85
1.10
222.25
3.254′
16

,,

1920..
11.20
21.05
4.60
1.124
822174
3.2348
1untparjtejt..
12.104
48.-
59.26
50.41
48.-
2.48
3
/
) Noteenng te Amsterdam.
5*)
Notee,in* te Rotterdam
1)
Particul.ere
npe,v.,. 2)
Noteering van 220ct. 1920. 8) Idem van 15 October 1920.1

D
t
a a
Slock-
holm’)
Kopen.
hagen’)
Ch,i,-
ilanla’)
Zwutser.
lands)
Spanje
‘)
Batavla
t)
telegrafisch

25 Oct

1920
83.75
45-45
44.75
51.50
46.15
99-99
1
/
26

1920
63.60 45.15
44.70
51.574
45.90
99_99
1
/i
27

,,

1920
63.75
45.-
45.10 51.65
46.-
99_991/
2

28
.,,

1920
63.70
45.20
44.90
51.60
45.50
99-99
1
/
29

,

1920
63.60
44.90 44.25
51.50
45.50
99_991/
30

,,

1920
63.55
44.50 44.30
51.55 45:50
99_991/
L’ste d.
w.’)
63.40
44.50
44.20 51.35 45.25
99
E’ste

,,

,,

‘)-
63.85
45.30
45.-
51.70 46.30
991/
23 Oct. 1920
63.75
45.25 44.55
51.424
46.15
99
8
1_100
16

,,

1920
63.55
44.80
44.20
51.30
46.55
102_
1
!,
Iuotpariteit
66.67
66.67
66.67
48.-
48.-
100
1) Noteering te Amsterdam.
1)
Particuliere opgave.

970

EClNOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3
November
19201

KOERSEN TE NEW YORK.

Data
Cable
Land.
(in 5
per)
Zicht Parijs
1
Zicht
Berlijn
(in ci,.
per

)l(in
ct.p.4Rm.)j(in
Zicht Amsiera’.
ci,.
p. giJ.)

30 Oct’.

1920
3.45.-
1

6.34

1

oom.
Laagste d. week
3.45.-
1

6.32

oom.
Hoogste

,,
348.-
6.45

1

noto.
23 Oct.
. .
1920
3.45.75
1

6.45

1

oom.
16

.. 1920
3.46.75
1

6.47

1

nom.
Muntiariteit..
4.86.67
1

5.18h

1

951
1

40/16

KOERSEN VÂN DE VOLGENDE PLAATSEN OP LONDEN

Plaataen en
Lande,,
Nolcertnga-
eenheden
16 Oct.
!Q20
230ct.
1

1920
25-30 Oct. 1920
LaaLsle

Hoog,tc
300ct.
1’20

Alexandri8..
Plast. p.
£
977/
977/
977/is
977/
971/it
B. Aires
1
)..
d. p.
$
5611/
1

55
8
/i
55
55/
551/

Calcutta
•.
. . .
£
p. rup.
117
5
/s
117
1
!2
1/7
1
/
117
8
!
117
0
/s
Hongkong ..
id. p.
$
3/11
3/I0
8
/
3/10
3/11’/2
3111
Lissabon….
d. per Mil.
10 10
9
101/
91/4X

Madrid

….
Peset. p. X
24.20
24.43
24.48 25.17
24.83
•Montevideo
1

d. per .$
57
8
/g
561/41)

55
3
1
57
56/
8
18
Montreal..
..
$
per
£
3.83 3.81 3.80 3.87
3.81
1
12
R.d.Janeiro.
d. per Mii.
11
7
/8
12
3
1t6
12
1
14
13
1
/ 12
5
/s
Lires p.
£
88.75
91.75
91.50
9350
93.13
Shanghai

. .
£
p. tse)
5/4
3
!4
5/2
3
/4
5/2 5
1
3
1
!,
5/2
0
/4
Rome

…….

Singapore ..
id. p.
$
2/327,
2

2/3271,
2

2/3
11
/16
2’4
21317/
3
2


Valparaiso.
.
d. p. peso
10I
8
116
0.8/
it
t)
1 Ohl/
it

10
11
182
10
5
/82
Yokohama
..
£
per yen
2/11.
2/IIv’
v

V10
7
/b
2111I8
2111
1
/4
• Koersen der voor,tgannde dagen, t) Telegra6ech translert.
1) Noteering van 22 October.

NOTEERING VAN
ZILVER.
Noteering te Londen
te New
York

30 Oct.
1920 ……..

521/,:
80
23

,,
1920 ……..

52’/s
1)
80
16

,,
1920……..53
81′!4′
9

,,
1920……..56
7
/8
2
)
851/
4

1 Nov.
1919 ……..

65’/t
121
8
/e
2 Nov.
1918 ……..

49
1
/s
101
1
/
1

20
Juli
1914 ……..

24’/,o
541/8

t)
Notcerng van
22 Oct.

7)
Idem van 8 Oct.

NEDERLANDSCHE BANK.

Verkorte Balans op 1 November 1920
Activr.
Binnenl.Wis-( EL-bk.
f
51.506.399,23
tele, Prom., B.-bk. ,, 6.52.867,54
one 4ndinI A,,o,4, sflR9o.F.Ç(i.57
‘…,…’ •b•


[

137.728.848,34
Papier
o.
h. Buiten), in disconto
……..

Idem eigen portef..
f
29.102.744,-
Af
:Verkocht maar voor
debk.nognietafgel.


29.102.744,–
Beleeningen
r
H.-bk.

(128.693 951,801/
1

mci.

vrsch.,
B.-bk.

32.418.771,80
1
!2

in

rek.’crt.
op
onderp.
Ag.sch. ,,161.826.662,81

f322.93’4.386,42

OpEffecten

……f317.189.786,42
Op
Goederen en Spec.
,.

5.749.600,-
322.939.386,42
Voorschotten a. h. Rijk
……………….
9.212.066,03
Munt en Muntmateriaal
1

Munt, Goud
……7′
56.219.755.-
Muntmat., Goud
..

,.579.921.066,39

f636.10.821 39
Munt, Zilver, eng..

19.229.418,14
1
/2
Muntmat., Zilver
..

655. 370.239, 53

6
Effecten
Bei.v.h.Res.fonds..

7′

4.448.737.12
1
!,
Id. van
‘/,v.
h. kapit.

3.843.227.371!,
8.291.964,50
Geb.en Menb. der Bank
……………..
,

3.594.000,-
Diverse rekeningen
………………
,,

66 029.552.01
1
!2

(1.232.268.800,84

Paagiva.
Kapitaal

……………………..
7′

20.000.000,-‘
Reservefouda

…….
……………
5.000.000,-
in

omloop
………….

Bankbiljetten
1.108.201.145,- Bankassignatiën

in omloop
…………
2.078.971,07
Rek.-Cour.) Het Rijk
t


saldo’s:

J
Anderen
,,

82.739.275,63
1
!2
82 739.275,63′!,,
Diverse rekeningen
………………..
14
249,4″
1
‘ 13
1
4

7′
1.232.268.bOO,84

NED. BANK 1 November 1920
(vervolg).

Beschikbaar metaaisaldo…………..
f
415.970.795 811/,
Op de basis van
‘/,
metaaldekking
….

177,366 916,47
1
!,
Minder bedrag aan bankbiljetten in omloop


dan waartoe de Bank gerechtigd is ,. • ,, 2.079.853.975,-

Verschillen met den vorigen weekstaat:
Meer

Mmde.
Dsconto’a ……………..

. 294.939,05
Buitenlandsche wissels ……

‘62.078,-
Beleeningen …………..19.746.909,73
Goud …………………
Zilver ………………..284900,80
Bankbiljetten …………50.883.870,-
Part. Rek.-Crt. saldo’s ….

10.608.882,86

Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Goud
Zilver
biliatten
Andere
opeiachba:c
,ch,,io’en

1

Nov,

1920

….
636.141
19.229
1.108 201
82.739
25

Oct.

1920

….
636.141
18.945 1.057.317 95.059
18

,,

1920

….
636.341
18.676
1.058.527
100.183
11.

,.

1920

….
636.348 18.269 1.061 807
86.324
4

,,

1920

.. . .
636.348
18.018
1.066.075
76.382

1

Nov.

1919

. …
632.167
4.955
1.068.074
76.052
2
Nov.

1918

….
701.453 8.168
1.025.572
61.473

25

Juli

1914

….
162.114
,
8.228
310.437
6.198

Hiervan’
Beschik.
Dek.-
al..
oearag
Schaiki,t-
Beige,
baar
king,,
disconto a
promenen
ningen
Metaal’
percen.
rechtsireek
eaIJo
(ove

Uit de’ bekendmaking van den Minister-van Finan.
ci6n blijkt, dat uitstonden op:

1

25
Oct.
1
920
1
Nov.
1920

Aan schatkistpromessen
f
367.870.060,-

f
365.270.000,-
waarvan rechtstreeks bij
de Ned. Bank geplaatst
,,

31.000.000,-.
9.000.000,-
Aan schatkistbiljetten
..’
18.838.000,-
,,
21.113
000,-
Aan zilverbons ……..
.

51.712.468,25
,,
51.378.191,25

.JAVASCHE BANK Voornaamste psten in duizenden guldens. De samengetrokken
cijfers der laatste weken zijn telegraphisch ontvangen.

Dato


Goud
Ziloe,
Bank.
biljetten
aehuide.,,

23 Oct.
*1818 18*15
592.000
16

,,
1920
•***
.

599.500
9
*18*
*18*
577.500

1920
……….

214.698
7.133
859.022 211.976
4

,,

1920..

……….

212.379
6.762
354.710
209.150
28 Aug.

11

Sept. 1920..

……

210.497
6.534
347.509
208.095
21

,,.
210.038
6.439
.345.291
211.702

25
Oct.

1920……..
1920.

…….

166.965
3.005
300.940 108.512
12 Oct.

1920.

…….

1919……..
97.556
13.908
184.682
81.927

25
Juli

1918
…….

191,4 …… .22.057
‘31.907
110.172
12.634

Data
contoa
N..lnd.
betaalbaar

Beige-
ningcn
Diverse
cde.
ningen
1
metaal-
saldo
percen
tags

23 Oct.1920
34300
115.000
••

16

1920
.

346.500
**
115.000

9

,,

1920
339.000
#00
115.750

11
Sept. 20
20.004
107.724
39
29 545 24.469 154.896
4

,,

1920
2926$
26.794
156.578 20.767
106.490
.
39
28Aug.1920
29.302
29.063
157.957 19.699
106.439
39
21

,,

1920
28.221
27.872
168.531
19.297
105.216 39

25 Oct. 1919
12.686
14.272
187.526,
35.564 88.354
42
12 Oct. 1918
8.308
25.380
76.779
18.583
58.948
42

25Juli1914
7.2591
6.3961
47.984 2.228
4.842′
44′

‘)
Sluitpoet
der activa.
‘) Op
de baai,
van
9
/s
metaaldekking.

1 Nov.
1920
137.729
9.000
322.939
415.971
55

25 Oct. 1920
138.024
31.000
303.192
423.814
57
18

1920
139.944
31.000
311.356
422.479
57
11

1920
133.423 28.000
321.6.’O
424.195
57
4

,,

1920
135 972

322.344
425.079
57

1 Nov. 1919
149.956 86.000
277.271
407.544
56
2Nov. 1918
144.649 115.500 129.546
491.672
65

25
Juli
1914
67.947
14.300
61.686
43.521
1
)
75
1′

Op
de boei.
vsn
1/6

metoaldékking.

46

3 November 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

971

DE SIJRINAAMSCHE BANK.
Voornaamste posten in duizenden guldens.

Data
Metaal
Clrculatle
Andere
opcischb.
1
Disconto’s
D

k

25
Sept. 1920

..
1.054
1.981.
975
1.816
418
18

,,

1920

..
1.053
2.005
900 1.824 424
11

,,

1920

..
1.081
2.096
848
1.821
863
4

,,

1920

..
1.081
2.229
971
1.775
921

27 Sept. 1919

..
958 1.504
1.130
1.496
301
28 Sept. 1918

..
896 1.565
1.292 1.247
834

25 Juli

1914

.,
645
1.100
560
735
396
‘)
Sluitpoit der activa.

BUITENLANDSCHE BANKSTATEN.
BANK VAN ENGELAND.

Voorija.amste posten, onder bijvoeging der Currency Notes,
in duizenden pond sterling.

Dat,,
Afetaal
C(rculatte
Cuuencg Notes.

Bedrag
I

Goudd.
I
Gov. Sec.

27 Oct.

1920
123.199
127.589
355.872 28 500 324,798
20

1920
123.148 127.054 355.904
28.500
324.887
13

,,

1920 123.154
127.123
356.477
28.500 325.223
6

,,

1920
123.195 127.804
356.176
28.500
325.665

29 Oct.

1919 88.064
84.455
336.578
28.500
819.379
80 Oct.

1918
73.948
64.203
287.585
28.500 268.704

22 Juli

1914
40.184 29.317

1


Data
Gov.
Sec.
01/ier
Sec.
Public
Depo,.
Other
Depos.
Rc.
IerVl
g
t)

27 Oct. ’20
64.518
76.061 16.421
120.557
14.061
10,26
20

,,

’20
61.620
83.879
16.539 125.845
14.545
10,21
13

’20
63.708 81.876
18.201
123.971
14.481
10,18
6

,,

’20
63.789 96.019 21.250
134.762
13.841
8,87
29 Oct.
1
19
53.908 80.715
22.753
116.182
22.058 15,88
30 Oct.’18
57.752 95.356
29.634 183.978 28.195
17,28
22Juli ’14
11.005
1

33.633
13.735
42.185 t
29.297
52
5
/t
i) Verhoudin
g
Iusrchcn Reserve en Depotite.

DUITSCHE RIJKSBANK.

Voornaamste posten, onder bijvoegiiig der Darlehens’
kassenscheine, in duizenden ?dark.

Data
Metaal
Daarvan
Goud
1

Kassen.
scheine
1

Ctrcu-
laile

1

Dek-

J

hing,-
1
)

23 Oct.

’20
1.098.57511.091.652
20.243.817
62.066.107
34
15

’20
1.098.593
1
1.091.656
20.431.898
62.128.756
34
7

,,

’20
1.098.794
1.091.657
19.949.326
62.(78.494
34
30 Sept. ’20
1.098.551
1.091.660
19.861.855 61.735.489
34
23 Oct.

’19
1.114.157
1.094.481
9.158.626
30.323.285
84
23 Oct.

’18 2.661.357 2.547.308
2.90.884
16.420.768
34

23 Juli

’14
1.691.398 1.356.857
65.479 3.890.895
93
t)
Dekking
der circulatie
door meteal
en
Kassenecheine.

Data
Wissels
Rek. Cri.
Darle/,ensha,sensc/ieine
“?,iaol
In kas bij d.
uitgegeven
Reichsbanh

23 Oct.

1920 47.817.833
12.347.175
33257.100
20.196.000
15

,,

1920
51.676.188
1i.415 314
33.667.400
20.387.800
7

,,

1920
48.840.299
13.172.487
33.384.000
19.902.800
30 Sept. 1920
54.995.623 20.053.596
33.283.400
19.815.30 23 Oct.

1919
80.289.185
8.586.524
20.776.200
9.130.700
23

Oct.

1918
18.732.525
9.058.939
12.173.000
2.903.000
29 Juli

1914
750.892 943.964
1


OOSTENRIJKSCH-HONGAARSCHE BANK.
Voornaam.ite noeten in
dnir.enden Rennen.

Data
Metaal en
buiten!.
goudwis,els
Disc, en
bdeenlngen
I

Bijz. schuld
Oostenrijk
1
en Hongarije

Bank-
Rek, Cr1.

7Feb.’201
290.428119.251.400
32.954.000 56.994.022
6.057.646
31Jan.’20!
291.083119.162.543
32.954.000 56.772.802
6.220.536
31Dec.’19!
287.640119.196.063

32.954.000
54.481.264
7.906.378
23

,,

’19!
297.363117.856.786
32.954.000 53.109.418
7.641.778

23
Juli’
14
1
1
.
589
.
267
1
954.356

2.159.759
291.270
11 waarvan 222.662
goud. 10.818 buiteolandsche goudwi.t.els en 56.948
munt en muntmateriaal
zilver.


BANK VAN FRANKRIJK.

Voornaamste posten in duizenden francs.

Data
Goud
Waarvan
tn het
Bulten/and
Zilver
Te goed
in het
Buitenland

Buit .gew.
voorach.
old. Staat

28 Oct.’20
5.485.729
1.948.367
264.090
691.151
26600.000
21

’20
5.484.280
1.948.367
23.729
600.383 26.600.000
14

,,

’20
5.482.431
1.948.367
283.192
947.279
26600.000
7

,,

’20 5.481.108
1.948.367
256.453
1.202.113
26.600.000

30 Oct.’19
5.575.485
1.978.278
287.618
838.841
25.450.000
31 Oct.’18
5.443.298
2.037.108 320.127
.382.407
18.800.000

23Juli ’14
4.104.390

639.620

I

Wissel.
Uitge.
tSe/de
Wissel
s

I

Ee/ee-
jg
Bankbil.
jdtkn

1

Rek.
ar
Cr1.
Pt!.
culieren

Rek.
Cr1.
Staat

2.739.950 457.453
1
2.046.665
39.084.416
3.316.268
157.474
2.470.050 473.48812.087.502
39.289.66613.202.449
82.698
2.411.147
477.4 56
2.083.873 39.526 93813.128.254
75.213
2.330.453 481.088
f

2.077.849 39.567.31613.156.484 45.601

1.145.650
667.90711.295.162 36.973.79113.106.906
63.398
876.990
1.052.9631
824.150
30.782.046
2.876.163
175.898
1.541,080

1
769.400

5.911.9101
942.570 400.590

BANQUE NATIONALE DE BELGIQUE.

Voornaamste posten in duizenden franes.

Metaal
7n’

Edeen.
Btnn
mcl.
R
e
k.

Data
bultenl.
van
buiienl.
van
prom. d.

I
wissels
en

I
Circu.
latie
Cr1.
saldi
vorde,.
poeinc.
heleen.
Partic.

28 Oct. ’20
351.381
84.613
480.000
729.707
5.792.826
1.168.049
21

,,

’20
354.661
84.653
48
0.0001697.417
5.758.286
1.161.729
14

,,

’20
358,441
84.653
480
.
000
1
674
.
932

5.782.183
1.195.948
7,,

’20
358.324
84.653
480.0001681.221
5.743.863
1.149.423
29 Oct. ’19
343.308
87.355
480
.
000
1
378
.
246

4.680.065
2.097.654

VEREENIGDE STATEN VAN NOOFD-AMERIKA

FEDERAL RESERVE BANKS.

Voornaamste posten in duizenden dollars.

Data
Goudvoor,aad
_______________________
Zilver
etc.

F.R.
Notes in
circu.
Totaal
Dekking
In het
bedrag
F. R. Notes
buiten!.
latie

1
Oct.

’20
2.003.072 1.328.103
111.455
162.123
3.304.690
24 Sept. ’20
1.989.835
3.353.251
111.455
161.759
3.279 996
17

’20
1.973.127 1.365.835
111.465
160.018
3.289.681
10

,,

’20
1.976.226 1.285.013 111.455
155.021
3.295.175

3 Oct.

’19
2.135.282 1.267.650 108.892
70.229
2.708.186
4 Oct.

’18!
2.025.434
1.226.685
5.829
51.93712.431.004

Data
Wissel,
Totaal
Deposito’s
Gestort
Kapitaal
Dek-
kin ga-
perc.’)

Percent.
Goud-
dekking
circul. 13

1
Oct.

’20
3.011.111
2.466.116
97.358
43,7
48,1
24 Sept. 20
3.012.088 2.477.422
97.401
43,6 47,9
17

,,

’20
2.830.808
2.675.695
97.366
43,8 48.1
10

,,

’20
2.992.181 2.516.477
97.191 42,8 46,8

3 Oct.

’19
2.342.604
2.634.576
85.350
49,7
59,1
4 Oct.

’18
2.017.023 2.810.308
1

78.903
51,6
62,3
1)
Verhouding tussciten: den toialeo goudvoorsead. Zilver etc., en de
opeierhbere
schulden, F R. Notes en netto depo.lio’s,
2)
Na aftrek
van 35 pCt. der totale dekkingsmiddelen als dekking voor de netto
depo8i
,
o’s.

PARTICULIERE BANEEN AANGESLOTEN BIJ HET
FED. RES. STELSEL.

Voornaamste posten in duizenden dollarB.

Data
1
Aantal
Totaal
uitgezette
Reserve
T
otaal
1

Waarvan
1
time
1 banken
gelden en
beleggingen
F.
deposito,
deposits

24 Sept.’20
818
17.140 597
1.361.800 14.262.712
2.786.811
17

,,

’20
818
17.057.725
1.890.096 14.504.286
2.78u.662
10

,,

’20
818
16.923.467
1.389.478
14.171.852 2.771.208
3

,,

’20
819
18.927.978 1.394.957
14.081.871
2.767.782

26Sept.’19
776
13.059.195
1.332.919
13.525.705
1.994.216 27 Sept.’181
741
13.253.9421
1.209.884
11.411.268
1.458.875

Aan het eind van ieder kwartaal wordt een overzicht
gegeven
van
enkele niet wekelijks opgenomen bankstaten.

ob

1
972

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3 November 1920′

EFFECTENBEURZEN.

Wegens ziekte was on.ze medewerker tot ons leedwezen
verhinderd

deze

week

het• gebruikelijk
overzight
de±
effectenbeu.i’zen samen te stellen.

Staatsfondsen:
26Oct.
29Oct.
1Nov.
R0cf
dalin
5

°/o
Ned. W. Sch.

1918
81
80
1
I,
.806/
2

11i

4%
0
/o

1916
80
1
/s
80’I,6
80
*/8

4

o

,,

,,

,,

1916
72
1
/
71
5
/&
70

2
1
/

334
°
/o

,,

,,

,,

. . . .
60*1,
60
60
1
!2
3

0
/0

,,

,,

,,

. . . .
49
1
*1*6
48*0/
16

49
10/10.

234
0
/0
Cert. N. W. S
.
….
42
41
41
1
/,e
i

15
/16

5

0
10

1915

….
84
0
/g
“85
85
1
/8
+
/8

4

0
/0
Hongarije Goud ….
4
4*1
*6

4
1
/16

+
1/16

4

0
/0
Oostenr. Kronenrente
4
3′,
3I1

0/
4

5

•’o Rusland 1906

……
12’/,
11
1
/8
11I8

Io

434
0
/0
Iwangorod Dombr…
10
8
/4
101
4

i0/4

4

°
/o Rusland

Cons.

1880
12
3
l
‘1*1
4

11′!,

1′!4

4

0/
Rus!. bij Hope & Co.
14
7
/8
14
7
/o
14
7
I8

4

0/

Servië

1895

……
19
19
20
+
1

434
0/0
China Goud 1898
541/a
54
5
4
54
3
/

4

0/

Japan

1899 ……..
58 58 58

4

o
/o Argentinië Buitenl
561/8
57
0
/8
570/o
+
‘i,

1
5

0/

Brazilië

1895

……
53
53
53

5

o/

,,

1913

……
51
0
/4
610/
4

5101
4

Cultuurwaarden:

26 Oct.
29Oct.
1 Nov.
Riizingol

Amsterdamsche Bank

….
180
180
180

Ned.Handel-Mij. cert.v.aand.
200 199
199′!2

‘i
Rotterd. Bankvereeniging. .
140
0
/8
140 140
– 1/6
Amst. Superfosfaatfabriek..
157
0
/
4

153
153

4’/

Van Berkel’s Patent
……
116
114
0
4
116
Insulinde Oliefabriek

. .
1370/
4

129.
128
1
!,
9’/
Jurgens’ Ver. Fabr. pr.aand..
87
1
/4
87′!, 87’/
Ned. Scheepsbouw-Mij

….
120 120 120
Philips’ Gloeilampenfabriek
919’12
869′!2 826
931/*

VereenigdeBlikfabrieken.
.
127
120’12
123’I..

3
1
/4,1
Compania MercantilArgent.
211
2006/,
206

5
Cultuur-Mij. d. Vorstenland.
282
260
1
/
271
1
/

iû’i,.

Handeisver. Amsterdam

. .
6981I

653

Roll. Transati. Handelsver.
101 101 101
Linde Teves & Stokvis
– .. .
157
158
157’/,
+ ‘/,
vanNierop&Co’sHandel-Mij.
145
140
130/4

14
1
/

Tels & Co’s Handel-Mij


120
112/4
112
—8

Geco’s.
Roll. Pet.rol*’um-Mij.
2866/
4

264
2710/
4


146/,.

Kon. Petroleum-Mij.
……
756′!
708
1
!3
703

53
1
/o
1

Orion Petroleum-Mij…….
72
73
70/4

10/
4

Steaua Romana Petr.-Mij..
.
184/4
170
170’/4

14’1,

Amsterdam-Rubber-Mij…..
187′!,
172
175

Nederl.-Rubber-MiJ.

…….
103
92′!3
991/
4


128/4

Oost-Java-Rubber-Mij…..
280
257 231

49
Deli-Maatschappij

……..
499
482
480’/

18
1
/2,

Medan -Tabak-Maa tschappij.
316 318 318

Senembah-Maatschappij
….
620
1
!,
599
1
!2
591

29
1
/2

Scheepvaartwarden:

26 Oct.
29Oct.
1
Nov.

Holland-Amerika-Lijn


333
325
315

18
,,gem.eig.
322
315.
300

22
Holland-Gulf-StoomV.-Mij.

.
220 220
220

Roll. Alg. Ati. Stoomv.-Mij.
50


49
49-
– 1-..
Hollandsche Stoomboot-Mij.
144
140
139

5
Java-China-Japan-Lijn
….
215
205 200

,

15
Kon. Hollandsche Lloyd
..
121
1
/
118
120
1
/

Kon. Ned.

Stoomb.-Mij.

..
172
156
162112

91/2
Koninkl.-Paketvaart Mij..

186
7
/
8

180
175 —11v/s
Maatschappij Zeevaart
….
195
200
190
—5
Nederl.

Scheepvaart-Unie.

2001!2
1935/
194
‘/

6’/

Nievelt

Goudriaan

……
440 440 440
Rotterdamsche Lloyd ……
201!
188
1
!4
184
1
/8

18
8
/.
Stoomv.-Mij.,,Hillegersberg”
246
1
!2
246′!2
246′!2
,,Nederland”

. .
227
1
!,
223
223
41/2

,,Noordzee”

– .
81 70
1
!
65!4

,,Oostzee”

– . . .
235 235
235

Amerikaansche waarden:

26 Oct.
29Oct.
1 Nov.

American Car
&
Foundry..
172
1.73
8
1s.
172,
Anaconda Copper
.
……..
132
130
131
– 1
Un. States Steel Corp. ….
115’/4
1131/
8

114

1/4
Atchison

Topeka

………
112′!4
1
13/

11
3!
+.1
1
!8
Southern Pacific
127
3
/4
128
132’/
+
4i’
Union Pacifie
…. ……..
164′
!
160
1
14
160’/

4’/
Int. Merc. Marine orig. Com
.
24/
24 ‘/a
24’/

1
/8
946/9
946/1

GOEDERENHANDEL-

-, –

GRANEN.
2 November 1920.

Het buitengewoon droge weer brengt in sommige streken
van West-Europa bezwaren met zich voor het ploegen en
hèt joitzaaien van het wintergraan. Gedurende een enkelen
dag •van de afgeloopen week meldde Argentinië vorst, wat
eene verhooging van de prijzen van graan en lijnzaad ten-
gevolge had. De vorst: had evenwel niet veel tebeteekene&
en daar den volgenden dag het weer wederom zachter. was,-
ging de verhooging bijna even snel verloren als zij geko-,’
men was. Nog steeds blijven de berichten uit Australië gun-
stig, terwijl ook Indië zoodanige -berichten zendt, dat een
tamelijk flinke export verwacht kan worden. Uit Zuid-
Europa zijn de berichten ‘schaarsch. De nieuwe oogsten
staan er goed voor, doch van uitvoer van tarwe hoor-t men
nog niet. Bovendien is de uitvoer van rogge beperkt.

Evenals-de orige weekzijn de Arner.ikaansche markten vrij kalm geweest. Men schijnt voorloopig op zoowat het
laagste niveau gekomen te, zijn, doch een hausse-beweging
is tot heden ug niet geslaagd. Niettegenstaande de,boeren
ernstig klagen over de, van hun standpunt gezien, lage
prijzen, komt er toch zooveel tarwe aan de markt, dat’ de
zichtbare voorraad wekelijks toeneemt; toch moeten wij
niet uit bet oog verliezen dat deze voorraad aanzienlijk’
minder bedraagt dan het vorige jaar. Daar evenwel, de-
meeste landen van Europa zee, goed voorzien zijn ‘van
broodgraan, kan men nauwelijks een voortgaan van zoo
groote uitvoeren verwahten als in de laatste maanden,het
geval is geweest. Toch zal tot Januari weinig – tarwe uit-
gevoerd worden, behalve door de Vereenigde Staten en
Canada.
De stemming van mais is in de afgeloopen week in
Europa zeer flauw geweest. De groote verschepingen van
Plata droegen zeer daartoe bij, terwijl bovendien zoowel uit Noord-Amerika als van den Donau niet onbelangrijke -hoe–
veelheden verscheept werden. In Engeland is de markt zoo-
danig gedaald voor spoedige levering, dat voor directe
levering lager -genoteerd wordt voor afladi-ng. Op het Con-
tinent is dit in de meeste gevallen nog niet het geval. In
Argentinië zelf onderging de maïsprijs een ver!hoogiflg ten-
gevolge van de -bovenvermelde vrees voor -vorst. Hoewel daarop ook een aanmerkelijke reactie volgde sluit. de prijs
niet lager dan de vorige week.’
De Noor-d-Amerikaansche maïsmarkt toonde eenige nei-
ging tot stijging. Voorloopig is de prijs 79i/, die verleden
week even genoteerd werd voor den December-termijn, het
laagste punt geweest. In de laatste dagen zijn de aanvoeren
van mais in de westelijke plaatsen ta.melijk veel vermin-
derd, hetgeen er op wijst, dat -de boeren liever hun mais zelf
opvoeren dan het voor zooveel verlaagde prijzen aan de
markt te brengen. Tengevolge hiervan zijn ook de vraag-
‘prijzen van Noor-d-Amerikaansche’maïs’gestegen en daar -in,
vele landen ‘de constimptie deze mais gaarne betrekt,’,werden.
de verhoogde prijzen, betaald; niettegenstaande de lagere
n-oteerin.gen voor Plata- en Donau-maïs. –
– De stemming -van gerst is over het algemeen ,iets-.va.ster
tengevolge van minder – -dringend aanbod . van de Donau,
.terwijl ei’ -nog steeds kooplust blijft voor broodgraan. Ook
voor, andere doeleinden wordt een en ander gekocht, doch
de vraag van dien kant blijft gering.
In haver ging zeer weinig om tot vrijwel onveranderde
prijzen. De oogst in Engeland wordt aanmerkelijk kleiner geschat, zoodat men daar wel op den inA’oer van een niet
onbelan.grjke hoeveelheid haver aangewezen zal zijO.
Lijnzaad reageerde het sterkstvan alle artikelen op ,de’
vrees voor vorst en de Februari-noteering te Buenos Aires
‘liep op tot 23.80 om evenwel wederom circa een peso lager’
te sluiten. Over.
.het ;algemeeu toonde Europa zeer weinig

neigi-ngom de verhoogde vraagprjzea te betalen en toen de.
prijzen voor Argentinië gereduceerd werden, liepen-ook. de
prijzen voor olie zoodanig tei-ug,’dat de kooplust -voor zaad
nog verminderde.
N ed er land. Voor tarwe bestond er eenige vraag bij
de Nederlandsche molenürs voor spoedigelevering.
Voor mais ‘liepen de prijzen aanmerkelijk terug, met ge-
ringe vraag hetgeen toe :tè
sc
h
r
j
ven
is aan de zeer vol-‘
doende aa-nkomsten van den laatsten tijd. De markt sluit
in een betere stemming met wederom een -aanmerkelijke-
premie voor, spoedige

levering. In lijnzaad kvamen slechts
weinig zaken -tot stand, vooral door het plotseling terug-
loopen van de olie-noteeringen, -hetgeen hoofdZakelijk. zijn
oorzaak vind-t in den zwakken oliekoers. Voor. lijnkoeken.
en andere veekoeken was er tengesolge van -het koudere
weer tot de verlaagde prijzen betere vraag.
– Zie voor den staat volgende pagina. –

– –

3 November 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

973

Noteeringen.

Chicago

I

Bueno, Arca

Data

.
Tarwe

Mat,

Haver
I
Tarwe
I
Mat,

Ltjnzaad

Locoprijzen te Rotterdam/Amsterdam.

Soorten

1

i Nov.

25 Oct.
1

i Nov.
1

1920

1

1920

1

1919

Dec. Dec.
Dec.
1-cbr.
Nov. Nov.
Tarwe
5

…………..’)
Rogge (No. 2 Western)
1)
31,75
29,-
J

31,-
28,50

1


30 Oct. ’20
208314

85
55
1
/s
19,80 9,01
22,80
Male (La Plata)

……
‘)I
336,-
1

350,-

1

420,-
23

,,

’20
200
80/,
53
1
/
19,20 8,95
22,70
Gerst (48

ib. feeding)

.
.1)
1
410,-

1

415,-

1

440,-
30Oct.’19
226
127/,
71
13,80
5)’

.7,10
25,45
Haver(38 ib. white cl.)
.
.
1
)1
20,-
1

21,-
1

23,50
80 Oct. ’18
226
114/
67h1

5)
11,40e)
5,35
21,00
Lijnkoeken (Noord.Ameri-
1
1
30 Oct. ’17
220
118
1
I
58
1
/8
11,60
4
)
7,95
18,705)
ka van La Plata.zaad)
5
)
1
217,50
1

222,50
1

300,-
20 Juli’14
82

‘)
56
3
!.
1
)
36
1
!9 ‘)
9,40
1
)
5,382)
13,700)
Lijri’za.d (La Plata) …. ‘)
1
870,-
.680,-
835,-

1)
per Dec.
‘)
per Sept.
8)
per
Nov.
‘)
per Jan.
0)
per
Oct.
‘)
P. 100
K.G.

8)
p.
2000
K.G.
‘)
p. 1000
K.G.
4)

per
1
1980 K.G.

*)
Hard/Red Winter Wheat nr. 2.

AANVOEREN in tona van 1000 K.G.

Rotterdam


Am,ieni’am
Totaal

Artikelen.
25-30 Oct.
1920
Sedert
1
Jan. 1920
Overeenk.
tijdvak
1919
25-30 Oct.
1920
Sedert
l
Jan. 1920 Ovcreenk.
tijdvak 1919
920
1919

10.717
,474.687
362.063
ca.
1.900 107.621
115.798
582.308 477.861
23.675
131.410
72.166

515
19.953
131.925 92.119
Boekweit

…………

2.825
4.170




.2.825
4.170
21.385
339.016
198.635

53.261
5.908
392.277 202.543
5.108
44.360
134.021
ca.
2.100
3.918
62.3 5
47.378
196.336

Tarwe
………………..
Rogge

………………

1.226

….

23.552 162.300


7.333
23.552
169.633

Male

………………

3.807
44.348
74.618
es.
2.000
27.967
24.163
‘72.315
98.181

Gerst

……………….
Haver

……………….

1.406 34.214
59.600
ca.
1.500
2.906
200
37.120 59.800
Lijuzaad

…………….
Lijukoek
…………….
.


26046
192.345
– –
$7.435
25.046
229.780
TarweneeI
………….
Andere meelsoorten….
2.627
29.124
156.637

100
10.708
29.224
167.345

SUIKER.

In de afgeloopeu week was het vooral de J,a v a-markt,
clie cle aandacht trok. Aldaar is thans cle toestand ingetre-
den, welkeu ingewijden reeds lang voorzien hebben: ver

schillencie ‘bezitters van tot hooge prijzen ‘gekochte suikers
zijn genoodzaakt de ‘hun thans aangediende partijen tot
iecleren prijs te verkoopen en ‘zijn, nadat de pogingen om
eene ‘trust te vormen mislukt waren, gedeeltelijk niet in
staat de groote verliezen te dragen. De veelgenoemde Noor.
sche firma, de Java Oversea Co., is thans definitief failliet
verklaard, terwijl ook eene op Java ‘gevestigde Britsch-
Indische firma hare .btabingen ‘gestaakt ‘heeft, hetgeen naar
men verwacht nog andere speculanten eerstdaags zullen
moeten doen. Hierdoor zijn groote kwantititen disponibele
suiker aan de markt gekomen éu zijn ‘prijzen scherp ge.
daald .t6.
f
29,- e.k. Zoodra de op de’ markt geworpen
partijen opgeruimd Aullen ‘zijn, ma, w’ecler een gezondere
toestand van ‘het artikel in ‘Java verwacht worden; reeds
ivu wor’d’t op ‘de verlaagde prijsbasis weder meer ‘belang.
stelling van ‘de zijde van serieuze koopers getoond. Op de andere .werel’dmarkten was men in afwachting van
de gebeurtenissen op Java kalm gestemd.
In N e w Y o r k ‘hadden eenige tiansacbies plaats van
Peru en Porto-Rico suiker, de noteering voor Spot Centr.
liep ‘tot 8,25 terug, terwijl de stemming,op de termijnmarkt
iets verbeterde, ‘hetgeen uit ‘dê volgende noteering blijkt:
December 7.70, Januari 7,50, Maart 7,75, Mei 7
1
40 ets.

De laatste 0 u ‘bji.statist/ek luidt:

1920

1919

1918

Totale oogst…………
3.730.077 3.971.776

tons
Weekontvangat tot
23
Oct.

4.394

58.364
43.460
Totaal sedert
1
Jan. 1920
3.440.004 3.483.851 2.916.424

,
Export Ver. Stat.25 Sept.
498.934

457.122
805.242
11

Frankrijk

25
Sept.
57.821

143.168
28.002
Tot. voorraad
op
23
Oct.
$06.666

401.453
285.641

NOTEERINGEN.

Londen
Amater.
1

New York

Data

dam per 1 T

Whiie Java

I

Amer. Gra.

96pCt.
ate,

f.o.6. per

nulatea’ c.i.J.

Ccntrl.
loopen(eI
c
bI
maand
1
N0.11

Nov./Dec.

Nov/Dec.

Jugals

8h.
5h.
cts
471
. –
8,52
52/-

8′,-
59/…


7,28


7,28

3,26

KATOEN.

Noteeriugen voor Loco-Katoen

(Middling Uplands).

II Nov. 20 125 Oct.’20
‘8
Oct.’20 1 Nov.’19 11Nov.’18

New York voor
Middling .. 22,50e 22,50e 20,50 c 38,65 t 29,05 e
New Orleans
voor Middling 20,50e2 .20,50e. 18,75e 39,- c
1
30,-tv
Liverpool voor
Middling .. .. 17,74d 18,23d 15,65d 25,05d
1
22,60d

Ontvangsten in, en uitvoeren van Aajerikaansche havens.
(In duizendtallen balen)

1 Aug. 20

Overeenkomstige perioden
tot
29 Oct. ’20

1919

1918

Voorraden
in
duizendtallen
29 Oct. ’20
1

31

Oct,’19

,
1
Nov.
’18

Amerik. havens ……….
1098 1404

1225
Binnenland …………..
.1134
1006

1088
New
York

.

99

98
7
390

295
New Orleans
……………
Liverpool

……………
80 4
1

665

193

‘)
Noteering van 31 Oct. 1919.
3)
Idem
van 30 Oct. 1920.

Marktbericht van de Heeren. Sir Jacob Behrens & Sons,

Manchester, d.d. 27 October 1920.

De verbeterde vraag naar Amerikaansche katoen, die
reeds in ons laatste ‘bericht ‘werd’ vermeld, heeft stand gë-
houden en prijzen zijn gedurende de week Vrij belangrijk
gestegen. Alen verwacht voorloopig geen verdere stijging,
tenzij cle weerber.ichten slechter worden, of indien er vorst
in cle oogststreken aou plaats hebben. Het Censu’s Bureau
geeft aan, dat er 5.712.000 balen gegind zijn tegen 4.929.000
balen verleden jaar en 6.811.000 balen in 1918. De totale
hoeveelheid in zicht tot 22 October j.l. was 2.051.000 balen
tegen 2.172.000 ‘balen het vorig jaar ,en 2.586.000 balen in 1918. Egyptische katoen blijft zonder vraag, terwijl prijzen
onveranderd zijn.

8h.
27Oct. ’20f – 1161-
20 ,, ’20 ,, – 1161-
27 Oct. ’19

641s
27 Oct. ’18 ,, –

641′
11 Juli ’14

,,
18/-

Ontvangsten Gulf-Havens..
1200 796
952
,,

Atlant,Havens
312
734
577
[JitvoernaarGr.Brittannië
87
506
512

,,

,,

‘t Vasteland.
‘!

569
556 448
Japan ete…

974

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

3 November 1920

De vraag naar Amerikaansche garens is verbeterd en de
stemming is algemeen wat gunstiger. Deze vraag, komt
hoofdzakelijk van de Engelsehe weverijen, waar men de tegenwoordige prijzen vrij veilig vindt, niettegeustaande
de geringe vraag naar manufacturen. Er zijn nog wel wat
zaken gedaan, speciaal in 36cr en 38cr boomen en medio
soorten weft. Voor export is slechts zeer weinig gedaan,
ook al doordat de wisselkoeren met het Continent nog
steeds sterk fluctueeren, zoodat za-ken hoe langer hoe moei-lijker worden.
De stemming in ma.nufacture’ is deze week bepaald
gunstiger. Er zijn veln, die meenen, dat men thans het
laagste punt heeft bereikt en daardoor geneigd zijn orders
te plaatsen. Speciaal schijnt zulks het geval te zijn met
dhooties en lichtere shirtings voor de Calcutta-markt, hoe-
wel er nog niet heel veel geboekt schijnt te zijn. Waar
echter ‘verschillende weverijen garens gekocht hebben, is het
zeer goed mogelijk, dat zij ook orders hebben ontvangen,
want cle markt is in elk geval veel vaster. In de finan-
1
cieele wereld is echter nog weinig verbetering en waar di
speciaal voor Indië van zoo heel veel belang is, zal men
toch geen duurzame verbetering mogen verwaohten, alvo-rens het geld wat ruimer is en de wisselkoersen wat vaster
zijn geworden.

20 Oct. 27 Oct.

20Oct. 27 Oct.

Liverpoolnoteeringen.

T.T. op Indi8 …. 116

117
/s
F.G.Et’.Sakellaridis 43,flO 43,00 T.TopHongkong3/lO 3/10
G.F.No.1 Oomra 8,75 9,25 T.T.opShanghai.5/2

5/2

HUIDEN.

Bericht van (le firma Grisar & Co.

De toon van de markt was deze week, zeer onaa.ngenaam,
vooral ‘voor droge huiden, die veel verhandeld werden tot
lagere prijzen. Van gezouten huiden werden geen noe-
menswaardige verkoopen gemeld. Noord-Amerika is gede-
cideerd kalm en maakt offertes van alle soorten huideni
naar Europa.
‘ 3
Inlandsche huiden: Op de veilingen te Hamburg
en te Parijs eene daling van 15 tot 25 percent. Ook voorj”
Hollandsehe huiden bestaat minder animo en kunnen
door de Duitsche valuta de prijzen niët meer gehandhaafdi
worden.
Kalfsvellen enpaarde’huiden: zonder nieuwe
gezichtspunten.
L o o i s to 1f e n: kalm. Quebracho op levering £
4.-f-
c.i.f. Rotterdam.

30 October 1920.

JAVA THEE.

(Opgave Pakhuismeesteren van de Thee.)

(Herleid tot 1/1 Kisten.)

Voorraad 30 September 1920 ……….229799
Sedert aangevoerd …………………1 3464

24263
Sedert afgeleverd …………………. 170it2

Voorraad heden: ….. ………………22(1231

Waarvan in de eerste hand …………17il76

30 October 1920.

KOFFIE.

(Mededeeling van de Makelaars
G.
Duuring & Zoon,
& Witkamp en Leonard Jacobson & Zonen).

Noteeringen en voorraden.
RUBER.

De markt was gedurende de afgeloopen week wederom
flauw gestemd en de prijzen liepen terug, hoofdzakelijk
tengevolge van het faillissement van een belangrijke firma
te Londen. De noteeringen zijn echter nominaal, daar het
moeilijk is betrouwbare verkoopers ,te vinden tegel de ge-
noteerde prijzen, aangezien deze over het algemeen een
afwachtende houding aannemen.

De noteëringen zijn:

‘ einde vorige week

Prima Crêpe loco ………..
f
1,65 ……….
1
1,75
Smoked Sheets loco ……..,, 1,50 ……….., 1,60
Prima CrOpe Nov./December

1,0 ……….., 1,80
SmokedSheetsNov./Dec …….

., 1
1
55 ………..,, 1,65
Prima Crpe Januari/Maart..

1,80 ……….., 1,90
SmokedSheetsJan./Mrt …….

,, 1,70 ………. .. 1,75

2 November 1920.

KAP OK.

(Opgave van de Makelaars Gebrs. van der. Vies, Amsterdam.)

Kapokstatiestiek op 31 October 1920,

Voorr.
Aanv. Verk.
Voorr,
Importeurs: 1 Jan.
tot
tot
op
1920
31 Oct.
31 Oct.
31Oct,

81
& W. Birnbaum
.
……

1788 562 1226
H. G. Th. Crone ……..
1323
6696 ,
7344
675
Edgar

& Co………….

1935
1035

Van Eegben & (‘.
0
…….
146
4108 3868
386
Van Heekern & Co

906
906

Hoving & Beer ……….
80
520 400
200,
Lan dbouw-M ij,,Geboegan”

720
720

Mirandolle Voûte
&
Co…
650
‘15344
13239
2755
S. L. van Nierop
&
Co.
..

2772
2615
157
W. Tengbergen
&
Co

1346 1346

Weise
&
Co………….

2 146

522 1624
J. Zwaardemaker Hzn. .
.

1426
1426

Order………………’

7707 7607
100

2199 47414

42490

7123

COPRA.

• De markt bleef deze week vast gestemd, en waren de’
omzttten belangrijk.

Ned.-Ind. fm.s. stoomend
.
…………..
f
67,-
Mixed ,, …………..,, 65,25
11
Java 1 m.s. OctoberiDecember afl. …… ., 66
1

Ned.-Ind. Mixed Oct.! Dec. all…………, 64,-

METALEN.

Loco-Noteeringen te Londen:

Data
Ijzer
Cleo.

Stand.’rd
Tin
‘Lood
Zink

1 Nov. 1920..
nom.
91.216
266.151-
35.1 7/6
38.-/-.

25

Oct. 1920..
nom.
91.151—
25110.-
36.216
39.11
1
1-
3Nov. 1919..
nom.
9917,6
273-/-
32.-1-
44.10/-
4 Nov. 1918..
nom.
122.-1-
334.-1-
30.-/–

61-!-

17Juli

1914..
5114
61.-/-
146.161-
19.-/-
21.101-

¼’
2 November 1920.

Data
Rio
Sontoa
Wiaidkoen
Voorraad
Prui
I

Voorraad
PU,

30

Oct.

19

0
420.000 7.750.
2.305.000
9.90
121e

1

23

1920
457.000
8.025
2.371.000
9.450
12/4
9
16

1920
412.000
2)
2.256000
8
)
)
30

Oct. 1919
385.000
12.200
1.990.000
17.000
16

Ontvangsten.

Rio
Sontoa
Data
Afgdoo pen
Sedert
Afgeloo pen
‘Sedert
week
1 Juli
week
1
Juli

30 Oct. 1920 ….
61.0001.008.000
264.û00,
4.054.000
30 Oct.

1919 .. -.
63.000

8.610.000 79.000
2.196.000
:

1)
Nominaal.

)
Feestdag.

2)
Niet
guôteerd.

VERKEERS WEZEN.

SCHEEPVAART.

GRAAN

Dato
Petra
grod Londen!
Rdam


Ode.,aa
Rotte,-
dam

All.
Kuit
Ve,.
Staten
San Lorenzo


Rotte,.
Bruto!
Rotte,.

Enge-
dom
Kanaal
dom
land

25/30 Oct.

1920


136
13/6
95/.
95!….

1$j23

,,

1920,


1316
1316
95/-
951-
27 011 Nov. 1919


of
75
m>
816
175;-
0)65/….

28 0.12 Nov. 1918



501-.

225/-
Juli

1914 11 d.
7/3
1/11
1
4
1111
1
4

12/-
12/-

1) Per ton stukgoed.
2)
Voor Britsche schepen.

3
November 1920

ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN

975

KOLEN.

Data

Ca,dtff
Oo.,1h. Engeland

Genua
P011
ILaI
1

Plato
Rotte,-
IGolhen-
deaux
Sala’
Rioler

dam
burg

25130 Oct. 1920





1s123

1920

– – –


270./1 N.

1919
541–
85/–
751-
501–
/10,- Kr. 40
28 012 N. 1918
69/–
10113
200/–
120/–


Juli 1914
Ir. 7,—
7/–
713
1416
3/2

4/-
DIVERSEN.

Boml’oy
Birma
Vladito-
Chili

D olo
Went
Went
stock
We,t
Europa Europa
Weit
Europa
(d. w.)
(rijat)
Europa
(zolprier)

25130 October 1920-.. ..
80/–
1126

18/23

1920….
801–
11216


27 Oct.11 Nov. 1919.. ..
120/–
.175/–
-.
23()/–
28
Oct.12 Nov. 1918….
275/-
001-

190/-
Juli

1914….
14/6
16/3
25/-.
22/3

Graa,z Petrograd per q,arter van 496 16e. zwaar, Odzeen per unit, Ver. Staten
per quarter van 480 Ibo. zwaar.
Overige noteerinpen per ton van 1015 X.G.

INKLARINGEN.

DORDRECHT.

September 1920
September 1919
Landen
van
herkomst
Aantal

N.R.T.

Aantal

N.R.T.
schepen
schepen

Binneni

havens
1
184
– –
Groot-Brittannië
2
259
1
100
Duitochland


5
1.544


1
674
Denemarken
2
513


Finland
1
384

Zweden
………..

Be’gië
2
321

Totaal ….
8
1.661
7
2.318

Nationaliteit.

Nederlandsche..
{


Britsche
2
259
1
100
Duitsche’
.

1
384
6
2.218

Totaal
.. ..
8
1.661
7
2.318

(Gerard Mauritz.)

ADVERTENTIËN

De N.V. Nederlandsche Huistelefoon-Madschappli

ROTTERDAM•

‘S-GRAVEN HAGE

GRONINGEN

Telefoon 3600

Telefoon H 280, 300

Telefoon 1555

AMSTERDAM

LEEUWARDEN

ARNHEM

Telefoon N 5580

.

.

Telefoon 2723

Levert uit voorraad
TELEFOON-, SCHEL-, ELECTR. KLOK-INSTALLATIES,
etc.,

in huur en koop.

Herstelt en onderhoudt o n d er garantie ook alle niet door haar uitgevoerde installaties.

PROSPECTUS GRATIS.

ONTVANG-
EN
BETAALKAS

NIEUWE DOELENSTRAAT
20-22
AMSTERDAM

DEP0SIT0’S VOOR
1
JAAR FIXE
A
4’/2
PCT.

GELDEN, OP DEZEN TERMIJN GESTORT, ZIJN. NA AFLOOP

VAN HET JAAR ZONDER OPZEGGING BESCHIKBAAR.

NIET OPGEVORDERD ZIJNDE, WORDT DE POST STIE-

ZWIJGEND VOOR GELIJKEN TERMIJN VERLENGD.

DE RENTE KAN NAAR VERKIEZING PER KWARTAAL, PER

HALF JAAR OF PER JAAR ONTVANGEN WORDEN.

GEREGELDE STOOVAART LIJNEN


Lancashîre
&
Yorkshlre Raliway

AMSTERDAM- GOOLE.

Stoomvaart Ivlaatschappij ,,Noordzee”

AMSTERDAM-LONDEN.

.5.5. ,,BOEKELO” enS.S. ,,HENGELO”.

Agenten: GEBROEDERS SCHEIJER.

Onze afdeeling ASSURANTIE belast zich met het sluiten van alle
soorten verzekeringen tegen scherp concurreerene premlen.

KONINKLIJKE

HOLLANDSCHE

– LLOYD

AMSTERDAM

PASSAGIERS-, VRACHT- EN

POSTDIENSTEN
NAAR

ZUID-AMERIKA

CUBA EN MEXICO

EN

NOORD-AMERIKA

9,6

3 November 1920

HOLLANDSCHE STOOMBOOT MAATSCHAPPIJ

Telefoonnummers:
AMSTERDAM—ROTTERDAM

Telegram-adres:

Noord 1411, 1699, 3011, 7396, 8941, 9030, 9035.

HOLLANDIABOOT AMSTERDAM.

Londen en Huil ièdéren Dinsdag en Zaterdag.

Leith (Glasgow, Edinburgh) iederen Vrij dg.

Geregelde
afvaarten
Aberdeen Vrjdgs om de 14 dagen.

e

rijdags om de 14 dagen.
van
unde
V

Amsterdam
naar:

Le Tréport
(Paijs)
iederen Zaterdag.

Liverpool en Blfast om dè 10 dagen.

Fowey, BHstcl Swansea om de 14 dagen.

In
samenwerking met de Vereenigde Nederl
d
ndsche Scheepvaart Maatsch. te ‘s-Gravenhage, de

N.V. v/d. Eb en Dresselhuys’ Scheepv. Maatsch. te: Rotterdam, den Koninki. Holl. Lloyd te Amsterdam
en met de Nederlandsch Zuid-Afrikaansche Stoomvârt Maatsch. te Rotterdadi,’naar West. en Zuid

Afrika.

Ruime Loodsen, Spoorwegaansluiting. Billijke vrachtên. Afvaartkaarten wdrden desverlangd geregeld

toegezonden. De Stoomschepen veivoeren een beperkt aantal passagiers.

U N 1 E BAN K
7”’

.
__
,
‘_’__
,,

.
_
.
‘_’l
Accountantskantoor

voor

Nederland en Kolôniën

!
fiebr
o

A
rni
Mniinn
t

!

UIlUUIVll!

Jameg

ÂMSTERDÂM
en
ROTTERDAM
t

HAARLEM

t

!
(Lid Ned. Inst. v. Accountants)
Agentechappen in Nederland en mdii:

‘s-t.RAVENHAGE,
MAURITSWEG 13B TILBURG, LEEUWAKDEN,

OISTERWIJK, UDENHOUT,
FABRIKANTrN “AN

T

ROTTERDAM.

LOCHEIVI,BORCULO,
TECHNISCHE
BATAVIA SOERABAVA

CAOUT,CHOUC,
SEMARANG,

BANDOENG,t

lvi EDAN
EN
WELTEVREDEN
ASBEST-

1

EN EBONIET-

t
..


+

ARTIKELEN

R

1a•

ik.-1

F

A

.

t
–.—–

t

Telefoon 103

Telegiadr
:
Oomfabr!ek,Haarlem

AF.D. .tCETELOUW

ONDERWIND-

INSTALLATIES
.A
,
hoorsteenboiv
UITSTEKENDE RESULTATEN
1

bij
het
stoken
van

– –

minderwaardlge brandstoffen

De praktijk van dén
WILTON-VUURHAARDEN

‘!
Wereld-Graanhandel
~A~R&
h[N6LO
.

;-

..

.

PRACTISCH EFFECTENBOEK

DOOR

1

Prij

f
-I
___

Prijs
f
1,25
. .


—.
_.
:ék’riJglttir

1n

ekhud.l

n

Verkrijgbaar

bij

den, Boekbandel

en

bij
NIJGH &VAN DITMAR’S UITG.-MIJ, R’DAI
M

£
Idj
NIJGU
&
VAN
DLTMR’S UIT
GEVERS-MAATSCHAPPIJ, R’dam.

N.V. GIPS’ HOUTHANDEL, DORDRECHT.

DWARSLIGGËRS EN PALEN VOÖR ELECTRISCliE GELEJDINGEN.

N.V.IPS’ HOUTBERÉIDING, EORDREcHT

HOUTBEREIDING VOLGENS DIVERSE SYSTEMEN

OPSLAG VAN HOUT

OP HARE TERREINEN AAN HÈT MALLEGAT, TEÛORDRËCIÎT

CREOSOOT EXPÖRT-MAAtSHÂPPIJ,
PÖRDREcHT.

ÉkpÔÏÜ
VÂN

TËEROLIE
VOOR HOUTBEREID1NG.

Auteur