Ga direct naar de content

Duidelijke taal? De communicatie van de ECB laat te wensen over

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: juni 3 2005

Duidelijke taal? De communicatie van de ECB laat te wensen over
Aute ur(s ):
J. de Haan en D. Jansen (auteur)
De auteurs zijn respectievelijk verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen en De Nederlandsche Bank, divisie Wetenschappelijk Onderzoek. Wij danken Lex
Hoogduin voor zijn commentaar. Jakob .de.Haan@rug.nl
Ve rs che ne n in:
ESB, 90e jaargang, nr. 4462, pagina 251, 3 juni 2005 (datum)
Rubrie k :
Monetair beleid
Tre fw oord(e n):

In de eerste jaren van de Economische en Monetaire Unie spraken de Europese centrale bankiers elkaar regelmatig tegen over het beleid van de
Europese Centrale Bank. Dit komt de beeldvorming van de ECB als transparante centrale bank niet ten goede.
Volgens velen laat de duidelijkheid van de Europese Centrale Bank (ECB) omtrent het door haar gevoerde beleid te wensen over. Zo is er vanuit de
academische wereld veel kritiek geuit op haar monetaire strategie. De ECB zou er beter aan doen om haar beleid te vervangen door ‘inflation targeting’ (De
Haan et al., 2005). Deze strategie zou veel transparanter zijn dan de huidige. Ook wordt vaak gepleit voor meer openheid, bijvoorbeeld door het publiceren
van notulen van de vergaderingen van de Governing Council en het openbaar maken van het stemgedrag van centrale bankiers (Buiter, 1999). De ECB wijst
dergelijke voorstellen van de hand in verband met de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de leden van de Governing Council voor het gevoerde beleid
dat opgespannen voet zou staan met het publiceren van dergelijke informatie. De ECB voert verder aan dat de bank juist heel open is in haar
informatieverstrekking (Issing, 1999).
Desondanks laten diverse onderzoeken zien dat de transparantie van de ECB te wensen overlaat. In een recente enquête is bijvoorbeeld aan vierhonderd
economen die verbonden zijn aan financiële en andere instellingen gevraagd zeven centrale banken te ordenen op basis van hun transparantie.
Transparantie wordt in dit verband gedefinieerd als de mate waarin het publiek kan begrijpen op basis waarvan een centrale bank haar beslissingen neemt.
In de enquête komt de ECB op de derde plaats na de (oude) Deutsche Bundesbank en de Federal Reserve en laat de Bank of England, de (oude) Banque de
France, de Bank of Japan en de (oude) Banca d’Italia achter zich (De Haan et al., 2004). Omdat de ECB beweert een zeer open centrale bank te zijn, is deze
uitkomst teleurstellend. Ook andere onderzoeken komen tot soortgelijke conclusies (zie De Haan et al. 2005 voor nadere details).
Inconsistentie
Een belangrijke vraag is wat de oorzaak kan zijn van dit slechte imago van de ECB. Gewezen kan worden op het feit dat de ECB een zeer jonge centrale bank
is. Het is te verwachten dat het enige tijd vergt alvorens professionele economen en journalisten een goed begrip hebben van wat de ECB wil en doet.
Bovendien heeft de ECB te maken met individuen uit verschillende Europese landen, met allemaal hun eigen cultuur en traditie, ook als het gaat om
monetaire politiek. Dezelfde boodschap zal daardoor niet overal op dezelfde wijze worden ontvangen. In dit artikel gaan we in op een andere mogelijke
verklaring: inconsistentie in de boodschap die Europese centrale bankiers uitdragen.
De communicatiestrategie van de ECB verschilt sterk van die van andere centrale banken, zoals een recent onderzoek van Ehrmann & Fratzscher (2004) laat
zien. Deze auteurs hebben de communicatiestrategie van de Amerikaanse, de Britse en de Europese centrale bank met elkaar vergeleken. Hierbij maken ze
gebruik van uitspraken van centrale bankiers zoals gerapporteerd door Reuters die in twee categorieën zijn ingedeeld: verklaringen over het monetaire
beleid en uitspraken over economische vooruitzichten. Uit dit onderzoek komt naar voren dat Europese centrale bankiers tegenstrijdige meningen
ventileren over monetair beleid en economische vooruitzichten. Ons onderzoek is qua methodologie vergelijkbaar met dat van Ehrmann & Fratzscher (2004)
maar richt zich volledig op de ECB en gaat dieper in op de inhoud van de uitspraken.
Het onderzoek
Ons onderzoek is gebaseerd op uitspraken van Europese centrale bankiers zoals gerapporteerd door Bloomberg. We hebben alle berichten over de ECB uit
Bloomberg tussen 4 januari 1999 en 17 mei 2002 verzameld en ingedeeld in verschillende categorieën. We onderscheiden drie groepen van centrale
bankiers: leden van de directie van de ECB, presidenten van nationale centrale banken (NCBs) en top-functionarissen van de Bundesbank. Omdat
presidenten van NCBs gezien hun achtergrond een andere mening kunnen hebben dan de directie van de ECB is een onderscheid gemaakt tussen deze
twee groepen. Ook uitspraken van centrale bankiers uit Duitsland zijn in de analyse meegenomen, omdat voor de start van de EMU de Bundesbank het
monetaire beleid bepaalde. Het valt te verwachten dat financiële markten daarom nog steeds bijzondere aandacht hebben voor uitspraken van Duitse
centrale bankiers. We hebben de uitspraken ingedeeld in zeven inhoudelijke categorieën (zie tabel 1). De eerste vier categorieën gaan over het monetaire
beleid: uitspraken over de ontwikkeling van de rente, de geldgroei, de economische groei en de inflatie. De overige categorieën hebben betrekking op de
euro.
In de periode waarop de analyse betrekking heeft, verzwakte de euro vrijwel voortdurend tegenover de dollar. Centrale bankiers probeerden regelmatig om
de euro verbaal te ondersteunen. 1 Daarnaast werden regelmatig uitspraken gedaan over de wenselijkheid van en de kans op interventies om de euro te
ondersteunen. Ten slotte deden de centrale bankiers regelmatig uitspraken over de rol van de euro in de monetaire strategie van de ECB. figuur 5

Figuur 5. Aantallen uitspraken van centrale bankiers zoals gerapporteerd door Bloomberg, januari 1999 – mei 2002
Iets meer dan de helft van alle uitspraken in de dataset is afkomstig van de presidenten van de NCBs. Directieleden van de ECB namen bijna veertig
procent van de uitspraken voor hun rekening en de rest komt op het conto van functionarissen van de Bundesbank (exclusief de president).
Over de gehele periode gemeten, blijkt dat de verschillende groepen van centrale bankiers een vergelijkbare voorkeur hebben als het gaat om de
onderwerpen waarover ze een verklaring afleggen. Globaal komt de verdeling over de verschillende onderwerpen waar de centrale bankiers over praten
redelijk overeen met de verdeling van het totale aantal verklaringen. De uitspraken van de Bundesbank over de geldgroei vormen een uitzondering. Terwijl
functionarissen van de Duitse centrale bank 10% van de totale uitspraken voor hun rekening nemen, zijn ze verantwoordelijk voor 17% van de uitspraken
die betrekking hebben op de geldgroei. Ook over de rente praten Duitse centrale bankiers relatief vaak.
Afnemende rol van NCBs
Wij verwachtten dat in de loop van de tijd de rol van NCB-presidenten zou afnemen. Analoog aan de situatie in de Verenigde Staten zou de positie van de
directie van de ECB sterker worden en haar rol in de communicatie navenant groter. Uit een nadere analyse van het beloop van het aantal uitspraken blijkt
echter dat de NCB-dominantie in de ECB-communicatie in de loop van de tijd niet is veranderd. Presidenten van de NCBs blijven vaker in het nieuws dan
directieleden van de ECB. Tabel 2 toont het gemiddelde aantal uitspraken per dag voor perioden van een half jaar. Het blijkt dat het merendeel van de
nieuwsberichten zoals gerapporteerd door Bloomberg in vrijwel alle perioden voor rekening komt van de NCB presidenten.
Waarom laat de directie van de ECB zich in de communicatie overvleugelen door NCB-presidenten? De ECB directie heeft geen formele invloed op wat
NCB-presidenten zeggen. Daarnaast hebben NCB-presidenten een verantwoordelijkheid om het beleid van de ECB in eigen land uiteen te zetten. Toch is
het opvallend dat er in dit opzicht grote verschillen bestaan tussen NCB presidenten. Terwijl president Wellink van de Nederlandsche Bank in totaal zes
keer werd geciteerd door Bloomberg, haalde Liebscher (president van de Oostenrijkse centrale bank) maar liefst 59 keer het nieuws met een uitspraak.
Absolute koploper is de toenmalige president van de Bundesbank (Welteke) met maar liefst 191 uitspraken. Als we ook nog rekening houden met de 28
uitspraken van zijn voorganger (Tietmeyer) dan is duidelijk dat de Bundesbank de berichtgeving in Bloomberg over het beleid van de ECB domineert. 2 In
het navolgende onderzoeken we in hoeverre de dominantie van NCB-presidenten invloed heeft op de consistentie in de communicatie van de ECB.
Tegenstrijdige uitspraken?
Om na te gaan in hoeverre Europese centrale bankiers elkaar tegenspreken, moeten we ingaan op de inhoud van hun uitspraken. Verwacht de ene centrale
bankier bijvoorbeeld dat de rente omhoog gaat, terwijl een andere aangeeft dat een renteverlaging waarschijnlijker is? Om mogelijke tegenstrijdigheden in
de communicatie te analyseren, hebben we alle uitspraken voorzien van een getal, namelijk -1, 0, of 1. In het voorbeeld van de rente: het cijfer -1 geeft aan
dat er sprake is van een verwachte rentedaling, terwijl het cijfer 1 indiceert dat de rente volgens de uitspraak van de centrale bankier omhoog gaat. Als de
centrale bankier aangeeft dat de rente onveranderd blijft, wordt aan de uitspraak het cijfer 0 gegeven. Onze indicator voor tegenstrijdige uitspraken is de
som van het verschil tussen deze getallen gedeeld door de som van het totaal maximaal mogelijke verschil. Aan de hand van het voorbeeld van de rente
kunnen we dat als volgt uitleggen. Stel dat er drie uitspraken zijn: de ene centrale bankier geeft aan dat de rente omhoog gaat (1) en de andere twee
verwachten geen wijziging (0). Onze indicator is dan 0,50, namelijk het totaal van de verschillen (1, 1 en 0) gedeeld door het totaal van de maximaal
mogelijke verschillen (4). tabel 1

Tabel 1. Gemiddeld aantal uitspraken van centrale bankiers per dag zoals gerapporteerd door Bloomberg (halfjaarcijfers 1999 – 2002)

ECB-directie
NCB-presidenten
Bundesbank
Totaal

1999-I
0,20
0,23
0,02
0,45

1999 -II
0,42
0,31
0,07
0,81

2000-I
2000 -II 2001 -I 2001-II 2002 -I
0,33
0,31
0,26
0,25
0,25
0,48
0,37
0,41
0,49
0,40
0,08
0,06
0,10
0,14
0,04
0,90
0,75
0,78
0,88
0,69

Rente en inflatie
We hebben deze indicator berekend voor uitspraken over de rente, inflatie en economische groei, steeds voor een periode van twee weken (de periode
tussen vergaderingen van de Raad van Bestuur van de ECB). Figuur 1 geeft het resultaat voor uitspraken over de rente. Onze indicator heeft de waarde nul
in drie verschillende situaties: er is geen enkele uitspraak, er is slechts één uitspraak, of er zijn meerdere uitspraken die niet met elkaar in strijd zijn. Wanneer
het laatste zich voordoet, wordt dat in de figuur aangegeven door een nul. De figuur toont aan dat in de loop van de tijd de centrale bankiers in het
eurogebied elkaar minder zijn gaan tegenspreken in hun publieke verklaringen zoals gerapporteerd door Bloomberg. Bij het maken van figuur 1 hebben we
de uitspraken van de verschillende groepen van centrale bankiers meegenomen. Hierdoor zou een vertekening kunnen optreden. figuur 1 figuur 2 figuur 3
figuur 4 Daarom hebben we ook voor de verschillende groepen van centrale bankiers die we onderscheiden de indicator bepaald. Figuur 2 toont het
resultaat voor uitspraken van directieleden van de ECB over de rente. Het globale beeld is hetzelfde als in figuur 1: een afname in de tegenstrijdigheid van
de uitspraken.

Figuur 1. Indicator voor tegenstrijdige uitspraken over de rente, alle uitspraken

Figuur 2. Indicator voor tegenstrijdige uitspraken over de rente, alleen uitspraken van directieleden van de ECB

Figuur 3. Indicator voor tegenstrijdige uitspraken over de inflatie, alle uitspraken

Figuur 4. Indicator voor tegenstrijdige uitspraken over de inflatie, alleen uitspraken van directieleden van de ECB
De figuren 3 en 4 tonen de indicator voor uitspraken over de inflatie. Hier is het beeld anders. Ten eerste heeft de indicator voor tegenstrijdige uitspraken
over de inflatie regelmatig de maximale score van 1, terwijl de indicator voor de inconsistente verklaringen over de rente nooit hoger was dan 0,5. Ten
tweede blijkt dat de indicator voor de inflatie geen dalende tendens vertoont. Eenzelfde conclusie kan worden getrokken voor uitspraken over
economische groei. De ECB heeft de nodige maatregelen genomen om de communicatie te verbeteren. Allicht dat dit de daling in de inconsistentie in
uitspraken over de rente mede kan verklaren. De toenemende tegenstrijdigheid in uitspraken over inflatie en groei suggereren echter dat deze maatregelen
niet afdoende zijn geweest. Het onderzoek van Ehrmann & Fratscher (2004), dat ook meer recente jaren in de analyse betrekt, bevestigt deze conclusie.
Conclusie
Onze resultaten wijzen uit dat ECB-communicatie in de eerste jaren van de EMU veelal tegenstrijdig en inconsistent is geweest. De tegenstrijdigheden
bestonden zowel tussen uitspraken van presidenten van nationale centrale banken en de directieleden van de ECB als tussen de directieleden van de ECB
onderling. Het is mogelijk dat Europese centrale bankiers hierdoor mede debet zijn aan de perceptie van financiële markten dat de ECB niet erg transparant
is. Indien Europese centrale bankiers meer met één mond spreken, komt dat de duidelijkheid van de ECB waarschijnlijk ten goede.
Tegen deze conclusie kan echter worden ingebracht dat ook andere centrale banken, zoals de Federal Reserve, lang niet altijd met één mond spreken (zie
Ehrmann & Fratscher, 2004) terwijl hun transparantie beter is dan die van de ECB. Hierbij moet echter worden bedacht dat de Governing Council van de
ECB een gezamenlijke verantwoordelijkheid heeft voor het beleid en als collectief ‘accountable’ is. Vanuit dat perspectief is het van belang dat Europese
centrale bankiers met één mond spreken. Indien de ‘accountability’ op het niveau van de individuele centrale bankiers ligt, is het veel vanzelfsprekender dat
centrale bankiers uiteenlopende meningen ventileren.
Ons onderzoek geeft aanleiding tot nieuwe vragen. Bijvoorbeeld: wat is het effect van deze tegenstrijdigheid op financiële markten? Uit het meeste
onderzoek blijkt dat rentewijzigingen van de ECB doorgaans juist worden voorspeld door financiële markten (zie bijvoorbeeld De Haan et al., 2004). Een
interessante vraag is in hoeverre deze voorspelbaarheid afneemt door inconsistentie in de uitspraken van centrale bankiers. Een andere interessante vraag
is bij welke centrale bankiers financiële markten het beste hun oor te luister kunnen leggen. Door uitspraken van centrale bankiers over toekomstige
monetaire en economische ontwikkelingen te confronteren met de realisaties hopen we deze vraag in vervolgonderzoek te kunnen beantwoorden.
Jakob de Haan en David-Jan Jansen
Literatuur
Buiter, W.H. (1999) Alice in Euroland, Journal of Common Market Studies. 37(2), 181-209.

De Haan, J., F. Amtenbrink en S. Waller (2004) The Transparency and Credibility of the European Central Bank. Journal of Common Market Studies, 42(4),
775-794.
De Haan, J., S.C.W. Eijffinger en S. Waller (2005) The European Central Bank: Credibility, Transparency and Centralization. Cambridge, MIT Press.
Ehrmann, M. en M. Fratzscher (2004) Central bank communication: Different strategies, same effectiveness? ECB, mimeo.
Issing, O. (1999) The Eurosystem: Transparent and Accountable, or “Willem in Euroland”. Journal of Common Market Studies, 37 (3), 503-519.
Jansen, D. & J. de Haan (2004) Look who´s talking: ECB communication during the first years of EMU. CESifo working paper, 1263; te verschijnen in:
International Journal of Economics and Finance.
Jansen, D. & J. de Haan (2005) Talking heads: The effects of ECB statements on the euro-dollar exchange rate. Journal of International Money and
Finance, 24(2), 343-361.

1 Deze uitspraken hadden overigens vrijwel geen effect op de wisselkoers (Jansen & De Haan, 2005). In dit artikel is dezelfde database gebruikt als in de
onderhavige analyse.
2 Voor een nadere analyse wordt verwezen naar Jansen & de Haan (2004).

Copyright © 2005 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteurs