Er is de laatste tijd veel aandacht voor inperking van de arbeidsmigratie. De staatscommissie Demografische Ontwikkeling adviseerde om bewustere keuzes te maken en ook het hoofdlijnenakkoord van het nieuwe kabinet besteedt hier aandacht aan. Naar schatting heeft ongeveer de helft van de bedrijven met tenminste één werkzaam persoon buitenlandse werknemers. Hoe zouden deze bedrijven omgaan met een eventuele inperking van de arbeidsmigratie?
In de Nederlandse Innovatie Monitor 2024 zijn verschillende maatregelen voorgelegd aan de leidinggevenden van deze bedrijven. Bedrijven zetten bij aanzienlijke inperking van de arbeidsmigratie vooral in op het werven van Nederlandse werknemers, efficiënter werken door bijvoorbeeld automatisering of robotisering, en het opleiden en/of omscholen van het eigen personeel (figuur). Bijna een kwart van de bedrijven geeft daarentegen aan dat het de groeiplannen dan elders realiseert en eenzelfde percentage geeft aan geen andere optie te zien dan het afschalen van de productie.
Bedrijven met voornamelijk praktisch geschoolde arbeidsmigranten zetten sterker in op het werven van meer Nederlandse werknemers, robotisering/automatisering en omscholing. Ook het afschalen van de productie wordt door deze bedrijven vaker als optie aangegeven.
Onder bedrijven met hoofdzakelijk theoretisch opgeleide migranten komen het realiseren van groeiplannen in het buitenland en (gedeeltelijke) verplaatsing van bedrijfsactiviteiten relatief vaker voor. Ook treft een groter deel geen maatregelen. Voor het werven van Nederlands personeel, omscholing of efficiënter werken zien deze bedrijven minder ruimte.
De bedrijven afhankelijk van theoretisch geschoolde migranten zien vooral risico’s voor de concurrentiepositie op de langere termijn, terwijl de groep bedrijven afhankelijk van praktisch geschoolde migranten sterker vreest voor de continuïteit van hun bedrijfsvoering op de korte termijn.
Auteurs
Categorieën