Ga direct naar de content

De wachtdagen in de Ziektewet

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: april 8 1981

De wachtdagen in de Ziektewet
DRS. J. H. VON HUE*

De hoge kosten van de sociale verzekeringen zijn een bron van voortdurende zorg
in onze volkshuishouding. In dit artikel wordt onderzocht welke bezuiniging zou kunnen
worden bereikt indien het aantal wachtdagen voor de Ziektewet zou worden vergroot.
Daarbij wordt o.a. rekening gehouden met de vragen wie het wachtdagenrisico overneemt, welke
invloed mogelijke wijzigingen in de Ziektewet zullen hebben op het ziekteverzuim en
wat de betekenis is van de bestaande terugbetalingsregelingen.
De conclusie is dat een uitbreiding van de wachtdagentermijn tot een week in het gunstigste
geval, d.w.z. bij gelijktijdige afschaffing van alle terugbetalingsregelingen.
ca. f. 1,25 mrd. zal opleveren.
Inleiding
Steeds vaker wordt het idee geopperd om bij verzuim van
werknemers wegens ziekte over de eerste dagen geen Ziektewetuitkering meer te geven 1). De rechtvaardiging van een
dergelijke maatregel is dat er bezuinigingen mee zouden
kunnen worden bereikt op de Ziektewet (ZW)-uitkeringen,
die voor 1981 op f. 7,5 mrd. worden geraamd 2). Deze bezuiningen zouden op twee manieren worden gerealiseerd.
In de eerste plaats zou het verminderen van de huidige
ZW-rechten een direct bezuinigend effect hebben dat evenredig is met het aantal niet uit te keren ziekteverzuimdagen.
In de tweede plaats zou zich een indirect bezuinigend effect
voordoen doordat 6f de werknemers 6f de werkgevers de
lasten van het wachtdagensysteem moeten dragen. Indien
de wachtdagen ten laste komen van de werknemer, is
het waarschijnlijk dat hij zijn ziektegedrag wijzigt. Dit zal
vermoedelijk resulteren in een geringer aantal ziekmeldingen
met als mogelijk resultaat een geringer ziekteverzuim. Indien
de wachtdagen voor rekening komen van de werkgever, dan
zal deze er baat bij hebben het ziekteverzuim tegen te gaan.
In beide gevallen kan de directe bezuiniging dus op indirecte
wijze worden versterkt door een vermindering van het ziekteverzuim.
In dit artikel wordt onderzocht hoe groot het directe bezuinigingseffect zou kunnen zijn bij verschillende aantallen
wachtdagen. Tevens wordt bezien in hoeverre deze bezuinigingen worden verminderd door regelingen ter terugbetaling
van wachtdagen. Het artikel wordt besloten met een korte
bespreking van de mogelijke indirecte effecten van wachtdagenregelingen.
Ziekblijvers
Indien een werknemer ziek wordt zal hij zich, om een uitkering uit hoofde van de Ziektewet te krijgen, ziek moeten
melden. De uitkeringsduur wordt begrensd door herstel,
overlijden, sancties van de bedrijfsvereniging of door het
verstrijken van de maximale uitkeringsduur.
Het Verslag van de Ziekengeldverzekering publiceert jaarlijks een overzicht van het aantal ziekmeldingen bij omslagleden, d.w.z. bij bedrijven die de uitvoering van de ZW aan
de bedrijfsvereniging overlaten. Tevens kan uit dit jaarlijkse
overzicht worden afgeleid hoe groot de ziekteduur van de
groep ziekgemelde personen is. Tabel 1 vat deze gegevens
voor alle ziekmeldingen in 1977 samen 3).
342

Tabel 1. Het aantal en het percentage van de ziekmeldingen waarbij na een ziekteduur van Tdagen de ZW-uitkering
nog niet is beeindigd, alsmede het totale aantal ziekmeldingen bij omslagleden (1977)
T

3

5

Aantal
X 1.000 3.005 2.418

Aantal
365 a) ziekmeldingen

7

10

14

28

42

91

182

1.918

1.474

1.041

560

397

183

95

59

4.255

45,1

34,6

24,5

13,2

9,3

4,3

2,2

1.4

100

In procenten

70,6

56,8

a) De maximale uitkeringstermijn voor de ZW is verondersteld 365 ziektedagen te zijn.
Bron: Sociale Verzekeringsraad, Verslag van de Ziekengeldverzekering, VGravenhage, 1978.

Uit label 1 blijkt dat voor veel van de ziekgemelde werknemers de ziekengelduitkering snel wordt beeindigd. Reeds
na een week b.v. heeft nog slechts ca. 45% een ZW-uitkering.
Ziektedagen
Uit tabel 1 kan men op eenvoudige wijze het aantal ziekte*Wetenschappelijk medewerker bij de vakgroep Economic van de
Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Erasmus Universiteit Rotterdam. De auteur is dank verschuldigd aan B. van Hout voor de
verleende onderzoekassistentie. Tevens is hij drs. H. Elffers, drs.
F. G. van den Heuvel, ir. E. C. van den Hooven en drs. C. Sterrenburg erkentelijk voor hun commentaar op een eerdere versie van
dit artikel.
1) Zie bij voorbeeld de Handelingen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, zitting 1980-1981, 7-10 oktober, biz. 184 en 202, de
Onderneming,jg. 9, 3 oktober 1980, biz. 3 en drs. L. Lamers, Sociale
zekerheid bij (ziekteverzuim, inleiding tijdens het Euroforum seminar Arbeidsverzuim, Sociale Verzekeringsraad, Persbericht nr 80/
193, biz. 13.

2) In de Meerjarenramingen Sociale Zekerheidsregelingen 1981,
Tweede Kamer der Staten-Generaal, zitting 1980-1981, 16400,
hoofdstuk XV, bijlage VIII, tabel 2.3 wordt het ZW-volume op
342.800 manjaren geraamd met een gemiddeld bruto-uitkeringsbedrag van f. 21.885 zodat de kosten voor de ZW in 1981 op f. 7,5
mrd. komen.
3) Hierbij wordt voor de ziekmeldingen in 1977 gekozen omdat dit
jaar het meest recente jaar was waarover cijfers ter beschikking
stonden. Ter controle werden dezelfde berekeningen gemaakt voor
de periode 1968-1977. Met betrekking tot de invloed van het wachtdagensysteem bleek het cijfermatenaal over 1977 een iets kleinere procentuele bezuiniging te indiceren.

i per jaar bij benadering berekenen. Van alle 4.255.000
l&iiekmelders zijn er na drie dagen nog 3.005.000 ziek. Deze
: laatste groep is dan drie dagen ziek en zal dus 3 X 3.005.000 =
9,0 mln. ziektedagen achter de rug hebben. In figuur 1 wordl

een zelfde fractie moet worden verminderd als het aantal van
82,7 mln. ziektedagen waarover in beginsel een ZW-uitkering

dit aanlal dagen weergegeven door oppervlak I.

* Figuurl. Het aantal bij omslagleden ziekgemelde personen in

$t” 1977waarvannaeenziekteduurvan T-dagende ZW-uitkering
jf- nog niet is beeindigd

]

‘I?
“f

De ZW-uitkering wordt echter niet over ziektedagen doch
over ziektewerkdngen verleend. Om te komen tot het aantal
ziektewerkdagen wordt verondersteld dat het aantal berekende wachtdagen (uitgedrukt in ziektedagen) van 6,8 mln. met
wordt gegeven. Deze veronderstelling houdt in dat de verhouding tussen de wachtdagen en het totale aantal uitkeringsdagen bekend is.
In label 2 worden de berekende aantallen ziektedagen en

ziektewerkdagen voor verschillende categorieen ziekgemelde

Aantal niet herstelde
ziekmelders XI.000

werknemers weergegeven. Met betrekking tot het aantal

J4.255)

ziektewerkdagen is daarbij verondersteld dat deze in verband

4.000

met de vijfdaagse werkweek 5/7 bedragen van het aantal

.(3.527)

ziektedagen.
(3.005)

3.000

(2.418)

Tabel 2. Het berekende aantal ziekte(werk)dagen voor
(1.918)

2.000 –

verschillende categorieen ziekgemelde werknemers
(1.474)

Categoric

1.000.

Dagen van alle ziekmelders .

1,75

10

-c*- T

Daarnaast is het ook mogelijk om voor de 1,25 mln.
mensen die binnen drie dagen weer aan het werk zijn gegaan,
het aantal ziektedagen te benaderen. Bij lineaire interpolatie
is de gemiddelde ziekteduur anderhalve dag. Het aantal
ziektedagen van deze snelle uitstromers bedraagt dan
1,5 X 1,25 mln. = 1,9 mln. Deze ziektedagen worden weergegeven door oppervlak II. Het totale aantal ziektedagen
binnen de eerste drie dagen na ziekmelding is dan gelijk aan

de som van de oppervlakken I en II en dus gelijk aan het
totale oppervlak onder de curve tussen nul en drie dagen
ziekte en bedraagt 10,9 mln.
Op dezelfde wijze kan men ook het aantal ziektedagen
berekenen dat in het ZW-jaar valt. Omdat de ZW-uitkering
maximaal 1 jaar duurt, kan men het aantal ziektedagen
binnen het ZW-jaar berekenen door het oppervlak onder de
curve tussen nul en 365 dagen ziekte te berekenen. Voor de

ziekgemelde personen bij omslagleden in 1977 blijkt het
aantal ziektedagen dan bij benadering 89,5 mln. te bedragen.

Uitkeringsdagen

Het aantal ziektedagen is niet gelijk aan het aantal dagen
; dat ziekgemelde werknemers een uilkering krijgen uit hoofde

Ziektedagen
X 1 mln.

Ziektewerkdagen
X 1 mln.

Dagen van niet-intreders . . .

89.5
0,6 –

63,9
0,5 –

Wachtdagen voor intreders .

88,9 a)
6,2 –

63,4
4,4 –

In procenten

100,0
0,7 –

99.3
6,9 –

Dagen van intreders na aftrek

a) Het aantal ziektedagen van ZW-intreders bij omslagleden bedroeg 86,2 mln.
b) Het aantal dagen waarover ten behoeve van omslagleden een uitkering is verstrekt,
bedroeg in 1977 en 1978 gemiddeld 60,5 mln. per jaar.

Uit label 2 kan worden afgeleid in hoeverre met behulp
van de gehanteerde veronderslellingen de realileit is benaderd 4). Verder blijkt uil label 2 dat onder het huidige

wachtdagensysleem de bedrijfsverenigingen ca. 0,5 mln.
ziektewerkdagen niel hoeven uil le keren, omdat een groep
van 728.000 ziekmelders geen uitkering ontving wegens

herstel binnen de wachtdagenlermijn. Verder hoeven ca.
4,4 mln. zieklewerkdagen niel door de bedrijfsverenigingen

aan omslagleden le worden vergoed, omdal werknemers die
langer ziek waren dan de wachldagenlermijn ook de wachl-

dagen niet vergoed krijgen. Onder het huidige wachtdagensysleem wordt dus over 7,6% van het totale aantal ziektewerkdagen geen uitkering verstrekl.
Het directe bezuinigingseffect

van de Ziektewet. Het verschil wordt veroorzaakt doordat

de ZW alleen over werkdagen uitkeert en door het optreden
van wachtdagen. Met betrekking tot de invloed van wachtdagen wordt hier in eerste instantie beschouwd in hoeverre
de huidige wachtdagenregeling het aantal door de bedrijfsverenigingen uit te keren dagen beperkt. In de volgende

paragraaf zal worden ingegaan op de vraag in hoeverre een
uitbreiding van het aantal wachtdagen gevolgen heeft voor
werknemers, werkgevers en bedrijfsverenigingen.
In de Verslagen van de Ziekengeldverzekering staat vermeld voor hoeveel van de werknemers de ZW-uitkering niet
wordt verstrekt door herstel binnen of direct na de wacht-

De 7,6% niet door de bedrijfsverenigingen uil le keren

dagen belekenen een even grole beperking van hel lolale bedrag van de ZW-uilkeringen als men veronderstelt dal het

verzekerde loon van langdurig zieken niet systematisch verschill van het verzekerde loon van kortdurig zieken. Onder
deze veronderstelling kan men ook berekenen hoe groot

de bezuiniging voor de bedrijfsverenigingen zal zijn indien
hel aanlal wachldagen zou worden uilgebreid.

dagentermijn. Voor 1977 gold dit voor 728.000 ziekmelders.

4) Door middel van lineaire interpolatie is het aantal ziektedagen

Dit wil zeggen dat van de 4,255 mln. ziekmelders slechts
, 3S527 mln. een ZW-uitkering ontvingen. Bij lineaire interpolatie in figuur 1 zal dan de gemiddelde wachtdagenperiode
(uitgedrukt in ziektedagen) voor omslagleden 1,75 bedragen.

van ZW-intreders (d.w.z. van ziekmelders die na afloop van de
wachtdagentermijn ziek waren) bepaald op 88,9 mln. In feite bleek
dit aantal echter 86,2 mln. te bedragen zodat de interpolatiemethode een overschatting van 3% te zien geeft. Uitgaande van 82,7 mln.

Het aantal ziektedagen waarover geen uitkering wordt ge-

daan op grond van het wachtdagensysteem, wordt in figuur 1
weergegeven door het oppervlak onder de curve en links van
;de verticale stippellijn (tussen 3.527 ZW-intreders en 1,75
wachtdagen) en bedraagt 6,8 mln. Het aantal resulterende
ziektedagen waarover in beginsel wel een ZW-uitkering
wordt verstrekt, is gelijk aan het oppervlak rechts van de
Verticale stippellijn en bedraagt 89,5 – 6,8 = 82,7 mln.
8-4-1981

m.b.v. lineaire interpolatie berekende ziektedagen die in beginsel
voor een uitkering krachtens de ZW in aanmerking komen, benadert

men door vermenigvuldiging met 5/7 het aantal ziektewerArdagen
waarover in principe een uitkering wordt gegeven, op 59,0 mln. De
ziekmeldingen in 1977gevenaanleidingtotuitkeringenin 1977, maar
ook tot uitkeringen in 1978. Omdat het gemiddelde aantal uitkeringsdagen over deze jaren 60,5 mln. bedroeg, blijkt de veronderstelling van de vijfdaagse werkweek in samenhang met de veronderstelling dat de vrije dagen en de werkdagen in dezelfde mate in wachtdagen en uitkeringsdagen doorwerken een onderschatting van 3%
te geven.
343

In label 3 is weergegeven hoeveel procent van het totale
aantal ziektedagen valt tussen het tijdstip van ziekmelden
en de nieuwe wachtdagenperiode (T). Op basis hiervan krijgt
men inzicht in het percentage van het totale aantal dagen
dat niet door de ZW wordt uitgekeerd. Dit percentage geeft

procentpunl. Mijn conclusie is dal voor hel bereiken van een

substantiate directe bezuiniging zowel een verhoging van hel
aantal wachtdagen als een vermindering of afschaffing van
terugbetalingsregelingen noodzakelijk is 6).

dus aan hoeveel er in totaal met behulp van het wachtdagen-

systeem door de bedrijfsverenigingen wordt bespaard. Ook
geeft het aan hoeveel ten laste komt van werkgevers of werknemers. Daarnaast is in label 3 weergegeven hoeveel procent

van het totale aantal ziektedagen valt tussen het huidige gemiddelde tijdstip van intreden in de ZW (1,75 ziektedag) en

de nieuwe wachtdagenperiode . Uit deze informatie is af te
leiden hoeveel procentpunt kan worden bespaard op ZWuitkeringen door uitbreiding van het aantal wachtdagen.
Tevens is hieruit af te leiden met welke lastenstijging de

werknemers of de werkgevers dan worden geconfronteerd.
Dit gegeven wordt verkregen door steeds 7,6% van de totale
bezuiniging af te trekken.

Tabel 3. Het berekende percentage ziektedagen dat valt
tussen een inactiviteitsduur van T dagen en het tijdstip van
ziekmelden, resp. het gemiddelde tijdstip van intreden
T
Vanaf
ziekmelding

Vanaf
intreding

3

5

7

10

14

28

42

91

182

365

12,2

18,2

23,1

28,8

34,4

46,9

54,4

70,3

84,4

100.0

4,6

10,6

15,5

21,2

26,8

39,3

46,8

62,7

76,8

92,4

Uit label 3 blijkt bij voorbeeld dat indien de wachldagentermijn een week van zeven ziektedagen (of vijf werkdagen)

zou zijn, 23,1% van het totale aantal ziektedagen wachtdagen zouden zijn. Uilgaande van de beperking van hel
aantal uit te keren dagen onder het huidige wachldagen-

sysleem van 7,6%, zullen de bedrijfsverenigingen 15,5 procenlpunl besparen. Dit houdt in dal verlenging van

de wachtdagentermijn tot een week een bezuiniging van
1

‘5 X f. 7,5 mrd. =f. 1,26 mrd. oplevert. Hierbij is veronder-

92,4
steld dat dezelfde procentuele bezuiniging ook bij de niet bij
omslagleden verzekerde werknemers optreedt. Op de uitkeringen aan bij omslagleden verzekerden (die ca. 90% van

Indirecte effecten

In de vorige paragraaf is uitgerekend hoe groot de directe
bezuinigingen zouden kunnen zijn van een uitbreiding van

het aantal wachldagen alsmede van het afschaffen van het
systeem van lerugbetaling van wachtdagen. Naast het directe
bezuinigingseffect kunnen de voorgeslelde maalregelen ook
indirecle effeclen hebben. Bij de berekening van hel direcle

effect is er immers van uitgegaan dal hel gedrag van werknemers en werkgevers niet verandert. Door een uitbreiding van
het aantal wachldagen kan center de werknemer of de werkgever worden gestimuleerd lol een lagere zieklefrequenlie.
De inilialieven hierloe kunnen vooral worden verwacht van
hen die met de koslen van exlra wachldagen worden geconfronleerd.
Indien de werknemers worden geconfronleerd mel een langer durende wachldagenperiode, beslaal de kans dal zij zich
minder vaak zullen ziekmelden. Dil kan een indirect bezuini-

gend effect van het wachtdagensysleem opleveren, indien de
ziekleduur per ziekmelding niet wordt vergrool. Wel kan het
verschijnsel van de zieke doorwerker toenemen, waardoor

risico’s in de persoonlijke — en in de produkliesfeer — worden vergrool.

Bovendien is hel mogelijk dal zieke werknemers die hel inkomslenverlies van hel wachldagensysleem hebben meegemaakl, zich niel al te snel hersteld zullen melden. Immers, hel

inkomensverlies is nu eenmaal geleden en legenover een dergelijk verlies mag ook wel enig exlra verzuim slaan. Daarbij

koml dat een te snelle herslelmelding lol gevolg kan hebben
dal men door dezelfde ziekte n6g een keer het wachtdagen-

verlies moet accepleren. Uiteraard zal de resulterende gedragswijziging ook worden be’invloed door eventuele terug-

beialingsregelingen. Slechls indien door hel verlies aan inkomen l.g.v. wachtdagenregelingen de werknemer in grote geldelijke moeilijkheden zou komen te verkeren, zou men een

verkorting van de ziekteduur kunnen verwachten. In dal
geval zou echter door het wachldagensysleem de doelslelling
van de ZW worden ondergraven.

het totale bedrag aan ZW-uitkeringen onlvangen) is de be-

Uil het bekende onderzoek van Philipsen bleek dat bij middelgrole bedrijven een groter aantal wachldagen weliswaar

sparing ca. f. 1,13 mrd.

leidl lol een geringere zieklefrequenlie, maar gepaard gaal

De aldus berekende directe bezuinigingen op de ZWuitkeringen worden slechts bereikt indien het wachtdagensysleem slrikt wordl gehanleerd. Dal wil zeggen dal er geen

cenlage 7). Indien dil een causaal verband is, dal uilgaal van

terugbetaling van wachldagen door bedrijfsverenigingen
plaatsvindt. In de huidige praktijk gebeurt dat wel, zodat
men door een meer strikte toepassing van het wachtdagen-

systeem een verdere bezuiniging kan bereiken.
Indien bij voorbeeld bij een ziekteduur van meer dan zeven
dagen de wachtdagen alsnog zouden worden terugbetaald 5),
dan zouden de 1.918 mln. ziekmelders die blijkens label 1
langer dan zeven dagen ziek zijn de wachtdagen gerestitueerd krijgen. Aangezien het gemiddelde aantal wachtdagen

mel een langere ziekleduur en zelfs mel een hoger ziekleper-

hel aantal wachtdagen, zal hel effecl van het vergroten van

hel aanlal wachldagen negalief zijn. Indien evenwel juisl in
bedrijven of bedrijfsverenigingen mel veel ziekleverzuim het
aantal wachldagen relalief grool is gemaakt, om althans op
deze wijze lol een acceplabeler uitkeringspercentage voor de
ZW te kunnen komen, lijkl er legen het verhogen van het aan-

tal wachtdagen op deze gronden geen bezwaar te bestaan. Uil

onder de huidige regeling 1,75 ziektedagen betrefl, vereist

dit een terugbelaling van 1,75 X 1,918 mln. = 3,4 mln.
ziektedagen. In procenten van hel totale aantal ziektedagen

is dit 3,8. De beperking van het uilkeringsbedrag zou dus
niel 7,6% zijn, maar 7,6 – 3,8 = 3,8%.
Bij een zelfde terugbetalingsregeling maar met een uitbreiding van de wachtdagentermijn lol zeven ziektedagen
zou de bezuiniging voor de bedrijfsverenigingen, die werd

berekend op 15,5 procentpunt, slechts 4,2 procentpunt bedragen. De bezuiniging zou dan alleen nog diegenen die
langer dan 1,75 maar korter dan zeven dagen ziek zijn,
treffen. Daarentegen zou een uitbreiding van de wachtdagentermijn tot zeven ziektedagen en het afschaffen van
de (hypolhelische) terugbetalingsregeling bij zeven ziektedagen een bezuiniging opleveren van (15,5 + 3,8 =) 19,3
344

5) Volgens het Verslag van de Ziekengeldyerzekering over 1978
was de soepelste terugbetalingsregeling te vinden in de bedrijfsvereniging voor de hout- en meubelindustrie, waarin voor bepaalde
risicogroepen reeds na drie of meer ziektewerkdagen nabetaling van
wachtdagen plaatsvond (biz. 89 en 90). In sommige bedrijfsverenigingen ging men daarentegen in het geheel niet over tot terugbetaling van wachtdagen.
6) Uitbreiding van het aantal wachtdagen en afschaffing van terugbetalingsregelingen zouden boyendien enige administratieve verlichting voor de bedrijfsverenigingen kunnen inhouden.

7) Zie H. Philipsen, Afwezigheid wegens ziekte (Een onderzoek

naar oorzaken van verschillen in ziekteverzuim tussen 83 middelgrote bedrijven), Nederlands Instituut voor Preventieve Geneeskunde, TNO, ‘s-Gravenhage, 1968, biz. 221-223. Ook Lamers, op. cit,
biz. 12 verwijst naar een bedrijf in de metaalindustrie waar het ziektepercentage steeg bij invoering van een niet uitbetaalde wachtdag.

recente literatuurstudie van het NIPG waarin o.m. aanit is geschonken aan de invloed van wachtdagen op de
iktefrequentie en de ziekteduur wordt deze invloed als volgt
Innschreven: ,,Waarschijnlijk is dat, door de wachtdagen, een
:?inin of meer gedwongen uitstel van verzuim bij lichte aandoeningen plaatsvindt, waardoor in een later stadium langere

4rerzuimgevallen met ernstiger aandoeningen ontstaan” 8).
…. Resumerend kan men stellen dat, indien de lasten van een

wachtdagensysteem door de werknemer worden gedragen,
vermoedelijk een lagere ziektefrequentie resulteert. Echter
om psychologische, financiele en medische redenen kan de
frfwezigheidsduur toenemen. Afhankelijk van de grootte van
dit ziekteduurverlengend effect en afhankelijk van de afweging van de hinderlijkheid voor het produktieproces 6f-

lopen. Afhankelijk van de extra kosten die werkgevers moeten maken om door middel van een lager ziekteverzuim de
loonkosten per uur te verminderen, zal het oordeel over de
uitbreiding van het aantal wachtdagen waarbij de kosten

voor rekening komen van de werkgevers, meer of minder positief zijn.

Ten slotte zou men ook een wachtdagenrisico kunnen invoeren dat deels wordt gedragen door werkgevers en deels
door werknemers. Voor een dergelijke combinatie en voor
verschillende andere vormen van eigen risico zij men verwezen naar een rapport van de Sociale Verzekeringsraad uit

1973 13). Aangezien mogelijkheden tot experimenteren met
de sociale verzekeringen kennelijk aanwezig zijn 14) en om-

dat nadere informatie omtrent de effecten van verschillende

wel frequent ofwel langduriger verzuim, zal een (uitbreiding

vormen van eigen risico gewenst is, lijken de in dat rapport

van het) wachtdagensysteem waarbij de lasten voor rekening
komen van de werknemers, al dan niet wenselijk worden bevonden.
In elk geval moet worden geconcludeerd dat op ministe-

aangegeven experimenten met eigen risico in de ZW voor

rieel niveau relatief weinig wordt verwacht van een verhoging

Conclusie

van het eigen risico voor de werknemers. Daartegen zou het
wenselijk kunnen zijn over te gaan tot de invoering van een
zeker eigen risico voor de werkgever en premiedifferentiatie
naar bedrijf om zo de werkgevers ertoe aan te zetten een beleid te voeren dat een hoog ziekteverzuim bestrijdt, bij voorbeeld door verbetering van de arbeidsomstandigheden 9).
De vraag kan dan worden gesteld of door invoering van
een wachtdagensysteem en door afschaffing van terugbetalingsregelingen de gewenste premiedifferentiatie voor werkgevers wel kan worden verkregen. Dit houdt in dat in een dergelijke situatie de kosten van het wachtdagensysteem juist ten
laste moeten komen van de werkgevers. Gezien het feit dat in

vele cao’s reeds is overeengekomen dat bij ziekte van een
werknemer het loon volledig wordt doorbetaald, zal invoering van een groter aantal wachtdagen voor de werknemers in
deze bedrijfstakken geen financiele gevolgen hebben, maar
wel voor de werkgevers. De ZW zal immers bij doorbetaling
van loon als een instrument fungeren ter vermindering van de
geldelijke risico’s voor de werkgever. Omdat de ZW bruto

80% van het genoten inkomen restitueert, kost het verlies van
een ziektedag bij doorbetaling van loon de werkgever nog

maar 20%. Daarenboven moet uiteraard de ZW-premie worden afgedragen. Deze premie is echter gebaseerd op het gemiddelde ziekteverzuim in alle bedrijven in een bedrijfsvereniging en wordt bovendien mede betaald door de werknemers 10). Indien nu het feitelijke ziekteverzuim in een bedrijf
hoger is dan het gemiddelde ziekteverzuim binnen de bedrijfsvereniging, zal het betreffende bedrijf voor dit extra

werkgevers en eventueel voor werknemers, nog steeds actueel.

In dit artikel is onderzocht hoe groot het directe bezuinigende effect van de uitbreiding van het aantal wachtdagen
voor de ziektewet kan zijn. Uitgaande van de bestaande situatie zal een vergroting van het aantal wachtdagen bij voorbeeld
tot zeven ziektedagen een directe bezuiniging opleveren van
15,5 procentpunt op het uit te keren bedrag, hetgeen overeen-

komt met een directe bezuiniging van ca. f 1,25 mrd. De directe bezuinigingen zullen aanzienlijk verminderen indien tot
soepele terugbetalingsregelingen wordt besloten. Om een

directe bezuiniging op de ziektewetuitkeringen van enige
omvang te realiseren is het dan ook gewenst het wachtdagensysteem zonder terugbetalingsregelingen toe te passen.
De uit de directe effecten resulterende bezuinigingen op de

Ziektewet-uitkeringen zullen leiden tot verlagingen van de
premies. De indirecte effecten van de vergroting van het aantal wachtdagen kunnen evenwel de directe bezuinigingen te-

genwerken. Dit is mede afhankelijk van de sociaal-economische groepering die de kosten van het wachtdagensysteem
voor zijn rekening moet nemen. Indien deze kosten op de
werknemers komen te rusten, kunnen de indirecte effecten de

directe bezuinigingen tegengaan voor zover de ziekteduur
toeneemt. Indien de werkgevers het wachtdagenrisico gaan
dragen, moeten de indirecte effecten op het ziekteverzuim

waarschijnlijk positiever worden beoordeeld. Om deze indirecte effecten empirisch te toetsen zijn experimenten met verschillende vormen van eigen risico voor de werkgever en/ of
voor de werknemer gewenst.

ziekteverzuim nog steeds de 80% ZW-uitkering ontvangen,

J. H. von Eije

zodat dit extra verzuim nog altijd slechts 20% kost 11). Indien

echter het aantal wachtdagen wordt vergroot krijgt de werkgever die het loon volledig doorbetaalt, de wachtdagen niet
uitgekeerd. Een ziekmelding wordt dan voor de bedrijfsver-

eniginggoedkoper, zodat de ZW-premie kan dalen. Voor het
bedrijf waarin de ziekmelding plaatsvindt, wordt de ziekmelding echter duurder. Deze extra kosten zijn gelijk aan het di-

recte bezuinigingseffect van het wachtdagensysteem. Dit kan
tot gevolg hebben dat bedrijven die het loon volledig doorbetalen, (nog) meer aandacht gaan schenken aan hoge ziektefrequenties, zodat het ziekteverzuim indirect verder wordt te-

ruggedrongen.
Indien ervoor wordt gekozen de werkgevers de lasten van
een uitbreiding van het aantal wachtdagen te laten dragen bestaat echter het risico dat de werknemers die nu geen doorbetaling van loon bij ziekte krijgen, toch zelf de wachtdagen
moeten bekostigen. In dat geval zal er een sluitende regeling moeten komen. Mogelijk zou men de werkgevers een

grotere bevoegdheid tot controle op het ziekteverzuim kunnen geven; zeker indien een lange wachtdagentermijn wordt
ingesteld waaruit hoge kosten voor de werkgever voortvloeien, zou dat niet onbillijk zijn 12). Bovendien zal het eigen risico voor de werkgevers niet te hoog moeten worden, omdat
dan met name kleine bedrijven met een gering aantal werknemers in incidentele gevallen relatief een te groot ziekterisico
ESB 8-4-1981

8) P. G. W. Smulders, De effecten van maatregelen om het ziekte-

verzuim te beinvloeden, Ministerie van Sociale Zaken, 1980, biz. 13.
9) Zie Verzuimbestrijding en humanisering van de arbeid, Inleiding

van Staatssecretaris De Graaf van Sociale Zaken op 19 februari
1980 te Amsterdam, Tijdschrift voor Sociale Geneeskunde, 25 juni
1980, jg. 58, nr. 13, biz. 490-493.
10) Voor de ZW bestaat in sommige bedrijfsverenigingen de mogelijkheid om tot premiedifferentiatie per ,,risicogroep” over te gaan.
Verder is ook premiedifferentiatie per bedrijfsvereniging mogelijk

indien men met verscheidene werkgevers een ,,afdelingskas” opricht,

of probeert de status van ,,eigen risicodrager” te verwerven.

11) Hierbij is ervan uitgegaan dat de extra lasten, die mede op de
andere werkgevers worden afgewenteld in de vorm van een hogere
ZW-premie, slechts in geringe mate in de eigen premiebetalingen

terugkomen.

12) Indien bij voorbeeld de eerste zes weken voor rekening van de
ondernemer komen, zoals in Duitsland het geval blijkt te zijn, La-

mers, op. cit., biz. 14, dan komt blijkens label 3 meer dan 50% van
de ziekengelduitkeringen ten laste van de werkgevers.
13) Sociale Verzekeringsraad, Rapport inzake een eigen risico in
de ziekengeldverzekering, ‘s-Gravenhage, 1973; zie met name bijlagen C en D.
14) Hierbij wordt gedacht aan de experimenten die m.b.t. de WAO
in Rotterdam en Tilburg zijn gehouden om de verdiscontering van

de werkloosheid in het arbeidsongeschiktheidspercentage soms niet
meer toe te passen.

345

Auteur