Ga direct naar de content

De Verenigde Staten zijn geen goed voorbeeld meer

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: december 16 2019

Het gevaar van het uitnodigen van een internationaal bekend econoom om een lezing te houden in Nederland is dat je het daarna nog weken over zijn favoriete onderwerp hebt. Niet alleen is er natuurlijk de lezing zelf en het nagesprek in kleine kring, maar ook het interview, de bijdragen van Nederlandse economen over hetzelfde thema en in dit geval een podcastgesprek.

Ik heb het over Larry Katz, hoogleraar economie aan Harvard, al jaren editor van de Quarterly Journal of Economics en onderzoeker van de race tussen scholing en technologie. Dit idee van Jan Tinbergen stelt dat het salarisverschil tussen hoog- en laagopgeleiden groter wordt doordat technologie de relatieve vraag naar hoogopgeleiden opstuwt, en kleiner wordt als de scholing voor meer hoogopgeleiden zorgt.

Het werk van Katz laat duidelijk zien dat deze race in de twintigste eeuw gewonnen is door scholing, maar dat technologie nu rap terrein wint. Zeker in de Verenigde Staten. Mijn collega’s Yrla van de Ven en Leonie Ernst interviewden Katz over de implicaties hiervan.

De belangrijkste implicatie is dat sociale mobiliteit, dus de mogelijkheid om te stijgen op de sociale ladder, belangrijker wordt. Als de inkomensverschillen tussen hoog- en laagopgeleiden toenemen, wint de vraag meer aan gewicht of jij of je kinderen een hoge opleiding kunnen krijgen.

De artikelen in dit themanummer gaan in op de vraag hoe het met de sociale mobiliteit in Nederland gesteld is en wat men eraan kan doen. Rens ­Nissen, Wouter Hogervorst, Senna Maatoug en Vinzenz ­Ziesemer van het Ministerie van Financiën geven daarin de algemene consensus weer. Ook in Nederland neemt namelijk de sociale mobiliteit af, maar het probleem is wel flink kleiner dan in de Verenigde Staten, en de oplossing ligt in het investeren in onderwijs.

De andere artikelen richten zich op deelaspecten. Zo laat recenter werk van Katz zien dat de plek in de Verenigde Staten waar kinderen opgroeien heel bepalend is voor hun latere inkomen (Chetty et al., 2016). Sandra Muilwijk-Vriend, Dinand Webbink en Bas ter Weel herhalen deze studie voor Nederland, en vinden dan dat kinderen het beste af zijn in Zeeland en in delen van Gelderland en Zuid-Holland.

In een andere studie richten Jelle Zwetsloot, Paul Bisschop en Bas ter Weel zich op de mogelijke discriminatie van mbo’ers met een migratieachtergrond, en focussen Paul Bisschop, Emina van den Berg en Koen van der Ven op betaalde bijles voor middelbare scholieren als middel om op te stromen of om juist niet af te stromen. Daniël van Vuuren ten slotte richt zich op jonge mannen Zij zijn namelijk steeds minder vaak aan het werk of aan het studeren.

Deze bezorgdheid over sociale mobiliteit wordt tot op het hoogste niveau gedeeld. In twee van de vijf gesprekken uit de Preadviezenbundel die de Koninklijke Vereniging voor de Staathuishoudkunde deze maand heeft gepresenteerd, komt sociale mobiliteit prominent naar voren. In een gesprek met Nobelprijswinnaar Joseph Stiglitz zegt Ángel Gurría, secretaris-generaal van de OESO, dat we de middenklasse hebben opgegeven, terwijl Angus Deaton in gesprek met ­Wouter ­Koolmees zijn Deaths of despair benadrukt en de grimmige consequenties daarvan. Voor wie het gemist heeft: de levensverwachting van blanke laagopgeleide mannen in de VS loopt momenteel terug, omdat ze uit vertwijfeling de hand slaan aan zichzelf, of aan de drugs of aan de fles gaan.

Maar terwijl in slechts twee van de vijf gesprekken sociale mobiliteit naar voren komt, komt in alle gesprekken maatschappelijk ongenoegen aan bod. In ieder gesprek is er wel een moment waarop de populistische onderbuik genoemd wordt als een bedreiging voor het nemen van verstandige, op kennis gebaseerde beslissingen.

Met ook hier weer telkens de constatering dat het in Nederland veel beter gaat dan in de Verenigde ­Staten. De vier in de VS werkzame Nobelprijswinnaars – politiek zowel links als rechts van het midden – klagen allemaal (zonder dat we ze daarnaar gevraagd hebben) over de intensiteit van de politiek en het gebrek aan interesse voor kennis in de besluitvorming. De VS zijn geen goed voorbeeld meer.

Getty Images/iStockphoto

Terug- en vooruitblik

Met dit themanummer over sociale mobiliteit is de laatste ESB van dit decennium een feit. Dat is een mooi moment om even terug- en vooruit te blikken.

Het afgelopen decennium was voor ESB een roerige tijd die begon met dalende inkomsten, niet altijd voldoende relevante kopij en een uitgever die niet wilde investeren. Sandra Phlippen, die ik in maart 2016 opgevolgd heb als hoofdredacteur, heeft kort voordat het blad een eeuw oud werd de basis gelegd voor verandering met flinke investeringen in het netwerk en het onderbrengen van ESB bij de FD Mediagroep.

Na het eeuwfeest veranderde er best veel. We ­kregen een nieuwe website en ESB werd een maandblad. Dat laatste creëerde de ruimte om themanummers te maken, wat we nu iedere maand doen. Voor de redactie kwam daar de link met Het Financieele Dagblad en BNR Nieuws Radio bij: doel van de overname van de FD Mediagroep was om zichzelf inhoudelijk te versterken.

De redactie is door deze ontwikkelingen ook anders gaan werken. We nemen door het neerzetten van themanummers een actievere rol in het economische debat in en schakelen veelvuldig met andere media over artikelen. Beide zaken vragen om vooruit kijken en planning.

Het resultaat mag er wezen: er is mede dankzij de themanummers een constante toestroom van kwalitatief goede kopij, het aantal abonnees is constant en de online leescijfers blijven stijgen. En via landelijke media – en in het bijzonder onze collega’s van BNR en het FD – heeft in ESB gepubliceerd onderzoek een steeds groter bereik.

We kijken met vertrouwen uit naar het komende decennium, waarin er weer voldoende behoefte aan economisch analyse en debat zal zijn en waarin we een centrale rol zullen blijven spelen.

Voor komend jaar staan er dossiers over de toekomst van de accountancysector en de landbouw, het draagvlak voor rationele beslissingen en ons macro-economisch denkkader op de agenda. Houd daarbij vooral onze call for papers op we website in de gaten.

U kunt ook het komende jaar dus weer veel moois verwachten van ESB. Maar voor nu wens ik u allereerst een fijne kerst en een gelukkig nieuwjaar.

Literatuur

Chetty, R., N. Hendren en L.F. Katz (2016) The effects of exposure to better neighborhoods on children: new evidence from the Moving to Opportunity experiment. The American Economic Review, 106(4), 855–902.

Auteur

Categorieën