GroenLinks
De Keuze van GroenLinks
H
et overkomt politici zelden, maar
ik ga terug in de tijd. Het eerste
juweeltje is het artikel van Flip de
Kam, ‘Verkiezingsbegroting 2007’,
verschenen in ESB van 6 oktober 2006. De
Kam presenteert een correcte en vlijmscherpe
analyse van de laatste Miljoenennota 2007 die
ik zonder aarzeling voor mijn politieke rekening
neem. De politicus Zalm heeft gewonnen van
de econoom Zalm. In plaats van een werkelijk
trendmatig begrotingsbeleid heeft Zalm de politieke cyclus gevolgd en daarmee de facto een
procyclisch beleid gevoerd. Na het zoet van
2007 komt het zuur, want de houdbaarheid
van de begroting verslechtert fors in 2006 en
2007, zoals de Kam terecht opmerkt. Deze
rekening van een slordige zes miljard euro mag
door een volgend kabinet worden opgelost. Dat
is extra vreemd voor een kabinet dat zegt alles
over te hebben voor een vergrijzings-bestendige
begroting.
Dan 1999. Een lichte ijdelheid bevangt mij.
Op 4 juni 1999 lanceerde ik in ESB een plan
voor de fiscale behandeling van het eigen
huis: ‘Eigen huis, eigen vermogen’. Dat eigen
huis hoort dan ook in box 3 thuis. Ik lees
het opnieuw en ben het er wéér mee eens.
Aan actualiteit heeft dit plan niets ingeboet.
Sterker nog, destijds werd ik door journalisten
voor gek versleten omdat ik aan het heilige
huis wilde komen. Nu zeven jaar later, vindt
zelfs Vereniging Eigen Huis dat er tenminste
een debat aan gewijd moet worden. Niet zonder reden: ‘het eigen huis’ is fiscaal gesproken
een fremdkörper, leidt tot de meeste subsidies
voor de hoogste inkomensgenieters en insiders
op de woningmarkt en leidt slechts tot hogere
woningprijzen, waardoor starters er de facto
niets aan hebben.
relatief gelukkiger en bovendien is het geluk
gelijker verdeeld. Onder economen wint ‘geluk’
terrein. Denk aan Richard Layard. Te lang
is het politieke debat over fiscale en sociale
politiek en vergrijzing gevoerd vanuit een te
beperkte notie. Stellen we geluk centraal, dan
is niet Amerika maar Scandinavië ons heiland.
Dan zijn een eerlijke verdeling van werk, zorg
en inkomen en brede publieke voorzieningen
als onderwijs en kinderopvang geboden. De
hervormingen van de verzorgingsstaat zijn
daarom niet klaar. We staan pas aan het
begin.
Economen vervullen hier een sleutelrol. De
ontoereikende cijfers waarin zij grossieren,
creëren een politiek debat met een benauwd
uitzicht. Dat weten we al lang. Per jaar leidt
Nederland miljarden euro schade door verontreiniging van het milieu, diverse ESB-auteurs
hebben ons dat terecht voorgehouden. Deze
kosten, maar ook de baten van een sterk milieubeleid worden buiten de boeken gehouden.
Burgers worden gelukkiger van een overheid
die een duurzame toekomst veilig stelt. Ik
vraag alle economen daarom een breed welvaartbegrip te hanteren.
Kees Vendrik
Tenslotte 1989. Ver terug. Piet Ouweneel en
Ruut Veenhoven plaatsten toen al (ESB, 26 april
1989) het debat over de verzorgingsstaat in het
perspectief van een breed welzijnsbegrip. Een
samenleving met hoge overheidsuitgaven is
ESB
november 2006
41