Ga direct naar de content

De arbeidsmarkt van asielzoekers

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: september 29 1999

De arbeidsmarkt van asielzoekers
Aute ur(s ):
Ours, J. van (auteur)
Hoogleraar aan de Katholieke Universiteit Brabant.
Ve rs che ne n in:
ESB, 84e jaargang, nr. 4225, pagina 747, 15 oktober 1999 (datum)
Rubrie k :
Prikkel
Tre fw oord(e n):

In Steven Spielbergs film ‘Amistad’ wordt een beeld geschetst van de slavenhandel in het Verenigde Staten van begin vorige eeuw.
Handel in slaven, die zijn gebóren in Afrika, is illegaal omdat zij als vrij mens geboren zijn. Uit de film begreep ik dat deze verfijning
in de Amerikaanse wet opgenomen was om tegemoet te komen aan de belangen van de zuidelijke staten, die van mening waren dat hun
welvaart alleen gewaarborgd kon worden met instandhouding van slavernij. De film draait om een groep in Afrika gevangen mensen
die op het schip ‘Amistad’ in opstand is gekomen en nagenoeg de gehele bemanning heeft uitgemoord. Het schip raakt verzeild in
Amerikaanse wateren en wordt opgebracht. De opstandelingen moeten voor een rechtbank bewijzen dat ze uit Afrika afkomstig zijn
want dan zullen ze worden vrijgelaten. Kunnen ze dat niet, dan zullen ze aan hun ‘rechtmatige eigenaren’ worden teruggegeven. De
historische film van Spielberg vertoont een grote gelijkenis met de actuele situatie van asielzoekers in West-Europa. Ook hier spelen
economische overwegingen een belangrijke rol in het beleid. De westerse landen achten een te grote toestroom van immigranten
schadelijk voor de eigen welvaart. Alleen asielzoekers die kunnen bewijzen dat ze om politieke redenen zijn gekomen, mogen blijven.
Wie dat niet kan wordt in principe teruggestuurd.
Er kunnen goede redenen zijn om een streng asielbeleid te voeren. De economische noodzaak is echter wellicht niet zo groot als wel eens
wordt gesuggereerd. De theorie voorspelt dat de invloed van immigratie op de arbeidsmarkt mede afhangt van het type immigrant. Indien
immigranten en autochtonen substituten zijn kan immigratie een drukkende werking hebben op de lonen van de autochtonen of een
stijging veroorzaken van de werkloosheid. Indien immigranten banen nemen die autochtonen niet kunnen of willen nemen kan immigratie
een positief effect hebben op de economische ontwikkeling. In Nederland is naar de economische effecten van immigratie nagenoeg
geen onderzoek verricht. Aan buitenlandse voorbeelden kan wel informatie worden ontleend. In 1962 kwamen 900.000 repatrianten van
Algerije naar Frankrijk. In het midden van de jaren zeventig kwamen bijna 600.000 repatrianten uit Mozambique en Angola waardoor de
Portugese bevolking met bijna zeven procent toenam. In 1980 migreerden 125.000 meest laaggeschoolde Cubanen vanuit de haven van
Mariel naar Miami, waardoor het arbeidsaanbod hier met zeven procent steeg. En naar Israël immigreerden in het begin van de jaren
negentig honderdduizenden Russische joden. In al deze gevallen bleek uit onderzoek dat het effect van deze substantiële immigratie niet
erg groot was. Dat komt omdat immigranten zich niet alleen aanbieden op de arbeidsmarkt, maar op een gegeven moment ook inkomen
genereren.
In Nederland is er plotseling sprake van een omslag in het beleid ten aanzien van asielzoekers. Deze omslag is veroorzaakt door de
huidige knelpunten in de personeelsvoorziening. Het aantal werklozen blijft dalen en het aantal vacatures blijft toenemen.
De arbeidsmarkt voor asielzoekers is het spiegelbeeld van de normale arbeidsmarkt. Op de normale arbeidsmarkt is de vraag groot en het
effectieve aanbod gering, op de arbeidsmarkt voor asielzoekers is de vraag gering en het aanbod groot. Beide arbeidsmarkten zijn sterk
gereguleerd. Op de normale arbeidsmarkt is het aanbod gereguleerd. Weliswaar zijn er nog vele honderdduizenden Nederlanders die
zeggen een baan te willen van twaalf uur of meer per week, maar kennelijk vormen deze een niet gemakkelijk in te zetten reservoir van
arbeidskrachten. De lonen zijn te laag om nieuw aanbod uit te lokken of het verschil tussen uitkering en loon is te gering om mensen te
stimuleren tot het aanvaarden van een baan.
Op de arbeidsmarkt voor asielzoekers was tot voor kort de vraag gereguleerd. Slechts in uitzonderingsgevallen kon door asielzoekers
worden gewerkt (asperges, fruit, bloembollen). Het kabinet heeft de mogelijkheden om asielzoekers te laten werken verruimd.
Asielzoekers mogen nu in plaats van twaalf weken 26 weken per jaar werken, ook buiten land- en tuinbouw. Er kan zelfs een
werkverplichting worden opgelegd. Merkwaardig genoeg wordt hier een reductie van de instroom aan asielzoekers van verwacht. Het
lijkt mij dat Nederland juist een aantrekkelijker bestemming wordt. Als er een effect van de werkverplichting is te verwachten is dat eerder
dat de tarieven van mensensmokkelaars omhoog gaan dan dat de toestroom wordt afgeremd.
Het nieuwe beleid betekent dat de schotten tussen de beide arbeidsmarkten zijn verwijderd. Het aanbodoverschot op de markt voor
asielzoekers wordt ingezet om het vraagoverschot op de normale arbeidsmarkt te reduceren. Ik vind het inzetten van asielzoekers in het
arbeidsproces geen gek idee, maar heb moeite met het opportunistische karakter van het nieuwe beleid. Als de Nederlandse overheid
inderdaad vindt dat de tekorten op de arbeidsmarkt opgeheven moeten worden door de inzet van buitenlandse werknemers dan verdient
een gericht beleid de voorkeur. In navolging van echte immigratielanden zouden er quota kunnen worden gesteld ten aanzien van
bepaalde beroepsgroepen. Het probleem aan de onderkant van de arbeidsmarkt is daarmee niet verholpen, maar hiervoor zullen
structurele oplossingen gezocht moeten worden.

Copyright © 1999 – 2003 Economisch Statistische Berichten ( www.economie.nl )

Auteur