Conjunctuurbericht
September 1985
centraal bureau voor de statistiek*
Het volume van de industriele produktie daalde in juli ten
opzichte van juni licht. Het indexcijfer van de orderpositie steeg
in juli ten opzichte van juni; de orderontvangsten daalden.
In vergelijking met dezelfde maand van het voorgaande jaar
steeg in juni zowel het volume van de invoer als dot van de uitvoer. In het tweede kwartaal nam de uitvoer meer toe dan de
invoer. De meest recente cijfers, voor de maand juli, duiden op
een forse stijging van het uitvoer- en het invoervolume.
Het volume van de totale investeringen daalde in het eerste
kwartaal van ditjaar ten opzichte van dezelfde periode van 1984.
De investeringen door de nijverheid namen fors toe.
De consumptie door gezinnen, gecorrigeerd voor prijsveranderingen, lag in juli op een hoger niveau dan in dezelfde maand het
jaar daarvoor.
Hetprijsindexcijfervan de gezinsconsumptie van augustus bleef
ten opzichte van juli ongewijzigd.
Het voor seizoeninvloeden gecorrigeerde aantal werklozen bleef
in augustus, vergeleken met juli, nagenoeg onveranderd.
De rente op de kapitaalmarkt daalde in augustus opnieuw.
Dit blijkt uit gegevens die media September 1985 beschikbaar
waren.
Het voor seizoeninvloeden gecorrigeerde volume van de industriele produktie daalde in juli ten opzichte van juni met 1%.
In juni was de produktie ten opzichte van mei met 4% gestegen.
Gemiddeld over de eerste zeven maanden van ditjaar nam de
produktie in de industrie met 3% toe in vergelijking met het
gemiddelde in de overeenkomstige periode in 1984. Ten opzichte van het gemiddelde over het gehele jaar 1984 was de
stijging 2%.
>b*
Produktie industrie (volume)
110- (A)
115121
Indexcijfers 1980 – 100
( A ) = voortschrijdend 12-maandsgemiddelde
(B) = seizoengecorrigeerde maandcijfers
Het indexcijfer van de orderpositie van de industrie steeg in
juli licht in vergelijking met het juni-cijfer (zie label 2). Het
indexcijfer lag 6% hoger dan dat van juli 1984. De ondernemers
gaven aan dat de orderontvangsten in juli, ten opzichte van juni,
zijn gedaald. Dit betrof zowel de orderontvangsten uit het binnenland als die uit het buitenland. De daling in juli was echter
geringer dan die in juli 1984 werd geregistreerd. In juni steeg
de stemmingsindicatorm de industrie; deze wordt berekend uit
de beoordeling van de voorraden eindprodukt en de in de
komende maanden verwachte bedrijvigheid, gecorrigeerd voor
seizoeninvloeden.
De voor prijsveranderingen gecorrigeerde invoer van goederen
steeg in juni met 5% ten opzichte van dezelfde maand in het
vorige jaar. Het volume van de invoer nam in het tweede kwartaal met 4% toe ten opzichte van het tweede kwartaal van 1984.
De invoer van grondstoffen en halffabrikaten – veruit de
grootste invoercategorie – lag in het tweede kwartaal op hetzelfde niveau als een jaar geleden. Na het derde kwartaal van 1982
is het groeicijfer op kwartaalbasis steeds positief geweest. In het
eerste kwartaal van 1985 steeg de invoer van grondstoffen en
halffabrikaten nog met 7%. Het verloop werd in het tweede
kwartaal sterk bei’nvloed door de dalende invoer van ruwe aardolie, die in dit kwartaal ruim 25% lager was dan in het tweede
kwartaal van 1984. De invoer van andere grondstoffen en halffabrikaten lag duidelijk boven het niveau van een jaar geleden.
De sterkste groei werd waargenomen bij de invoer van grondstoffen en halffabrikaten ten behoeve van de metaalindustrie
(19% t.o.v. het tweede kwartaal van 1984).
Het volume van de invoer van investeringsgoederen lag in
het tweede kwartaal 21% hoger dan in het tweede kwartaal van
het vorige jaar. In het eerste kwartaal werd een groei gemeten
van 14%. De toeneming in het tweede kwartaal heeft zowel beIndexajlers 1480 = KM)
( A l = voorischnjdend 12-maandsgei
( B l = pnxeniuele kwurlajlmutdties
t.o.v. voorgajnd jaur
Invoer totaat (volume)
100-
•)0 I
I
’76
I
I
I
I
’80
I
I
I
I
I
’85
(B)
90-
S O N D
1983
J F M A M J J A S O N D
1984
J F M A M J
J A
1985
III
IV
1981
De gemiddelde dagproduktie in de industrie lag in juli op
een niveau dat 3% hoger was dan in de overeenkomstige maand
van -1984. Door een afneming van de bedrijvigheid in de delfstoffenwinning (-9% t.o.v. juli 1984) gaf de gemiddelde dagproduktie in de nijverheid (exclusief de bouwnijverheid) een
lagere groei te zien (1% t.o.v. juli 1984) dan die van de industrie.
ESB 25-9-1985
I
II
III
1983
II
IV
I
III
1984
IV 1 1 II
1 1985
Verbeterde cijfers worden niet als zodanig gekenmerkt.
* Samengesteld door de hoofdafdeling Nationale rekeningen
van het CBS.
965
trekking op personenauto’s (18%) als op de overige inves-
de helft van het totaal uitmaken, daalden echter zeer fors
teringsgoederen (22%). Hierbij moet bedacht worden dat de invoer van investeringsgoederen niet altijd leidt tot een investeDe invoer van consumptiegoederen nam in het tweede kwar-
(-17%), waarschijnlijk mede als gevolg van de extreem koude
winter.
De investeringen door de overheid, die hoofdzakelijk bestaan uit bouwwerken, daalden eveneens (-16%). Dit is op
taal met 1% toe ten opzichte van het overeenkomstige kwartaal
kwartaalbasis de grootste daling van de overheidsinvesteringen
in 1984. In het eerste kwartaal werd 4% meer aan consumptiegoederen ingevoerd.
Het invoervolume van de categorie algemene goederen steeg
na die van het eveneens zeer koude eerste kwartaal van 1979.
De bedrijfsinvesteringen, die voor iets meer dan de helft uit
bouwwerken bestaan, namen in het eerste kwartaal van 1985
met 2% af ten opzichte van het eerste kwartaal van het vorige
jaar. De investeringen in de nijverheid, waarbij het aandeel van
de bouwwerken gering is, stegen in het eerste kwartaal met 14%.
De sterke groei van de nijverheidsinvesteringen, die in het
eerste kwartaal van 1984 inzette, werd hiermee gecontinueerd.
ring in Nederland.
in het tweede kwartaal met 21%; vooral de invoer van vloeibare
brandstoffen nam sterk toe.
Het volume van de uitvoer van goederen nam in juni met 5%
toe ten opzichte van dezelfde maand in 1984. Voor het tweede
kwartaal van 1985 als geheel lag de hoeveelheid uitgevoerde
goederen eveneens op een niveau dat 5% hoger was dan dat van
het tweede kwartaal van het vorige jaar. De uitvoer in het eerste
kwartaal steeg met 6%.
Investeringen in vaste activa (volume)
li;””
____________________
(A)
Indexcijfers 1980 = 100
(A) = voortschrijdend 4-kwartaalsgen iddelde
(B) = procentuele kwartaalmutaties
t.o.v. voorgaand jaar
Het uitvoervolume van fabrikaten, die het grootste deel uitmaken van de uitvoer, nam in het tweede kwartaal met 4% toe.
Binnen deze groep steeg de uitvoer van metaalprodukten met
9%, na een groei van 6% in het eerste kwartaal; voor het gehele
jaar 1984 was de groei nog 10%. Het uitvoervolume van chemische produkten nam in het tweede kwartaal met 2% toe, terwijl de groeipercentages voor het eerste kwartaal en het gehele
jaar 1984 nog 5% en 9% waren (steeds gemeten ten opzichte van
de overeenkomstige periode in het voorafgaande jaar). De uitvoer van onbewerkte agrarische produkten in het tweede kwartaal gaf een forse groei te zien (16% t.o.v. het tweede kwartaal
van 1984).
De meest recente gegevens voor de maand juli wijzen op een
volumestijging van de totale invoer met 11% en van de totale
uitvoer met 12% ten opzichte van juli 1984.
cbs 11512.3
Indexcijfers 1980 = 100
(A) = voortschrijdend 12-maandsgemiddelde
(B) = procentuele kwartaalmutaties
t.o.v. voorgaand jaar
Uitvoer totaal (volume)
115- (A)
-20-
III
IV
I I 11
1981
I
III
IV
II
III IV
1983
1982
I I II
111 IV
I 1984
1 | II
1985
cbs 11512.5
2. nijverheid
115(A)
Indexcijfers 1980 = 100
(A) = voortschrijdend 4-kwarlaalsgemiddelde
(B) = procentuele kwartaalmutaties
t.o.v. voorgaand jaar
100-
85-
/
100-
70I
I
I
I
•76
!
I
I
I
I
I
’80
I
I
I
I
I
I
I
I
I
’85
’76
I
’85
20-
(B)
-10
-20III
IV
1981
III IV I
1981 I
II III
1982
IVI
I
II III
1983
IV
I
II III
1984
I V I 1 II
I 1985
I
II
III
1982
IV
II
III
1983
IV
II HI
1984
IV
I I II
1985
Het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie van augustus
bleef ten opzichte van dat van juli onveranderd. Duurder werd
De consumptie door gezinnen, gecorrigeerd voor prijsverande-
vooral kleding, met uitzondering van dameszomerkleding.
ringen, lag in juli op een niveau dat 2% hoger was dan dat in de
Daarentegen daalden de prijzen van benzine, koffie en margarine. Gemeten ten opzichte van augustus 1984 was er sprake
van een stijging van 2,3%. Het gemiddelde indexcijfer van het
tijdvak September 1984 – augustus 1985 lag 2,6% hoger dan dat
overeenkomstige maand van 1984. Wanneer gecorrigeerd zou
worden voor verschillen in koopdagen zou de toeneming geringer zijn geweest. In juli werden vooral meer duurzame goederen
gekocht (ruim 5% t.o.v. juli 1984). Deze stijging had met name
betrekking op de aankopen van personenauto’s. Hierbij moet
worden aangetekend dat in juli 1984, mede als gevolg van de
van het overeenkomstige tijdvak van een jaar daarvoor.
De in- en uitvoerprijzen stegen in juni beide met 4% vergeleken met juni 1984.
stakingen in de metaalindustrie in de Bondsrepubliek Duitsland, lage verkoopcijfers werden geregistreerd. Het volume van
de bestedingen aan voedings- en genotmiddelen lag in juli nagenoeg op hetzelfde niveau als in juli 1984. De aankopen van
de overige goederen en diensten stegen met ruim 1%.
Het volume van de totale bruto investeringen in vaste activa
lag in het eerste kwartaal van 1985 4% onder het niveau van de
overeenkomstige periode het jaar daarvoor. De ontwikkeling
Het aantal uitgesproken faillissementen daalde in augustus
met 32% ten opzichte van de overeenkomstige maand van vorig
jaar. Hierbij wordt opgemerkt dat ook andere dan conjuncturele
oorzaken aan deze daling ten grondslag kunnen liggen.
Het voor seizoeninvloeden gecorrigeerde aantal werklozen
bleef in augustus ten opzichte van juli nagenoeg onveranderd.
In juli was nog een stijging geregistreerd.
van de verschillende typen investeringsgoederen gaven in het
eerste kwartaal onderling grote verschillen te zien. De investeringen in machines en overige uitrustingsstukken en in vervoermiddelen stegen beide sterk (18 en 16% t.o.v. het eerste kwartaal van 1984). De investeringen in bouwwerken, die meer dan
966
De rente op de kapitaalmarkt, gemeten aan het rendement op
staatsobligaties, daalde in augustus opnieuw en bereikte een gemiddeld niveau van 6,9%. Ook op de geldmarkt gaf de rente in
augustus een forse daling te zien.
label I. Kerngegevens recente ontwikkelingen
1984
cbs
Gemidd.
jaarmutatie
1978/1982
1. Hoeveelheidsgegevens
1983
1984
1985
le kw. 2e kw. 3e kw. 4e kw.
le kw. 2e kw. febr.
%
% mutatie t.o.v. dezelfde periode het jalar daarvoor
1985
maart
april
mei
juni
juli
1
1
2
1
4
0
5
-9
3
1
1
-14
0
-2
3
7
-1
2
7
-18
-11
-4
-5
1
-3
3
2
-3
6
6
aug.
Gemiddelde dagproduktie
in de nijverheid
Nijverheid
-1
-6
1
3
-4
1
-8
2
2
-5
1
0
1
1
2
8
0
1
-4
0
8
9
5
-2
-2
8
-3
3
8
7
0
9
20
8
4
Bouwnijverheid: aantallen
begonnen woningen
Builenlandse handel
0
2
-5
Invoer, totaal
Grondst. en halffabrikaten
0
0
7
11
Delfstoffenwinning
Industrie
Voedings- en genotm. ind.
Textiel-, kledingindustrie
Grafische en papierind.
Aardolie-industrie
Chemische Industrie
Rubber- en kunstst. ind.
Hout- en bouwmaterialenind.
Metaalindustrie
Basismetaalindustrie
Overige metaalindustrie
Openbare nutsbedrijven
Consumptiegoederen
2
Investeringsgoederen
-2
Algemene goederen
7
Uitvoer, totaal
Onbewerkte agrar. prod.
Delfstoffen
Fabrikaten, totaal
voedings- en genotmidd.
2
6
4
4
1
8
5
6
2
4
5
2
6
3
0
5
7
14
5
3
-1
5
20
12
8
2
5
37
2
4
10
2
14
-15
6
5
-2
7
6
11
1
9
10
8
4
-5
7
3
1
6
5
9
6
1
9
6
1
7
2
0
5
10
3
-6
6
2
-2
5
4
4
7
7
12
4
3
1
6
-6
4
6
7
-1
11
-3
11
6
-7
7
8
2
16
11
9
9
11
0
9
-1
-17
11
15
3
29
-16
9
-1
15
9
2
6
11
3
4
5
0
-11
7
11
-1
19
-13
4
7
-7
7
4
21
-14
2
2
2
4
10
6
5
3
3
-1
6
-3
7
4
4
5
6
-8
4
0
4
4
7
-11
9
0
5
-11
5
3
5
9
6
3
11
-1
12
3
-12
-28
8
7
4
4
0
1
21
-1
-1
-1
-8
16
5
9
6
3
3
9
5
7
16
14
8
28
29
1
-9
6
9
8
3
0
7
14
-13
18
6
12
9
4
8
10
5
6
8
21
5
16
2
4
2
5
2
2
9
4
-1
-3
-1
0
1
-1
-1
2
0
0
2
0
-3
-5
1
15
-16
5
-1
11
1
18
4
3
8
4
3
1
2,2
6
4
-2
2,4
8
-2
2,5
5
4
-1
2,02
2,22
1,7=
2
2
-16
7
7
8
7
15
-10
13
10
13
6
6
0
3
7
7
15
-13
8
10
15
0
6
11
10
0
-2
-2
2
-1
-5
-2
1
-2
-5
-3
0
12
12
9
5
8
15
-6
-2
1
3
1
3
-5
15
3
23
14
]
-9
15
-27
15
17
2,8
1
-1
-1
3,3
6
8
2
3,7
7
8
1
3,7
7
10
3
2,9
5
7
2
3,0
8,0
3
5
04
2
1
55
2
0
5,5
9
0
6,4
5
0
58
2
0
4,6
-6
1
Werkz. pers. in de delfst.w.,
Industrie en openbaar nut
-3
-4
-2
-3
-2
-1
-1
2
22
7
-11
7
11
-19
6
-24
8
-19
4
-14
-10
10
13
21
16
9
3
10
6
-1
-2
2
-1
2
24
11
7
17
2
13
11
0
0
12
0
nijverheid (excl. bouw-)
Uitgesproken faillissementen
18
5
16
7
24
1
7
5
0
-3
28
31
5
11
-9
6
3
5
-5
9
13
14
3
-19
-2
-16
-4
5
12
2
1
-7
3
7
0
-2
4
3
3
6
0
8
12
3
5
1
1
-3
2
0
0
0
0
-1
Woningexploitatie
Totaal bedrijven
Overheid
-3
-2
-4
-3
-4
-3
-6
7
1
1
-2
0
15
-2
2
4
6
4
Bouwwerken
Vervoermiddelen
Machines e.d.
-3
-3
-1
-3
19
-1
6,0
8
8
0
textiel en kleding
aardolieprodukten
chemische produkten
metaalprodukten
overige fabrikaten
Consumptieve bestedingen van
de Nederlandse bevolking
Totale consumptie
Voedings- en genotmidd.
Duurz. Consumptiegoederen
Ov. goederen en diensten
7
7
14
14
-4
-2
1
-5
0
1
0
7
4
13
4
2
-4
2
-4
6
-1
7
2
0
5
1
1
-2
5
0
4
3
1
-6
-2
0
-2
2,5
6
5
-1
2,6
4
3
-1
2,5
4
4
0
2,42
2,52
72=
2,02
2
2
2
2
2
1
-9
-31
-13
-1
-12
-14
4
-32
24
Bruto invest, in vaste activa
Bedrijven
Nijverheid
Andere bedrijven
Totaal bedrijven en overheid
Naar type
2. Prijzen
Prijsindex gezinsconsumptie.
reeks voor werkn. gezinnen
Invoer (unit value)
Uitvoer (unit value)
Ruilvoet
Producentenprijzen, binnenl.
afzet nijverh. (excl. bouw-)
Idem afzet land- en tuinbouw
Indexcijfers regelingslonen
4
7
4
6
2
-17
16
18
2,3
6
4
5
2,3
2,3
3. Sociale indicatoren
Produktie per werkn. in de
-19
7
aantallen (x 1 000)
Openstaande aanvragen 1
Werklozen 1
9
801
15
822
13
839
14
839
16
821
18
791
21
781
23
768
21
783
22
778
22
23
774
773
756
26
763
26
763
Werklozen in % v.d. afhankelijke beroepsbevolking
17,1
17,2
17,8
17,0
17,3
16,7
16,3
15,2
16,5
15,9
15,4
15,1
15,1
15,6
15,9
9
32
6
-1
28
8
5
28
17
29
7
-4
37
6
5
12
14
43
34
17
30
5
27
14
2
-4
6,9
8,0
6,8
7,6
7,1
7,4
6,8
7,2
6,6
7,1
6,0
6,9
% mutjitie t.o..v. dezelfde periode het ja ar daarvoor
4. Geld- en kredietwezen
Consumptief krediet (verstr.)
ANP-CBS beursindex
Geldhoeveelheid
Spaartegoeden
Dollarkoers contante notering
Daggeld rente
Rendement op staatsobligaties
1
2
-3
0
4
12
2
-2
44
11
2
7
27
4
3
12
0
0
48
4
2
14
0
24
3
3
9
-6
16
4
4
11
6
25
5
4
15
-3
22
7
5
21
14
-2
23
8
5
22
5,3
8,2
5,8
5,9
8,3
5,7
8,3
5,9
8,3
5,7
7,4
6,4
6,9
7,4
6,5
7,8
8,0
7,7
16
6
Seizoengecorrigeerde cijfers.
Betreft alleen Industrie.
ESB 25-9-1985
967
Tabel 2.
Conjunctuurtest bij de Industrie
1983
1984
3e kw.
1985
1984
4e kw.
le kw.
2e kw.
3e kw.
4e kw.
le kw.
2e kw.
93
96
101
101
101
101
104
100
2
6
1985
mei
juni
juli
mei
juni
juli
1984=100
Nederland
Indexcijfer orderpositie
93
103
101
104
106
107
saldi van de positieve en negatieve antwoorden (in %)
Orderontvangsten binnenland
1
– 6 – 2
4
3
1
-7
5
-4
10
-1
-2
-1
-1
-3
81
Orderontvangsten buitenland’
Stemmingsindicator 2
–
4
80
82
83
–
1
84
2
0
-2
12
2
-1
1
–
2
-12
4
0
-1
-20
-2
-6
-2
8
-3
-5
-2
8
0
0
-11
-12
2
%
Bezettingsgraad
83
84
84
-4
-4
saldi van de positieve en negatieve antwoorden (in %)
Europese Gemeenschap
Stemmingsindicator2
-9
-4
-4
-5
-2
-3
77
78
79
80
79
81
-4
-4
%
Bezettingsgraad
1
2
81
De vraagstelling heeft betrekking op de ontwikkeling t.o.v. de voprgaande periode.
Dit is een gemiddelde van de antwoorden op de vragen: beoordeling van de voorraden eindprodukten en de bedrijvigheid in de komende maanden; seizoengecorrigeerde
gegevens (bron: Eurostat).
Tabel 3. Produktie nijverheid buitenland. Volume-ontwikkelingen
1983
1984
1985
1984
1985
1984
2e kw. 3e kw. 4e kw. le kw. 2e kw. nov.
dec
Jan.
febr.
maart
april
mei
juni
juli
1
1
4
3
-2
0
0
3
1
4
1
6
2
5
0
14
2
5
3
% mutatie t.o.v. dezelfde periode een jaar daarvoor
Bondsrepubliek Duitsland
Frank rijk
1
1
3
2
0
2
-3
3
7
4
3
7
2
4
5
3
Groot-Brittannie
Denemarken
Verenigde Staten
Japan
3
3
6
3
1
10
11
11
1
7
13
12
0
10
9
10
0
1
13
2
6
10
4
3
Buitenland (gewogen) 1
0
4
3
4
4
3
Nederiand
2
5
4
6
3
7
Italic
Belgie
1
4
2
3
4
0
4
3
8
1
3
4
1
2
2
–
0
6
0
7
–
1
8
5
5
2
2
3
3
0
1
6
9
-2
10
4
9
5
3
5
3
2
1
3
1
9
12
6
10
2
7
7
2
3
6
–
8
7
3
6
2
5
1
6
4
1
3
5
2
7
0
1
7
3
4
3
3
6
6
1
1
Een gemiddelde van de 9 belanj>rijkste exportlanden, gewogen met hun aandelen in de Nederlandse export in 1980.
Tabel 4. Bruto investeringen buitenland in vaste activa. Volume-ontwikkelingen
1981
1982
1983
1984
1984
1983
le kw.
cbs
2e kw.
1985
3e kw.
4e kw.
le kw.
2e kw.
3
-3
-2
6
-3
1
5
-3
2
-1
4
3e kw.
4e kw.
le kw.
2e kw.
% mutatie t.o.v. dezelfde periode een jaar daarvoor
Bondsrepubliek Duitsland
Frankrijk
Italic
-4
-1
1
Groot-Brittannie
Verenigde Staten
Japan
–
Nederiand
Bron: OECD.
968
-5
1
-5
9
3
-2
-4
7
1
-2
4
0
0
-8
3
-4
-6
3
2
-2
6
2
-3
5
–
5
-2
5
4
7
9
3
1
3
9
8
6
6
3
4
-7
2
10
1
18
6
-2
2
7
14
20
1
22
21
17
13
8
3
6
6
7
5
-10
-4
0
4
-2
8
1
–
1
2
0
3
–
1
1
7
4
–
4
7