Conjunctuurbericht
centraal bureau voor de statistiek*
januari 1985
Het volume van de industriele produktie steeg in november ten
opzichte van oktober, terwijl ook de orderpositie verbeterde. Het
volume van de in- en uitvoernam in oktober sterk toe ten opzichte
van oktober een jaa daarvoor.
De consumptie van gezinnen, gecorrigeerd voorprijsveranderingen,
steeg in oktober in lichte mate vergeleken met oktober 1983.
Het volume van de investeringen in de nijverheid nam in de eerste
helft van 1984 toe. De investeringsverwachtingen voor heel 1984
tonen een nog grotere groei.
De consumentenprijzen stegen in december licht ten opzichte van
november. De prijsstijging in de laatste 12 maanden is een van de
laagste in de EG.
De in- en uitvoerprijzen stegen in oktober. Deze stijging was lets
grater dan in September, steeds vergeleken met de overeenkomstige
maanden van 1983.
De werkloosheid (seizoengecorrigeerd) daalde in december vergeleken met november. Gemiddeld voor 1984 nam de werkloosheid
t.o.v. 1983 nog wet toe. De rente op de kapitaalmarkt daalde in
december niet verder.
den van 1984. Ook in de aardolie-industrie steeg de bedrijvigheid minder snel dan in de eerste maanden van dat jaar.
De produktiegroei in de nijverheid (exclusief de bouwnijverheid) bleef in het tweede en derde kwartaal van 1984 (t.o.v. dezelfde kwartalen in 1983) beneden die in de industrie, met name
door een achterblijvende aardgasproduktie. Wel nam in deze
twee kwartalen de produktie in de nijverheid meer toe dan gemiddeld in de negen voor Nederland belangrijkste exportlanden (zie tabel 3).
Produktie nijverheid in het buitenland
no (A)
Indexcijfers
1980 = 100
(A) = voonschrijdend ]2-maandsgemiddelde
(B) = seizoengecorrigeerde maanddjfers
100
90
80
•75
Dit blijkt uit gegevens die media januari 1985 beschikbaar waren.
Het volume van de industriele produktie steeg in november,
seizoengecorrigeerd, met ruim 1% in vergelijking met oktober.
Gemiddeld over de periode September—november bleef de produktie in de Industrie op het niveau van de daaraan voorafgaande periode van drie maanden. Indien vergeleken wordt met
de periode September—november in 1983 steeg de bedrijvigheid met 7%.
Produktie Industrie (volume)
110
Indexcijfers 1980 = 100
(A) = voonschrijdend 12-maandsgemiddelde
(B) = seizoengecorrigeerde maanddjfers
(A)
100
90
80
•75
J
•85
F M A M J
1983
J A
S O N D J
F M A M J
J
A S O N D
1984
Een belangrijke bijdrage aan de groei van de industrirele produktie in 1984 werd geleverd door de metaalindustrie. In de
eerste helft van 1984 nam de bedrijvigheid in de basismetaalindustrie sterk toe. In latere maanden steeg ook het produktievolume in de andere delen van de metaalindustrie in belangrijke mate (steeds vergeleken met dezelfde maanden in 1983).
De toename van het produktievolume in de chemische Industrie was in de laatste maanden geringer dan in de eerste maan-
ESB 30-1-1985
’80
(B)
100
90
J F M A M J J
1983
A S O N D J F M A M J J A S O N D
1984
Het indexcijfer van de orderpositie in de industrie steeg in
november vergeleken met oktober. Vooral de orderpositie in de
consumptiegoederen-industrie en de investeringsgoederenindustrie nam in deze maand toe. Vergeleken met november
1983 steeg de index voor de industrie als geheel met 11%.
De ondernemers gaven aan dat de orderontvangsten in november ten opzichte van oktober per saldo vrijwel ongewijzigd zijn
gebleven.
Het volume van de invoer steeg in oktober met 13% ten
opzichte van dezelfde maand in 1983. Volumestijgingen deden
zich voor bij de meeste invoercategorieen. De grootste toename
werd geconstateerd bij de invoer van investeringsgoederen (met
name kantoormachines en personenauto’s). De invoer van
brandstoffen daalde.
Het volume van de uitvoer steeg in oktober met 17% in vergelijking met dezelfde maand een jaar daarvoor. Volumestijgingen deden zich bij alle onderscheiden uitvoercategorieen voor.
Bij de invoer kan door een veranderde registratie van de handel
met Belgie en Luxemburg een lichte overschatting hebben
plaatsgevonden.
In het derde kwartaal was het invoervolume met 8% en het
uitvoervolume met3% gestegen. Voor de uitvoer was deze groeiVerbeterde cijfers worden niet als zodanig gekenmerkt.
* Samengesteld door de hoofdafdeling Nationale rekeningen
van het CBS.
119
voet beduidend lager dan in de vijf daaraan voorafgaande kwartalen. De geringere groei in het derde kwartaal werd vooral veroorzaakt door een afnemende groei in het uitvoervolume van
verwarming en verlichting stegen in dit jaar meer dan ge-
textiel en kleding, chemische produkten en metaalprodukten.
zijn de prijsstijgingen in Nederland gematigd. In de Bondsrepubliek Duitsland stegen de prijzen in 1984 minder.
De uitvoer van aardgas daalde in het derde kwartaal, evenals
in het tweede kwartaal (steeds vergeleken met dezelfde kwartalen een jaar daarvoor).
middeld.
Vergeleken met andere landen van de Europese Gemeenschap
Prijsindex gezinsconsumptie
125
Uitvoer goederen (volume)
no (A)
100
Indexcijrers 1980 = 100
(A) = voortschrijdend 12-maandsgemiddelde
(B) = maandcijrers
(A)
100
Itidexcijfers 1980 = 100
(A) = voortschrijdend 12-maandsgemiddelde
(B) = procemuele mutaties t.o.v. vorig jaar
90
75
125
(B)
120 ——
115
110
J
F M A M J
JAS
OND
1983
J F M A M J
J A S O N D
1984
-10
J F M A M J J A S O N D J F M A M J J A S O N D
1983
1984
De consumptie van gezinshuishoudingen, gecorrigeerd voor
prijsveranderingen, steeg in oktober licht vergeleken met oktober 1983. De aankopen van voedings- en genotmiddelen
daalden met ruim 1%. De bestedingen aan duurzame goederen
stegen daarentegen, vooral door toegenomen aankopen van
personenauto’s en uitgaven aan woninginrichting en huis-
De producentenprijzen van de naar het binnenland afgezette
goederen stegen in September met 5,6% in vergelijking met dezelfde maand in 1983. Voor augustus was de stijging iets groter
(5,8%).
De prijzen van de in- en uitvoer stegen in oktober met respectievelijk 5% en 7% in vergelijking met dezelfde maand in 1983.
Na een periode, waarin de prijsstijgingen afnamen, was er in
oktober voor zowel de invoer als de uitvoer weer sprake van een
lichte groei van de prijsstijging (steeds vergeleken met dezelfde
houdelijke apparaten.
In het derde kwartaal van 1984 was het totale consumptie-
maanden in 1983).
volume met bijna 1% gedaald, na een lichte stijging in het
eerste kwartaal en een lichte dating in het tweede kwartaal,
ber 1984 sneller stegen dan de invoerprijzen, nam in deze periode de ruilvoet toe.
steeds gemeten t.o.v. dezelfde kwartalen in 1983. De aankopen
van voedings- en genotmiddelen werden in de eerste drie kwartalen van 1984 gekenmerkt door voortdurende volumedalingen.
Ook de bestedingen aan duurzame goederen bleven in deze
kwartalen onder het niveau van de overeenkomstige kwartalen
in 1983.
de werklozen nam in december, vergeleken met november, af
Doordat de uitvoerprijzen in de periode oktober 1983—okto-
Het voor seizoeninvloeden gecorrigeerde aantal geregistreer-
de eerste drie kwartalen van 1984 toe. Dit werd vooral veroorzaakt door hogere uitgaven aan huisvesting (ook na correctie
met 17 800. Vergeleken met december 1983 daalde het aantal
werklozen met 59 100.
Ook als rekening wordt gehouden met het vervallen van de
registratieplicht voor werklozen van 57’/2 jaar en ouder toont de
werkloosheid in de laatste 4 maanden een dalende tendens.
Gemiddeld voor 1984 nam de werkloosheid ten opzichte van
voor prijsveranderingen) en door een gestegen gasverbruik.
1983 nog wel toe (21 800).
De bestedingen aan overige goederen en diensten namen in
Voorlopige gegevens over de detailhandelsomzetten duiden op
een groei van het consumptievolume in november.
Werkloosheid nieuwe deflnitie
Uit een in het najaar door het CBS gehouden steekproefonderzoek naar investeringsverwachtingen in de nijverheid bleek
dat de ondernemers een aanzienlijke toename van de waarde
van de investeringen in het jaar 1984 verwachtten (+24%), in
1985 gevolgd door een verdere toename van 14%. In beide jaren
verwachtten vooral de ondernemers in de aardolie-industrie en
300
(A)
lndexcijfers 1980 = 100
(A) = voortschrijdend 12-maandsgemiddelde
(B) = seizoengecorrigeerde maandcijfers
200
100
de metaalindustrie meer te investeren. Voor de chemische in-
dustrie werd alleen voor het jaar 1984 een stijging verwacht.
In de eerste helft van 1984 namen de (berekende) bruto
investeringen in vaste activa van de nijverheid in waarde gemeten met 15% toe in vergelijking met dezelfde periode een jaar
daarvoor.
In volume gemeten was de stijging 12%. Ondanks deze groei
bleven de investeringen nog 15% beneden het hoge niveau dat
in de eerste helft van 1978 werd bereikt.
J F M A M J J A S O N D J F M A M J J A S O N D
1983
1984
De totale investeringen (inclusief die van de overheid) stegen
in het eerste halfjaar met 4% in vergelijking met het eerste
halfjaar van 1983.
Het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie daalde in december met 0,2% ten opzichte van november. Voor het jaar 1984
als geheel steeg de prijsindex met 3,3% in vergelijking met het
jaar 1983. De prijzen van voedings- en genotmiddelen, huren,
120
De rente op de kapitaalmarkt, gemeten aan het rendement op
staatsobligaties, toonde in de tweede helft van 1984 een daling.
Het gemiddelde effectieve rendement daalde van 8,6% in juli
naar 7,3% in november, in december daalde het rendement niet
verder.
Tabel 1. Kerngegevens recente ontwikkelingen
Gemidd.
jaarmutatie
1983
1984
1978/1982
1. Hoeveelheidsgegevens
Gemiddelde dagproduktie
in de nijverheid
Nijverheid
Delfstoffenwinning
Industrie
Voedings- en genotm. ind.
Textiel-, kledingindustrie
Papierind., uitgeverijen
Aardolie-industrie
Chemische Industrie
Rubberindustrie
Bouwmaterialenind.
Metaalindustrie
Basismetaalindustrie
Overige metaalindustrie
Openbare nutsbedrijven
Bouwnijverheid: aantallen
begonnen woningen
%
Grondst. en halffabrikaten
Consumptiegoederen
Investeringsgoederen
Algemene goederen
Uitvoer, totaal
Onbewerkte agrar. prod.
Delfstoffen
Fabrikaten, totaal
voedings- en genotmidd.
textiel en kleding
aardolieprodukten
chemische produkten
metaalprodukten
overige fabrikaten
Consumptieve bestedingen van
de Nederlandse bevolking
Totale consumptie
Voedings- en genotmidd.
Duurz. Consumptiegoederen
Ov. goederen en diensten
Bruto invest, in vaste activa
Bedrijven
Nijverheid
Andere bedrijven
Woning-exploitatie
Totaal bedrijven
Overheid
Totaal
Naar herkomst:
Bouwnijverheid
Overige binnenl. produktie
Invoer
1983
1984
——
3e kw. 4e kw. le kw. 2e kw. 3e kw. 4e kw. juni
juli
aug.
sept.
3
6
10
7
7
10
5
-6
10
9
-3
3
10
11
15
14
15
12
5
32
7
9
4
17
32
16
12
5
7
1
17
-9
4
6
6
11
-1
21
-16
-1
3
okt.
nov.
5
0
5
dec.
4
% mutatie t.o.v. dezelfde periode een jaar daarvoor
-1
-6
1
3
-4
1
-8
2
2
-4
1
0
1
1
2
8
0
1
-3
0
8
9
6
-2
8
-3
3
0
0
0
2
-2
7
2
6
-7
3
4
-5
7
3
19
0
-1
-4
1
3
14
9
1
-4
18
-6
4
5
8
4
3
5
6
14
16
8
3
2
29
-1
9
8
14
6
3
-1
5
20
12
8
5
6
37
3
4
22
8
2
3
18
5
9
-1
-17
5
6
4
5
5
7
-1
15
8
3
2
18
16
2
3
3
2
-5
21
3
6
-1
4
8
6
5
12
16
5
30
-15
9
-1
16
9
2
7
6
11
2
4
-14
5
0
-11
6
0
-2
4
3
3
4
3
1
10
5
6
2
3
7
6
0
8
12
4
5
-1
14
8
12
2
19
-12
3
7
-7
4
6
5
0
1
1
-3
2
0
0
0
0
0
-3
-2
-4
-3
-4
-3
-7
-3
-3
7
3
8
5
-4
5
9
9
6
5
11
6
9
3
13
17
12
9
Buitentandse Handel
Invoer, totaal
cbs
7
_]
17
8
6
7
1
8
4
2
7
5
9
6
4
10
7
14
-10
14
6
8
13
9
13
4
11
32
8
4
-1
5
-2
-21
-12
-2
-10
1
.]
6
6
-14
2
2
2
-2
-9
0
6
7
9
-8
6
6
6
3
13
19
6
18
-9
6
14
-6
7
5
18
-5
12
8
21
6
2
2
2
9
10
6
13
15
17
33
-17
17
27
8
17
20
21
‘8
14
22
22
4
-14
5
3
-3
3
3
10
1
1
8
5
2
-6
-1
0
-2
-6
-2
-1
0
-1
6
6
-2
2
-1
-5
-3
1
0
-1
-4
1
-2
-10
-5
2
1
1
-1
1
3,6
6
10
4
3,1
6
9
3
2,8
5
5
1
2,8
4
6
1
3,1
5
7
2
3,0
2,8
0
6,3
4
0
6,5
8
0
5,8
2
0
5,6
-4
0
0
0
0
0
-1
0
-1
-2
-1
0
0
-2
-2
2
-1
-5
-2
1
-2
14
]
5
-8
3
-6
0
4
0
0
0
10
13
4
9
-4
7
13
-3
-2
2
-3
1
-5
5
18
0
-4
6
2
2
21
2
1
2,5
1
1
0
2,8
3,6
3
-1
8
1
3,8
7
10
3
2,9
5
7
2
0,3
0
2,1
9
-1
5,5
9
0
6,4
5
0
6,0
2
0
6
1
1
2
0
2
0
1
-4
-1
4
5,6
8
8
0
2,8
1
_1
-1
8,0
3
5
0,4
-3
-5
-6
-5
-4
-3
-2
2
22
7
-11
8
-14
10
-29
11
-19
7
-24
8
-19
-14
-30
-19
-11
-26
4
-22
-24
6
2. PrUzen
Prijsindex gezinsconsumptie,
reeks voor werkn. gezinnen
Invoer (unit value)
Uitvoer (unit value)
Ruilvoet
Producentenprijzen, binnenl.
afzet nijverh. (excl. bouw-)
Idem afzet land- en tuinbouw
Indexcijfers regelingslonen
3. Sociale indicatoren
Werkz. pers. in de delfstw.,
Industrie en openbaar nut
Produktie per werkn. in de
nijverheid (excl. bouw-)
Uitgesproken faillissementen
2
1
3,3
0
-19
4
7
2,9
aantallen (x 1000)
Openstaande aanvragen2
9
801
Werklozen in % v.d. afhankelijke beroepsbevolking
Daggeld rente
Rendement op staatsobligaties
1
2
10
819
11
828
13
838
14
841
15
825
18
793
14
834
15
822
16
833
16
819
17
807
17
795
18
777
17,6
17,6
18,0
18,2
17,4
17,7
17,1
17,5
17,5
18,0
17,6
17,2
17,1
17,0
25
-5
17
2
-9
11
3
-4
15
4
-14
22
5
2
26
5
27
21
15
8
11
9
14
18
12
13
5,7
7,4
5,7
8,4
6,0
8,6
5,8
8,3
5,8
8,0
5,9
7,6
5,6
7,3
5,6
7,3
% mutaties t.o.v. dezelfde periode een jaar daarvoor
4. Geld- en kredletwezen
Consumptief krediet (verstr.)
ANP-CBS beursindex
Geldhoeveelheid
Spaartegoeden
Dollarkoers contante notering
15
822
17,1
Werklozen’*2
-3
0
4
12
2
-2
44
11
27
12
0
61
9
1
8
-5
49
11
0
10
4
48
4
2
14
0
24
3
3
9
-9
16
4
4
11
7
5,3
8,2
5,8
8,0
5,5
8,7
5,7
8,4
5,9
8,3
5,7
8,3
5,9
8,3
M.i.v. januari 1983 Z(jn de cijfers gebaseerd op een gewijzigde definitie.
Seizoengecorrigeerde cijfers.
ESB 30-1-1985
121
Tabel 2.
Conjunctuurtest bij de Industrie
1982
4e kw.
le kw.
cbs
1983
1983
2e kw.
3e kw.
sept.
okt.
97
99
100
99
4e kw.
le kw.
2e kw.
3e kw.
sept.
okt.
nov.
99
nov.
1984
103
108
108
108
108
109
2
10
1
5
4
-4
0
-1
-1
-1
-2
-3
98
September 1982=100
Nederland1
Indexcijfer orderpositie
96
95
saldi van de positieve en negatieve antwoorden (in %)
2
Orderontvangsten binnenland
Orderontvangsten buitenland’
Stemmingsindicator3
-14
-8
-17
-6
4
-11
78
79
Bezettingsgraad
– 4 – 6
3
1
-8
-7
80
2
15
-4
1
–
6
1
-6
4
10
-1
82
83
-4
-4
-5
-2
79
81
–
2
5
-4
80
-2
-4
3
-4
-1
-3
79
80
79
-2
-1
84
saldi van de positieve en negatieve antwoorden (in %)
Europese Gemeenschap
Stemmingsindicator3
-20
-14
-11
-9
77
76
76
77
Bezettingsgraad
1
3
3
-6
-6
-4
M.i.v. September 1982 is een bestandsaanpassing doorgevoerd.
De vraagstelling heeft betrekking op de ontwikkeling t.o.v. de voorgaande periode.
Dit is een gemiddelde van de antwoorden op de vragen: beoordeling van de voorraden eindprodukten en de bedrijvigheid in de komende maanden; seizoengecorrigeerde
gegevens (bron: Eurostat).
Tabel 3. Produktie nijverheid in het buitenland. Volume-ontwikkelingen
Gemidd.
1982
1977/1981
1983
jaar
1984
cbs
1984
3e kw. 4e kw. le kw. 2e kw. 3e kw. mei
juni
juli
aug.
okt.
sept
%
Bondsrepubliek Duitsland
Frankrijk
Italie
Belgie
Groot-Brittannie
Verenigde Staten
Japan
Buitenland (gewogen)1
Nederland
1
7
5
4
4
% mutatie t.o.v. dezelfde periode een jaar daarvoor
1,5
0 , 4
2,1
0 , 8
nov.
– 3 – 1
1
6
6
0
4
5 – 5
8
4
0
1
1
2
2
3
2
3
2
1
3
3
2
-3
-3
-4
2
1
7
7
6
11
6
9
7
0
2
5
4
6
5
3
7
4
3
1
7
-0,2
3,0
4,6
1 , 1
0,4
2
-8
0
4
10
5
0
4
15
9
2
4
15
11
5
1
13
12
5
2
–
-4
3
6
3
1
3
5
8
0-1
9
13
11
12
3
4
4
7
4-1
12
12
5
3
0
1
6
9
11
6
3
7
9
4
10
3
-1
7
10
6
6
11
5
0
11
13
4
7
Een gemiddelde van de 9 belangrijkste exportlanden, gewogen met hun aandelen in de Nederlandse export in 1980.
Tabel 4. Consumptie-prijzen in het buitenland
Gemidd.
1983
1984
1978/1982
%
3,0
6,4
9,6
15,0
Groot-Brittannie
Verenigde Staten
Japan
12,2
9,7
4,6
4,7
4,0
1,9
5,6
2,8
122
juli
aug.
sept.
okt.
nov.
dec.
% mutatie t.o.v. dezelfde periode een jaar daarvoor
4,8
6,4
11,7
16,8
Bron: OECD.
1984
juni
Bondsrepubliek Duitsland
Belgie
Frankrijk
Italie
Nederland
cbs
2,2
6,3
2,2
6,4
7,5
10,5
1,7
5,8
7,4
10,4
1,6
5,8
7,1
9,8
2,1
5,8
7,0
9,1
2,1
5,3
6,9
8,6
4,7
3,1
2,0
3,3
2,8
6,8
7,7
11,1
4,5
4,1
1,9
5,0
4,2
1,9
5,1
4,0
2,0
5,3
3,8
2,2
4,9
4,0
2,2
3,6
3,1
2,8
2,8
3,1
3,0
2,2
5,3
2,8