Figuur 2. Binnenlandse consumptie gezinnen, volume, procentuele mutaties,
1993 t.O.V. 1992
In het Conjunctuurbericht van mei
werd melding gemaakt van tekenen
van economisch herstel. Dit beeld
wordt bevestigd door de meest recente gegevens die zijn opgenomen in
dit Conjunctuurbericht. Het volume
van het bruto binnenlands produkt is
in het eerste kwartaal van dit jaar duidelijk groter dan een jaar eerder. De
geregistreerde werkloosheid daalt
licht. De produktie in de industrie en
de bouwnijverheid kruipen verder
uit het dal. Het vertrouwen van de
Figuur 1. Bbp, produktie industrie en
beoordeling orderpositie, % jaarmutatie
van bet 12-maands voortschrijdend gemiddelde
6
o
….
-5
o
-15
‘,I
.I
-2
‘
,:
/11′ ” “:
-20
beoordeling orderpositie industrie ‘. :
saldo pos. en neg. antwoorden
‘. , •
rechterscbaal
-4
consumenten in de ontwikkeling van
de economie blijft toenemen, terwijl
ondernemers in de zakelijke dienstverlening hun orderpositie gunstiger
beoordelen. In dit Conjunctuurbericht wordt wat dieper ingegaan op
de relatief forse toename van de gezinsconsumptie in het eerste kwartaal van 1994.
Gezinsconsumptie
toegenomen
fors
Het volume van de consumptieve bestedingen van gezinnen is in maart
3,3% groter dan een jaar eerder. In
het eerste kwartaal van dit jaar komt
de toename vergeleken met dezelfde
periode van 1993 uit op 2,8%. Dit is
het hoogste groeicijfer van de afgelopen tien kwartalen. Over 1993 als geheel bedroeg het accres 0,7%. ,.
De relatief hoge groei in het eerste
kwartaal is vooral toe te schrijven
aan de categorie duurzame consumptiegoederen. Ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder bedraagt
de toename 5,6%. Binnen deze cate-
aankopen van tabaksprodukten
laten
de bestedingen aan de categorie voedings- en genotmiddelen een stijging
zien van 1,3%. De consumptie van
diensten, veruit de grootste en qua
ontwikkeling meest stabiele categorie, laat een toename zien (+2,5%)
die net onder die van de totale gezinsconsumptie ligt.
Internationale
gorie zijn de aankopen van nieuwe
personenauto’s zeer fors gestegen. In
het eerste kwartaal van 1994 speelden de effecten van de voorgenomen belastingwijziging voor personenauto’s nog een belangrijke rol.
Door anticipatie-aankopen
in het
vierde kwartaal van 1992, werden in
het eerste kwartaal van vorig jaar
weinig nieuwe auto’s gekocht. Het
aantal is in het eerste kwartaal van
dit jaar weliswaar groter dan in hetzelfde kwartaal van 1993, maar nog
altijd ongeveer dertigduizend lager
dan in het eerste kwartaal van de zes
hieraan voorafgaande jaren. Als de
auto-aankopen niet meegerekend
worden, stijgt de totale gezinsconsumptie in het eerste kwartaal van
1994 met 1,8%.
De bestedingen aan de categorie
voedings- en genotmiddelen zijn in
het eerste kwartaal van dit jaar toegenomen met 0,5%. Binnen deze categorie kennen de aankopen van tabaksprodukten opnieuw een sterke
daling. Een dergelijke ontwikkeling
wordt nu al gedurende negen kwartalen waargenomen. Ongerekend de
Figuur 3. Gezinsconsumptie, volume,
procentuele mutaties 1993 t.O.V.1992
4
-5
vergelijking
In Nederland nam verleden jaar het
volume van de consumptieve bestedingen door gezinnen met slechts
één procent toe ten opzichte van het
voorafgaande jaar. Dat is het laagste
groeipercentage van de afgelopen elf
jaar. Toch neemt internationaal gezien ons land hiermee een middenpositie in. Met name in Finland en
Zweden liggen de gezinsbestedingen
een stuk onder het niveau van 1992.
De dramatische groei van de werkloosheid in deze landen kan hieraan
hebben bijgedragen. In de VS stijgt
de consumptie in 1993 voor het tweede achtereenvolgende
jaar fors. Ten
opzichte van 1991 is de toename 6%.
1. t.t de lichte stijging van de consumptie zijn de bruto investeringen
in vaste activa in ons land verleden
jaar met 3% gedaald. Voor het laatst
werd in Nederland een daling waargenomen in 1982. Een aantal andere
landen kende in 1993 een grotere daling van de investeringen dan ons
land. Ook hier tonen Finland en
Zweden de grootste neergang. Opmerkelijk is de achteruitgang van het
investeringsniveau met 6% in de economische grootmachten Duitsland
en]apan. In de periode 1988-1992
groeiden in deze landen de investeringen nog gemiddeld met zo’n 6%
per jaar. De hoogste stijgingspercentages komen in 1993 voor in de Verenigde Staten en Noorwegen. Het
hoge cijfer in Noorwegen wordt voor
een belangrijk deel veroorzaakt door
een grote incidentele investering in
het derde kwartaal van 1993.
Kerngegevens recente ontwikkelingen, procentuele mutaties t.O.V.hetzelfde jaar daarvoor, tenzij anders aangegeven
19871’91
gemidd.
1992
1993
–’22:i..
1993
2ekw.
3e-kw.
lekw.
~kw,
Trend 2)
1994
feb.
april
mei
VOLUMEGEGEVENS
(KwartaoJnkeningen)
pr<>dukt (m.p.)
ProdukJie
__
Landbouw en visserij
Nijverheid
Handel. botel. en restauraatw’ rep, bedr.
Transpon, opslag- en communîcatiebedr~
Overige dienstverJeniog (excl. 9yem.)
Algemeen overheidsbestuur. enz.
j
–
2.9
4.0
0.9
2,4
0,1
3.4
0,8
3.1
2.0
0.6
4,4
3.3
1.0
1,4
Produktie (moondindicatoren)
Delfstoffenwinning
Voedings-
0,3
en kunststofverw.
1.3
2,3
2,3
1+
I
I
1+
I
1+
0.3
o
1
4
3
6
3
4
industrie
Hout- en bouwmaterialenindustrie
Basismetaalindustrie
1
-1
1
1
3
o
o
o
-I
3
-8
-I
2
-2
o
o
-I
2
10
2
1+
1
2
-5
1
.3
_5
-2
o
o
I
I
6
-6
-7
o
o
o
-2
-3
3
I
2
-4
1
3
-4
I
-I
-5
4
o
o
-I
3
1
-I
-4
o
-I
-5
-4
-2
3
Elektrotechnische industrie
Rest metaal- en overige industrie
Openbare nutsbedrijven
Bouwnijverheid
I
2.3
0.0
-2.8
1.8
o
en genohniddeleninduStrie
Tex.tiel-, ldeding- en Jederindustrie
Papier- en grafische industrie
Chemische industrie
Rubber-
0.2
4.3
.1.6
-1.5
-3
-3
-4
-6
-I
I
1+
o
I
-I
o
2
-2
-5
-12
1
3
3
6
3
I
-I
O>nsumptie
-gezlqs
Duurzame consumptiegoederen
Overige goederen en diensten
3
2
2
I
o
2
2
3
_~hmulel(goeJuen)
Invoer
Uitvoer
6
6
2.6
1.2
..0.6
BBP Wemo1kmooJ
Verenigde Staten
Duitsland
Verenigd Konînkrijk
Japan
1,4
3
-3
5
5
3
1
6
3
2
2
o
2
3
2
2
2.0
3.8
2.0
4.9
-2
-2
-I
Investeringen in vaste activa
Bruto lnvestertogen, totaal
Bedrijven
Overl1eid
o
-3
-3
3
o
o
1
-3
2
4
3
3
I
I
1
1+
-6
-7
-I
-I
o
I
2
3
3.0
-1.9
1.9
0.1
2,8
-1,4
2.1
0.1
3,1
-0.9
2.3
..0.3
3.5
1.6
2.6
1+
I
1+
I
PRIJZEN
COI1SUtnentenprijsindex
~rijunindustrie
Afzet
Verbruik
Aardolie. Nortb SeaBrent (in $ per barrel)
3,2
19.00
2.6
2.7
3.0
3.0
2.9
2.8
2.8
-1.2
-3.1
-1.9
-3.6
17.24
-1,4
-0.9
-1.2
..0.7
.1,4
13.74
-1.0
-1.0
-0.3
0.5
14.97
16.10
19,32
-2.6
15.42
13,74
13,48
1+
I
-I
.. I
I«!~lings1often
Particuliere
bedrijvcm
Overheid
GepremieenIe en gesubsieerde
Wisse/koe
(ingld.}
Amerik
dollar (I)
Duitse mark (I)
Engelse
sector
p<>nd (I)
Japanse yen (100)
1.8
2.0
2,1
4.3
3.2
4,0
3.2
2.5
3.7
1.96
1~.127
3.37
1.43
1.76
1.126
1.86
1.123
2.79
1,68
~,lO
1.39
2,7
1.5
2.8
2.8
2,3
1.6
1.2
1.7
1.2
2,8
1.6
2.4
2.4
1.7
2,3
2,4
2.4
2,4
0,4
0,4
1.89
1.122
2.82
1.74
1.93
1.122
2.88
1.80
1.95
1.121
2.88
1.83
1.90
1.124
2.84
UI
1.91
1.123
2.83
1.84
1.86
1.122
2.80
1.79
-23
-47
-16
-36
-3
39
16
-14
-28
-11
-23
-3
28
-2
-8
-20
12
-16
-36
-3
37
13
-22
100
80
-12
102
83
-13
101
5
-29
-13
8
-25
-8
5487
32
453
7.1
707
-12
520
8.1
772
-I
520
8.1
779
500
7.8
776
-9
34
421
6.6
662
-10
9.0
7
2,9
7
2.8
7
3.2
8
3.5
9
3.3
8
3,4
1.7
4.8
1,8
1+
1+
1+
1++
I
.. I
1++
OVERIGE INDICATOREN
~wenl)
(ln’Jl»
Economiscbklimaat
Koopbereidbeid
Koersindex voor aandelen. algemeen
Uitgesproken faillissementen
–
I
-4
5
4
-2
-14
-36
-7
cl6
US
83
I
5
24
-22
.50
-4
16
27
-25
-56
31
33
-4
28
7
o
27
-13
1++
1++
Ccnjunctuurtesr
Beoocdeling orderpositîe I) (in %)
Ordelposipe (40 kw. 1993;0100)
Bezettingsgraad (in %)
ZokeIijke-.-..mg
Beoordeling orderpositie 1) (in %)
Computer servicebureaus
Ingenieurs-en arehitectenbur.
Economische adviesbureaus
–
Aantal banen van werknemers (x 1()(X)
Aantal vacatures
(xlOOQ)
Geregistreertle
werldozen 3)
(x 1(00)
Idem. in % van de- totale beroepsbeVotldng
Aantal werkloosheidsuitkeringen (x 1(00)
Aantal uren uitzendkrachten
Geld en krediet
Spaane80eden
Binnenlandse liquiditeitenmassa
-22
85
-24
81
102
81
-26
-21
-14
-51
-29
-18
5551
67
336
5.3
587
5545
39
415
6.5
5580
44
394
6.2
663
634
-6
116
-10
-36
-11
-12
5206
4.7
8
6
102
-44
-15
-11
5566
-9
103
-12
104
-9
104
.. I
-I
I
.. I
483
7,5
747
1++
1++
1++
.. I
1++
1) Saldo van positieve en negatieve antwoorden in procenten van het totaal; 2) Trend: procentuele jaarmutatie van het meest recente voortscl).rijdende 12-maands gemiddelde;
–I: kleiner dan -5%; – I: lussen .5% en .2%; f, tussen -2% en +2%; 1+: tussen 2% en 5%; f ++: groter clan 5%. 3) Driemaandsgemiddelden
opgenomen onder de middelsle
maand. De gegevens zijn niet voor het seizoen gecorrigeerd; 4) Reeksbreuk.; – : gegevens nog niet beschikbaar.
E5B 29-6-1994