Ga direct naar de content

Conjuncturele neergang zet door

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juni 1 2001

Conjuncturele neergang zet door
Aute ur(s ):
De Nederlandsche Bank (auteur)
Deze rub riek wordt maandelijks samengesteld door Niek Nahuis, Ad Stokman en Bouke Buitenkamp van De Nederlandsche Bank.
Ve rs che ne n in:
ESB, 86e jaargang, nr. 4312, pagina 479, 1 juni 2001 (datum)
Rubrie k :
DNB-indicator
Tre fw oord(e n):
conjunctuur

Een tegenvallend bbp-cijfer voor het eerste kwartaal en voorlopende indicatoren wijzen op een flinke vertraging van de Nederlandse
groei.
De tekenen voor een aanzienlijke vertraging van de economische activiteit in Nederland worden sterker. Zo is de bbp-volumegroei in
het eerste kwartaal van dit jaar uitgekomen op twee procent in vergelijking met een jaar geleden. Dit is het laagste percentage in vijf
jaar tijd. Uit de CBS-gegevens kan worden opgemaakt dat de groeivertraging zich over een breed front heeft voorgedaan. Voor een deel
houdt dit overigens verband met tijdelijke factoren. In reactie op de btw-verhoging van dit jaar hebben consumenten immers
voorgenomen aankopen voor dit jaar naar voren gehaald. Daarnaast dragen een teruglopende afzetgroei in het buitenland en
verminderde investeringsactiviteit aan dit beeld bij. Verder gaat de Nederlandse economie in toenemende mate de gevolgen van de
vertragende wereldhandelsgroei voelen, alsook de gevolgen van de krapte op de arbeidsmarkt en de hiermee gepaard gaande sterke
loonstijgingen en het concurrentieverlies. Bovendien heeft de economie de afgelopen jaren een sterke impuls gekregen door de
verzilvering en besteding van vermogenswinsten uit particulier woning- en aandelenbezit. Deze hebben naar schatting tot een extra
jaarlijkse bbp-groei geleid van 0,5 procentpunt in 1999 en 2000. Met het in rustiger vaarwater komen van de huizenprijsontwikkeling en de omslag in het sentiment op de aandelenmarkten zal die stimulans naar alle waarschijnlijkheid uit de cijfers gaan
lopen.
Neergang houdt aan later dit jaar
De DNB-barometer laat zien dat de dalende lijn in de conjunctuur tot en met oktober van dit jaar doorzet. Vier van de vijf deelindicatoren
waaruit de DNB-indicator is opgebouwd geven ditzelfde signaal af. Naast de Ifo-indicator voor Duitsland en de verwachte bedrijvigheid
in Nederland zijn dit de reële geldhoeveelheid (M1) en de korte rente. De financiële deelreeksen maken een doorkijkje mogelijk naar de
verdere toekomst, zij het dat de uitkomsten met grotere onzekerheid zijn omgeven en daarom met de nodige voorzichtigheid moeten
worden gehanteerd. Ze wijzen erop dat ook na oktober van dit jaar geen kentering in het verschiet ligt.
Van indicator naar bbp-groei
Wat kan de DNB-conjunctuurindicator ons vertellen over het bbp-volume in Nederland voor de rest van het jaar? Allereerst is uit
onderzoek van de Bank 1 gebleken dat de ‘productie in de nijverheid’ een goede spiegel is voor het conjunctuurbeloop in Nederland. Dit
blijkt onder meer uit de sterke correlatie tussen de volumegroei van de industriële productie en van het bbp. Weliswaar is met het
groeiende belang van de dienstensector in de economie de samenhang tussen beide grootheden minder sterk dan voorheen, ze is
niettemin ruimschoots toereikend om aan de hand van indicatoren voor de industriële productie een zinvolle uitspraak te doen over bbpgroeivooruitzichten. In termen van voorspelkwaliteit blijken prognoses op basis van dergelijke indicatoren zich doorgaans goed te
kunnen meten met macro-economische modelprojecties van de bbp-groei. Bovendien kunnen bbp-groei indicatoren snel worden
‘gedraaid’, waardoor ze een hoge actualiteitswaarde hebben.
Op basis van de jongste gegevens voor Nederland voorspelt de bbp-indicator voor dit jaar een groei van 2,5 procent, wat een terugkeer
zou betekenen naar een trendmatig groeipad 2. Daarmee zou de druk op de arbeidsmarkt kunnen afnemen. Dit kan met het oog op het
gevaar van een loonprijsspiraal worden toegejuicht, maar is op zichzelf nog geen garantie voor het uitblijven daarvan.
Zie figuur 1

Figuur 1. DNB-conjunctuurindicator

1 M.C.J. van Rooij en A.C.J. Stokman, Voorspellers voor de bbp-groei in de VS, Japan en de EU op basis van indicatoren, De
Nederlandsche Bank, onderzoeksrapport WO&E nr. 636, 2000.
2 Zie F.J.H. Don, Het Nederlandse groeipotentieel tot 2006 , ESB, 2001, blz. 284-287.

Copyright © 2001 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur