Ga direct naar de content

Autonome technische ontwikkeling

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: januari 16 1980

ECONOMISCH STATISTISCHE BERICHTEN
Autonome technische ontwikkeling
,,De richting waarin de technische ontwikkelingen zullen gaan, zijn nog wel enigermate aan te geven, maar
de gevolgen voor economie en werkgelegenheid zijn al
veel moeilijker te schatten, terwijl uitspraken met betrekking tot de sociale en culturele invloeden niet
anders dan speculatief kunnen zijn”. Tot die verzuchting
komt de commissie-Rathenau in haar Verslag van d e
Adviesgroep Maatschappelijke Gevolgen van d e Mirroelecrronica. En daardoor is meteen het rapport getekend:
duidelijk over de richting van de technische ontwikkeling,
vaag over de economische effecten ervan en bijna nietszeggend over sociale en culturele consequenties van de opmars van de chips. De commissie is eerlijk genoeg om dat
te erkennen. Zij beveelt daarom een zo breed mogelijk opgezet onderzoek aan naar de maatschappelijke gevolgen
van de micro-elektronica. De uitkomsten daarvan zullen
moeten leiden tot een brede maatschappelijke discussie
(ja, alweer een). Op basis daarvan zouden overheid en
samenleving gezamenlijk kunnen bepalen waar de ontwikkeling moet worden bevorderd, afgeremd, toegestaan
of verboden.
Helaas. Jaren voordat het onderzoekprogramma zal
zijn afgewerkt, de discussie afgerond en het beleid uitgestippeld is de micro-elektronica al ingeburgerd in alle
sectoren van de maatschappij en zijn de maatschappelijke
gevolgen al in volle omvang aan het licht getreden. Dit is
de manier waarop in Nederland de technische ontwikkeling wordt gestuurd: regeren door achterom te zien.
Wat er feitelijk bekend is van de maatschappelijke gevolgen van de introductie op grote schaal van de microelektronica is bar weinig. De meeste aandacht hebben de
mogelijke gevolgen voor de werkgelegenheid getrokken.
Het CPB heeft ten behoeve van de commissie-Rathenau
enige exercities met het Vintaf-model uitgevoerd, waaruit
men slechts kan afleiden dat Nederland het zich niet zou
kunnen veroorloven achter te blijven bij een microelektronische revolutie in het buitenland. De benadering
van het CPB is puur macro. De cijfers zijn met zulke
onzekerheden omgeven dat het nauwelijks zin heeft ze te
vermelden. Geen indicatie wordt gegeven van bedrijfstakken of beroepsgroepen waarvoor de effecten het
grootst zijn. Iets meer informatie op dit punt geeft het
onderzoeksrapport dat de Britse Metra Consulting Group
in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken heeft
opgesteld 1). Vooral de vraag naar geschoold en half geschoold personeel in de verwerkende industrie en, door
automatisering van kantoorwerk, de vraag naar typistes
en administratieve krachten zullen afnemen. Elders ontstaan nieuwe banen. Over het totale effect op de werkgelegenheid valt niets met zekerheid te zeggen. Ook de aard
van het werk zal op veel arbeidsplaatsen sterk veranderen.
Maar op zijn minst zo belangrijk als de technische ontwikkelingen en zelfs de economische gevolgen daarvan, zo
stelt de commissie-Rathenau, zijn de sociale en culturele
veranderingen die op lange termijn onder invloed van de
micro-elektronica kunnen optreden. Een kleine bloemlezing:
1. er ontstaat een steeds wijdere kloof tussen een elite die
weet hoe en waarom beslissingen tot stand komen en de
grote groep van niet-deskundigen;
2. individuele belangen worden stelselmatig ondergeschikt gemaakt aan belangen die met behulp van
elektronische systemen door organisaties worden nagestreefd;
3. privacy en vrijheid zijn in het geding;
4. volledige automatisering van bepaalde werkzaamheden kan het voordeel van goedkope arbeidskrachten in
ontwikkeiingslanden tenietdoen;

5. micro-elektronica biedt mogelijkheden tot overdadige
controle op mensen in hun werk;
6. er valt een sterke nadruk op formeel-logische aspecten
van menselijke activiteiten, waardoor een zekere eenzijdigheid in de hand wordt gewerkt.
Dit rijtje overziend is het geen wonder dat technische
veranderingen als bedreigend kunnen worden ervaren,
als de controle en toetsing op maatschappelijke doeleinden ontbreken. Toch is dat in belangrijke mate het geval. Bedrijven kunnen het zich niet permitteren ten opzichte van de concurrentie in het buitenland achterop te
raken en voeren de nieuwe techniek gretig in, terwijl de
politiek van de overheid er, aldus de commissieRathenau, gezien de grote mate van onzekerheid zoveel
mogelijk op gericht is principiële beslissingen ten aanzien
van technische ontwikkelingen te vermijden. Technische
veranderingen met belangrijke maatschappelijke consequenties voltrekken zich aldus grotendeels onafhankelijk
van de politieke besluitvorming. Dit is steeds sterker gaan
gelden naarmate in de laatste decennia de introductietijd
van produkten, d.w.z. de tijd die nodig is vanaf het begin
van de produktontwikkeling tot het op relatief grote
schaal aanbieden o p een markt, steeds korter is geworden.
In het bovenstaande zijn alleen negatieve aspecten van
de technische ontwikkeling op het gebied van de microelektronica genoemd. Daarmee is geen representatief
beeld geschetst. Natuurlijk zijn er veel positieve aspecten
te onderkennen. De chip lijkt goed te passen in het
concept van de selectieve groei. Waarschijnlijk kan de
micro-elektronica bijdragen tot vermindering van het gebruik van energie en grondstoffen, betere bescherming
van het milieu, humanisering van de arbeid, verbetering
van informatie e.d. Maar waar het hier om gaat is dat de
opmars van de chips illustreert dat de technische ontwikkeling zich voor een groot deel autonoom voltrekt 2). Dat
is de situatie waarin verandering moet komen. De toenemende complexiteit en ondoorzichtigheid vereisen dat
personen en organisaties die van de nieuwe technische
mogelijkheden gebruik maken, meer verantwoording
afleggen dan nu gebruikelijk is over hun doelstellingen en
over de werkwijzen die worden gevolgd om die doelstellingen te bereiken. Van overheidswege dient systematisch
en permanent onderzoek naar en toetsing van uiteenlopende technische ontwikkelingen plaats te vinden, zoals
overigens ook door de commissie-Rathenau wordt aanbevolen. Anticiperen moet in de plaats komen van het paard
achter de wagen spannen. Het gaat er niet om de
technische ontwikkeling tegen te werken, maar haar in te
passen. Haar te beheersen in plaats van erdoor beheerst te
worden. Het is 1984 voor we het weten.

L. van der Geest

l

1 ) Metra Consulting Group Ltd., Tne impacr ofchip rechnolog~’
on emplo.vmenr and rhe labour marker, Londen, 1979.
2 ) Het zou onjuist zijn te denken dat dit proces van autonome
technische ontwikkeling zich alleen op het gebied van de microelektronica afspeelt. In het grensgebied vande biologie en dechemie worden onderzoekingen verricht waarvan de resultaten nog
grotere maatschappelijke consequenties kunnEn hebben. Ook op
dit terrein loopt de maatschappelijke oordeels- en beleidsvorming ver achter bij de technisch-wetenschappelijkeontwikkeling.

Auteur