Ga direct naar de content

Afzwakkende groei VS bevestigd

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: maart 22 1995

Afzwakkende
groei VS
bevestigd
De jongste cijfers over de Amerikaanse economic bevestigen het beeld
van een mooie maar geleidelijk afzwakkende groei. Zo zijn de detailhandelsverkopen in februari met
0,5% gedaald ten opzichte van januari, de eerste daling sinds april vorig
jaar, en daalde het aantal in aanbouw
genomen huizen tot het laagste niveau in de afgelopen twaalf maanden. De industriele produktie nam in
februari nog wel toe en de gemiddelde bezettingsgraad in de industrie is
hierdoor toegenomen tot 85,7%, het
hoogste niveau sinds 1980. Het aantal
nieuwe banen buiten de agrarische
sector nam in februari zelfs fors toe
met 318.000, waardoor de werkloosheid weer is afgenomen tot 5,4% van
de beroepsbevolking, hetzelfde percentage als in december 1994. In
januari was de werkloosheid onverwacht opgelopen tot 5,7%.
Hoewel de Amerikaanse economie
al geruime tijd op voile capaciteit
draait blijft het nieuws van het prijzenfront nog altijd redelijk gunstig,
hetgeen vooral moet worden toegeschreven aan de tot op heden zeer
gematigde loonontwikkeling. De
consumentenprijzen zijn in februari
evenals in januari met 0,3% gestegen,
waardoor de inflatie op jaarbasis is
uitgekomen op 2,9%, een lichte
stijging ten opzichte van de 2,8% in
januari. Exclusief de volatiele componenten voeding en energie bedroeg
de inflatie 3,0% in februari, hetgeen
maar nauwelijks hoger is dan een
jaar geleden.
Toch is er reden voor enige ongerustheid, omdat de prijzen van halffabrikaten de laatste maanden wel een
flinke stijging laten zien. Als die ontwikkeling zich voortzet zal dit vroeg
of laat ook in de consumentenprijzen
merkbaar worden. Zeker nu de afzetgroei begint af te nemen en ondernemers de margedruk niet meer kunnen opvangen met een stijging van
de produktiviteit.

Prijsindex
Er is veel te doen over het consumentenprijsindexcijfer. Volgens Alan
Greenspan leidt de huidige wijze van
berekenen van dit cijfer tot een overschatting van de werkelijke stijging
van de prijzen. Het verschil zou in
sommige gevallen maar liefst 1,5%

bedragen en hij pleit dan ook voor
een andere samenstelling van het in-

dexcijfer. Volgens hem kost het niet
bijstellen van dit cijfer de Amerikaan-

se overheid als gevolg van allerlei
koppelingsmechanismen over een periode van vijf jaar ongeveer $ 150
mrd. Het wekt geen verbazing dat
het Witte Huis en ook de Republikeinen, die een ‘balanced budget’ hoog
op hun verlanglijstje hebben staan,
dit voorstel van harte ondersteunen.

Duitse groei bijgesteld
Het bruto binnenlands produkt van
Duitsland is in het vierde kwartaal
van 1994 uitgekomen op 3,0%, waarmee de groei over het hele jaar is uitgekomen op 2,9%. Eerder was een
groei van 2,8% bekendgemaakt. In
West-Duitsland bedroeg de groei in
1994 2,3%. De goede gang van zaken
zet zich in de eerste maanden van dit
jaar onverminderd voort, hetgeen tot
uitdrukking komt in bij voorbeeld de
forse stijging van de groothandelsverkopen in januari. De werkloosheid
begint inmiddels licht te dalen. In februari bedroeg het percentage werklozen 8,8 vergeleken met 8,9 in janua-

Forse loonstijgingen

Japan
De economische groei in Japan bedroeg het afgelopen jaar slechts 0,6%.

Vooral de ontwikkeling in het vierde
kwartaal was teleurstellend. In plaats
van een verdere groei is de economic
in dat kwartaal juist gekrompen ten
opzichte het derde kwartaal. Toch
zijn de vooruitzichten niet zo slecht

als het lijkt. De aardbeving in Kobe
heeft het vertrouwen van de Japanse
ondernemers niet aangetast volgens
het zogeheten Tankanrapport van de
Japanse centrale bank. Volgens het
rapport verwachten industriele bedrijven dit jaar een winststijging van
gemiddeld 30%. Bij de overige bedrijven zijn de winstverwachtingen minder positief. Uit deze en andere gege-

De loononderhandelingen in de Duitse metaalindustrie en de chemie hebben in een onverwacht hoge loonstijging geresulteerd van 3,8%. De
Duitse consumentenbestedingen
zullen hierdoor positief worden beinvloed, alhoewel de stijging van de
besteedbare inkomens dit jaar toch

beperkt blijft als gevolg van belastingverhogingen. Op langere termijn zullen de gevolgen voor de economic
en met name de werkgelegenheid
echter minder gunstig zijn door het
negatieve effect op de concurrentiepositie van het Duitse bedrijfsleven,
die door de kracht van de Duitse
mark toch al is verslechterd.

CPU raamt hogere groei

vens concludeert de Japanse centrale

Het CPB heeft de groeiverwachting

bank dat het herstel van de economic, ondanks de dure yen en het ver-

voor de Nederlandse economic voor
dit jaar, volgens een uitgelekte versie
van het Centraal Economisch Plan,
opwaarts bijgesteld van 3,0% naar
3,25%. Vooral de investeringen trekken aan. In 1996 zou de groei uit
kunnen komen op 3,0%. Hierbij is
het CPB onder meer uitgegaan van
een dollarkoers van/ 1,70 in zowel
1995 als 1996. In de Macro Economische Verkenning 1995 van September
1994 werd nog gerekend met een
koers van/ 1,90. Hieruit blijkt dat de
negatieve invloed van de koersdaling
van de dollar op de Nederlandse economic beperkt is. De export onder-

lies aan produktiecapaciteit door de
aardbeving, niet in gevaar komt.

Handelsoverschot blijft dalen
Het overschot op de Japanse handelsbalans bedroeg in februari $ 11,5
mrd, een stijging van 5,3% ten opzichte van dezelfde maand in 1994. De
export steeg met 20%, terwijl de import met 28% is toegenomen. Volgens
het Japanse Ministerie van Financien

moet de stijging van het handelsoverschot vooral worden gezien als een
inhaaleffect na de forse dating die in
januari werd geregistreerd als gevolg

van de aardbeving. Overigens is er
trendmatig nog steeds sprake van
een daling van de overschotten en in
yen gemeten daalde het tekort in februari ook in absolute termen.

vindt overigens wel hinder van de

sterke positie van de gulden en zal
naar verwachting minder hard groeien dan eerder werd verwacht, ondanks een hogere groei van de wereldhandel.

Het CPB verwacht dat het aantal
werklozen zich in 1995 en 1996 stabiliseert op 550.000; de groei van de
werkgelegenheid met bijna 200.000
banen is maar net voldoende om het
nieuwe arbeidsaanbod op te vangen.
De inflatie daalt dit jaar tot 2,25%,
maar loopt volgend jaar op tot 2,75%.
Het vorderingentekort van de overheid daalt volgens het CPB in 1995
tot 3,25% en in 1996 tot 2,75%. Hiermee voldoet Nederland net op tijd
aan een van de criteria voor toetreding tot de EMU.

De arbeidsinkomensquote, die vorig jaar al scherp daalde van 86,6%

tot 83,8% zal verder dalen tot 81,25%
in 1996, zo verwacht het CPB. De
keerzijde hiervan is dat het winstaandeel in het nationaal inkomen toeneemt. Al met al schetst het CPB een
perspectief waar beleggers niet ontevreden over behoeven te zijn. Voor
de consument daarentegen schetst
het CPB een weinig rooskleurig
beeld: ook in 1995 en 1996 neemt de
koopkracht maar weinig toe.
Deze bijdrage is ontleend aan de tweewe-

kelijkse publikatie Beleggen met van Lanscbot.