Ga direct naar de content

Winst Nederlandse banken in 2021 op recordniveau sinds kredietcrisis

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: juni 28 2022

In 2021 heeft het Nederlandse bankwezen de hoogste nettowinst behaald sinds de kredietcrisis in 2008 (figuur). Met uitzondering van 2020 zijn de gezamenlijke nettowinsten van Nederlandse banken de afgelopen tien jaar gestaag gestegen. Ze behaalden in 2021 gezamenlijk een nettowinst van ruim 13,8 miljard euro, ruim een verdubbeling ten opzichte van 5,2 miljard euro in het eerste coronajaar 2020.

De lage winst van 2020 werd voornamelijk veroorzaakt door de hoge eenmalige bijzondere waardeverminderingen (impairments). De ­operationele inkomsten bleven relatief stabiel, maar vanwege de verslechterde marktomstandigheden en de daardoor onzekere resultaten, bedroegen de impairments acht miljard. Dat was echter tijdelijk: als gevolg van het economisch herstel waren de bijzondere waardeverminderingen in 2021 juist uitzonderlijk laag: nagenoeg nihil.

De stijgende nettowinst van de afgelopen tien jaar is deels te danken aan toenemende netto provisie-inkomsten – het verschil tussen de ontvangen vergoedingen en de kosten voor het leveren van bancaire diensten. Ten opzichte van 2020 stegen de provisie-inkomsten met 3,4 miljard euro. De provisielasten stegen ‘slechts’ met 1,9 miljard euro. Dit resulteerde in ­netto provisie-inkomsten van 10,3 miljard euro, ruim 17 procent hoger dan eind 2020. De netto rente-inkomsten – het verschil tussen de ontvangen en betaalde rente – tonen daarentegen al enige tijd een dalende trend, die in 2021 doorzette. Per ultimo 2021 bedroegen deze 31,8 miljard euro, vier procent lager dan in het voorgaande jaar.

Hoewel het belang van bancaire dienstverlening toeneemt, zijn de rente-inkomsten nog steeds het belangrijkste voor de netto­winst. Zo bestonden de netto operationele inkomsten in 2020 voor 74 procent uit netto rente-­inkomsten en voor 20 procent uit netto provisie-inkomsten. In 2021 daalde het aandeel van de netto rente-inkomsten naar 66 procent, terwijl het aandeel van de netto provisie-inkomsten naar 22 procent steeg.

Auteurs