■ Joost Zuidberg (Kadaster)
Mensen uit de stad kopen steeds vaker een woning buiten hun eigen stad. Dat blijkt uit een vergelijking van de verhuizingen in 2021 met die in 2014.
Met 17,5 procentpunt is het verhuizingenaandeel binnen de eigen gemeente het meeste afgenomen in de vier grootste steden: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht (figuur). Die afname is wat lager in wat vervolgens de zes grootste steden zijn (Eindhoven, Groningen, Tilburg, Almere, Breda en Nijmegen), namelijk bijna 12 procentpunt. Amsterdam en Rotterdam hadden met bijna 20 procentpunt de grootste afname van het aandeel verhuizingen binnen de eigen gemeente.
In absolute zin is Utrecht koploper: hier koopt inmiddels meer dan de helft van de kopers een huis buiten de eigen gemeente. In de overige van de tien grootste steden koopt het merendeel nog wel in dezelfde gemeente, variërend van 51 procent in Rotterdam tot ruim 73 procent in Tilburg.
Opvallend is dat kopers uit de vier grote steden vaker kopen in andere stedelijke gemeenten (33 procent van de kopers, tegen 11,5 procent in kleinere steden), terwijl kopers uit de wat minder grote steden vaker naar meer landelijke gemeenten trekken (26 procent, tegenover 14 procent van de kopers uit de grote vier). Dat patroon zagen we al in 2014, maar heeft zich sindsdien versterkt, zoals de figuur aantoont.
Tot slot blijkt uit de cijfers dat kopers uit de vier grote steden de afgelopen jaren vaker buiten de eigen regio zijn gaan kopen dan kopers uit de kleinere steden.
De toegenomen mobiliteit van huizenkopers is waarschijnlijk het gevolg van de stijgende huizenprijzen in de steden, waardoor kopers uit steden in hun zoektocht geprikkeld worden om ook buiten de eigen gemeentegrens te zoeken naar een betaalbaar huis.