■ Paul de Vries (Kadaster)
In de coronatijd ontstond al snel het beeld dat woningkopers interesse hebben om te verhuizen naar minder stedelijke woningmarktgebieden. Veel mensen gingen thuiswerken, waardoor de woon-werkafstand ook als minder belangrijk werd ervaren. Vooral inwoners van zeer stedelijke gebieden, zoals stadscentra, zouden rondkijken in een groene omgeving.
Stedelingen trekken echter al langer vaker naar een minder stedelijk gebied, zo zien we in de actuele woningtransacties, en er was in 2020 geen versnelling van de trend te zien. Deze trend is sinds 2015 ingezet, en lijkt in 2020 niet te zijn versneld (figuur). Na 2015 verkassen steeds meer bewoners naar minder stedelijke gebieden. Tien jaar geleden koos bijvoorbeeld 70 procent van de Amsterdamse verhuizers voor een koopwoning in de eigen stad, in 2020 nog maar 53 procent. Ook in Rotterdam en Utrecht blijft nog maar 53 procent na de verhuizing in de eigen stad. Inwoners uit Den Haag zijn hun stad het meest trouw, maar het aandeel interne kopers daalde ook hier van 79 procent in 2000 naar 64 procent in 2020.
Een versnelling van de trend door een corona-effect was ook niet te verwachten want de woningmarkt is een niet-efficiënte werkende markt waar exogene ontwikkelingen vertraagd doorwerken naar reacties van woonconsumenten. Of corona een extra effect heeft, weten we dus pas halverwege 2021.
Dat potentiële kopers zich meer en meer buiten de grote steden oriënteren, blijkt wel uit de betaalde aanvragen voor woningprijsinformatie bij het Kadaster. Deze cijfers tonen aan dat er na de top van de eerste coronagolf veel interesse was voor woningen buiten de grote steden. Oriënteren leidt op de koopwoningmarkt echter niet onmiddellijk tot actie – dat is van oudsher al zo. Verhuizen kost tijd en geld, en dus worden er keuzes overwogen. Uit de vele woonwensonderzoeken blijkt telkens dat het overgrote deel van de mensen met verhuisplannen niet binnen twee jaar verhuist, en van degenen die zeggen de stad te willen verlaten, kiest meer dan de helft toch opnieuw voor de stad. Op de woningmarkt is er dus een groot verschil tussen wens en werkelijkheid.