Ga direct naar de content

Overwegingen over tijd en ruimte

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: augustus 13 2018

Zoals iedereen die jong was in de jaren ’90, heb ik een tik meegekregen van het idee dat fysieke afstand van steeds minder belang is. Wanneer het internet iedereen verbindt en transport steeds goedkoper en gemakkelijker gaat, doet het er niet zoveel meer toe dat de boekhouder in India zit en de leverancier in China. Het was een optimistische tijd, die herleeft als je boeken als The death of distance of The world is flat inziet.

Dat het verband tussen transportkosten en economische activiteit zelfs in theorie nog wel ingewikkeld is, daar kwam ik later wel achter. Inderdaad, als transport gratis is maakt het niet uit waar je bent; maar dalende transportkosten kunnen ook heel goed tot méér concentratie leiden. In de decennia sinds de jaren ’90 is de agglomeratie van economische activiteit alleen maar toegenomen. Ondanks een kelderende Baltic Dry en een behoorlijk uitgedijd internet maakt het kennelijk nog steeds uit waar je in de wereld bent.

Na de theorie, nu de praktijk. De afgelopen twee jaar heb ik gewerkt in Hongkong, zoals lezers van dit blog op onregelmatige momenten konden zien. Vaak werkte ik samen met mijn collega’s in Amsterdam, waarbij de grootste belemmering het verschil in de tijdzone was (6 of 7 uur, afhankelijk van het seizoen). Verder werkt de techniek precies zoals we 25 jaar geleden al bedachten: vergaderingen, het delen van materiaal, even bijpraten – het gaat allemaal zonder moeite, ook al zit je duizenden kilometers verderop. Daarbij blijft het mij verbazen hoe veel beter een gesprek via een videoverbinding werkt, vergeleken met een telefoonlijn.

En ja, tijdzones. In een fantastisch ingewikkeld paper liet Danny Quah ooit zien dat alleen het verschil in daglicht al kan leiden tot agglomeraties op een wereldbol (met actieve en minder actieve tijdzones). Die ontstaan doordat tijdverschillen het samenwerken moeilijker maken. En inderdaad, het vóórlopen op Amsterdam leidt af en toe tot late avonden op de zaak. Maar ook tot ochtenden waarin je nauwelijks gestoord wordt, en rustig aan de moeilijke dingen kunt werken. Dat is prettig, zozeer dat ik bijna zou overwegen om straks na thuiskomst ook midden in de nacht (Nederlandse tijd) te beginnen. Maar wellicht werkt een ochtend thuis achter het bureau wel net zo goed, met minder gevolgen voor de nachtrust.

Met de nadelen van werken op afstand valt het dus wel mee. Maar wat zijn de voordelen? Dat ligt genuanceerder dan je zou denken. Regelmatig ontving ik hier economen uit Europa en de VS, met altijd dezelfde vraag: “wat is het nieuws in Azië?” Enigszins teleurstellend kon ik hen weinig meer melden dan wat hun eigen collega’s al eerder via de email of videocall doorgegeven hadden. Voor feiten is de wereld ondertussen wel redelijk plat. Wat je oppikt door een tijdje ergens anders te werken, is iets dat ik eerder een soort model zou noemen. Je bent beter in staat om na te denken over wat er zou kunnen gebeuren, wat het nieuws in Azië zou kunnen zijn. Na de mensen en hun omstandigheden een tijdje geobserveerd te hebben, heb je een idee hoe ze zullen reageren op veranderingen waarvan we nu nog niet weten. Dat is nuttige kennis, en het soort van inzicht dat moeilijk op afstand te verkrijgen is. Je doet het op door mensen persoonlijk te spreken, door plekken zelf te bezoeken en te bekijken.

En dan is er ook nog het vreemde feit dat na een tijdje in het buitenland, het nieuws uit Nederland er steeds onwerkelijker uit gaat zien. Discussies en actualiteiten worden moeilijker te volgen, langzaam maar zeker begin je begrip te krijgen voor de manier waarop buitenlanders tegen ons land aankijken. Een omgekeerde verbazing, die hopelijk ook gaat helpen ook om niet meteen de Nederlandse logica toe te passen op gebeurtenissen in andere regio’s.

De platte wereld is springlevend, alleen ongelijk verdeeld. Sommige kennis kan onmiddellijk, en tegen lage kosten, de aarde over; andere inzichten niet. Iets dat trouwens ook geldt voor mensen en activiteiten. De dame die mijn tickets terug naar Amsterdam boekte, vertelde dat ze de komende maanden naar Thailand en Oost-Europa ging reizen. Ze werkt gewoon door, met laptop en internetaansluiting. Dat kan, voor een reisagente met een Westers paspoort. Voor veel Aziaten die ik de afgelopen twee jaar sprak is het onmogelijk. De aard van het werk laat het niet toe, en dan hebben we het nog niet eens over een visum gehad. In deze regio blijkt ineens hoe groot (en onredelijk) de verschillen tussen ’s werelds paspoorten zijn. In ieder geval lijken Nederlanders zich goed bewust van hun voorrecht. De afgelopen 2 jaar ben ik op geen enkele plek geweest waar ik géén landgenoot tegenkwam.

Hoewel er dus altijd Nederlanders zullen zijn, zit mijn tijd in Azië erop. Die tijd ging, zoals altijd, sneller dan voorheen. Nog een laatste foto van het uitzicht over de Zuid-Chinese zee, en dan beginnen we met de oversteek naar Europa.

Auteur

Categorieën