.
ESB Input / output
Input //output
Pensioenbeleid
opgevangen kunnen worden via tijdelijke aanpassing van de belastingdruk op de verschillende generaties. Daarnaast volgt volgens de
auteurs uit het model dat een belastingregime
waarin pensioenuitkeringen worden belast en
premies worden afgedragen vóór loonbelasting
beter bijdraagt aan welvaart dan een regime
waarbij de uitkeringen vrijgesteld zijn van belasting, maar de premies worden afgedragen ná
loonbelasting.
Chen et al. onderzoeken aan de hand van een
theoretisch model de effectiviteit van het fiscale
beleid van de overheid wat betreft de risicoherverdeling tussen generaties. Uit hun onderzoek
volgt dat het beleid het meest effectief is bij een
hybride pensioenstelsel dat tussen een beschikbare-premiestelsel en beschikbare-uitkeringsstelsel ligt. In een hybride stelsel kunnen zowel
de premieniveaus als indexatie van uitkeringen
worden aangepast om een tekortschietende dekkingsgraad te stabiliseren. De auteurs concluderen tevens dat onverwachte financiële schokken,
bijvoorbeeld als gevolg van een financiële crisis,
Onzekerheid
Een hogere economische onzekerheid gaat samen
met respectievelijk significant lagere economische
activiteit, een lagere inflatie, een hogere werkloosheid en lagere aandelenkoersen. Onzekerheid is
hierbij gemeten als de volatiliteit van aandelenkoersen en onzekerheid zoals die blijkt uit de onderwerpen van krantenartikelen. De gevonden effecten
zijn relatief groot in weinig voorkomende periodes
van extreem hoge onzekerheid, zoals in zware economische crises. In normale tijden heeft onzekerheid echter niet veel invloed op economische uitkomsten. Dit alles blijkt uit empirisch onderzoek
van Bijsterbosch en Guérin met gegevens uit de VS
over de periode 1985–2008. Verder onderzoek aan
de hand van de uitkomsten van enquêtes laat zien
dat de bovengenoemde relatie tussen onzekerheid
en economische activiteit deels veroorzaakt wordt
doordat mensen hun verwachtingen over de toekomstige economische groei naar beneden bijstellen.
Chen H.J., M.J.W. Beetsma, E.H.M. Ponds en W.E. Romp
(2014) Intergenerational risk-sharing through funded
pensions and public debt. CESifo Working Paper, 4624.
Kredietverlening
Wanneer binnenlandse vastgoedprijzen dalen met 1,0 procent zullen
internationale banken 0,2 tot 0,3
procent minder krediet verlenen
via hun filialen in andere landen.
Een dergelijk verband is echter
niet zichtbaar bij stijgende vastgoedprijzen. Dit blijkt uit empirisch
onderzoek van Bertay met gegevens van zeshonderd multinationale banken in 53 landen over de
periode 1999–2011. Het effect van
binnenlandse vastgoedprijzen op
buitenlandse kredietverlening kan
volgens de auteur worden verminderd door striktere regelgeving
voor vastgoedactiviteiten van banken in te voeren.
Bertay, A.C. (2014) The transmission of
Investeringen
Ondernemingen met aantrekkelijkere investeringsmogelijkheden maken eerder gebruik van externe
financiering dan dat zij eigen middelen opbouwen
en benutten, omdat uitstel van investeringen voor
hen kostbaar is. Dit concluderen Boot en VladiÂ
mirov in hun theoretisch onderzoek naar financiering van investeringen via eigen middelen of via externe financiering. Ook concluderen de auteurs dat
aantrekkelijkere investeringen leiden tot betere kasstromen in de toekomst waardoor ondernemingen
meer eigen middelen overhouden. Hierdoor zal in
de toekomst minder externe financiering gebruikt
worden. De hoogte van financieringskosten voor
investeringen wordt in dit onderzoek verklaard
door het verschil in visie met de financier over de
investeringsmogelijkheden. Wanneer financiers
hun visie delen en de externe financieringkosten dus
lager uitvallen, opereren ondernemingen liever niet
beursgenoteerd en houden ze minder eigen middelen aan.
real estate shocks through multinatioBijsterbosch, M. en P. Guérin (2014) Characterizing very high
nal banks. CentER Discussion Paper, 011
Boot, A en V. Vladimirov (2014) Entrepreneurial vision, infor-
uncertainty periods. ECB Working paper, 1637.
en European Banking Center Discussion
mation, and cash. ACLE Discussion Paper, 002.
Paper, 001.
Handelsoverschot
Het handelsoverschot van de EU met Brazilië bedroeg
in de eerste negen maanden van 2013 5,5 miljard euro.
Duitsland, Frankrijk en Italië exporteren het meest naar
Brazilië, terwijl Nederland met ruim 25 procent van het
totaal verreweg de grootste importeur is. Het handels-
132
5,5
miljard euro
tekort van Nederland met Brazilië bedroeg in de eerste
negen maanden van 2013 4,5 miljard euro.
Eurostat (2014) A surplus of 5.5 bn euro in EU28 trade in goods
with Brazil in the first nine months of 2013. Eurostat Newsrelease,
20 februari.
Jaargang 99 (4680) 7 maart 2014
Input / output ESB
Schoolkeuze
Wanneer basisscholen met voornamelijk etnische
minderheden gedwongen worden om te sluiten,
zijn de leerlingen geneigd om zich gezamenlijk te
hergroeperen in een andere school. Relevante factoren voor de schoolkeuze voor deze leerlingen
zijn etnische achtergrond van de andere leerlingen,
reisafstand, spijbelquota, schoolomvang en schoolmanagement. In tegenstelling tot leerlingen die gedwongen worden om een nieuwe school te kiezen,
kiezen leerlingen die vertrokken voordat de school
moest sluiten geen scholen met vooral leerlingen
met een vergelijkbare lage sociaaleconomische achtergrond. Dit alles concluderen Boon Ong en De
Witte aan de hand van empirisch onderzoek naar
leerlingen van drie islamitische basisscholen in Amsterdam die in 2007 gedwongen werden om hun
deuren te sluiten als gevolg van mismanagement en
zwakke prestaties.
Overtuiging
Beleggers met hoge behaalde rendementen zijn eerder geneigd deze
resultaten toe te schrijven aan hun
beleggingsvaardigheden dan beleggers met lage behaalde rendementen. Hoe hoger het behaalde
rendement, hoe sterker deze overtuiging. Dit concluderen Hoffmann
en Post aan de hand van enquêteen transactiegegevens van achthonderd Nederlandse beleggers
over de periode 2008–2009. De
auteurs stellen dat deze overtuiging effect heeft op de financiële
besluitvorming van individuele beleggers.
Hoffmann, A.O.I. en T. Post (2014) Self
attribution bias in consumer financial
Boon Ong, C. en K. de Witte (2014) School choice, segrega-
decision-making. How investment re-
tion, and forced school closure. UNU-MERIT Working Paper,
Netspar Discussion Paper, 001.
Door jaarlijks 300.000 woningen te renoveren met
de nu gangbare energiebesparende maatregelen kan
de CO2-uitstoot door warmtevraag van woningen
in de periode van nu tot 2050 met vijftig procent
verminderen. In 2035 zijn dan alle woningen minimaal één keer gerenoveerd, waarna de meeste
woningen dan later opnieuw gerenoveerd moeten
worden met betere energiebesparende maatregelen
die dan goedkoper zijn geworden. Het programma
is financieel voordelig voor huiseigenaren, omdat
de kosten van de renovatie lager zijn dan de uitgespaarde energiekosten. Dit alles stellen Van den
Wijngaart et al. op basis van theoretisch onderzoek.
turns affect individuals’ belief in skill.
008.
Energiebesparing
Wijngaart, R. van den, R. Folkert en M. van Middelkoop
(2014) Op weg naar een klimaatneutrale woningvoorraad in
2050. Investeringsopties voor een kosteneffectieve energievoor-
Advocaten
Felso et al. bestuderen empirisch de voorkeuren van
Nederlandse cliënten voor de beloningsmethode
van advocaten aan de hand van gegevens over de
periode 2004–2008. De gegevens betreffen 196
biedingen in 51 veilingen waarin advocaten kunnen bieden op relatief eenvoudige zaken, waarna
cliënten het voor hen voordeligste aanbod kiezen.
Als beloningsstructuur kunnen advocaten kiezen
voor een uurtarief, een vaste prijs of een gemengd
systeem waarbij een vaste prijs wordt afgesproken
voor een bepaald aantal uren en een uurtarief voor
extra uren. Terwijl een uurtarief in de praktijk zonder veilingen het meest voorkomt, blijkt dat het bij
de veilingen de minst populaire beloningsmethode
is. Dit is in tegenspraak tot wat advocaten beweren,
namelijk dat uurtarieven het meest optimaal voor
de cliënt zijn. De auteurs stellen daarom dat het
aanbieden van relatief eenvoudige zaken in veilingen de welvaart van cliënten kan vergroten.
Wegenbouw
Een halvering van de verkeersÂ
intensiteit in een straat die ontstaat door de aanleg van nieuwe
wegen, leidt gemiddeld tot één
procent hogere huizenprijzen, wat
aangeeft dat de bevolking een dergelijke beleidsinterventie positief
waardeert. Dit concluderen Ossokina en Verweij aan de hand van
empirisch onderzoek met huizenprijzen over de periode 1998–2006
in de buurt van de nieuw aangelegde rijksweg N14 in Den Haag. De
waardetoename van de huizen is
opmerkelijk omdat er voor de start
van het project nog geprotesteerd
werd tegen de plannen, wat erop
duidt dat bewoners de netto-opbrengst van het project als negatief
zouden ervaren.
ziening. Den Haag: Planbureau voor de Leefomgeving.
Selectieprocedure
Werkgevers letten tijdens het uitnodigen van academische kandidaten op basis van hun cv het meest
op beroepsinhoudelijke eigenschappen van de kandidaat omdat die lage trainingskosten en een korte
inwerkperiode impliceren. Voorbeelden van deze
eigenschappen zijn relevante werkervaring en een
behaalde studie die goed aansluit op het takenpakket van de functie. De daadwerkelijke beslissing om
de kandidaat aan te nemen wordt vooral beïnvloed
door het probleemoplossend vermogen en de sociale vaardigheden van de kandidaat. Hoewel ook andere typen vaardigheden zijn onderzocht, tellen ze
minder zwaar mee in het werving-en-selectieproces
van werkgevers. Humburg en Van der Velden concluderen dit aan de hand van twee experimenten
onder 903 werkgevers uit negen Europese landen,
aangevuld met diepte-interviews.
Felso, F., S. Onderstal en J. Seldeslachts (2014) What clients
Ossokina, I. en G. Verweij (2014) Urban
want: choices between lawyers’ offerings. Tinbergen Institute
traffic externalities: quasi-experimental
Humburg, M. en R. van der Velden (2014) Skills and the
Discussion Paper, 020.
evidence from housing prices. CPB Dis-
graduate recruitment process: evidence from two discrete
cussion Paper, 267.
choice experiments. GSBE Research Memorandum, 003.
Duurzaamheid
De productie van duurzaam opgewekte elektriciteit in
Nederland is in 2013 met 0,4 procent gedaald. Dit komt
voornamelijk doordat energiecentrales veertig procent
minder biomassa meestookten met fossiele brandstoffen
omdat subsidies hierop afliepen. De elektriciteitsproducJaargang 99 (4680) 7 maart 2014
-0,4%
tie van windmolens nam wel met acht procent toe. Dit
komt door de uitbreiding van de capaciteit in 2013 met
zo’n 300 megawatt tot ongeveer 2.700 megawatt.
CBS (2014) Productie hernieuwbare elektriciteit daalt. CBS Webmagazine, 25 februari.
133