Ga direct naar de content

Reactie op: Consumentenbelang gaat boven concurrentenbelang

Geplaatst als type:
Gepubliceerd om: mei 2 2008

In ESB van achttien april reageert Hugo Keuzenkamp op ons artikel
NMa moet strenger zijn bij toetsen ziekenhuisfusies (Varkevisser en
Schut, 2008). Als bestuurder van het Westfriesgasthuis in Hoorn
heeft hij geen moeite met het feit dat twee van zijn naaste concurrenten, te weten MC Alkmaar (MCA) en het Gemini Ziekenhuis,
mogen fuseren. Keuzenkamp noemt hiervoor drie redenen. Ten
eerste verwacht hij dat de fusie tot langdurig “intern gedoe†zal leiden zodat vraagtekens te plaatsen zijn bij de economische rationale
ervan. Ten tweede is volgens Keuzenkamp een maatschappelijk belang gemoeid met de fusie omdat het Gemini Ziekenhuis zelfstandig
“nauwelijks of niet levensvatbaar†is. Ten derde stelt hij dat grote
marktaandelen voor ziekenhuizen “minder rustgevend†zijn door de
(dreigende) toetreding van nieuwe marktpartijen. Maar in hoeverre
rechtvaardigen deze redenen nu werkelijk de weinig kritische manier
waarop de NMa de mogelijk negatieve mededingingseffecten van
genoemde fusie heeft onderzocht?

Efficiëntieverweer
Met zijn verwachting dat de bedrijfseconomische voordelen voorlopig ver te zoeken zijn, ondergraaft Keuzenkamp een mogelijk
argument dat de fusie, in weerwil van negatieve mededingingseffecten, zou kunnen rechtvaardigen. Wanneer aantoonbare kostenbesparingen en/of kwaliteitsvoordelen de negatieve gevolgen voor
de mededinging compenseren kan namelijk een beroep worden
gedaan op het zogeheten efficiëntieverweer. In haar besluit rept de
NMa echter met geen woord over een mogelijk efficiëntieverweer
en gezien de door Keuzenkamp genoemde nadelen van de fusie
lijkt dit terecht. De ziekenhuisfusie zorgt er dus niet alleen voor
dat het aantal concurrenten wordt gereduceerd van drie naar twee,
maar leidt er naar verwachting ook toe dat één van deze ziekenhuizen minder efficiënt wordt. Dat is natuurlijk prettig voor het
Westfriesgasthuis, maar lijkt niet in het belang van de bewoners
van de kop van Noord-Holland. Uit empirisch onderzoek blijkt dat
vooral ziekenhuisfusies die resulteren in een duopolie of monopolie nadelig zijn voor de consument en de mate van concurrentie
(Abraham et al., 2007).

reactie

Reactie op: Consumentenbelang
gaat boven concurrentenbelang
betwijfelen ook of een dergelijke argumentatie in dit geval enige
kans van slagen zou hebben gehad. Allereerst is het de vraag of de
financiële situatie van het Gemini Ziekenhuis echt zo dramatisch
is dat een faillissement onafwendbaar is. Blijkens de jaarverslagen
is het ziekenhuis er de afgelopen jaren namelijk in geslaagd om
het bedrijfsresultaat aanzienlijk te verbeteren. Waar in 2003 nog
een verlies werd geleden van 4,6 miljoen euro was in 2006 sprake
van een positief resultaat van 3,8 miljoen euro. Daarnaast is het
uiterst twijfelachtig dat wanneer het Gemini Ziekenhuis zou verdwijnen alle patiënten naar MCA zullen uitwijken. Nog afgezien van
de door Keuzenkamp genoemde (potentiële) toetreders, vormt het
Westfriesgasthuis voor hen immers een ander alternatief.

Toetreding
Tot slot de verwachting van Keuzenkamp dat (potentiële) nieuwe
marktpartijen zowel het nieuwe fusieziekenhuis als zijn eigen
Westfriesgasthuis zodanig onder druk zetten dat prijszettingstrategieën ondanks de huidige grote marktaandelen niet mogelijk zijn.
Hoewel zelfstandige kleinschalige toetreders inderdaad een steeds
belangrijkere rol spelen in de Nederlandse gezondheidszorg, moet
hun invloed op dit moment niet worden overschat. Zo blijkt uit onderzoek van de Nederlandse Zorgautoriteit dat het groeiend aantal
zelfstandige behandelcentra vooralsnog weinig effect heeft op het
gedrag van de ziekenhuizen (NZa, 2007).
Kortom, gezien het bovenstaande blijven wij van mening dat de
NMa de mogelijk negatieve mededingingseffecten van de fusie
tussen MCA en het Gemini Ziekenhuis onvoldoende kritisch heeft
getoetst. De fusie lijkt niet zozeer in het consumentenbelang, maar
vooral in het concurrentenbelang.

Reddingsfusie
Het argument dat een fusie noodzakelijk zou zijn om het Gemini
Ziekenhuis overeind te houden, zou de coulante houding van de
NMa eventueel kunnen rechtvaardigen. Partijen met ernstige
financiële problemen hebben namelijk de mogelijkheid om aan
te voeren dat een fusie noodzakelijk is om te kunnen blijven bestaan. Een zogeheten failing firm defense (reddingfusie) is echter
a
­ lleen geldig als aan drie noodzakelijke voorwaarden wordt voldaan
(NMa, 2007). De financiële problemen moeten zodanig zijn dat de
betreffende onderneming zonder een fusie onherroepelijk van de
markt verdwijnt, er moet worden aangetoond dat de fusiepartner
ook zonder fusie het volledige marktaandeel van de andere partij
zou verwerven en er mag geen alternatieve oplossing voorhanden
zijn die minder negatieve gevolgen voor de mededinging heeft. De
NMa rept in haar besluit echter niet over een reddingsfusie en wij

Literatuur
Abraham, J.M., M. Gaynor en W.B. Vogt (2007) Entry and competition in local
hospital markets, Journal of Industrial Economics, 55(2), 265–288.
NMa (2007) Richtsnoeren voor de zorgsector: geactualiseerde versie, Den Haag: NMa.
NZa (2007) De rol van ZBC’s in de ziekenhuiszorg: monitorspecial, Utrecht: NZa.
Varkevisser, M. en E. Schut (2008). NMa moet strenger zijn bij toetsen ziekenhuisfusies, ESB, 93(4532), 196-199.

Marco Varkevisser en Erik Schut
Wetenschappelijk onderzoeker en hoogleraar aan de Erasmus Universiteit
Rotterdam

ESB

93(4534) 2 mei 2008

285

Auteurs