Broto binnenlands
produkt
De Nederlandse economie is in het
afgelopen jaar nauwelijks gegroeid.
Het volume van het bruto binnenlands produkt (bbp) is toegenomen
met slechts 0,2% (figuur 1). Het totale bbp is in drieën te delen: namelijk
de toegevoegde waarde ontstaan bij
de produktie van goederen, commerciële diensten en niet-commerciële
diensten (vaak de kwartaire sector
Figuur 1. Bruto toegevoegde waarde
van drie groepen producenten, procentuele volumemutaties t.O.V.voorgaand
jaar
genoemd). Goederenproducenten
krijgen veelal het eerst en het meest
te maken met de gevolgen van een
economische teruggang. Dat blijkt
eens te meer in de afgelopen twee
jaren. De toegevoegde waarde van
de goederenproduktie
stagneerde in
1992 en daalde ongeveer één procent in 1993. Voor de commerciële
dienstenproducenten
is het beeld
anders. De toegevoegde waarde blijft
daar in de plus. Het stijgingstempo
halveert echter tot één procent in
1993. De groei van de niet-commerciële diensten (w.o. de overheid)
die de laatste jaren toch al laag was,
vertraagde verder in 1993.
Werkloosheid
Het aantal geregistreerde werklozen
in het eerste kwartaal van dit jaar
bedraagt gemiddeld 520 duizend
(figuur 2). Het is voor het eerst in
acht j~ar dat de werkloosheid boven
het half miljoen uitkomt. Begin 1980
waren er ongeveer tweehonderdduizend geregistreerde werklozen. Daarna steeg de werkloosheid een aantal
jaren scherp, tot een na-oorlogse
top van 633 duizend in het eerste
kwartaal van 1984. Deze top lag dus
ruim een jaar na de recessie van
1981/1982. In de daarop volgende
jaren daalde de geregistreerde werkloosheid tot 329 duizend in het eerste kwartaal van 1992. Daarna is de
geregistreerde werkloosheid in een
steeds sneller tempo gaan stijgen.
De toename van de werkloosheid is
nu ongeveer achttien duizend per
maand. In dit tempo is de geregistreerde werkloosheid na de tweede
wereldoorlog niet eerder toegenomen. In procenten van de beroepsbevolking is de werkloosheid nu
boven de acht procent uitgekomen.
Consumptie
Het volume van de binnenlandse
consumptie door gezinnen is in januari ruim 2% groter dan in dezelfde
maand van 1993 (figuur 3). Dit cijfer
is nadelig beïnvloed door het koopdagenpatroon. Januari dit jaar had
een vrijdag meer en een maandag
minder dan vorig jaar. Voor de consumptie categorieën voedings- en genotmiddelen en duurzame goederen
heeft dit een geraamd negatief effect
van ongeveer 4%. Hiermee is het
lage groeicijfer voor de voedings- en
genotmiddelen (-3%) grotendeels verklaard. Het consumptievolume van
de duurzame goederen is in januari
9% groter. Dit hoge groei cijfer wordt
hoofdzakelijk bepaald door de in vergelijking met januari 1993 zeer sterke
toename van de aankopen van personenauto’s. In januari 1993 werden
juist bijzonder weinig personenauto’s
gekocht als gevolg van de anticipatieaankopen eind 1992. Deze anticipatie-aankopen werden veroorzaakt
door de aankondiging van de invoeFiguur 2. Geregistreerde werklozen,
driemaandsgemiddelde, x 1000
ring van nieuwe belastingmaatregelen. Ongerekend de vervoermiddelen daalde het volume van de consumptie van duurzame goederen in
januari zelfs. De derde categorie, die
in hoofdzaak uit de consumptie van
diensten bestaat, is de grootste en de
meest stabiele. De volumegroei bedroeg hier ruim 2%. Het zachte weer
in januari drukte het verbruik voor
verwarming; de uitgaven aan vervoers- en communicatiediensten
namen meer dan gemiddeld toe.
Consumentenvertrouwen
Volgens de uitkomsten van het Consumenten Conjunctuuronderzoek
is
het vertrouwen van de consumenten
in de ontwikkeling van de economie
Figuur 3. Binnenlandse consumptie gezinnen, volume, procentuele jaarmutaties van het voortschrijdend 12-maandsgemiddelde
6
4
2
o
-2
van maart op april verbeterd. Op de
vijf vragen die aan de indicator van
het consumentenvertrouwen
ten
grondslag liggen, worden in april per
saldo 11% meer negatieve dan positieve antwoorden gegeven. In maart
was dit saldo nog -14%. In de eerste
vier maanden van dit jaar is het vertrouwen voortdurend toegenomen.
Ten opzichte van eind verleden jaar
ligt het saldo in april 12%-punt hoger. Deze stijging komt voor een belangrijk deel voor rekening van de
beantwoording van de twee vragen
naar de algemeen economische situatie, zoals samengevat in de deelindicator van het economische klimaat.
Deze bijdrage is ontleend aan het Conjunctuurbericht van het Centraal Bureau
voor de Statistiek. Het Conjunctuurbericht wordt vervaardigd door de hoofdafdeling Nationale Rekeningen.
Kerngegevens recente ontwikkelingen, procentuele mutaties t.O.V.hetzelfde jaar daarvoor, tenzij anders aangegeven
1987r91
gçmidd.
–~~)
1992
1993
1993
‘Tmld2)
lekw.
VOLllMEGEG£IENS
ProduId;e(K~1
1…aDdbOUw en visBcrij
Nijvedoeid
Handel. _1en restaw1lD1W •• “‘1” bedr.
~
opsIag- en COIJlJtIlJII1l:.
OveriJl”dienstverlelling
(excL ovedL)
Algemeen overheidsbestuur. enz.
–
Produktie(~1
Delfstoffenwinning
VoediDgs- en genotmiddelenind_
Textiel-, kIediDg- en Iederinduslrie
Pajrier- en grafische industrie
Cbemisdte industrie
Rubbe.– en kunststofverw. industrie
Hout- en bouwmaterialenindustr
Basismctaalindustri
Elek1rofedlnisdte industrie
Rest.-al- en overiJl” industrie
Openbere nutsbedrijven
Bouwnijverheid
~
,
pd
‘» U
Voeding .. en genotmiddelen
Duurzame cnnswnptieB
_Ia~_
1.4
0.9
0.1
0,8
3.1
,2.0
0.6
1
3
2
I
4
.’6″
3
“
0
3
I
I
I
5
6
6
2
2
2.0
3.8
2.0
4,9
4.3
-1,(;.
-1,5
2,3
2.0
0.3
2
1
I
3
2
2
3
0veriJI’lB
Oi2
0
0
3
-8
-I
2
-2
0
0
0
-I
0
3
3
2
4
.3
Blo
hwestningm in WUR’
2.9
4.0
2,4
3.4
4,4
3.3
1.0
2.6
1.2
-0.5
1.4
adWa
Bedrijven
Overheid
–(goednml
Invoer
Uitvoer
BBPintemadonaal
Verenigde S-.
Duitsland
Verenigd Koninkrijk
Japan
~PIlJJZEN
3,2
Consumen&enprijs:index
Mul
V_
_.
Nonb
Soa
Brent
(in
$ per bam:1)
~
Paröculiere
bedrijven
Ovedoeid
Oepremieerde en geanbsieerde sector
~(in8/d.1
Amerikaanae doUar (I)
Duitse mark (1)
Ilngclae pond (I)
Japanae yen (100)
19.00
IJl
-1.2
-3.1
19.32
2.1
4.3
3,2
4.0
1.96
1.127
3.37
1,43
1.76
1.126
3.10
1,3’9
1
-4
5
4
-2
-14
-3’6
I
5
24
_7
116
85
-16
115
‘2,1}
OVERIGE INDICATOREN
,
C •• ,
…………..
Ecoooaûach klimaat
K.ooplleffidheid
Koersindex voor aaDdelcn,
Uitgesprokca “iUi~
–
1) (la ‘Jl,)
algeaieen
~
Beoordeling
otdEipositie
I) (in ‘Jl,)
Onletpositie (40 kw. 1993=100)
Bezettinassraad (in ‘Jl,)
ZoIoolQlIe _
………..
Beootdelins
CompIlter
aetV_
otdEipositie
83
I) (in ‘Jl,)
-3’6
’11
-12
Ingenieqn- en arcbiteetenbur.
Economiache
adviesbureaus
…Aantal anen van werknemers (x 1000)
b
Aantal_
(x 1000)
(x 1000)
GenogixIreerde werldozen 3)
_
in ‘Jl, van de tora1e beroepsbevolkin
Aantal
Aantal
~tkt:rin&en
uren
(x 1000)
5206
5551
67
402
3’3’6
ss4s
39
415
5;)
606
uitzendkrachten
6.5
587
-6
660
-10
Gdd .. _
Spaarteaoeden
B_liquidi1eitemnassa
4.7
8
6
1) Saldo van positieve en negatieve antwoorden in procenten van befiQ(aal;”
–I: kleiner dan -5%; – I:tussen -5% en-2%; I: Illssen-2%en +2%; 1+:'””,,,,,
maand. De gegevens zijn niet voor het seizoen gecorrigeerd.
E5B 27-4-1994
I