Ga direct naar de content

Nederlandse of Europese verkiezingen?

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: augustus 31 1989

Nederlandse of Europese verkiezingen?
Voor het geval dat u nog niet precies weet op welke partij u aanstaande woensdag uw stem wilt uitbrengen, geef ik u – geheel vrijblijvend – enkele wenken. De keuze is
niet makkelijk want de drie hoofdstromingen in de Nederlandse politiek hebben zich uiterst vaag geprofileerd. De VVD streeft naar “voortzetting van het beleid”, waar ze juist
in de vorige coalitie mee brak, het
CDAwil “voortzetting maardan met
andere accenten”, dus hetzelfde
maar dan wel anders, wat een tegenspraak in de termen is, terwijl de
PvdA “een ander beleid” nastreeft.
De PvdA-leuze roept vooral de
vraag op waar het andere dan in zit,
omdat het financieel-economische
beleid van het verkiezingsprogramma op een aantal belangrijke hoofdlijnen met dat van de vorige coalitie
spoort. Van deze vage profileringen
moet u het dus niet hebben. Waarvan dan wel?
In de komende kabinetsperiode
zal in belangrijke mate de financieel-economische en de sociaaleconomische structuur van het Europa van de twaalf lidstaten (en wellicht van meer landen) worden bepaald. Het magische jaar 1992 valt
binnen die periode. De Europese
integratie vindt al in voile hevigheid
plaats. De grote activiteit van aanen verkopen van bedrijven binnen
de EG, die momenteel kan worden
waargenomen, geeft een goede indicatie daarvan. Monetaire integratie zal hoog op de verlanglijst van
het bedrijfsleven van de EG blijven
staan, omdat aan het bestaan van
verschillende valuta’s grote reele en
psychologische transactiekosten
kleven. Monetaire integratie stelt
randvoorwaarden aan het begrotingsbeleid van de lidstaten: het zal
noodzakelijk zijn om te komen tot
afspraken over de hoogte van het
financieringstekort, die per lidstaat
is toegestaan. Ook vanuit de verdere afstemming van belastingstructuren en -tarieven volgen randvoorwaarden voor nationaal beleid. Het
komende kabinet moet zien, dat
ESB 30-8-1989

J.M.M. Ritzen

Nederland goed uit dit integratieproces naar voren komt. Dat kan
alleen door met creatieve en zorgvuldig voorbereide voorstellen het
initiatief te nemen in het overleg van
EG-staatshoofden en ministers. Afwachten betekent verliezen.
Op sociaal-economisch terrein
loopt de ontwikkeling al even snel.
Sommigen vinden dat een Verenigd
Europa alleen maar levensvatbaar
is met een grotere vrijheid op de
arbeidsmarkt. Dit met het oog op de
concurrentie met andere handelsblokken, zoals Noord-Amerika en
Japan. De Amerikaanse sociaaleconomische structuur wordt daarbij vaak als voorbeeld voor Europa
gesteld. Meer flexibiliteit, minder
belemmeringen, in de vorm van de
wet- en regelgeving over bij voorbeeld het verbindend verklaren van
collectieve
arbeidsovereenkomsten, over ontslagrecht, over medezeggenschap enz. Met de medezeggenschap gaat het al vanzelf die
kant op bij de vereuropeanisering
van het Nederlandse bedrijfsleven.
Medezeggenschap binnen Internationale bedrijven blijft vaak krachteloos (vergelijk TDV).
Mijns inziens berust de opvatting
dat juist de Amerikaanse sociaaleconomische structuur een voorbeeld zou moeten zijn voor de toekomstige Europese op een misverstand. Het makkelijkst is dit misver-

stand aan de kaak te stellen doorte
verwijzen naar het niet onbelangrijke deel van het Amerikaanse bedrijfsleven (bij voorbeeld de autofabrieken) en de Amerikaanse economische wetenschap1, dat juist hun
structuur passe acht en zich vooral
richt naar het voorbeeld van de Japanse structuur. Ook op dit punt
geldt dat de rol van een komend
kabinet van groot belang is voor de
sociaal-economische structuur, die
uiteindelijk voor het Verenigd Europa tot stand komt.
Wat ons huidige stelsel van sociale zekerheid betreft, heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid onlangs in een notitie
betoogd, dat de Europese integratie
daarvoor geen probleem vormt. Hij
acht de mogelijkheid van uitkeringsmigratie niet reeel voor de nabije
toekomst. Dat lijkt mij – indachtig de
ingrijpende discussies hierover in
de staten Wisconsin en Minnesota
– het steken van de kop in het zand.
Van een komend kabinet mag meer
durf en initiatief worden verwacht op
dit punt.
Zo komen mijn wenken er op neer
de partijen te beoordelen enerzijds
op de kracht om op Europees niveau initiatief te ontplooien en anderzijds op het soort Europa dat ze
willen. Widen we een Amerikaans
Europa, een Europees Europa of
misschien een Japans Europa?
Daarom zou ik de Tweede-Kamerverkiezingen over enkele dagen als
Europese verkiezingen willen betitelen.

1. Zie bij voorbeeld M.L. Dertouzos, R.K.
Lester en P.M. Solow, Made in America,
MIT-Press, Cambridge (Mass.), 1989.

839

Auteur