Ga direct naar de content

De jaarvergadering van de American Economic Association

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: februari 2 1989

bied. De belangrijkste pakketten (MicroTSP van Robert E. Hall en David Lilien /
Quantitative Micro Software; SORITEC
van de Sorites Group; RATS van Thomas Doan en Robert Litterman / VAR
Econometrics) komen regelmatig met
nieuwe en betere versies uit, waardoor
de drempel voor toetreding tot de markt
relatief hoog is geworden. Een nieuwkomer is niettemin Data-FIT van M. Hashem Pesaran en Bahran Pesaran / Oxford University Press.
In tegenstelling tot de econometriOm de zaak compleet te maken is er sche software die algemeen gebruikt
Jaarlijks komen de Amerikaanse
economen tussen kerstmis en nieuw- een concrete arbeidsmarkt georgani- wordt, is de educatieve software nog in
jaar bijeen in het kader van de ‘Allied seerd. De koppeling van vraag en aan- de eerste ontwikkelingsfase. Voor een
Social Science Associations’. De ‘Ame- bod vindt er in eerste instantie plaats deel komt dit doordat de markt hiervoor
rican Economic Association’ (AEA) aan de hand van overzichtelijke schrif- is opgebouwd uit kleine segmenten, die
heeft het voortouw voor de organisatie telijke informatie, verstrekt door werk- gekenmerkt worden door uiteenlopenvan deze conventie, die langzamer- gevers en werkzoekenden. Soms vol- de onderwijsdoelen bij verschillende
hand kolossale vormen heeft aangeno- gen dezelfde dag nog gesprekken met opleidingsniveaus en -richtingen. Een
men. Naast een enorm aantal inhoude- werkgevers. Deze arbeidsbeurs voor- tweede, meer technisch punt is het
lijke sessies is er een zeer grootschali- ziet daadwerkelijk in een behoefte en comparatieve nadeel van de IBM-achtige boekenbeurs en een complete ar- kent enkelele duizenden participanten. ge personal computers op dit toepasbeidsmarkt. Behalve een impressie
singsterrein in vergelijking met Apple
Macintosh-computers. Als het om grafidaarvan wordt hier een samenvatting
gegeven van de toespraak van Robert
sche taken gaat zijn de pc’s, anders dan
Komt dat zien, komt dat zien!
Eisner, voorzitter van de AEA.
bij dataverwerking, slechts in beperkte
mate compatibel. Vanwege de betere
Aan de conventie is een beurs gekop- en gestandaardiseerde grafische mopeld waar een ontmoedigend grate hoe- gelijkheden van de Macs en de conseBig is beautiful
veelheid economieboeken van vrijwel quente sturing via de muis, werden op
alle grote en kleine uitgevers ter inzage de tentoonstelling in New York de proDe lijst van gelieerde organisaties ligt. Ook wordt er educatieve en econo- dukten waarvan zowel een pc-versie
omvat 40 verenigingen van beroeps- metrische software en videobanden voor als een Apple Macintosh-versie begenoten waaronder de ‘American Ag ri- onderwijsdoelen gedemonstreerd.
staat, vrijwel zonder uitzondering op de
Grafische vormgevers hebben al eni- Macintosh gedemonstreerd.
cultural Economic Association’, de
Er valt een gestage groei te consta’Association of Environmental and Re- ge tijd geleden in eigen kring het bange
source Economies’, de ‘Econometric voorgevoel uitgesproken dat met het teren van leerboeken die in enigerlei
Society’ en de ‘Union for Radical Poli- steeds populairder worden van soft- vorm ondersteund worden door softtical Economists’. Tijdens de conven- wareprogramma’s
voor
‘desktop ware voor de pc. Spectaculair is naar
tie zijn gelijktijdig 55 sessies van tel- publishing’ – paradoxaal genoeg dus mijn mening de samenwerking van
kens 2 uur geprogrammeerd, ver- door de technische vooruitgang – de MacGraw-Hill met Apple-Macintosh om
spreid over de conferentieruimten van gemiddelde kwaliteit van boeken ach- bepaalde goed lopende tekstboeken te
het New York Hilton hotel, het Shera- teruit zou gaan. Inmiddels is het duide- gaan voorzien van HyperCard. Dit is
ton Centre en het New York Marriott lijk zo ver gekomen. Het amateurisme een hoogwaardig software-pakket dat
is op veel plaatsen nog net nietde norm, de mogelijkheid biedt om zeer uiteenloMarquis hotel.
Tijdens de sessies worden onder- maar al wel normaal geworden. Een pende informatie (tekst, figuren, videozoeksverslagen gepresenteerd en be- bibliofiel die een stapeltje willekeurige beelden, geluid en animaties) op te
sproken. Indacntig de zegswijze “time dissertaties doorbladert die in de afge- slaan, te combineren en beschikbaarte
is money”, beginnen de reguliere ses- lopen paar jaar zijn afgerond waant zich maken. Op het terrein van de algemesies op het matineuze tijdstip van 8.00 in de ‘magnificent world of bad taste’. ne economie wordt begonnen met Ecouur’s morgens. De zeer ijverigen heb- De officiele uitgevers hebben hieropge- nomics van Campbell McConnell, een
ben dan al een om 7.00 uur belegde reageerd, uit hoofde van bewust beleid boek dat al dertig jaar tot de best verontbijtvergadering achter de rug! Meer dan wel profileringsdrang, doorte laten kochte leerboeken behoort en dan ook
dan 2700 personen hebben in een van zien hoe het ook, en beter, kan. De dit jaar een elfde druk zal kennen. De
deze bijeenkomsten een paper gepre- meeste nieuwe economische tekstboe- instructie-software bij McConnells boek
senteerd, of zijn als voorzitter of co-re- ken die tentoongesteld zijn blinken uit wordt verzorgd door William Phillips.
ferent direct en actief bij de presentatie door de nadrukkelijke zorg die aan de Zijn demonstratie wekte het vertrouwen
betrokken geweest.
uitgaven is besteed. Functionele vorm- dat het benutten van de unieke mogeAan alle deelnemers is een soort geving en geraffineerd gebruik van lijkheden van HyperCard een sprang in
spoorboekje van het formaat van een kleuren ondersteunen en accentueren de ontwikkeling van nieuwe technieken
stevige paperback ter hand gesteld, om de inhoud.
voor onderwijsdoelen zal betekenen.
in deze informatiestromen een beetje
De demonstraties van de econometride weg te kunnen blijven vinden. Ook sche software doen vermoeden dat deze
wordt een pocketboekje van een paar oligopolistische markt zich gestabiliPresidential adress_______
honderd pagina’s uitgereikt, waarin alle seerd heeft. Dat is ook wel begrijpelijk
inleiders en hun hotel vermeld worden. omdat deze software instrumenten biedt
Informele persoonlijke contacten moet voor het verrichten van welomschreven
Het
zogenoemde
‘presidential
je als organisatie ten slotte ook bevor- taken. Door dit universele karakter heb- adress’ van Robert Eisner is gebaseerd
deren.
ben de leveranciers een groot afzetge- op een analyse van onjuistheden in de

Theorie

De jaarvergadering van de
American Economic
Association

118

operationele definiering van economische variabelen en de betekenis van
foute registratie (meting en waarneming) voor de theorievorming omtrent
economische samenhangen . Hieronder volgen enkele aspecten van de systematische meetfouten.
Met nationaal inkomen is gevoelig
voor de wijze van afschrijven op de kapitaalgoederenvoorraad. Met afschrijvingspercentage is in de loop van de tijd
gestegen van 8% van het bruto nationaal inkomen in 1951, tot bijna 12% in
1987. Het is echter zeer de vraag of de
produktie wel zoveel kapitaalintensiever is geworden. Zeker is in ieder geval
dat de fiscale wetgeving een op papier
hoge kapitaalconsumptie bevorderd
heeft. Daarmee is waarschijnlijk een
systematische onderschatting van het
nationaal inkomen uitgelokt. Verder is
er het punt van de waardevermeerdering of -vermindering van de kapitaalgoederenvoorraad. Bij een toename
van de waarde is het theoretisch mogelijkom meerte consumeren bij gelijkblijvende ‘wealth’. Ook de bekende lijst
van activiteiten die nietzijn opgenomen
in de meting van het nationaal inkomen
(en die in bijna elk traditioneel macroeconomisch leerboek genoemd wordt),
is niet willekeurig maar werkt in de richting van een systematische onderschatting van het inkomen. De grootste
verschillen tussen theorie en empirie
van de statistiek treden echter op bij de
begrippen investeringen en besparingen. De correcties vloeien hier voort uit
het antwoord op fundamentele vragen:
wat zijn eigenlijk investeringen en hoe
werkt inflatie door in de meting? Zijn
auto’s, onderzoek en onderwijs componenten van de investeringen? Zouden
we eigenlijk niet alleen de reele rente
als inkomen moeten beschouwen?
Bovenstaande discrepanties tussen
empirische meting en theoretische kennis, hebben belangrijke consequenties
voor het beleid. De voor de beleidsvorming ontmoedigende conclusie van Lucas en Sargent, dat werkgelegenheidsbeleid slechts tot een groei van de werkloosheid leidt bij toenemende inflatie,
komt dan in een ander licht te staan:
“…The measured ‘massive budget deficits’ observed by Lucas and Sargent,
and so many others, were simply not
the deficits of meaningful economic
theory…”. Correctie van de economische statistiek zou volgens Eisner inhouden dat het gecumuleerde nominale financierinngstekort van de regering
Carter (1977-1980) van $ 153 mrd. eigenlijk een reeel overschot was van in
totaal $ 72 mrd. Het is dan ook in feite
de restrictieve monetaire politiek (‘the
only game in town’) die de recessie van
1982 veroorzaakt heeft. De daaropvolgende herstelperiode, waarin de werkloosheid in de Verenigde Staten terugloopt van bijna 11% naar het huidige

1-2-1989

percentage van 5,3%, is volgens de onderzoeksresultaten van Eisner louter
toe te schrijven aan de feitelijk Keynesiaanse stimulering die uitging van de
vergroting van het financieringstekort.
Voor de goede orde, hier is niet geciteerd uit een kleurrijk paper van de Union for Radical Political Economists,
nee, hier is de gekozen voorzitter aan
het woord van ‘s werelds grootste economenclub. Het zal duidelijk zijn dat
Eisners analyse weinig heel laat van de
alom heersende bezuinigingsfilosofie
en het in het beleid centraal stellen van
het financieringstekort. In plaats daarvan bepleit hij het ontwikkelen van de
publieke en sociale infrastructuur omdat dit – samen met goed onderwijs en
onderzoek en een hoogwaardige gezondheidszorg – de beste waarborgen
biedt voor het op peil houden van de
produktiecapaciteit en dus de toekomstige welvaart.

De toestand in economenland
Waar gaat de professie naar toe?
Leontief heeft erop gewezen dat de relatieve achterlijkheid van de economie
kan worden vastgesteld door het tellen
van artikelen over theoretisch-wiskundige modellen waarin geen empirische
gegevens gebruikt worden2. Dit thema
komt – mijns inziens niet toevallig – terug in diverse recente artikelen over de
toestand in economenland3. Het lijkt
erop dat de graad van in-zichzelf-gekeerd-zijn van de economie op korte
termijn niet minder zal worden. De hardnekkigheid van economische crises en
de dominante wijze waarop de deflatoire receptuur voorgeschreven wordt,
dwingt veel ‘idiots savants’ te vluchten
in de beoefening van de zuivere theorie
en ondermijnt het vertrouwen in de op
het beleid georienteerde macro-economen.
Op de conventie is er dan ook slechts
een minimale interesse voor de traditionele macro-economische modellen en
voor de beleidsimplicaties van de macro-analyses. Een sessie over de vergelijking en evaluatie van modellen bij
voorbeeld, onder voorzitterschap van
Lawrence R. Klein en met als deelnemers onder andere Ignazio Visco en
Ray Fair, trekt in een middelgrote zaal
het genant geringe aantal van enkele
tientallen deelnemers. De wegblijvers
zijn ook niet massaal naar de aangrenzende zaal gegaan waar onder andere
Lawrence H. Summers, Olivier J. Blanchard, Assar Lindbeck en Mancur Olson spreken over de in de komende jaren te voeren economische politiek.
Hier zie je de nette heren onder elkaar,
die in uiterst voorzichtige en genuanceerde termen over het beleid praten.
Deftig, dus niet wervend. Nee, dan gaat

het in de kleine uitpuilende zaaltjes
waarde Union for Radical Political Economists bijeenkomt wel anders toe.
Daar wordt met sektarische zekerheid
en missionaire drang uitgelegd waarom, noodzakelijkerwijs en onafwendbaar, de crisis over ons is gekomen.
Mensen als John Eatwell en Edward
Nell leggen er uit waarom door deflatoire beleidsmaatregelen de ontspoorde
wagon niet op de rails te krijgen is. De
officiele economie smaakt hier als havermoutse pap zonder zout.
Nu een zekere orientatie op het beleid voor velen kennelijk niet aantrekkelijk is, gaat de belangstelling van veel
vakgenoten uit naar nieuwe toepassingen. Leuk zijn veelal sessies op het gebied van de micro-econometrie, waar
virtuositeit en empirische toepassingen
gecombineerd worden. Boeiend is ook
bij voorbeeld het zoeken naar antwoorden op niet alledaagse vragen als die
naar het rendement van artistieke waarden in de architectuur. De vraag dient
zich aan of er nog wel zoiets als ‘mainstream economies’ bestaat.
In destaat Washington, ietsten noorden van de lijn Yakima-Spokane, ligt
Dry Falls. De spectaculaire attractie van
deze stip op de kaart is dat je er, in wat
nu een onafzienbare steppe is, duidelijk
kunt zien hoe ooit de ‘mainstream’ van
een rivier met een gigantische waterval
het landschap bepaald moet hebben.
Daarvan is nu nog slechts het gei’soleerde Deep Lake overgebleven. Zuiver
blauw en in zichzelf gekeerd.

A.J.M. van Miltenburg
De auteur is werkzaam op het Instituut voor
Economised Onderzoek van de Erasmus
Universiteit te Rotterdam.

1. Robert Eisner, Divergences of measurement and theory and some implications for
economic policy, presidential adress to the
American Economic Association, New York,
29december 1988.

2. Theodore Morgan, Theory versus empiricism in academic economics: update and
comparisons, The Journal of Economic Perspectives, jg.2, 1988, no. 4, biz. 159-164.
3. David Colander en Arjo Klamer, The making of an economist, The Journal of Econo-

mic Perspectives, jg. 1,1987, no. 2, biz. 95111 en The Economist, New economists –

the Cambridge tendency, 24 december
1988, biz. 89-92.

119

Auteur