nr.2, januari 1989
FvanLanschot
Bankiersnv
Financieel bericht
Internationale conjunctuur
Ogen gericht op de VS
Deze week kwam het nieuws weer volop uit de Verenigde Staten. Daarbij ging het niet alleen om cijfers over de
handelsbalans of over de industriele produktie, die overigens het sentiment op kortetermijn ingrijpend kunnen bei’nvloeden. Het was vooral de inaugurele rede van de nieuwe president Bush, op grand waarvan meer duidelijkheid
omtrent het economische beleid zou ontstaan, waar de
markten naar uitkeken.
De verwachtingen ten aanzien van de verdere economische groei in de VS blijven optimistisch en het woord recessie is verdwenen uit de meeste discussies over de economische vooruitzichten. Dit ondanks het feit dat met uitzondering van de tweede ambtsperiode van Ronald Reagan, iedere republikeinse regering snel met een recessie werd geconfronteerd. Overigens is het goed zich te realiseren dat een
recessie eigenlijk nooit tot stand komt door het geleidelijk teruglopen van de economische groei totdat de trend omslaat
in recessie. Veel gebruikelijker is een noodzakelijk geacht op
de rem trappen door de monetaire autoriteiten waardoor het
schijnbaar rooskleurige beeld in korte tijd verandert.
Inmiddels draait de Amerikaanse economie op voile toeren. De capaciteitsgrenzen zijn in veel sectoren bereikt en
erdoen zich schaarste-verschijnselen voor, hetgeen het risico van toenemende inflatie in zich draagt. De olieprijzen
lijken zich te herstellen, hetgeen ook bijdraagt tot het risico van inflatie. Het was dan ook niet verrassend dat snel
na de verkiezingen FED-voorzitter Greenspan aan de komende president Bush het signaal gaf dat krachtige maatregelen moesten worden genomen, daar anders een monetaire verkrapping vereist zou zijn.
Om de overspannen economie wat lucht te geven is een
vermindering van de investeringen natuurlijk niet de aangewezen oplossing. Matiging aan de kant van de consumenten is op korte termijn moeilijk af te dwingen, ook al kan
zonder overdrijven worden geconstateerd dat hier van een
Besparingen in de VS in % van het bnp
RguuM:
1982
1983
1984
1985 1986
1987 1988
royale overbesteding sprake is, hetgeen valt af te leiden uit
de sterk teruggelopen besparingen in de VS. De netto besparingen in de VS zijn teruggelopen van 7% in de jaren
zeventig tot circa 2% in 1987. De gedaalde particuliere besparingen zijn hiervan voor ca. tweederde de oorzaak. De
rest houdt verband met de stijging van het overheidstekort.
Nieuwe begroting optimistisch
In de praktijk zal in de eerste plaats een lager overheidstekort moeten bijdragen tot een herstel van de besparingen, daar zijn de meeste waarnemers het over eens. In
hoeverre dit op afzienbare termijn ook politiek haalbaar zal
zijn moet nog blijken. President Bush heeft zichzelf in een
moeilijke positie gemanoeuvreerd door tijdens zijn verkiezingscampagne nadrukkelijk toe te zeggen dat hij de belastingen niet zal verhogen. Een ‘flexible freeze’ moest voldoende zijn. Door bevriezing van de uitgaven zou het tekort in procenten van het bnp verder moeten teruglopen.
Deze weinig ambitieuze doelstelling vergt overigens een
verlaging met 10% van de uitgaven buiten de rentelasten,
sociale zekerheid en defensie. Op zich zal dat een hele
dobber zijn, zo mag worden geconcludeerd. Daarbij komt
dat de begrotingscijfers voor de komende jaren zijn gebaseerd op een daling van de rente met circa 3,5%. Vergelijken wij de verwachting van de Amerikaanse regering voor
een rente voor de treasury bills van 6,3% in 1989 en 5,5%
in 1990 met de gemiddelde verwachting van 50 topeconomen uit het bedrijfsleven, dan blijken deze 1,5% en 1,8%
hoger uit te komen. Alleen de rentepost in de begroting zou
dan in 1990 $ 17 miljard en in 1991 $ 30 miljard hoger uitkomen, waardoor niet meer aan de eisen van de GrammRudman-wet wordt voldaan.
Vooralsnog wordt voor 1990 het uitgavenniveau van de
federate begroting geraamd op $ 1.150 miljard, zo blijkt uit
de laatste begroting die president Reagan heeft ingediend.
Het tekort zou daarbij uitkomen op $ 92,5 miljard. Volgens
de Gramm-Rudman-wet mag het tekort in 1990 niet boven
$ 100 miljard uitgaan. Een begroting als deze die wordt ingediend door een president die niet meer betrokken zal zijn
bij de verdere afhandeling werd in het verleden meestal niet
erg serieus genomen, omdat de nieuwe president meestal
met belangrijke bijstellingen kwam. Dit keer, met de huidige
vice-president als de nieuwe president en met het aanblijven
van een aantal belangrijke adviseurs, is de ruimte hiertoe beperkt. Toch worden enkele wijzigingen door Bush verwacht.
Zo wordt in het huidige voorstel uitgegaan van een stijging
van de defensie-uitgaven met 6%, waar Bush met een kleinere stijging genoegen lijkt te kunnen nemen. De hieruit vrijkomende middelen zou Bush dan kunnen aanwenden voor
enkele sociale program ma’s die hij heeft toegezegd. Ook zou
Bush deze middelen kunnen gebruiken om het realiteitsgehalte van de begroting te verhogen, zodat de zo noodzakelijke tekortreductie ook werkelijk kans van slagen heeft.
Financieel bericht is ontleend aan de tweewekelijkse publikatie
Beleggen met Van Lanschotvan F. van Lanschot Bankiers N.V.
te ‘s-Hertogenbosch.
ESB 18-1-1989
73
Duitsland profiteer! van investeringsgolf
De Duitse economie groeide vorig jaar met 3,4%, de
sterkste stijging sedert de 4% uit 1979. De zachte winter
speelde uiteraard een rol en ook de olieprijs werkte mee,
maar het was vooral het succes van de kapitaalgoederenindustriedatvanbelangwasvoordeversnellingindegroei.
De groei bedroeg in 1987 nog 1,8% en was aanvankelijk
voor 1988 geschat op 2% of hooguit 2,5%. De particuliere
bestedingen groeiden vorig jaar met 2,7% na de toename
met 3,5% in 1987. Het overschot op de handelsbalans vertoonde in 1988 een stijging tot waarschijnlijkflinkboven DM
120miljard.
De zachte winter die wij tot nog toe meemaken doet
verwachten dat dit voordeel in 1988 zich mogelijk in 1989
zal herhalen. Tegenover de belastingverlaging van DM
14 miljard die de particuliere bestedingen in 1988 met ca.
0,75 % bevorderde, staat in 1989 echter een lichte verzwaring van de belastingdruk met circa DM 10 miljard in
de vorm van accijnsverhogingen. Een nadeel hiervan is
het opwaartse effect op de prijzen, waardoor verwacht
wordt dat de inflatie zal oplopen van 1,5% in 1988 tot
2,5% in 1989. Als we daarbij bedenken dat de geldgroei
al een aantal jaren de doelstellingen heeft overtroffen, is
het begrijpelijk dat de monetaire autoriteiten zich zorgen
maken. De kans op een rentedaling lijkt tegen deze achtergrond dan ook beperkt.
Valuta’s en rente
_____
_____
Dollar rukt verder op
Vroeger steeg de goudprijs wanneer sprake was van internationale politieke spanningen. In toenemende mate lijken internationale incidenten een vlucht in de dollar teweeg
te brengen. De verdere opmars van de Amerikaanse dollar bepaalde in de verslagperiode het beeld op de valutamarkten.
Al in het begin van het nieuwe jaar kwam er weer een
kapitaalstroom in de richting van de Amerikaanse dollar tot
stand. Het feit dat de prijs voor daggeld in de VS na de jaarwisseling niet onder de 9% wilde zakken werd door de financiele wereld geweten aan een verkrappend beleid van
de FED, als reactie op de recente economische ontwikkelingen. Daarnaast maakte de maandelijkse enquete onder
inkoopdirecteuren melding van een sterk toegenomen activiteit bij het bedrijfsleven in de maand december. Ook het
in december weer tot 5,3% gedaalde werkloosheidspercentage wijst op een nog steeds voorspoedige economische ontwikkeling. Door deze factoren steeg het rendement op het 30-jarig overheidspapier tot boven de 9%.
Hierdoor kon de koers van de dollar verder aantrekken. Dit
effect werd nog versterkt na het neerhalen van twee Libische straaljagers, waarop de dollar met een stijging van 2
1/2 cent reageerde.
De koersstijging van de dollar vond plaats ondanks interventies van centrale banken. De rente van rond de 9%
trekt vooralsnog weer voldoende buitenlands kapitaal aan
om de koersstijging van de dollar te ondersteunen.
De Zwitserse frank stond onder druk. De vrees voor een
aanwakkerende inflatie en forse schommelingen in de
Zwitserse rente droegen bij tot de zwakke stemming van
de frank. Volgens de centrale bank dreigt de inflatie op te
lopen tot 3%. Capaciteitsproblemen bij het bedrijfsleven en
het ontbreken van een arbeidsreserve (0,7% werkloosheid) zouden in prijsstijgingen kunnen uitmonden, zo
vreest de centrale bank. Een mening die overigens niet
wordt gedeeld door de OESO, die wijst op het achterblijven van de loonkosten bij de prijsstijgingen en de kostenverlagende investeringen die op grote schaal in Zwitserland plaatsvinden.
74
Het Pond Sterling won verder terrein en heeft met een
koers van / 3,68 het hoogste punt sinds zomer 1986 bereikt.
Op de internationale obligatiemarkt waren het vooral de
hoogrentende leningen die in de belangstelling stonden. In
het bijzonder kunnen in dat verband worden genoemd leningen in Canadese en Australische dollars. De kapitaalmarktrente in Australie liep iets terug na even 13% te zijn
geweest, terwijl de rente in Canada rond 10,25% ligt. In
Duitsland liep de rente iets op, onder invloed van de vastere dollar.
Internationale beurzen
Vaste start van het jaar
De internationale beurzen openden het jaar 1989 in een
vaste stemming. Alleen de beurs van Helsinki ging moeizaam van start. In het Verre Oosten ging het bijzonder hard,
vooral op de beurs van Hong Kong. Daarnaast was de ontwikkeling in Tokio opvallend. Het overlijden van keizer Hirohito heeft niet de terugslag op de Japanse aandelenmarkt teweeggebracht die door velen was gevreesd. Integendeel, de beurs ontving de nieuwe keizer met een aantal zeer vaste beursdagen waarbij record na record werd
gebroken en het 31.000-niveau inmiddels ruimschoots is
doorbroken, terwijl de rest van het land in rouw was over
het overlijden van zijn keizer.
De aandelenmarkt van Londen stond in het teken van
de overnemingen in de elektronica-sector. Eerder deden
het Duitse Siemens en het Engelse GEC reeds een bod op
Plessey ter waarde van / 6 miljard. Nu kwam het nieuws
dat Plessey een consortium bij elkaar trachtte te krijgen om
een bod van / 25 miljard op GEC te doen. Om zich hiertegen te verdedigen heeft GEC een bondgenootschap gesloten met haar Amerikaanse naamgenoot General Electric.
Uiteraard blijft ook BP in de belangstelling staan, nadat
het pakket aandelen dat de Kuwait Investment Office
moest verkopen is opgenomen, waartegenover BP zijn omvangrijke mijnbouwbelangen aan RTZ overdeed.
Nadat de Dow Jones een aantal malen ‘intra-day’ al boven de 2200 was uitgekomen, vond op donderdag 12 januari een overtuigende doorbraak plaats. Het toegenomen
vertrouwen van de financiele markten in de Amerikaanse
dollar werkte ook door in de aandelenmarkt. Het doorbreken van het 2200-niveau voor de Dow Jones heeft een belangrijke psychologische waarde en de dagen voorafgaande aan de doorbraak waren alle ogen op de 2200-barriere
gericht. In februari 1987 werd dit niveau voor het eerst doorbroken, hetgeen de start was van de forse stijging die in
De beurzen van New York en Tokio
Figuur 2:
222.0-
31.000
2180
• 30.000
2140• 29.000
2100
Wall street
Tokio (rechts)
20602020
oktober
november
december
januari
• 28.000
27.000
oktober van dat jaar op hardhandige wijze teniet werd gedaan. Daarna hebben wij vorig jaar vier maal het 2150-niveau doorbroken zien worden, zonder dat de 2200 kon wordengenomen.
Het feit dat dit nu wel lukt zou positief uitgelegd kunnen
worden door veel lieden die de markt aanvankelijk wantrouwden, maar nu mogelijk over de streep getrokken zullen worden. Anderen wijzen op een weerstand rond 2250
(50% herstel van de koersval van 1987). In ieder geval putten veel mensen hoop uit de zeer gunstige kerstverkopen
in de VS waardoor de detailhandel het jaar 1988 beter kon
afsluiten dan de meeste waarnemers hadden durven hopen.
De Amsterdamse beurs
______
Positieve nieuwjaarsberichten
De Amsterdamse beurs heeft in de eerste twee weken
van het jaar een goede start gemaakt. De winsten van eind
december konden goed worden vastgehouden en de kleine reactie aan het begin van de tweede week is alweer
ruimschoots goedgemaakt. Een belangrijk aspect vormde
de ontwikkeling van de dollar, die een gestage opgang is
gestart en even / 2,08 noteerde.
Nieuwjaarstoespraken vormen een dankbaar onderwerp. Bestuurders geven vaak een indicatie over de behaalde resultaten in het afgelopen jaar of over de perspectieven van het nieuwe jaar. Zo kon bij voorbeeld Philips verder aantrekken, nadat topman Van der Klugt meldde dat in
1988 de omzet in volume met 8% is gestegen en de winst
ten minste het niveau van 1987 evenaart. In het personeelsblad liet Van der Klugt zich enkele dagen later nog
iets positiever uit. De koers kon daarop verder aantrekken
tot boven / 37. Zoals bekend komt de koers van Philips
van een niveau rond / 30. Frappant is het gegeven dat de
witgoed-activiteiten in 1987 een recordomzet hebben behaald. Deze activiteiten behoren sinds 1 januari niet meer
tot Philips, maar zijn in een joint-venture met Whirlpool ondergebracht. De boekwinst wordt in het Philips-resultaat
van 1988 meegeteld. Op 23 februari worden deze resultaten gepubliceerd.
De Nieuwjaarstoespraak bij Hoogovens had een tegengesteld effect: de koers daalde in eerste instantie met enkele guldens. Het bleek dat in 1988 ongeveer / 250 mln.
is verdiend en dat kwam overeen met de marktverwachtingen (/ 12,50 per aandeel). Maar omdat het bestuur van
Hoogovens zich zeer voorzichtig uitliet over de tweede helft
van dit jaar werd door sommige beleggers winst genomen.
Ahold heeft in het afgelopen jaar voor meer dan 1 miljard gulden gemvesteerd. Behalve de overname van de
FNS-keten in de VS en het kopen van het meerderheidspakket in Schuitema werd ook nog de groothandel Pharmacis gekocht. De omzet ontwikkelde zich positief met een
stijging van / 11,7 miljard naar /15,3 miljard. Over de netto winst werd in de nieuwjaarstoespraak niet meer gezegd
dan dat deze is gestegen, waar eerder nog een gelijke
winst in het vooruitzicht werd gesteld.
Collega Edah van het Vendex-concern heeft zich tegen
de steeds grotere macht van voedingsmiddelenproducenten ingedekt door een samenwerkingsverband met de
Westduitse ReWe-Centrale en het Belgische GB-lnno-BM.
Verwacht wordt dat ook Ahold in Europa gaat kijken naar
samenwerkingsverbanden aan de inkoopkant om een vuist
te maken tegenover mammoetconcerns als Unilever, Procter & Gamble, Nestle en Coca-Cola.
Van Ommeren Ceteco gaat haar dochter, de cacaoproducent Schoemaker, verkopen. Schoemaker werd in 1983
overgenomen door Ceteco. Voor Ceteco betekende de
overname destijds een welkome diversificatie, zowel qua
ESB 18-1-1989
produkten alswel geografisch. Maar daar Schoemaker na
de fusie van Van Ommeren en Ceteco buiten de kernactiviteiten valt wordt zij verkocht. De winstontwikkeling van
VOC was het afgelopen jaar overigens geheel naar wens.
Totaal werd / 55 mln. verdiend, een stijging van 36%. Een
positieve dollar, een verbeterende vrachtenmarkt en voordelen uit het fusieproces kunnen de winst in 1989 verder
doen stijgen.
Met de introductie van DSM voor de deur laat collega
Akzo een wat zwak verloop zien, terwijl het concernbestuur
toch verwacht dat ook in 1989 de groei zich zal voortzetten. Mogelijk dat beleggers winst nemen om in te schrijven
op DSM, zonder dat het totaal aan chemiebelangen te
groot wordt.
Unilever, dat overigens koersmatig nog steeds wat achter blijft, heeft bevestigd dat zij het Amerikaanse cosmeticabedrijf Faberge wil overnemen. Met deze overname zou
bijna $ 2 miljard gemoeid zijn. Faberge brengt zowel cosmetica, toiletartikelen als parfum op de markt. In Nederland
is Brut daarvan een voorbeeld. Met deze overname kan
Unilever haar positie in de verzorgingsartikelen sterk verbeteren en zou zij oprukken naar een tweede plaats achter L’Oreal.
Collega Nutricia heeft in 1988 de winst zien stijgen tot
boven de / 45 mln., terwijl enige maanden terug van een
niveau van / 40 mln. werd gesproken. In 1987 werd overigens nog / 53 mln. verdiend, maar dat was inclusief / 28
mln. bijzondere baten. De koers verbeterde vorig jaar al
met maar liefst 150% tot een koers van / 250, maar bleef
de laatste weken steken.
Hagemeyer blijft zich roeren. Na de voorgenomen fusie
met Medicopharma heeft zij in Amerika Richter Bros opgekocht. Met deze transactie komt de jaaromzet bij Hagemeyer boven de / 2 miljard. Gaat de fusie met Medicopharma
door dan ontstaat een concern met een jaaromzet van
f 2,6 af 2,8 miljard. Over 1987 werd nog een omzet van
/1,3 miljard behaald. De koersontwikkeling van Hagemeyer blijft een fraaie lijn vertonen. Inmiddels is een koers van
/ 81 bereikt tegen / 77 bij de jaarwisseling.
Op 18 januari gaat Kon. Olie splitsen in de verhouding 2
op 1. Onder invloed van de dollar en olieprijs herstelt het
fonds zich enigszins en is inmiddels de / 240 gepasseerd.
Ook Nedlloyd heeft een splitsing aangekondigd en wel
van 1 op 5. Daarnaast maakte Nedlloyd bekend dat in 1987
de netto winst per aandeel uitkomt op / 40 (exclusief bijzondere baten), terwijl de vooruitzichten voor 1989 rooskleurig zijn. De koers van het aandeel blijft nog steeds sterk
in beweging. Eerst werd door fusiegeruchten een hoogste
koers van / 301 behaald, daarna zakte de koers terug tot
/ 256, waarna de opgaande lijn weer werd opgepakt als
gevolg van bovenstaand bericht.
Ook lokaal kunnen een paarfraaie stijgingen worden genoteerd. HSS noteert inmiddels / 1,60 tegen / 1,22 bij de
jaarwisseling. Center Pares wist zich verder te herstellen
tot boven de / 60 na het dieptepunt van / 48,50 op 13 oktober 1988. HCS is aan een snelle opmars bezig, van
/ 13,90 eind vorig jaar tot / 15,50 nu. Al metal een uitstekende start van 1989 op de Amsterdamse aandelenmarkt.
DSM naar de beurs
Op de Amsterdamse Effectenbeurs zullen in het kader
van de privatisering 12 miljoen aandelen van het chemieconcern DSM worden herplaatst. Dit is 34,3% van het totale aandelenkapitaal van DSM, dat nu nog geheel eigendom is van de Staat der Nederlanden. De prijs van deze
aandelen zal naar verwachting liggen tussen / 105 en
/118. De definitieve introductieprijs zal worden bekendgemaakt op 24 januari 1989. Dat is ook de datum dat de in75
schrijving op de aandelen DSM zal worden geopend. De
transactie vertegenwoordigt een waarde van / 1.300 mln.
tot/1.400mln.
De DSM is in 1902 opgericht als mijnbedrijf van de Staat.
De nevenprodukten van de cokesovens vormden in de jaren dertig de basis voor de produktie van kunstmest. In de
jaren vijftig volgde een verdere ontwikkeling in de chemische produkten. Rond 1960 werd de produktie van kunststoffen gestart. In die tijd is DSM ook begonnen met het beheer voor de Staat van de produktie en de distributie van
het aardgas. De chemische produkten en kunststoffen kregen nog meer nadruk toen in de tweede helfl van de jaren
zestig een begin werd gemaakt met het sluiten van de mijnen.
DSM is thans een internationaal opererend gemtegreerd
chemieconcern met vestigingen in West-Europa en de Verenigde Staten. 80% van de omzet wordt in Europa behaald.
Op de wereldmarkt wordt voor een aantal produkten een
sterke positie ingenomen. Dit geldt voor grondstoffen voor
kunstvezels zoals caprolactam en enkele harsen. DSM is
degrootsteproducentterwereldvanmelamine.eengrondstof voor kunstharsen. De ondernemingen die deel uitmaken van het DSM-concern zijn gegroepeerd in zes divisies.
Nieuwe produkten
DSM is van oudsher een bulkproducent van meststoffen
en chemische produkten, waardoor het bedrijf gevoelig is
voor de soms heftige cycli op de wereldmarkt voor deze
produkten. De laatste jaren kon van een uitgesproken
hoogconjunctuur voor (petro-)chemische basisprodukten
worden gesproken. Door middel van stringente kostenbeheersing en een voortdurende verbetering van bestaande
produkten tracht DSM haar positie op de wereldmarkt te
behouden en daar waar mogelijk te versterken. Daarnaast
streeft men naar een uitbreiding van de minder conjunctuurgevoelige activiteiten in kennisintensieve produkten
met een hoge toegevoegde waarde. Dit geldt voornamelijk
voor de divisies chemie en kunststoffen en harsen.
DSM legt daarbij het accent op research en ontwikkeling, vaak in joint-ventures. Zo werd in 1987 / 285 mln. of
wel 3,2% van de omzet uitgegeven voor onderzoek en ontwikkeling, een percentage dat meer betekenis krijgt als
men bedenkt dat in de Agrodivisie nauwelijks uitgaven voor
research worden gedaan. Een belangrijk project vormt de
ontwikkeling en produktie van de supersterke polytheenvezel DYNEEMA samen met het Japanse Toyobo en van het
nieuwe polyamide 46 STANYL samen met Japan Synthetic Rubber en het Amerikaanse Allied Signal.
Kerncijfers DSM (x f 1 mln.)
1987
1986 1985a 1984a 1983a
8978
758
1014
442
8993 24129 22530 19750
656
870
894
372
955 1329 1373
800
412
402
463
164
Netto winst
Dividend
12,60
3,20
11,80
2,80
Eigen vermogen
90,00 85,10 81,10 75,00 61,80
Netto omzet
Bedrijfsresultaat
Cash flow
Netto winst
Kerncijfers per aandeel
11,50
2,00
13,20
1,40
4,70
Kernratio’s in %
Rent, eigen vermogen
14,4
14,2
14,7
19,3
7,7
39
40
21
21
21
Eigen vermogen/
totaal vermogen
a. Inclusief DSM Aardgas B.V., omzet circa / 9 mrd. in 1987
76
Zwakke plekken wegwerken
Om de structured kracht van het concern te vergroten treft
DSM maatregelen in de zwakke divisies Agro en Kunststofverwerking die beide in 1987 nog te maken hadden met een
negatief bedrijfsresultaat. De divisie Agro kampt met een
structurele overcapaciteit op de kunstmestmarkt. Een verdergaande reorganisatie is noodzakelijk. In deze strategie
past de transactie met het Finse Kemira, waarbij de belangen van DSM in de mengmestfabrieken in Pernis en het Britse Ince werden verruild voor een 33% belang dat Kemira had
in de ammoniakfabriek in Geleen. Mede dank zij deze afslankingsoperatie komt de divisie weer in de zwarte cijfers.
Binnen de divisie Kunststofverwerking wordt gestreefd
naar verbetering van het in 1987 nog negatieve resultaat
door de introductie van nieuwe produkten zoals hoogwaardige plastics. In dit kader past de recente acquisitie van de
Amerikaanse Polymer Corporation die met name sterk is
op het gebied van hoogwaardige kunststofmaterialen en
halffabrikaten.
DSM heeft een verregaande integratie doorgevoerd tussen de verschillende divisies, hetgeen grote synergie-voordelen oplevert en de gevoeligheid voor schommelingen in
de grondstofprijzen beperkt. Als chemieconcern heeft DSM
in de afgelopen jaren geprofiteerd van de relatief lage prijzen van ruwe olie. Dank zij haar eigen belangen in de oliewinning, die zij nog wil uitbreiden, is DSM enigszins gewapend tegen de door haar verwachte prijsstijgingen voor
olieprodukten in de jaren negentig.
Gunstige marktontwikkeling
DSM heeft in de afgelopen jaren duidelijk geprofiteerd
van de opgaande conjunctuur in de chemie. Bij de voortgaande economische groei zijn de vooruitzichten voor
DSM goed. De koerswijziging in de richting van meer hoogwaardige produkten en de afslanking van de Agro-divisie
verkleinen het cyclisch karakter, maar dit betreft een lange
termijn proces. Hier staat tegenover dat het beheer van de
aardgasbelangen van de Nederlandse Staat een stabiel
winstniveau van ca. / 130 mln. per jaar garandeert.
De gunstige ontwikkelingen in de chemiesector vinden we
volledig terug in de resultaten van DSM. In de eerste negen
maanden van 1988 werd een netto winst behaald van / 454
mln., in vergelijking met dezelfde periode van 1987 een stijging van 27%. De winstgroei werd behaald ondanks een toename van de buitengewone lasten tot /145 mln. (/ 55 mln.)
– die samenhingen met de reorganisatie van de Agro-divisie
– en een hogere belastingdruk. Voor geheel 1988 verwacht
DSM een netto winst van ca / 600 mln. of ruim /17 per aandeel. Per aandeel zal over 1988 een dividend worden uitgekeerd van / 4,80. Daarbij komt een eenmalige uitkering aan
de Nederlandse Staat van / 350 mln. die de solvabiliteitsratio’s niet noemenswaardig aantasten.
In 1989 verwacht DSM een verdere winstgroei al zal die
het niveau van 1988 niet evenaren. Naast het positieve effect van een voortgaande economische groei, met name
gunstig voor de chemie, speelt het wegvallen van de bijzondere lasten die samenhangen met reorganisaties een rol. Als
gevolg van deze reorganisaties wordt voor de Agro-divisie in
1989 weer een positief bedrijfsresultaat verwacht. Ook voor
dedeelnemingen (DAF, Macintosh, NBM) wordt volgend jaar
een winstgroei verwacht. Bij een stabiele dollar, een niet al
te forse stijging van de ruwe-olieprijs en een lagere belastingdruk als gevolg van de verlaging van de vennootschapsbelasting achten wij voor 1989 een winstniveau van circa
/ 740 mln. mogelijk wat neerkomt op ruim / 21 per aandeel.
Ten opzichte van AKZO zijn aandelen DSM, gemeten in
termen van koers/winstverhouding, goedkoper, hetgeen in
overeenstemming is met het wat cyclischer karakter. Vooralsnog gaat het echter goed met de economie en geldt dit
evenzeer voor de chemische sector. In dit licht is het aandeel DSM voor de belegger een interessant aandeel.