22 NOVEMBER
1933
AUTEURSRECHT VOORBEHOUDEN.
Economisch-Statistische
Beri*chten.
ALGEMEEN-WEEKBLAD VOOR HANDEL, :NIJVERHEID, FINANCIËN EN VERKEER
ORGAAN VOOR DE MEDEDEELINGEN VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART
UITGAVE VAN HET NEDERLANDSCH ECONOMISCH INSTITUUT
18E JAAflGANG
WOENSDAG 22 N0’EMBER
1933
No. 934.
NEDERLANDSCIJ ECONOMI$CII INSTITUUT.
Curatoren: Mr. 0. Vissering, Voorzitter; Ir. A. Pia te, Onder-
Voorzitter; C. E. van der Leeuw, Penningmeester; Mr. W.
31. van Lansohot; E. D. Van Walree.
Directeuren: Prof. Mr. F. de Vries.; Prof. Dr. N. J. Polak;
Prof. Mr. Dr.
G.
M. Verrijn Stuart, Directeur-Secretaris.
ECONOMISCH.STATISTIBCHE BERICHTEN.
COMMISSIE VAN ADVIES:
Prof. Mr. D. van Blom; J. van Hasselt; Jhr. Mr. L. 111. van
Lennep; Mr. K. P. van der Mandele; Prof. Dr. N. J.
Polak; Mr. Er. L. F. H. Regout; Dr. E. van Welderen
Baron Ren.gers; Prof. Mr. H. R. Ribbius; Jan Schilthuis,-
Prof. Mr. F. de Vries.
Gedelegeerd lid: Prof. Mr. Dr.
G.
Al. Verrijn Stuart.
Redacteur.Secreta’ris: Dr. H. M. H. A. van der Valk. Secretariaat: Pieter de lloôchweg 122, Rotterdam.
Telefoon Nr. 35000. Postrekening 8408.
Advertenties
f
0,50 per regel. Piaating bij abonnement
volgens tarief. Administratie van abonnementen en adver
–
tenties: Nijgh & van Ditmar N.V., Uitgevers, Rotterdam.
Amsterdam, ‘s- Gravenhage. Postchèque. en giro-rekening No.
145192.
Abonnenzentsprijs voor het weekblad franco p. p. ir.
Nederland
f
20,—. Buitenland en Koloniën
f
23,— pe’
jaar. Losse nummers 50 cents. Econornisch.$tatistjsc/’
Kwartaalbericht
f
1.—. Leden en donateurs ontvangen
het weekblad en het Kwartaalbericht gratis en een reductie
op de verdere publicaties.
Aan geteekende stukken: Bijkantoor Ruigeplaatweg.
22 NOVEMI3ER 1933.
In den toestand van de geidmarkt kwam ook deze
week geen verandering. De aankondiging van een
inschrijving op schatkistpapier veroorzaakte een kleine
terughouding bij het nemen van wissels, maar het
aanbod van wissels is nog steeds zoo uitermate klein,
dat er niet de minste invloed van uitging op den
rentestand. De noteeringen waren: prolongatie 1 pOt.,
particulier disconto % pOt. en callgeld
1%
pOt.
De Minister van Financiën heeft de inschrijving
opengesteld op schatkistpapier op
MToensdag
22 No-
vember. Aangeboden worden de gebruikelijke drie- en
zes-maands promesseu en jaarbiljetten, ditmaal h
3 pOt., tot een totaal bedrag van
T
80 millioen.
* *
*
Op den weekstaat van De Nederlanclsche Bank
daalde de Post binnenlandsche wissels met
.f 110.000;
de beleeningen daarentegen namen met
.f
140.000 toe.
De post papier op het buitenland vertoont een afne-
ming van
f
135.000, terwijl de diverse rekeningen
onder de activa der Bank met
‘f
213000 stegen.
De goudvoorraad is in de afgeloopen .veek met een
bedrag van
.f
14 millioen toegenomen; de voorraad
zilver steeg met
f
87.000. Onder de passiva der Bank
geeft de biljettencirculatie een vermindering te zien.
van
f
6,1 millioen. De saldi in rekening-courant ver-
meerderden.met
f
20,3 millioen, namelijk het verschil
tussehen. een stijging der saldi van anderen groot
T
25,2 millioen en een daling van het tegoed van
‘s R.ijkssëhatkist van bijna
T
5 millioen. Het ‘beéhik-
haar metaalsaldo is met.
.f
12,6 millioen toegenomen.
Het ciekkingspercentage bedraagt nagenoeg 83 pOt.,
evenals devorige week.
* *
–
*
Onze wisselmarkt ondervindt nog steeds clan terug-
slag van den onzekereu toestand in Amerika. Telkens
duiken oncontrôleerbare geruchtn op;. het eene gaa.t
dikwijls geheel in tegen een ander, doch door cle ner-
veuze Itemming, welke er hier heerscht, doen zij toch
nog een zekeren invloed gelden. Gisterenmiddag werd
bekend, dat men in Amerika den aankoopprijs voor
goud, die een ige dagén onveranderd was gebleven,
weder beduidend zou willen verhoogen, waarmede. men
inderdaad een begin heeft gemaakt, en waardoor het
weder moeilijker wrd Dollars te realiseeren. De
£J$
keers is-van 5.18 op 5.54 teruggeloopen, waarop weder
eèn reactie van 5.25 volgde; slot 5.32:
£fFrs.
zijn op
82.90 gekomen; op deze lage prijzen was de ,cntrôle
in de markt. Hier zijn Ponden voortdurend geocht
geweest; de koers schommelde eerst tussehen de’7.95
en 8.—. Gisteren bewoog de noteering zich den ge-
heden dag boven de 8.—; er werd in Amsterdam
8.’05Y4 genoteerd. Dollars liepen aanvankelijk achter
ujt en kwamen van 1.53 op 1.443. Vrijdagochtend
bleek de stemming plotseling omgeslagen en werd op
1.49 geopend; deze koersverbetering handhaafde zich,
slot 1.51, nadat voorbijgaand nog 1.53 genoteerd
was. Marken bleven, met een kleine inzinking de ge-
bede week vast: 59.15. Voor Regis.ter- en Creditsperr
marken is veel vraag. Grootere posten zijn. wel af te
sluiten, doch de talrijke kleine postjes zijn niet altijd
even gemakkelijk af te wikkelen. Fransche Francs on-
veranderd rond cle 9.70%. Ook Belga’s fluctueerderm
weinig, hoewel zij tenslotte aangeboden lagen: 34.55.
Zwritsersche Francs 48.02-4. Lires bleven ongeveer
13.06. Peseta’s openden de week op 20, doch konden
zich tot 20.20 herstellen. :L-Iet Noorden vast: Kopen-
hagen 36.—, Oslo 40.50, Stockholm 41.50. C)anadeesche
Dollars 1.56.
liet clisagïo van de Pondenlevem-ing over één- en
diie maanden is verdwenen; maands Ponden notee-
ren ca. pan, terwijl voor levering over drie maanden
een agio van c. wordt genoteerd. De déport van de
Dollars is grooter geworden; levering één maand no-
teerde 1’% p., levering over drie maanden 2% p.
Fransche Francs op deze termijnen doen 2 resp. 44 c.
disagio.
Op cle goudmarkt blijft het iets levendiger; de prij.-
zen bleven ongeveer gelijk aan die van de vorige week.
900
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22 November 1933
LANDBOUW EN RATIONALISATIE.
Na de uitvoerige bespreking van de voor- en nadee-
len van de industriëele rationalisatie in de jaarverga-
dering van de Vereeniging voor de Staathuishoud-
kunde en de Statistiek, willen wij een beschouwing
wijden aan de rationalisatie in het land- en tuinbouw-
bedrijf, waarover op deze vergadering niet gespro-
ken is.
Men moge nu al wijzen op de nadeelen, verbondn
aan de rationalisatie, een feit is, dat deze in de indus-
trie nog steeds doorgaat. Om nu eenigszins tot een be-
vredigenden toestand te komen, zal de landbouw niet
achter mogen blijven; integendeel hij zal alles moeten
doen, om den achterstand zoo gauw
mogelijk
in te
halen. Het uiterste moet thans worden beproefd om
den
kostprijs
van agrarische producten zoo laag moge-
lijk te houden. Dat er op dit gebied nog heel wat
moet geschieden, zal nader blijken.
Wij meenen dit aan te kunnen toonen door de verre-
gaande verspilling van arbeidskracht in de land- en
tuinbouwbedrijven, in de eerste plaats door de on-
practische ligging van talrijke perceelen cultuurland.
Al is door ruilverkaveling op verschillende plaatsen
zeer goed werk gedaan, toch blijft er op dit gebied op
talrijke plaatsen nog genoeg te doen. Landerijen, die
op 3 â 4 KM. van huis zijn gelegen, zijn niet zeldzaam.
Door omruiling en betere indeeling kan de vaak bui-tengewoon lange arbeidsdag aanzienlijk bekort wor-
den.
Hiermee is echter de zaak niet afgehandeld. Tal-
rijke werkzaamheden dulden geen uitstel en moeten
op het juiste moment geschieden b.v. zaaien, oogsten.
Dit oogenblik te verzuimen, kan groote financiëele ge-
volgen met zich brengen voor den eigenaar van deii
te velde staanden oogst en de kans hierop wordt door
het noodelooze heen en weer rijden aanzienlijk ver-
groot, daar het oogsten nu 2 weken vraagt, waar een
week voldoende zou zijn bij doelmatige indeeling. Dit
geldt in het bijzonder voor de intensieve cultuur, de
extensieve cultuur verdraagt de verspreide ligging
van het land veel beter, doch het zal
duidelijk
zijn,
dat wij geen keuze hebben tusschen in- en extensief
bedrijf, als onze buurstaten meer en meer autarkisch
worden, wij zullen dan vanzelf genoodzaakt zijn dit
vôorbeeld te volgen en een extensieve cultuur in ons
land zal niet in staat zijn 8 millioen menschen te voe-
den. Daarom moeten wij met de bebouwing over de op-
timale grens heen. Economisch gezien, lijkt bebouwing
over deze grens zeer dwaas, doch de harde werkelijk-
heid zal er toe dwingen. Wanneer 100 agrariërs pro-
ducten kunnen voortbrengen voor 200 personen, dan
lijkt het onverstandig om door intensiveering boven
het optimum 200 agrariërs aan het werk te zetten om
350 personen voeding te verschaffen. Bij vrije handels-
beweging is het ook zeer irrationeel, doch men zal in-
derdaad tot het tweede geval moeten besluiten, als
een deel der bevolking niet langer zijn onderhoud kan
verdienen in handel, transport, verzekeringswezen,
als gevolg van het zelfgenoegzaam streven van onze
huurstaten.
Niet alleen brengt de ligging van de landerijen in
veel gevallen verspilling van arbeidskracht met zich
mede, ook •de verdere inrichting van het bedrijf is
vaak zeer onvoordeelig en onpractisch.
Talrijke werkzaamheden worden met de hand ver-
richt, die in de industrie direct mechanisch zouden
geschieden. In onze laagveenstreken worden de over-
blijfselen van de waterplanten, die naar den bodem zijn
gezakt en daar gedeeltelijk ontbinden, periodiek met
de hand opgehaggerd en op den kant gebracht. Waar-
om is nooit geprobeerd dit eenvoudige, maar zeer
zware werk machinaal te verrichten; m.i. is dit me.
een kleine baggermachine zeer goed te doen. Daar het
werk over zeer geruimen tijd verdeeld kan worden, zou
coöperatieve aankoop van een machine hier op zijn
plaats zijn, waardoor een groot gebied bewerkt zou
INHOUD
Blz.
LANDBOUW EN RATIONALISATIE
door
C. Braknzan …… 900
Vreemde arbeidskrachten in Nederland door
Rk. Riemens 901
De Indische luclitniail door
F. Spittel …………….903
De contingenteering van bladzink in stiijcl met de crisis-
invoerwet
………………………………..
904
De Rijksmiddelen over Octobei-
1933………………905
BUITENLANIJSOHE MEDEWERKING:
De rol van de groote onderneming in liet economisch leven vail het nieuwe Duitschland door
Dr. G. Jjöse 906
AANTEEKENINGEN:
De toestand van de Indische staatsfinanciën ……
907
Rotterdam in het derde kwartaal van
1933 ……..908
De strijd
01)
de internationale radio-markten ……
909
De beweging der prijzen in de Vereenigde Staten .
910
Sterke uitbreiding van de productie van oorlogsmate-
riaal in cle wereld. ……………………….
911
Veranderingen in cle internationale arbeiclsverdeeling
op landbouwgebied
………………………911
INGEZONDEN STUKKEN:
1)e vooruitzichten van cle rubbei-cultnur door
Dr.
Fravz Jeda ……………………….. . …. 91-2
MAANDCIJFERS:
Overzicht der opbrengsten van liet Staatsbedriji
derP.T.T……………………………….
912
Overzicht der Rijksmiddelen ………………….
913
STATISTIEKEN EN OVERZICHTEN …………….
913-918
Geidkoersen. – Wisselkoersen. – Bankstaten. – Goederenhandel.
kunnen worden, met als gevolg geringe vaste kos-
ten per H.A.
Hetzelfde geldt voor het oogsten. Wanneer het hooi
of koren in den berg gebracht moet worden, is het
soms noodzakelijk, dat er op het laatst 5 á 6 man aan het lossen van den wagen te pas komen. Een Jacobs-
ladder kan dit werk zeer goed verrichten en indien de
boer wist, dat arbeid van den mensch in dezen 10 maal
zoo duur is als arbeid, geleverd door een electrisch
machine, dan zou hij eerder tot aankoop overgaan.
Natuurlijk mag men hier niet voorbijzien, dat een
korte gebruiksperiode per jaar de aanschaffing zeer
tegeuwerkt. Het zou
mij
niet
moeilijk vallen meerdere
bijzonderheden over onvoldoende rationalisatie naar
voren te brengen, doch de lezers van dit blad zullen
zich voor details niet interesseeen. Wij vestigen er
nog de aandacht op, dat hier alleen rationalisatie be-
pleit wordt bij transport, het mechanische gedeelte.
Wij zijn overtuigd, dat het agrarisch bedrijf niet zoo
gemechaniseerd kan worden als het industriëele, om-
dat het landbouwbedrijf de
organische
productie
01)
het oog heeft in plaats van de mechanische
en naar-
mate deze intensiever wordt gedreven is mechanisatie
moeilijker doorvoerbaar. Van hoe groot nut automa-
tische voederbakken ook kunnen zijn, het bekende
spreekwoord van het oog van den meester is niet zon-
der reden in de wereld gekomen.
De rationalisatie in de veevoeding is pas in dit blad
behandeld door Dr. A. de Graaff, waarom ik er niet
lang zal hij blijven stilstaan. Inderdaad heef t Dr. de Graaff gelijk als hij schrijft, dat er nog veel te ratio-
naliseeren
blijft.
Betere behandeling van het weiland,
meer rationaal gedreven fokkerij en rationeele voe-
ding kan den kostprijs van 1 L. melk, die thans buiten-
gewoon uiteenloopt, sterk naar beneden drukken.
Helaas valt er op het gebied van den kostprijs wei-
nig met cijfers te bewijzen, omdat deze niet dan met
uiterste accuratesse en kennis van bedrijf, gepaard aan
hedrjfseconomnisch inzicht, te bepalen is – indien het
überhaupt mogelijk is. Het agrtrisch bedrijf is zoo’i
22 November 1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
901
innig verweven productie-apparaat, dat het bepalen
van den kostprijs van een onderdeel practisch tot de
onmogelijkheden behoort. Het eene onderdeel levert
een afvalproduct, dat weer als grondstof voor het an-
dere dienst kan doen, doch waarvoor geen open markt
bestaat, zoodat men altijd op schatten en benaderen is
aangewezen in vergelijking met producten, die deze
grondstoffen zouden kunnen vervangen en waarvoor
wel een markt bestaat. Ook is niet aan te geven, welk
deel van een stalmestbemesting voor meerdere jaren
aan den oogst van het le, 2de eventueel 3de jaar ten
goede komt, zoodat wij berekeningen over den kost-
prijs in het landbouwbedrijf niet dan met de noodige
reserve kunnen aanvaarden, al verkeert in dit geval
het artikel melk in de gunstige omstandigheden van hoofdzakelijk geproduceerd te worden op het minst
samengesteld bedrijf, nl. het eenzijdige wreidehedrijf
op het laagveen.
* *
*
Is dit min of meer onzachte oordeel over den land-
bouw in strijd met wat men gewoonlijk hoort verkon-
digen over de schitterende resultaten en de hoogte,
waarop onze landbouw zich heeft weten te plaatsen?
Toch niet. De technische uitvoering voldoet aan, zeer
.hooge eischen en Nederland kan zich in alle opzichten
vergelijken met andere landen. Inderdaad maakt het
dan een zeer goed figuur, doch te weinig is de zaak
van den economischen kant bekeken. Technische ver-
betering scheen het eenige doel te
zijn
en hierop was
het onderwijs in al zijn geledingen en de voorlichting
heelemaal gericht. Het grootste deel van het onderwijs
eau onze a.s. boeren en tuinders wordt gegeven op de
winteravondcursussen. Het is mijn vaste overtuiging, dat deze cursussen buitengewoon veel nut hebben af-
geworpen, dank zij de energie van den land- en tuin-
bouwonderwijzer, die na het beëindigen van zijn dag-
taak zijn avonduren nog wilde besteden aan de ont-
wikkeling van de jeugd ten plattelande, die daar-
aan zoo zeer behoefte had. Voorlichting op het gebied van veevoeding, grondverhetering, bernesting, zuivel-
bereiding, doch het geheel economisch op te bouwen,
daaraan kwam men niet toe. Trouwens de onderwijzer
zelf is daarvoor heelemaal niet opgeleid. Niet veel
beter is het in dit opzicht gesteld met de land- en tuin-
bouwwinterscholen, bestemd voor de zoons van de
meer kapitaalkrachtige hoeren. De programma’s dezer
scholen vermelden nu eens wel, dan weer niet de be-
ginselen van landhuishoudkunde. Langzamerhand be-
gint men de gevolgen hiervan in te zien. In de pel
–
s
zie ik, dat het Koninklijk Nederlandsch Landbouw-
comitô aan zijn aangesloten vereenigingen de vraag
voorlegt, of daarin verandering dient te worden ge-
bracht, welke vraag ik bereids een enkele maal beves-
tigend beantwoord zag. Insgelijks draagt de voorlich-
tingsdienst hoofdzakelijk een technisch karakter. Bij economische kwesties vraagt men weinig om het ad-
vies van den consulent; dit vraagt men alleen voor
technische onderdeelen, als zaaizaadontsmetting, plan-
tenziekten, bodem- en bemestingkwesties enz., doch zij
betreffen onderdeelen – hoe belangrijk op zichzelf
ook – van het geheele landbouwhuishouden, dat niet
is een som van deden, doch een organisch geheel. Ge
lukkig verneem ik uit zeer goede bron, dat het aantal
studenten aan de Landbouw Hoogeschool te Wage-
ningen, dat de landhuishoudkundige richting uitgaat,
sterk is toegenomen, een feit, waarover ik mij van
harte verheug. Inderdaad in deze richting blijft nog
veel te doen èn als consulent bij den voorlichting
dienst en als leeraar aan de scholen èn opleidings-
cursussen. . C.
BRAIdMAN.
VREEMDE ARBEiDSKRACHTEN IN NEDERLAND.
Het thans in behandeling
zijnde
wetsontwerp in-
zake regeling van het verrichten van arbeid in loon-
dienst door vreemdelingen heeft de publieke aan-
.dacht doen vallen op een vraagstuk, dat tot dusverre
maar weinig die aandacht getrokken had: dat van
de vreemde werkkrachten in Nederland. Alvorens zich
een oordeel over het huidige wetsontwcrp te vormen,
verdient het alle aanbeveling, dit vraagstuk nader te
bezien. Ook dit wetsontwerp toch wil,
gelijk
de naam
ervan reeds aanduidt, regelend in het bedrijfsleven
optreden; alvorens de regeling te kunnen beoordee-
.len, moet men vertrouwd zijn met de betreffende toe-
tanden.
Nu is het eerste,, dat opvalt, de schaarschte aan
gegevens. De Memorie van Toelichting op het out-
.werp geeft eenige cijfers, ontleend aan de voorloopige
uitkomsten van de volkstelling van 1930; uit die ge-
gevens
blijkt,
dat, vergeleken met het jaar 1920, het
aantal hier te lande werkzame vreemdelingen niet
onaanzienlijk gestegen is:
Vreemde arbeiders.
mannen
vrouwen
in
1920
………..29.179
17.217
11
1930 …………43.148
42.825
Vreemdelingen, met toezicht belast, in loondienst.
mnalinen
vrouwen
in
1.920
………..1.459
95
1930 …………2.228
200
Inderdaad is deze
stijging
belangrijk, en reeds op
grond hiervan komt ingrijpen gemotiveerd voor.
Overschatten wij echter de beteekenis dezer cijfers hiet. Voor meer dan 60 pOt. vindt hun stijging ver-
klaring in de toeneming van de vrouwelijke vreem-
delingen in loondienst; hier geldt het in de eerste
plaats de Duitsche en Oostenrijksche dienstmeisjes.
Het is beldend dat deze categorie vreemde arbeidsters
niet dan zeer bezwaarlijk geheel gemist zou kunnen Vorden. Tot voor korten tijd was het vrijwel onmo-
gelijk haar te vervangen door een even groote groep
Nederlandsche dienstmeisjes. In de laatste jaren moge
hierin eenige verandering gekomen zijn, te verklaren
‘uit het verminderd vrouwelijk personeel, dat op de
fabrieken plaatsing vindt, en wellicht ook uit geste-
gen nood in sommige arbeiders- en werkloozengezin-
mien. Uit dit milieu kwamen eenige tientallen jaren
geleden de meeste Nederlandsche dienstmeisjes voort,
velke toestand thans ten deele herleeft. Men heeft
dan echter te doen met een typisch crisisverschijnsel,
dn kan het uit dien hoofde beter buiten beschouwing
laten wanneer men cijfers uit 1930 bespreekt, toen
zich immers de invloed an de crisis in de breedero
lagen der bevolking nog maar kort of nog geheel niet
deed gevoelen. Weliswaar was in 1930 de werkloos-
heid reeds niet onaanzienlijk toegenomen, maar dit
erschijnsel was nog te recent dan dat groote blijvende
veranderingen in beroep en leefwijze der volwassen
dochters, uit arbeidersgezinnen reeds kon zijn inge-
treden.
Zoo kan de toeneming van het aantal vrouwelijke vreemdelingen, in loondienst werkzaam, in de jaren
1920-1930, ons niet verbazen, en, sterker, kan men
hieruit zonder meer niet concludeeren, dat deze ont-
i’ikkeling in strijd was met het belang van Nederland.
Men kan bezwaarlijk zeggen, dat de Duitsche dienst-
meisjes de Nederlandsche verdrongen zouden hebben;
veeleer hebben zij een opengevallen plaats bezet, en
huisvrouwen, die zich de dienstboden-nood uit de na-
oorlogsjaren herinneren, zullen dit kunnen beamen.
Rest slechts te weten in hoeverre vreemde vrouwe-
lijke arbeidskrachten in de bedrijven tewerkgesteld
ijn ir meerdere, mate dan in 1920 het geval was. Zoo-
lang de definitieve cijfers van d,e beroepstelling van
1930 niet bekend zijn, is dit niet met zekerheid op te
geven, maar wel staat vast, dat in het hotelbedrijf
rj veelreemd’elingen werkzaam
‘zijn.
Een enquête,
dooi- . de Horecaf onder ‘haar leden gehouden, is ‘in
902
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22 November 1933
dat opzicht leerzaam. In de bedrijven, waarvan ge-
ge.’ens ontvangen werden, waren in totaal 7000 werk-
krachten in dienst, van wie 1700 van vreemde nationa-
liteit. Deze cijfers zijn van 1 Augustus 1933, en dus
2
jaar jonger dan die van de beroepstelling. Al zal
zonder veel bezwaar een deel van deze vreemde werk-
nemers door Nederlanders vervangen kunnen worden,
ook hier doen zich moeilijkheden voor van denzeifden
aard als bij het huishoudelijk personeel: het is veelal
bezwaarlijk, geschikte Nederlandsche krachten te vin-
den, die bereid zijn, dit werk te doen. Op het platte.
land speelt de quaestie van den arbeid op Zondag, in
het hotelbedrijf onvermijdelijk, bovendien een rol: bij
Nederlandsch personeel staan veelal godsdienstige
motieven aan dien arbeid in den ‘veg.
Eerst wanneer aan te toonen is, in hoeverre toene
ming van het aantal vrouwelijke vreemde arbeids-
krachten in, andere dan de genoemde beroepen (huis-
houdelijke diensten en hotel-, restaurant- en café-
bedrijf) heeft plaats gehad, kan nagegaan worden in
hoeverre Nederlandsche vrouwelijke arbeidskrachten
door vreemde invasie verdrongen ‘zijn, en er dus voor
beperking aanleiding bestaat. Dit zal zelden of nooit
het geval geweest zijn.
Wat de mannelijke vreemde arbeiders betreft, hier
is de toeneming minder aanzienlijk, maar niettemin
nog groot. Gelijk bekend is, zijn vele vreemdelingen
bij de Zuid-Limhurgsche mijnen werkzaam, en hier
geldt eenigszins hetzelfde als wat ten aanzien van de
Duitsche dienstmeisjes is opgemerkt: deze arbeid is
moeilijk door inheemsche te vervangen, althans op
korten termijn. Wel ziet men geleidelijk aan het Ne-
derlandsche element onder de mijnwerkers toenemen,
wat een verheugend verschijnsel is. Neemt dus hier
relatief de beteekenis van den vreemden arbeid af,
sedert het intreden van de crisis is dit, wat de Staats-
mijnen betreft, ook waar in absoluten zin.
En dienst
der
Staatsinijneit.
1930 …..17.081)
Nederi.
4.730
vieemdel. Totaal
21.819
1931
.
…..17.759
,.
4.532
,.
,,
22.291
1932 …..17.614
,,
3.744
,,
,,
21.385
Hier dient dus de vreemde arbeider als stootkus-
sen, die voor ‘zijn Nederlandschen collega de schokken
van de conjunctuur eenigszins opvangt: het totale
aantal arbeiders daalt van einde 1931 op einde 1932
met ongeveer 900, dat der Nederlandsche arbeiders
slechts met ongeveer 150.
Waarschijnlijk vervult de vreemde arbeider ook
buiten het mijnhedrijf deze rol. Hierop wijst ook de
enquête, door het Verbond van Nederlandsche Werk-gevers onder zijn leden gehouden. Als resultaat hier-
van bleek, aldus het laatste jaarverslag van het Ver
bond, ,,dat in vrijwel alle takken van industrie het
aantal buitenlandsche arbeidskrachten vergeleken bij vroeger aanmerkelijk was afgenomen, omdat bij ont-
slag, de buitenlanders, die men kon missen, het eerst
in aanmerking kwamen.” Onjuist, althans ongefun-
deerd komt dan ook de uitlating voor, die in de Me-
morie van Toelichting tot het wetsontwerp is opge-
nomen, als zou sedert de laatste voikstelling het aan-
tal vreemde arbeiders in Nederland nog aanmerkelijk
zijn toegenomen. Veeleer is het omgekeerde het geval.
Men stuit hier evenwel op een storend gemis aan ge-
gevens. Ook wanneer eenmaal de volledige resultaten van de volks- en beroepstelling van 1930 bekend zul-
len zijn, blijft dit gemis zich doen gevoelen, wijl dan die gegevens alweer door den tijd achterhaald zullen
zijn. Met des te meer zorgvuldigheid dient te worden
tewerk gegaan bij mogelijk ingrijpen in deze materie.
Op één enkel gebied is de openbare meening min-
der lauw ten aanzien van den buitenlander als werk-
nemer in Nederland: op dat der vreemde müsici. Deze
meerdere belangstelling is het gevolg van ein voort-durende actie der belanghebbende Nederlanders: de
al dan niet werklooze musici, vereenigd in dan Toon-
kunstenaarsbond. Een enquête van dezen bond heeft geleerd, dat 42 pOt. dermusici in het café-, hotel- en
restaurant-bedrijf Nederlander, 58 pOt. vreemdeling
is. De uitgesproken voorkeur van het publiek, dat
deze inrichtingen bezoekt, gaat in het algemeen uit
naar buitenlandsche orkestjes, en het is kwalijk denk-
baar, dat deze voorkeur niet althans ten deele steunt
op betere prestaties dezer musici. De eigenaars van
deze café’s en restaurants achten het weren van vele
dezer huitenlandsche artisten schadelijk.
* *
*
Het zij mij vergund, na deze beschouwing van het
armeljke feitenmateriaal, een enkele algemeene op-
merking te maken omtrent het karakter van den
vreemden arbeid. Onderzoekingen, in meerdere lan-
den (in Europa in Frankrijk, waar de plaats van den
buitenlandschen arbeid na den wereldoorlog zeer
groot is) hebben duidelijk aangetoond, dat in het al-
gemeen het rendement van den vreemden arbeider
achterblijf t
bij
dat van den inheemschen. Dit zal den-
geen, die zich rekenschap geeft van de levensomstan-
digheden van de meeste buitenlandsche arbeiders,
niet verbazen. A priori is dus de vreemde arbeider in
het nadeel bij concurrentie met den arbeider van het
eigen land. Slechts wanneer hij zijn arbeid tegen
aanmerkelijk lager prijs aanbiedt, zal men hem de
voorkeur geven. Doet hij dit echter, dan zal hij tevens
een druk uitoefenen op het loonpeil van den inheem-
schen arbeider. Van de zijde der ondernemers wordt
als bezwaar tegen beperking van buitenlandschen
arbeid het wegvallen van deze concurrentie wel aan-
gevoerd. De rol, die de buitenlandsche arbeid in dit
opzicht hier te lande inneemt, is m.i. niet heel groot,
en alleen in de grensstreken van werkelijke beteeke-
uis. Misschien kan zoo ten deele het relatief lage
loonpeil in Zeeuwsch-Vlaanderen verklaard worden:
waren de bonen hooger, dan zou ei- meer aanbod van
Vlaamsche arbeiders komen. Echter doen ook andere
factoren zich in Zeeuwsch-Vlaanderen gelden. Voor
het overige heeft de vreemde arbeider, die niet, ge-
lijk in grénsstreken, zijn eigen land kan blijven be-
wonen, steeds meer te betalen voor noodzakelijk
levensonderhoud dan de in het land zelf reeds lang
gevestigde inheemsche arbeider. De laatste leeft hier
in zijn gezin of bij zijn ouders, de buitenlander zal
meestal kostganger zijn. Wil hij nu tevens ,,onder de
markt” werken, dan zal hij met een belangrijk lager
welvaartspeil genoegen moeten nemen dan zijn Ne-
derlandsche. collega. Twee groote groepen vreemdelin-
gen wonen slechts in ons land: Duitschers en Belgen.
Van de arbeiders uit België zou een dergelijke hou-
ding eerder verwacht kunnen, worden dan van die
uit Duitschland. De cijfers omtrent de vreemde be-
volking der Nederlandsche steden leeren echter, dat
in het industriecentrum Tilburg niet meer vreemde-ilugen wonen in verhouding tot de totale bevolking
dier stad, dan in Nederland als geheel het geval is.
Slechts in Eindhoven en Maastricht komt het percen.-
tage vreemdelingen niet onbelangrijk uit boven het
totale Nederlandsche; in Helmond, Breda, Roosendaal
en Bergen op Zoom is dit percentage echter juist op-
vallend veel lager. Des te meer trekt dit laatste de
aandacht, omdat in het nahurige België, in de pro-
vincie Antwerpen, het aantal Nederlanders zeer groot
is. (Alleen voor de stad Antwerpen werd hun aantal
véér de crisis op 30.000 geschat; voor alle genoemde
Nederlancische steden samen bedroeg de geheele
vreemde bevolking ultimo 1930 ruim 10.600).
Wanneer men nog even stilstaat bij beide juist ge-
noemde Zuid-Nederlancische steden met betrekkelijk
veel vreemdelingen, Eindhoven met ruim 4 pOt. en
Maastricht met ruim 5 pOt., dan kan nog opgemerkt
worden, dat deze vreemde toevboed, wat eerstgenoem-
de stad betreft, met de zeer snelle opkomst als groo-
te industriestad samenhangt, terwijl in Maastricht de
eigenaardige loop van de grens wel oorzaak zal zijn
van een vrij talrijk vreemd element. In de groote centra van het industriegebied op kor-
22 November 1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
903
ten afstand van de Duitsche grens, Twente, is het
aantal vreemdelingen evenmin groot. Enschede en
1-lengelo, elk met ongeveer 3 pOt. vreemdelingen,
komen niet heel veel boven het algemeen Neder-
landsch percentage (pl.m. 2,2) uit, althans niet vol-doende om aannemelijk te maken, dat in die steden
de buitenlanders het loon op lager peil houden dan
zonder hun aanwezigheid het geval zou zijn.
Speciale aandacht vraagt de mijnstreek, dicht bij
beide grenzen gelegen, en met een zeer opvallend
aantal vreemdelingen. Onmiddellijk na Amsterdam
met 23 duizend, den Haag met 1.6 duizend en Rot-
terdam met 13 duizend vreemdelingen volgen Heer-
len met tien duizend en Kerkrade met negen dui-
zend vreemde ingezetenen. Berekent men de ver-
houding der vreemdelingen op de totale bevolking,
gelijk hierboven voor een aantal Nederlandsche ste-
den gedaan werd, dan blijken Heerlen met 21,7 pOt.
en Kerkrade met 24 pOt. vreemdelingen de meest
cosmopolitische steden van Nederland te zijn! Ver-gelijkt men nu deze
cijfers
met de straks genoemde
van het aantal vreemdelingen in dienst der Staats-
mijnen, dan blijkt, dat slechts Vrij weinigen onder
deze vreemdelingen mijnwerkers zijn. Weliswaar wer-
ken ook
bij
de particuliere mijnen vreemdelingen,
maar dit alles verklaart nog geenszins het verschil.
Men moet in dit verschijnsel veeleer het uitvloeisel
zien van de reeds vele jaren durende immigratie in
dit gebied. De vreemdelingen gaan van het mijube-
drijf op andere, al dan niet industriëele bedrijven
over. Voorts wordt ook de Nederlandsche vrouw,
waarmee de vreemde mijnwerker trouwt, volgens
onze Oet vreemdeling, en zullen haar kinderen het eveneens zijn – een overigens weinig wenschelijke
toestand.
Ook zonder grooten druk op het loonpeil is het
eigenbelang der arbeiderskiasse in strijd met een tal-
rijk vreemd element in loondienst. In het bijzonder
is dit het geval, wanneer, gelijk in Nederland sedert
jaren en jaren het geval is, in het eigen land werk-
loosheid heerscht. In dat geval wil het gezond ver-
stand de aldus redeneerende arbeidersklasse volko-
men gelijk geven, en zal a fortiori elk nationalist met
deze klasse mêevoelen. Bovenstaande opmerkingen
zullen tot de conclusie leiden, dat niet steeds hetgeen
voor de hand ligt, ook juist is, maar dat ook het ge-zond verstand zich zeer wel vergissen kan, wanneer
het van de feiten niet op de hoogte is. De redenee-
ring: er zijn in Nederland 100.000 vreemdelingen
werkzaam, vervang ze door 100.000 werklooze Neder-
landers, is wat heel simplistisch.
Bij de bespreking van den aard van den vreemden arbeid mag tenslotte niet onvermeld blijven het spe-
ciaal karakter van een deel van dien arbeid. Elk land,
dat bereid is uit het buitenland goede voorbeelden
over te nemen, kent buitenlandsche specialisten. Zoo ook Nederland. Hun nut voor de volkshuishouding te
bespreken is volkomen overbodig.
Overziet men tenslotte nog eenmaal het geheele
veld, waarop het nieuwe wetsontwerp van toepassing
zal kunnen zijn, dan blijkt het, dat door regeling hier
en daar wellicht een voor Nederland nuttig effect
bereikt zal kunnen worden. Bij verkeerde toepassing
der verkregen bevoegdheid zal echter integendeel aan
het Nederlandsche bedrijfsleven opnieuw schade toe-
gebracht worden. Niet wijl een druk op het loonpeil
wegvalt, maar omdat het nut, door den buitenland-
schen arbeider op die plaats teweeggebracht, grooter
is dan dat, wat zonder dien arbeider daar behaald kan
worden. Voorts omdat, quoi qu’on en dise, elk nieuw ingrijpen van den staat nieuwe last en nieuwe kosten
veroorzaakt. Tenslotte omdat bevoordeeling van het
Nederlandsch belang hier benadeeling van een buiten-landsch belang beteekent, en als zoodanig tegenmaat-
regelen zal kunnen uitlokken, die neerkomen op het
hoofd der Nederlanders in het buitenland.
Rk.
RIEMENS.
DE INDISCHE LUCHTMAIL.
Het briefverkeer tusschen Nederland en Indië be-
staat voor het grootste gedeelte uit familiecorrespon-
dentie, die weer voor een groot gedeelte over en weer
wekelijks wordt gevoerd. Dat briefverkeer had bij de
landmail ongeveer acht weken noodig voor een rond-
reis van uitgaanden brief en antwoord. Daartusschen
in werkten zeven andere rondgangen storend. De
luchtmail kortte den duur der correspondentiegangen
in tot vier weken en verminderde het aantal storende
cycli tot drie, maar hoe groot deze verbetering ook
is, volkomen de verkeersbehoefte dekken doet zij niet.
De
wekelijks,
wederzijds schrijvende familieleden be-
hoeven uiteindelijk een luchtmaildienst, die uitgaan-
den brief en antwoord rondbrengt binnen één week.
Dan immers zijn alle storende cycli geëlimineerd. Ook
de behoeften der onregelmatige, spontane correspon-
denten zijn beter gedekt, naarmate de vliegdienst snel-
ler wordt, totdat de cyclus van één week bereikt is. Eerst dan krijgen zij belang bij verhooging der fre-
quentie.
De snelle driemotorige Postjager van de firma
H. Pander & Zonen in den Haag wekt de verwachting
een toestel te zijn, waarmede een dienst kan worden
georganiseerd, die de rondgangen Amsterdam—Bata-
via—Amsterdam verkort tot twee weken, daar het iii
vasten dienst met een kruissnelheid van 300 kmfh. in
vijf dagen tijds van Amsterdam naar Batavia kan
vliegen en (dank zij het tijdsverschil) in vier dagen
van Batavia naar Amsterdam, waarbij te Batavia drie
dagen overblijven om de post te behandelen, te Am-
sterdam twee. Een cyclus van anderhalve week kan
bereikt worden, zoodra het mogelijk is met ongeveer
330km. per uur in vier dagen uit en in drie dagen
thuis te vliegen. De zoozeer begeerde cyclus van een
week eischt bij drie vliegdagen uit en bij twee vlieg-
dagen thuis een kruissnelheid van minstens 360 km.[h.
Aangenomen, dat uit de Postjager 1 een Postjager II
kan worden ontwikkeld, die 330 km/h. presteert zon-
der verhooging van het aantal paardekrachten, om
een snelheid van 360 km/h. te bereiken zal het wel
noodzakelijk worden een Postjager III te bouwen met
sterkere krachtbronnen.
De vraag is nu, welke koste:a met die Postjager-
diensten zijn gemoeid en welke quanta post noodig
zijn om een rendabelen luchtdienst, uitsluitend voor
post, mogelijk te maken. Vijf postdiensten kwamen in
aanmerking om begroot te worden, t.w.:
dienst A cyclus van twee weken, eenmaal per week.
dienst B cyclus van één week, eenmaal per week.
dinst 0 cyclus van twee weken, tweemaal per week. dienst D cyclus van 1 week, tweemaal per week.
dienst E cyclus van één week, tweemaal per week.
De diensten A, 0 en D (met Postjagers type 1 en
II) zijn gebaseerd op: casco’s
?L
f
65.000; motoren
f
15.000; afschrjving: casco’s in vier jaar, motoren
in 1200 draai-uren, reservedeelen in drie jaar; brand-
stoffen: 60 KG. per motordraai-uur á
f
0.50 per KG.;
van de diensten B en E (met Postjagers type III,
meer motorvermogen) op casco’s â
f 80.000;
motoren
â.f
20.000; afschrjving:. casco’s in dienst B in vier
jaar, in dienst E in drie jaar, motoren in 1200 draai-
uren; brandstoffen: 78 KG. per motordraai-uur
â
f
0.50 per KG-. en verder van alle diensten op: rente
van het kapitaal
t
5 pOt.; de thans geldende salarissen
van het vliegend personeel; administratiekosten; ver-
zekeringen; onderhoud en reparatie; landingsgelde.n
enz. Deze begrootingen leveren het volgende resultaat:
1
Aantal Vlieguren
per
Onkosten in fl000 per
.
Cas-
Mo-
enkele
Jaar
Vlieg.
Jaar
Rond
week
co’s
toren
reis
tuig
reis
A
4
18
47
4900
.
1230
1.330
25.6
25.6
.11
3
13
39
4100
1370
1.307
25.2
25.5
C
6
28
47
9800
.
1640
2.386
23.0 46.0
D
5-
25
1
42-
8900
1780
2.159
210
42.0 .E
4
.24
1
39
8200
2050
2.384
23.0 46.0
904
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22 November 1933.
Onder de kostengroepen blijken de grootste te zijn,
die voor beandstoffen en afschrijvingen, de kleinste
is die van rente.
Dienst
:I3ranclstof
Afschrijvingen
Rente
A
f
490.000
f
305.000
f
35.000
13
520.000
314.000
,.
33.500
975.000
.,
557.500
53.50Ô
1)
,,
875.000
.,
501.000
48.000
1.040.000
.,
601.000
.,
53.500
iii procenten der totale onkosten
–
A.
36
23
2
13
40
2
2
C
41
231
2
II)
41
23i
2
11
44
25
2
De post salarissen van het vliegend personeel neemt
af van 14 tot 934 pOt.
Keeren wij nu terug naar de totale kosten per rond-
reis en per week, om antwoord te geven op de vraag hoeveel KG-. luchtmail per week noodig zijn om cle
vijf veronderstelde diensten mogelijk te maken, zonder
cleficit. Daar 1 KG. luchtpost (brieven van 5 gram en
zwaarder) per enkele reis gemiddeld
f
35 opbrengt,
zijn noodig:
1 iosten per
Benoodigde postiacling
Dienst
rond reis
1 per enkele reis
per week
A
f
25.000
370 .IÇG-.
370 KCI.
113
25.250
365
,,
365
C
., 23.000
330 ..
660
D
21.000
300 ,.
600
E
23.000
330
.,
660
Het gewicht van de wekelijksche Nederlandscie
luchtmail bedraagt thans gemiddeld 300 KG. Per
week is dus gemiddeld 70 KG. meer noodig dan thans
aangeboden wordt om de diensten A en B (resp. cycli
van twee en een week, eenmaal per week) mogelijk te maken zonder subsidie. Daar thans wekelijks, h-
halve de luchtmail, nog gemiddeld 800 KG. landmail
per boot naar Indië verzonden wordt, is de hoop ge-
rechtvaardigd, dat de boven aangegeven versneiiingdn
van den dienst deze betrekkelijk geringe verhoogitig
van het kwantum zullen meebrengen. Verhooging van
cle frequentie tot twee luchtpostdiensten per week
lijkt voorshands nog niet mogelijk, wanneer men vast-
houdt aan de toch wei zeer geweuschte financiëele on-
afhankelijkheid van den luchtpostdienst. Afgewacht
zal moeten worden, wat het effect op de aangebodén
lading is bij versnelling tot den cyclus van twee
weken. Dan moet beslist worden of het verantwoord
is den cyclus van 134 week in te voeren, die alleen
mogelijk is bij twee verzendgelegenheden per week, 5f
dat ineens gestreefd moet worden naar den cyclus van
één week (met één verzendgelegenheid per week). Die
cyclus immers steekt zoo scherp af hij de landmail en begint zoo dicht den radiotelegraaf- en telefoondienst
te naderen, dat hij een bijzonder sterk effect op het
kwantum aangeboden luchtmail moet hebben.
Cortclusie
gebleken is:
1.-dat de wekelijksche Indische mail voor het eerst
in haar geschiedenis eeu transportmiddel gevonden
heeft, dat haar sneller dan de passagiers en met niet
meer kosten dan haar opbrengst is, kan vervoeren;
dat een rendeerende luchtpostdienst op Indië
met dubbele frequentie voorloopig nog niet mogelijk
is, maar in de toekomst niet onmogelijk moet worden
geacht;
dat met snelle testellen als de Postjager 1 thans
reeds den cyclus van 14 dagen (eenmaal per week)
kan worden gevlogen in een diensf, waarvan de ont-
vangsten waarschijnlijk de onkosten geheel zullen
dekken;
dat die opbrengst dan eveneens groot genoeg is
om de kosten te dekken, verbonden aan een dienst met
den optimalen cyclus van één week (eenmaal per
week)
dat de Indische luchtmail dus behoefte heeft aan
nog snellerë vliegtuigen dan de Postjager 1.
F.
SPITTEL.
DE CONTINGENTEERING VAN BLADZINK IN STRIJD
MET DE CRISISINVOERWET.
Men schrijft ons:
In het nummer van 13 September 1933 schreven wij
een artikel met hetzelfde opschrift, doch in vragen-
den vorm. De daarin aangevoerde argumenten vonden
weerklank in het Voorloopig Verslag van de Tweede
Kamer. Op 15 November 1933 heeft de Minister van
Economische Zaken thans zijn Mernorie van Ant-
woord ingezonden, na lezing waarvan het vraagteeken
kan worden weggelaten.
Allereerst laten wij hieronder vergelijkende cijfers
volgen over de maanden, toen de hand elsbeweging nog
Vrij was.
•
Invoer
Uitvoer
(Ii
totis
van
1000 EIG.)
1931.
1932 1933 1931
1932
.f03
Januari
………..
632
364
596
277
228 489
Februari
……….
589 405 408
271
397
218
i’hiart
…………
725 535
494
198
233 355
April
………….
789
453 760
297
227
678
Mei
……………
921
578
1017
723
322
362
jan/Mei ………
3656 2335 3276
1766 1407 2102
(afgerond)
Over cle eerste vijf maanden dier jaren bedroegen de
invoersaldi dus onderscheidenlijk 1890, 928 en 1174
ton. Daar volgens ,,De Nederlandsche Conjunctuur” de woningbouw in, cle eerste maanden van 1933 die
n
de §aren van hooqconunctuur
heeft overtroffen,
waren deze cijfers het tegendeel van verontrustend.
Wel stelt de Minister nu daartegenover het wazige
argument van ,,aanzienlijkc voorraden”, doch op grond
van de in ons vorig artikel e.n hierboven weergegeven
cijfers vraagt men zich af, wanneer wei zulke ont-
zaglijke voorraden kunnen zijn gevormd, dat zij zou-
den opwegen tegen de overgroote drukte in den, nieuw-
bouw, tenzij clan, dat cle Neclerlanclsche fabrieken voor
overprocluctie hebben gezorgd.
.. –
1:iet komt ons bovendien onjuist voor, dat het argu.
ment van de groote voorraden eerst thans wordt ge.
bruikt. Taarons
heeft de Minister iii de Memorie van
Toelichting hierop niet gewezen? ‘) Hoe weet de Minis-
ter verder, dat cle voorraden ,,aanzienlijk” waren? ‘Er
bestaan geen officiëele gegevens hierover, zoodat (:1e
voorstanders van de coutingenteering deze moeten
hebben – verstrekt. Dan moet de Minister tevéns op
de hoogte zijn gesteld van ded omvang der voorritdeit
in vroeger jaren, anders was de uitspraak van ,,aan
zienlijk” niet mogelijk. 1
–
Jet verwondei’t ons daarom ten zeerste, dét de Minister deze belangrijke’ uitsprakk niet staaf t met cijfers, die immers op het Departement aan-
wezig moeten zijn en bovendien niet mededeelt, dat
deze cijfers door regeeriugsaccountauts zijn gecontr’-
leerd. T-let Nederlaridsehe volk heeft het recht op dit
punt cle waarheid te vernemen. – – • :’ –
‘) 1
Inn(ers cle ‘M!enorie vit.II Toblichting. heelt. absoluut on-
voldoende de noodzakelijkheid an1 ‘dcbèir eontihgenteelit(gl-
niaatregel bewezen. De iii- en uitvoercijfers; in’ verband
gebracht
mèt de
efzctvvogel’ijkhcclen
(groote ol)levilig iii het bouwbedrijf) , – wezen in het geheel ‘iit op een •overinatigen
inoer. Nadat wij hicrôl’, :cle aandacht:. hadden gevestigd,
komt de Minister thans toet het argument van aanzienlijke
voorraden. Wij kunnen deze methode niet bewonderen.
22 November 1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
90
Dan de prijzen. Volgens cle- officiëele statistieken
bedroeg de waarde bij in- en uitvoer in centen per KG-.
gemiddeld ongeveer:
1
n vne r
U
itvoei
1931
……………..
…
20,4
188
1932
.. ……………..
16,8 15,9 1933
(vijf
maanden)
. .
.
16,3
16,1
1933
(Mei)
………….
16.5
16
Dit waren de eenige prijzen, welke bekend waren,
toen de contingenteeririg werd ingevoerd. Als op deze
invoerprjzen slaat de uitlating in de Memorie van
Antwoord, dat zij ,,zeer aaiizienlijk lagen beneden de
prijzen, welke in het impoiteerende land golden”, dan
kan men daaruit alleen concludeeren, dat de Neder-
landsche eport, die nog goedkooper wegging, op dum-
ping neer is gekomen. Betreft deze uitlating daaren-
tegen den inderdaad goedkooperen Duitschen in-
voer in Juli 1933, dan schijnt het ons toe, dat de ge-
heele ,,overinatigheid” slechts een voorwendsel is ge-
weest tei’ bestrijding van gevreesde toekomstige prijs-
verlaging. Dat was dan zuivere protectie van dezen
tak van nijverheid. Maar wat dan te zeggen van het
geruèht, da het bedrijf der N.V. de Utrechtsche Wals-
werken, Erven.E. A. Hamburger, v66r en na de con-
tingenteering stil heeft gelegen tegen genot van een
uitkoopsom! De Tweede Kamer mag dat nog wel eens
onderzoeken.
Tdt slot de gevolgde binnenlandsche prjsverhoo-
ging. De Minister is nog bezig dit vraagstuk ,,nauw-
keurig” te onderzoeken. Wel weet
hij
reeds, dat ,,eeu
vrij sterke prijsverhooging, welke eenigszins overhaast
na het tot stand komen van den…. maatregel in het
leven werd geroepen. …. spoedig daarna met terug-
werkende kracht weder is opgeheven.” In vakkringen
weet men, dat de ,,overhaast” van
f
0,17 tot
f
0,23
per KG. verhoogde prijzen sindsdien slechts iets zijn
verlaagd en nu ongeveer 2 cent beneden laatstge-
.noemd
cijfer
bedragen. Als de Minister verder schrijft,
dat ook de grondstoffenprijzen zijn opgéloopen, dan
blijkt het departement niet bepaald een trouw lezer
van de statistieken in dit blad te zijn. Van een eenigs-
zins verdedighare verhouding tusschen het verloop
van groot- en kleinhandelsprijzen is althans geen
sprake.
Bij de wijziging iran de Crisisinvoerwet heeft de
Minister tevergeefs getracht de goedkeuring van de
contingenteeringsbesluiten
bij
de wet weder te doen
afschaffen. Wij kunnen dit begrijpen als wij consta-
teeren, hoe de Tweede Kamer in dit staatsstuk met een kluitje in het riet wordt gestuurd.
Wij hopen, dat dit college niet genoegen zal nemen
‘met den vorm, doch thans metterdaad zal toonen, dat
het ernst is met den wensch, dat de volksvertegen-
voordiging dit belangrijke onderdeel onzer handels-
politiek controleere.
DE RIJKSMIDDELEN OVER OCTOBER 1933
Het middelenoverzicht over October 1933 maakt
aanvankelijk een niet’ bepaald gunstigen indruk, doch
‘hij nadere beschouwing blijkt, dat het eindresultaat
toch minder nadeelig is dan de eerste indruk zou doen vermoeden. De totale opbrengst bedroeg
f
33.801.700
tegen
f
38.094.000 in Qctober 1932 en vertoont der-
halve een achteruitgang van
f
4.292.300. Gaat men
echter’ de onderscheidene middelen na, dan
blijkt,
dat
deze daling is veroorzaakt door de invoerrechten, die
een decres opleverden van niet minder dan
f
5.995.200.
Nu was de ontvangst der invoerrechten in October
1932 abnormaal hoog, omdat cle invoer destijds sterk
geprikkeld werd door het toen aanhangige vetje tot
heffing van 30 opcenten. Op zichzelf beschouwd, is de
opbrengst van de invoerrechten in de afgeloopen
maand volstrekt niet laag, immers
f
1.331.000 boven
cle gemiddelde maandraming en hooger dan de op-
brengst vaii acht der voorafgaande maanden van hel
loopende ‘jaar. Schakelt nien de invoerrechten üit,
dan hebben de overige middelen mééi opgebracht dan in October 1932. De opbrengst der afgeloopen maand
valt ook in zooverre mede, dat de raming, die mede
een niet te verwaarloozen basis van vergelijking op-
levert, werd overschreden (met f 1.952.500).
Aan den anderen kant is het waar, dat de nieuwe
heffingen, t.w. de opceaten op de invoerrechten, op
den bieraccijns en op den suikeraccijns, die het vorig
jaar nog niet in den staat voorkwamen, een belang-
rijken invloed ten goede uitoefenen. Zonder deze nieu-
we heffingen zou het overzicht er heel wat slechter
hebben uitgezien. Het nadeelig verschil met de op-
brengst van October 1932 stijgt, hij uitschakeling van
genoemde middelen, van
f
4.292.300 tot
f
6.880.700,
terwijl liet surplus boven cle gemiddelde maandraming
daalt tot
7′
1.264.100.
Nog duidelijker komt de invloed der nieuwe -hef-
fingen uit bij de vergelijking van de ontvangsten over
de eerste tien maanden. De totale inkomsten bedroe-
gen f314.752.300, d.i. f19.209.100 minder dan in
hetzelfde tijdvak van 1932; ook de rarning w’erd niet
gehaald (nadeelig verschil f3.739.700). Zondert men
nu ook hier de nieuwe heffingen uit, dan stijgen
de bedoelde nadeelige verschillen, tot respectievelijk
f
40.232.900 en f 5.763.600.
In vergelijking met de overeenkomstige maand van
het vorige jaar vertoonen de grondhelasting, de ge.
slacht- en de suikeraccijns, de belasting op gouden en
zilveren werken, de registratierechten en de domein.en
een hooger opbrengstcijfer. De overige middelen lever-
den minder op. –
De grondbelasting liet een stijging in opbrengst zien van f 39.500. Het is niet onmogelijk, dat hier
een iets snellere invordering van invloed is geweest, doch ook afgezien hiervan moet worden gezegd, dat
dit middel goed
01)
peil blijft. Gerekend over tien
maanden, werd in het loopende jaar reeds
f
153.700
meer ontvangen dan in 1932,
terwijl
de raming werd
overtroffen met
f
149.100. Dit cijfer zal nog wel iets terugloopen, daar November en December doorgaans niet gunstig zijn. – De inkomstenbelasting kon zich ook in de afgeloo-
pen maand niet handhaven, doch liep terug met
f
861.300. De gemiddelde maandraming werd bijna
bereikt (ontvangst slechts
f
27.400 minder). De daling
over de afgeloopel1 maanden beloopt reeds
f
14.090.600
en komt voor het leeuwendeel op rekening van het
belasti.ngjaar 1932/’33. De raming werd in bedoeld
tijdvak met
f
6.370.300 overschreden, wat niet ongun-
stig is, daar de heide laatste maanden van het. jaar
doorgaans ruime baten opleveren.
De verinogensbelasting volgt de bewegingen der in-
komstenbelasting, zij het in veel langzamer tempo.
Gerekend over tien maanden, is hier een. teruggang
waar te nemen van
7′
1.705.700.
De dividend- en tantièmehelasting gaf nog een hate
van
f
477.500 of
f
76.700 minder dan in October
1932.
. De beste maanden zijn voor dit middel al weer
voorbij, zoodat de balans langzamerhand kan worden
opgemaakt. Tot dusver werd in 1933
f
4.135.300 min-
der geboekt dan in het vorige jaar. De laatste maan-
den van 1933 zullen in dit cijfer niet veel wijziging
brengen. Het evenredig -deel der raming werd in
tien maanden ‘overschreden met
f
404.100, doch dit
voordeelig verschil zal spoedig in een nadeelig om-
slaan, zoodat reeds nu kan worden geconcludeerd, dat
het voor 1933 geraamde
opbrengstcijfer
niet zal wor-
den verkregen.
In den aanhef van dit overzicht werd reeds het een
en ander gezegd over de opbrengst der invoerrechten.
Wij wezen erop, dat de ontvangsten niet laag waren.
Vermoedelijk heeft de nieuwe omzetbelasting stimu-
leerend gewerkt en kan hier dus slechts van een tijde-lijke opleving worden gesproken. Door de ongunstige
uitkomsten van de eerste maanden van het jaar blijft
‘de opbrengst over de maanden Januari t/m. October
1933
f
8.954.700 achter bij die van dezelfde periode
906
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22 November 1933
van 1932. De opcenten op de invoerrechten overtref-
fen verre de verwachting; de ontvangsten waren dit-
maal
f
1.208.200 bij een maandraming van
f
875.000.
In tien maanden werd reeds
f
2.583.400 méér ont-
vangen dan de geheele voor 1933 geraamde opbrengst.
De teruggang in de invoerrechten is door de nieuwe
opcenten meer dan goed gemaakt. Het statistiekrecht
vertoonde ditmaal een klein decres (van
f
17.500);
gerekend over tien maanden, is het loopende jaar in
liet nadeel met
.f
119.700.
Van de accijnzen gaven alleen de geslachtaccijns en
de suikeraccijns een hoogere ontvangst. Bij het eerste
middel was de factor van de stijging der veeprijzen in het geding; de suiker bracht bijzonder veel op in
verband met de omstandigheid, dat met het oog op
de nieuwe crisis-suikerheffing méér suiker dan ge-
woonlijk in consumptie is gebracht. Ook de opcenten
op dezen accijns gaven ruime baten, ditmaal
f
360.000
meer dan de maandraming. Het zout verschafte
f
51.500 minder,
terwijl de wijnaccijns een verminde-
ring te zien gaf van
f
4.300. De loop van dit middel
stelt teleur; een daling over tien maanden van
f
715.300 is voor dit kleine middel zeer belangrijk.
Ook de gedistilleerdaccijns gaf minder (daling
f
290.000), evenals de bieraccijns (teruggang
f
47.000).
De opcenten op den bieraccijns konden de gemiddelde
maandraming niet halen. In al deze cijfers komt de
crisis tot uitdrukking. Hetzelfde geldt ook van den
tabaksaccijns, die in de afgeloopen maand terugliep
met
f
149.100, waardoor het decres over de afgeloo-
pen maanden is gestegen tot
f
3.547.200. Het ver-
minderd verbruik en de verlaagde kleinhandelsprjjzen
verklaren dit voor de schatkist nadeelig resultaat. De belasting op gouden en zilveren werken bracht
f
10.500 méér op. Daarentegen blijven de zegelrechten
op een bijzonder laag peil staan; ditmaal kwam
f
391.100 minder binnen, waarvan
f 110.100
op reke-
ning komt vlin de beursbelasting. Er is weinig handel
ter beurze. Ook de opbrengst der zegeling van buiten-
landsche effecten bracht minder op, wat te zien is aan
de opcenten ten bate van het Leeningfonds, welke
van
f
256.700 in October 1932 thans tot
f
53.800
teruggingen. Iets 1)eter staat het met de registratie-
rechten; in de afgeloopen maand viel een toeneming
waar te nemen van
f
121.300, welke te danken is aan
meerdere overgangen van vast goed, al zijn die over-
gangen ook ten deele gedwongen. Laatstgenoemd mid-
del gaf over tien maanden een surplus van
f
456.900,
in tegenstelling met de zegelrechten, die in dit tijd-
vak met
f
1.515.700 decresseerden.
De successierechten gaven een daling te zien van
f
251.900 wegens de daling in waarde der nalaten-
schappen. De achterstand over de afgeloopen maan-
den steeg tot
f
2.862.700. Dharentegen gaven de do-
meinen door toevallige omstandigheden
f
31.300 mér
(doch over tien maanden door de lagere pachtprijzeu
f
244.300 minder), terwijl tenslotte de loodsgelden
ditmaal
f
31.500 minder opbrachten. Toch waren de
ontvangsten hooger dan iii de zes voorafgaande maan-
den van 1933. In totaal hebben de loodsgelden van
Januari t/m. October
f
137.400 meer opgeleverd dan
ie dezelfde periode van 1932.
BUITENLANDSCHE MEDEWERKING.
DE ROL VAN DE GROOTE ONDERNEMING IN HET
ECONOMISCH LEVEN VAN HET NIEUWE
DUITSCI-ILAND.
Dr. Georg Böse te Berlijn
schrijft
ons:
Het programma van de Nationaal-Socialistische
Duitsche Arbeiderspartij bevat eveneens de richtlijnen
voor de hervorming en den wederopbouw van het
Duitsche bedrijfsleven, alhoewel de verwezenlijking
hiervan als gevolg van de heerscheude toestanden
grootere moeilijkheden ontmoet dan b.v. op staat.s-
politiek en sociaalpolitiek gebied, waar de organisa-
torische bekwaamheden van de nieuwe regeering in-
eens een fundamenteele verandering teweeg brachten.
In de hinnenlandsche politiek door den weg te banen
voor een nieuwe verhouding tusschen het Rijk en de
landen en in de sociale politiek door de oprichting
van het Duitsche Arbeidsfront.
Het invoeren van de groote ingrijpende veranderin-gen was mogelijk door cle enorme macht, die de auto-
ritaire leiding in handen kreeg. Deze macht zag zich
echter in het bedrijfsleven met
zijn
fijn vertakt appa-
raat geplaatst tegenover een veel moeilijker te over-
zien net van afhankelijkheidsverhoudingen, zoowel in-
tern (betrekkingen tusschen productie en verbruik,
goederen- en geldwezen) als extern (uitvoer en valu-
ta). Het vraagstuk van organisatievormen speëlt in
de economische politiek van het nationaal-socialisme
een beslissende rol; over het algemeen is deze politiek
gericht op een afkeer van de grootkapitalistische be-
drijfsvormen en op een bevordering van een uitgespro-
ken middenstandspolitiek. Vooral twee punten van
het nationaal-socialistische programma hebben be-
trekking op – in positieven zin – de instandhou-
ding van den middenstand en van de hem passende
hedrijfsvormen, resp. – in negatieven zin – de be-
strijding van alle voor den
vrijen
middenstand en de
voor kleine en middelmatige
bedrijven
nadeelige on-
dernemingsvormen. Deze punten luiden als volgt:
,,Wir fordern die Verstaatlichung aller (bisher)
bereits vergeselischafteten (Trusts) Betriebe.” (Punt
13).
,,Wir
fordern d.ie Schaffung eines gesunden Mit-telstandes und seine Erhaltung, sofortige Kommuna-
lisierung der Gross-Warenhiiuser und ihre Vermietung
zu billigen Preisen an kleine Gewerbeti-eibende,
schiirfste Berücksichtigung aller kleinen Gewerbe-
treihenden hei Lieferung an den Staat, die Liinder
oder Gemeinden.” (Punt 16). Volledigheidshalve zij nog verwezen naar de bepa-
ling van punt 14, volgens welke ,,Gewinnbeteiliguug
an Grossbetrieben gefordert wird” en naar punt 25,
dat in ,,die Bildung von Stiinde- und Berufskammern
zur Durchführung der vom Reich erlassenen Rahmen-gesetze in den einzelnen Bundesstaaten” voorziet, dus
een juist voor den industriëelen middenstand buiten-
gewoon belangrijken maatregel in uitzicht stelt.
Achter deze bepalingen staat het nationaal-socialis-
tische begrip van den Duitschen metisch, die in de
eerste plaats als lid der natie voor de instandhouding
van de volkskracht verantwoordelijk is. Daaruit blijkt het verlangen naar een economischen vorm, welke de
volksgezondheid het beste waarborgt en bovendien een
herleving van een stemming tot klassenstrijd en bur-
geroorlog verhindert. In het streven naar een bree-
den stand van zelfstandige economische bedrijfsvor-
men van middelbaren omvang meent het Nationaal-
Socialisme deze oplossing het best te benaderen; boven-
dien vinden hier
gelijktijdig
eigendomsbewnstzijn en oudernemersvreugde de beste ontwikkelingsmogelijk-
heden.
Wanneer wij de economisch-politieke maatregelen
van de laatste maanden en het proces van den omme-
keer in het bedrijfsleven, dat onder den druk der poli-
tiek plaats had, nagaan, dan constateeren wij een ge-
eidelijk doordringen van de nationaal-socialistische
beginselen op verschillende gebieden van het econo-misch leven. Na menig te ijverig ingrijpen van onder-geschikte instanties in den eersten tijd, blijkt thans de
.invloed van een leiding, die volgens een bepaald plan
werkt, waarbij de economische noodzakelijkheden
weder een grootere plaats innemen. Menige maat-
regel der regeering kwam het hartstochtelijk onge-
:duld van bepaalde kringen te aarzelend en te gema-
tigd of zelfs als een terugwijken voor. Hier heeft
echter gelukkig de macht van het. economisch ver-
.stand de overwinning behaald, want niemand kan ver-
•doezelen, dat het
bedrijfsleven
in. laatste instantie de
bron is, .waaruit. volk en staat hun materiëele levens-behoeften moeten dekken, onverschillig, of productie
22 November 1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE. BERICHTEN
907
en distributie behoefte hebben aan hervorming
* *
*
In belangrijke deelen va.n den
landbouw
hebben cle
bevolkingspolitieke inzichten van de regeering reeds
geldigheid verkregen; de tendens is hier in ieder
geval het duiclelijkst bemerkhaar. De opbouw van den
Reichsnhhrstand, de ,,Abhiingung der Landwirtschaft
vom aligemeinen freieu Markt durch die Massnahmen
zur Markt- unci Preisregelung für landwirtschaftliche
Erzeugnisse”‘) de schuldenregeling van den landbouw
en niet in de laatste plaats de Rijks-erfwet voor boe
renhofsteden vormen het fundament van een land-bouwpolitiek, die voor den middelmatigen boer de
erfopvolging wil bewaren en den kleinen boer een
stuk grond wil geven, dat hem een bestaan biedt.
De uitspraak van den Rijksvoedingsminister Darré,
dat de boer geen ondernemer is in den gebruikelijken
zin van het woord, en de woorden van Hitler in zijn
groote rede over de Rij kserfwet voor boerenhofsteden,
dat een groot aantal levenskrachtige kleine en nijd-
clelinatige boeren, zoo mogelijk gelijkmatig over het
geheele land verdeeld, de beste waarborg voor de
handhaving van de gezondheid van volk en staat biedt,
toonen, in welke mate het Nationaal-Socialisme in den
landbouw bereid is, de rentabiliteitswetten van den
rjeu handel ten gunste van een nationale bevolkings-
politiek op te geven.
De groote landgoederen, inzonderheid ten Oosten
van de Elbe, welke zich in de laatste decennia in
sterke mate op de vrije markt trachtten in te stellen
en waarvan vele steeds meer in schuld geraakten, zijn,
wat hun eigenaarschap betreft, voorloopig onaange-
tast gebleven. Veel landeigenaars hebben vrijwillig
landerijen en ten deele ook inventaris en vee voor
kolonisatiedoeleinden ter beschikking gesteld en daar-
mede uit zichzelf reeds een schrede in de richting ge-daan, waarin de toekomstige Duitsche landbouwpoli-
tiek zich zal bewegen, want juist in het Oosten schijnt
de vorming van een krachtigen stam van zelfstandige hoeren een betere waarborg voor de bescherming van
de grens dan de huidige kolonisatiewijze, welke aan
het Rijk bovendien, sedert het einde van den oorlog aanzienlijke financiëele offers (b.v. Oosthulp) heeft
gekost, en dus niet eens in overeenstemming was met
de wetten van de economische rentabiliteit.
In het kader van de
indiastriëele productie en het
handwerk is
een sterkere bevordering van het ambacht
op te merken, die in de door de Rijksregeering op
17 October van dit jaar ingestelde wet inzake den
voorloopigen opbouw van het Duitsche handwerk of-
ficiëel tot uitdrukking-is gekomen. De aaneensluiting
van het geheele handwerk in een enkele hoofdvertegen-
woordiging zal, met terzijdestelling van het tot dus-
verre geldende democratische principe, door het lei-
dersprincipe en door de invoering van algemeene
,,Pflichtinnungen” tot organisatorische aaneensluiting
van alle zelfstandige ambachtslieden worden verbreed.
Men wil het ambncht, dat door onderlinge oneenig-
heid sterk verzwakt, is, daarmede aan een krachtig
tegenwicht tegen het grootbedrjf, tegen de industrie
helpen. . .
In het kader van het huiçlige . economisch stelsel
zijn reeds groote gebieden aan te wijzen, waarop de
middenstand, de individueele koopman en het klein-
bedrijf een rol van beteekenis zullen gaan spelen. Voor
andere gebieden daarentegen schijnen grootbedrijf en
concerns hun gelijkgerechtigde plaats naast andere
organisatievormen te handhaven. De jongste reorga-
nisatie van de Vereinigte Stahiwerke A.G., welke een
‘) De wet van
13
Sept.
1933
betreffende de regeling van
de productie, de prijzen en den afzet van agrarische pro-
ductie, geeft den Duitschen’ boer cle zekerheid, .dat hij met
vlijt, ijver en voorzichtig beleid weer wat kan bereiken.
(Red.)
belangrijk deel van de Duitsche zware industrie con-
troleerde, vormt hiervoor een bvijs.
De vorm van cle naamlooze vennnootschap en het aandeel aan toonder bleek ook ditmaal bij de reorga-
nisatie van het groote concern het meestgeschikte
hulpmiddel te zijn. Er zal een duidelijkere scheiding
tusschen de ijzerfabricatie en de ijzerverwerkende in-
dustrie worden doorgevoerd, bovendien een verdeeling
van de al te plompe, bureaucratische en derhalve on-
overzichtelijk geworden onderneming in afzonderlijke
overzichtelijke bedrjfseenheden, die, ondanks unifor-me leiding, in groote mate zelfstandigheid zullen ver-
krijgen. Aan de hand van de nieuwe ,,Stahlverein” zal
in zekeren zin worden nagegaan, in hoeverre zich in een groote onderneming de scheppende persoonlijk-
heid in den geest van het nieuwe economisch leven
kan ontwikkelen.
Dat de economische politiek van het Nationaal-So
cialisme van den grootsten invloed in cle
handelssf eer
zou zijn, was in elk geval met het oog op de waren-
huizen te verwachten. Aan de onontbeerlijkheid en
cle beteekenis van den handeisstand als nivelleerings-
mechanisme tusschén productie en verbruik bestaat geen twijfel. De ontwikkeling van groote concerns,
warenhuizen en dergelijke scheppingen zal echter in
het belang van het algemeen welzijn en tot steun van
een gezonden middenstand in den handel worden ver-
hinderd, zooals steeds weder van toonaangevende zijde te kennen wordt gegeven.
De warenhuizen staan vooraan op de lijst der ten
doode opgeschrevenen van de nationaal-socialistische
economische politiek. Niettemin heeft de Rijksregee-
ring zich echter steeds weder tegen eigenmachtig in-
grijpen of bedreiging met boycott ook tegen de waren-
huizen gekeerd. Kortgeleden heeft zij zelfs de intrek-
king geëischt van het verbod, uitgevaardigd door de
autoriteiten en burgemeesters aan hun ambtenaren,
om in Joodsche warenhuizen te koopen. Op het oogen-
blik is de bestrijding van de werkloosheid het nood-
zakeljkst, welke echter door ondoordachte acties tegen warenhuizen slechts schade zou leiden.
1)
Bij de warenhuizen is evenwel een sterke achter-
uitgang van den omzet bemerkbaar, die in scherpe
tegenstelling staat tot de opleving in den particulieren
handel. De koopers keeren weder tot de speciale zaken
terug. Een
vergelijking
tusschen de omzetten van de
warenhuizen en verkooplokalen en die van de speciale
winkels in September van dit jaar tegenover Septeni-
ber 1932. toont inzonderheid in het levensmiddelenbe-
drijf, in het textielbedrijf en in den meubelhandel op-
merkelijke verschuivingen ten gunste van dé speciale
zaken, hetgeen de volgende tabel aantoont:
Verkoop- Speciale
Warenhuizen lokalen zaken
Levensmiddelen …………..
– 24,3 – + 0,7
Textielwaren…….. ……..
–
15,4
– 12,7
+ 9
2
0
Meubelen en huisraad ……..
– 14,9
– 0,3
+ 13,0
1)
Deze’ houding van de Duitsche regeeriug is niet zeer
consequent. Ter wille van de economische Politiek (ver-
mindering van het aa.ntkl werkloozen), laat zij voorloopig
instellingen bestaan; die zij uit staatkuudige overwegingen
een gevaar voor cle volkshuishouding acht. (Redd.
Nadruk verboden.
ANTEEKENINGEN.
De toestand van de’ Indische staatsfinanciën.
In de Memorie van Toélichting op de Begrooting
van Nederlandsch-Indië voor het dienstjaar 1934,
komen verschillende bjzondeheden vbor omtrent den
toestand van de staatsfinanciën van Ned..-Inclië, waar-
aan wij het volgende hebben ontleend. Allereerst wordt
geconstateerd, dat hét geheele overheidsapparaat na 1918 uitgegr’oeid is ver boven de intrinsieke draag-
kracht van, de maatséhappij. In de kosten van dat
,hpparaat. nemen de niet ‘of weiig élastische uitgaven
908
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22 November
,
1933
voor personeel en schuidverplichting een dermate
groote plaats in, dat een volledige aanpassing van
‘s Lands huishouding aan het in w’einige jaren tot. de
helft van zijn vroegere hoogte teruggevallen irikorn-
stenhudget niet te bewerkstelligen bleek. Een en ander
blijkt ook uit de onderstaande tabel, waarin de eind-
cijfers van den gewonen dienst in millioenen guldens
benevens de verplichtingen van rente en aflossing zijn
opgenomen.
Gewone dienst in mifl. gid.
Rente en aflossing
jaar
Uitgaven
Ontvang-
Saldo
Bedrag
i
n
iP
ere
.
v. (l.
sten
miii. gid.
ontvang.
1913 166,6
190,1
23,5 4,4
2,3
1914
189,1
175,5
–
13,6
– –
1915
200,0
204,3
3,4
– –
1916
221,4 232,9
11,5
–
–
1917
240,6
229,3
–
11,3
–
–
1918
1)
276,9 241,5
–
35,4
17
7
1919
1)
348,9
294,7
–
54,2
20,9
7
1920
1)
484,2 317,2
-167
44,3
14
1921
1) 546,7
438,8
-107,9
72,1
16,4
1922
1)
505,6
499,6
–
6
72,8
14,6
1923
436 440,1
4,1
79,4
18
1924
401,7
494,4
92,7
84,9
1.7,2
1925
421,1
529,6
108,5
83,2
15,7
1926
437,7
537,9
100,2
82,9
15,4
1927
472,5
518,4
45,9
84,1
16,2
1928
509,9
551,2
41,3
98,1
17,8 1929
515,2 523,6
8,4
84,8
16,2
1930 524
441,5
–
82,5
82,3
4
)
18,6
1931 481
378,2
-102,8
76,7
4)
20,3
:1932
420,6 283.9
-136,7
73,7
4)
26
1933
2)
393
242,_
-151
85
4)
35,1
1934
3)
377
289
–
88
1)
De in deze jaren vallende financiering van de voedsel-
voorziening is voor een juistë vergelijking uitgeschakeld.
) Verwachting.
Raming.
Gecorrigeerd cijfer, verkregen door aftrek van het
aandeel, dat ten laste komt van de bedrijven, vallende onder
cle Indische Bedrijvenwet,
t.w. 1930: 4,8, 1931: 4.9, 1932:
11,1, 1933: 14,1
millioen.
Hoewel de regeering bij de samenstelling van de
begrooting gestreefd heeft naar een gewonen dienst,
welke – na uitschakeling van de schuldaflossing –
in evenwicht zou zijn op een inkomstenbasis van
f 300
millioen, is zij er niet in geslaagd dit plan te
verwezenlijken. 1-let becijferd tekort van den gewonen
dienst overschrijdt het in de uitgaven begrepen be-
drag voor schuiddelging ad
f 42
millioen met
f 46 millioen, welk verschil voor
f 11
millioen ver-
oorzaakt wordt doordat de middelen, ondanks verdere
drastische belastingverzwaring, niet tot het peil van
f 300
millioen konden worden opgevoerd.
Gezien de economische en monetaire ontrerdering
in de wereld, nieent de Minister van Koloniën, dat
het zeker verantwoord zou zijn, cle verwachtingen om-
trent de inkomsten niet hooger te stellen dan het
cijfer, dat het midden houdt tusschen de opbrengsten
in
1932
en
1933
en cle raming voor
1934,
zijnde
f
270
millioen.
Niettemin meent de Minister, het door de Indische
regeering aangenomen cijfer van
f.300
millioen, al-
thans voorshands, nog te mogen aanhouden als hypo-
thetische werkbasis voor het uitstippelen van een
financiëele politiek, die op een eenigszins verwijderde
toekomst het oog gericht houdt, zulks omdat dit be-
drag niet belangrijk boven het huidig iniddelenniveau
uitsteekt en in een toekomstbeschouwing eenigermate
ruimte mag worden gelaten voor een verheffing van
den eeonomischen toestand boven het uiterst lage peil
van het oogenblik.
Dit brengt de consequentie met zich mede, dat het
evenwicht. bij de begrooting alleen hersteld kan wor-
den door de uitgaven terug te brengen tot het peil
van
f
300
millioen. Na al hetgeen reeds op dit gebied
verricht is en voor
1934
op het program staat, waarbij
in het bijzonder gewezen moge worden op de verlaging
van de pensioenlasten, ook door tijdelijke korting op
de pensioenen, stuit de regeering bij de volvoering
van deze taak steeds meer
op
den zwaren last, door
den dienst van ‘s Lands schuld op het budget gelegd.
Op dit punt hebben wij in het nummer van
25 Oc-
tober reeds de aandacht gevestigd, toen wij een bere-
kening publiceerden, waaruit bleek, dat voor rente en
aflossing
meer dan een derde
van de gewone uitgaven
noodig zou zijn. In de Memorie van Toelichting wordt
eenzelfde berekening gemaakt, echter niet t.o.v. de
uitgaven, zooals wij hebben gedaan, maar van de ont-
vangsten. Bovendien is hier rekening gehouden met
den aftrek van het aandeel, dat ten laste komt van de
bedrijven. Dientengevolge verschillen de cijfers uit de
M. v. T. eenigszins met de onze.
Het blijkt uit nevenstaande tabel, dat de druk van rente en aflossing sedert het uitbreken van de crisis
meer dan verdubbeld is. De taak, die de Regeering
zich voor oogen stelt, is daarom volgens haar alleen
uitvoerbaar
door de uitgaven voor regelmatige af los-sing
en vaste schuld voorshands ongedekt te laten. Het eenige noodige is, dat op korten termijn aan de
benauwende schuldtoeneming een einde komt. Als-
dan zal het echter noodzakelijk zijn, dat de zuivere
gewone uitgaven zoo spoedig mogelijk – uiterlijk in
1935 –
teruggebracht worden tot ten hoogste
f 342
millioen.
Uit de Memorie van Toelichting blijkt verder, dat
de raming voor
1934
na doorvoering van de pensioen-
korting en de salarisherziening
f 377
millioen be-
draagt, zoodat er nog een bedrag van
f 35
millioen
gevonden moet worden. Het ligt echter in het voor-
nemen der regeering om, zoodra de omstandigheden
op de kapitaalmarkt dit mogelijk maken en nadat de
vlottende schuld van het Rijk door consolidatie tot
een redelijke hoogte zal zijn teruggebracht, over te
gaan tot conversie, met hulp van het Rijk, van de
tegen een hoöge rente uitstaande Indische leeningen.
De daarmede te verkrijgen besparing zal echter niet
in mindering kunnen worden gebracht van het hooger becijferd bedrag van
f 35
millioen, aangezien tegen-
over deze rentebesparing moet worden gerekend op
een in
1935
te verwachten stijging van rente wegens
verdere consolidatie van vlottende schuld en toene-ming van de directe pensioenverplichtingen, een en
ander te schatten op
,f
8.5
millioen.
De Minister hoopt evenwel door een gewijzigde
verdeeling der maritieme lasten tusschen Nederland
en Indië het Indische budget met
f 15
millioen te ont-
lasten. De voorzichtigheid gebiedt echter met deze
vermoedelijke besparing voor
1935
geen rekening te
houden en dit bedrag te reserveeren voor een gedeel-telijke compensatie van een achterstand, dien de mid-
delen dan nog vermoedelijk bij de f 300
millioen zul-
len vertoonen. Voor hetzelfde doel zal een mogelijk overschot op den buitengewonen dienst – voor
1934
geraamd op rond
f 8
millioen – dienen.
In verband hiermede zal het genoemde bedrag van
f 35
millioen
inzijn
geheel verkiegen moeten worden
door verdere bezuiniging op de uitgaven, andere dan
die voor leeningen en defensie. De Minister ontveinst
zich niet, dat dit een zeer zware eisch is. Daaraan
moet
echter voldaan worden, wil men er in slagen
den verstikkenden aanwas van schuld te stuiten en
daarmede de eerstevoorwaarde te scheppen voor een
langzaam herstel. Het bestaan van den staat zelf
staat hierbij op het spel.
Rotterdam in het derde kwartaal van 1933.
Als gewoonlijk biedt de statistiek over handel, nij-
verheid en verkeer van Rotterdam, welke de Kamer
van Koophandel en Fabrieken in het licht geeft, ook
over het thans afgesloten derde kwartaal van
1933
een groote menigte van cijfers. Als gewoonlijk ook
willen wij trachten daaruit in deze rubriek kortelijk
datgene weer te geven wat voor het thans levende
22 November
1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
909
geslacht als het merkwaardigste kan gelden. In den
regel beteekent dit een enkele greep hier en een enkele
greep daai. Ditmaal moeten wij een andere tactiek
volgen door den lezer een opsomming te geven van een
groot aantal cijfers met betrekking tot een aanzienlijk
aantal verschillende onderwerpen. Immers is thans
juist het sprekende, het verheugende, het moed
gevende, het
bijna
niet meer te gelooven verschijnsel,
dat wij over vrijwel de geheele linie vooruitgang zien,
dat een opleving, althans van de vervoeren, onmis-
kenbaar is. Wij willen ons daarom ditmaal niet ver-
diepen in vergelijkende staten en analysen, doch ons
eenvoudig verheugen door een oppervlakkig overzien van de voornaamste winsten. Vooraf zij echter nog de aandacht erop gevestigd, dat het derde kwartaal in het
verkeerswezen steeds een tendens tot stijging vertoont, zulks in verband met seizoensinvloeden.
In bijna alle Nederlandsche zeegaten is het scheeps-
verkeer toegenomen. Voor den Nieuwen Waterweg
bedragen de
cijfers
ovër het derde kwartaal 3243 sche-
pen, metende 4.834.451 ton netto, tegen slechts 3033,
metende 4.532.341 ton netto, in het derde kwartaal
van 1932. Voor het eerst sinds langen tijd zien wij
daarnaast het verschijnsel, dat meer schepen zijn uit-
gegaan dan binnengekomen, een achtentwintigtal. Het
aantal te Rotterdam en in de Oude Maas opgelegde
zeeschepen is dan ook gedurende het laatste kwartaal
met 22 gedaald. In de enkele haven van Ro’tterdam
zijn, vergeleken met het derde kwartaal van 1932, 146
schepen meer binnengekomen, terwijl de netto-tonnage
met bijna 300.000 ton is vermeerderd. Het aantal
der taken van de arbeiders, wier werkgevers bij de
Scheepvaart Vereeniging Zuid zijn aangesloten, is ge-
stegen van 647.836 in het derde kwa,rtaal van 1932
tot 664.096 in het derde kwartaal van 1933. Welken
invloed de verlaging der havengelden onder deze om-
standigheden voor de opbrengst van dit middel zal
hebben, valt nog niet na te gaan, omdat bij het nieuwe
stelsel de vaststelling van de verschuldigde bedragen
meer
tijd
kost, waardoor het langer duurt, vôôrdat zij
in de gemeentelijke kas vloeien. Uiteraard heeft deze
omstandigheid een verschuiving veroorzaakt, waar-
door de cijfers over het eerste kwartaal na de invoe-
ring een zeer droevig figuur maken. Bij volgende ge.
legenheden zal eerst een zuiver oordeel mogelijk zijn
Verheugen] is voor Rotterdam, dat ons aandeel in
de tonnage, welke in de
gezamenlijke
havens van het
Koninkrijk b.iunenknmt, ook weder stijgt. Hetzelfde
is het geval met het aantal afvaarten van lijnbooten,
evenals met de hoeveelheden beladen binnengekomen
en vertrokken zeeschepen. Voor de hinnenschepen, die
het havengeld anders dan in eenmaal per jaar betalen,
bedraagt de toeneming van het draagvermogen tus-
schen de twee kwartalen in vergelijking meer dan een
millioen ton. Tegenover de verklaarbare daling van
het verkeer door de Vlasmarktsluis staat een bijna
dubbel zoo groote vooruitgang van dat door de Delfs-
havensche Schie, waartoe de toegang door het in ge-
bruik stellen van de Parksluizen zoozeer is verbéterd.
In het bijzonder de Rijnvaart op Rotterdam is ver-
heugend gestegen. Langs Lobith passeerden dit kwar-
taal met bestemming naar onze haven 2639 beladen
Rijrischepen (1932: 2159), in omgekeerde richting,
herkomstig uit Rotteidam, 2850 (1932: 2477).
Met het goederénvervoer gaat het al even voorpoe-
dig (relatief altijd!). Voor den geheélen Nieuwen
Waterweg, tot en met DordrechtfZwijndrecht, is de
goederenomslag gestegen van 5.889.905 tot 7.130.691
ton; voor de enkele haven van Rotterdam van 5033.501
tot 6.151.631, ton, dus met ruim 22 pCt. Volgens de
uit de havenstatistiek des Rijks getrokken gegevens deelen alle rubrieken van goederen in dezen zegen.
Weliswaar is deze inlichting eenigszins in strijd met
het gegeven, dat de drijvende graanelevators wat min-
der graan hebben gezogen, doch deze opgaven uit
verschillende bronnen hebben – wat. trouwee , be.
‘grijpelijk is – nooit volledig overeengestemd en de
achterstand van de elevatorenondernemingen was dit
kwartaal althans veel geringer dan in de eerste helft
des jaars. Het Rijngoederenverkeer van Rotterdam
is gestegen met een goede 900.000 ton; het aandeel
van Nederland en Rotterdam daaraan is eindelijk we-
dér wat gunstiger geworden.
De gemeentelijke kranen- en kolentippen hebben
harder gewerkt dan een jaar tevoren; het aanwer-
vingsbureau van de reeders heeft aanzienlijk meer
schepelingen op de monsterrollen gebracht. Last not
least: op den laatsten dag van dit kwartaal stonden op
de arbeidsbeurs 43.716 volgens eigen opgaaf werklooze
werkzoekenden ingeschreven, tegen 44.730 een jaar te-
voren. L.
De strijd op de internationale radio-markten.
De Frankfurter Zeitung meldde onlangs, dat er in
den vorm van de ,,Tungsram” een nieuwe outsider op
de markt van radiobuizen is verschenen. Dit is te
meer opvallend, waar de fabrikanté van de Tungsram-
buizen, de Vereinigte Glühlampen- und Electricitiits
A. G. te Ujpest
bij
Budapest, op het gebied der gloei-
lampen met dezelfde groepen nauw samenwerkt, welke
zij thans in den radiohandel bestrijdt, Philips .eener-
zijds en de zoowel bij Osram (gloeilampen) als bij
Telefunken (radio) beslissende Duitsche groepen in
de electrotechnische industrie anderzijds. De Frank-furter Zeitung (No. 808 van 12 Nov.) voegt er thans
‘aan toe, dat het optreden van de Hongaren, vilgens
ingewonnen inlichtingen, niet alleen aan het afloo-
pen van het Lieben-patent moet worden toegeschre-
ven, waardoor – de patentrechtelijke positie voor den
nieuwen outsider in Duitschland
gemakkelijker
schijnt
te worden, doch ook verband houdt met onderhande-
lingen van de Europeesche radiobuizenproducenten
omtrent een internationale marktregeling naar het
voorbeeld van het gloeilampenkartel.
De onderhandelingen, die reeds sedert het voor-
jaar gevoerd worden, hebben begin October schipbreuk
geleden. Direct daarna begonnen de (reeds voorbe-
reide) Tungsram-verkoopen in Duitschland. Voor
zoover ons bekend, zijn deze onderhandelingen in de
eerste plaats gestrand op de gevraagde quote. Tungs
ram eischte een quote, die minIer op zijn vroegere
ômzetten dan wel op zijn omzetverwachtingen geba-
seerd zou
zijn.
Hoewel de beide andere partijen in
principe hierin toestemden, kon men het toch om-
trent de feitelijke quoteverhouding niet eens worden.
1-lierbij schijnt overigens niet zoozeer juist de Duit-
sche markt op den voorgrond te hebben gestaan –
Tungsram wilde, naar men zegt, zelfs bij een bevre-
digende algemeene regeling van de Duitsche, Neder-
landsche en Belgische markt afstand doen -, de Duitsche markt dreigt thans echter volgens den
nieuwsten gang van zaken het terrein van den strijd
van internationale oneenigheid omtrent de quoten te
worden.
De voornaamste afzetgebieden van de Vereinigte Glühlampen- und Elektricitiits – A. G. waren in zde
eerste plaats, zoowel wat de gloeilampen als wat de
buizen betreft, Zu-id-Oost-Europa, Zuid-Amerika,
Afrika en Azië. Later was de Hongaarsche -onderne-
ming echter ook werkzaam- in -West-Europa, -inzon-
derheid in-België, -Frankrijk, Nederland-en in Zwit-
serland, dus in landen;- waar het-patentwezen niet zoo
moeilijk is als in .Diitschland. Wellicht is de oorzaak
van deze’ epansie; dat de afet van
gloeila?n pen
in
de laatste jaren van de crisis aanzienlijk is gedaald,
dat de wereldmarkt hier door ‘he.internatio’nale kar- –
tel naar de prijzen en naar de. quoten begrensd is en –
dat de concurrentie zich op deze wijze in sterkere
mate op den buizenhandel toelegt. Daarbij komt, dat de Aziatische markt door de Russische en Japansche
côncurrentie voor de Europeesche p.ioduéenten
steeds kleiner wordt. – – -. –
Het verschijnen van Tungsram in West-Europa kan
èchtér- ook- ten doel hebben, bij de verwachte interna-
910
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22 November 1933
tionale overeenstemming, een betere quote te ver-
krijgen. Volgens de omzetverhouding, zooals deze tot
dusverre was, zou cle quote van Tungsram namelijk
bij die van Philips en Telefunken zeer aanzienlijk ten
achter blijven. Tenslotte zal ook het feit, dat de af-
zet van radiohuizen in 1933 hij dien van het vooraf-
gaande jaar gemiddeld met 10-15 pOt. ten achter is
gebleven, nog tot een verscherping van den quoten-
strijd hebben medegewerkt. Voor de Fransche markt
is onlangs een overeenkomst tusschen de Duitsche en
Fransche producenten tot stand gekomen, waardoor
het indringen van Tungsram in Frankrijk wordt be-
moeilijkt. 0k voor Zwitserland zouden thans over-
eenkomsten bestaan. Derhalve zal Tungsram zich te
intensiever op de Duitsche markt toeleggen.
De Duitsche producenten houden de patentbescher-
ming ook na het afloopen van het Lieben-patent tegen-
over den nieuwen outsider voor voldoende vanwege
de talrijke nog aanwezige andere patenten. Deson-
danks is het mogelijk, dat de patentbescherming hier-
door wordt versterkt, dat het Lieben-patent en eenige
andere belangrijke buizenpatenten achteraf nog wor-
den verlengd. Een dergelijke verlenging was reeds
vroeger in een aanvullingswet tot de patentwet voor-zien, en wel juist met het oog op de in deze maanden eindigende gloeilampen- en radiopatenten. De loop-
tijd van de pateriten zal hierin zoo worden geregeld,
dat deze niet
bij
de indiening van de patenten begin-
nen, doch bij de patentverklaring. Dit zou het afloo-
pen in de meeste gevallen stellig met jaren opschorten.
Er bestaat alle kans, dat voor de reeds afgeloopen pa-
tenten tot een soortgelijke regeling met terugwerkende
kracht zal worden overgegaan.
De beweging der prijzen in de Vereenigde Staten.
Het National Bureau of Economie Research te
New-York heeft in zijn bulletin van einde October
een overzicht gegeven van de jongste prijsbeweging
in de Vereenigde Staten. Het gaat hierbij niet om de
gewone methode, waarbij het indexcijfer vau de prij-
zen, meestal groothandelsprijzen, wordt bestudebrd,
maar om een analyse van de prijsbeweging der ver-
schillende groepen van producten ten opzichte van elkaar. Wat het indexcijfer der groothandelsprijzen
betreft, wordt slechts vastgesteld, dat het – in goud-
waarde – in verschillende landen is gestegen van Mei
tot September 1933. In de Ver. Staten bedroeg de
stijging gedurende clie periode, uitgedrukt in papier-
dollars, 18.4 pOt.
Van groot belang is het
eigenlijke
onderwerp der
studie, de koopkracht per eenheid goederen. Deze laat
zich als volgt berekenen. Vanaf 1929 tot nu toe is het
indexcijfer, dat is dus de gemiddelde
prijs,
van allerlei
producten belangrijk gedaald, maar deze daling is
voor verschillende soorten goederen lang niet gelijk
geweest. Was die daling wel in dezelfde verhouding
geschied, dan zou men in 1933 bv. voor een ton tarwe
precies evenveel hebben kunnen koopen (natuurlijk
via een zeker geldvolume, dat bij verkoop van tarwe
wordt verkregen), als in 1929 het geval was geweest.
Nu de daling in verschillende groepen ongelijk was,
is de koopkracht der diverse producten ten aanzien
van elkaar sinds 1929 veranderd.
Die verandering vindt men, wanneer men de prijs-
beweging van de betroicken groep van producten ver-
gelijkt met die van het indexcijfer der groothandels-prijzen. Dit indexcijfer was in Sept. 1933, in goud-waarde, voor de Ver. Staten precies de helft van het
indexcijfer van Juli 1929. Men moet dus de prijzen
van de verschillende goederen in September 1933 met
de helft van de prijzen in 1929 vergelijken, en vindt
dan de volgende verhouding (zie tabel bovenaan vol-
gende kolom).
De ongeljkmatige prijsdaling van verschillende
soorten goederen heeft een groote verschuiving in de
Indexeijfer
van koopkracht per eenheid van goederen.
Aantal
ldeh
r
.
Juli
Sept.
prijsopgaven
Soort der goederen
1933
144
Grondstoffen
…………..
82
91
88
516 Fabrikaten,
waarvan
……
.lii
106
107
180
Levensmiddelen
………..
81
85
84
480
Niet-levensmiddelen
…….
112
108
110
74
Landbouwproduet.. onheverkt
64
82
76
403 Halffabrikateit
…………
96
100
99
257 Consumptie-artikelen
……
104
1.00
102
103
Art, voor kapitale werk
11.8
1.08
107
103
Bouwmateria leo
………..
123
116
117
koopkracht van de voorthrengers daarvan veroorzaakt.
Het sterkst hebben de landbouwers geleden, die in
Febr. 1933 slechts iets meer dan de helft der bouw-
materialen, en minder dan tw’ee derden van alle goe-
deren konden koopen voor hun product dan in 1929.
Daarna komen de producenten van grondstoffen. De
producenten van levensmiddelen ontvingen wel min-der voor hun product, maar mqesten ook veel minder
voor de grondstoffen van hun fabricage betalen. Ten-
slotte is het opvallend, dat, in verhouding tot de al-
gemeene prijsdaling, de artilcelen, noodig voor de
productie van kapitaalgoederen en de bouwmaterialen veel minder zijn gedaald. Hierdoor werden uitbreidin-
gen en bouwwerken buitengewoon kostbaar, hetgeen
– tezamen met de algemeene onzekerheid – een fac-
tor was, die dergelijke werken nagenoeg geheel tot
stilstand heeft gebracht.
De maatregelen der regeering van president Roo-
sevelt hebben, tot Juli 1933, de divergentie van de
prijzen der verschillende soorten goederen doen ver-
minderen. De J)rjzeu van grondstoffen en landbouw-
producten konden, in vergelijking met die van andere
goederen, zeer belangrijk stijgen, terwijl de te hoog
geprjsdc goederensoorten, meestal fabrikaten, in ver
houding tot het geheele prijsniveau goedkooper wer-
den. Nadien heeft deze gunstige werking echter groo-
tendeels opgehouden, zoodat de cijfers voor September
opnieuw een ongunstiger beeld geven te.n aanzien van
de divergeutie der
prijzen
als in Juli het geval was,
terwijl toen de verhouding van voor de crisis nog niet
eens was bereikt.
Het Bulletin bevat nog vele interessante gegevens,
zoowel in tabel- als in grafiekvorm, omtrent de details
der prjsbeweging, die wij hier niet kunnen reprodu-
ceeren. Wij gaven de bovenstaande tabel slechts om de
groote waarde van
dergelijke
onderzôekingen in het
licht te stellen. Het is immers
duidelijk,
dat in een
luttel aantal jaren de productiviteit niet zoozeer ge-
vijzigd kan zijn om een groote divergentie in de prij-
zen van cle verschillende soorten goederen mogelijk te
maken. Een prijsdaling, zoo ongeljkmatig als uit deze tabel blijkt, moet tot catastrofale verarming van groe-
pen der bevolking leiden, die zich met de vervaardi-
ging van die goederen bezighouden, die relatief het
snelst in prijs dalen. Het is een huiterewoon ongun-
stig teeken, dat de diverge.utie van de
prijzen,
na een
auinvankeljke periode van gunstige ontwikkeling,
sinds Juli opnieuw is ingezet.
Taiineer
men evenwel het prijsniveau en de prijzen
der
afzonderlijke
goederen thans vergelijkt met de-
zelfde gegevens Van 1913, kunnen verschijnselen van
clivergentie niet zonder meer op evenwichtsverstoring
wijzen. Dan is de tusschenliggende periode te groot,
en
zijn
fundamenteele wijzigingen in de productiviteit
der verschillende groepen goederen
mogelijk,
die een
zekere prjsdivergeutie rechtvaardigen. Het Bulletin,
dat ook die prijzen met elkaar vergelijkt, wijst wel op
die mogelijkheid, maar toch zou de betreffende tabel
gebruikt kunnen worden om de situatie der land-
bouwers ongunstiger voor te stellen dan zij in ver-
kelijkheid is. Immers, in 1929, toen de landbouwers
in de Ver. Staten over het algemeen nog niet te klagen
hadden, was het indexcijfer der landbouwproducteri,
in verhouding tot het
prijsniveau
van 1913 tot 92
gedaald, terwijl de prijzen, die de farmers moes-
22 November 1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
11
ten betalen voor hun aankoopen tot 152 waren ge-
stegen. Een belangrijk deel van die divergentie is on-
getwijfeld door de productiviteitsvergrooting in den
landbouw mogelijk gemaakt. Maar neemt men de korte
periode 1929 tot 1933, dan is, zelfs wanneer men reke-
ning houdt met een voortgang der prijsbeweging van
v66r 1929, de relatieve daling der landbouwproducten veel te groot geweest.
Het Bureau of Economie Research is van meening,
dat een reëel economisch herstel gepaard moet gaan
met een betere pri.jsverhouding tusschen de verschil-
lende goederensoorten, hetgeen ook na vroegère crises
steeds het geval is geweest. Men acht het ontmoedi-
gend, dat de eerste weken van October dezelfde’ on-
gunstige tendens te zien gaven, die sinds Juli over-
heerschend was, en vraagt zich af, of misschien de –
toen aangekondigde – nieuwe monetaire maatregelen
een ige verandering ten goede zouden brengen.
Sterke uitbreiding van de productie van oorlogs-
materiaal in de wereld.
De mededeeling van den Minister van Marine in
het Engelsche Lagerhuis in de vorige week, dat de
Regeering zou overgaan tot een uitbreiding van den
vlootbouw, is een symptoom van de toenemende bewa-
pening in de verschillende landen. Volgens het Insti-
tut für Konjunkturforschung, dat aan dit onderwerp
een speciale studie heeft gewijd, heeft de last van
de hewapeningsuitgaven zich, sedert 1929, vergeleken
met de ontwikkeling van de wereldproductie, bijna
verdubbeld. Op het oogenblik wordt ongeveer 5 pOt.
van de waarde van de internationale productie van
goederen voor bewapening uitgegeven, zooals uit het
onderstaande staatje, dat ontleend is aan de genoemde
publicatie, moge blijken:
Bewaeniugsuitgaven en Wereldproductie.
Waarde:
1928 = 100.
Jaar
Bewapeningsuitgaven
‘j
Wcreldproductie
2)
1913 ………….
64
54
1925 ………….
90
97
1926 ………….
91
92
1927 ………….
100
95
19.28 ………….
100
100
1929 ………….
104
104
1930 ………….’
107
86
1931…………..
104
•
69
1932 ………….
107
56
‘) 1913 ruw
geschat. De opgaven voor
1925
tot
1927 vol-
gens de ,,Annuaire ‘Militaire”,
1913
geschat; vanaf
1928
uit de militaire budgets voor
53
landen volgens de ,,An-
nuaire Militaire” berekend.
) Berekend door het
1. 1. Ii. 1932
geschat.
In dit verband is het interessant tevens een over-
zicht te geven van de uitgaven voor bewapening per
hoofd van de bevolking. Het onderstaande staatje is
eveneens aan de genoemde publicatie ontleend:
Bewapeningsuitgaveu per hoofd der bevolking.
(1930/’31
in R.)
IL).
Landen met buitengewoon hooge bewapeningsksten.
Frankrijk ………..
54.40
Finland ………….
19.20
Gr. i3rittaanië ……..
49.60
Noorwegen ……….
19.-
Nederland ………..
39.35
Estland ………….
18.50
Italië ……………
33.30
Letland ………….
17.80
Zweden ………….
25.-
Griekenland ………
17.40
Zwitserland ………
22.50
Sovjet-Rusland . ……
16.80
Ver. Staten ……….
21.50
Spanje …………..
15.60
i3elgië ……………
20.60
Tsjecho-Slowakije .. .
15.20
Polen ……………
15.20
Landen met buitengewoon lage bewapeningskosten.
Egypte ……………
1.40
Guatemala ………..
3.80
Uruguay ………….
1.50
Siam ……………..
4.30
:F[aiti
…………….2.-
Brazilië …………..
4.50
Zuid-Afrika ……….
2.10
Bulgarije …………. .
5.20
Columbia ………….
2.30
Perzië ……………
5.30
Indië …………….
2.30
Peru ………..::; …..
5.60
i)ominik. republ . ……
3.70
Salvador …’. ……..
5.75
Volgens .,A.unuaire’ Militaire”
1933.
Voor een aantal
landen waarschijnlijk te laag aa ugegeven.’
De bijzonder geringe bedragen voor de overzeesche
landen zijn daaruit te verklaren, dat in weinig ontwik-
kelde volkshuishoudingen, de belasting van de bevol-
king volgens andere maatstaven gemeten moet worden
als in Europeesche landen. Bovendien hangt te gerin-
ge bewapening van de koloniale landen samen met de
hooge bewapening in de moederlanden. De landen met
groote koloniën, zooals Frankrijk, Groot-Brittannië,
ëNederland. en Italië, hebben dan ook groote uitgaven
‘voor bewapening.
In absolute
cijfers
‘is de voorsprong van de groote
landen nog aanzienlijker. De Ver. Staten, Rusland,
Engeland, Frankrijk,. Italië en Japan,’ die tezamen
nog niet
V4
van de oppervlakte van de aarde en van ‘de
wereldbevolking uitmaken, hebben een aandeel van
meer dan % van de totale uitgaven voor bewapening
in de wereld. De hooge. stand van de internationale
bewapeningsuitgaven is daarom in de ‘eerste plaats
aan de bewapening van de groote machten . toe te
schrijven.
Bovendien moet men bedenken, dat deze machten
haar uitrusting technisch het beste ontwikkeld hebben
(moderne oorlogschepen, luchtschepen).
De vijf landen met de -hoogste uitgaven voor bewa-
pening hebben, volgens het genoemde Instituut, onge-
veer 55 pOt. van de werelduitgaven van landstrijd-
krachten, maar 70 pOt. van de werelduitgaven voor
zeestrijdkrachten en 80 püt. van de werelduitgaven
voor luchtstrijdkrachten.
Veranderingen ‘in de internationale arbeidsver-
deeling op landbouwgebied.
Het Institut für Konjunkturforschung publiceert
een interessant artikel over de veranderingen in
de internationale arbeidsdeeling op agrarisch ge-
bied, een onderdeel van het vraagstuk van de struc-
tuurverschuivingen in de wereldhuishouding, waarop
in de laatste aflevering van het Economisch-Statis-
tisch Kwartaalbericht de aandacht is gevestigd. Het
genoemde Instituut wijst erop, dat landen als Neder-
land, Denemarken en de lersche Vrjstaat een ,,Ver-
edelungswirtschaft” hebben’geschapen, waardoor
zij
een
intermediaire rol spelen in het ruilverkeer, tusschen
zuiver agrarische ‘en industriëele landen. Voor de
veredelingsbedrijven in den landbouw wordt veel vee-
voeder uit de agrarische landen betrokken; de indu-
striëele landen nemen die veredelde producten af,
zoodat de agrarische landen niet rechtstreeks, al hun
grondstoffen aan de industrielanden behoeven te’ le-
veren, en evenmin zelf rechtstreeks alle uit te voeren
industrieproducten uit de industriëele landen behoe-
ven te betrekken. Een deel hiervan komt voor reke-
ning der landen met ,,Veredelungswirtschaft”.
Dientengevolge heeft “deze ‘groep van landen een
zeer grooten veestapel ontwikkeld, hetgeen uit de
volgende cijfers voor het jaar 1928/’29 blijkt.
Stuks vee per 100 inwoners in
1928f’29.
Dimitschland Engeland Denemarken Nederland Ierland
– Koeien . . ‘
28 . , 18 ‘ , 85 . . 30 134
Varkens .
, .
36
,
8
102 –
. 25
32
Kippen
–
, 135
11,8 ,
593
311
582
Zoolang de prijzen vooi veeteeltproducten, vleeh,
zuivelproducten, eieren, niet te sterk daalden, onder-
vond de veeteelt voordeel van de daling der graan-
‘prijzen, omdat de
prijs
van grondstoffen voor de ver-
vaardiging der, veredelde ‘producten aanzienlijk daal-
de. Daardoor nam dus, na de graancrisis, de veeteelt
toe, niet alleen in de vroegere veredelingslanden, maar ook in die, landen, die tot nu slechts agranisdhe grond-
töffen hadden – vrvaardigd, maar zich thans liever
ioèlegdeu ‘op de ‘productie van meer loonenderagrari-
sche artikelen, waartoe de veredelingsproducten be-
hoorden.
Toèn ‘hier nu de’ verscherpig dr crisis hij kwam,
waardoor de industrielanden, hun invoer hoe langer
912
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22 November1933
hoe iieer gingen beperken, kwamen de veredelde ‘land-
bouwproducten in 1931 en 1932 in dezelfde positie
als granen eenige jaren tevoren, hetgeen tot een zeer
groote prijsdaling voerde, terwijl bovendien ook de
uitgevoerde hoeveelheden achteruitgingen.
Dit geldt in het bijzonder voor Nederland. Dene-
marken is erin geslaagd, tot einde 1932, de hoeveel-
heid der geëxporteercie producten op het oude peil
te handhaven als gevolg der valuta-depreciatie. He inkomensaldo uit de veredelingsindustrie is daarom in Denemarken niet zoo stêrk gedaald als in Neder-
land, waar de uitvoer van alle producten min of meer
sterk is achteruitgegaan. Daardoor ontstaat thans
voor Nederland reeds een’passief saldo, wanneer men ook tarwe in de veredelingsbalans opneemt.
Balansen der agra rische veredelingsbedrijvea. – Waarde in millioen
R.M.
t)
1928 1929 1930 1931 1932
Nederland.
Uitvoersurplus van dier!.
prod.
2
)
…………….
761
727
618
•488
289
lnvoersui’plus van veevoeder
3
) 616
547
392
320
258
Saldo ten gunste van uitvoer
145
180
226
168
31
Saldo ten gunste van uit-
voer
mci.
tarwe …….
25
40
1.1.6
100 —32
Denemarken.
IJitvoersurplus van dier!.
prod.
2
) …………….
1.305 1.358 1.296 1.027
ca.
650
Invoersurplus v. veevoeder
3
) 549
464
378
319 ,, 200
Saldo ………………..
756
894
91.8
708
ca.
450
Jersche Vrijstaat.
EJitvoersurplus van dier!.
prod.
2
) ……………..
636
634
589
460
238
Invoersurplus
v.
veevoeder
3
)
136
132
110
91
71
Saldo ……………….
500
502
479
369
167
Omgerekend naar den gemiddeiden koers van het jaar.
Levende dieren en dierlijke voortbrengselen, vleesch,
spek, boter, kaas, enz.
3)
Voergraan, veekoeken van olie-
houdende zaden en afval van olieslagerijen.
INGEZONDEN STUKKEN.
DE VOORUITZICHTEN VAN DE RUBBERCULTUUR.
Dr. Franz J’uda te Berlijn schrijft ons:
In zijn artikel in E.-S. B. van 4 Oct. ji. beweert
de heer A. G. H. van Woerden, dat de rubbererisis
uit de cyclische natuur van de rubberproductie kan
worden verklaard.
De cyclische natuur van de rubbercultuur kan op zichzelf niet worden betwist. Maar het is niet juist,
dat de cyclische natuur ook maar een wezenlijke oor-
zaak van de crisis is.
Rubberprijzen
Nien ve aanplantingen
1)
per Ib.
191.7 …………2s
9%
d
401.000
acres
1918 …………
.
7
3%
.,
407.000
1919 …………2,,
1%
.,
372.000
1920 …………1,, 11
,,
337.000
1921 …………10%
.:
127.000
1922 …………9
129.000
..1923.
1
3 /io ,-
92.000
1924………….1
1
27
/
32
.,
219.000
1925 ………… 2
11
1
/16,.
469.000
1926 …………1,, 11%
,,
649.000.
1927 ……………1 ,,
6
7
16
577.000
1928 ……..
….1o/;
423.000
1929 ………. ….
i0’/i .,,
203.000
1930 …………..
539
/
1931 …………3i
,,
voor onze beschouwing
.1932 ………….. 2″/
3
2,,
van geen beteekenis.
1)
De prijzen zijn jaargemiddelden van de Londeusche
noteeringen volgens de gegevens van de Rubber Growers
Association te Londen.
De nieuwe aanplantingeii in de periode
1917—’22
zijn
van de Rubber i)ivision van het Department of Commerce, te Washington; vart
1923—’29
volgens het Rubber Grovers
Bulletin van Februari
1931,
blz.
60.
Het jaar 1929 kan inderdaad nog als crisisvrij wor-
den beschouwd.
Indien nu de cyclus de oorzaak zou zijn, dan zou-
den cle groote aanplantingen, welke als gevolg van de
hooge prijzen plaats hadden, de meerdere productie
hebben teweeggebracht. De hooge prijzen dateeren
van 1925/’26, de groote aanplantingen van 1925/28.
De heer Van Woerden rekent terecht met ongeveer
zes jaar om tot wasdom te geraken. Bij het uitbre-
ken van de crisis aan het einde van 1929, resp. begin
1930 was nauwelijks eenige aanplant uit de hausse
periode taprijp.
De rubbrcrisis heeft geheel andere oorzaken.
2),
Zij
liggen niet zoo aan de oppervlakte als de cyclus, die
eenigen tijd in de mode was gekomen. De oorzaken
liggen ‘eel dieper en zijn van meer ernstigen aard.
De gemiddelde opbrengst per H.A. kon na langen,
moeizamen aibeid, die gemeenschappelijk door man
nen der wetenschap en practici werd verricht, in den
loop van 10 jaren met ten minste 40 pOt. worden
opgevoerd
3).
Anderzijds hebben ingenieurs en chejnici den auto,
band, die ongeveer % van alle rubber absorheert, zon-
danig verbeterd, dat zijn levensduur steeds is toege-
nomen. Dit blijkt ten duidelijkste uit de volgende
tabel
4)
Vereenigde Staten.
‘erbru ik van ba.nde t per in het voo la fga
ei
cle jaar
geregistreerde auto.
1928 …………….2.60
1929 …………….2.17 1930 …………….1.66 1931 …………….1.68 1932 …………….1.49
De verhooging van de duurzaamheid van den band
v.ond juist in de laatste jaren in zeer sterke mate
plaats. Ook de economische ‘crisis mag ertoe hebben
medegewerkt, om deze ontwikkeling te versterken.
In elk geval waren het twee absoluut buiten den
cyclus liggende bewegingen, die de
werkelijke
oor-
zaak van de rubbercrisis vormen. Behalve deze bedenkingen, moeten ook andere be-
zwaren worden gemaakt. In de tabel op blz. 773,
tweede ‘kolom, wordt de per band benoodigde rubber
op 20 lbs. aangenomen, terwijl de Amerikaansche
census voor 1931, welke rond 75 pOt: ‘van de banden-
productie der wereld omvat, gemiddeld slechts’ rond
12V4′ lhs. aangeeft. Het grootere aandeel van de vracht-
wagens in de rest van de wereld en een geringe stij-
ging van het’ rubbergehalte sedert 1931 kunnen geen
verklaring voor het enorme verschil vormen.
Daar . de cyclische veronderstellingen van den
schrijver niet juist zijn en de berekeningsbases on-
juist, moeten ook de conclusies verkeerd zijn; het is
zeer gevaarlijk, op deze voort te bouwen.
De volgende uiteenzettingen zijn ontleend aan een
onderzoek, dat onder den titel ,,J)ie Kautschuk-Krise, ihre
U rsachen, Wi rku ngc u u id Lösu ngsversuc-he” binnenkort
het licht zal zien.
Mr. Macfadyen (:E[arrisons & Crosfield Ltd. Londen)
noemt in India Rubber Journal, International Number
1932,
blz.
5
zelfs
60
pCt.
Rubber Growers Bulletin, Londen, April
1933.
MAANDCIJFERS.
OVERZICHT DER OPBRENGSTEN VAN HET
STAATSBEDRIJF DER P.T.T.
A1JG1JSTUS
1933.
Werkelijke1
Meer of minder dan
Omschrijving
opbrengst
Aug.
1933
1 Aug.
1932
1
Begrooting
Posterijen
……’
f
2.922.492
-f.
‘f
23.515
–
f
92.308
,,
377.038
—
,,
30.659
-j-.
,,
8.138
Telegrafie
…….
,,
2.037.729
+
,,
53.879
+
21.529
Telefonie ………
Postchèque- en
–
Girodienst
605.599
+
,,
125.484
+ ,,
50.899
Totalén …… j f 5.942.858
f
172.219 — f 11.742
OVERZICHTEN.
)NTO’S.
Lissabon …. 6
13 Mrt.
1
33
Londen ……2
30Juni’32
Madrid ……
6
26 Oct.’32
N.-YorkF.R.B.
2
19Oct.’33
Oslo
……..
34
22Mei’33
Parijs
……
24
9Oct.
1
31
Praag
…..
.
3425 Jan.’33
Pretoria
….
3415 Mei ’33
Rome ……..
34
4Sept.’33
Stockholm
.. 3
1 Juni’33
Tokio
….
3.65
2 Juli’33
Weenen……
5
23Mrt.
1
33
Warschau….
5
26Oct.
1
33
Zwits.
Nat. Bie. 2
22 Jan.’31
22 November 1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
913
OVERZICHT DER RIJ’KSMIDDELEN
(In Guldens)
o
t
193
Sedert
1 Januari
1933
Overeen-
komstige
periode 1932
Directe
belastingen.
288.347
5.017.480
4.863.803
Personeele belasting
1)
–
–
202.194
Inkomstenbelasting
.
4.139.240 48.036.936
62.127.503
Vermogensbelasting
772.193
8.518.508
10.224.216
Dividend-en tantièmebel
477.523
9.154.080
13.289.424
Grondbelasting ………..
7.664.318 62.002.006
70.956.6S9
Ope. op rechten op d.
mv.
2)
1.208.167 13.083.427
–
175.333
1.645.858 1.765.538
Invoerrechten
…………
Accijnzen
Stotistiekrecht
………….
158.742 1.728.871
1.839.499
634.345
5.566.917
5.512.441
27.362
1.145.186 1.860.448
2.352.893
24.529.805 26.630.452
Geslacht
……………
961.302 8.646.424 9.545.976
Zout
………………..
Wijn
………………..
Opc. op accijns op Bier’)
145.280 888.407
–
6.182.713
43.994.402
43.804.437
Gedistilleerd
……….
Bier
………………..
Opc. op
cc. op Suiker
2)
1.234.997 7.051.977
–
1.601.932
I8.845.440
22.392.640
Suiker
…………….
Bel. op gouden en zilverw
85.030 550.129
571.709
Tabak
……………..
rndirecte
belastin gen.
1.241.578
4
12.526.977
5
14.042.704
Zegelrechten ……….
Registratierechten
.
886.083 9.093.807 8.636.927
2.678.991
26.205.393 29.068.097
Domein., wegen en
vaart
407.876 3.005.013 3.249.295
Successierechten
…….
165.514
620.494
620.001
taatsloterj
………….
311.436
2.894.721
2.757.346
oodsgelden
………….
Totaal-Generaal..
33.801.695
314.752.258i 333.961.339
1)
Met ingang v. h. belastingjaar
1931
wordt de personeele bel, ge-
heven ten bate v. d. gem., zoojat de in dezen staat vermelde bedragen
uitsluitend vroegere belastingjaren betreffen.
2)
Wegens de wijzigingen,
tijdens de behandeling aangebracht in het ontwerp dat geleid heeft tot de wet van
24 Dec.
1932,
Stbl. No.
634,
worden de opcenten op de
invoerrechten en de opcenten op den bieraccijns lager geraamd dan
geschiedde in de toelichting bij de Middelenwet, en worden nieuw
ingevoegd de opcenten op den suikeraccijns.
3)
Hieronder begrepen
f 280.186
wegens zegelrecht enz. (Beursbel.).
4)
f2.856.945.
5)
f2.759.080.
HEFFINGEN VOOR HET LEENINGFONDS 1914.
Verded.igingsbelasting
710.615
7.418.198
10.657.583
Opcent en:
1.7 7.933
3.154.238
3.881.581
Grondbelasting ……..
Personeele belasting
.
– –
32.992
Inkomstenbelasting ..
820.672
9.631.939 12.253.763
Vermogensbelasting
.
414.420
4.679.439 5.624.944
Dividend- en tantième.
3.020.842
4.385.510
belasting
………..157.574
Accijns op Wijn
20.924
899.238
929.946
Gedistilleerd
235.289
2.452.981
2.663.045
Suiker
617.440 4.381.887 2.279.155
Taba.ksacc. op sigaretten
483.773
5.099.875
4.371.762
Zegelrecht v. buit.l. eif.
53.795 733.343
842.482
Invoerr. Zuidvruchten
32.71.4
1.056.357
645.064
Opc. invoerr.op Zuidvr.
9.814 316.907
–
Totaal ….
48.567.827
3.734.963
42.845.244
hEFFINGEN VOOR HET WEGENFONDS.
Wegenbelasting ………909.266 12.050.676 11.554.923
Rijwielbelasting
41.878
7.224.508
6.961.378
– -. Totaal ………..951.144
19.275.184
18.516.301
INKOMSTEN TEN BATE VAN FrET ,,GEMEENTEFONDS”
Gemeentefondsbelasting
Tijd. opc. Gemeentef bel.
Opcenten Vermogensbel
Tijd. ope. Vermogensbel.
4.545.850
1.533.979
364.090
185.799
51.416.034
3.619.381
4.114.153 451.660
61.746.827
4.764.490
–
6.629.718 59.601.228
66.511.317
Totaal
………..
SPLITSING VAN DE OPBRENGST DER GROND:, IN.
KOMSTEN- EN VERMOGENSBELASTING
SEDERT 1 JANUARI 1033.
lens jaren
D’
.
Grond-
belasting
Inkomsten-
belasting
459:687
Vermogens-..
belasting
1930131 ……
–
75.087
1931132
22.344 1.376.849
232.391
132133
706.060 37.913.659
6.674.845
1933/34…..
4.289.076
8.286.741
1.536:1
85
rotalen
8.518.508
5.017.480 48.036.936
STATISTIEKEN EN
BANKDISCI
Disc. Wissels.
Ned
24 (9Sept.’33
1
Bel.
Bk
Binn.Eff.
3
19Sept.’33
Vrsch. in R.C.
3
19Sept.’33
Athene ……….
7
140ct.’33
Batavia ……….
44
16Aug.’33
Belgrado
……..
74
20 Juli ’31
Berlijn
……….
4
22 Sept.’32
Boekarest ……..
6
5 Apr. ’33
Brussel ……….
34
13Jan.’32
Budapest ……..
44
17Oct. ’32
Calcutta
……..
34 16
Feb.’33
Dantzig
……..
3
6
Mei
’33
Helsingfors ……
5
4 Sept.’33
Kopenhagen
….
3
1Juni ’33
OPEN MARKT.
1933
1932
1931
1914
l8
3/ Nov.
0v.
18
6/11
30
Oct./
14/19
16121
20124
Nov.
Nov.
4
N(v.
Nov. Nov.
Juli
Amjterdam
Partic.dlsc.
31 31 31
3
18_
1
12
1
14_
1
12
2I16
7
I16
3I8-I16
Prolong.
1
1
1
1
1
1112
2
1
1-
3
I4
Londen
Dage1d.
. .
1
13_
‘I-1
i(-1
‘l,-1
11
4
1
4-5
1
1
1314-2
Partic.dlsc.
11
116-‘/8
11/
1
61/8
161
16
_l118
7/-1
13/16.d5f1
518-I8
41/4314
Berlijn
Daggeld…
4i!8_51(8
4-514
4
2
185
1
1,
4I2-6 4I8-5I4
8-99e
–
Maandgeld
411
2
.6
4
1
12-6
4136
4
1
l2-6
4125
1
13
8-11
–
Part, disc.
371
s
37(
4
37J
371 371
8
2
1
1-
1
13
Warenw.
. .
411 4..i/
411
4_113
4114
8’1
293′
3
(4
. –
t’lew York
Dag6eld
1)
hI 5(
3
31
4
31
4
1
‘I
1
3
I4-2
1
I
Partic.dlsc.
31
4
31
4
1I
2
_2I
8
11
L/
311
–
Koers van
17
Nov. en daaraan voorafgaande wek n tjm. Vrijdag.
WISSELKOERSEN.
KOERSEN IN NEDERLAND.
Data
New
Londen
Berlijn
Parijs
Brussel
Batavia
York,)
14 Nov. 1933
1.53
,
1
8
7.98
59.15
9.71
34.61
100w
15
,,
1933
1.4811,
7.97
59.15 9.704
34.594
100k
16
,,
1933
1.46i1
8.-
59.15 9.704
34.59
100K
17
,,
1933
1.50s1
8.-
59.15
9.704
34.56
100/4
18
,,
1933
1.514
8.-.
59.18
9.70* 34.564
1004
20
,,
1933
1.52/4
8.05k
59.15.
9.70*
34.56
100,/4
Laagste d.w’)
1.45
7.93
59.-
9.694
34.50
99..
Hoogste d.w’)
1.5411
2
8.06
59.224
9.71* 34.62*
100if
Muntpariteit
2.4878
12.1070
59.263
9.747 34.592
100A
Data
Zivlt
d
serlan
Weenen
Praag
Boeka-
Milaan
Madrid
•,)
5
,
)
rest’)
,)
ee)
14
Nov.
1933
48.02/4
–
7.37
1.484
13.054
20.-
15
1933
48.04
–
7.37 1.48
13.06
20.15
16
1933
48.03k
–
7.37
1.484
13.07
20.25
17
,,
1933
48.06
–
7.37
1.484
13.07
20.05
18
1933
48.04
–
7.37
1.484
– –
20
1933
48.03/4
–
7.364
1.48
13.064
20.20
Laagste
d.w’)
47.97
–
7.324
1.45
13.-.
19.95
Hoogste d.wl)j
48.10
28.-
7.40 1.524 13.124 20.25
Muntpariteit
1
48.129
35.007
7.371
1.488
13.094
48.52
D t
a a
Stock’
Kopen-
s
Iiel-
Buenos-
Mon-
*)
liolm
hagen,)
Aires’)
treal’)
14
Nov.
1933
‘
4Tï5
35.674
40.124
3.524
64
1.52/4
15
1933
41.-
35.65
40.-
3.524
63
1.50
16
1933
41.40
35.90
40.30
3.50
64
1.51
17
1933
41.30
35.85
40.25
3.524
68
1.571/
18
.,
1933
41.40
35.85
40.30
3.524
63
1.56/4
20
,,
1933
41.60
36.-
40.50
3.55
64
1.56
Laagste d.wl)
40.85
35.30 39.80
3.45
63
1.47/4
Hoogste d.wl)
41.75 36.20 40.75
3.60
68
1.60
Muntpariteit
66.671 66.671
66.671
6.266
95
2.4878
*) Noteering te Amsterdam. *4) Not, te Rotterdam. ‘) Part. opgave.
In ‘t late of 2de No. van iedere maand komt een overzicht
voor van een aantal niet wekelijks opgenomen wisselkoersen.
KOERSEN TE NEW YORK. (Cable).
13
a a
Londen
(8
per
£)
Parijs
(Bp.
lOOfr.)
Berlijn
(8 p. 100
Mk.)
Amsterdam.
(Bp. 100
gid.)
14 Nov.
1933
5,28
6,44/4 39,35 66,35
15
1933 5,41
6,56/4
40,-
67,72
-.
16
,,
1933
5,26y,
6,40 39,35 66,70
17
1933 5,22/,
6,35
38,55
65,40
18
1933
5,24
6,36
38,80 65,58
20
1933
5,30/4
6,394
38,97
65,85
21
Nov.
1932
3,27
3,91
7
1
16
23,77y,
40,14/4
Muntpariteit..
4,86 3,90
3
18
23.81/4
4051,
914
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22 November 1933
Plaatsen en
Landen
1
Noteerings-
eenheden
4Nov.
1
1933
11Nov
1
1933
13118
Nov.
1933
LaagsteI-Ioogste
18Nov.
1933
Alexandrië..
i’iast. p..£
97
7′
97i
971
97.
Athene
•••.
Dr. p.
560
565
545
590
572
Bangkok….
Sh. p. tica!
1110
ra’
1 10
T
I
I
1110
1/10
Tb,
‘/’°Ts
Budapest
..
Pen. p.
18
18
17
19
18
Buenos Aires
d. p.$
44
433/
4
43
43%
431.(
Calcutta . . . .
SI’. p. rup.
116
1
/
32
1/5151
10
1/5% 1 6
1527 32
Coustantin..
Piast. p. £
650 660
660
670
‘
670
Hongkong ..
5h. J). $
1,5y
4
1,5
1,43,
15
115
Sh. P. yen
1127/
1 2%
l/lIb/,,
1/2%
1)2
1
116
Kobe
…….
Lissabon..
•
.
Escu. p. £
1035/
105
105
108
107k
Mexico
….
$ pers
17.25′
18.25 17.75
19.75 19.45
Montevideo .
d.per
363/
4
36 35
36
35%
Montreal
•.
$ ier £
4.86′
5.06
.5.-
5.39
5.09
Biod. Janeiro
d. per Mii.
431
4
3718
4 4
Shanghai
. .
8h. p. toe!
1 391,
0
113′
113 114
1
Singapore
. .
id. p.
$ 2
/4
3
1
32
2
1
43
1
32
214
2/4
3
186 214
3
1
32
Vaiparaiso
‘).
$ per £
–
– –
–
–
Warschau ..
ZI.
p. £
1
2771
8
1
28%
28
,
18
29
28%
1)
90 dg.
ZILVERPRIJS
‘
COUDPRIJS
5)
Londen’)
N.Vorki)
Lindn 14 Nov. 1933..
1891,
45
14 Nov. 1933….
12817 15
,,
1933..
18
443,
15
1933….
12901
16
,,
1933..
1831
45
16
1933….
1286
17
,,
1933;.
1811
8
441
‘
17
1933….
1282
18
,,
1933..
1851,
3
‘/
18
1933….
12812
20
,,
1933.,
18’1
8
44f,
20
1933….
12717
21
Nc.v. 1932.,
181.1
1
28
21 Nov. 1932….
12516
27
Juli
1914..
2418/
16
59
27 Juli
1914….
8410%
1)
in pence p. oz.stand.
2)
Forelgn
silver in $c. p. oz. fine.
3)
In sh. p. oz. fine
STAND
VAN.
‘e
RIJKS
KAS
Vorderingen.
7Nov. 1933 15Nov.1933
Saldo van’s Rijks Schatkist bij De Ne- deriandsche
Bank ………………
1
‘4.216.201.09
/
9.485.621,25
Saldo b. d. Bank voor Ned. Gemeenten
,,
66.898,86
1.927.818,46 Voorsch. op uit. Sept. resp. Oct. ’33 aan
de gem. verst, op v. haard. de Rijks-
adm. te heffen gem. ink. bel, en opc.
1.555.539,18
,,
1.150.006,37
Voorsch. op uit. Sept. resp. Oct. ’33 aan
..
de gem. verstrekt op aan haar uit te
keeren hoofds. der pers, bel., aand. in
de hoofds. der grondbei. endergem.
fondsbel., alsmede opc. op die belas-
tingen en op de vermogensbelasting
,,
2.372.691 25
–
Voorschotten aan Ned.-Indië ………
228 015.461,85
,,228.529.048,24
.8
op de Rijksink. bel…………………..
12.794847.94
12.776.58358
Id.
aan
Curaçao … . ………………
5.417.631,56
,,
5.143.36557
Kasvord. weg. credietverst.
alh.
buitenl.
.,
96.192.948,45
,,
96.377.442.54
Saldo der postrek. v. Rijkscomptaheien
….
39.734.943,82
,,
33.478.026,79
1
Id.
aan
Suriname …….. ………………
Vord. op het Alg. Burg. Pensioenfonds
in rek. crt. met’s Rijks schatkist….
….
–
2.106.287,50 9.197.459,76
,,
9.042.272,63
Vord. op andere Staatsbedrijven
1)
…….
Verstr. t. laste der Rijksbegr. kasgeld- leeningen aan gemeenten (saldo)
45.057.570,34
,,
44.900.909,82′
Verplichi
‘
ingen.
1
_____________
Schatkistbiljett’en’in Omloop ….. . …
/313.779.000,-
/313.779.000,-
i
Schatkistpromessen
in
omloop …….
145.630.000,-
,,145.630.000.-‘
Zilverhons in
omloop …………….
L423.476,-
,,
1.419.987,-
Schuld op uIt. Sept:resp.Oct.’33a1d gem
.
weg. a. h. uitte keeren hoofds.d. pers.
…
..
bel., aand. 1. d. hoofds. d. grondb. ed.
…..
gem. fondsb. als’m. opc. op die bel, en
–
.,
1.242.156,03
Schuld aan het Alg. Burg. Pensioent.’)
,,
14.834.173,95
–
op de verm. bel……………………….
Id. aan het Staatsbedrijfd.P.,T.enT.’)
108.257.395.62 116.444.437,32
Id. aan andere Staatsbedrijven’) …..
35.300,70
35.300.70
Id. aan diverse instellingen’) ……..
….
17.8
…74.394,47
,
20.753.691,84
1) I n rekg.-crt. met ‘s Rijks Schatkist.
NEDERLANDSCH-1NDISCHE
VLOTTENDE
SCHULD.
1
NEDERLANDSCHE BANK.
Verkorte Balans
01)
20 November 1933
Activa.
Binnen!.
Wis.l
Hfdbk.
f
26.756.314,83
sels, Prom.,’ Bijbnk.
597.916,80
disc.I.Ag.sch.
4.155.479,98
enz.in
f
31.509.711,61
Papier o. h. Buiten!, in disconto
……
Idem eigen porte!.
f
1.437.500,-
Al: Verkoclitmaar voor de bk.nog niet afgel.
1.437.500,-
!3eleeningen
mcl. vrsch.
I’Ifdbk. f
98.194.634,981)
in rek..crt.
Bijbnk. ,,
4.363.403,75
op onderp.
Ag.sch.
39.891.307 21
f
142.449.345,94
Op Effecten
……
f
141.237.558,19
1
)
Op Goederenen Spec. ,,
1.211.787,75
142.449.345,941)
Voorschotten a. h. Rijk ……………..
,
–
Munt, Goud ……
f
111.361.160,-
Muntmat., Goud .. ,, 809.391.743,08
f
920.752.903,08
Munt, Zilver, enz.
,,
26.779.170,66
Muntmat., Zilver
,,
–
947.532.0 13,14
2
)
Belegging
11
kapitaal, reserves en pen-
sioenfonds
……………………,,
21.5 17.097,32
Gebouwen en Meub. der Bank ……..,,
5.000.000,-
Diverse
rekeningen ………………,,
10.583.542,30
Staatd. Nederl. (Wetv. 27/5,’32, S. No. 221) ,,
18.331.195,17
f
1.178.360.466,08
Paasiva.
[(apitaal ……………………….f
20.000.000,-.
Reservefonds …….. . ……………
,,
3.749.272,82
Bijzondere
‘reserve
………………
..
5.000.000,-
Pensioenfonds
………………….,,
8.809.549,68
Bankbiljetten in omloop …………..
…
896.2 17.665,-
Bankassignatiën in omloop
……….,,
84.349,24
Rek.-Cour.
Het Rijk
f
5.024.123,36
saldo’s:
Anderen
,,237.410.698,47
,,
242.434.821,83
Diverse rekeningen ………………
,,
.2.064.807,51
f
1.178.360.466,08
Beschikbaar metaalsaldo
…………
f
492.556.750,50
Minder bedrag aan bankbiljetten in om-
loop dan waartoe de Bank gerechtigd is ,,
1.231.391.875,-
Waarvan aan Nederlandsch-Indië
(Wet van 15 Maart 1933, Staatsblad No. 96)
……..
/ 76.424.425,-
Waarvan
in
het
buitenland
………………………
15.732.788,53
Vooinaamste posten in duizenden
guldens.
1
Goud
1
‘
/
Andere
/
Besc/rtkb.
t
Dek-
Data
lClrculatiel
opeischb.I
Metaal-
kings
Munt _Muntmal.i
1
sc/,ulden
saldo
1
perc.
20 Nov. ‘3311113611
809.392
896.2181242.519
492.557
1
83
13
,,
‘3311118611
794.887
902.394 222.179
484.130
83
25
Juli’
14
1
6
5.
70
31
96.
4
10
310
.
437
1
6
.
198
1
43.521
54
Totaal
1
Schatkist-
1
Belee-
Pa,i
Diverse
Data bedrag
1
promessen
)
nin
g
en
op
het
reke-
1
disconto’slrechtstreeksl buitenl.
ningen
1
)
20 Nov. 19331
31.510
1
–
1142.449
1.438
10.584
13
,,
19331
31.620
1
–
142.309
1.573
10.370
25 Juli
19141
67.947
1
–
61.686 20.188
509
‘)Oncler 0e activa.
Voraerungen:
–
f
1.446.000,-
Betaalmiddelen in ‘s Lands kas
–
71.798.000,-
Saldo Javasche Bank…………………
–
58.000,-
Verplichtingen:
Voorschot’s Rijks kase.a. Rijksinsteil
f229.303.000,-
230.009.000,-
Schatkistpromessen ………………
,,
1.000.000,-
waaronder Muntbiljetten…………….
Schatkistbilletten
……
………….
20.365.000,-
,,
20.365.000,-
Muntbiljetten in omloop .
………..
…1.000.000.-
1.141.000,-.
1.142.000,-
Schuld aan het Ned.-Ind. Muntfonds.
,,
1 436.000,-
…
,,
2.186.000,-
Idem aan de Ned.-Ind. Postspaarbank.,,
…1.769.000,-
,,
1.853.000,-
Voorschot van de Javasche. Bank…….
449.000, –
–
CURAÇAOSCHE BANK.
Voorn’iamste Oosten in duizenden guldens.
Circu-
Voor-
1
schottenl
Dis-
DIverse Diverse
Data
Metaal
latie
aan de
conto’s
reke-
ningen’
reke-
ntngen’
kolonle/
1 Ö,tober
1933-5.113
15.314
135
‘
132
658
«134′
1 September1933
5.113
1 5.405′
213 .
132
645
109
1 Augustus 1933
5.123
1 5.380
154
”
131
654
93
1 Juli ‘ ‘
1933
5.119
1 5.352
240
‘ 133
‘543
‘
87′
1 Octobr’
1932 :746
1
5.066
183
’85
‘
73.7
‘
’95”
aluilp. ucr activa. j 01, lip. uer pUbDIvd.
JAVASCHE BANK.
Data
Goud
Zilver
1
Circulatle
opeiscl,b.
metaal-
schulden
saldo
18Nov.’33 2)
138.460
188.050
21.430
54.668 11 ‘
1332)
138.340 190.880
19.870
54.040
21 Oct. 1933
97.930
38.812 188.656
23.792
51.763
14
,,
1933
97.928
38.402
192.586
20.652
51.035
25 Juli 1914
22.057 31.907
110.172 12.634
4.842
1
Diverse
–
Data
1
buiten
1
Dis-
1
Belee-
reke-
1
N.-Ind.
1
conto’s ningen ningen’)
1
1 betaaib.
1
/
(age
18 Nov.’33 2)
230
72.100
11.650
66
11
,,.
‘332) 350 ‘
73.560
11.430
66
210ct. 1933
182
9.351
‘
56.088
13.433
64
14
,,
1933
281
9.291
‘56.104
14.304
64
2
Juli 1914
6.395′
7.259
75541
2.228
44
‘) Slultpost activa.
2)
Cijfers telegrafisch ontvangen.
22 November 1933
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
915
BANK VAN ENGELAND.
Bankbilf.
1
Bankbilf.
1
_Other Securities
Data
Metaal
in
un Bankingl
Disc.and ISecurities
circulaf ie
Departm.
Advances
1
15 Nov. 1933
191.782
369.10681.433
1
8.557
15.152
S
.,,
1933
191.813
373.335
77.203
1
8.466
1
14.611
22 Juli
1914
40.164
29.317 33.633
____ …
………
.
_
–
00v.
– –
Public
Other Deposits
1
1
1
Dek-
Data
Sec.
Depos.
Bankers
Other
Reserve’
kings-
___________
Accountsl
1
perc.’)
15Nov.’33
71.163
1
18.728
103.989
1
37.077
1
82.676
51,7
8
,,
’33
72.788
25.244 91.295
40.075
178.4781
50,1
22Juli ’14
11.005
j
14.738
42.185
29.297
52
1)
Verhouding
tusschen Reserve
en Deposits.
BANK VAN FRANKRIJK.
1
Te goed
1
Wis-
1
Waarv.I
Betee-
Renteloos
1
voorschot
Data
Goud Zilver’ in het 1
1
buifenl.l
sets
°,1JJ
ningen
Iv.d. Staal
9 Nov.’33
3
,,
’33
23 Juli’14
80.018 1
80.749
t
4.104
7461 7511
640
458 868
–
1
4.6581
1
4.3441
j
1.541
1.2681 1.3031
8
2.835
2.901
769
1
3.200
1
3.200
–
Bonsv.d.I°Diver
Rekg.Courant Data
zelfst.
sen’)
C irculatie
Staaf
Leijst.
Parti-
amort.k.
amort.k.I culieren
9 Nov.’33
6.209
1
2.330
1
81.526
1.372
2.269
115.358
3
,,
‘331
6.209
1
2.623 82.194
1
1.361
1
2.274 115.620
23 Ju1i’14
–
–
5.912
401
–
943
1)
Slultpost activa.
DUITSCHE
RIJKSBANK.
Daarvan
Devlezen t
Andere
1
Data
Goud
bij bui-
als goud-
1
wissels
1
Belee-
tent. circ.
dekking
1
en
1
ningen
banken
1)
geldende
1
cheques
1
15 Nov. 1933
397,6
52,9
7,9
2.841,2
t
60,8
7
,,
1933
396,5
53,9
18,6
3.076,7
t
75,7
30 Juli
1914
1.356,9
–
–
750,9
50,2
Data
Effec-
Diverse
Circu-
Rekg.-
Diverse
ten
Activa
2
)
latie
Crt.
Passiva
15 Nov. 1933
319,4 543,6
3.368,8
428,7
233,8
7
,,
1933
318,8
552,2
3.433,7
389,2
222,5
30 Juli
1914
330,8 200,4 1.890,9
944,-
40,0
1) Onbelast.
2)
Wo. Rentenbankscheine 15, 7Nov. 1933, resp. 29,30 miii.
NATIONALE BANK VAN BELGIË.
Data
Goud
.
,1
2′
Rekg. Crt.
1933
Cn
0
16 Nov.
2.717
67
770
61
355
40
3.418
186
396
8
,,
2
66
769
65
355
40
3.449
185
367
FEDERAL RESERVE BANKS.
Goudvoorraad
Wissels
Data
Other
‘ash”
2)
Totaal
1
Deikin
In her-
1
disc.
v.
d.
1
In de
open
bedrag
i
No1s
mentber
1
markt
bnnks
1
t’ekochl
1
Nov.’331
3.587,9
1
2.675,9
1
22’i,5
1
116,5
1
6,6
25
Oct.’331
3.590,8
2.712,6
238,0
114,6
1
6,5
Belegd
F. R.
Notes
1
Totaal
Gestort
1
Goud-
1
Dek-
Algeni.
Dek.
Data
in
u. s.
Gov.Sec.
in circu-I
si os
Kapitaall
kings-
k(ngs-
latie
perc.’)
perc.
2)
___________
1
Nov.’33
1
2.419,8
2.967,3
1
2.884,2
145,5
1
61,3
65,2
25 Oct.’33
2.400,2
2.960,7
2.887,9
145,5
61,3
65,5
Verhouding totalen goudvoorraad
tegenover
opeiscl2bare
schulden: F. R. Notes en
netto deposito.
2)
Verhouding
totalen
voorraad muntmateriaaj en wettig betaalmiddel
tegenover
idem.
,,Other Cash” does not inciude Federal Reserve Notes or a Bank’s
own
Federal Reserve
bank notes.
PARTICULIERE BANKEN AANGESLOTEN BIJ HET
FEl). RES. STELSEL.
Dis-
Rrve t
1 Aantal 1
conto’s
Beleg-
deTotaal
Waarvan
Data
banken
en
i
gingen. 1
depo-
time
beleen.
haaks 1
sito’s
deposits
25Oct. ‘331
22 1
8.543
1
7.924
1 2.002 1
15.882
4.472
18
,,
’33
20
8.643
7.949
1.955
15.956
4.476
De posten van De Ned. Bank, de Javasche Bank en de Bank of Eng.
land zijn In duizenden, alle overige posten in millioenen van de be.
treffende valuta.
GOEDERENHANDEL.
.
GRANEN.
21 November 1933.
liet koersverloop van deu i)ollar in Noord-Amerika
heelt in de afgeloopen w’eek het doen vau zaken in t a i w o
belemmerd. De Dollarkoers is in de Vei. Stateis sterk ge. daald en heeft iii Canada dat voorbeeld gevolgd. Later is
wel eene stijging iugetreden, vooral voor den Cauadeeschen
Dollar, doch koopers in Etiropa hebben het vertrouwen
niet herkregen en wachten liever het verder verloop der
gebeurtenissen op finauciëel gebied af. Zij hebben nu het
gevoel, dat zij door het koopen van tarwe eigenlijk in Dol.
lat-s sI)eculeeren. Het merkwaardige verschijnsel deed zich
voor, dat de koersen aan de termijnmarkt te Chicago niet
stegen bij den lageren Dollarkoers. Het slot was er 21%
dollarcents per 60 lbs. lager dan een week geleden. Te Win-
ipeg zijn in het begin der week de koersen gestegen, doch
later trad eene verlaging en daarna eenige verbetering in;
het slot was
1%
dollarcent honger dan een week geleden. Gebrek aan kooplust was dc oorzaak van de lagere Caisa-deesche prijzen. Duels is die weinige kooplust een gevolg van den onzekeren toestand in Noord-Amerika, deels van
de prijzen, welke voor Manitoba tarwe gevraagd worden en
die hooger zijn dan voor a.ndere soorten, ook wanneer de
betere kwaliteit en het preferentierecht bij invoer in aan-
merking genomen worden. Aan de Argentijnsche termijn.
markten hebben in de afgeloopen week slechts kleine
schommelingen van de prijzen plaats gevonden. Het slot voor tarwe was te Buenos Aires 3 centavos per 100 KG.
hooger, te Rosa.rio 15 centavos hooger dan een week ge-
leden. lIet Verre Oosten blijft vragen naar tarwe. Zaken
in Europeesche tarwesoorten waren minder levendig, voor
Hongaarsche tarwe worden eenigszins hoogere prijzen ge-
vraagd en exporteurs van Duitsche tarwe zijn mindet- drin-
gend aan de markt wegens de grootere moeilijkheid ,,Ein-
fuhrscheine” tot hooge prijzen te verkoopen. Oogstberichten
uit Argentinië blijven gunstig. In Australië zijn de voor-
uitzichten minder gunstig als zij eenigen tijd geleden wa-
ren. Particuliei-e oogstrarningen variëeren tusschen 145 en
155 millioen bushels. Het Landbouwinstituut te Rome
schatte het exportsurplus van tarwe aan het begin van
dit seizoen met inbegrip van de groote oude voorraden 220
niillioen bushels lager dan een jaal- geleden. De voor uit-
voer beschikbare hoeveelheid wordt geschat op 1.105 mil-
lioen bushels. waarvan 689 millioen oude en 416 millioen
uieuwe tarwe. Door de groote graanopbrengsten in Europa
woi-dt de invoerbehoefte daar 70 millioen bushels kleiner
geschat, Buiten Europa verwacht men een 30 nlillioen
bushels kleinet-e invoerbehoefte. De invoeibehoefte voor de
geheele wei-eld wordt daardoor op 525 millioen bushels
geschat, zoodat aan het einde van dit seizoen eene verla-
ging van 110 null. bushels van de voorraden wordt verwacht.
De vraag voor buitenlandsche r o g ge is in de Vrije
markt uiterst klein gebleven. De Nederlandsche regeering
is aan de markt gekomen met Duitsche rogge, waarin tot
aantrekkelijke prijzen flinke zaken tot stand zijn geko-
men, vooral toen de invoerrechten op andere granen dan
logge
01)
IS November tot
f
1,50 per 100 KG. werden ver-hoogd. Toen de eerste aanbiedingen door importeurs waren
opgenomen, heeft de regeering hare prijzen veihoogd. De aanvoeren van 111 als bleven in de afgeloopen week
zeer klein. De disponibc’le voorraden zijn grootendeels uit-
geput eu de vraag voor het binnenland bleef aanhouden.
In de naaste toekomst zijn geen groote aanvoet-cu te ‘ach-
ten, zoodat ook voor de eei-ste verwachte booten hooge prij-
zen worden gevraagd en een flinke premie te maken is
boven de latere posities. In het begin der week ti-ad eene
niet onbelangrijke verlaging aan de Argentijnschc termijn-
markten in, welke weder werd ingehaald. Het slot te Buenos
Aires was voor iriaïs 2 cent lager, te Rosario 5 cent lager.
SUIKER.
De ontreddering van de valutamarkt, meer speciaal ten
opzichte van den Anierikaanschen Dollar, alsniede Decem-
her liquidaties op de termijnrnarkten, veroorzaakten eene
zenuwachtige en flauwe stemming 01) de suikerma.rkten.
Prijzen daalden opnieuw en bereikten, in gotidpariteit bere-kend, het laagste punt, dat de suikerhaudel ooit gezien heeft.
Niettegenstaande de verdere daling van den Dollarkoers,
liepen in A me i i k a de suikernoteeringeri achteruit. Spot
Centrifugals, die sedert 25 October 3.30 noteercleji, openden
Maandag op 3.25, daalden tot 3.15, terwijl de week op 3.18
sloot. Op cle termijnmarkt liepen de noteeringen tot 1.10
voor Dec.. 1.19 voor Mrt. en 1.25 voor Mei terug, van welke
daling aan het einde dei- week weer 2 punten ingehaald
werden. De daling van den Dollar bracht dus, in plaats
916
STATISTISCH OVERZICHI
GRANEN EN ZADEN
TUINBOUWARTIKELEN VLEESCH
TARWE
Manitoba
R000E
MAIS
GERST
6.4165
K.G.
LIJNZAAD
WITTE
KOOL UIEN
BLOEM-
KOOL
RUND- VLEESCH VARKENS-
VLEESCH
No. 2 loco
74 K.O. Bahia
Blanca loco
La Plata
loco
La Plata
La Plata
loco
le kwal.
1-5 pond
gewoon
per 100 Kil
Ie soort
(versch)
(versch)
Rotterdam/
Amsterdam
R’damlA’dam
R’damjA’dam
loco Rotter
–
damlA’dam
R’dam,A’dam
per 100 KG.
Broek op
p. 100 st.
Groote-
Oem.v.3kw.
per 100 KG.
per 100 KG.
per 100 K.G.
per 100 K.G.
per 2000 K.G.
per 2000 K.G.
per 1960 K.G.
Broek op
Langendijk Langendijk
broek 5)
Rotterdam
Rotterdam
2)
3)
4)
ir
n.
o,
fl.
8.
n.
0
10
°Io
0
1
0
1
/
S’S
1925
17,20
100,0
13,07
6
100,0
231,50
100,0
236,00
100,0
462,50
100,0
– –
1926
15,90
92,4
11,75
89,9
174,25
75,3
196,75
83,4 360,50 77,9
–
–
1927
14,75
85,8
12,475
95,4
176,00
76,0 237,00
100,4
362,50
78,4
–
–
–
1928
13,475
78,3
13,15
100.6
226,00
97,7
228,50 96,8
363,00
78,5
4,55
100,0
13,25
100,0 14.80 100,0
93,-
100,-
77,50
100,-
1929
12,25
71,2
10,87
5
83,2
204,00
88,1
179,75
76,2
419,25
90,6
7,38
162,4 11,78
88,9
17,23 116,4
96,40
103,7
93,125
120,2
1930
9,67
5
56,3
6,225 47,6
136,75
59,1
111,75
47,4
356,00 77,0
2,05
45,1
2,14
16,2
14,22
96,1
108,-
116,1
72,90
94,1
1931
5,55
32,3 4,55
34,8 84,50
36,5
107,25
45,4
187,00
40,4
3,06
67,3
1,94 14,6
7,54 50,9
88,
94,6
48,-
61,9
1932
5,22
5
30,4
4,62
6
35,4
77,25
33,4
100,75
42,7
137,00
29,6
1,49
32.8
8.07
60,9
9,92
67,0
61,
65,6
37,50 48,4
Jan.
1931
6,52
5
37,9
4,-
30,6 84,50
36,5
86,25
36,5 207,50
44,9
3,40
74,8
1,92 14,5
96,
103,2
56,-
72,3
Febr.
5,775
33,6
3,90
29,8 87,50
37,8
85,75
36,3 206,25
.
44,6
3,01
66,2
2,24
16,9
91,
97,8
64,5
Maart
,,
5,625
32,7
4,20
32,1
103,00
44,5
104,75
44,4 214,00
46,3
4,72
103,8
3,25
24,5
90,
96,8
65,8
April
5,90
34,3
4,42
5
33,8
112,00
48,4
117,00
49,6
197,75
42,8
97,
104,3
47,
60,6
Mei
•
6,15
35,8
4,975
38,0 95,75
41,4
124,00
52,5
189,00
40,9
98,
105,4
45,-
58,1
Juni
5,75 33,4
5,05
38,6 86,75
37,5
116,50
49,4
191,50
41,4
–
—
101,
108,6
41,-
52,9
Juli
5,425
31,5
4,70
35,9 84,25
36,4
115.75
‘49,0 211,00
45,6
—
95,
102,2
49,-
63,2
Aug.
4,975
28,9
4,02
5
30,8
74,50
32,2
119,50
50,6
185,50
40,1
—
94,
101,1
54,-
69,7
Sept.
4,775 27,8
4,2fl
32,7
68,00
29,4
97,00
41 1
164,25
35,5
—
12,2!
82,5
84,
90,3
50,-
64,5
Oct.
5,-
29,1
4,475
34,2
68,50
29,6
94,75
1 14, 50
‘401
160,25
34,6
– ‘
4,38
29,6
–
75,
80,6
49,
63,2
Nov.
5,92
5
33,9
5,475
41,9
81,00
35,0
48,5
169,75
36,7
1,52
33,4
5,04
38,1
—————————
——————————-
6,04
40,8
72,
77,4
48,
61,9
Dec.
,,
4,925
28,6
4,95
37,9
69,25
29,9
111,25
47,1
145,75
31,5
1,47
32,3
5,39 40,7 70,
75,3
43,
–
55,5
Jan.
1932
5,05
29,4
5,07
6
38,8
71,25
30,8
114,00
48,3
142,50
30,8
1,49
32,8 8,69
————————–
65,6
70,
75,3
40,-
51,6
Febr.
5,30
30,8
5,07
5
38,8
74,00
32,0
108,50
46,0
142,25
30,8
1,28
28,2
8,98
67,8
68,
73,1
34,-
43,9
Maart
,,
5,525
32,1
5,80
44,4
86,75
37,5
118,00
50,0
143,25
31,0
1,68
36,9
12,26
92,6
.
67,
72,0
32,-
41,3
April
»
5,65
32,7
.
6,22
5
47,6
88,75
38,3
124,50
52,8
135,25
29,2
63,
67,7
28,-
36,1
Mei
5,60
32,6 5,30
40,5
78,00
33,7
116,00
49,2
130,25
28,2
–
0,61
—
——–
—
–
–
—
–
67,7
26,-
33,5
luni
,,
lui;
5,22
5
30,4
4,15
31,7
80,75
34,9
105,75
44,8
128,75
27,8
–
——–
—
–
–
—
–
67,
72,0
68,8
34,-
35,50 43,9 45,8
Aug.
4,90 5,20
28,5 30,2
4,-
4,075
30,6
31,2
78,75
77,50 34,0 33,5
100,25
98,25
42,5
41,6
129,75 133,00
28,1
28,8
62,-
66,7
,
40,50 52,2
Sept’
5,475
31,8
4,20
32,1
78,50
33,9
88,50
37,5
150,75
32,6
–
–
–
—–
—
–
–
—
–
9,78
9,81
66,1
66,3
55,
51,
59,1
42,50
44,-
54,8 56,8
Oct..,
Nov.
5,25 4,90
30,5
28,5
3,92
5
3,90
30,0 29,8
74,50 71,25
32,2
30,8
79,50 79,00
33,7
33,5
138,25
135,2″
29,9 29,2
1,06
23.3
4,10 31,0
10,18
68,8
53,
54,8 57,0
46,-
59,3
Dec’,,
4,725
27,5
3,80
29,1
66,25
28,6
75,25
31,9
135,00
29,2
0.84
18,5
3,99
30,1
53,–
57,0 54,3
46,-
44,75
59,3 57,7
Jan.
1933
Febr.,,
4,95
4,775
28,8 27.8
3,75 3,70
28,7
28,3
73,00 71,00
31,5
30,7
75,25 74,75
31,9
31,7 136,50 130,25
29,5 28,2
0,67
0,60
14,7
13,2
3,38
2,06 25,5
15,5
–
–
–
–
–
—
–
–
—
–
–
—
–
–
–
–
–
–
—
–
–
—
–
–
—
–
50,50 49,25
53,0
45,-
58,1
Maart
,,
5,05
29,4
3,825
29,3
73,50
31,7 76,25
32,3 130.50
28,2
13,4
1,29
—-
–
—-
—
—–
9.7
46,50
49,50
50,0 53,2
46,
48,25
59,3
62,3
April
,,
Mei
,,
5,15
5,40 29,9
31,4
3,75 3,775
28,7
28,9
72,75
70,50
31,4 30,5
71,25
73,25
30,2
31,0
129,50
146,75
28,0
31,7
—-
–
—-
—
—-
–
52,25
56,2
49,
63,2
Juni,,
5.25
30,5
3,55
27,2
66,00
28,5
75,75
32,1
163,25
35,3
51,25
55,1
48.-
61,9
Juli
5,82
5
33,9 3,85
29,4
64,25
27,8
78,00
33,1
176,25
38,1
—
49,25
53,0
48,50
62,6
Aug.
5.30
1
30,8
3.55
27,2
61,25
26,5
67,75
28,7
161,50
34,9
–
–
–
–
–
–
—
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
49,
52,7
49,25
63,5
Sept.
,
4,95
1
28,8
3,475
26,6 61,00
26,3
65,25
27,6
159.00
34,4
–
–
—
–
—-
–
–
–
—
–
–
–
9.28
62,7
50,25
54,0
54,-
69,7
Oct.
4,40 1 25,6
3,-
22,9
60,25 26,0
63,50
27,0
141,25
30,5
–
–
—
–
—-
–
—-
–
–
–
–
–
—
–
—-
–
—-
–
–
–
4,30
29,1
56,25
60,5
54,25
70.0
6 Nov.
,
4,50
1
26,2 2,85
218
7050
30,5
59,00
25.0
145,50
31,5
1,25
27,5
2,17
16,4
6Oç
6
l
64,5
54,_6)
.69,7
13
,
4,50
26.2 2,85
218
6900
29.8
5900
25,0
146,00
31,6
1,25
27,5
2,32
17,5
60-
7
)
64,5
54,_7)
69,7 20
,,
4,50
26,2
3,-
22,9 84,00
36,3
62,00
26,3
146,00
31,6
1,25
27,5 2,20
16,6
6,30
42,6
60,_S)
64,5
55,_8)
71,0
1) Men zie voor de toelichting op oezen staal de nos. van 8, 15 Aug. 1928, 25 Febr. 1931 en 15 Febr. 1933. ) Tot Jan. 1931 Hard Winter No.2. van Jan. 1931 to
vanaf 26 Mei 1930 tot 23Mei1932 74 K.G. Zuid-Russische; van 23 Mei 1932 tot 2 Oct. 1933 No. 2 Canada.
4)
Tot Jan. 1928 Malting; van Jan. 1928 tot 9 Febr. 193
K.G. Zuid-Russische.
6)
De jaren 1928 en 1929 Broek op Langendijk.
6)4
Nov.
7
)11 Nov. 8)18 Nov.
5
)2 Nov.
10)
9Nov.
51)
16Nov.
12)
13Nov.
13)
10Nov.
14)
17 Nov.
MINERALEN
1
TEXTIEL(iOEDEREN
DIVERSEN
STEENKOLEN
Westfaalschel
PETROLEUM
BENZINE
1
KATOEN
WOL
ge
‘
iie
KOE-
KALK-
Hollandsche
Mid. Contin.
Cr’ide Gulf exp.
‘
gekarnde
ra
.
Auatralische,
–
IIUIDEN
SALPETER Middling
locoprijzen
_________-
F. G. F.
Sakella-
_________
,
‘
‘ ?”O. 1
bunkerkolen,
onezeefd f.o.b.
t,m
.
•
6466°
$cts. per
Me
df
10rin,
rd
CrossbredColo-
mal Carded,
Gaaf, open
kop
Old. per
100.
KG.
R damlA’dam
S.
g.
per
arre
U.S.
gallon
New-York
rides
.
omra
iverpool
CO
ib
°
per
.
°’
Av.
loco 57-61 pnd.
netto
per
1000
K.G.
per Ib.
Liverpooi Bradford per Ib.
f1.
Olo
$
01
$cts.
01
$
cts.
01
0
pence
S/
pence
ole
pence
0
10
pence
0!
o
f1.
0
10
f1.
0
10
1925 10,80
100,0
1.68
100,0
14,86
100,-
23,25
100,0
29,27
100,-
9,35
100,-
55,00
100,0
29,50
100,0
34,70
100,0
12,-
100,0 1926
17,90
165,7
1.89
112,5 13,65
91,9
17,55
75,5
16,24
55.5
6,30
67,4
47,25
85,9 24,75
83,9
28,46 82,0
11,61
96,8
1927
11,25
104,2
1.30
77,4
14,86
100,-
17,50
75,3
16,78
57,3
7,27
77,8 48,50
88,2 26,50 89,8 40,43
116,5 11,48
95,7
1928
10,10
93,5
1.20
71,4
9,98
67,2
20,00
86,0
19,21
65,6
7,51
80,4
51,50 93,6 30,50
103,4
47,58
137,1
11,48
95,7
1929
11,40
105,6
1.23
73,2
10,-
67,3
19,15
–
82,4
17,05
58,2
6,59 70,5
39,-
70,9
25,25
85,6 32,25
92,9
10,60
88,3
1930 11,35
105,1
1.12
66,7
8,77
59,0
13,55
58,3
12,-
41,0
3,92
41,9
26,75 48,6
16,25
55,1
25,36
73,1
9,84
82,0
1931
10,05
93,1
0.58
34,5
5,04
33.9
8,60
37,0
7,33 25,0
3,08 33,0
21,50
39,1
12,00
40,7
18,65
53,7
8,61
71,8
1932
8,00
74,1
0.81
48,2
4.50
30,3
6,45
–
27,7
5,21
11,8
3,11
33,3
16,00
29,1
8,50
28,8
11,15
32,1
6.15
51,3
Jan.
1931
10,30
95,4
0.85 50.6
6,08 40,9
10,30
44,3
8,31
28,4
3.09
33,1
21,25 38,6
12,00
40,7
24,63
71.0
10,11
84,3
Febr.,,
10,30
95,4
0.85 50,6
6,14
41,3
10,95
47,1
9,58
32,7
3.55 38,0
21,75 39,5
12,00
40,7
22,50
64,8
10,21
85,1
Maart
10.30
95,4
94.0
0.66
0.53
39,3
6,07
40,9
38.1
10,90
46,9
9,70
33,1
29,7
3,56
3,31
38,1
35,4
25,25 24,50 45,9 44,5
14,50
14,50
49,2
49,2 22,25 22,25
64,1 64,1
10,21 10,21
85,1 85,1
April
Mei
10,15
10,00
92,6 92,6 0.535
0.34
31,5 31,5
5,66
5,375
36,2
10,25
9,40
44,1
40,4
8,68
8,18
27,9 25,8
3,01 3.01
32.2 32,2 23.50 22,00
42,7
40,0
13,00 12,50
44,1
42,4
21,75
19,13
62,7
55,1
10,21 10,21
85,1
85,1
Juni
,,
Juli
10,00 10,00
92,6
0.245
20,5
14,3
424
3,40
5
28,5 22,9
9,10 9,25
39,1
39,8
7,54 7,73
26,4
3,35 35,8 22,25
40,5-
12,50
42,4
20,25
58,4 8,26
68,8
Aug.,,
10.00
92,6
0.43 25,9
3,94
26,5 7,20
31,0
5,94
20,3
2,59 27,7
22,25
40,5
12,00
40.7
18,75
54,0
7,-
58,3
Sept.,,
Oct.
10,00
92,6
0.56
0.56
33,2
5,50
4,19 37.0 6,55
28.2
5,77
19,7
19,9
2,59
27,7
30.5
20,00
19,50
36,4
11,00
10,75
37,3 36,4
18,
17.50
51,9 50,3 6,50 6,65
54,2
55,4
Nov.
9,90 9.90
91,7 91,7
0.68 33,2
40,4
4,62
28,2
31,1
6,30 6,40
27,1
27,5
5,82 5,72
19,5
2,85
3,11
33,3
19.00
35,5 34,5
10,75
36,4
16,75
48,3
€80
56,7
Dec.,,
9,90
91,7
0.71
42,3
5,31
35,7
6,30
27,1
4,98
17,0
2,99
32,0
16,25
29,5 9,00
30,5
—
–
6,95 57,9
Jan.
1932
8,25 76,3
0.71
42.3 5,25 35,3 6,65 28,6
5,09
17,4
3,38
36,2
16,50
30,0
9,00 30.5
11,63
33,5
7,10
59,2
Febr.,,
8,25
76,3
0.71
42,3
4.92
9
33,1
6.90
29,7
5,31
18,1
3,51
37,6
16,25
29.5
9,00
30,5
11,75
33,9
7,25 60,4
Maart
,,
8,35
77,3
0.71
42,3 4,62
5
31,1
6.90
29,7 5,37
18,3
3,30
35,3
16.50
30,0
8,75
29,7
10,25
29,5 7,40
61,7
April
,,
8,65
80,1
0.86
51,2
4.34
29.2 6,25 26,9
5,08
17,4
3,08
330
16,50
30,0
9,00 30,5
9,25
26,7
7,40
61,7
Mei
8,30
76,9
0.86
512
4,25 28,6 5.80 24,9
4,57
15,6
2,76
29,5
15,75
28,6
8,25
28,0 8,88
25,6
7,40 61,7
Juni
,,’
8,25 76,3
0.86
51,2
4,25
28,6
5,25 22,6 4,44
15,2
2,55
27,3
15,25
27,7
7,75 26,3
9,-
25,9
7,41)
61,7
Juli
8.10 75,0
0.86 51,2
4.25
28,6
5,80 24.9
4,97
17,0
2,77
29,6
16,00
29,1
8,50 28,8
–
9,75
28,1
–
Aug.
7,80 72,2
0.86
0.86
512
4,30
4,375
28,9 7.35 31,6
5,71
6,37
19,5
3,33 35,6
38,9
15,75
28.6 30,5 8,25
–
8,75 28.0
29,7
12,-
13,75
34,6
39,6
5,70 47,5 49,2
Sept.,,
Oct.,,
Nov.
7,75 7,65
7,40
71,8
70,8
1
68.5
0.86 0.86
51,2
51,2
51,2 4,45
4,60
29.4
29,9 31,0
7,75
6,50 6,15
33,3
28.0 26,5
5,68 5,16
21,8
19,4
17,6
3,64
3,16
3,-
33,8
32,1
16,75 15,75 15,25
28,6
27,7
8,50 8.25
28,8 28,0
14,- 12,-
40,3 34,6
5,90
6,-
6,10
50,0
50,8
Dec.,,
7,25
67,1
074
5
44,3
4,435
29,8
5,95 25.6
4,73
16.2
2,80
30,0
15,25
27,7
8.00
27,1
11,50
33,1
6,20
51,7
Jan.
1933
7,05
65,3
0.53
31,5
4.16 28,0
6,15
26,5
5,13
17,5
2,95
31,6
15,75
28.6
8,25
28,0
11,50
33,1
6,30
52,6
Febr.,,
7,20
66,7
0.38 22,6
3,97
26,7
6,10
26,2
4,98
17,0
2,78
29,7
15,50
28,2 8,25
28.0
10.38
29,9
6,40 53.3
Maart
,,
7,25
67,1
038
22,6
3,87
5
26,1
6,40
27,5
4,97
17,0
2.77
29,6
15,25
27,7 7,75 26.3
10,75
31,0 6,40 53,3
April
,,
7,25
67,1
0.37 22,0 3,67
24,7
6,65 28.6
5,18
17,7
2,68
28,7
15.75
28,6
7,75 26.3
11,25
32,4
6,40
53,3
Mei
,,
7.15
66,2
0.23
5
14,0
2,95
19,9
7.30 31,4
5,60
191
3,07
32,8
17,00
30,9
8,25
26,0
12,25
35,3
6,40
533
Juni
,,
Juli
7,15
7,1)5
66,2 65,3 0.25
6
0.41 15,2
24.4
3,02
3,33
20,3 22,4 7,85 7,60
–
33.8 32,7
5,85
5,76
20,0
19,7
3,25
320
34,8 34,2
18,50
20,75
33,6
37,7 9,00
9,75
30,5
33,1
15,75
16,-
45,4
46,1
6,40 6,40
53,3 53,3
Aug.
6,95
64,4
0.37
22,0
3,37
22,7
6,90
‘
29,7
5,39
18,4
2,91
31.1
20,75
37.7
975
331
14,75
42,5 5.80
48.3
Sept.
»
6,85
63,4 0.52 31,0
3,50
23.6
660
28,4
4,70
16,
1
2,54 27,2
21,50
39,1
10,50
35,6
15,13
44,1
5,85
48,8
Oct.
6,60
6!,!
0.65
38,7
4,04
27,2 6,40 27,5
4,55
15,5
2,48 26,5
20,75
37,7
10,75
36,4
14.50
41.8
5,90
49,2
6 Nov.
.
6,60
611
0.60 35,7
3,84
2
)
25,9
6.10
26,2
4,615)
15,7
2,465)
26,3
2200
6
)
40,0
11,00
8
)
37.3
13,75″
39,6
5,95
49,6
3
,,
,,
6,70
62,0
058
34,5
3,72
1
)
25,0
625
–
26,9
4.52
0
)
15;4
232
6
)
24,8
23,00
9
1
41,8
11,50
9
)
39,0
–
5,05
49,6
0
»
,,
6,80
63,0
0.57
33,9 3,60
4
)
24,2
6,25
–
26,9
4,67
7
)
16,0
2,46
7
)
26,3
1
24,25
10
)
44,1
12,25
10
)
41,5
5,95
49,6
jaar- en maandgem. afger. op
1
18 pence.
2)
3Nov.
3)
10Nov.
4
)17 Nov. 5)1 Nov. 6)8 Nov.
7)
15Nov.
8)2
Nov.
9)9
Nov.
10)
16Nov.
11)
7 Nov.
AN
GROOTHANDELSPRIJZEN’)
917
ZUIVEL EN EIEREN
.
METALEN
BOTER
per
.
.
BOTER
p.K.G.
KAAS
Edammer EIEREN
em. no
.
KOPER
an aar
LOOD
.
TIN
IJZER
Cleveland
GIETERIJ-
iz
ZINK
GOUD
ZILVER
.
Leeuwar-
der ornm.
Heffing
Crisis
Zuivel-
Alkmaar
Fabrieks-
Elermijn
oermond
Locoprijzen
Londen
Locoprijzen
Londen
loco rijzen
LoJen per
Foundry
No. 3 f.o.b.
‘
(Lc III) p.
Locoprijzen
Londen
cash
Londen
cas
Londen per
0
eenng
Centr.
kaas
ki. m/merk
•
per
ng.
0fl
per Eng. ton
Eng. ton
Mlddlesb.
perEng.ton
Eng. t. f.o.b.
Antwerpen
per
Eng.ton
per ounce
line
Standard
unce
f1.
0
10
f1.
fi.
o!
g
fi.
0
10
£
o!
o
£
°lo
£
°lo
Sh.
0
10
sh.
O/
£
O/
sh.
01
pence
0J
1925
2,31
100,0
–
56,-
100,0
9,18
100,0
6.1(6
100,0
36.816
100,0
261.171-
100,0 731- 100,0
671-
100,-
36.316
100,-
8516
100,-
32’j
100,0
1926
1,98
85,7
–
43,15
77,1
8,15
88,8
58.11-
93,5 31.1/6
85,3
290.1716
111,1
8616
118,5
6818
102,5 34.216
94,3 851-
99,5
28UJ1
89,3
19272,03
87,9
–
43,30
77,3
7,96
86,755.141-
89,7
24.4e-
66,4290.41-
110,8731-
100,0
6416
96,3
28.101- 78,8
851-
99,5263/4
83,3
1928
2,11
91,3
–
48,05 85,8 7,99
87,0
63.161-
102,8
21.11-
57,8
227.51-
86,8
661-
90,4
6218
93,5
25.516
69,9 851-
99,5
26
5
1
81,1
1929
2,05
88,7
–
45,40
81,1 8,11
88,3
75.141-
121,9
23.5/-
63,8
203.1516
1
77,8
7016
96,6
6819
102,6
24.17/6
68,8
851- 99,5
247
/i,
76,2
1930
1,66
71,9
–
38,45
68,7
6,72
73,2
54.131- 88,0
18.116
49,6
142.51
54,3
67/.-
91,8
5916
88,8
16.171-
46,6
85/-.
99,5
i7
13
/i
55,4
1931
1,34
58,0
–
31,30 56,9 5,35
58,3
36.51-
58,4
12.11-
33,1
110.1/-
42,0
551-
75,3
47/6
70,9
lI.I0;6
31,9
92/6
108,2
131/
8
41,6
1932
0,94
40,7
–
22,70 40,5
4,14
45,1
22.17/-
36,8
8.12/-
23,6
97.2/-
37,!
42/-
57,5
37/-
55,2
9.16i-
27,!
118/-
138,0
12
7
/8
40,1
’31
Jan.
1,61
69,7
–
32,25 57,6
6,63 72,2
45.716
73,1
14-16
38,5
116.81- 44,4
6016
82,9
5116
76,9
12.1816
35,7
851-
99,5
13
7
19
43,2
rebr.
,
1,66
71,9
–
33,80
60,4
6,21
67,6
45.116
72,6
13.516
36,4
117r16
44,7
5816
80,3
5017
75,5
12.101-
34,6 851- 99,5
1211
2
38,9
Mrt.
,
1,47
63,6
–
35,00
62,5
4,94
53,8
45.116
72,6
13.316
36,2
122.11-
46,6
5816
80,3
48110
72,9
12.816
34,3
85/-
99,5
137/
41,8
Apr.
1,35
58,4
–
31,60
56,4
4,20
45,8
42.1516
68,9
12.101-
34,3
113.41-
43,2
5816
80,3
4916
73,9
11.121-
32,1
851- 99,5
131/
40,9
Mei
1,26
54,5
–
30,85
55,1
4,07
5
44,4
39.616
63,4
11.1016
31,6
104.171-
40,0
5816
80,3
481-
71,6
10.1316
29,5
85/-
99,5
I2
15
/io 40,3
Juni
1,29
55,8
–
33,50
59,8
4,30
46,8
36.616
58,5
11.1116
31,8
106.216
40,5
5816
80,3
4711
70,3
11.10/-
31,8
851-
99,5
1211s
40,1
Juli
1,32 57,1
–
37,75
67,4
4,40 47,9
34.141-
55,9
12.1516
35,1
112.516
42,9
5816
80,3
4819
72,8
12.11/-
34,7
851- 99,5
13
1
1,
41,2
Aug.
,,
1,30
56,3
–
36,00
64,3
4,98
54,2
32.151-
52,8
11.19(6
32,9
114.1916
43,9
5816
80,3
4719
71,3
11.14/6
32,4
851- 99,5
12″/,
39,9
Sept. Oct.
1,27
1,24
55,0
53,7
– –
32,25
26,25 57,6 46,9
5,775
6,27
5
62,9
68,4
30.3/6
28.216
48,6
45,3
11.41-
10.916
31,1
28,8
111.16/-
101.116
42,7
38,6
55/6
461-
76,0
63,0
46/7
4418
69,5 66,7
10.19/-
10.716
30,3
28,7
91/3
10613
106,8 124,3
13
5
/16
13
1
1110
41,4 43,0
Nov.
,
1,17
50,6
–
24,75
44,2
7,07 77,0
27.1916
45,1
11.51-
30,9
102.-1-
39,0
4416
61,0
4316
64,9
10.1516
29,6
11019
129,5
14
1
1
1
45,1
Dec.
,,
1,18
51,1
–
21,40
38,2
5,32
5
58,0
27.616
44,2
10.161-
29,6
98.1716
37,8
41/6
56,8
4313
64,6
10.216
28,0
12216
143,3
14
5
/1
44,6
Jan.
32
1,16
50,2
–
25,75 46,0
4,71
51,3
27.1416
44,7
10.141-
29,4
98.181-
37,8
41/6
56,8
421-
62,7
10.616
28,5
12013
140,7
137(
43,2
ebr. ,,
1,34
58,0
–
27,75 49,6
3,79
41,3
26.41-
42,2
10.51-
28,1
99.216
37,9
41/6
56,8 401-
59,7
10.-!-
27,6
11916
139,9
14
43,6
Mrt.
,
0,98 42,4
–
23,65 42,2
3,42
5
37,3
24.181-
40,1
9.9/-
25,9 96.61-
36,8
441-
60,3
401-
59,7
9.11/-
26,4
1141-
133,5
13
3
1
4
42,8
Apr.
0,99 42,9
–
19,60
35,0 2,775 30,2
23.81-
37,7
8.1616
24,2
841516
32,4
451-
61,6
3716
56,0 9.21-
25,2
11013
129.0
13118
40,9
Mei
,
0,82 35,5
–
19,65
35,1
2,88 31,4
21.6/-
34,3
8.-/-
.22,0
89.1316
34,2
441-
60,3
3716
56,0
9.91-
26,1
11219
132,0
12
5
/,
39,3
Juni
,,
1,11
48,1
–
24,25 43,3
3,08
33,5
20.1216
33,2 7.51-
19,9
84.91- 32,3
441-
60,3
3716
.
56,0
8.13/-
23,9
11316
132,7
42
5
/,
39,3
Juli
»
0,96
41,6
0,45
19,55
34,9
3,12
5
34,0
19.216
30,8
7.3/6
19,7
90.17/6
34,7
42/6
58,2
37/-
55,2
8.6/6
23,0
116/-
135,7 122/,
38,5
Aug.
0,76
32,9
0,58
17,90
32,0
3,72
40,6
22.4/6
35,8
7.17(6
21,6
I01.-/-
38,6
42/-
57,5
36/6
54,5
9.13/6
26,7 118/6
138,6
1212/
18
39,9
Sept.
0,84
36,4
0,65
19,70
35,2
4,64
50,5
25.8/-
40,9
9.1016 26,1
109.9(6 41,8
421- 57,5
351-
52,2
11.2/-
30,7 118/9
138,8
13
40,5
Oct.
,,
0,82
35,5
0,73 25,50
45,5
5,73
62,4
22.5/6
35,9
8.7/-
22,9
105.13(6
40,4
411-
56,2
3416
51,5
10.8/6
28,8
121/6
142,1 12
1
1,
38,9
Nov.
,,
0,81
35,1
0,78 26,50
47,3
6,65
72,4
21.19/-
35,4
8.4/6
22,6
104.7/6
39,9
40/-
54,8
3416
51,5
10.81-
28,7
125/9
147,2
125/
t
,
38,3
Dec.
,,
0,73
31,6
0,85
22,55
40,3
5,125
55,7
19.1216
31,6
7.916
20,5
100.1016
38,4
391-
53,4
3416
51,5
10.71-
28,6
12519
147,2
II’!,
35,8
’33
Jan.
0,73
31,6
0,89
21,75 38,8
4,27 46,7
19.171-
32,0
7.81-
20,3 100.1/6
38,1
4016
55,5
3416
51,5
9.191-
27,5
12218
143,5.
11″/i,
36,4
Febr. ,,
0,65
28,1 0,91
20,60
36,8
4,35
47,4
20.31-
32,5 7.71- 20,2
104.716
39,9
431-
58,9
30-
50,7
9.151- 27,0
12015
140,8
1115/
16
37,2
Mrt.,,
0,53
22,9
0,99
19,40
34,6 2;80
30,5
20.-/6
32,3
7.101-
20,6
104.1813
40,1
431-
58,9
3417
51,6
10.71-
28,6
12015
140,8
12
7
/1
38,7
Apr.
–
0,54
23,4
1,-
18,55
33,1
2,075
22,6
20.1116
33,1
7.1216
20,9
109.17/-
42,0
431-
58,9
3516
53,0
10.816
28,8
12011
140,4
12
13
Jj6
39,9
Mei
0,52
22.5
1,-
21,80
38,9
2,49
27,1
23.616
37,6
8.61-
22,9
128.1716
49,2
4116
56,8
3616
54,5 10.131- 29,4
12316
144,4
13
1
14
41,2
u
Jni
,,
0,52
‘22,5
.
1,-
23,50
42,0
2,50
27.2
25.71-
40,8
9.41-
25,3
151.101-
57,9
421-
57,5
37/-
55,2
11.1216 32,1
122134
143,0
13
5
/4
41,2
juli
Aug.
0,55 0,63
23.8
27,3
1,-
1,-
18,50
18,90
33,0
33,8 2,60
3,574 28,3 38,9
25.161-
24.5/-
41,6
39,1
9.21-
8.4/6
25,0
22,6
148.116
145.31-
56,5
55,4
4116
411-
56,8 56,2
351-
52,2 12.11-
33,3
1231104
144,9
12
7
116
38.7
Sept.
0,66
28,6 0,95
18,40
32,9
3,91
42,6
22.16/6
36,8
7.16/-
21,4
140.1716
53,8
3916
54,1
351-
3416
52,2 51,5
11.71-
10.1816
31,4
30,2
125110
130111
147,2
153,1
12
11l
5
/1
37,4
37,2
Oct.
,,
0,68
29,4 0,90
19,45
34,7
4,68
51,0
22.1/-
35,5
7.14/-
21,1
145.5/-
55,5
39/6
54,1
34/6
51,5
10.13!-
29,4
131/1
153,3
11
7
/,
37,0
6
Nov.
0,70
9
)
30,3
0,90
22,50
12
38,4 5,40
58,8
20.10(6
33,1
7.10/6
20,7
143.17/-
54,9
38(6
52.7
34/-
50,7
9.18(6
27.4
13110
154,2
11
1
3/
i
n
36,8
13
,
065
0
28,1
0,90
21,-‘3
37,5
6,-
65.4
20.1816
33,7
7.14/6
21,2
151.1416
57,9
401-
54,8
341-
50,7
10.116
27,9
129/14
151,0
12
5
/,6
38,3
20
0,65U
28,1
0,90 20,50
14
36,6 16,10
166,4 19.121-
31,6
7.111-
20,7
152.12/-
58,3
4016
55,5
331-
49,3
9.1816
27,4
12717
149,2
125/
38,3
»
,a ,.,,,. ..a ,
–
,atu. -, luL Jan. ludo weslern; vanai jan. 114
101 10 LIeC. I9 American 1’40. 2, van 16 Dec. 1929 tot 26 Mei 1930 74/5 K.O. 1-longaarsche
merican No. 2, van 9 Febr. 1931 tot 23 Mèi 1932 64/5 K.G. Zuid.Russische. Van 23 Mei-19 Sept. 1932 No. 3 Canada. Van 19 Sept. 1932 tot 24 Juli 1933 62163
BOUWMATERIALEN
.
KOLONIALE PRODUCTEN
VURENHOUT
basis 7″
f.o.b.
STEENEN
CACAO
COPRA
KOFFIE
RUBBER’)
‘
SUIKER
THEE
!NDEXCIJFER
Zweden/
binnenniuur
buitenmuur
G.F. Accra Ned.-Ind.
Robusta
Standaard
Ribbed Smoked
Witte kristal-
AfI. N.-I. theev.
Finland
per standaard
per
.
per
per
so
K.G.
c.i.f.
f.m.a.
per
100
K.G.
Locoprijzen
Rotterdam
Sheets
suiker
loco
R’dam(A’dam
A’dam gem. pr
.
Java- en Suma-
Grond-
Kolo
niale
van 4.672 M
3.
per
1000
stuks per
1000
stuks
Nederland Amsterdam
per
1/
K.G.
locen
per Ib.
per
100
K.G.
trathee
P. 1/,
KG.
stoffen
pro-
–
ducten
1925
-7–
-ii-.
159,75
100
f
15,50
0
10
100,-
f
19,-
0/
100,-
ii:
–
4216
—
100,-
t
35,875
0
10
100,0
cts.
61,375
–
ç
–
100,0
5h.
2/11,625
Ç
100,0
–
ii:
—
18,75
—
100,0
cts.
84,5
0
10
100,0
100.0 100.0
1926
153,50
96,1
15,75
101,6
19,50
102,6
49/-
115,3
34,-
94,8
55,375
90,2
21-
67,4
17,50
93.3
94,25
121,5
96.0
102.8
1927
160,50 100,5 14,50
93,5
18,50
97,4
681-
160,0
32,625
90,9
46,875
76,4
116,375
51,6
19,12′
102,0
82,75
97,9 87.5
109.1
1928
151,50
94,8
12,-
77,4
28,50
97,4
5713
134,9
31,87
5
88,9
49,625
80,9
-110,75
30,2
15,85
84,5
75,25
89,1
84.6 97.4
1929
146,00
91,4
14,-
90,3 21,25
111,8
45110
107,9
27,375
76,3
50,75
82,7 -110,25 28,8
13,-
69,3
69,25
82,0
81.9
85.5
1930
141,50
88,6
12,50
80,6
20,75
109,2
34/11
82,2
22,62
5
63,1
32
52,1
-15,875
16,5
9,60
51,2
60,75
72,8
66.0
64.3
1931
110,75
69,3
20,25 66,1
20.25
106,6
2215
52,8
15,375
42,9 25
40,7
-13
8,4
8,-
42,7
42,50
50,3
46.8
48.6
1932
69,00
43,2
9,25 59,7
15,-
78,9
1916
45,9
13,-
36,2
24
39,1 -11,75
4,9
6,32
5
33,7
28,25
33,4
36.1
38.0
’31
Jan.
125.00
78,2
10,-
645
21,-
110,5
26/4
62,0
18,25
50,9 28
45,6
-14,25
11,9
8,20
437
66,25
78,4
53.9
57.4
ebr.
Mrt.
125,00
78,2
10,-
64:5
21,-
110,5
22
1
2
52,2
18,12
1
50,7
26,25 42,8
–
1
3,875
10.9
8,20
43,7
53
62,7
53.3
50.4
»
Apr.
»
125,00 125,00
78,2 78,2
10,
–
10,50
64,5
67,7
21,-
21,-
110,5
110,5
22/6
2217
52,9
53,1
18,625 17,50
51,9
48,8
25,50 24,75 41,5 40,3 -13,75
-/3,125
10,5
8,8
8,30 44,3
45
53,3
52.9
50.7
48.0
Mei
»
125,00
78,2
10,50 67,7
21,-
110,5
21
1
0
49,4
15,375
42,9
25
40,7
–
1
3,125
8,8
8,57
5
8,50
45,7
45,3
43
40,25
50,9 47,6
48.3
47.5 45.5
Juni
»
110,00
68,9
10,50
67,7
21,-
110,5
2214
52,6
14,125
39,4
25,75
42,0
–
1
3,125 8,8
8,57
5
45,7
39,50
46.7
45.6
46.8
Juli
Aug.
:
110,00
68,9
10,50
67,7
21,-
110,5
26
1
5
62,2
15
,-
41,8
27
44,0
-13
8,4 8,77
5
48,6
38,25
45,3
46.6
50.0
100,00
62,6
10,50
67,7
21
–
110,5
24
1
8
58,0
14,125
39,4 25,50
41,5
-/2,5
7,0
7,90
42,1
38,50 45,6
44.1 46.8
Sept.
»
100,00
62,6
,
10,50
67,7
19
:-
100,-
2217
53,1
13,375 37,3
23,75 38,7 -12,375
6,7
7,52
5
40,1
37,50
44,4
43,3
44.1
Oct.
»
100,00
62,6
10,50
67,7
19,-
100,-
21
1
0
49,4
13,25
36,9
23 37,5
–
1
2,375
6,7
7,55 40,3
37,75
44,7
41.9 43.0
Nov.
»
100,00
62,6
10,50
67,7
19-
100,-
21
1
2
49,8
13,75
38,3
23
37,5
–
12,25
6,3
7,15
38,1 37
43,8
42.6
42.3
Dec.
»
82,50
51,6
10,-
64,5
1850
97,4
1813
42,9
12,75
35,5
23
31,5
–
/2,25
6.3
6,75
36,0 35
42,4
40.0 39.5
1
32
Jan.
82,50
51,6
10,-
64,5
18,75
98,7
1719
41,8
13,125
36,6
23
37,5
–
1
2,125
6,0
7,35
39,2 32
37,9
38.5
39.1
Febr.
82,50
51,6
10,-
64,5
18,75
98,7
28/1
42,6
14,50
40,4
23
37,5
–
1
2 5,6
7,05 37,6 30 35,5
38.3
38.3
Mij.
70,00
43,8
9,75
62,6
18,-
94,7
21
1
9
51,2
14,75
41,1
23
37,5
–
11,625
4,6
6,25
33,3
31
36,7
37.0 39.1
Apr.
70,00
43,8 9,75
62,6
18,-
94,7
2016
48,2
14,-
39,0
23
37,5
-/1,5
4,2 5,90
31,5
29,25
34,6
36.2 38.0
Mei
»
70,00
43,8 8,50
54,8
15,-
78,9
20/6
48,2
13,25
36,9
23,50
38,3
-/1,5
4,2
5,626
.
30,0
30,25
35,7
352
38.1
Juni
70,00
43,8 8,50
54,8
15,-
78,9
20/6
48,2
12,375
34,5
24
39,1
-/1,375
3,9
6,30
33,6
28,50
33,7
34.2 38.7
Juli
67,50
–
42,3 8,50
54,8
15,-
78,9
20
1
1
47,3
12,375
34,5
24
39,1
-/1,375
3,9
6,70
35,7
23,75
28,1
34.3 31.6
Aug.
Sept.
63,00 60,00
39,4 8,50
54,8
15
,-
78,9
20
1
7
48,4
12,375
34,5
24
39,!
–
1
1,75
4,9
6,57
5
35,1
22,75
26,9
35.9
37.4
Oct.
»
63,50 37,6
39,7
8,75
56,5
58,1
15,-
14,50
78,9 76,3
21/2
18/8
49,8 43,9
12,75
12,375
35,5
34,5 25,25 26,50
41,1
432
–
1
2,125
-11,75 6,0 4,9
6,52
5
34,8
23,75
28,1
31.8 38.5
Nov.
63,50
39,7
9,50
61,3
14,25
75,0
1716
41,2
12,125
33,8
24,50
399
-/1,75
4,9
6,325
5,87
5
33,7
31,3
28,50 30,75
33,7 36,4
36.2 35.3 38.7 37.2
Dec.
»
65,00 40,7
64,5
1375
72,4
1714
40,8
11,75
32,8
24
39,1
-/1,75
4,9
5,50 29,3
28,25
33,4
34.0 35.7
’33
Jan.
70,00 43,8
9,25
59,7
1350
71,1 16
1
6
38,8
11,50
32,1
24
39,1
–
1
1,625
4,6
5,375 28,7
25
‘-29,6
33.2
34.1
ebr.
,
Mrt.
70,00 43,8
9,25
59,7
13,-
68,4
1519
37,1
10,625
29,6 23,75
38,7
-/1,5
4,2
5,60 29,9
26,75
31,7
32.1
34.4
»
Apr.
»
70,00
70,00
43,8
43,8
9,50
9,75
61,3
62,6
12,25
12,75
64,5
67,1 16/3
1515
38,2 36,3
10,375
9,50
28,9
26,5
23,50
23,50
38,3
38,3
-/1,5
-11,625
4,2
6,-
32,0
26,25
32,1
32.4 34.9
Mei
»
70,00 43,8 9,50 61,3
12,50
65,8
1616
38,8
9,50
26,5
23
37,5
-12
4,6
5,6
6,07e
6,02
5
32,4
32,1
27,50
26,50
32,5
31,4
32.8 34.2 34.9
35.0
Juni
»
Juli
72,50
75,00
45,4
46,9
10,-
10,25
64,5
13,-
68,4
1811
42,6
10,-
27.9 22,50
36,6
-12,375 6,7
6,35 33,9
31
36,7
37.2
37.5
Aug.
75,00
46,9
10.50
66,1
67,7
13,-
13,-
68,4 68,4
17
1
8 16/5
41,6 38,6
9,475
8,75
26,4
24,4
22,50
20,75
36,6
33,8
-(2,625
-1
2
,6
2
5 7,4 7,4
5,92
5
5,275
32,6
33,50
39,6
38.2
.
31.4
Sept.
80,00
50,1
10,50
67,7 12,50
65,8
14/5 33,9
8,25 23,0
19,75
32,2
-/2,5
7.0
5,375
28,1
28,7
35,25
36,75
41,7
43,5
36.5 36.7 35.6 34.6
Oct.
,,
6
Nov.
80,00
50,1
10,50
67,7
12,50
65,8
1217
29,6
7,62
5
21,3
17,75
28,8
-12.625
7,4
4,90
26,1
42,25
50;0
36.5 33.4
13
»
75,00
75,00
46,9
46,9
t’
12
1
8
29,8
8,125
226
17
277
–
1
2,5625
7,2
4.75
25,3
1
44,25
8
)
52,4
35.1
33.8
20
75,00
46,9
12/11
12/7
30,4
8,
–
22,3
16
26,1
–
12,75
7,7.
4,625
24,7
40
11)
47,3
36.1
33.4
,,
.
29,6
7,87
5
22,0
16
26,1
-/2,8125
1
7,9
1
.4,50
24,0
35.9 31.8
.
–
m.noo»eerIngen
vonat e.
I bept.
1
zijn
op
goudbasia omgerekend; do Oollarnotoeringen vanaf 20April’33 zijn
in verhouding van de doproclatie
sn den Dollar t.o.v. den Gulden verlaagd.
918 .
ECONOMISCH-STATISTISCHE BERICHTEN
22 November i933
van de bedoelde rijzing van goederenprijzen, voor het arti-
kel suiker eene nieuwe daling, die, zooals reeds hierboven
gezegd, ook verband hield met aanzienlijke liquidaties op
de termijnmarkt.
De ontvangsten in de Atlantische havens der Ver. Sta-
ten bedroegen deze week 41.000 tons, de versmeltingen
48.000 tons tegen 43.400 tons verleden jaar en de voorraden
201.000 tons tegen 145.000 tons. Op C u b a blijft de toe-
stand zeer verward en laat zich niet bij benadering voor-
spellen wat van den aanstaanden oogst terecht zal komen. De laatste C u b a-statistiek is als volgt (in tons)
1933
1932
1931
Productie …………….1.994.528
2.602.864
3.122.186
Ontvangsten ………….6.524
19.562
18.313
Totaal sedert 111 ………1.094.624 1.568.846 1.977.876
Verschepingen ………..46.546
47.032
33.616
:Voorraad …………….491.995
708.113
978.007
• In E n g e 1 a n d daalden cle tei’mijnnoteeringen voor
ruwsuiker ca. 3 d. per cwt., waarvan aan het einde der
• week ongeveer de helft weer ingehaald werd. Zeilende en
spoedig uit de productielanden te verschepen ruwsuiker
• werd tot prijzen dalende tot Sh. 413 c.i.f. verhandeld.
De totaalcijfers van de Engelsche Board of Trade Sta-
tistiek over October zijn (in tons)
1933
1932
Import Bietsuiker …………………-
1.423
Rietsuiker …………………146.333
189.665
Totaal …. 1.46.333 191.088
Vrijgemaakt voor Consumptie ………..139.791 157.787
Export Geraffineerd ……………….35.036 24.387
Hieronder volgt de laatste Board of Trede Statistiek
voor B ritsch-I nd ië (in tons)
October/Augustus
Geïmporteerd
1932/’33
19311’32
1930/’31
Uit
Engeland
………………
33.530
38.275
7.335
Duitschland
……………
99
15.558 3.135
Tsjeeho-Slowakije
………
200 622
263
Hongarije
……………..
–
295
11.070
:lolen
………………..
–
12.992
49
Rusland
………………
8.839 18.804 111.904
42.668
86.546
133.756
Java
………………….
245.533 314.709
593.614
China
………………..
1.934
3.344
5.274
andere landen (Biet- en Riet-
suiker) …………………29.662
7627
9.101
Totaal …. 319.797 412.226 741145
Op J a v a verkocht de N.I.V.A.S. in de afgeloopen week
ca. 32.000 tons tot niet gepubliceerde prijzen.
De afschepingen van Java gedurende de maand October
bedroegen 119.000 tons, waaronder 32.000 tons naar Port-
Saïd v.o. en Europa, 30.000 tons naar .Britsch-Indië en
24.000 tons naar Hongkong eu China.
De N e d e ria n d ee h e markt was in overeenstemming
met het buitenland flauw cii er werd in het midden der week ‘een nieuw laagterecord van
f
41% voor Dec. levering bereikt,
Mei noteerde toen
f
4%. De week sloot op
f
hooger.
KOFFIE.
Omtrent de markt valt gedurende cle afgeloopen week
geen nieuws van eenige beteekenis te vet-melden. De stem-
ming bleef kalm. De kost- en vrachtaanbiedingen van San-
tos waren 25 á 45 dollarcents hooger, terwijl die van Rio
ongeveer onveranderd bleven. De gm’oote schommelingen,
waaraan de dollarkoers in de laatste week onderhevig was,
waren oorzaak, dat de importprijs op sommige dagen (bijv.
Donderdag 1.1. toen de koers alhier ca. 1.46 was) voor de
koopers, niettegensta.ande de Braziliaansche vraagprijzen
in dollars voor Santos hooger wat-en, toch nog belangrijk
lager uitkwam dan verleden week. Hoe buitengewoon laag
overigens de tegenwoordige koffieprijzerm voor den Brazi-
AANVOEREN in t
liaarmsc-heii producent zijli, komt zeèr dmiiddlijk aan den dag in een bericht van de Firma Nortz & Co. te New-York
van 3 November. 1)eze firma schrijft, dat de gezamenlijke uitvoeri’echten op koffie van Brazilië zijn als volgt:
van Sao Paulo …………….. .$ 4.93 per haal
Minas over Rio ……………4.63
lv[inas over Santos …………4.91
Rio
……… . …………..
.., 4.66
Vietoria (Esperito Santo) …,, 4.84
dus dooi’een voor Rio koffie ca. $ 4.65 cii voor Santos en
‘ictoria koffie ca. $ 4.90 per baal. Hierbij komen. nog
$ 1.15 voor kosten van de plantage tot aan boord in de
13raziliaansc-he havens, waardoor de totale kosten tot fob.
afseheephaven worden: voor Rio ca. $ 5.80 en voor Santos
en Victoria ca. .$ 6.05 per haal. In de eerste ‘dagen van No-vember waren de fob.-aanbiedingen van Brazilië:
Superior Santos ce. $ 8.50 per 50 Kgr. = .$ 10.20 per baai
Rio 7
,, ,, 7.30 ,, 50
,, = ,,
8.75
Na aftrek der kosten was dus de netto-opbrengst per
haal voor den pi-oducent van Snperiot- Santos $ 10.20 miuus $ 6.05 = $ 4.15
Rio 7
,, 8.75
.,, 5.80 = ,, 2.95
wat in Nedei’l. court. tegen den koers van 1.60 overeen-
kwam met net meer dan resp. ca..
f
6.64 en ca.
f
4.72 per
haal of ci. 5y
2
t
ct. en ca. 4 ct. per
1/
2
i Kgr.
Uit de heden bekend gemaakte weekstatistiek van Bra-
zilië is gebleken, dat in de vorige week van Santos naar
Europa verscheept zijn 67.000 balen tegen 60.000 balen in
de w’eek daarvôdr en naar de Vereenigde Staten 170.000
balen tegen 65.000 balen. Verscheept werden van Rio naar
Europa 33.000 balen tegen 19.000 balen en naar de Ver-
eenigde Staten 24.000 balen tegen 1.8.000 balen. Als ver-
kocht door Santos worden opgegeven naar Europa 69.000
balen tegen 63.000 balen en naar de Vereenigde Staten
136.000 balen tegen 102.000 balen.
De kost- en vrachtaanbiedingen van Brazilië zijn op het
oogenblik, onder aftrek van het op ca. 15 dollarcents ge-
schatte voom-deel van de bijlevering dci- bekende bonus van
10 %, voor gewoon goed beschreven Superior Santos op
1)i’onlPte verscheping ongeveer $ 9.75 & 9.95 per cwt. en
voor dito Prime ongeveer •$ 9.90 11 10.10, terwijl zij voor
Rio type New-York 7 niet beschrijving, proinpte versche-
ping, bedragen $ 8.50 á 8.60. Bij den dollarkoers van heden
staan deze aanbiedingen gelijk irmet onderstaande prijzen in
gouddollars: Santos Superior – $6.- li 6.10
IPrimne
– ., 6.05 It 6.20
Rio 7
– ,,5.20
It
5.25
wat, in vergelijking met een week geleden, voor Santos
0.05
It
0.15 en voor Rio 0.10 gouddollar per cvt. hooger is.
1)e prjzeil iu de eerste hand in Nederlandsch-Indië zijn
onveranderd. Op het oogenblik zijn zij aan te nemen op:
Palembang Robusta, November/December verscheping,
111% ct.; Benkoelen Robusta, November/December versche-
1)ing 12 ct.; Mandheling Robusta, Nov/Dec. verscheping,
131%: ct.; W.I.B. faq. Robusta, Nov/Dec. verscheping, 141%
ct., alles per
1%
K.G., cif, uitgeleverd gewicht, netto contant.
Aan de Rotterdamsche termijnmarkt ondergingen de no-
teem-ingen geen verandering. Thans zijn zij voor November
Ii, December 10%, Maart, Mei en September 10
7
1
8
ct.
De officieele loco-noteeringen bleven ongewijzigd 17 ct.
voor Superior Santos en 16 ct. voor Robusta.
1)e slotnoteeringen te New-York waren:
Gemengd contract
Santos contract
(basis Rio No. 7)
(basis Santos No. 4)
Dec. Mrt. Mei Sept. Dec. Mrt. Mei Sept.
20 November $ 5.93 6.10 6.20 6.34 8.26 850 8.59 8.86
13 November ,, 5.95 6.12 6.20 6.29 8.36 8.56 8.64 8.83
6 November ., 5.84 5.95 6.02 6.12 8.21 8.32 8.33 8.57
30 October – ,, 5.82 5.90 5.96 6.08 8.20 8.24 8.26 8.48
Rotterdam, 20 November 1933.
)fl8
van 1000 KG.
Artikelen
Rotterdam
Amsterdam
Totaal
12/18 Nov.
Sedert
Overeenk.
18
Nov.
Sedert
Overeenk.
19
193 2
1933
1Jan. 1933
tijdvak 1932
1933
1Jan. 1933
tijdvak 1932
Tarwe
23.6
29
1.414.322
1.316.575
–
23.685
7.800
1.438.007 1.324.375
6.982
362.556
438.330
404
7.073
2.553
369.629 440.883
……………..
Rogge
………………
–
20.857 24.173
–
25
244
20.882
24.417
•
Boekweit ………………
Maïs
……………….
27 .8
42
932.704
1.201.151
1.747
179.335
303.624
1.112.039
1.504.775
12.37
4
445.692
443.598
507
40.611
33.045
486.303 476.643
3.197
118.915 175.625
–
3.808
3.691
122.723
179.316
Lijnzaad
…………..
5.863
176.736
260.483
6.603
20 5.105
347.082
381.841
607.565
Gerst
……………..
Haver
……………..
7.
2
58
125.065
81.626
–
•
200
50
125.265
81.676
•
Lijnkoek
……………
205
.
16561
22.199
10
5.522 12.248
22.083
34.447
Tarwemeel
………….
Andere meelsoorten
385
46.813
39180
60
7033
12.060 54.746
51.840