Ga direct naar de content

1992 – de Europese interne markt voltooid?

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: augustus 21 1985

1992 – de Europese interne markt voltooid?
In de literatuur over de economische integratie onderscheidt
men meestal een viertal stadia. Het eerste is de vrijhandelszone,
het tweede de douane-unie, het derde de gemeenschappelijke
markt en het vierde de economische unie. Daarenboven kan men
dan ook nog het stadium van de staatkundige integratie onderscheiden. De Europese Gemeenschap is op weg naar dit laatste,
getuige o.a. de voorstellen die op dit ogenblik in discussie zijn
over de oprichting van een Europese Unie. De EG doorloopt
daarbij een proces dat weliswaar uniek is, maar toch in grote lijnen de bovengegeven stadia volgt. Alleen het eerste stadium is
overgeslagen.
De verwezenlijking van het tweede stadium, de douane-unie, is
zeer duidelijk als doelstelling in het EEG-verdrag van 1958 vastgelegd. De afschaffing van alle douanetarieven en kwantitatieve
beperkingen aan de binnengrenzen en de installing van een gemeenschappelijk buitentarief dienden aan het einde van de overgangsperiode van 12 jaar te zijn bereikt. Met enige trots wordt er
vaak op gewezen dat dit doel anderhalf jaar eerder, te weten midden 1968, was gehaald.
Het EEG-verdrag gaat nog verder in zijn doelstellingen door
ook een gemeenschappelijke markt in het leven te roepen. Daarin
is niet alleen het verkeer van goederen vrij, maar ook dat van
diensten en van produktiefactoren (arbeid en kapitaal). De benamingen Common Market en Marche Commun, die lange tijd in
de Engelse en Franse taalgebieden gebruikelijk waren voor de
EG, geven wel aan hoe sterk de EG vereenzelvigd werd met deze
gemeenschappelijke markt.
Voor de gemeenschappelijke arbeidsmarkt stelde het EEGverdrag ook concrete doelen; in 1970 moest het vrije verkeer van
werknemers en het recht van vrije vestiging van zelfstandigen een
feit zijn. Over de praktijk van het vrije verkeer van arbeid in de
Gemeenschap heeft aanvankelijk nogal wat onduidelijkheid
bestaan, die in het begin van de jaren zeventig door het Hof van
Justitie is weggenomen, toen dit in de zaken Reijnders (2/74) en
Binsbergen (33/74) verklaarde dat alle bepalingen m.b.t. toegang tot beroep die discrimineren naar nationaliteit nietig zijn.
De doelen m.b.t. de gemeenschappelijke kapitaalmarkt zijn
minder vergaand. Het EEG-verdrag zegt slechts dat de beperkingen op het vrije kapitaalverkeer dienen te worden opgeheven
voor zover zulks nodig is voor de goede werking van de gemeenschappelijke markt. In de jaren zestig is vastgesteld wat daaronder wordt verstaan: lopende betalingen voor goederen- en
dienstenverkeer zijn vrij evenals lopende betalingen m.b.t. kapitaal (rente, dividenden). Voor het eigenlijke kapitaalverkeer is
een groot aantal beperkingen toegestaan. Een groot aantal lidstaten heeft sindsdien vrijwillig het kapitaalverkeer geliberaliseerd,
maar door andere is dit niet gedaan, hetgeen betekent dat er op
het ogenblik bepaald nog geen volledige vrijheid van kapitaalverkeer is in de EG.
Overzien we het geheel, dan kan men stellen dat er in de Europese Gemeenschap weliswaar een gemeenschappelijke markt is
ontstaan, maar dan een die maar weinig tevredenheid oproept.
Want wat schiet een exporteur op met de douane-unie als hij aan
de grens in plaats van de douanier die hem invoerheffing laat betalen, een ander treft die vraagt de BTW-compensatie te voldoen? Wat schiet een Nederlandse producent van huishoudelijke
apparaten op met de gemeenschappelijke markt als hij aan de
grens van elke lidstaat moet bewijzen dat zijn produkt voldoet
aan de daar gestelde technische eisen? Of wat schiet de Italiaanse
werknemer op met de Europese vrije arbeidsmarkt als hij b.v. in
Belgie niet op zijn nationaliteit wordt afgewezen maar in plaats
daarvan op het feit dat hij niet de vereiste Belgische diploma’s
heeft?
Onder druk van een voortdurende stroom klachten van burgers en bedrijven heeft de Gemeenschap herhaaldelijk uitgesproken dat zulke belemmeringen dienen te worden weggenomen. In
de praktijk bleek dat echter steeds weer op zodanige moeilijkheden te stuiten dat er maar zeer langzaam voortgang wordt geboekt. Recentelijk heeft de Commissie, in dit geval in de persoon
van commissaris Lord Cockfield, besloten de zaak stevig en stelselmatig aan te pakken. Haar voornemens zijn neergelegd in het
z.g. Witboek m.b.t. de voltooi’ing voor 1992 van de Interne
Markt 1).

ESB 28-8-1985

Wat houdt een voltooide markt in?
1. dat burgers zich binnen de EG zullen kunnen verplaatsen zonder systematische controle van identiteit of persoonlijke bezittingen;
2. dat goederen vrij zullen zijn van enige controle aan de
binnengrenzen;
3. dat producenten hun produkten kunnen afzetten in de gehele
EG op grond van gemeenschappelijk aanvaarde normen, en;
4. dat bedrijven hun diensten overal in de EG kunnen
aanbieden.
Om dat doel te bereiken geeft het Witboek een zeer lange lijst
van maatregelen, die tussen nu en 1992 volgens een vastgesteld
tijdschema genomen zouden moeten worden. Deze maatregelen
zijn samengevat in een drietal groepen.
De eerste groep betreft de afschaffing van defysieke grenzen.
Doel is om het onmogelijk te maken de grens nog verder te gebruiken voor willekeurig welke controle. Voor zover toch controles nodig blijken te zijn (b.v. voor levend vee) zouden deze in
bepaalde centra in de bestemmingsregio dienen te gebeuren. Dat
heeft nogal wat implicaties voor het nationale zowel als het EGbeleid. Alle nog bestaande nationale quota’s (Franse beperking
van Japanse auto-import b.v.) moeten worden afgeschaft. Maar
ook de door het Europese landbouwbeleid ingestelde MCB’s, de
monetair compenserende bedragen, dienen afgeschaft te worden
met alle implicaties voor marktregelingen van dien.
De afschaffing van de technische grenzen is een volgend punt
van belang. Nieuw daarbij is dat de Commissie de Sisyphusarbeid opgeeft van het harmoniseren van technische normen
voor produkten; in het verleden is nl. steeds weer gebleken dat ieder stuk harmonisatie na gereedkomen al weer door de technologische ontwikkeling was ingehaald. In de plaats daarvan komt nu
een systeem voor wederzijdse erkenning van toelatingen van produkten. Interessant is verder dat dit niet alleen voor de industrie
zal gelden maar dat een aangepast stelsel ook voor produkten uit
de dienstensector zal gelden.
Ten slotte bevat het Witboek een groep maatregelen die defiscale grenzen betreffen. Hoofdzaak is hier de verdere onderlinge
afstemming van de stelsels van BTW en accijnzen (tabak, aardolieprodukten, alcohol). De Commissie streeft daarbij niet (in
navolging van de Verenigde Staten) naar een volledige gelijkschakeling van heffingspercentages en grondslagen, maar naar
de vaststelling van marges rondom een gemeenschapsgemiddelde.
Zullen de gestelde doelen gehaald worden in 1992? Zal 40 jaar
nadat het integratieproces van de EG feitelijk met de EGKS startle de interne markt zijn voltooid, zodat we dan praktisch geen
verschil meer zullen zien tussen de situatie op de binnenlandse
markt van een willekeurige lidstaat en die van de EG als geheel?
Als je de stemming in Brussel peilt blijkt dat het niet aan deze
Commissie zal liggen. Of het wel aan de besluiteloosheid van de
Raad te wijten zal zijn moet worden afgewacht. Als we de woorden moeten geloven niet, want de Raad heeft zich reeds meerdere
malen voor deze koers uitgesproken. Maar er zijn daden nodig en
in het verleden is reeds herhaaldelijk gebleken dat zelfs voor politick minder lastige punten geen besluitvorming mogelijk was.
Toch bestaat er een goede kans op succes en wel om verschillende redenen. Allereerst is daar het toegenomen besef dat de
kosten van de huidige situatie wel erg hoog zijn. Daarnaast is er
de hoop op een economische opleving, die de nodige aanpassingen, net als in de jaren zestig, wat gemakkelijker zal maken. Zonder pijn en kermen zal het echter niet gaan, en we zullen zeker nog
vaak het inmiddels bekende Europese crisisdrama opgevoerd
krijgen. Maar wat tellen achteraf de stuipen als de groei naar volwassenheid maar is voltooid?
W.T.M. Molle

1) Commission des Communautes Europeennes, L’achevement du
Marche Interieur, Document, Luxemburg, juni 1985.

837

Auteur