■ Harry Bierings en Lian Kösters (CBS)
In 2016 werkten 1,2 miljoen mensen als zelfstandige zonder personeel (zzp’er). Dat kan zijn als eerste of als tweede ‘baan’. De meeste zzp’ers, 960.000, werken alleen als zzp’er, een minderheid van 230.000 zzp’ers had daarnaast ook nog een baan als werknemer in loondienst. Het merendeel van de zzp’ers is actief in de dienstensector. Bij de zzp’ers-werknemers is dat aandeel nog hoger dan bij mensen die alleen als zzp’er werken: 91 procent tegenover 77 procent.
Van de zzp’ers-werknemers die als zzp’er werken in de dienstensector was in 2015 de grootste groep (18 procent) werkzaam in de specialistische zakelijke diensten, gevolgd door de gezondheids- en welzijnszorgsector (15 procent) en de onderwijssector (14 procent). Bij de specialistische zakelijke diensten gaat het om gespecialiseerde professionele wetenschappelijke en technische activiteiten die een hoge opleiding en specifieke kennis vereisen. Deelsectoren zijn bijvoorbeeld juridische diensten, managementadviesbureaus en architecten- of ingenieursbureaus. Ook van de alleen-zzp’ers die in de dienstensector werken, is de grootste groep actief in de specialistische dienstverlening (24 procent). Het verschil met andere sectoren is bij hen zelfs nog groter. Zij zijn vooral beduidend minder vaak dan zzp’ers-werknemers werkzaam in het onderwijs (7 procent).
Twee op de drie zzp’ers-werknemers die als zzp’er in de dienstensector werken, zijn als werknemer in een andere deelsector van de dienstensector actief dan als zzp’er. Tussen zzp-deelsectoren bestaan echter aanzienlijke verschillen. In de specialistisch zakelijke dienstverlening en in de cultuur, sport en recreatie werkt ruim 80 procent als werknemer in een andere deelsector van de dienstensector. In de gezondheids- en welzijnszorg is dat slechts 32 procent.
Auteurs
Categorieën