Woningcorporaties hebben in 2024 in totaal 4.750 woningen verkocht aan particuliere huishoudens om er te wonen. Dat is veel minder dan tien jaar geleden. Het uitponden van woningen kan evenwel belangrijk zijn voor de doorstroom en het aanbod van nieuwbouw op de woningmarkt.
Het uitponden van woningen is een van de manieren waarop woningcorporaties middelen vrij kunnen maken om te investeren in nieuwe woningen. Woningcorporaties maken daarbij wel de afweging of ze de huizen kunnen missen met het oog op (urgente) woningzoekers.
De figuur toont dat het aantal uitgeponde woningen sinds 2022 in de buurt van slechts 5.000 stuks ligt. Dit staat in schril contrast tot de bijna 18.000 uitgeponde woningen bij woningcorporaties in 2014.
De uitgeponde woningen geven met name koopstarters vaak de mogelijkheid om hun eerste woning te kopen. Zo’n 70 procent van de uitgeponde woningen in 2024 ging naar een koopstarter, ruim meer dan het aandeel van koopstarters op de totale koopwoningmarkt (rond 45 procent).
Kopers van uitpondwoningen betalen vaak een lagere prijs dan de marktwaarde dankzij verkoop-onder-voorwaarden-regelingen als KoopGarant, Slimmer Kopen of MVE. Ook komen uitpondwoningen vaak uit het goedkopere segment: bijna de helft is een appartement en de woningen zijn in het algemeen wat ouder – ruim veertig procent is gebouwd in de jaren 1945–1970. De figuur toont dat in 2024 de gemiddelde koopsom van een uitpondwoning 310.000 euro was. Dat is flink minder dan de gemiddelde koopsom voor alle woningen in Nederland (451.000 euro).
Auteur
Categorieën