Ga direct naar de content

Verandering technische uitgangspunten nodig

Geplaatst als type:
Geschreven door:
Gepubliceerd om: september 27 2001

Verandering technische uitgangspunten nodig
Aute ur(s ):
Vijlder, F.J., de (auteur)
De auteur is werkzaam b ij het Max Goote Kenniscentrum, Universiteit van Amsterdam.
Ve rs che ne n in:
ESB, 86e jaargang, nr. 4325, pagina D24, 27 september 2001 (datum)
Rubrie k :
Dossier: Effecten en toekomst van mdw
Tre fw oord(e n):
vraagsturing

In de bijdrage van Etty en Veraart worden twee ‘objectieve’ factoren genoemd die beperkingen opleggen aan de toepassing van
persoonsgebonden budgetten, namelijk hoge interdependentie en hoge startinvesteringen. De auteurs geven aan dat meer aandacht
voor het opheffen van deze belemmeringen nodig is. Die lijn wil ik hier doortrekken. Want precies deze belemmeringen veroorzaken
het Grote Ongenoegen over het functioneren van de aanbodgestuurde publieke voorzieningen. Dat komt omdat de klassieke
aanbodsturing uit gaat van een productie- of dienstverleningstechnologie die stamt uit de periode dat de publieke voorziening werd
gecreëerd. Het perspectief verandert drastisch als we ervan uit gaan dat de productie- en dienstverlening rondom de behoeften van de
klant georganiseerd moeten worden. De crux is dat de technologie voor het verkleinen van de interdependentie vaak wel beschikbaar
is, dat die voor sommigen toegankelijk is, maar via de publieke diensten nu niet of in onvoldoende mate geleverd wordt. De burger wil
bijvoorbeeld vervoer van deur tot deur, terwijl de overheid stuurt op de aanbodmodaliteit treinvervoer. En daarmee alleen lukt dat per
definitie niet. Ook in het basis- en voortgezet onderwijs is het, zoals we in Bij de les 1 hebben laten zien, mogelijk om de
interdependentie te verkleinen en individueel geconfigureerd onderwijs te bieden (het onderwijs aan leerlingen die speciale aandacht
behoeven, bewijst dat nog eens), maar het huidige publieke systeem bevat onvoldoende prikkels om hieraan te werken, omdat de
regelsystemen en de marktorganisatie altijd één (verouderde) aanbodmodaliteit en productietechnologie vooronderstellen.
Zo ook het punt van de noodzakelijke startinvesteringen: deze worden een stuk draaglijker en een stuk beter realiseerbaar door
vergroting van de schaal en het marktgebied. Waarom maanden in Nederland op een wachtlijst staan, als we evengoed binnen twee
weken in Spanje geopereerd kunnen worden? Het is nu al mogelijk om met behulp van robottechnologie vanuit Tokio een specialistische
operatie in Nederland uit te voeren. Er zijn ondernemers die in de gaten hebben dat er meer mogelijk is dan in het publieke systeem wordt
geboden. Dat kan leiden tot de opkomst van nieuwe, onconventionele aanbieders, die vaak samenwerking zoeken met de spelers in het
publieke domein om zo tot win-winsituaties te komen: de één biedt nieuwe mogelijkheden, de ander heeft naam en marktpositie. De
transnationale, publiekprivate allianties en consortia tussen traditionele aanbieders en nieuwe spelers in het hoger onderwijs zijn hiervan
een levend voorbeeld. Deze ontwikkeling naar een combinatie van de klant op maat bedienen enerzijds, en grote configuraties (hoge
startinvestering, lage marginale kosten!) anderzijds is een belangrijke drijvende kracht in de transformatie van de publieke
dienstverlening.
We moeten de redenering van Etty en Veraart dus uitbreiden: vraagsturing is een eerste, maar niet voldoende voorwaarde voor een
aangepaste publieke dienstverleningstechnologie, waarmee de burger maximaal (dat wil zeggen: voor zover de combinatie
kosten/technologie toestaat) op maat bediend kan worden. Vraagsturing vooronderstelt bijna per definitie een modaliteit- en
techniekonafhankelijke regelgeving en dat is nu vaak niet het geval. Maar daar hoort ook nog iets anders bij. Wil dit soort vraagsturing
goed werken, dan zijn er ook instituties nodig die de markt ordenen, de spelregels bewaken en die kwaliteit kunnen identificeren,
zogenaamde ‘regulators’. Middelen beschikbaar stellen voor toegang tot zorg of onderwijs heeft geen enkele betekenis als deze diensten
geen kwaliteit hebben en dat zal de erosie van de publieke zaak eerder versnellen dan terugdringen. Er zullen dus instanties moeten zijn
die kwaliteit verifiëren en valideren, maar die zullen dat op een zodanige manier moeten doen dat variëteit in aanbodmodaliteiten
gerespecteerd wordt. De betekenis hiervan is essentieel voor daadwerkelijke ‘revitalisering’ van de publieke dienstverlening en kan niet
genoeg benadrukt worden. Dus geen vraagsturing zonder regulering aan de aanbodkant, zij het op een andere manier dan we altijd
gewend waren.
Een ander kenmerk van de onderhavige ontwikkelingen is het wegvallen van de grenzen tussen de traditionele sociaal-politieke
instituties in zorg, onderwijs, wonen, sociale zekerheid, pensioenen, enzovoort. Krijgen we straks afzonderlijke zorgvouchers,
woonvouchers, onderwijsvouchers, enzovoort? Hier ligt nog een lastig vraagstuk dat Etty en Veraart benoemen als invoeringsstrategie.
De invoering van persoonlijke budgetten vereist immers een meer expliciete (en expliciet begrensde!) toedeling van rechten aan burgers
dan nu het geval is, hetzij op basis van individuele, stevig te legitimeren indicatiestellingen, hetzij op basis van universele
toedelingsregels (zoals een basisrecht op postleerplichtig onderwijs, uit te keren op een leerrekening in een aantal termijnen). Dat stelt de
politiek voor hoogst ingewikkelde toedelingsvragen. Is dit een argument om er maar niet aan te beginnen? Absoluut niet: er is geen weg
terug, maar laten we op korte termijn geen wonderen verwachten.

Dossier Effecten en toekomst van mdw
A. Jorritsma-Lebbink en A.H. Korthals: Mdw: een operatie met effect

M. Stefanski: Mdw in vogelvlucht
J.B.G.M. Holtus en G.W.J.M. Linssen: In het kraaiennest van mdw
J. Boone, reactie: De vragen die mdw niet stelt
D.P. van den Bosch: Meer vrijheid in de vrije beroepen
W. Koole en H. Sandriman, reactie: Notarissen: kernproblemen onopgelost
J. Vianen: Werkt mdw voor het mkb?
B.I. van der Burg, reactie: Haal meer uit de mdw-operatie
W. Derksen: Marktwerking en publieke belangen
A. Klamer, reactie: Welk belang prevaleert?
D.J. Janssen: Verder met mdw
H.A. Keuzenkamp, reactie: Doelen of dolen
W. Etty en M.D.L. Veraart: Ontvoogding van de burger
F.J. De Vijlder, reactie: Verandering technische uitgangspunten nodig
E. Bauw, F. van Dijk en P. van Wijck: Impulsen voor een effectievere overheid
H.M.C.M. van Oorschot, reactie: Nog een lange weg te gaan
J.J.M. Theeuwes: Nooit meer zonder mdw
C.N. Teulings, reactie: Niet ontpolderen maar depolitiseren
A.M. Reitsma, epiloog: De markt meester

1 Zie F. de Vijlder, R. In ‘t Veld en A. Rinnooy Kan, Bij de les, Max Geldens Stichting, Amsterdam, 2000, (http://www.maxgeldens.nl ).

Copyright © 2001 – 2003 Economisch Statistische Berichten (www.economie.nl)

Auteur